Cover
Comença ara de franc Class+9.+Diepte-interviews+en+focusgroepen_2025.pptx
Summary
# Diepte-interviews en focusgroepen
Dit onderwerp verkent diepte-interviews en focusgroepen als kwalitatieve onderzoeksmethoden, waarbij de nadruk ligt op hun theoretische onderbouwing, procedures en toepassingen.
## 1. Kenmerken van diepte-interviews en focusgroepen
Diepte-interviews en focusgroepen richten zich niet primair op de objectieve realiteit, maar op hoe individuen deze waarnemen, beleven en er betekenis aan geven. Het doel is begrip in plaats van generalisatie. De procedure is minder gestructureerd en gestandaardiseerd dan bij kwantitatieve methoden, met ruimte voor de respondent om vanuit zijn of haar eigen perspectief te vertellen. Dit vereist flexibiliteit en vakmanschap van de onderzoeker. Een kerntechniek is 'probing', waarbij diepgaand wordt doorgevraagd naar motivaties, bedoelingen en opinies om betekenissen te ontrafelen.
## 2. Epistemologische achtergrond
De theoretische basis van diepte-interviews en focusgroepen ligt in het constructivisme. Deze epistemologische stroming stelt dat de werkelijkheid niet objectief gegeven is, maar geconstrueerd wordt door zowel de onderzoeker als de onderzochte. Er bestaan dan ook meerdere werkelijkheden. Centraal staat het 'verstehen' en interpreteren van gedragspatronen vanuit het perspectief van de onderzochte. Dit sluit aan bij het principe van 'grounded theory', die theorievorming en -ontwikkeling benadrukt door continu de empirische cyclus te doorlopen, verschillen en gelijkenissen te detecteren, en data te coderen in verschillende fasen (open, axiaal, selectief).
## 3. De interviewsituatie
### 3.1 Structuur van een interview
Interviews zijn dialoogvormige gesprekken die gericht zijn op het ontdekken van de belevingswereld van de respondent. Er zijn verschillende soorten interviews:
* **Ongestructureerde interviews:** Gebruiken een beperkt aantal zeer open gedefinieerde topics en open vragen om vrije antwoorden te stimuleren. De stijl is conversatiegericht, met veel initiatief bij de ondervraagde. Vragen en volgorde liggen niet vast.
* **Semigestructureerde interviews:** Gebruiken een topiclijst als geheugensteun rond centrale thema's, maar de volgorde en vorm van bevraging zijn flexibel.
* **Gestructureerde interviews:** Volgen een striktere structuur.
### 3.2 Soorten vragen
Bij diepte-interviews zijn vragen van belang op twee dimensies:
* **Thematische kwaliteit:** Vragen moeten het onderzoeksdoel realiseren door informatie te verzamelen over 'wat' en 'hoe', inclusief persoonlijke beschrijvingen en gevoelens, om de ervaringen van de respondent te begrijpen.
* **Dynamische dimensie:** De onderzoeker moet inspelen op wat de respondent vertelt, nieuwe topics toevoegen die niet in de oorspronkelijke topiclijst stonden, en flexibel zijn.
**Probing** is cruciaal en dient twee functies:
* **Content mapping:** Het identificeren van de relevante dimensies binnen het onderzoeksdomein vanuit de beleving van de onderzochte.
* **Content mining:** Het dieper graven naar specifieke dimensies en de betekenis die de respondent aan een fenomeen toekent.
### 3.3 Interviews voorbereiden en afnemen
Een grondige voorbereiding is essentieel. Dit omvat het opstellen van een interviewgids (topiclijst), je inleven in de leefwereld van de geïnterviewde, zorgen voor een goede opname en een rustige locatie.
> **Tip:** Het is belangrijk om te leren goed te interviewen. Volgens Kvale (1996) zijn succescriteria voor vakmanschap onder andere: geïnformeerd zijn over het onderwerp, structurerend optreden (doel aangeven en afronden), duidelijk zijn (eenvoudige, korte vragen stellen), kalm zijn (respondenten de tijd geven), gevoelig zijn (luisteren naar wat en hoe iets gezegd wordt), open zijn (aandacht geven aan wat belangrijk is voor de respondent), sturend zijn (weten wat je wilt weten), kritisch zijn (bereid zijn om uitspraken in vraag te stellen), herinnerend zijn (verbanden leggen met eerdere uitspraken) en interpreterend zijn (verduidelijken en meer betekenis geven).
Naast de opname is het nuttig om nota's te maken over de interviewervaring, de locatie, de setting en of het interview tot nieuwe inzichten heeft geleid.
Kwalitatieve interviews bieden voordelen ten opzichte van participerende observatie, zoals inzicht in wat niet direct observeerbaar is, de mogelijkheid voor respondenten om te reflecteren over gebeurtenissen, een betere ethische verantwoording, eenvoudiger longitudinaal onderzoek en een bredere dekkingsgraad met een specifieke focus.
### 3.4 Valstrikken
Bij het formuleren van vragen is het belangrijk om leidende, 'waarom'-vragen en onduidelijke vragen te vermijden. Gesloten vragen moeten vermeden worden ten gunste van open, duidelijke en precieze vragen. De aansluiting tussen onderzoeker en respondent kan een uitdaging vormen, met name bij grote discrepanties in leefwereld, taalgebruik of referentiekader, wat het diepte-interview bemoeilijkt.
## 4. Van gesproken woord naar geschreven tekst
De opnames van diepte-interviews worden getranscribeerd. Dit vormt de basis voor analyse, maar resulteert in een gedecontextualiseerde en artificiële versie van het interview, ontdaan van context en lichaamstaal. Een 'verbatim' transcript schrijft woord voor woord uit, terwijl Jefferson-notatie een linguïstisch snelschrift is dat meer details over de gesproken taal bevat.
## 5. Analyseren en interpreteren
De analyse van kwalitatief materiaal is minder gestandaardiseerd dan bij statistische analyses. Verschillende methoden, elk met hun voor- en nadelen, kunnen worden toegepast, gestuurd door de probleemstelling. Strategieën variëren van beschrijvend tot interpreterend.
### 5.1 Condenseren van betekenis
Dit omvat het kernachtig weergeven van centrale ideeën, standpunten en ervaringen van respondenten, waarbij gemeenschappelijke thema's worden geïdentificeerd en samengevat. Het is een reductie van grote hoeveelheden tekst.
### 5.2 Categoriseren van betekenis
Vergelijkbaar met inhoudsanalyse, wordt de tekst ingedeeld in categorieën. Hierbij gaat het om een kwalitatieve vorm waarbij de tekst wordt gescreend op variatie aan visies. Het coderen binnen de 'grounded theory' kent drie stappen:
* **Open coderen:** Het openbreken van tekst in categorieën en deze labelen.
* **Axiaal coderen:** Het samenvoegen van subcategorieën tot ruimere categorieën die verband houden met elkaar.
* **Selectief coderen:** Het in verband brengen van kernconcepten.
### 5.3 Narratieve analyse
Deze methode, voortkomend uit linguïstiek en literatuurwetenschap, gaat ervan uit dat informatie narratief wordt gecommuniceerd. De focus ligt op de betekenis binnen de verhalende structuren en de verhaallijn van het interview. Belangrijk zijn hoe iets wordt verteld, wat wel en niet wordt verteld, vanuit welk standpunt, en met welk taalgebruik.
### 5.4 Diepere interpretatie
Geïnspireerd door de hermeneutiek, zoekt deze methode naar diepere betekenissen via de specifieke context van de tekst. De onderzoeker interpreteert vanuit een theoretisch perspectief om diepgaandere betekenissen te ontdekken. Kritiek hierop is dat er veel verschillende interpretaties mogelijk zijn, wat vragen oproept over de uniciteit van de waarheid.
### 5.5 Ad-hocinterpretatie
Dit is een combinatie van de eerder genoemde technieken.
> **Tip:** De flexibiliteit van diepte-interviews, met de mogelijkheid om het referentiekader tijdens het gesprek te herstructureren en diepgaand te doorvragen (probing), verhoogt de interne validiteit en de mogelijkheid om concepten te definiëren en consensus over betekenissen te bereiken. De opbouw van een vertrouwensrelatie vermindert het gevoel van depersonalisatie bij de respondent.
**Nadelen** vanuit een positivistisch standpunt zijn dat de resultaten als te gekleurd en subjectief worden beschouwd. Mogelijke problemen zijn interviewerbias (door 'leading questions', zeker bij statusverschillen) en respondentbias (het ontwijken van bepaalde vragen). Validiteit en betrouwbaarheid zijn zelden voorwerp van replicatie-onderzoek.
## 6. Focusgroepen
### 6.1 Wat zijn focusgroepen?
Focusgroepen zijn groepsdiscussies over een specifiek thema, een vorm van groepsinterview. Het doel is het gezamenlijk creëren van betekenis binnen een sociale context, waarbij de nadruk ligt op groepsinteracties die worden geactiveerd door een voorafgaande stimulus (zoals een boek, film of verslag). Dit helpt bij het herbeleven en losweken van ervaringen, motivaties, betekenissen en opinies. Ze bieden een breder referentiekader voor diepere interpretatie en kunnen niet-geanticipeerde aspecten van een problematiek blootleggen.
### 6.2 Richtlijnen voor samenstelling
Er is geen gouden regel voor de samenstelling van focusgroepen, maar vaak worden ze gebaseerd op een gedeelde ervaring of karakteristiek.
* **Homogene groepen:** Groepen met leden van dezelfde sociale status of opleidingsniveau kunnen de discussie vergemakkelijken vanwege een gedeeld taalgebruik, maar dit is geen vereiste.
* **Heterogene groepen:** Soms worden meerdere focusgroepen samengesteld om differentiatie in ervaringen en opinies te bestuderen op basis van sociale geleding (SES, opleiding) of leeftijdsgroepen.
* **Volume:** Gemiddeld 6 tot 10 deelnemers. Kleinere groepen zijn geschikt voor gevoelige of controversiële onderwerpen, terwijl grotere groepen nuttig kunnen zijn om veel korte suggesties te verzamelen.
### 6.3 Plaats in onderzoek
De focusgroeptechniek, voornamelijk gestructureerd door Merton en Kendall, kwam in de jaren '60 en '70 in onbruik maar werd opnieuw populair toen beperkingen van grootschalig survey-onderzoek aan het licht kwamen. Ze worden vaak ingezet als onderdeel van bredere onderzoeksdesigns, met name in de exploratieve fase voor probleemafbakening, vraagstelling en het ontwikkelen van antwoordmogelijkheden. Toepassingen vinden plaats in wetenschappelijk onderzoek en marketingonderzoek (bv. testen van nieuwe producten of advertenties).
### 6.4 Voor- en nadelen
**Voordelen:**
* Blootleggen van niet-geanticipeerde aspecten van problematiek.
* Inzicht in interne en externe validiteit.
**Nadelen:**
* Mogelijke biases door selectie van participanten, rollen binnen de discussie, de richting waarin de discussie ontvouwt, en de taak van de discussieleider.
## 7. Key person en Delphi methode
### 7.1 Key-person methode
De key-person methode behelst het bevragen van 'gunstig geplaatste derden' met specifieke deskundigheid. Zij worden bevraagd over het kernobject van onderzoek, hun opinies en argumenten. Deze methode wordt vaak ingezet in oriënterend vooronderzoek om tekorten in inzicht aan te vullen, andere key-persons te lokaliseren, of contradicties en spanningen te duiden. Een goede voorbereiding is vereist, en een vrij interview is hierbij de uitverkoren techniek.
### 7.2 Delphi methode
De Delphi-methode is een specifieke toepassing van de key-person bevraging, gericht op prospectief onderzoek. Een groep experts verwoordt onafhankelijk hun visie. De resultaten van de eerste ronde dienen als feedback voor de tweede ronde, enzovoort. Iteratie draagt bij aan de kristallisatie van consensus, waarop de finale voorspelling van de onderzoeker kan worden gebaseerd. Doorgaans vindt er geen directe confrontatie tussen de experts plaats. Deze methode wordt gebruikt in marktonderzoek, bedrijfskunde en economische conjunctuurvoorspellingen.
---
# Analyse en interpretatie van kwalitatieve data
Dit gedeelte verkent verschillende methoden voor het analyseren en interpreteren van gesproken tekst, verkregen uit kwalitatieve interviews, inclusief technieken zoals condensatie, categorisatie, narratieve analyse en diepere interpretatie.
### 2.1 Inleiding tot analyse en interpretatie
De analyse van kwalitatieve data, met name gesproken tekst uit interviews, kent geen universeel geijkte methoden zoals in statistische analyses. Verschillende methoden bestaan, elk met hun eigen voor- en nadelen. De keuze voor een specifieke methode wordt sterk gestuurd door de probleemstelling van het onderzoek. De strategieën variëren op een continuüm van puur beschrijvend tot diep interpreterend.
#### 2.1.1 Strategieën voor analyse en interpretatie
De belangrijkste strategieën voor analyse en interpretatie omvatten:
* **Condensatie:** Het kernachtig weergeven van centrale ideeën, standpunten en ervaringen van de ondervraagden. Hierbij worden gemeenschappelijke thema's gezocht en samengevat, wat primair een reductie van grote hoeveelheden tekst behelst.
* **Categorisatie:** Het indelen van de tekst in categorieën en deze eventueel te tellen. Dit is een kwalitatieve vorm, vergelijkbaar met inhoudsanalyse. De tekst wordt gescreend op categorieën om de variatie aan visies die naar voren komen te identificeren. Binnen de 'grounded theory' wordt coderen in drie stappen toegepast:
* **Open coderen:** Het zo veel mogelijk uitdrukken van relevante variaties in trefwoorden door de tekst open te breken in categorieën en deze te labelen.
* **Axiaal coderen:** Het samenvoegen van categorieën tot ruimere categorieën van subcategorieën die met elkaar in verband staan.
* **Selectief coderen:** Het in verband brengen van kernconcepten.
* **Narratieve analyse:** Deze methode, met oorsprong in de linguïstiek en literatuurwetenschap, stelt dat alle informatie narratief tot ons komt. De focus ligt op de betekenis binnen de verhalende structuren en de verhaallijn van het interview. Belangrijke aspecten zijn hoe iets verteld wordt, wat verteld en wat niet verteld wordt, vanuit welk standpunt, en met welk taalgebruik en woordkeuze.
* **Diepere interpretatie:** Geïnspireerd door de hermeneutiek, is deze methode gericht op het vinden van diepere betekenissen in teksten via de specifieke context van die tekst. De onderzoeker interpreteert vanuit een bepaald theoretisch perspectief, in een poging diepgaandere betekenissen te ontdekken. Kritiek hierop is de veelheid aan mogelijke interpretaties, wat uit een positivistisch oogpunt problematisch kan zijn. Binnen het constructivisme wordt dit echter als een legitieme benadering gezien.
* **Ad-hocinterpretatie:** Een combinatie van de eerder genoemde technieken.
### 2.2 De interview-situatie en analyse
Bij diepte-interviews is de interview-situatie cruciaal voor de analyse. De flexibiliteit van intensieve bevraging, met de mogelijkheid om het referentiekader tijdens het gesprek te herstructureren, is een voordeel.
#### 2.2.1 Probing en de interview-situatie
* **Probing** (doorvragen) is essentieel om achterliggende opinies, betekenissen, bedoelingen of motivaties bloot te leggen. Dit verhoogt de interne validiteit, de mogelijkheid om concepten te definiëren, en de consensus over de betekenis van vragen en antwoorden.
* De mogelijkheid om een vertrouwensrelatie op te bouwen, vermindert het gevoel van depersonalisatie bij de respondent.
#### 2.2.2 Valstrikken en nadelen van kwalitatieve interviews
Vanuit een positivistisch standpunt kunnen kwalitatieve interviews als te gekleurd en te subjectief worden beschouwd.
* **Interviewerbias:** Dit kan optreden door 'leading questions', vooral bij grotere statusverschillen tussen interviewer en respondent. Er is ook een mogelijkheid tot misbruik.
* **Respondentbias:** Respondenten kunnen worden aangestuurd op bepaalde vragen, of juist bepaalde vragen en onderwerpen ontwijken.
* **Validiteit en betrouwbaarheid:** Deze aspecten zijn zelden voorwerp van replicatie-onderzoek.
### 2.3 Van gesproken woord naar geschreven tekst
Het transcriberen van opnames van diepte-interviews vormt de basis van de analyse. Dit proces creëert echter een gedecontextualiseerde en artificiële versie van het interview, die geen context of lichaamstaal bevat.
* **Verbatim:** Letterlijk woord voor woord uitschrijven.
* **Jefferson notatie:** Een vorm van linguïstisch snelschrift.
### 2.4 Focusgroepen
Focusgroepen zijn een vorm van groepsinterview waarbij een groepsdiscussie over een specifiek thema centraal staat.
#### 2.4.1 Kenmerken van focusgroepen
* Deelnemers creëren gezamenlijk betekenis binnen een sociale context, waarbij de groepsinteracties centraal staan.
* Vaak wordt een voorafgaande stimulus (boek, film, verslag) gebruikt om ervaringen, motivaties, betekenissen en opinies los te weken. Dit middel kan leiden tot het blootleggen van niet-geanticipeerde aspecten die een breder referentiekader voor diepere interpretatie bieden.
#### 2.4.2 Richtlijnen voor focusgroepen
* **Samenstelling:** Er is geen gulden regel, maar vaak worden groepen samengesteld op basis van een gedeelde ervaring of karakteristiek.
* **Homogene groepen:** Met eenzelfde sociale status of opleidingsniveau kan de taalgebruikdiscussie vergemakkelijken, hoewel dit geen absolute vereiste is.
* **Meerdere 'focus groups':** Dit kan worden ingezet om differentiatie in ervaringen en opinies naar sociale geleding (SES, opleiding) of leeftijdsgroep te bestuderen.
* **Volume:** Gemiddeld 6 tot 10 deelnemers. Kleinere groepen zijn geschikt voor gevoelige of controversiële onderwerpen, terwijl grotere groepen nuttig zijn voor het verzamelen van veel korte suggesties.
#### 2.4.3 Plaats in onderzoek
Focusgroepen worden vaak onderdeel van bredere onderzoeksdesigns, met name in de exploratieve fase voor probleemafbakening, vraagstelling en het formuleren van antwoordmogelijkheden. Ze worden ook veelvuldig toegepast in marketingonderzoek, bijvoorbeeld met producten of reclames als stimulus.
#### 2.4.4 Voor- en nadelen van focusgroepen
* **Niet-geanticipeerde aspecten problematiek:** De groepsdynamiek kan onverwachte inzichten opleveren.
* **Interne en externe validiteit:** Deze kunnen worden beïnvloed door selectie-, respondenten- en onderzoekersbias, die kan ontstaan door de selectie van participanten, de rollen die zij opnemen, de richting van de discussie, en de rol van de discussieleider.
### 2.5 Key person en Delphi methode
Deze methoden maken gebruik van de expertise van specifieke individuen.
#### 2.5.1 Key person methode
* Hierbij worden 'gunstig geplaatste derden' met specifieke deskundigheid in bepaalde takken van de samenleving bevraagd.
* De bevraging kan gericht zijn op kernobjecten, opinies of argumenten. Deze methode is vaak nuttig in oriënterend vooronderzoek om tekorten in inzicht aan te vullen, andere key-persons te lokaliseren, en contradicties of spanningen tussen key-persons te duiden.
* Goede voorbereiding is vereist, waarbij een vrij interview met de key-persons de uitverkoren techniek is. Beperkingen in tekstlengte of uitzendtijd, zoals in de journalistiek, kunnen echter leiden tot het verdwijnen van nuances.
#### 2.5.2 Delphi methode
* Dit is een specifieke toepassing van de key-person bevraging voor prospectief onderzoek.
* Een groep experts verwoordt onafhankelijk hun visie. De resultaten van een eerste ronde dienen als feedback voor de tweede ronde, en zo verder.
* Deze iteratieve aanpak zou moeten bijdragen aan de kristallisatie van consensus, waarop de finale voorspelling van de onderzoeker gebaseerd kan worden. Doorgaans vindt er geen directe confrontatie tussen de experts plaats.
* Toepassingen zijn onder meer marktonderzoek, bedrijfskunde en economische conjunctuurvoorspellingen.
---
# Key person en Delphi methode
Dit deel introduceert de key person methode, die gebruikmaakt van deskundigen met specifieke kennis, en de Delphi methode, een gestructureerde vorm van expertbevraging voor prospectief onderzoek en consensusvorming.
### 3.1 Key person methode
De key person methode maakt gebruik van zogenoemde 'gunstig geplaatste derden' die specifieke deskundigheid bezitten binnen bepaalde takken van de samenleving. Deze personen worden bevraagd over het kernobject van onderzoek of over hun opinie en argumenten hieromtrent.
De key person methode wordt vaak ingezet in het oriënterend vooronderzoek met als doelen:
* Het aanvullen van tekorten in het inzicht van de onderzoeker.
* Het lokaliseren van andere relevante key persons.
* Het duiden van contradicties en spanningen tussen verschillende key persons.
Een goede voorbereiding is cruciaal voor deze methode. De vrije interview is de meest uitverkoren techniek. Journalisten ervaren hierbij echter beperkingen door tekstlengte of uitzendtijd, waardoor nuances kunnen verdwijnen.
> **Tip:** De key person methode is bijzonder nuttig om snel diepgaande inzichten te verkrijgen van individuen met specialistische kennis, vooral in de initiële fasen van een onderzoek.
### 3.2 Delphi methode
De Delphi methode is een specifieke toepassing van de key person bevraging, gericht op prospectief onderzoek en consensusvorming.
**Kenmerken van de Delphi methode:**
* **Expertselectie:** Een groep experts wordt samengesteld.
* **Onafhankelijke visie:** Elk expert verwoordt onafhankelijk zijn of haar visie.
* **Iteratieve proces:** De resultaten van de eerste ronde dienen als feedback voor de tweede ronde, en zo verder. Dit iteratieve proces draagt bij aan de kristallisatie van consensus.
* **Consensusvorming:** Het uiteindelijke doel is om op basis van deze consensus een finale voorspelling te formuleren.
* **Geen directe confrontatie:** Doorgaans vindt er geen directe confrontatie plaats tussen de experts.
De Delphi methode wordt veelvuldig toegepast in onder andere:
* Marktonderzoek
* Bedrijfskunde
* Economische conjunctuurvoorspellingen
> **Voorbeeld:** Bij het voorspellen van technologische ontwikkelingen kan een Delphi methode worden ingezet waarbij experts uit verschillende vakgebieden (bv. informatica, sociologie, economie) hun verwachtingen en mogelijke impact formuleren in meerdere rondes. De resultaten worden steeds geanonimiseerd teruggekoppeld, waarna experts hun mening kunnen herzien in het licht van de collectieve expertise.
---
# Exameneisen en etiquette
Dit gedeelte behandelt de procedures, toegestane materialen en gedragsregels die gelden tijdens het afleggen van schriftelijke examens.
### 4.1 Algemene richtlijnen voor schriftelijke examens
#### 4.1.1 Aanwezigheid en toegang tot de examenruimte
* **Aanwezigheid:** Wees minimaal vijftien minuten voor aanvang van het examen aanwezig.
* **Toegang:** Betreed de examenruimte in stilte en volg de instructies van de examenbegeleiders.
* **Opbergen van spullen:** Tassen en jassen dienen vooraan in de aula te worden opgeborgen.
#### 4.1.2 Toegestane materialen aan de examenplek
* **Essentiële items:** Neem alleen een kleine, transparante tas mee met schrijfbenodigdheden, een studentenkaart en een doorzichtige waterfles.
* **Hulpmiddelen:** Hulpmiddelen die door de examinator zijn goedgekeurd, zijn toegestaan.
* **Verboden items:** Het is strikt verboden om elektronische datadragers of communicatieapparaten mee te nemen naar je stoel. Dit omvat, maar is niet beperkt tot, mobiele telefoons, iPods, draagbare pc's, USB-apparaten, smartwatches, digitale oordopjes en oordopjes. Papieren, studieboeken of persoonlijke aantekeningen zijn eveneens verboden, tenzij expliciet toegestaan door de docent.
* **Fraude:** Het binnen handbereik hebben van een van de verboden materialen of apparaten tijdens het examen wordt beschouwd als fraude.
#### 4.1.3 Gedrag tijdens het examen
* **Plaatsing:** Supervisors wijzen je een plaats toe. Zodra je zit, blijf stil en kijk niet naar het examenexemplaar op je bureau totdat de examenbegeleider toestemming geeft.
* **Identificatie:** Schrijf je naam op alle examengerelateerde documenten, zoals de examentekst en kladpapier.
* **Onregelmatigheden:** Elke onregelmatigheid, zoals afkijken of het gebruik van verboden apparaten, wordt gemeld aan de decaan en de faculteit en kan als fraude worden beschouwd.
#### 4.1.4 Inleveren van examens en documenten
* **Inleveren:** Je mag je examenexemplaar niet inleveren in het eerste halfuur, tenzij de examenbegeleider dit expliciet toestaat.
* **Volledigheid:** Bij het inleveren van je examenexemplaar dien je alle examengerelateerde documenten en kladpapier in te leveren.
* **Identificatie bij inlevering:** Toon je studentenkaart en onderteken de aanwezigheidslijst.
* **Verlaten van de ruimte:** Verlaat de examenruimte in stilte.
> **Tip:** Een goede voorbereiding is essentieel. Zorg ervoor dat je precies weet welke materialen wel en niet zijn toegestaan om elk risico op fraude te vermijden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Diepte-interview | Een kwalitatieve onderzoeksmethode waarbij via een open en flexibel gesprek diepgaand inzicht wordt verkregen in de percepties, belevingen en betekenisgeving van individuen over een bepaald onderwerp. |
| Focusgroep | Een groepsdiscussie over een specifiek thema, waarbij de interactie tussen de deelnemers centraal staat om collectieve betekeniscreatie te bestuderen en ervaringen, motivaties en opinies los te weken. |
| Epistemologie | De tak van de filosofie die zich bezighoudt met de aard, oorsprong, methoden en beperkingen van kennis, en hoe we die kennis rechtvaardigen. |
| Constructivisme | Een epistemologische stroming die stelt dat de werkelijkheid niet objectief gegeven is, maar actief wordt geconstrueerd door het individu en de sociale omgeving. |
| Verstehen | Een concept uit de sociale wetenschappen, voornamelijk geassocieerd met Max Weber, dat verwijst naar het begrijpen van menselijk gedrag door zich te verplaatsen in de subjectieve betekenis die actoren aan hun handelen toekennen. |
| Grounded theory | Een onderzoeksmethode waarbij theorieën inductief worden ontwikkeld vanuit systematische dataverzameling en -analyse, met de nadruk op het vergaren van rijke empirische data en het constant vergelijken van data. |
| Interviewgids | Een document dat als leidraad dient tijdens een interview en een lijst van centrale thema’s of topics bevat die besproken moeten worden, met ruimte voor flexibiliteit en spontane doorvragen. |
| Probing | Een interviewtechniek waarbij de onderzoeker diepgaand doorvraagt op eerdere antwoorden om meer gedetailleerde informatie, motivaties, betekenissen of opinies te verkrijgen. |
| Content mapping | Een functie van "probing" gericht op het identificeren van de verschillende dimensies van het onderzoeksdomein zoals die relevant zijn binnen de beleving van de onderzochte persoon. |
| Content mining | Een functie van "probing" die dieper graaft naar specifieke dimensies om de betekenis die de ondervraagde aan een fenomeen geeft, te achterhalen. |
| Verbatim | Een letterlijke transcriptie van gesproken tekst, waarbij elk woord en elke pauze nauwkeurig wordt weergegeven, vaak gebruikt als basis voor de analyse van interviews. |
| Jefferson notatie | Een gespecialiseerd transcryptiesysteem, ook wel linguïstisch snelschrift genoemd, dat gedetailleerde informatie over spreekpatronen, intonatie en geluiden weergeeft. |
| Condenseren | Een analysemethode voor kwalitatieve data waarbij de kernachtige ideeën, standpunten en ervaringen van ondervraagden worden weergegeven door het samenvatten van centrale thema’s. |
| Categoriseren | Een analyseproces waarbij tekstmateriaal wordt ingedeeld in specifieke categorieën op basis van inhoudelijke criteria, vaak gebruikt om variatie in visies te identificeren en te structureren. |
| Narratieve analyse | Een onderzoeksmethode die zich richt op de verhalende structuren en de verhaallijn binnen interviews om de betekenis te begrijpen zoals deze wordt geconstrueerd door de verteller, inclusief hoe en wat er verteld wordt. |
| Hermeneutiek | De theorie en methodologie van tekstinterpretatie, gericht op het ontdekken van diepere betekenissen van teksten binnen hun specifieke context. |
| Ad-hoc interpretatie | Een interpretatiemethode die een combinatie is van eerdere technieken en flexibiliteit toelaat om betekenissen te duiden, vaak in interactie met de respondent en de context. |
| Key person methode | Een onderzoekstechniek waarbij "gunstig geplaatste derden" met specifieke deskundigheid worden bevraagd om inzicht te verkrijgen, tekorten aan te vullen of informatie te lokaliseren. |
| Delphi methode | Een gestructureerde communicatietechniek die gebruikmaakt van een groep experts die onafhankelijk hun visie verwoorden, met iteratieve feedbackrondes om consensus te bereiken voor voorspellingen of besluitvorming. |