Cover
Jetzt kostenlos starten 251230-pp status milieu Vlaanderen.pdf
Summary
# Het belang van natuur en de rol van nature based solutions
Dit onderwerp onderzoekt het essentiële nut van het behouden en beschermen van natuurlijke ecosystemen, en hoe natuur-gebaseerde oplossingen (NBS) ons kunnen beschermen tegen natuurrampen en klimaatverandering, met de nadruk op de kostenefficiëntie van samenwerken met natuurlijke processen [10](#page=10) [27](#page=27).
### 1.1 Wat is natuur?
Natuur omvat alle levende organismen, hun habitat, de ecosystemen waarvan zij deel uitmaken en de daaraan verbonden, uit zichzelf functionerende ecologische processen. Dit geldt ongeacht menselijke invloed, met uitzondering van cultuurgewassen, landbouwdieren en huisdieren [3](#page=3).
### 1.2 Het nut van natuur: overal en altijd werkzaam
Natuur is alomtegenwoordig en werkt continu door middel van ecologische processen die geclusterd kunnen worden in energiestromen, de watercyclus, nutriëntencycli en populatiedynamiek. Wanneer natuur de kans krijgt, herstelt deze zich snel, vaak met een hoge biodiversiteit. Voorbeelden zoals de veerkracht van de natuur in de exclusiezone van Tsjernobyl tonen aan hoe de natuur zich kan herstellen, zelfs na grote calamiteiten. Het begrijpen, analyseren en samenwerken met deze natuurlijke processen is kostenefficiënter dan ertegen vechten, wat aanzienlijke financiële middelen en arbeid vereist. Het streven naar een strak gazon op arme zandgrond of het niet-duurzaam beheren van bomen in tuinen zijn voorbeelden van het werken tégen de natuurlijke processen, in plaats van ermee [4](#page=4) [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7).
### 1.3 De rol van biodiversiteit en veerkracht
Biodiversiteit, de verscheidenheid aan levensvormen die zich over miljarden jaren hebben ontwikkeld, is de natuurlijke motor van onze ecosystemen. Het is van levensbelang voor de mens en andere organismen, omdat het de werking van ecosystemen bepaalt en de processen die er plaatsvinden. Een hogere biodiversiteit zorgt voor een bredere variatie aan processen en levensstrategieën, wat de weerbaarheid van ecosystemen in een snel veranderende omgeving vergroot. Veerkrachtige ecosystemen hebben dus een rijke biodiversiteit nodig [15](#page=15).
Het concept van biodiversiteit symboliseert de veerkracht van de natuur: een complex web van relaties tussen soorten is veel sterker dan een vereenvoudigde benadering. Technologische oplossingen, hoewel soms effectief in het aanpakken van specifieke 'lijnen' in dit web, zijn vaak labiel omdat ze gebaseerd zijn op simplificaties van de werkelijkheid en sneller uit balans raken bij veranderingen [14](#page=14).
### 1.4 Nature based solutions (NBS)
Nature based solutions (NBS) zijn oplossingen die gebaseerd zijn op de natuur om maatschappelijke uitdagingen aan te gaan. Ze stellen ons in staat ons te wapenen tegen natuurlijke krachten, wat paradoxaal lijkt, maar essentieel is gezien de alomtegenwoordigheid en continue werking van natuurlijke processen. NBS zijn doorgaans goedkoper dan technologische oplossingen (technofixes) [10](#page=10) [14](#page=14).
Een prominent voorbeeld van NBS is het Sigmaplan, een grootschalig natuurinrichtingsproject dat rivieren meer ruimte geeft om natuurlijk over te stromen. Dit beschermt tegen natuurrampen, zoals de overstromingen in Wallonië in juli 2021. De essentie van effectieve dijkversterking ligt in het benutten van de diversiteit aan soorten [10](#page=10) [11](#page=11) [12](#page=12).
### 1.5 De kosten en baten van natuurrampen en klimaatverandering
Natuurrampen kunnen enorme hoeveelheden energie vrijmaken, die de menselijke capaciteit om te controleren ver overstijgt. Hoewel het aantal doden door natuurrampen de afgelopen eeuw is gedaald dankzij verbeterde waarschuwingssystemen en infrastructuur, neemt de frequentie van extreme gebeurtenissen toe door klimaatverandering [16](#page=16) [17](#page=17).
De keerzijde van ons onvermogen om natuurrampen volledig te controleren, is de aanzienlijke financiële kost. Wereldwijd bedragen de schadekosten van natuurrampen ongeveer 300 miljard US dollar per jaar. Dit illustreert dat klimaatrobuustheid in hoge mate een financiële kwestie is. De verzekeringssector waarschuwt voor de stijgende kosten als gevolg van meer frequente natuurrampen, wat uiteindelijk leidt tot hogere premies voor de burger [18](#page=18) [19](#page=19) [20](#page=20).
### 1.6 De economische waarde van natuur
Het nut van natuur en biodiversiteit wordt vaak in euro's uitgedrukt om serieus te worden genomen, bijvoorbeeld door verzekeringsmaatschappijen. Studies tonen aan dat investeringen in natuurlijke gebieden, zoals de Demerbroeken, aanzienlijke economische opbrengsten genereren. De conclusie is vrijwel altijd dat natuur meer oplevert dan dat het kost [22](#page=22).
### 1.7 Kernboodschap en conclusie
De kernboodschap is dat natuur als bondgenoot nodig is om ons te beschermen tegen de natuur zelf. Door natuur gezond en voldoende uitgestrekt te houden, kunnen we via NBS kostenefficiënter ons wapenen tegen natuurrampen en klimaatcrisissen. Gezonde, robuuste ecosystemen zijn gebouwd op rijke biodiversiteit [27](#page=27).
De uiteindelijke vraag die opgelost moet worden, is of het goedkoper is om de gevolgen van klimaatverandering te dragen of om preventief te handelen om deze gevolgen te verzachten. Hoewel dit nog niet volledig is bestudeerd, is het duidelijk dat er enorme kosten gemoeid zijn met het aanpakken van de klimaatcrisis [18](#page=18) [28](#page=28).
> **Tip:** De kern van dit onderwerp is de wisselwerking tussen de natuurlijke veerkracht die voortkomt uit biodiversiteit en het kosteneffectieve gebruik van natuur-gebaseerde oplossingen als alternatief voor dure technofixes, met name in de context van klimaatverandering en natuurrampen.
> **Voorbeeld:** Het Sigmaplan, waarbij rivieren meer ruimte krijgen om natuurlijk over te stromen, is een uitstekend voorbeeld van een NBS. Dit vermindert de kans op catastrofale overstromingen, beschermt infrastructuur en bespaart zo op lange termijn veel geld vergeleken met het bouwen van hogere, technische dijken.
---
# Grootste milieu- en natuurproblemen in Vlaanderen
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting van de grootste milieu- en natuurproblemen in Vlaanderen, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 2. Grootste milieu- en natuurproblemen in Vlaanderen
Dit deel van de analyse identificeert en beschrijft de belangrijkste milieu- en natuurproblemen in Vlaanderen, gebaseerd op rapporten van het Instituut voor Natuur- en BosOnderzoek (INBO). De besproken problemen omvatten vermesting (stikstof en verzuring), landgebruiksverandering, versnippering, invasieve exoten en klimaatverandering [2](#page=2).
### 2.1 Vermesting (stikstof en verzuring)
Vermesting door stikstof en de gevolgen daarvan, zoals verzuring, vormen een significant milieuprobleem in Vlaanderen.
#### 2.1.1 Stikstofproblematiek
Stikstof is een gas dat in de atmosfeer voorkomt, maar wanneer het zich bindt met andere elementen zoals zuurstof en waterstof, vormt het ammoniak (NH₃) en stikstofoxiden (NOx). Deze verbindingen zijn schadelijk en veroorzaken vermesting van de bodem, wat leidt tot het verdwijnen van belangrijke planten- en diersoorten [38](#page=38).
* **Ammoniak (NH₃):** Ontstaat bij landbouwactiviteiten, zoals uit mestopslagplaatsen, mestverwerking of direct uit veestallen [39](#page=39).
* **Stikstofoxiden (NOx):** Komen vrij bij verbranding op hoge temperatuur, zoals in verbrandingsmotoren van auto's, industriële productieprocessen en verwarming van gebouwen [39](#page=39).
Deze gassen komen in de lucht terecht. Een deel blijft hangen en reageert met andere deeltjes tot fijnstof. Een ander deel valt op de grond, wat resulteert in stikstofdepositie, zowel droog (neerslaan van gassen en deeltjes op oppervlakken) als nat (opname door regen, hagel of sneeuw) [39](#page=39).
**Situatie in Vlaanderen:**
De hoogste stikstofdepositie wordt waargenomen in gebieden met intensieve veeteelt, voornamelijk in het centrum van West-Vlaanderen, Noord-Antwerpen en Noordoost-Limburg. Gemiddeld bestaat de stikstofdepositie voor 64% uit NHx (van ammoniak), 26% uit NOx (van stikstofoxiden) en 10% uit organische stikstof (Norg). 65% van de NHx-depositie in Vlaanderen is afkomstig van Vlaamse emissies, voornamelijk uit de landbouw. 71% van de NOx-depositie in Vlaanderen is afkomstig van emissies buiten Vlaanderen, waarbij de transportsector de belangrijkste bron is van het binnenlandse deel [41](#page=41).
**Modellering van stikstofdepositie:**
De Vlaamse Milieumaatschappij gebruikt modellen zoals VLOPS (Vlaamse Operationeel Prioritaire Stoffen-model) en IFDM (Immissie Frequentie Distributie Model) om stikstofdepositie te berekenen. VLOPS berekent luchtkwaliteit en deposities op grote schaal met een resolutie van één vierkante kilometer, terwijl IFDM op projectniveau de depositie op microschaal verfijnt. Het is belangrijk op te merken dat deze modellen de **depositie** berekenen en niet de emissie. De betrouwbaarheid van de kaarten wordt geschat op ongeveer 70%, wat voldoende is voor het in kaart brengen van trends en de algemene situatie, maar minder geschikt voor een vergunningsbeleid [42](#page=42).
**Kritische last:**
Het natuurbeleid inzake stikstof draait rond de 'kritische last', de maximaal toelaatbare depositie per oppervlakte-eenheid zonder schadelijke effecten op lange termijn. In 2020 was 77% van de totale Vlaamse natuur in overschrijding van deze kritische last voor vermesting. In alle Vlaamse bossen en heidegebieden is er vermesting door te hoge stikstofdepositie, met weinig daling sinds 2015 [43](#page=43) [45](#page=45).
**Emissie vs. Depositie:**
Het is cruciaal om onderscheid te maken tussen emissie (uitstoot) en depositie (neerslag op de bodem). De belangrijkste bronnen van stikstofemissie in Vlaanderen zijn land- en tuinbouw (54% in 2019) en transport (28% in 2019) [46](#page=46).
**Trends:**
Tussen 2000 en 2007 nam de emissie uit de landbouw (voornamelijk NH₃) significant af, gevolgd door stagnatie. De emissie uit transport (voornamelijk NOx) is over dezelfde periodes significant afgenomen [47](#page=47).
**Depositie van buitenlandse bronnen:**
Gemiddeld over heel Vlaanderen is 57% van de stikstofdepositie afkomstig van Vlaamse emissiebronnen en 43% uit het buitenland. De Vlaamse landbouw en transportsector dragen respectievelijk 45% en 9% bij aan de totale stikstofdepositie in Vlaanderen. Een belangrijke nuance is dat ammoniak (landbouw) veel sneller dan NOx uit de atmosfeer verdwijnt en dus meer bijdraagt aan de depositie in Vlaanderen [48](#page=48).
#### 2.1.2 Verzuring
Verzuring treedt op wanneer bodems of water zuurder worden door verzurende stoffen, voornamelijk ammoniak afkomstig van de landbouw. Dit is vooral een probleem in basenarme ecosystemen die minder buffercapaciteit hebben [50](#page=50).
**Situatie en trends:**
In 2020 werd de kritische last voor verzuring overschreden op 13% van de totale oppervlakte terrestrische ecosystemen in Vlaanderen, een aanzienlijke daling ten opzichte van 80% in 2000. Tussen 2007 en 2009 was de sterkste daling merkbaar. Bossen en soortenrijke graslanden blijven het meest gevoelig voor verzuring [51](#page=51).
### 2.2 Landgebruiksverandering
Landgebruiksverandering, met name door verstedelijking, industrialisatie en intensivering van de landbouw, heeft een grote impact op het Vlaamse landschap en de natuur [52](#page=52).
* **Verdeling landgebruik:** Ongeveer de helft van Vlaanderen is akker- of grasland. Huisvesting neemt 12,7% in, en iets meer dan 20% van de Vlaamse oppervlakte bestaat uit bebouwde terreinen (inclusief industrie, commercieel, diensten en landbouwgebouwen). Bos beslaat iets meer dan 11% van Vlaanderen [53](#page=53).
* **Ruimtebeslag:** Vlaanderen kent een zeer hoog ruimtebeslag, 32,4% van de oppervlakte, wat zelfs hoger is dan Malta binnen de Europese Unie. Dit betekent dat er relatief weinig ruimte overblijft voor natuur en landbouw. Huisvesting (huizen en tuinen) en transportinfrastructuur zijn de grootste drijfveren van dit ruimtebeslag. De groei is het grootst bij landbouwgebouwen en -infrastructuur, diensten en commerciële doeleinden [54](#page=54) [56](#page=56).
* **Verstedelijking:** Onderzoek toont aan dat de bebouwde oppervlakte gestaag toeneemt. In 1976 was 7,2% bebouwd, in 2000 was dit 18,3%, en voor 2050 wordt 41,5% voorspeld. Dit systematisch volbouwen van Vlaanderen heeft grote gevolgen [62](#page=62).
* **Tuinen:** Tuinen spelen een cruciale rol voor natuur en biodiversiteit [63](#page=63).
* **Landbouwgrond:** De discussie over het behoud van landbouwgrond en de omzetting ervan naar andere doeleinden is relevant [64](#page=64) [65](#page=65).
* **Lokale problematiek:** Op lokaal niveau zijn er vaak conflicten over landgebruik, waarbij gemeenten deels de schuld bij de Vlaamse Overheid leggen, maar ook eigen verantwoordelijkheden hebben [66](#page=66) [68](#page=68) [70](#page=70).
* **Case study duinen:** Het verlies van open ruimte, zoals de Vlaamse duinen, illustreert de impact van landgebruiksverandering. Van 5000 ha duinen in de 19e eeuw is nog minder dan 1000 ha over. De belangrijkste impact van landgebruiksverandering is een daling van de basiskwaliteit van ecosystemen, wat hun vermogen om ecosysteemdiensten te leveren vermindert [72](#page=72) [73](#page=73).
### 2.3 Versnippering
Versnippering van natuurgebieden is een ernstig probleem in Vlaanderen, zowel ruimtelijk (planologisch) als qua eigendom [74](#page=74).
* **Ruimtelijk:** België, en vooral Vlaanderen, heeft een van de hoogste bevolkingsdichtheden en de hoogste graad van versnippering van landschap en natuur in Europa. Dit is gekoppeld aan een hoog aandeel verspreide bebouwing en de nood aan verkeersinfrastructuren (wegen, spoorwegen, waterwegen). Er is een hoge dichtheid aan verharde wegen per vierkante kilometer. Lintbebouwing, die historisch is gegroeid, neemt nog steeds een aanzienlijk deel van de ruimte in [75](#page=75) [76](#page=76).
* **Eigenaren:** Natuurgebieden hebben vaak veel verschillende eigenaars. Het Agentschap Natuur & Bos beheert de grootste oppervlakte natuur, gevolgd door Natuurpunt. Er zijn meer dan 100.000 boseigenaars, waarbij de gemiddelde bosoppervlakte kleiner is dan 1 hectare. Bijna 90% van de natuurclusters is kleiner dan 1 ha en 27% van de totale natuur is verdeeld over gebieden kleiner dan 10 ha [74](#page=74) [77](#page=77) [78](#page=78).
* **Gevolgen:** Versnippering heeft directe gevolgen, zoals een verhoogd risico op verkeersslachtoffers voor dieren (bv. dassen). Indirect kan het leiden tot isolatie van populaties, genetische erosie en een ongeschikt habitat voor bepaalde soorten (bv. wolven) [79](#page=79) [83](#page=83).
* **Meff-indicator:** De versnipperingsgraad kan kwantitatief bepaald worden via de Meff-indicator (Effective mesh size), die ook bruikbaar is voor benchmarking op Europese schaal [80](#page=80) [81](#page=81).
### 2.4 Invasieve exoten
Invasieve exoten zijn organismen die, na introductie door de mens, zich vestigen in de natuur, zich sterk verspreiden en negatieve effecten hebben op biodiversiteit, ecosystemen, economie, landbouw en volksgezondheid [84](#page=84).
* **Verspreiding:** België, en met name Vlaanderen, is een belangrijk transportknooppunt door de havens en het uitgebreide wegennet [85](#page=85).
* **Trend:** Het aantal uitheemse soorten neemt toe. Er staan 66 soorten op de Europese Unielijst van invasieve exoten [86](#page=86) [91](#page=91).
### 2.5 Klimaatverandering
Klimaatverandering heeft diverse effecten op de Vlaamse natuur [92](#page=92).
* **Waargenomen veranderingen:** Vroege bladvorming van bomen sinds de jaren 1990 leidt tot meer schaduw, minder bloei en problemen voor insecten en vogels. De temperatuur op de hellingen van de Ronde van Vlaanderen is sinds 1980 met ongeveer anderhalve graad Celsius gestegen [93](#page=93).
* **Effecten:** Versterking van stranderosie door grotere golven, stijging van de Noordzeebodem (30-70 cm), verzilting en erosie in getijdenrivieren, versterking van verzuring en vermesting, verschuiving in verspreidingsgebieden van soorten, en gebrek aan synchronisatie tussen soorten (bv. bloesems en insectenontluiking) [94](#page=94).
* **Verdroging en wateroverlast:** De verstoring van de hydrologische cyclus, versterkt door klimaatverandering, is een prioritair probleem [95](#page=95).
#### 2.5.1 Droogte en wateroverlast
Vlaanderen is zeer kwetsbaar voor droogte, met een significant verschil tussen de benodigde hoeveelheid water en de beschikbare watervoorraad (waterstress). Kaarten tonen een verhoogde waterstress, zowel voor het heden als voor de toekomst (scenario 2030) [96](#page=96) [97](#page=97) [98](#page=98) [99](#page=99).
* **Waterbalans:** De waterbalans kijkt naar watervoorraad en waterverbruik. De totale Vlaamse watervoorraad bedraagt circa 13.430 miljoen liter per jaar (oppervlaktewater en hemelwater). Het totale watergebruik bedraagt ongeveer 2900 miljoen m³/jaar, waarvan circa 900 miljoen m³/jaar netto verbruikt wordt .
* **Situatie:** Hoewel er overschot is, is de waterbalans negatief in de zomer, wat leidt tot droogte en kwetsbaarheid voor waterschaarste .
* **Oorzaken kwetsbaarheid:** Historisch is er sterke en snelle drainage opgebouwd door drooglegging, veel harde bodems, hoge urbanisatiegraad en toenemende verharding. Klimaatverandering versterkt dit door nattere winters, drogere zomers en meer extreme regenval .
* **Verharding:** De verhardingsgraad in Vlaanderen is aanzienlijk toegenomen (van 4-5% in 1976 naar 15% in 2019). Elke vierkante meter verzegelde oppervlakte vormt een obstakel voor hemelwater .
* **Grondwater:** Tussen 2000 en 2022 vertoonden de freatische grondwaterlagen vaker een daling (63% van de meetpunten) dan een stijging. De effecten van droogteperiodes zijn hier zichtbaar .
* **Impact van droogte:** Verdorging heeft een directe impact op bomen, ecosystemen en de landbouw, met economische gevolgen .
* **Wateroverlast:** Naast droogte is er ook sprake van wateroverlast, zoals geïllustreerd door de situatie in Roeselare, dat in een kom ligt waar veel waterwegen samenkomen .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Ecologische processen | De natuurlijke, zichzelf regulerende activiteiten binnen een ecosysteem, zoals energiestromen, water- en nutriëntencycli, en populatiedynamiek, die essentieel zijn voor het functioneren van de natuur. |
| Veerkracht | Het vermogen van een ecosysteem om te herstellen van verstoringen en zich aan te passen aan veranderingen, waarbij de structuur, functie en identiteit behouden blijven. |
| Biodiversiteit | De verscheidenheid aan levensvormen op aarde, inclusief genetische diversiteit, soortendiversiteit en diversiteit van ecosystemen, die cruciaal is voor de stabiliteit en functionaliteit van ecosystemen. |
| Nature based solutions (NBS) | Oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen die geïnspireerd zijn door en gebaseerd zijn op de natuur, zoals het herstellen van wetlands om water te zuiveren of het aanleggen van groene daken om stedelijke hitte te verminderen. |
| Vermesting | Het proces waarbij te veel nutriënten, met name stikstof en fosfor, in een ecosysteem terechtkomen, wat leidt tot een overmatige groei van bepaalde organismen (bv. algen) en een achteruitgang van andere, en zo de biodiversiteit aantast. |
| Stikstofdepositie | Het neerslaan van stikstofverbindingen uit de atmosfeer op het aardoppervlak, zowel via droge depositie (gassen en deeltjes) als natte depositie (regen, hagel, sneeuw), wat kan leiden tot vermesting en verzuring van ecosystemen. |
| Verzuring | Het proces waarbij de pH-waarde van bodems of water daalt, voornamelijk door de aanwezigheid van verzurende stoffen zoals ammoniak en zwaveldioxide, wat schadelijk is voor veel planten- en diersoorten, vooral in basenarme ecosystemen. |
| Landgebruiksverandering | De transformatie van het ene type landgebruik naar het andere, zoals de omzetting van bos naar landbouwgrond of van natuurgebied naar bebouwd terrein, wat significante gevolgen heeft voor biodiversiteit, ecosysteemdiensten en klimaat. |
| Ruimtebeslag | Het deel van de ruimte dat ingenomen wordt door menselijke activiteiten zoals bebouwing (woningen, industrie, handel, diensten), transportinfrastructuur en landbouwgebouwen en -infrastructuur, ten koste van natuurlijke gebieden. |
| Versnippering | De opdeling van grote, aaneengesloten natuurgebieden in kleinere, geïsoleerde fragmenten, vaak veroorzaakt door infrastructuur zoals wegen en bebouwing, wat leidt tot een verlies aan leefgebied en isolatie van populaties. |
| Invasieve exoten | Organismen die, na introductie door de mens (al dan niet per ongeluk), zich vestigen in een nieuw gebied, zich snel verspreiden en negatieve effecten hebben op de inheemse biodiversiteit, ecosystemen, economie of volksgezondheid. |
| Klimaatverandering | Langdurige veranderingen in het gemiddelde weerpatroon op aarde, veroorzaakt door natuurlijke factoren of menselijke activiteiten (zoals de uitstoot van broeikasgassen), met gevolgen als stijgende temperaturen, veranderde neerslagpatronen en zeespiegelstijging. |
| Waterstress | De situatie waarin de vraag naar water groter is dan de beschikbare watervoorraad, wat kan leiden tot tekorten voor menselijk gebruik, ecosystemen en economische activiteiten. |
| Waterbalans | De verhouding tussen de hoeveelheid water die een gebied binnenkomt (aanbod, bv. neerslag, instroom) en de hoeveelheid water die het verlaat of verbruikt wordt (verbruik, bv. verdamping, afvoer, gebruik door mens en natuur). |
| Evapotranspiratie | Het proces waarbij water vanuit planten en de bodem verdampt en in de atmosfeer terechtkomt, wat een belangrijke factor is in de waterkringloop en de waterbalans van een gebied. |
| Freatisch grondwater | Het bovenste grondwater dat zich in de onverzadigde zone bevindt en in direct contact staat met de atmosfeer of de bodemoppervlakte, en waarvan de stand fluctueert met neerslag en verdamping. |
| Kritische last | De maximale hoeveelheid van een bepaalde stof (bv. stikstof) die een ecosysteem kan verdragen zonder dat er op lange termijn schadelijke effecten optreden, zoals vermesting of verzuring. |
| Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) | Gebieden die Europees beschermd zijn vanwege de aanwezigheid van specifieke habitats en soorten die in de Habitatrichtlijn zijn opgenomen, met als doel het behoud van de biologische diversiteit in de Europese Unie. |
| Emmissie | De uitstoot van stoffen (zoals gassen of deeltjes) vanuit een bron (bv. fabriek, auto, landbouwbedrijf) naar de atmosfeer. |
| Depositie | Het proces waarbij stoffen uit de atmosfeer neerslaan op het aardoppervlak, zowel droog (gassen, stofdeeltjes) als nat (regen, sneeuw). |
| Natuurdecreet | Een wettelijke bepaling die de bescherming en het beheer van de natuur in Vlaanderen regelt, inclusief de verplichting tot het opstellen van natuurrapporten. |
| Ecosysteemdiensten | De voordelen die de mens haalt uit ecosystemen, zoals de productie van zuurstof, de zuivering van water, de bestuiving van gewassen en de regulering van het klimaat. |