Cover
Jetzt kostenlos starten Lijst IL, CD, IFN
Summary
# Lijst van interleukines en hun functies
Dit overzicht beschrijft verschillende interleukines (IL), hun bronnen en hun cruciale rollen in het immuunsysteem, met nadruk op ontsteking, celgroei en activatie [1](#page=1).
### 1.1 Interleukines en hun specifieke functies
Interleukines zijn een groep cytokines die een sleutelrol spelen in cellulaire communicatie binnen het immuunsysteem. Ze worden geproduceerd door diverse immuuncellen en andere celtypen en initiëren of reguleren specifieke immuunresponsen [1](#page=1).
#### 1.1.1 Overzicht van specifieke interleukines
Hieronder volgt een gedetailleerde lijst van belangrijke interleukines, hun producerende cellen en hun primaire functies:
* **IL-1β**
* **Producenten:** Macrofagen [1](#page=1).
* **Functies:** Verhoogt de vasculaire permeabiliteit, bevordert ontsteking en induceert koorts [1](#page=1).
* **IL-2**
* **Producenten:** Geactiveerde T-cellen [1](#page=1).
* **Functies:** Stimuleert de proliferatie en differentiatie van T-cellen [1](#page=1).
* **IL-4**
* **Producenten:** Th2-cellen [1](#page=1).
* **Functies:** Bevordert de differentiatie van Th2-cellen en stimuleert B-cellen tot IgE-productie [1](#page=1).
* **IL-6**
* **Producenten:** Macrofagen, T-cellen [1](#page=1).
* **Functies:** Stimuleert de productie van acute fase-eiwitten door de lever en induceert koorts [1](#page=1).
* **IL-8 (CXCL8)**
* **Producenten:** Macrofagen, epitheelcellen [1](#page=1).
* **Functies:** Trekt neutrofielen aan naar de plaats van infectie [1](#page=1).
* **IL-10**
* **Producenten:** Macrofagen, regulatoire T-cellen (Treg) [1](#page=1).
* **Functies:** Remt ontstekingsreacties en bevordert immunosuppressie [1](#page=1).
* **IL-12**
* **Producenten:** Dendritische cellen, macrofagen [1](#page=1).
* **Functies:** Activeert NK-cellen en stimuleert de productie van IFN-γ [1](#page=1).
* **IL-17**
* **Producenten:** Th17-cellen [1](#page=1).
* **Functies:** Versterkt ontstekingsreacties en bevordert de rekrutering van neutrofielen [1](#page=1).
* **IL-22**
* **Producenten:** Th17-cellen [1](#page=1).
* **Functies:** Bevordert weefselherstel en versterkt epitheliale barrières [1](#page=1).
* **IL-23**
* **Producenten:** Dendritische cellen, macrofagen [1](#page=1).
* **Functies:** Bevordert de overleving en expansie van Th17-cellen [1](#page=1).
* **IL-18**
* **Producenten:** Macrofagen [1](#page=1).
* **Functies:** Versterkt de productie van IFN-γ en bevordert ontstekingsreacties [1](#page=1).
* **IL-21**
* **Producenten:** Folliculaire Th-cellen [1](#page=1).
* **Functies:** Bevordert B-cel differentiatie en proliferatie [1](#page=1).
* **IL-33**
* **Producenten:** Fibroblasten, epitheelcellen [1](#page=1).
* **Functies:** Bevordert Th2-responsen en mastcelactivatie [1](#page=1).
> **Tip:** Het is cruciaal om de producenten en specifieke functies van elke cytokine te memoriseren, aangezien dit de basis vormt voor het begrijpen van immuunresponsen en pathologieën. Focus op de patronen, zoals welke celtypen welke cytokines produceren en welke effecten ze hebben op andere cellen [1](#page=1).
---
# Lijst van CD-moleculen en hun functies
Dit gedeelte beschrijft specifieke cel-oppervlaktemoleculen, ook wel CD-moleculen genoemd, en hun cruciale rollen in celidentificatie, immuunresponsen, celactivatie en signaaltransductie, inclusief hun interacties met specifieke doelmoleculen.
### 2.1 CD-moleculen en hun functies
Cel-differentiatie (CD)-moleculen zijn eiwitten die op het oppervlak van cellen voorkomen en dienen als herkenningspunten voor immuuncellen en andere celtypen. Ze spelen een sleutelrol in de communicatie tussen cellen en in de regulatie van immuunreacties [2](#page=2).
#### 2.1.1 CD4
* **Functie:** CD4 is een marker voor T-helpercellen en is betrokken bij de activatie van macrofagen, B-cellen en NK-cellen [2](#page=2).
* **Doel:** Herkenning van antigen-presenterende cellen (APC's) via MHC klasse II [2](#page=2).
#### 2.1.2 CD8
* **Functie:** CD8 is een marker voor cytotoxische T-cellen en is essentieel voor het doden van virus-geïnfecteerde en getransformeerde cellen [2](#page=2).
* **Doel:** Herkenning van antigen via MHC klasse I [2](#page=2).
#### 2.1.3 CD14
* **Functie:** CD14 fungeert als receptor voor lipopolysaccharide (LPS) van Gram-negatieve bacteriën [2](#page=2).
* **Doel:** Herkenning en activatie van macrofagen [2](#page=2).
#### 2.1.4 CD16
* **Functie:** CD16 is een Fc-receptor voor IgG en is betrokken bij antistof-afhankelijke cel-gemedieerde cytotoxiciteit (ADCC) [2](#page=2).
* **Doel:** Activatie van NK-cellen en fagocytose [2](#page=2).
#### 2.1.5 CD19
* **Functie:** CD19 is een co-receptor van de B-celreceptor (BCR) en speelt een rol in de activatie en differentiatie van B-cellen [2](#page=2).
* **Doel:** Regulatie van B-cel signaaltransductie [2](#page=2).
#### 2.1.6 CD20
* **Functie:** CD20 is een marker voor B-cellen, aanwezig vanaf het pre-B-celstadium tot de plasmacel [2](#page=2).
* **Doel:** Rol in B-celontwikkeling en differentiatie [2](#page=2).
#### 2.1.7 CD25
* **Functie:** CD25 is een marker voor geactiveerde T-cellen en regulatoire T-cellen (Treg) [2](#page=2).
* **Doel:** Receptor voor IL-2, bevordert T-celproliferatie [2](#page=2).
#### 2.1.8 CD28
* **Functie:** CD28 is een co-stimulatoire receptor op T-cellen [2](#page=2).
* **Doel:** Bindt aan B7 op APC's, essentieel voor T-celactivatie en overleving [2](#page=2).
#### 2.1.9 CD34
* **Functie:** CD34 is een marker voor hematopoëtische stamcellen [2](#page=2).
* **Doel:** Identificatie en isolatie van stamcellen voor transplantatie [2](#page=2).
#### 2.1.10 CD40
* **Functie:** CD40 wordt geëxpresseerd op B-cellen, macrofagen en dendritische cellen [2](#page=2).
* **Doel:** Essentieel voor B-celactivatie en isotype switching na binding met CD40L op T-cellen [2](#page=2).
#### 2.1.11 CD40L (CD154)
* **Functie:** CD40L wordt geëxpresseerd op geactiveerde T-helpercellen [2](#page=2).
* **Doel:** Stimuleert B-celproliferatie en antistofproductie via interactie met CD40 [2](#page=2).
#### 2.1.12 CD56
* **Functie:** CD56 is een marker voor NK-cellen en een subset van T-cellen [2](#page=2).
* **Doel:** Reguleert celadhesie en migratie van NK-cellen [2](#page=2).
#### 2.1.13 CD95 (Fas)
* **Functie:** CD95 is betrokken bij apoptose (geprogrammeerde celdood) [2](#page=2).
* **Doel:** Activeert celdood na binding aan Fas-ligand [2](#page=2).
#### 2.1.14 CD80 (B7-1)
* **Functie:** CD80 wordt geëxpresseerd op APC's en is betrokken bij T-celactivatie [3](#page=3).
* **Doel:** Bindt aan CD28 of CTLA-4 op T-cellen voor stimulatie of inhibitie [3](#page=3).
#### 2.1.15 CD86 (B7-2)
* **Functie:** CD86 is een co-stimulatoir molecuul op APC's [3](#page=3).
* **Doel:** Bindt aan CD28 of CTLA-4 voor T-celregulatie [3](#page=3).
#### 2.1.16 CD95L (FasL)
* **Functie:** CD95L is de ligand voor CD95 en induceert apoptose [3](#page=3).
* **Doel:** Essentieel voor immuunregulatie en eliminatie van geïnfecteerde of beschadigde cellen [3](#page=3).
#### 2.1.17 CD3
* **Functie:** CD3 is een onderdeel van het T-celreceptor (TCR) complex [3](#page=3).
* **Doel:** Signaaltransductie bij antigenherkenning door T-cellen [3](#page=3).
#### 2.1.18 CD45
* **Functie:** CD45 is een fosfatase dat betrokken is bij de activering van T- en B-cellen [3](#page=3).
* **Doel:** Regulatie van signaaltransductie en celactivatie [3](#page=3).
#### 2.1.19 CD62L (L-selectine)
* **Functie:** CD62L is een homing receptor voor lymfocyten [3](#page=3).
* **Doel:** Faciliteert migratie van lymfocyten naar lymfeknopen [3](#page=3).
### 2.2 Interferonen (IFN) en hun functies
Interferonen zijn eiwitten die een cruciale rol spelen in de immuunrespons tegen virale infecties en bij de regulatie van celgroei en differentiatie [3](#page=3).
#### 2.2.1 Type I Interferonen (IFN-α, IFN-β)
* **Productie:** Geïnduceerd door viraal geïnfecteerde cellen en plasmacytoïde dendritische cellen (pDC's) [3](#page=3).
* **Functie:**
* Induceert een antivirale toestand in omliggende cellen [3](#page=3).
* Remt virale replicatie [3](#page=3).
* Verhoogt de expressie van MHC klasse I op cellen, wat leidt tot betere herkenning door CD8+ T-cellen [3](#page=3).
* Activeert NK-cellen en bevordert apoptose van geïnfecteerde cellen [3](#page=3).
#### 2.2.2 Type II Interferonen (IFN-γ)
* **Productie:** Geproduceerd door NK-cellen, geactiveerde T-helper 1 (Th1) cellen en cytotoxische T-cellen (CD8+) [3](#page=3).
* **Functie:**
* Activeert macrofagen om intracellulaire pathogenen te vernietigen [3](#page=3).
* Verhoogt de expressie van MHC klasse II op APC's [3](#page=3).
* Bevordert differentiatie van Th1-cellen en onderdrukt Th2-responsen [3](#page=3).
* Speelt een rol in de anti-tumor-immuunrespons en immuunregulatie [3](#page=3).
#### 2.2.3 Type III Interferonen (IFN-λ)
* **Productie:** Geproduceerd door epitheelcellen en dendritische cellen [3](#page=3).
* **Functie:**
* Induceert een antivirale respons vergelijkbaar met type I IFN, maar is meer gericht op epitheliale oppervlakken zoals de darm en longen [3](#page=3).
* Beschermt epitheelcellen tegen virale infectie zonder sterke systemische ontsteking te veroorzaken [3](#page=3).
> **Tip:** Het kennen van de specifieke CD-moleculen en hun doelwitten is cruciaal voor het begrijpen van cel-cel interacties binnen het immuunsysteem. Concentreer u op de primaire functie en de meest belangrijke interactiepartners voor elk molecuul.
> **Tip:** Maak voor het studeren een tabel waarin u de CD-moleculen, hun cellijnen, functies en doelmoleculen/interacties opsomt. Dit helpt bij het memoriseren en overzien van de stof.
---
# Lijst van interferonen en hun functies
Interferonen (IFN) zijn een groep eiwitten die een cruciale rol spelen in de immuunrespons, met name tegen virale infecties, en die ook betrokken zijn bij immunomodulatie en celactivatie. Er worden drie hoofdtypen onderscheiden: Type I, Type II en Type III interferonen, elk met specifieke producenten en functies [3](#page=3).
### 3.1 Type I interferonen (IFN-α, IFN-β)
Type I interferonen, waaronder IFN-α en IFN-β, worden geproduceerd door viraal geïnfecteerde cellen en plasmacytoïde dendritische cellen (pDC's). Hun functies zijn divers en essentieel voor de antivirale respons [3](#page=3):
* **Induceren van een antivirale toestand**: Ze zetten omliggende cellen aan tot het produceren van eiwitten die virale replicatie remmen [3](#page=3).
* **Remmen van virale replicatie**: Dit is een directe consequentie van de antivirale toestand die ze induceren [3](#page=3).
* **Verhogen van MHC klasse I expressie**: Dit maakt cellen, inclusief geïnfecteerde cellen, beter herkenbaar voor CD8+ T-cellen, wat cruciaal is voor celgemedieerde immuniteit [3](#page=3).
* **Activeren van NK-cellen**: Natuurlijke killercellen worden geactiveerd om geïnfecteerde cellen te elimineren [3](#page=3).
* **Bevorderen van apoptose van geïnfecteerde cellen**: Dit helpt bij het opruimen van besmette cellen [3](#page=3).
### 3.2 Type II interferonen (IFN-γ)
Type II interferonen, voornamelijk IFN-γ, worden geproduceerd door NK-cellen, geactiveerde T-helper 1 (Th1) cellen en cytotoxische T-cellen (CD8+). IFN-γ heeft belangrijke immunomodulerende en activerende functies [3](#page=3):
* **Activeren van macrofagen**: Dit verhoogt hun vermogen om intracellulaire pathogenen, zoals bacteriën en virussen, te vernietigen [3](#page=3).
* **Verhogen van MHC klasse II expressie**: Dit is belangrijk voor de presentatie van antigenen aan CD4+ T-cellen, wat essentieel is voor adaptieve immuunresponsen [3](#page=3).
* **Bevorderen van Th1-celdifferentiatie**: Het ondersteunt de ontwikkeling van een celgemedieerde immuunrespons en onderdrukt tegelijkertijd Th2-responsen, die meer gericht zijn op humorale immuniteit [3](#page=3).
* **Rol in anti-tumor immuniteit**: IFN-γ speelt een rol in het herkennen en elimineren van tumorcellen [3](#page=3).
* **Immuunregulatie**: Het draagt bij aan de algehele regulatie van het immuunsysteem [3](#page=3).
### 3.3 Type III interferonen (IFN-λ)
Type III interferonen, ook bekend als IFN-λ, worden geproduceerd door epitheelcellen en dendritische cellen. Ze bieden een bescherming die vergelijkbaar is met die van Type I interferonen, maar met een meer specifieke focus [3](#page=3):
* **Antivirale respons op epitheliale oppervlakken**: IFN-λ is met name effectief in het induceren van antivirale reacties op epitheliale barrières, zoals in de darmen en longen [3](#page=3).
* **Bescherming van epitheelcellen**: Ze beschermen deze cellen tegen virale infectie zonder de noodzaak van een sterke systemische ontstekingsreactie. Dit suggereert een rol in het beheersen van infecties met minder schadelijke bijwerkingen voor de gastheer dan Type I interferonen soms kunnen veroorzaken [3](#page=3).
> **Tip:** Begrip van de verschillende interferontypen en hun specifieke functies is cruciaal voor het begrijpen van de antivirale immuniteit en de ontwikkeling van therapieën tegen virale infecties en bepaalde vormen van kanker. Let goed op de producenten en de specifieke celtypen waarop ze hun effect uitoefenen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Interleukine (IL) | Een groep eiwitten die door immuuncellen worden geproduceerd om de communicatie en interactie tussen cellen te reguleren, met name tijdens immuunreacties zoals ontsteking en celactivatie. |
| Macrofaag | Een type witte bloedcel die deel uitmaakt van het aangeboren immuunsysteem en betrokken is bij fagocytose (het "opeten" van ziekteverwekkers en celafval), en ook bij het presenteren van antigenen aan T-cellen. |
| T-cel | Een type witte bloedcel dat een cruciale rol speelt in de cellulaire immuniteit. T-cellen helpen bij het herkennen en bestrijden van ziekteverwekkers, het reguleren van immuunreacties en het doden van geïnfecteerde of kankercellen. |
| B-cel | Een type witte bloedcel dat verantwoordelijk is voor de productie van antistoffen. B-cellen spelen een sleutelrol in de humorale immuniteit en helpen bij het neutraliseren van pathogenen. |
| Dendritische cel | Een type antigeenpresenterende cel (APC) die antigenen opvangt en presenteert aan T-cellen, wat essentieel is voor het initiëren van een adaptieve immuunrespons. |
| NK-cel (Natural Killer cel) | Een type lymfocyt dat deel uitmaakt van het aangeboren immuunsysteem en in staat is om geïnfecteerde cellen en kankercellen te herkennen en te doden zonder voorafgaande sensibilisatie. |
| CD-molecuul (Cluster of Differentiation) | Een eiwit op het oppervlak van cellen dat wordt gebruikt om celtypen te identificeren en te classificeren. CD-moleculen spelen een belangrijke rol in cel-cel interacties en signaaltransductie. |
| MHC (Major Histocompatibility Complex) | Een groep genen die eiwitten coderen die een rol spelen bij de immuunrespons door antigenen te presenteren aan T-cellen. MHC klasse I moleculen presenteren intracellulaire antigenen aan CD8+ T-cellen, terwijl MHC klasse II moleculen extracellulaire antigenen presenteren aan CD4+ T-cellen. |
| Antigeenpresenterende cel (APC) | Cellen, zoals macrofagen, dendritische cellen en B-cellen, die fragmenten van pathogenen (antigenen) presenteren aan T-cellen, wat nodig is om een immuunrespons te activeren. |
| Cytotoxische T-cel (CD8+ T-cel) | Een type T-cel dat direct geïnfecteerde cellen of kankercellen kan doden door de afgifte van cytotoxische stoffen. |
| T-helpercel (CD4+ T-cel) | Een type T-cel dat de immuunrespons coördineert door B-cellen te helpen bij de productie van antistoffen en andere immuuncellen te activeren. |
| Interferon (IFN) | Een groep eiwitten die door cellen worden geproduceerd als reactie op virale infecties of andere pathogenen. Interferonen helpen bij het remmen van virale replicatie, het activeren van immuuncellen en het moduleren van de immuunrespons. |
| Apoptose | Geprogrammeerde celdood, een gecontroleerd proces dat essentieel is voor de ontwikkeling, weefselhomeostase en het elimineren van beschadigde of geïnfecteerde cellen. |
| Gram-negatieve bacteriën | Een klasse bacteriën die, na gramkleuring, roze/rood kleuren en gekenmerkt worden door een dunne peptidoglycaanlaag omgeven door een buitenmembraan. |
| Lipopolysaccharide (LPS) | Een component van de buitenmembraan van Gram-negatieve bacteriën, die krachtige immuunstimulerende effecten kan hebben. |
| Fc-receptor | Receptoren op het celoppervlak die binden aan het Fc-gedeelte van antistoffen, wat leidt tot de activatie van de cel, bijvoorbeeld fagocytose of cytotoxische reacties. |
| An[astof-afhankelijke celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC) | Een immuunmechanisme waarbij een cytotoxische cel (zoals een NK-cel) een doelcel doodt na binding met een antistof die aan de doelcel is gebonden. |
| Hematopoëtische stamcellen | Onge specialiseerde cellen die het vermogen hebben om zich te differentiëren tot alle typen bloedcellen. |
| Epitheelcel | Cellen die de oppervlakken van het lichaam bekleden, zoals de huid en de bekleding van inwendige organen, en fungeren als barrières. |
| Mastcel | Cellen in het bindweefsel die een belangrijke rol spelen bij allergische reacties en ontstekingen door de afgifte van histamine en andere mediatoren. |
| Antigeen | Een molecuul dat een immuunrespons kan opwekken, zoals een eiwit of polysacharide op het oppervlak van een pathogeen. |
| T-celreceptor (TCR) | Een receptor op het oppervlak van T-cellen die specifiek een antigeen bindt, gepresenteerd door een MHC-molecuul op een APC. |
| Fosfatase | Een enzym dat een fosfaatgroep van een substraatmolecuul verwijdert. In immuuncellen spelen fosfatases een rol bij de regulatie van signaaltransductiepaden. |
| Lymfeknoop | Kleine, boonvormige organen verspreid over het lichaam die een integraal onderdeel vormen van het lymfestelsel en het immuunsysteem, waar lymfocyten pathogenen filteren en immuunreacties initiëren. |