Cover
Comença ara de franc Hoofstuk 2.pdf
Summary
# Definiëren en begrijpen van activering
Dit gedeelte verkent de verschillende definities en interpretaties van het concept activering, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een enge en brede invulling en de verschillende vormen van activering worden geïntroduceerd.
### 1.1 De kern van activering: participatie stimuleren, verplichten of mogelijk maken
Activering kan gedefinieerd worden als het stimuleren, verplichten of mogelijk maken van participatie. Deze participatie kan breed worden opgevat als deelname aan de samenleving, of eng als participatie aan de arbeidsmarkt. De manier waarop activering wordt ingevuld, verschilt per land en context, en zelfs binnen landen kunnen er regionale en gemeentelijke verschillen bestaan. In het sociaal werk wordt de term "maatschappelijke activering" vaak gebruikt om aan te geven dat het activeringdiscours breder is dan enkel economische activering van werklozen. Het gaat hierbij om het creëren van mogelijkheden voor mensen om zich op vrijwillige basis te engageren en nieuwe rollen aan te nemen [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.2 Eng versus breed discours van activering
Er bestaan twee belangrijke stromingen in de interpretatie van activering [1](#page=1).
* **Eng discours:** Deze benadering koppelt activering primair aan participatie op de arbeidsmarkt, waarbij betaald werk als einddoel wordt gezien. Het wordt vaak gelegitimeerd door de gedachte dat arbeidsmarktparticipatie de belangrijkste weg is om mensen uit armoede te helpen en hen deelname aan de samenleving te laten verwerven. Het vinden en behouden van een betaalde baan wordt gezien als essentieel voor maatschappelijke participatie. Als er drempels zijn om tot arbeidsmarktparticipatie te komen, is het de rol van de samenleving of het individu om deze weg te werken. Deze drempels kunnen variëren van beperkingen en taalachterstanden tot gebrek aan sociale vaardigheden, de juiste werkattitude, diploma's of ervaring. In een eng discours wordt vaak sanctionerend gewerkt [4](#page=4).
* **Breed discours:** Dit discours, ook wel "sociale" of "maatschappelijke activering" genoemd, legt de nadruk op algemene integratie in de maatschappij en verzet zich tegen de opvatting dat werk het enige doel is in de strijd tegen armoede. Het beroept zich op een holistisch mensbeeld waarbij meerdere levensdomeinen dan enkel werk worden meegenomen. Armoede wordt gezien als een probleem dat zich uit over diverse gebieden van individueel en collectief bestaan. Om armoede effectief te bestrijden, moet naast de arbeidssituatie ook gekeken worden naar uitsluiting op andere levensdomeinen. Activering draagt hierbij bij aan het verbeteren van de probleemsituatie in een breed scala aan domeinen [4](#page=4).
> **Tip:** De keuze tussen een eng of breed discours heeft significante implicaties voor hoe sociaal werkers hun interventies vormgeven en welke doelen zij nastreven.
### 1.3 Verschillende visies op activering
Er zijn diverse visies op de doelstellingen en de invulling van activering:
* **Emancipatie:** Deze visie stelt de mens centraal en ziet activering als het in zijn kracht zetten van individuen, zodat ze op eigen benen kunnen staan. Het gaat om het ontwikkelen van vertrouwen en onafhankelijkheid [3](#page=3) [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Disciplinering:** Hierbij ligt de nadruk op het verplichten of sturen van individuen om te participeren, vaak met een focus op de arbeidsmarkt. Het kan gericht zijn op het 'in het gareel' krijgen van mensen binnen het systeem [1](#page=1) [3](#page=3).
* **Actief burgerschap:** Deze visie stelt dat participatie aan de samenleving een recht en een plicht is voor iedereen. Het benadrukt dat het onderscheid tussen niet-willen en niet-kunnen moet worden opgeheven, en er geen reden is om iemand als werkweigeraar te bestempelen. De context, noden en wensen van het individu staan centraal [3](#page=3) [5](#page=5).
### 1.4 Drie vormen van activering
Van der Penne en Hof onderscheiden drie vormen van activering [5](#page=5):
1. **Arbeidsmarktactivering:** Dit focust op toeleiding, bemiddeling, scholing en vorming met als doel participatie aan de arbeidsmarkt [5](#page=5).
2. **Sociale activering:** Dit omvat ontmoeting, recreatie, gesubsidieerd werk en vrijwilligerswerk, met als doel bredere sociale participatie [5](#page=5).
3. **Maatschappelijk herstel:** Dit richt zich op opvang en hulp- en dienstverlening, met als doel herstel van de individuele situatie en versterking van structuren [5](#page=5).
> **Tip:** Het is cruciaal om bij de analyse van activeringsbeleid of -praktijken stil te staan bij welk van deze drie vormen centraal staat, en of dit aansluit bij de brede maatschappelijke activering die door sociaal werkers vaak nagestreefd wordt.
### 1.5 De rol van drempels in activering
In zowel het brede als het engere discours van activering spelen drempels die participatie belemmeren een belangrijke rol. De brede benadering erkent dat armoede zich over meerdere levensdomeinen kan uitstrekken en dat het wegnemen van deze drempels essentieel is voor effectieve activering. Deze drempels kunnen divers zijn en omvatten onder andere huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, vrije tijd en cultuur [4](#page=4).
### 1.6 Spanningen voor de sociaal werker
Het activeringverhaal creëert verschillende spanningsvelden voor sociaal werkers:
* **Recht versus plicht:** De vraag in hoeverre activering een recht is dat de samenleving moet faciliteren, versus een plicht die op het individu rust [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Individueel versus maatschappelijk schuldmodel:** De nadruk leggen op de verantwoordelijkheid van het individu versus de maatschappelijke structuren die participatie belemmeren [3](#page=3).
* **Disciplineren of emanciperen:** De keuze tussen een controlerende, disciplinerende aanpak of een emancipatoire aanpak die de kracht van het individu bevordert [3](#page=3).
* **Eng versus breed discours:** De balans vinden tussen de focus op arbeidsmarktparticipatie en een bredere kijk op maatschappelijke integratie [3](#page=3).
> **Example:** Een sociaal werker die een cliënt begeleidt naar werk, moet afwegen of de focus ligt op het direct plaatsen van de cliënt in een baan (eng discours), of op het tegelijkertijd aanpakken van onderliggende problemen zoals huisvesting of psychische klachten (breed discours).
---
# Verschillende vormen van activering
Dit document beschrijft drie fundamentele vormen van activering: arbeidsmarktactivering, sociale activering en maatschappelijk herstel, die gericht zijn op het bevorderen van participatie aan de samenleving [5](#page=5) [7](#page=7).
### 2.1 Arbeidsmarktactivering
Arbeidsmarktactivering richt zich op het stimuleren van economische participatie via middelen als toeleiding, bemiddeling, scholing en vorming. Het staat centraal in een activerend arbeidsmarktbeleid, waarbij de directe relatie met de arbeidsmarkt voorop staat [5](#page=5) [6](#page=6).
**Doel:** Economische participatie [6](#page=6).
**Middelen:** Toeleiding, bemiddeling, scholing en vorming [5](#page=5) [6](#page=6).
> **Tip:** Dit discours negeert het onderscheid tussen niet-willen en niet-kunnen; er is geen reden meer om iemand als werkweigeraar te bestempelen. De context en specifieke noden van het individu staan centraal [5](#page=5).
### 2.2 Sociale activering
Sociale activering is gericht op het verhogen van de maatschappelijke participatie en het doorbreken van sociaal isolement door maatschappelijk zinvolle activiteiten te ondernemen. Het kan integratie op de arbeidsmarkt faciliteren, maar mag zich hier niet toe beperken. Het wordt beschouwd als een bijzondere vorm van participatiebevordering naast arbeidsmarktactivering en maatschappelijk herstel. De relatie met de arbeidsmarkt is hierbij indirect [7](#page=7).
**Doelgroep:** Individuen of groepen die afstand ervaren tot de samenleving, vaak langdurig werkzoekenden [7](#page=7).
**Focus:** Doorbreken van isolement, vergroten van sociale vaardigheden, bevorderen van participatie [7](#page=7).
**Vorm:** Vrijwilligerswerk, vorming, vrijetijdsbesteding, voorbereidingstrajecten richting werk [7](#page=7).
**Karakter:** Individueel en begeleidend; gericht op persoonlijke competenties en motivatie [7](#page=7).
**Einddoel:** Mensen opnieuw laten participeren en hun kansen op werk of maatschappelijke integratie vergroten [7](#page=7).
**Onderscheid met Maatschappelijke Activering:**
Hoewel maatschappelijke activering niet systematisch als aparte categorie wordt uitgewerkt en vaak samengebruikt wordt met sociale activering, is er een wezenlijk verschil:
* **Sociale activering:** Ligt veelal binnen een arbeidsactiverend discours en focust op individuele begeleiding met het oog op het vergroten van persoonlijke competenties en het activeren van mensen zelf [7](#page=7).
* **Maatschappelijke activering:** Overschrijdt het individuele niveau en probeert ook de samenleving in beweging te zetten, zodat participatie en inclusie structureel mogelijk worden. Het kent een tweesporenbeleid: versterken van mensen (agogische opdracht), verbeteren van structuren (politieke opdracht) [1](#page=1) [2](#page=2) [7](#page=7).
**Voorbeeld: MIRIAM programma**
Het MIRIAM-programma richt zich op alleenstaande moeders in armoede. Het project gaat uit van een holistische aanpak gericht op verschillende levensdomeinen. Er is intensieve individuele opvolging, maar ook collectieve begeleiding. De minister stelde 4,55 miljoen euro ter beschikking om het programma te versterken en 83 projecten in 43 OCMW's te ondersteunen. Case managers (sociaal assistenten) begeleiden deze moeders individueel en collectief [8](#page=8).
> **Tip:** Sociale activering kan worden omschreven als ‘het verhogen van de maatschappelijke participatie en het doorbreken van sociaal isolement door maatschappelijk zinvolle activiteiten te ondernemen, ofwel als doel op zich, ofwel als een eerste stap in een traject voor socio-professionele inschakeling; als een eerste stap in een (later) betaalde tewerkstelling’ [7](#page=7).
### 2.3 Maatschappelijk herstel
Maatschappelijk herstel kan worden beschouwd als een bijzondere vorm van sociale activering en richt zich op werkzoekenden die niet alleen ver verwijderd zijn van de formele arbeidsmarkt, maar ook problemen ervaren op het vlak van fysieke en mentale gezondheid. Het betreft zorg en hulpverlening die erop gericht is dat mensen zich staande kunnen houden in de samenleving, via opvang en hulpverlening. Er is een geringe tot geen relatie met de arbeidsmarkt [9](#page=9).
**Doelgroep:** Werkzoekenden die ver verwijderd zijn van de formele arbeidsmarkt en die problemen ervaren met fysieke en mentale gezondheid [9](#page=9).
**Focus:** Zorg en hulpverlening om staande te blijven in de samenleving [9](#page=9).
**Relatie met de arbeidsmarkt:** Gering tot geen [9](#page=9).
> **Tip:** Dit concept wordt ook wel "maatschappelijke activering" genoemd in de zin van het versterken van structuren en het faciliteren van participatie op een breder niveau dan louter individuele capaciteiten [7](#page=7).
---
# Normatieve benaderingen van activering: recht versus plicht
Dit deel onderzoekt de ideologische grondslagen van activering, met name de spanning tussen activering als een recht van het individu en als een plicht ten opzichte van de samenleving, en de bijbehorende discoursen (emancipatie, discipline, actief burgerschap) [10](#page=10).
## 3. Activering als recht en/of plicht om te participeren aan de samenleving – normatieve uitgangspunten
Activering kan op twee fundamenteel verschillende manieren worden benaderd: als een recht voor het individu om te participeren aan de samenleving, of als een plicht van het individu om bij te dragen aan de samenleving. De nadruk die gelegd wordt op activering als recht of als plicht is afhankelijk van de gehanteerde normatieve visie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de emancipatorische en de disciplinerende visie op activering, aangevuld met de visie van actief burgerschap [10](#page=10).
### 3.1 Activering als emancipatie (Emancipatorisch discours)
Activering wordt in deze benadering primair gezien als het mogelijk maken van participatie aan de samenleving. Het centrale doel is de re-integratie van sociaal buitengesloten individuen. Dit wordt beschouwd als de realisatie van de sociale rechten van elk individu, met als doel hun maximale sociale ontwikkeling. De focus ligt hierbij niet uitsluitend op werk vinden, maar ook op sociale, culturele en politieke emancipatie. Deze visie sluit aan bij een gedachtegoed waarin rechten belangrijker zijn dan plichten. Plichten kunnen wel worden opgelegd, maar alleen indien de overheid de nodige ondersteuning biedt [10](#page=10) [11](#page=11).
**Kernprincipes van emancipatorische activering:**
* Sociale activering wordt beschouwd als een recht [11](#page=11).
* Sociale, culturele en sportparticipatie zijn basisrechten [11](#page=11).
* Nadruk op gelijke kansen en het empoweren van iedereen [15](#page=15).
* Arbeidsmarktintegratie wordt gezien als de sleutel tot sociale inclusie [15](#page=15).
Diverse artikelen onderbouwen dit recht op participatie:
* Artikel 27 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: Iedereen heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven van de gemeenschap, te genieten van kunst en deel te hebben aan wetenschappelijke vooruitgang [11](#page=11) .
* Artikel 31 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind: Kinderen hebben recht op rust, spel, recreatie, kunst en cultuur, en de overheid faciliteert gelijke kansen hiervoor [11](#page=11) .
* Artikel 23 van de Belgische Grondwet: Iedereen heeft recht op een menswaardig leven, waarbij economische, sociale en culturele rechten gewaarborgd worden [11](#page=11).
#### 3.1.1 De visie op 'werkfare'
Een gerelateerde benadering is de 'workfare' visie, die stelt dat elke uitkeringsgerechtigde, ongeacht of het langdurige werklozen, alleenstaanden of mindervaliden betreft, actief deel moet nemen aan de arbeidsmarkt. Hierbij vormt werk vinden eerder dan sociale bescherming de centrale component. Deze benadering legt de nadruk op verplichtingen, waarbij rechten voorwaardelijk zijn aan de inspanningen van de uitkeringsstrekker, zoals het zoeken naar werk of het deelnemen aan een integratietraject. Het uitgangspunt is dat het financiële vangnet van de verzorgingsstaat te ruim is, wat kan leiden tot een afhankelijkheidscultuur [11](#page=11).
### 3.2 Activering als disciplinering (Disciplinerende discours)
De disciplinerende benadering ziet activering als een middel om individuen te stimuleren of te verplichten tot participatie, vaak met een focus op de arbeidsmarkt. Een verwante visie is de moraliserende benadering, vertegenwoordigd door de Britse psychiater Theodore Dalrymple. Deze benadering, gebaseerd op Murray's onderscheid tussen 'deserving' en 'undeserving poor', maakt onderscheid tussen armen die niet kunnen werken (door bijvoorbeeld handicap of een negatieve gebeurtenis) en armen die niet *willen* werken [10](#page=10) [11](#page=11).
**Kernprincipes van disciplinerende activering:**
* Nadruk op individuele verantwoordelijkheid en de 'voor wat hoort wat'-gedachte [10](#page=10) [14](#page=14) [16](#page=16).
* Gesanctioneerd gedrag: sancties en berispingen worden gebruikt om het zoekgedrag van werkzoekenden bij te sturen [12](#page=12) [16](#page=16).
* Werk is de norm en maatstaf voor maatschappelijke participatie [16](#page=16).
* Activering als middel voor kostenbeheersing van sociale zekerheid [16](#page=16).
Volgens aanhangers van de disciplinerende visie is de fout van de klassieke welvaartsstaat dat alle armen als 'slachtoffers van het systeem' werden beschouwd (homogenisering van de armen). Dit leidde ertoe dat armen die zichzelf konden onderhouden op dezelfde manier werden behandeld als de armen die er niets aan konden doen. Hierdoor wordt volgens deze visie een afhankelijkheidscultuur aangemoedigd en bestendigd. Murray beschouwt de 'undeserving poor' als berekenende personen die de voor- en nadelen afwegen [11](#page=11).
#### 3.2.1 Instrumenten en focus van disciplinering
De kern van voorwaardelijkheid in de disciplinerende benadering is dat beleidsmaatregelen disciplineren door middel van sancties. De oorzaak van werkloosheid wordt hierbij eerder bij het individu gelegd dan bij structurele factoren zoals de economische situatie. BystandsonTVangers worden geacht zelf de nodige inspanningen te leveren voor hun integratie. Activering wordt ingezet als een 'stok': mensen worden gedwongen zich aan te passen aan de eisen van de arbeidsmarkt en de heersende waarden van de samenleving. Bij onvoldoende medewerking kan de uitkering worden stopgezet [11](#page=11).
**Voorbeelden van disciplinerende maatregelen:**
* Sancties en berispingen van VDAB voor werkzoekenden [12](#page=12).
* Tijdelijke uitkeringen gekoppeld aan verplichtingen (bijv. sollicitatieplicht) [16](#page=16).
* Verplicht bijwonen van een jobbeurs op straffe van verlies van steun [17](#page=17).
### 3.3 Activering als actief burgerschap
Actief burgerschap houdt in dat burgers gestimuleerd en ondersteund worden om zelf initiatieven te organiseren en deel te nemen aan maatschappelijke vraagstukken, met als doel bij te dragen aan de leefbaarheid en veiligheid in hun eigen omgeving. Hierbij ligt de focus op zowel rechten als plichten voor iedereen, zowel voor kwetsbare als niet-kwetsbare individuen. De nadruk op actieve participatie voor iedereen markeert een paradigmawisseling van een 'afhankelijkheidsrelatie' naar 'actieve participatie voor iedereen'. De achterliggende gedachte is dat elke samenleving een bepaalde mate van verbondenheid tussen burgers nodig heeft. Actief burgerschap betekent dat iedereen verantwoordelijkheid neemt en actief bijdraagt aan de maatschappij. Dit stelt burgers in staat hun capaciteiten te ontwikkelen [12](#page=12).
**Kernprincipes van actief burgerschap:**
* Gelijke kansen en empowerment van alle burgers [11](#page=11) [12](#page=12).
* Stimuleren van eigen initiatieven en maatschappelijke betrokkenheid [12](#page=12).
* Een evenwichtige benadering van zowel individuele verantwoordelijkheid als structurele oorzaken [17](#page=17) [18](#page=18).
* Noodzaak van dialoog tussen verschillende groepen en een krachtgerichte methodiek uit het sociaal werk [17](#page=17).
#### 3.3.1 Factoren voor succesvol actief burgerschap
Burgerinitiatieven en vrijwilligersorganisaties stimuleren mensen om zich als vrijwilliger of actief burger in te zetten. Drie factoren zijn hierbij van belang: capaciteit (kunnen), motivatie (willen) en het zich uitnodigen en welkom voelen (mogen) [12](#page=12).
#### 3.3.2 Het spanningsveld voor sociaal werk
Het dominante activeringdiscours in de actieve welvaartsstaat wordt gekenmerkt door een focus op marktgerichtheid, responsabilisering en instrumentalisme. Dit creëert spanningsvelden voor sociaal werkers [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18).
**Drie belangrijke spanningsvelden:**
1. **Disciplineren of emanciperen?**: Beleid en publieke opinie benadrukken vaak het 'voor wat, hoort wat'-principe, wat leidt tot beleid dat sterk inzet op sancties en disciplinering. De internationale definitie van sociaal werk legt echter de nadruk op empowerment, bevrijding en sociale rechtvaardigheid [17](#page=17).
2. **Individueel schuldmodel of maatschappelijk schuldmodel?**: Het huidige beleid en maatschappelijk discours zijn sterk individualistisch, waarbij sociale problemen vaak worden gezien als gevolg van persoonlijke keuzes. Dit staat tegenover een benadering die structurele oorzaken erkent [17](#page=17) [18](#page=18).
3. **Engge of brede invulling van integratie?**: Integratie wordt vanuit beleid vaak gelijkgesteld aan arbeidsmarktparticipatie. Een bredere invulling gaat uit van sociale grondrechten en emancipatie, waarbij volledige deelname aan alle levensdomeinen centraal staat [17](#page=17) [18](#page=18).
Het spanningsveld tussen individu en structuur loopt door al deze dimensies heen. Goed sociaal werk combineert een individueel veranderingsaspect met het aanpakken van bredere structuren en processen die onwelzijn veroorzaken. Dit vraagt om kritische, reflectieve praktijken waarin sociaal werkers samen met cliënten en bondgenoten werken aan sociale rechtvaardigheid en gelijkheid [18](#page=18).
> **Tip:** Begrijp dat de verschillende discoursen rond activering (emancipatie, discipline, actief burgerschap) niet per se exclusief zijn, maar elkaar kunnen overlappen en soms tegenstrijdig kunnen zijn. Sociaal werkers opereren vaak in deze spanningsvelden.
> **Voorbeeld:** De invoering van sancties voor werkzoekenden die niet aan hun sollicitatieplicht voldoen, is een duidelijk voorbeeld van het disciplinerende discours. Tegelijkertijd kunnen sociaal werkers proberen binnen dit kader toch emancipatorische elementen toe te voegen door bijvoorbeeld het aanbieden van individuele begeleiding en coaching die gericht is op het versterken van de eigen regie van de cliënt.
---
# Spanningsvelden voor sociaal werk in het activeringstraject
Het sociaal werk binnen het activeringstraject wordt geconfronteerd met diverse spanningsvelden, met name de balans tussen individuele verantwoordelijkheid en structurele oorzaken van problemen, en de definitie van integratie [17](#page=17).
### 4.1 Disciplineren of emanciperen?
Dit spanningsveld draait om de vraag of sociaal werkers mensen dienen te disciplineren of te emanciperen in hun deelname aan de samenleving en de arbeidsmarkt [17](#page=17).
#### 4.1.1 De rol van het beleid en publieke opinie
Vanuit beleid en publieke opinie klinkt steeds sterker het "voor wat, hoort wat" principe, waarbij hulpverlening voorwaardelijk wordt gemaakt. Er wordt verwacht dat uitkeringsgerechtigden actief naar werk zoeken of opleidingen volgen. Deze visie vertrekt vanuit de overtuiging dat genereuze uitkeringen mensen passief maken en dat enkel strenge activering kan voorkomen dat ze "blijven hangen" in werkloosheid. Dit leidt tot beleid dat sterk inzet op sanctioneren en disciplineren. Een voorbeeld hiervan is het verplicht laten bijwonen van een jobbeurs door leefloners, op straffe van verlies van steun [17](#page=17).
#### 4.1.2 De rol van de sociaal werker
In dit discours krijgt de sociaal werker de rol van controleur, die moet toezien op naleving van voorwaarden. Hoe strenger deze regels, hoe moeilijker het wordt om een emancipatorische aanpak te hanteren [17](#page=17).
#### 4.1.3 Internationale definitie van sociaal werk
De internationale definitie van sociaal werk (IFSW & IASSW, 2014) legt juist de nadruk op empowerment, bevrijding en sociale rechtvaardigheid [17](#page=17).
> **Tip:** Het is cruciaal om de spanning te erkennen tussen de disciplinerende praktijken vanuit beleid en de emancipatorische grondbeginselen van sociaal werk.
### 4.2 Enge of brede invulling van integratie?
Dit spanningsveld betreft de definitie van integratie en de daarmee samenhangende focus van activeringstrajecten [17](#page=17).
#### 4.2.1 Enge focus op de arbeidsmarkt
Het huidige beleid en maatschappelijk discours zijn sterk individualistisch; armoede, werkloosheid of burn-out worden vaak gezien als gevolg van persoonlijke keuzes, motivatie of vaardigheden. Vanuit dit individuele schuldmodel ligt de nadruk op activering via verplichtingen zoals solliciteren, opleidingen volgen en sociale contacten aangaan. Een enge arbeidsmarktgerichte perspectief houdt het risico in dat structurele drempels aan de werkgeverszijde (discriminatie, diploma-eisen, fysieke of mentale beperkingen, migratieachtergrond) uit beeld verdwijnen. Dit legt de verantwoordelijkheid exclusief bij de werkzoekende [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 4.2.2 Brede benadering van integratie
Een brede invulling van integratie vertrekt vanuit sociale grondrechten en emancipatie. Hier gaat het niet enkel om arbeid, maar om volwaardige deelname aan de samenleving in al haar levensdomeinen: wonen, onderwijs, gezondheid, cultuur, sociaal leven. Vanuit dit perspectief heeft iedereen recht op zowel materiële bestaanszekerheid als sociale verbondenheid [18](#page=18).
> **Voorbeeld:** Een enge benadering ziet integratie als het vinden van een baan, terwijl een brede benadering integratie ziet als actieve participatie in de buurt, het onderwijs en het sociale leven, naast betaald werk.
#### 4.2.3 Het spanningsveld in de praktijk
Het spanningsveld zit in de spanning tussen arbeidsparticipatie als enige maatstaf van integratie, en een bredere benadering die inzet op meervoudige participatie en empowerment. Dit vereist een complexe evenwichtsoefening: de directe noden en wensen van mensen in maatschappelijk kwetsbare posities centraal stellen, en tegelijkertijd structurele sociale rechtvaardigheid en maatschappelijke verandering nastreven [18](#page=18).
### 4.3 Individueel schuldmodel of maatschappelijk schuldmodel?
Dit is een fundamenteel spanningsveld dat door alle bovengenoemde dimensies heen loopt. Het kan nooit een of/of verhaal zijn [17](#page=17) [18](#page=18).
#### 4.3.1 De kern van het spanningsveld
Het kernprobleem ligt in de vraag of sociale problemen hoofdzakelijk het gevolg zijn van individuele tekorten of van structurele oorzaken. Het huidige beleid is sterk gedreven door een individualistisch discours [17](#page=17).
#### 4.3.2 Dilemma's voor sociaal werkers
Sociaal werkers zoeken naar discretionaire ruimte om toch emancipatorische elementen in te brengen binnen een disciplinerend kader. Waar dat onmogelijk is, ligt er een signaalfunctie: het aanklagen van te strikte activeringspraktijken die mensen net verder van integratie verwijderen. Sociaal werkers in activerende instellingen ervaren vaak weinig ruimte voor emancipatie, terwijl collega's in opbouwwerk en armoedorganisaties vanuit een ander perspectief werken [17](#page=17).
#### 4.3.3 De "en/en" benadering
Volgens de internationale definitie gaat sociaal werk uit van een "en/en"-benadering: aandacht voor zowel het individu als het systeem. In de praktijk verwerpen sociaal werkers een eenzijdig individueel schuldmodel, omdat dit leidt tot een deficiet-benadering van mensen in armoede. Anderzijds is een louter structurele benadering ("blaming the system") ook problematisch, omdat dit kan leiden tot een fatalistische kijk zonder geloof in individuele groeimogelijkheden [17](#page=17).
#### 4.3.4 Krachtgericht samenwerken
Krachtgericht sociaal werk (Van Sevante, Driessens & Van Regenmortel, 2008) moet steeds oog hebben voor zowel kwetsbaarheden als krachten, en voor uitsluitings- én integratieprocessen op micro-, meso- en macroniveau. Dit is een herontdekking van de roots van sociaal werk, waarbij individuele verandering en structurele hervorming onlosmakelijk verbonden zijn [17](#page=17).
> **Tip:** Sociaal werk wordt beschreven als een 'force for change at individual and structural levels' (Dominelli, 2004). Dit vereist kritische, reflexieve praktijken waarin sociaal werkers samen met cliënten werken aan sociale rechtvaardigheid en gelijkheid [18](#page=18).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Activering | Het stimuleren, verplichten of mogelijk maken van participatie aan de samenleving. Dit kan zowel in enge zin (gericht op de arbeidsmarkt) als in brede zin (gericht op alle levensdomeinen) worden geïnterpreteerd. |
| Arbeidsmarktactivering | Een vorm van activering die primair gericht is op economische participatie via toeleiding, bemiddeling, scholing en vorming, met als doel integratie op de arbeidsmarkt. |
| Sociale activering | Richt zich op het verhogen van de maatschappelijke participatie en het doorbreken van sociaal isolement door deel te nemen aan maatschappelijk zinvolle activiteiten. Dit kan een eerste stap zijn naar sociaal-professionele inschakeling of betaalde tewerkstelling. |
| Maatschappelijk herstel | Een specifieke vorm van sociale activering die gericht is op werkzoekenden die ver verwijderd zijn van de formele arbeidsmarkt en problemen ervaren op fysiek en mentaal gebied, met nadruk op opvang en hulpverlening. |
| Emancipatie (activering als) | Een benadering van activering waarbij de herintegratie van sociaal buitengesloten personen centraal staat, gericht op het realiseren van sociale, culturele en politieke rechten en maximale sociale ontwikkeling. |
| Disciplinering (activering als) | Een benadering van activering die zich baseert op een onderscheid tussen 'waardige' en 'onwaardige' armen, waarbij de nadruk ligt op plichten en verantwoordelijkheden van het individu, en sancties worden gebruikt om gedrag te sturen. |
| Actief burgerschap | Een benadering die burgers stimuleert en ondersteunt om initiatieven te organiseren en deel te nemen aan maatschappelijke vraagstukken, met als doel bij te dragen aan de leefbaarheid en veiligheid in hun omgeving. Dit omvat zowel rechten als plichten voor iedereen. |
| Enge invulling van activering | Een benadering waarbij betaald werk als de finale finaliteit wordt gezien en activering beperkt blijft tot arbeidsmarktparticipatie. |
| Brede invulling van activering | Een benadering waarbij betaald werk niet per definitie het einddoel hoeft te zijn, maar waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van het individu en de oorzaken van de uitdagingen op de arbeidsmarkt. Dit omvat participatie aan alle levensdomeinen. |
| Drempels | Factoren die de toegang tot arbeidsmarktparticipatie bemoeilijken, zoals beperkingen, taalachterstand, sociale vaardigheden, gebrek aan de juiste werkattitudes of diploma's, leeftijd, of gezinssituatie. |
| Individueel schuldmodel | Een visie waarbij sociale problemen primair worden gezien als gevolg van individuele tekortkomingen, keuzes, motivatie of vaardigheden. |
| Maatschappelijk schuldmodel | Een visie waarbij sociale problemen primair worden gezien als gevolg van structurele oorzaken binnen de maatschappij. |
| Sponsoring | Het stimuleren van participatie door middel van financiële prikkels, zoals bonussen voor werk of kortingen bij niet-naleving van verplichtingen. |
| Recht (activering als) | De opvatting dat activering het mogelijk maken van participatie aan de samenleving inhoudt, voortkomend uit basisrechten zoals het recht op participatie aan het sociale, culturele en politieke leven. |
| Plicht (activering als) | De opvatting dat activering het stimuleren of verplichten van participatie aan de samenleving is, waarbij het individu een bijdrage moet leveren aan de samenleving. |
| Respbonsabilisering | Het principe waarbij burgers verantwoordelijk worden geacht voor hun eigen sociale en economische positie. |
| Arbeidsmarktgericht | De focus op werk als de norm en maatstaf voor maatschappelijke participatie en succes. |
| Instrumenteel | Activering wordt gezien als een investering in menselijk kapitaal en kostenbeheersing van de sociale zekerheid. |
| Normatief | De impliciete boodschap dat "wie niet actief deelneemt, schiet tekort." |
| Case manager | Een sociaal assistent die speciaal is aangesteld om individuen en/of groepen te begeleiden, zowel individueel als collectief, binnen projecten. |
| Empowerment | Het proces waarbij mensen worden versterkt en in staat gesteld om meer controle te krijgen over hun eigen leven en keuzes. |
| Sociaal isolement | Een toestand waarin een individu weinig tot geen sociale contacten heeft en zich afgescheiden voelt van de samenleving. |
| Participatie | Het deelnemen aan activiteiten binnen de samenleving, zowel op economisch, sociaal als cultureel gebied. |
| Welvaartsstaat | Een staat waarin de overheid een actieve rol speelt in het waarborgen van het welzijn van haar burgers door middel van sociale voorzieningen en diensten. |
| Actieve welvaartsstaat | Een moderne vorm van de welvaartsstaat die de nadruk legt op participatie en eigen verantwoordelijkheid van burgers, vaak met een focus op de arbeidsmarkt. |