Cover
Comença ara de franc Les Beperking - Diversiteit 2025 studentenversie (1).pptx
Summary
# Definitie en de VN-verdrag voor personen met een beperking
Dit document behandelt de definities van beperking en handicap, de betekenis van het VN-verdrag voor personen met een beperking en de principes van redelijke aanpassingen, met een nadruk op de verschuiving van een medisch naar een sociaal model.
## 1. Definitie en het VN-verdrag voor personen met een beperking
### 1.1 Begripsbepaling: Beperking en handicap
#### 1.1.1 Definitie van een handicap
De definitie van handicap, zoals gehanteerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), stelt:
> “Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren.”
Deze definitie omvat verschillende niveaus:
* **(Functie)stoornis**: Een aantasting op mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuiglijk niveau.
* **(Activiteiten)beperking**: Een vermindering van de mogelijkheid om activiteiten uit te voeren.
* **Handicap**: Een belemmering in het sociaal-maatschappelijk functioneren die voortkomt uit het samenspel van stoornissen, beperkingen en omgevingsfactoren.
* **Validisme**: Dit is de discriminatie, marginalisatie en stigmatisering van personen op basis van handicap, waarbij men wordt gedefinieerd door zijn beperking en als inferieur wordt beschouwd.
#### 1.1.2 Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, aangenomen op 13 december 2006 en in België geratificeerd op 1 augustus 2009, introduceert twee belangrijke principes:
* **Wisselwerking tussen persoon en maatschappij**: Het verdrag definieert een handicap als het resultaat van een wisselwerking tussen een persoon met een beperking en de obstakels waarmee een niet-inclusieve samenleving hem of haar confronteert.
* **Mentaliteitsverandering en rechten**: Het verdrag stelt dat een persoon met een handicap niet langer iemand zonder stem of mening is, maar een persoon met rechten, net als alle andere burgers. Dit betekent dat zij moeten kunnen genieten van alle mensenrechten, inclusief het recht op participatie.
#### 1.1.3 Redelijke aanpassingen
Het VN-verdrag erkent dat personen met een handicap soms door bepaalde hindernissen hun mensenrechten niet op gelijke voet met anderen kunnen uitoefenen. In zulke gevallen hebben zij recht op redelijke aanpassingen om die hindernissen weg te nemen.
**Wat is redelijk?**
De redelijkheid van een aanpassing wordt bepaald door factoren zoals:
* Kostprijs
* Organisatorische impact
* Gebruiksfrequentie
* Ontbreken van alternatieven
**Doel van redelijke aanpassingen:**
Redelijke aanpassingen dienen om:
* Tegemoet te komen aan de behoeften van de persoon met een handicap.
* De persoon toe te laten evenwaardig met andere personen te werken, leren, sporten, leven, etc.
* De activiteiten of verplaatsingen zo zelfstandig mogelijk te laten verlopen.
* De veiligheid en waardigheid van de persoon te garanderen en te respecteren.
Deze aanpassingen kunnen relevant zijn in diverse contexten, zoals werk, school, thuis, vervoer, openbare gebouwen en horeca.
#### 1.1.4 Toezichthouder VN-verdrag: Unia
Unia (opgericht in 2011) fungeert als toezichthouder op het VN-verdrag in België. De taken van Unia omvatten:
* **Bevorderen**: Informeren en bewustmaken van personen met een handicap en betrokken organisaties over het Verdrag, de opzet en de gegarandeerde rechten.
* **Beschermen**: Toezien op de naleving van de rechten van personen met een handicap, onafhankelijk juridisch advies verstrekken en begeleiding bieden aan mensen wier rechten geschonden zijn.
* **Opvolgen**: Nagaan of wetgeving, beleid en praktijken stroken met het Verdrag.
### 1.2 Paradigmaverschuiving in de zorg en het welzijn
#### 1.2.1 Verschil tussen medisch en sociaal model
* **Medisch model**: Ziet beperking als een individueel probleem dat binnen de persoon ligt en dat medische interventie vereist om te 'genezen' of te 'verbeteren'. De focus ligt op de stoornis en de gevolgen daarvan.
* **Sociaal model**: Ziet beperking als een sociaal construct, waarbij de maatschappij (met haar structuren, attitudes en barrières) de beperking creëert. De focus ligt op het wegnemen van deze maatschappelijke barrières om participatie mogelijk te maken.
Het VN-verdrag is een manifestatie van de verschuiving naar het sociale model.
#### 1.2.2 Centraal concept: Empowerment
Empowerment is het proces waarbij individuen en groepen meer controle krijgen over hun eigen leven en de omstandigheden die dit beïnvloeden.
* **Doel**: Ieder mens krijgt een volwaardige plek in de samenleving en is in staat die plek op te nemen.
* **Houding hulpverlening**: Bevrijden van bevoogding en betutteling, ondersteuning bieden om voor zichzelf op te komen, controle over het eigen leven te nemen, en eigen keuzes en beslissingen te maken.
* **Focus**: Welzijn, krachten en omgevingsinvloeden, in plaats van problemen of risicofactoren.
#### 1.2.3 Centraal concept: Inclusie
Inclusie gaat ervan uit dat iedereen rechtmatig deel uitmaakt van de samenleving. Mensen hoeven niet geïntegreerd te worden; zij zijn volwaardige burgers.
* **Vertrekpunt**: Mensenrechten.
* **Doel**: Iedereen kan volwaardig participeren aan de samenleving en een waardevolle bijdrage leveren.
* **Vertaling**: Deze paradigmaverschuiving vertaalt zich in een inclusief welzijnsbeleid.
#### 1.2.4 Vermaatschappelijking van de zorg
Dit principe houdt in dat zorg niet aan de rand van de maatschappij plaatsvindt, maar er middenin.
* **Inbedding**: Zorg wordt ingebed in de eigen omgeving van de zorgvrager.
* **Centrale positie**: De zorgvrager staat centraal.
* **Netwerk**: Meer zorgtaken worden opgenomen door het netwerk van de zorgbehoevende.
* **Principe**: "Gewoon als het kan, gespecialiseerd als het moet."
### 1.3 Diversiteit van beperkingen en contexten voor psychologisch consulenten
#### 1.3.1 Diverse vormen van beperkingen
Er bestaat een breed spectrum aan beperkingen, waaronder:
* Verstandelijke/mentale beperkingen
* Zintuiglijke/sensoriële beperkingen
* Lichamelijke/fysieke beperkingen
* Psychische beperkingen
Het is belangrijk om hokjesdenken te vermijden. Wereldwijd heeft ongeveer 15% van de bevolking een vorm van beperking.
#### 1.3.2 Beperkingen in het werkveld van de psychologisch consulent
Psychologisch consulenten (PC's) kunnen met personen met een beperking in verschillende sectoren in aanraking komen:
* **Arbeids- en organisatiepsychologie**:
* **Gespecialiseerd Team Bemiddeling (GTB)**: Ondersteunt werknemers met een beperking of gezondheidsprobleem bij het vinden en behouden van geschikt werk, en werkgevers bij aanwerving en re-integratie.
* **Maatwerkbedrijven (beschutte en sociale werkplaatsen)**: Bieden werk aan personen die niet op de reguliere arbeidsmarkt terecht kunnen.
* **Definities**:
* *Mensen met een arbeidshandicap*: Mensen met een mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke handicap.
* *Mensen met een psychosociale problematiek*: Een samenspel van problemen (persoonlijk, scholing, gezondheid).
* *Uiterst kwetsbare personen*: Mensen die 2 jaar of langer werkloos zijn door persoonlijke problemen.
* **Redelijke aanpassingen op het werk**: Worden bevorderd via initiatieven zoals Inclusieophetwerk.be.
* **Klinische psychologie**:
* Personen met een verstandelijke beperking (VB) hebben een verhoogd risico op comorbiditeit, zoals een dubbele diagnose (30-55% van volwassenen met VB) en psychopathologie (2 tot 5 keer meer risico).
* Er is een verhoogde kans op contact met justitie (7-10% van volwassenen met VB komt in aanraking met politie) en opname in gevangenissen (20% van geïnterneerden in Vlaamse gevangenissen heeft VB).
* Ongeveer 25% van de dak- en thuislozen zou een lichte verstandelijke beperking hebben.
* **School- en pedagogische psychologie**:
* **Buitengewoon onderwijs**: Cijfers voor het schooljaar 2023-2024 tonen het aantal leerlingen in buitengewoon kleuter-, lager en secundair onderwijs.
* **Opvoedingsondersteuning**: 30 tot 45% van de kinderen van ouders met een lichte VB wordt uit huis geplaatst.
* **Jongeren met een lichte VB**: Hebben een verhoogde kans op contact met justitie.
### 1.4 Theoretische kaders voor diversiteitssensitief handelen
#### 1.4.1 Capability approach (Amartya Sen en Martha Nussbaum)
Deze levensfilosofie focust op de levenskwaliteit en de positie van individuen, vooral die van traditioneel buitengesloten of gemarginaliseerde groepen, in plaats van op economische groei.
* **Kernpijlers**: Rechtvaardigheid, menselijke waardigheid, levenskwaliteit.
* **Gelijke kansen**: Een rechtvaardige samenleving verleent de nodige steun aan mensen met een mentale of fysieke beperking en beknot hun ontwikkeling niet.
* **Kernideeën**:
1. Iedereen heeft mogelijkheden en talenten die ontwikkeld moeten kunnen worden.
2. Anderen zijn onmisbare hulpmiddelen in deze ontwikkeling.
3. De samenleving moet de nodige voorwaarden scheppen voor deze ontwikkeling.
**Belangrijke concepten binnen de Capability Approach:**
* **Capabilities**: De werkelijke mogelijkheden die een persoon heeft om te zijn en te doen wat hij of zij waardeert.
* **Functionings**: De dingen die een persoon daadwerkelijk is of doet.
* **Conversiefactoren**: Persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren die de omzetting van middelen naar capabilities beïnvloeden.
* **Resources (hulpbronnen)**: De middelen die beschikbaar zijn.
**Keuzevrijheid**: De mate waarin men in staat is te kiezen voor een leven dat voor hem of haar waardevol is. Dit omvat inspraak bij besluitvorming, inzicht in de eigen levenssituatie, creativiteit en het vermogen de belangen van anderen te onderscheiden. Keuzevrijheid wordt beschouwd als de basis van menselijk welzijn.
#### 1.4.2 Presentietheorie (B. Baart)
Deze theorie stelt de relatie centraal in de zorgverlening, met een focus op wat goede zorg en een goede zorgverlener inhouden.
* **Centrale vraag**: Wat is goede zorg? Wat doet een goede zorgverlener? Welke attitude heeft een goede zorgverlener?
* **Doelgroep**: Voornamelijk 'zorgmijders' met meervoudige problemen en moeilijkheden bij begrip of communicatie.
* **Start vanuit relatie**: De relatie met de cliënt wordt het sturende en organiserende principe.
**Werkzame elementen van presentie:**
* **Zonder agenda**: Beschikbaarheid en focus op het leven van de cliënt, waarbij de cliënt bepaalt wat aan de orde komt.
* **Openstaan voor de ander**: Ontvankelijkheid, de ander is de richting van de aandacht, vooroordelen worden aan de kant gezet.
* **Aandachtige betrekking**: Aangaan van een relatie over het leven van alledag om de leefwereld van de ander te leren kennen.
* **Aansluiten**: Het verhaal van de cliënt wordt erkend zoals die het beleeft.
* **Perspectiefwisseling**: De wereld waarnemen vanuit het perspectief van de cliënt, en de betekenis die de werkelijkheid voor hen heeft.
* **Zich aanbieden**: De hulpverlener biedt zijn mogelijkheden aan de cliënt aan.
* **Geduld en tijd**: Ongehaast aansluiten bij wat de cliënt nodig heeft.
* **Trouw**: Betrouwbaar en trouw zijn; er zijn, ook als zaken niet oplosbaar zijn.
**De presentiebeoefenaar bezit de volgende vaardigheden en houdingen:**
* **Vaardigheden**: Luisteren, aansluiten, perspectiefwisseling, reflecteren.
* **Houding**: Zonder oordelen, bereikbaar en betrouwbaar, er zijn.
> **Tip:** De presentietheorie benadrukt het belang van authentiek contact, geduld en het bieden van een veilige ruimte, wat essentieel is in de omgang met kwetsbare personen en personen met een beperking.
> **Voorbeeld:** Een psychologisch consulent die werkt met een cliënt met een ernstige psychische aandoening zou de presentietheorie kunnen toepassen door vooral te 'zijn' bij de cliënt, zonder een dwingend behandelplan te volgen, maar open te staan voor de belevingswereld van de cliënt en daar voorzichtig bij aan te sluiten. Dit creëert een basis van vertrouwen die latere hulpverlening kan faciliteren.
---
# Paradigmaverschuiving in de zorg en de maatschappij
Deze sectie behandelt de verschuiving naar een meer inclusieve en empowering benadering in de zorg, waarbij de focus ligt op zelfredzaamheid en integratie in de directe leefomgeving.
## 2.1 Kernconcepten van de paradigmaverschuiving
### 2.1.1 Empowerment
Empowerment stelt dat ieder mens een volwaardige plaats in de samenleving inneemt en deze ook kan opnemen. De hulpverlening richt zich erop mensen te bevrijden van betutteling en hen te ondersteunen in het opkomen voor zichzelf en het nemen van controle over hun eigen leven en beslissingen. De focus ligt op welzijn, krachten en omgevingsinvloeden, in plaats van op problemen of risicofactoren.
> **Tip:** Empowerment daagt de traditionele hiërarchie tussen hulpverlener en cliënt uit, door de autonomie en eigen regie van de cliënt centraal te stellen.
### 2.1.2 Inclusie
Inclusie is gebaseerd op het principe van mensenrechten: iedereen behoort rechtmatig tot de samenleving. Mensen hoeven niet geïntegreerd te worden; ze zijn intrinsiek volwaardige burgers die volwaardig kunnen participeren en bijdragen aan de maatschappij. Deze paradigmaverschuiving manifesteert zich in het welzijnsbeleid.
> **Tip:** Het verschil tussen integratie en inclusie is cruciaal: integratie impliceert dat de persoon zich moet aanpassen aan de bestaande structuren, terwijl inclusie de structuren zelf aanpast om iedereen te kunnen omvatten.
### 2.1.3 Vermaatschappelijking van de zorg
Dit principe houdt in dat zorg niet aan de rand van de maatschappij, maar middenin de samenleving plaatsvindt. Zorg wordt ingebed in de directe leefomgeving van de zorgvrager, die centraal staat. Meer zorgtaken worden opgenomen door het netwerk van de zorgbehoevende, volgens het principe "gewoon als het kan, gespecialiseerd als het moet".
## 2.2 Het concept 'beperking' en het VN-verdrag
### 2.2.1 Definitie van beperking/handicap
Een beperking wordt gedefinieerd als een langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon, voortkomend uit het samenspel tussen functiestoornissen (mentaal, psychisch, lichamelijk, zintuiglijk), beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten, en persoonlijke en externe factoren.
* **Functiestoornis:** Een stoornis op mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuiglijk niveau (bv. CVA met afasie).
* **Beperking:** Een vermindering van de mogelijkheid tot activiteiten of communicatie, waardoor men belemmerd wordt in het sociaal-maatschappelijk functioneren (bv. belemmerd in communicatie met anderen).
* **Handicap:** Het gevolg van het samenspel tussen de persoon en de omgeving, waarbij de persoon als 'anders' wordt bekeken in de maatschappij.
### 2.2.2 Validisme
Validisme is de discriminatie, marginalisatie en stigmatisering van personen op basis van handicap. Hierbij wordt een persoon gedefinieerd door zijn beperking en geclassificeerd als inferieur aan personen zonder beperking.
### 2.2.3 VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
Dit verdrag, aangenomen op 13 december 2006 en in werking getreden voor België op 1 augustus 2009, hanteert twee belangrijke principes:
1. **Handicap als sociaal construct:** Een handicap wordt gezien als het resultaat van een wisselwerking tussen een persoon met een beperking en de obstakels die een niet-inclusieve samenleving stelt.
2. **Mentaliteitsverandering:** Een persoon met een handicap wordt niet langer gezien als iemand zonder stem of mening, maar als een persoon met rechten, gelijk aan andere burgers, inclusief het recht op participatie.
#### 2.2.3.1 Redelijke aanpassingen
Wanneer een persoon met een handicap door bepaalde hindernissen zijn of haar mensenrechten niet op gelijke voet met anderen kan uitoefenen, heeft die persoon recht op redelijke aanpassingen om die hindernissen weg te nemen.
Wat als redelijk wordt beschouwd, hangt af van factoren zoals:
* Kostprijs
* Organisatorische impact
* Gebruiksfrequentie
* Ontbreken van alternatieven
Redelijke aanpassingen moeten tegemoetkomen aan de behoeften van de persoon met een handicap, hen toelaten om evenwaardig te werken, leren, sporten, leven, en activiteiten zo zelfstandig mogelijk te laten verlopen. Ze garanderen tevens veiligheid en respecteren de waardigheid van de persoon. Deze aanpassingen zijn relevant in diverse domeinen zoals werk, school, thuis, vervoer, openbare gebouwen en horeca.
#### 2.2.3.2 Toezichthouder VN-verdrag (Unia)
Unia (opgericht in 2011) bevordert, beschermt en volgt de rechten van personen met een handicap op:
* **Bevorderen:** Informeren en bewustmaken over het Verdrag, de opzet en de gegarandeerde rechten.
* **Beschermen:** Toezien op de naleving van de rechten, onafhankelijk juridisch advies verstrekken en begeleiding bieden bij schendingen.
* **Opvolgen:** Nagaan of wetgeving, beleid en praktijken stroken met het Verdrag.
## 2.3 Toepassingen in de praktijk voor psychologisch consulenten
### 2.3.1 Arbeids- en organisatiepsychologie
* **Gespecialiseerd Team Bemiddeling (GTB):** Ondersteunt werknemers met een beperking of gezondheidsprobleem bij het vinden en behouden van geschikt werk, en werkgevers bij aanwerving en re-integratie. Jaarlijks meer dan tienduizend dossiers.
* **Maatwerkbedrijven (beschutte en sociale werkplaatsen):** Bieden werk aan mensen die niet op de reguliere arbeidsmarkt terechtkunnen.
* **Definities:**
* *Mensen met een arbeidshandicap:* Mensen met een mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke handicap.
* *Mensen met een psychosociale problematiek:* Een samenstel van problemen in het persoonlijke leven, met beperkte scholing en gezondheidsproblemen.
* *Uiterst kwetsbare personen:* Mensen die twee jaar of langer werkloos zijn door persoonlijke problemen.
* **Redelijke aanpassingen op het werk:** Informatie beschikbaar via inclusieophetwerk.be.
### 2.3.2 Klinische psychologie
* 30-55% van volwassenen met een verstandelijke beperking (VB) heeft een dubbele diagnose.
* 2 tot 5 keer hoger risico op psychopathologie vergeleken met personen zonder beperking.
* 7-10% van volwassenen met VB komt in aanraking met justitie.
* 20% van de geïnterneerden in Vlaamse gevangenissen heeft een VB.
* 25% van de dak- en thuislozen zou een lichte VB hebben.
### 2.3.3 School- en pedagogische psychologie
* **Buitengewoon onderwijs Vlaanderen (2023-2024):** Cijfers tonen het aandeel leerlingen in het kleuter-, lager- en secundair onderwijs.
* **Opvoedingsondersteuning:** 30 tot 45% van de kinderen van ouders met een lichte VB wordt uit huis geplaatst.
* Jongeren met een lichte VB hebben een verhoogde kans op contact met justitie.
### 2.3.4 Generalistische Systeem Psychologie (GES) problematiek
Bij deze problematiek is het belangrijk om hokjesdenken te vermijden en te erkennen dat ongeveer 15% van de wereldbevolking een vorm van beperking heeft.
## 2.4 Theoretische benaderingen
### 2.4.1 Capability approach (Sen & Nussbaum)
Deze theorie met drie pijlers - rechtvaardigheid, menselijke waardigheid en levenskwaliteit - plaatst levenskwaliteit centraal in de maatschappij en politiek, in plaats van groei of economie. De focus ligt op de levenskwaliteit en positie van traditioneel buitengesloten groepen. Een rechtvaardige samenleving zal mensen met beperkingen ondersteunen in hun ontwikkeling, in plaats van hen te stigmatiseren.
#### 2.4.1.1 Kernideeën van Nussbaum
* Iedereen bezit mogelijkheden en talenten die ontwikkeld zouden moeten kunnen worden.
* Anderen zijn hierbij een onmisbaar hulpmiddel.
* De samenleving moet de nodige voorwaarden scheppen voor deze ontwikkeling.
#### 2.4.1.2 Capabilities, Functies en Conversiefactoren
* **Capabilities:** De feitelijke mogelijkheden die een persoon heeft om bepaalde functies te realiseren.
* **Functies:** Wat een persoon doet of is.
* **Conversiefactoren:** Factoren die de vertaling van capabilities naar functies beïnvloeden. Deze kunnen persoonlijk, sociaal of omgevingsgebonden zijn.
* **Resources (hulpbronnen):** Middelen die nodig zijn om capabilities te ontwikkelen.
Volgens Sen verhoogt keuzevrijheid, als basis van menselijk welzijn, de mogelijkheden om weloverwogen en in vrijheid keuzes te maken. Dit omvat inspraak bij besluitvorming, inzicht in de eigen levenssituatie, creativiteit, en het vermogen om belangen te onderscheiden. Professionals worden gestimuleerd om te reflecteren en standpunten in te nemen.
### 2.4.2 Presentietheorie (Baart)
Deze theorie stelt de centrale vraag wat goede zorg is en welke attitude een goede zorgverlener dient te hebben. De doelgroep omvat vooral "zorgmijders" met meervoudige problemen en moeilijkheden in begrip of communicatie.
#### 2.4.2.1 Werkzame elementen van presentie
* **Zonder agenda:** Beschikbaar zijn en zich richten op het leven van de betrokkene, waarbij de ander bepaalt wat aan de orde komt.
* **Openstaan voor de ander:** Ontvankelijk zijn, de ander als richting van de aandacht nemen en vooroordelen opzij zetten.
* **Aandachtige betrekking:** Een relatie aangaan over het leven van alledag en de leefwereld van de ander leren kennen.
* **Aansluiten:** Het verhaal van de ander accepteren zoals deze het beleeft.
* **Perspectiefwisseling:** De wereld waarnemen vanuit het perspectief van de ander en de betekenis die de werkelijkheid voor die persoon heeft.
* **Zich aanbieden:** De eigen mogelijkheden aanbieden aan de ander.
* **Geduld en tijd:** Ongehaast aansluiten bij wat de ander nodig heeft.
* **Trouw:** Betrouwbaar en trouw zijn, ook als zaken niet oplosbaar zijn, met de wetenschap dat men zal terugkomen.
#### 2.4.2.2 De presentiebeoefenaar
De presentiebeoefenaar hanteert vaardigheden zoals luisteren, aansluiten, perspectiefwisseling en reflecteren. De houding kenmerkt zich door oordeelloosheid, bereikbaarheid en betrouwbaarheid, en simpelweg 'er zijn'.
> **Example:** Casus Bart (28 jaar) met een lichte verstandelijke beperking (LVB) en autisme spectrum stoornis (ASS) die zelfstandig woont. De begeleider werkt vanuit de presentietheorie door wekelijks contact te hebben, 24/7 oproepbaar te zijn, zonder agenda te werken, open te staan voor Bart's beleving, en geduldig te zijn in het opbouwen van de relatie en het bieden van ondersteuning op maat. De aanwezigheid van de begeleider is cruciaal, ook wanneer er geen directe oplossingen zijn.
---
# Toepassingen en theoretische benaderingen van diversiteit en beperking
Dit gedeelte behandelt de prevalentie van beperkingen, de theoretische kaders rondom diversiteit en beperking, en hun toepassing binnen verschillende psychologische disciplines.
### 3.1 Wat is een beperking / handicap?
#### 3.1.1 Definitie handicap
Een handicap wordt gedefinieerd als een langdurig en significant participatieprobleem van een persoon, voortkomend uit de interactie tussen functiestoornissen (mentaal, psychisch, lichamelijk, zintuiglijk), beperkingen in activiteiten, en persoonlijke en externe factoren.
* **Functiestoornis:** Een stoornis op mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuiglijk niveau.
* **Beperking:** De vermindering van de mogelijkheid tot activiteit of functioneren als gevolg van een functiestoornis.
* **Handicap:** Het participatieprobleem dat ontstaat wanneer de beperking leidt tot belemmeringen in het sociaal-maatschappelijk functioneren, waardoor men door de maatschappij als 'anders' wordt beschouwd.
* **Validisme:** Discriminatie, marginalisatie en stigmatisering van personen op basis van handicap, waarbij men wordt gedefinieerd door de beperking en als inferieur wordt beschouwd.
#### 3.1.2 VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
Het VN-Verdrag (aangenomen in 2006, België 2009) hanteert twee cruciale principes:
1. **Wisselwerking:** Een handicap wordt gezien als het resultaat van de interactie tussen een persoon met een beperking en de obstakels van een niet-inclusieve samenleving.
2. **Menselijke waardigheid en rechten:** Personen met een handicap zijn geen stemloze individuen, maar volwaardige burgers met rechten, inclusief het recht op participatie.
#### 3.1.3 Redelijke aanpassingen
Indien personen met een handicap door hindernissen hun mensenrechten niet gelijkwaardig kunnen uitoefenen, hebben zij recht op redelijke aanpassingen. Dit zijn aanpassingen die tegemoetkomen aan de behoeften van de persoon, hen in staat stellen evenwaardig te functioneren, zo zelfstandig mogelijk te handelen, en hun veiligheid, waardigheid en autonomie waarborgen.
Wat als redelijk wordt beschouwd, hangt af van factoren zoals kostprijs, organisatorische impact, gebruiksfrequentie en het ontbreken van alternatieven.
Toepassingsgebieden voor redelijke aanpassingen zijn onder andere: werk, school, huisvesting, vervoer, openbare gebouwen en horeca.
#### 3.1.4 Toezichthouder VN-verdrag
In België wordt het VN-Verdrag gemonitord door Unia (sinds 2011). Unia heeft drie hoofdtaken:
* **Bevorderen:** Informeren en bewustmaken over het Verdrag en de rechten die het garandeert.
* **Beschermen:** Toezien op de naleving van rechten, juridisch advies verstrekken en begeleiding bieden bij schendingen.
* **Opvolgen:** Nagaan of wetgeving, beleid en praktijken in lijn zijn met het Verdrag.
#### 3.1.5 Paradigmaverschuiving in de zorg
De traditionele benadering van zorg verschuift naar een meer inclusieve en empowerment-gerichte visie.
* **Empowerment:** Het centraal stellen van het individu, het bevrijden van bevoogding, het ondersteunen van zelfredzaamheid en het bevorderen van controle over het eigen leven. De focus ligt op welzijn, krachten en omgevingsinvloeden.
* **Inclusie:** Gebaseerd op mensenrechten, waarbij iedereen rechtmatig deel uitmaakt van de samenleving. Mensen hoeven niet geïntegreerd te worden; ze zijn volwaardige burgers die volwaardig participeren.
* **Vermaatschappelijking van de zorg:** Zorg wordt ingebed in de directe leefomgeving van de zorgvrager, met de nadruk op ondersteuning binnen het eigen netwerk. Het principe is "gewoon als het kan, gespecialiseerd als het moet".
### 3.2 Waar kom ik dit tegen als psychologisch consulent?
#### 3.2.1 Wereldwijde prevalentie
Ongeveer 15% van de wereldbevolking heeft een vorm van beperking. Het is belangrijk om hokjesdenken te vermijden en te erkennen dat beperkingen divers kunnen zijn: verstandelijk/mentaal, zintuiglijk/sensoriël, lichamelijk/fysiek, en psychisch.
#### 3.2.2 Arbeids- en organisatiepsychologie
* **Gespecialiseerd Team Bemiddeling (GTB):** Ondersteunt werknemers met een beperking of gezondheidsprobleem bij het vinden en behouden van passend werk, en adviseert werkgevers bij aanwerving en re-integratie.
* **Maatwerkbedrijven:** Bieden werk aan personen die niet op de reguliere arbeidsmarkt terechtkunnen.
* **Doelgroepen:** Mensen met een arbeidshandicap, mensen met een psychosociale problematiek, en uiterst kwetsbare personen (langdurig werkloos).
* **Redelijke aanpassingen op het werk:** Essentieel voor inclusie op de werkvloer.
#### 3.2.3 Klinische psychologie
Personen met een verstandelijke beperking (VB) lopen een verhoogd risico op psychopathologie en dubbele diagnoses (30-55%). Ze hebben ook een hogere kans op contact met justitie en dakloosheid.
#### 3.2.4 School- en pedagogische psychologie
* **Buitengewoon onderwijs:** Een aanzienlijk aantal leerlingen volgt speciaal onderwijs in Vlaanderen.
* **Opvoedingsondersteuning:** Kinderen van ouders met een lichte VB lopen een verhoogd risico op uithuisplaatsing en contact met justitie.
### 3.3 Theoretische benaderingen
#### 3.3.1 De Capability Approach (Amartya Sen & Martha Nussbaum)
Deze benadering focust op levenskwaliteit, menselijke waardigheid en rechtvaardigheid, met een nadruk op de mogelijkheden en talenten van individuen.
* **Kernpijlers:** Rechtvaardigheid, menselijke waardigheid, levenskwaliteit. De focus ligt op de positie van gemarginaliseerde groepen in de samenleving, in plaats van enkel op economische groei.
* **Kernideeën:**
* Iedereen heeft inherente mogelijkheden en talenten die ontwikkeld moeten kunnen worden.
* De ander is een essentieel hulpmiddel voor deze ontwikkeling.
* De samenleving dient de noodzakelijke voorwaarden te creëren voor deze ontwikkeling.
* **Centrale concepten:**
* **Capabilities:** De reële mogelijkheden die een persoon heeft om bepaalde functies te realiseren (te zijn en te doen wat hij/zij waardevol acht).
* **Functies (Functionings):** Wat iemand daadwerkelijk is of doet (bv. goed gevoed zijn, gezond zijn, deelnemen aan het gemeenschapsleven).
* **Conversiefactoren:** Persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren die bepalen hoe effectief iemand zijn capabilities kan omzetten in functies. Dit omvat de mogelijkheid om te kiezen, inspraak te hebben, creatief te zijn en de belangen van anderen te onderscheiden.
* **Resources (Hulpbronnen):** Middelen die ingezet kunnen worden om capabilities te ontwikkelen.
* **Kwaliteit van leven:** De mate waarin burgers in staat zijn een leven te leiden dat zij waardevol achten, wat correleert met keuzevrijheid en beschikbare capabilities.
> **Tip:** De Capability Approach benadrukt dat het niet alleen gaat om de beschikbare middelen, maar ook om de daadwerkelijke mogelijkheid (capability) om deze middelen te benutten en een waardevol leven te leiden.
#### 3.3.2 De Presentietheorie (Wim Baart)
Deze theorie, gericht op 'zorgmijders' met meervoudige problemen en communicatieproblemen, stelt de relatie centraal in goede zorg.
* **Centrale vraag:** Wat is goede zorg en welke attitude en handelingen kenmerken een goede zorgverlener?
* **Startpunt:** De relatie als het sturende en organiserende principe in de hulpverlening.
* **Werkzame elementen van presentie:**
* **Zonder agenda:** Beschikbaar zijn en zich richten op het leven van de cliënt, zonder eigen doelen op te leggen. De cliënt bepaalt wat aan de orde komt.
* **Openstaan voor de ander:** Ontvankelijk zijn, de blik richten op de ander, en vooroordelen aan de kant zetten.
* **Aandachtige betrekking:** Een relatie aangaan gericht op het alledaagse leven van de cliënt en diens leefwereld leren kennen.
* **Aansluiten:** Het verhaal van de cliënt accepteren zoals die het beleeft.
* **Perspectiefwisseling:** De wereld vanuit het perspectief van de cliënt leren waarnemen en begrijpen welke betekenis de werkelijkheid voor hem of haar heeft.
* **Zich aanbieden:** De eigen mogelijkheden aanbieden aan de cliënt.
* **Geduld en tijd:** Ongehaast aansluiten bij de noden van de cliënt.
* **Trouw:** Betrouwbaar en consequent aanwezig zijn, ook als zaken niet direct oplosbaar zijn.
> **Voorbeeld:** Een psychologisch consulent die werkt volgens de presentietheorie zal bij cliënt Bart (met LVB + ASS) niet direct komen met oplossingen of een vast programma, maar zal eerst tijd en ruimte nemen om Bart's dagelijks leven, zijn beleving en zijn perspectief te leren kennen, zonder een eigen agenda te pushen.
* **De presentiebeoefenaar:** Beschikt over vaardigheden zoals luisteren, aansluiten, perspectiefwisseling en reflecteren. De houding is oordeelloos, bereikbaar, betrouwbaar en gericht op simpelweg 'er zijn'.
Het concept van "Hoopverlening" illustreert de essentie van presentie door het belang te benadrukken van het maken van een authentieke en kwetsbare relatie, lange trajecten durven aanbieden, luisteren voor verbinding, 'er zijn', samen zoeken en uitproberen, creatief zijn en werken op maat van de hulpvrager.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Beperking | Een langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat voortkomt uit het samenspel tussen functiestoornissen (mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuiglijk), beperkingen bij activiteiten en persoonlijke en externe factoren. |
| Handicap | Het resultaat van de wisselwerking tussen een persoon met een beperking en de obstakels waarmee een niet-inclusieve samenleving die persoon confronteert; het gaat om discriminatie, marginalisatie en stigmatisering van personen op basis van handicap. |
| VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap | Een internationaal verdrag dat op 13 december 2006 werd aangenomen en beoogt de rechten van personen met een handicap te waarborgen door een mentaliteitsverandering te stimuleren en participatie te bevorderen. |
| Redelijke aanpassingen | Voorzieningen die tegemoetkomen aan de behoeften van een persoon met een handicap om deze in staat te stellen evenwaardig met anderen te werken, leren, sporten of leven, met aandacht voor zelfstandigheid, veiligheid en waardigheid. |
| Capability approach | Een theoretische benadering, ontwikkeld door Amartya Sen en Martha Nussbaum, die zich richt op de levenskwaliteit en de mogelijkheden van individuen om een leven te leiden dat voor henzelf waardevol is, met drie pijlers: rechtvaardigheid, menselijke waardigheid en levenskwaliteit. |
| Capabilities | De daadwerkelijke mogelijkheden en talenten die een persoon heeft en zou moeten kunnen ontwikkelen; dit omvat keuzevrijheid, functioneringsmogelijkheden en de invloed van conversiefactoren (persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren) en resources. |
| Presentietheorie | Een theoretische benadering die zich richt op de vraag wat goede zorg inhoudt en welke houding en attitude een goede zorgverlener dient te hebben, met de relatie als centraal sturend en organiserend principe, vooral toegepast bij zorgmijders met meervoudige problemen. |
| Empowerment | Een centraal concept in de zorg dat beoogt mensen te bevrijden van bevoogding en betutteling, hen te ondersteunen in het nemen van controle over hun eigen leven en keuzes te maken, met focus op welzijn en krachten in plaats van problemen. |
| Inclusie | Een principe dat stelt dat iedereen rechtmatig deel uitmaakt van de samenleving en dat mensen niet geïntegreerd hoeven te worden, omdat ze volwaardige burgers zijn die volwaardig kunnen participeren en bijdragen aan de samenleving. |
| Vermaatschappelijking van de zorg | Een trend waarbij zorg niet langer aan de rand van de maatschappij plaatsvindt, maar er middenin, ingebed in de eigen omgeving van de zorgvrager, met de zorgvrager centraal en meer zorgtaken opgenomen door het netwerk. |
| Validisme | Discriminatie, marginalisatie en stigmatisering van personen op basis van handicap, waarbij iemand wordt gedefinieerd door zijn beperking en als inferieur wordt beschouwd ten opzichte van personen zonder beperking. |
| Functiestoornis | Een stoornis of beperking op mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuiglijk gebied die het functioneren van een persoon beïnvloedt. |
| Participatieprobleem | Een moeilijkheid voor een persoon om deel te nemen aan sociale, economische of culturele activiteiten in de samenleving, als gevolg van een samenspel van individuele beperkingen en externe factoren. |