Cover
Comença ara de franc 1.Inleiding.pptx
Summary
# Introductie tot sociaal werk
Introductie tot sociaal werk is een cruciaal onderwerp dat de fundamentele concepten, historische evolutie en de huidige globale definitie van sociaal werk uiteenzet.
## 1. Wat is sociaal werk?
Sociaal werk kan worden gezien als een praktijkgebaseerd beroep en een academische discipline. Het bevordert sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en de bevrijding van mensen. Centrale principes binnen het sociaal werk zijn sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit. Het sociaal werk is onderbouwd met theorieën uit het sociaal werk zelf, sociale en menswetenschappen, en inheemse en lokale kennisvormen. Het engageert zowel individuen als structuren om levensuitdagingen aan te pakken en welzijn te bevorderen.
### 1.1 Beelden van sociaal werk
De praktijk van sociaal werk is zeer divers, met professionals die actief zijn in uiteenlopende organisaties en met verschillende achtergronden. Sociaal werk is niet strikt af te lijnen en krijgt vorm in de concrete praktijk, vaak ook door burgerinitiatieven.
### 1.2 Feiten over het sociaal werk
* De term 'maatschappelijk assistent' is sinds 12 juni 1945 een beschermde beroepstitel.
* De eerste sociale school in Brussel werd opgericht in 1920.
* Vóór 1952 werd het diploma uitgereikt door het ministerie van Justitie; vanaf 1952 door het departement Onderwijs.
* De eerste maatschappelijk assistenten werden in 1912 ingezet door Justitie in het kader van de kinderbeschermingswet.
* Sociaal werk is historisch gezien sterk verbonden met en ontstaan door en voor vrouwen. In België bedroeg het percentage vrouwelijke sociaal werkers in 2023 79,8%.
* Sociaal werk is een internationaal wijdverspreid beroep en wordt in België sinds januari 2023 als een knelpuntenberoep beschouwd.
### 1.3 De globale definitie van sociaal werk (2014)
Het definiëren van sociaal werk is complex en uitdagend, aangezien het een praktijk is die nauw verbonden is met de voortdurend veranderende samenleving. Definities variëren door de tijd en geografisch, en sociaal werk wordt daarom ook gezien als een sociaal construct. De International Federation of Social Workers (IFSW) en de International Association of Schools of Social Work (IASSW) formuleren door de jaren heen definities. Sinds 2014 wordt gesproken van een globale definitie, hoewel deze ook niet aan alle vormen van sociaal werk wereldwijd recht doet.
De globale definitie, vertaald naar het Nederlands, luidt:
"Sociaal werk is een praktijkgebaseerd beroep én een academische discipline die sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert. Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteiten staan centraal in het sociaal werk. Onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en inheemse en lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen."
#### 1.3.1 Sociaal werk als praktijkgebaseerd beroep
Dit aspect benadrukt de verscheidenheid aan organisaties en burgerinitiatieven waarbinnen sociaal werk wordt beoefend. Sociaal werk is niet strikt afgebakend en manifesteert zich in de concrete praktijk.
#### 1.3.2 Sociaal werk als academische discipline
Als academische discipline is sociaal werk een handelingswetenschap. Dit betekent dat het zich bezighoudt met de wetenschappelijke studie van sociale interventies:
* **Tegen wie** wordt er geïntervenieerd?
* **Wanneer** wordt er geïntervenieerd?
* **Hoe** wordt er geïntervenieerd?
* **Op welke gronden** wordt er geïntervenieerd?
Het sociaal werk als handelingswetenschap bestudeert interventies op zowel individueel niveau (mensen) als op maatschappelijk niveau (structuren).
#### 1.3.3 Doelen van het sociaal werk
De globale definitie omvat vier hoofddoelen:
* **Sociale verandering en ontwikkeling:** In tegenstelling tot eerdere definities die zich meer op het individuele niveau richtten, legt de huidige definitie ook nadruk op het collectieve of structurele niveau. Sociaal werkers analyseren de sociale context en de onderlinge verbanden tussen micro-, meso- en macroniveau.
* **Sociale cohesie:** Sociaal werkers dragen bij aan het sociaal weefsel door mensen te verbinden met de samenleving.
* **Empowerment:** Dit is een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen controle krijgen over hun eigen situatie en omgeving. Dit gebeurt door controle te verwerven, kritisch bewustzijn aan te scherpen en participatie te stimuleren.
* **Bevrijding van mensen:** Dit houdt in dat mensen bevrijd worden uit onderdrukkende maatschappelijke structuren. Sociaal werkers moeten kritisch kunnen denken en reflecteren over mechanismen van ongelijkheid, discriminatie en onderdrukking.
#### 1.3.4 Principes van sociaal werk
De vier centrale principes die sociaal werk sturen zijn:
* **Sociale rechtvaardigheid:** Gaat over visies op eerlijke en rechtvaardige relaties tussen individu en samenleving.
* **Mensenrechten:** Gebaseerd op universele verklaringen die een menswaardig bestaan garanderen. In België vertaalt dit zich onder andere in wetgeving rond OCMW's en sociale grondrechten.
* **Collectieve verantwoordelijkheid:** Dit omvat de rol van de overheid bij het werken aan het welzijn van burgers, naast de inspanningen van het middenveld en de gemeenschap.
* **Respect voor diversiteit:** Dit omvat niet alleen etnisch-culturele diversiteit, maar ook diversiteit in geslacht en leeftijd.
Sociaal werk is geen neutrale of waardenvrije praktijk, maar een normatieve professionaliteit waarbij sociaal werkers voortdurend reflecteren op de vraag wat 'goed sociaal werk' inhoudt, met de genoemde principes als leidraad.
> **Tip:** Sociaal werk is een normatieve professionaliteit. Dit betekent dat de sociaal werker geacht wordt continu te reflecteren over de ethische aspecten van zijn of haar handelen, en zich af te vragen wat 'goed sociaal werk' is.
##### 1.3.4.1 Voorbeeld van normatieve professionaliteit: de aanpak van spijbelen
Bij het probleem spijbelen zijn sociaal werkers geen blinde uitvoerders van beleid. Ze stellen de probleemdefinitie ter discussie: wat is het probleem voor de jongere? Wat zijn de oorzaken? Is terug naar school gaan de enige of beste oplossing? Sociaal werkers kijken naar het welzijn van de jongere en overwegen alternatieve hulpverleningstrajecten. Ze houden ook rekening met de historische en maatschappelijke context van spijbelen.
#### 1.3.5 Kennisbehoefte in sociaal werk
Sociaal werk wordt onderbouwd door verschillende kennisbronnen:
* **Wetenschappelijke kennis:**
* Natuurwetenschappen (exacte wetenschappen)
* Menswetenschappen (humane wetenschappen), onderverdeeld in:
* Gedragswetenschappen (bv. psychologie, criminologie)
* Sociale wetenschappen (bv. sociologie, politicologie)
* Handelingswetenschappen (bv. sociaal werk, pedagogiek), gericht op ingrijpen en interveniëren in de werkelijkheid. Een handelingswetenschap is niet reduceerbaar tot het toepassen van beschrijvende wetenschappen.
* **Inheemse en lokale vormen van kennis:** Dit omvat praktijk- en ervaringskennis die naast de dominante Westerse theoretische kaders belangrijk is.
#### 1.3.6 Het 'sociale' in sociaal werk
Sociaal werkers bevinden zich op het kruispunt tussen het private (het leven van mensen) en het publieke (het niveau van de samenleving). Het 'sociale' duidt op het afstemmen van de noden en behoeften van het individu op die van de samenleving, en vice versa. Deze verbinding, deze tussenpositie tussen mensen en structuren, is kenmerkend voor sociaal werk als handelingswetenschap.
> **Voorbeeld:** Het probleem van werkloosheid. Enerzijds is er de behoefte van laaggeschoolden aan werk (individuele behoefte). Anderzijds heeft de samenleving nood aan hooggeschoolde arbeidskrachten in de kenniseconomie (maatschappelijke behoefte). Sociaal werk onderzoekt hoe deze wederzijdse behoeften op elkaar kunnen worden afgestemd, bijvoorbeeld door omscholing of het creëren van passende banen.
#### 1.3.7 Kritieken op de globale definitie
De globale definitie wordt bekritiseerd omdat deze soms te abstract is en geen specifieke rollen of taken van sociaal werkers benoemt, maar eerder idealen schetst.
## 2. Het DNA van sociaal werk in vijf krachtlijnen
Om de globale definitie concreter te maken en een gemeenschappelijk referentiekader te bieden, zijn op Vlaams niveau vijf krachtlijnen ontwikkeld die dienen als kompas voor sociaal werk:
### 2.1 Politiserend werken
Dit betekent dat sociaal werkers mensen bewust maken van onrechtvaardigheid en zich inzetten voor de toegang tot rechten. De focus ligt op het collectiviseren van maatschappelijke problemen en het aanpakken van structurele uitsluitingsmechanismen.
### 2.2 Nabijheid
Nabijheid impliceert aanwezigheid in de leefwereld van personen in kwetsbare situheden. Het gaat om het opbouwen van relaties, laagdrempelig en vrijblijvend werken, en begeleiding die samen met de cliënt wordt bepaald.
> **Tip:** Nabijheid creëert een betere verbinding tussen de sociaal werker en de cliënt en is essentieel voor het realiseren van grondrechten.
### 2.3 Proceslogica van sociaal werk
Sociaal werkers moeten omgaan met onzekerheid en zich flexibel opstellen in veranderingsprocessen. Ze stemmen hun handelen af op verwachte en onverwachte gebeurtenissen en anticiperen op de concrete situatie. Er wordt gewerkt met ervaringskennis en de zelfregie van betrokkenen (inspraak en participatie).
> **Voorbeeld:** Een procesgerichte aanpak bij een cliënt met schulden houdt in dat de sociaal werker samen met de cliënt de stappen bepaalt, anticipeert op onverwachte tegenslagen zoals een onverwachte uitgave, en de cliënt zoveel mogelijk autonomie geeft in het proces. Er is geen vooraf vastgelegd einddoel, maar een gezamenlijk traject.
### 2.4 Generalistisch sociaal werk
Generalistisch werken betekent dat sociaal werkers een brede expertise hebben, oog hebben voor verschillende aspecten van het mens-zijn, en kennis hebben van de sociale kaart om gericht door te verwijzen. Ze hanteren een integraal perspectief over levensdomeinen heen en kunnen omgaan met diverse problemen dankzij een breed spectrum aan kennis en vaardigheden. Ze maken de verbinding tussen mens en maatschappij en zien de complexe samenhang van problemen.
### 2.5 Verbindend werken
Sociaal werk werkt verbindend op verschillende niveaus:
* Tussen mensen die zich wel of net niet in een kwetsbare situatie bevinden.
* Tussen diensten, dienstverleners en beleidsmakers.
* Binnen de leefwereld van mensen en tussen de leefwereld en de maatschappij.
* Op individueel niveau door het versterken van individuen en groepen.
* Op collectief niveau door verbinding in buurten en lokale gemeenschappen te stimuleren, en het zoeken naar gemeenschappelijkheid en samenhorigheid.
Deze vijf krachtlijnen vormen een samenhangend geheel en bieden een inspirerend kader voor het sociaal werk van vandaag en morgen.
---
# De globale definitie van sociaal werk
Dit gedeelte bespreekt de internationale, globale definitie van sociaal werk uit 2014, de kerncomponenten ervan en de principes die het sturen, met aandacht voor de evolutie en kritieken op dergelijke definities.
### 1.1 Historisch perspectief op definities van sociaal werk
Het definiëren van sociaal werk is een complexe en voortdurende uitdaging, aangezien het beroep onlosmakelijk verbonden is met de samenleving waarin het functioneert, een samenleving die constant in verandering is. Definities van sociaal werk zijn daarom niet statisch, maar evolueren mee met de maatschappelijke context en de manier waarop sociale problemen worden gezien en aangepakt. Sociaal werk kan worden beschouwd als een sociaal construct, gevormd door de heersende opvattingen in een bepaalde tijd en plaats.
Internationale organisaties zoals de International Federation of Social Workers (IFSW) en de International Association of Schools of Social Work (IASSW) hebben door de jaren heen pogingen ondernomen om het sociaal werk te definiëren. Eerdere definities dateren uit 1957, 1982 en 2001. Door de voortdurende maatschappelijke veranderingen hebben deze definities echter een beperkte houdbaarheid en zijn ze vaak onderhevig aan kritiek. Sinds 2014 hanteren de IFSW en IASSW de term "globale definitie van sociaal werk", hoewel ook deze definitie niet alle vormen van sociaal werk wereldwijd volledig dekt.
In Vlaanderen is er geen directe aansluiting bij de IFSW via een Vlaamse beroepsvereniging. Echter, de Vlaamse Opleidingen Sociaal Werk (VOSW), een overlegorgaan van sociaalwerkopleidingen, heeft in 2015 een Nederlandstalige versie van de globale definitie verspreid.
### 1.2 De globale definitie van sociaal werk (2014)
De globale definitie van sociaal werk uit 2014 luidt als volgt:
"Social work is a practice-based profession and an academic discipline that promotes social change and development, social cohesion, and the empowerment and liberation of people. Principles of social justice, human rights, collective responsibility and respect for diversities are central to social work. Underpinned by theories of social work, social sciences, humanities and indigenous knowledge, social work engages people and structures to address life challenges and enhance wellbeing."
In het Nederlands vertaald:
"Sociaal werk is een praktijkgebaseerd beroep én een academische discipline die sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert. Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteiten staan centraal in het sociaal werk. Onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en inheemse en lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen."
#### 1.2.1 Sociaal werk als praktijkgebaseerd beroep
Sociaal werk kenmerkt zich door een grote diversiteit aan werkplekken en organisaties. Sociaal werkers opereren binnen uiteenlopende sectoren, samen met professionals met diverse achtergronden en diploma's, en participeren in burgerinitiatieven. Dit betekent dat sociaal werk breed geïnterpreteerd moet worden; het is niet uitsluitend voorbehouden aan professionals met een specifiek diploma. De invulling van sociaal werk vindt plaats in de concrete praktijk en laat zich niet strikt aflijnen.
#### 1.2.2 Sociaal werk als academische discipline
Als academische discipline is sociaal werk een wetenschap. Binnen de opleiding sociaal werk worden inzichten uit diverse andere academische disciplines geïntegreerd, zoals sociologie, filosofie, recht en economie. Sociaal werk wordt gecategoriseerd als een handelingswetenschap, wat betekent dat de focus ligt op het ontwikkelen van theorieën over interventies en het bestuderen van deze interventies.
Centraal in het wetenschappelijk onderzoek binnen sociaal werk staan vragen zoals:
* Tegenover wie wordt geïntervenieerd?
* Wanneer wordt er geïntervenieerd?
* Hoe wordt er geïntervenieerd?
* Op welke gronden wordt er geïntervenieerd?
De handelingswetenschap van sociaal werk onderzoekt interventies zowel op individueel niveau (mensen) als op maatschappelijk of structureel niveau.
#### 1.2.3 De vier doelen van sociaal werk
De globale definitie van 2014 identificeert vier kerndoelen van sociaal werk:
1. **Sociale verandering en ontwikkeling:** In tegenstelling tot eerdere definities die zich meer op het individuele niveau richtten, benadrukt de huidige definitie het belang van het aanpakken van structurele oorzaken van sociale problemen. Sociaal werkers engageren zich om de sociale context en de verbondenheid tussen verschillende niveaus (micro, meso, macro) te beïnvloeden.
2. **Sociale cohesie:** Dit verwijst naar de bijdrage van sociaal werkers aan het sociale weefsel van de samenleving. Ze trachten individuen te verbinden met de samenleving en bevorderen onderlinge verbondenheid.
3. **Empowerment:** Empowerment wordt gedefinieerd als een versterkingsproces waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen meer controle krijgen over hun eigen situatie en omgeving door het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie.
4. **Bevrijding van mensen:** Dit doel impliceert het bevrijden van mensen uit onderdrukkende structuren in de samenleving. Sociaal werkers moeten kritisch kunnen denken en reflecteren over mechanismen van ongelijkheid, discriminatie en onderdrukking.
#### 1.2.4 Principes die sociaal werk sturen
Om de bovengenoemde doelen na te streven, wordt sociaal werk geleid door een aantal centrale ethische principes:
* **Sociale rechtvaardigheid:** Dit principe houdt in dat sociaal werkers visies ontwikkelen op eerlijke en rechtvaardige relaties tussen individuen en de samenleving.
* **Mensenrechten:** De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) vormt de basis, met het garanderen van een menswaardig bestaan voor iedereen. In België vertaalt zich dit onder meer in de Wet op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW's) en de opname van sociale grondrechten in de grondwet.
* **Collectieve verantwoordelijkheid:** Dit principe benadrukt de rol van de overheid bij het bevorderen van het welzijn van burgers, naast de inspanningen van het maatschappelijk middenveld en individuele burgers.
* **Respect voor diversiteiten:** Diversiteit wordt breed geïnterpreteerd en omvat niet alleen etnisch-culturele verschillendheden, maar ook geslacht en leeftijd.
Deze principes maken sociaal werk tot een normatieve professionaliteit. Elke sociaal werker wordt geacht voortdurend te reflecteren over de vraag "wat is goed sociaal werk?" en de "goede dingen" te doen, met deze ethische kaders als uitgangspunt.
> **Tip:** De actieve rol van de sociaal werker als niet-neutrale actor is cruciaal. Dit betekent het bevragen van probleemdefinities en het inzetten op de specifieke noden en welzijn van de cliënt, rekening houdend met de maatschappelijke context.
#### 1.2.5 De kennisbasis van sociaal werk
Sociaal werk is onderbouwd door verschillende soorten kennis:
* **Wetenschappelijke kennis:** Dit omvat inzichten uit sociale wetenschappen (sociologie, politicologie), menswetenschappen (psychologie, criminologie) en natuurwetenschappen, indien relevant. Als handelingswetenschap focust sociaal werk zich op het ingrijpen in en vormgeven van de werkelijkheid.
* **Inheemse en lokale vormen van kennis:** In Vlaanderen vertaalt dit zich onder meer in praktijkkennis en ervaringskennis. Deze vormen van kennis, naast de dominante Westerse theoretische kaders, zijn essentieel voor eenomvattend begrip van sociaal werk.
#### 1.2.6 De positie van sociaal werk: het 'sociale'
Sociaal werkers bevinden zich op het kruispunt tussen het private leven van individuen en de publieke sfeer van de samenleving. Ze functioneren in een tussenpositie tussen mensen en structuren, en trachten de noden en behoeften van individuen af te stemmen op die van de samenleving. Dit "sociale" aspect, de verbinding tussen het individu en de maatschappij, is kenmerkend voor sociaal werk als handelingswetenschap.
> **Example:** Het afstemmen van individuele en maatschappelijke behoeften wordt geïllustreerd aan de hand van het probleem van werkloosheid. Hierbij worden de vraag naar laaggeschoolde jobs door individuen (individuele behoefte) afgezet tegen de vraag naar hooggeschoolde jobs door de kenniseconomie (maatschappelijke behoefte). Sociaal werkers trachten hierin een brug te slaan, bijvoorbeeld door het creëren van laaggeschoolde jobs of het aanbieden van omscholing.
### 1.3 Kritieken op de globale definitie van sociaal werk
Ondanks de pogingen tot een globale definitie, blijven er kritieken bestaan:
* **Abstractie:** De definitie wordt als te abstract ervaren, met een focus op idealen in plaats van specifieke rollen en taken van sociaal werkers.
* **Veranderlijkheid:** De vraag naar het nut van een definitie die voortdurend verandert, wordt gesteld.
Om de globale definitie minder abstract te maken en meer concreet te maken voor de Vlaamse context, is er een eigen "DNA van het sociaal werk" ontwikkeld, gebaseerd op vijf krachtlijnen.
### 1.4 Het DNA van sociaal werk in vijf krachtlijnen (Vlaanderen)
Deze vijf krachtlijnen fungeren als een kompas en gemeenschappelijk referentiekader voor sociaal werk in Vlaanderen:
1. **Politiserend werken:** Sociaal werk wordt gezien als een democratische praktijk die gericht is op het waarborgen van rechten en het aanpakken van onrechtvaardigheden. Het omvat het collectiviseren van maatschappelijke problemen en het wijzen op structurele uitsluitingsmechanismen.
2. **Nabijheid:** Dit houdt in dat sociaal werkers aanwezig zijn in de leefwereld van personen in kwetsbare situaties. Het opbouwen van relaties, laagdrempelig en onvoorwaardelijk werken, en samen met de cliënt begeleiding bepalen, staan centraal.
3. **Proceslogica van sociaal werk:** Sociaal werkers werken met onzekerheid en zijn bereid zich te engageren in veranderingsprocessen, waarbij ze handelen afstemmen op verwachte en onverwachte gebeurtenissen. Er is ruimte voor ervaringskennis en zelfregie van betrokkenen.
4. **Generalistisch sociaal werk:** Sociaal werkers beschikken over een brede expertise die verschillende levensdomeinen overschrijdt. Ze hebben oog voor de complexe samenhang van problemen en kunnen gericht doorverwijzen, met kennis van de sociale kaart.
5. **Verbindend werken:** Sociaal werk creëert voortdurend verbindingen tussen mensen, tussen diensten, tussen beleidsmakers en sociaal werkers, en tussen kwetsbare groepen en de bredere maatschappij. Dit gebeurt zowel op individueel niveau (versterken van individuen en groepen) als op collectief niveau (verbinding in buurten, stimuleren van samenhorigheid).
Deze vijf krachtlijnen vormen een integraal geheel en zijn inspirerende bakens voor sociaal werk, vandaag en in de toekomst.
---
# Het DNA van sociaal werk: 5 krachtlijnen
Dit hoofdstuk focust op de vijf kernkrachtlijnen die het Vlaamse sociaal werk definiëren en sturen, zoals politiserend werken, nabijheid, proceslogica, generalistisch werken en verbindend werken. Deze krachtlijnen vormen samen een kompas voor de hedendaagse en toekomstige praktijk van sociaal werk.
### 2.1 Politiserend werken: sociaal werk als democratische praktijk
Politiserend werken benadrukt de rol van sociaal werk als een democratische praktijk die gericht is op het aanpakken van onrechtvaardigheid. Dit houdt in:
* **Het waarborgen van de toegang tot rechten:** Zorgen dat individuen daadwerkelijk gebruik kunnen maken van hun sociale rechten. Hierbij wordt erkend dat de oorzaken van problematische situaties vaak op maatschappelijk niveau liggen en niet primair bij het individu.
* **Het collectiviseren van maatschappelijke problemen:** Aandacht besteden aan de structurele oorzaken van sociale problemen en beleidsmakers attenderen op de noodzaak om structurele uitsluitingsmechanismen te bestrijden.
### 2.2 Nabijheid
Nabijheid in sociaal werk behelst het realiseren van grondrechten door middel van basiswerk, het opbouwen van relaties, en het creëren van een omgeving waarin onvoorwaardelijke ontmoetingen mogelijk zijn. Kenmerken zijn:
* **Aanwezigheid in de leefwereld:** Actief aanwezig zijn waar de cliënt zich bevindt, in hun directe leefomgeving.
* **Gezamenlijke bepaling van begeleiding:** De begeleiding wordt samen met de cliënt vormgegeven, met een focus op relatieopbouw en laagdrempeligheid.
* **Tijd en ruimte:** Het verkrijgen en nemen van de nodige tijd voor interacties, wat kan variëren van samen activiteiten ondernemen tot wachten bij een arts. Dit bevordert een betere verbinding tussen de sociaal werker en de cliënt.
### 2.3 Proceslogica van sociaal werk
Proceslogica erkent de inherente onzekerheid in sociaal werk en vereist een voortdurende bereidheid tot engagement.
* **Omgaan met onzekerheid:** Sociaal werkers moeten kunnen werken met onverwachte gebeurtenissen en situaties en hierin een engagement aangaan.
* **Gelijkwaardige samenwerking:** Onderweg zijn met de cliënt op een gelijkwaardige basis, zonder te vervallen in radeloosheid door het ontbreken van een vooraf bepaald einddoel. Het mede laten bepalen door de cliënt betekent dat het proces niet volledig controleerbaar is, maar dit juist de pedagogische waarde ervan garandeert.
* **Afstemming op de concrete situatie:** Sociaal werkers stemmen hun handelen continu af op verwachte en onverwachte gebeurtenissen binnen het veranderingsproces.
* **Integratie van ervaringskennis en zelfregie:** Er wordt gebruik gemaakt van ervaringskennis en de zelfregie van betrokkenen wordt gestimuleerd door inspraak en participatie.
### 2.4 Generalistisch sociaal werk
Generalistisch sociaal werk kenmerkt zich door een brede expertise en een integraal perspectief op het mens-zijn.
* **Brede expertise:** Sociaal werkers hebben oog voor diverse aspecten van het mens-zijn en beschikken over kennis van de sociale kaart om gericht door te verwijzen.
* **Integraal perspectief:** Problemen worden niet op geïsoleerde levensdomeinen bekeken, maar er wordt over levensdomeinen heen gekeken.
* **Brede competenties:** Sociaal werkers kunnen omgaan met veel verschillende soorten problemen en beschikken over een breed spectrum aan kennis en vaardigheden.
* **Verbinding tussen mens en maatschappij:** Er wordt oog gehouden voor de complexe samenhang van problemen die mensen ervaren en de verbinding tussen de individuele mens en de maatschappij wordt gelegd.
### 2.5 Verbindend werken
Verbindend werken is een essentieel aspect van sociaal werk dat diverse verbindingen tot stand brengt.
* **Verbindingen leggen:** Sociaal werk creëert voortdurend verbindingen tussen mensen die zich wel of niet in een kwetsbare situatie bevinden, tussen verschillende diensten, tussen dienstverleners, en tussen beleidsmakers en sociaal werkers of maatschappelijk kwetsbaren.
* **Binnen de leefwereld en daarbuiten:** Het verbindt binnen de leefwereld van mensen en tussen de leefwereld en de bredere maatschappij.
* **Individueel en collectief niveau:** Op individueel niveau worden individuen en groepen versterkt. Op collectief niveau wordt verbinding bevorderd in buurten en op lokaal niveau, bijvoorbeeld door het stimuleren van samenhorigheid en het zoeken naar gemeenschappelijkheid.
Deze vijf krachtlijnen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vormen samen een integraal geheel dat de essentie van sociaal werk in Vlaanderen belicht.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Sociaal werk | Een praktijkgebaseerd beroep en academische discipline die sociale verandering, ontwikkeling, cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert, met principes als sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit als centrale pijlers. |
| Praktijkgebaseerd beroep | Een beroep dat zich kenmerkt door de directe toepassing van kennis en vaardigheden in concrete situaties en waar de praktijk zelf een belangrijke bron van kennis is. |
| Academische discipline | Een vakgebied dat wordt bestudeerd en onderwezen aan een instelling voor hoger onderwijs, gekenmerkt door zijn eigen theorieën, onderzoeksmethoden en kennisbasis. |
| Sociale verandering | Het proces van transformatie binnen de samenleving, dat kan variëren van kleine aanpassingen tot ingrijpende herstructureringen van sociale normen, waarden en instituties. |
| Sociale cohesie | De mate waarin leden van een samenleving met elkaar verbonden zijn, de gemeenschappelijke waarden en normen delen en zich verbonden voelen met de samenleving als geheel. |
| Empowerment | Een proces waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen meer controle krijgen over hun eigen leven en omgeving, door middel van het ontwikkelen van kritisch bewustzijn, vaardigheden en participatie. |
| Bevrijding van mensen | Het proces waarbij mensen zich ontdoen van onderdrukkende structuren en omstandigheden, waardoor ze meer autonomie en zelfbeschikking kunnen realiseren. |
| Sociale rechtvaardigheid | Een principe dat streeft naar eerlijke verdeling van middelen, kansen en macht binnen de samenleving, en het aanpakken van structurele ongelijkheden en discriminatie. |
| Mensenrechten | Universele rechten die aan alle mensen toekomen, ongeacht hun nationaliteit, etniciteit, geslacht, religie of andere kenmerken, en die een menswaardig bestaan garanderen. |
| Collectieve verantwoordelijkheid | Het principe dat burgers en de overheid samen verantwoordelijk zijn voor het welzijn van de samenleving en haar leden, en dat inspanningen vereist worden om sociale problemen aan te pakken. |
| Respect voor diversiteiten | Het erkennen, waarderen en omarmen van de verschillen tussen mensen, inclusief culturele, etnische, religieuze, seksuele en leeftijdsgerelateerde diversiteit, en dit in acht nemen in professionele interacties en beleid. |
| Handelingswetenschap | Een wetenschappelijke discipline die zich richt op het bestuderen en ontwikkelen van interventies en praktische handelingen, waarbij zowel theoretische inzichten als praktijkervaring centraal staan. |
| Praktijkkennis | Kennis die is opgedaan door directe ervaring en deelname aan de praktijk, en die vaak impliciet is en moeilijk te formaliseren. |
| Ervaringskennis | Een vorm van kennis die voortkomt uit persoonlijke belevingen en ervaringen, en die waardevol kan zijn voor het begrip van sociale fenomenen en het ontwikkelen van interventies. |
| Politiserend werken | Een benadering in sociaal werk die gericht is op het bewustmaken van cliënten en de samenleving van onrechtvaardigheid en structurele oorzaken van problemen, en hen aanmoedigt tot collectieve actie voor verandering. |
| Nabijheid | Een kernprincipe in sociaal werk dat inhoudt dat hulpverleners aanwezig zijn in de leefwereld van cliënten, relaties opbouwen en laagdrempelige, onvoorwaardelijke ondersteuning bieden. |
| Proceslogica | De manier waarop sociaal werkers hun handelen afstemmen op de dynamiek van verandering en onzekerheid, door voortdurend te anticiperen op de concrete situatie en samen met de cliënt op weg te gaan. |
| Generalistisch werken | Een benadering in sociaal werk waarbij de professional een brede expertise heeft en oog heeft voor verschillende levensdomeinen en de onderlinge samenhang van problemen, en gericht kan doorverwijzen. |
| Verbindend werken | De rol van sociaal werkers bij het leggen van verbindingen tussen individuen, groepen, diensten, beleidsmakers en de samenleving, om zo sociale cohesie en participatie te bevorderen. |