Cover
Comença ara de franc les anemie basisarts 2025.pdf
Summary
# Indeling en oorzaken van anemie
Anemie kan ingedeeld worden op basis van het onderliggende pathofysiologische mechanisme of op basis van de grootte van de rode bloedcellen, waarna specifieke oorzaken per categorie worden besproken [3](#page=3).
## 1. Pathofysiologische indeling van anemie
De pathofysiologische indeling van anemie kijkt naar de drie hoofdmechanismen die tot bloedarmoede kunnen leiden: een tekort aan aanmaak, verlies van bloed, of verhoogde afbraak (hemolyse) van rode bloedcellen [3](#page=3).
### 1.1 Tekort aan aanmaak
Een tekort aan aanmaak van rode bloedcellen kan worden veroorzaakt door problemen in het beenmerg of door een tekort aan essentiële factoren die nodig zijn voor de productie van erytrocyten. Dit wordt vaak gekenmerkt door een laag aantal reticulocyten [3](#page=3) [64](#page=64).
### 1.2 Bloedverlies
Bloedverlies, zowel acuut als chronisch, kan leiden tot anemie. Acute bloeding resulteert typisch in normocytaire anemie terwijl chronisch bloedverlies kan leiden tot ijzertekort en daarmee microcytaire anemie [3](#page=3) [5](#page=5) [63](#page=63) [64](#page=64).
### 1.3 Verhoogde afbraak (hemolyse)
Verhoogde afbraak van rode bloedcellen, of hemolyse, kan plaatsvinden in het bloedvatensysteem (intravasculaire hemolyse) of buiten de bloedvaten, voornamelijk in het reticulo-endotheliale systeem (RES) (extravasculaire hemolyse). Beide vormen worden gekenmerkt door een verhoogde afbraak en een compensatoir verhoogde aanmaak van rode bloedcellen, wat zich uit in een verhoogd aantal reticulocyten [3](#page=3) [67](#page=67).
## 2. Praktische indeling van anemie op basis van celgrootte (MCV)
De praktische benadering van anemie is gebaseerd op de gemiddelde corpusculaire volume (MCV), oftewel de grootte van de rode bloedcellen. Dit onderscheid is cruciaal omdat het vaak direct wijst naar specifieke oorzaken [3](#page=3).
### 2.1 Microcytaire anemie
Microcytaire anemie wordt gedefinieerd door rode bloedcellen met een verlaagd MCV. De oorzaken kunnen worden onderverdeeld in ijzergerelateerde problemen en hemoglobinopathieën [31](#page=31) [35](#page=35) [42](#page=42) [4](#page=4) [8](#page=8).
#### 2.1.1 IJzergerelateerde microcytaire anemie
* **IJzertekort (ferriprieve anemie):** Dit is de meest voorkomende oorzaak van microcytaire anemie, waarbij er een absoluut tekort aan ijzer is. De ijzerstatus toont een gedaald serumijzer, een gedaalde totale ijzerbindende capaciteit (TIBC), en een normaal tot verlaagd ferritine [32](#page=32) [33](#page=33).
* **Anemie bij chronische ziekten:** Deze anemie kan zowel normocytair als microcytair zijn. Het wordt gekenmerkt door problemen in de ijzerhuishouding waarbij ijzer wel aanwezig is in het lichaam maar niet efficiënt kan worden gebruikt voor de hemoglobinesynthese. De ijzerstatus toont een gedaald serumijzer, een gedaalde TIBC, maar een normaal of verhoogd ferritine. Patiënten reageren vaak niet op orale ijzersuppletie, maar wel op therapie gericht op de onderliggende chronische aandoening. Epo-stimulerende middelen en intraveneuze ijzertoediening kunnen geïndiceerd zijn. Typische oorzaken zijn chronische infecties (bv. endocarditis, osteomyelitis), chronische inflammatie (bv. reumatoïde artritis, systemische lupus erythematosus (SLE), de ziekte van Crohn, polymyalgia rheumatica, maligniteiten) [32](#page=32) [34](#page=34) [35](#page=35).
* **Sideroblastenanemie:** Bij sideroblastenanemie is er geen tekort aan ijzer, maar kan het ijzer niet correct worden ingebouwd in de heemstructuur van hemoglobine. Dit leidt tot de ophoping van ijzer in de mitochondriën van de erytroblasten, wat zichtbaar is als ringvormige sideroblasten bij beenmergkleuring. De ijzerstatus toont een verhoogd serumijzer, een verhoogde TIBC, en een verhoogd ferritine. Oorzaken kunnen loodintoxicatie, alcoholgebruik, of beginnende myelodysplastische syndromen zijn. Therapie is gericht op de onderliggende oorzaak, en soms kan een proefbehandeling met vitamine B6 effectief zijn. Deze anemie kan normocytair of microcytair zijn [36](#page=36).
#### 2.1.2 Hemoglobineafwijkingen
* **Thalassemie:** Thalassemieën zijn een groep erfelijke bloedziekten die worden gekenmerkt door een verminderde of afwezige aanmaak van een of meer globinestoffen die nodig zijn voor de vorming van hemoglobine [42](#page=42) [48](#page=48).
* **Beta-thalassemie:**
* *Thalassemia minor (heterozygoot):* Leidt tot matige anemie [48](#page=48).
* *Thalassemia intermedia:* Vereist transfusies [48](#page=48).
* *Thalassemia major (Cooley's anemie):* Een homozygoot defect in de beta-globineketen met ernstige anemie, behoefte aan frequente transfusies, botmisvormingen, beenulcera, galstenen en ijzerstapeling. Typisch voorkomend in Mediterrane en Midden-Oosten populaties. Klinische manifestaties omvatten groeistoornissen door beenmerghypertrofie, extramedullaire hematopoëse met hepatosplenomegalie, en secundaire ijzerstapeling met cardiale, hepatische en endocriene afwijkingen. Diagnose wordt gesteld met Hb-elektroforese. MCV is vaak zeer laag, soms minder dan 65 femtoliter (fl) [48](#page=48) [52](#page=52) [53](#page=53).
* **Alfa-thalassemie:** Er zijn vier typen, veroorzaakt door deleties in de alfa-globinegenen. De kliniek varieert van hydrops fetalis tot asymptomatische dragerschap [47](#page=47) [48](#page=48).
* Thalassemieën kunnen gecombineerd voorkomen met andere hemoglobinopathieën zoals HbS, HbC, HbD, HbE, vooral in heterozygote vormen. Bij een lage MCV (<65 fl), normaliter ijzerstatus, en asymptomatische matige anemie, dient men ook aan HbE (vooral bij Zuidoost-Aziatische bevolking) en HbC (vooral bij West-Afrikaanse bevolking) te denken [52](#page=52).
* **Andere hemoglobinopathieën (bv. HbS, HbC, HbD, HbE):** Dit zijn afwijkingen in de aminozuursequentie van de globinestructuren [42](#page=42) [43](#page=43) [44](#page=44).
* **Sikkelcelziekte (drepanocytose):** Veroorzaakt door een specifieke mutatie (valine voor glutamine in codon 6 van de beta-globineketen). Deoxy-hemoglobine S polymeriseert, wat leidt tot sikkelvormige rode bloedcellen die de microcirculatie kunnen verstoppen. HbS geeft zuurstof gemakkelijker af dan HbA, waardoor lage Hb-waarden soms beter worden verdragen [56](#page=56).
* *Homozygote HbSS* is de sikkelcelziekte; *heterozygoot HbAS* is het sickle cell trait [56](#page=56).
* Kliniek varieert van asymptomatisch tot hemolytische crises met atypische pijn (buik of lenden), icterische sclerae, en hand-voet syndroom op jonge leeftijd. Vasculaire occlusies kunnen leiden tot botpijn, pleurale/thoracale pijn (sickle chest syndroom), papilnecrose in de nieren, miltinfarcten, leverpijn en priapisme [58](#page=58).
* Lange termijn complicaties omvatten infecties door hyposplenisme, chronische ulcus cruris, galstenen, aseptische necrose van botten, blindheid en chronische nierinsufficiëntie [59](#page=59).
* Diagnostiek omvat Howell-Jolly lichamen in het bloeduitstrijkje, sikkelcelvorming onder hypoxie (geïnduceerd met natriumbisulfiet), en Hb-elektroforese die 80-95% HbSS en 20% HbF kan aantonen. Ouders tonen vaak sickle cell trait. Hydroxyureum kan het HbF component verhogen [60](#page=60).
* Uitlokkende factoren voor crises zijn infectie, acidose, dehydratie, hypoxie (hoogte, operatie, partus, koude, zware inspanning), en zwangerschap [61](#page=61).
* Behandeling omvat hydratie, pijnstilling (vaak opiaten), zuurstoftoediening, snelle antibiotica-inzet, en bij repetitieve crises crizanlizumab. Preventie met hydroxyureum (verhoogt HbF) en MgSO4 [62](#page=62).
### 2.2 Normocytaire anemie
Normocytaire anemie wordt gekenmerkt door rode bloedcellen met een normaal MCV [5](#page=5) [63](#page=63) [64](#page=64).
* **Verlies:** Acute bloeding is een belangrijke oorzaak [5](#page=5) [63](#page=63) [64](#page=64).
* **Aanmaak:**
* **Anemie bij chronische ziekten:** Kan ook normocytair zijn [32](#page=32) [35](#page=35) [5](#page=5) [64](#page=64).
* **Nierinsufficiëntie:** Veroorzaakt door onvoldoende erytropoëtine (EPO) productie door de nieren. Recombinant EPO kan worden toegediend bij een creatinineklaring van minder dan 45 ml/min of in combinatie met chemotherapie [65](#page=65).
* **Endocriene afwijkingen:** Zoals hypothyreoïdie en hypogonadisme [65](#page=65).
* **Beenmerginfiltratie of fibrose:** Kan leiden tot normocytaire (en soms macrocytaire) anemie [5](#page=5) [64](#page=64) [93](#page=93).
* **Afbraak (Hemolytische anemie):** Hemolytische anemieën zijn vaak normocytair, maar worden gekenmerkt door een verhoogd aantal reticulocyten. Hemolyse kan extravasculair (afbraak in het RES, verhoogd indirect bilirubine, LDH, urobilinurie, maar geen hemoglobine in urine) of intravasculair zijn (snelle destructie, onderdrukt haptoglobine, hemoglobine in urine) [66](#page=66) [67](#page=67).
* Kliniek van hemolytische anemie: snelle optredende anemiesymptomen, icterus door indirect bilirubine, verkleurde urine, lenden- of buikpijn crises, en eventueel splenomegalie [68](#page=68).
* Laboratoriumbevindingen: normocytaire anemie, gestegen indirect bilirubine, gedaald haptoglobine, gestegen LDH, reticulocytose, erythroïde hyperplasie in beenmerg, en soms intrinsieke vormafwijkingen van rode bloedcellen (sferocyten, sikkelcellen, fragmentocyten) [69](#page=69).
### 2.3 Macrocytaire anemie
Macrocytaire anemie wordt gekenmerkt door rode bloedcellen met een verhoogd MCV [6](#page=6) [93](#page=93).
#### 2.3.1 Vitamine-afhankelijke macrocytaire anemie
* **Vitamine B12-tekort:** Vitamine B12 is essentieel voor DNA-synthese en wordt voornamelijk opgenomen uit dierlijke producten. Opname is complex en vereist binding aan R-binder, gevolgd door binding aan intrinsieke factor (IF) geproduceerd door pariëtale cellen, waarna resorptie plaatsvindt in het ileum [96](#page=96).
* Oorzaken: dieet (veganisten), transcobalaminedeficiëntie, pernicieuze anemie (auto-antistoffen tegen pariëtale cellen), gastrectomie, IF-deficiëntie, ileumresectie, bacteriële overgroei in de dunne darm, en parasitaire infecties (bv. Diphyllobothrium latum) [97](#page=97).
* Pernicieuze anemie: Vaak geassocieerd met andere auto-immuunziekten (schildklier, Addison, vitiligo), verhoogde incidentie van maagkanker, achloorhydrie, langzaam progressieve anemie, glossitis ('aardbeitong'), en neurologische klachten (paresthesieën, vertraagde reflexen, ataxie, dementie, paralyse) [98](#page=98).
* Diagnostiek: macrocytose, soms pancytopenie, aanwezigheid van pariëtale cel antistoffen (90%) en/of IF antistoffen (50%), gedaald serumvitamine B12, stijging van bilirubine door ineffectieve erytropoëse, en een zeer hoge LDH kan wijzen op de diagnose. Transfusie kan laboratoriumwaarden maskeren .
* **Foliumzuurdeficiëntie:** Foliumzuur is thermolabiel en wordt vooral gevonden in bladgroenten. De lichaamspreserve is beperkt, waardoor een tekort relatief snel kan ontstaan .
* Oorzaken: nutritioneel (eenzijdige voeding, alcoholisme, IV-voeding), malabsorptie, gebruik van antifolaat medicatie (fenytoïne, methotrexaat, pyrimethamine, trimethoprim), verhoogde behoefte (zwangerschap, lactatie), en verhoogd verbruik (hemolyse, dialyse, homocysteinemie) .
* Kliniek en therapie: macrocytaire anemie, maar geen neuropathie en zelden pancytopenie. Laboratorium toont gedaald foliumzuur (intracellulair is een betere indicator dan extracellulair). Therapie is substitutie met 4-5 mg foliumzuur per dag. Foliniumzuur wordt gebruikt als antidotum en adjuvans .
#### 2.3.2 Niet-vitamine-afhankelijke macrocytaire anemie
* **Alcohol:** Chronisch alcoholgebruik kan leiden tot macrocytaire anemie [6](#page=6) [93](#page=93).
* **Myelodysplastische syndromen (MDS):** Een groep klonale beenmergaandoeningen die gekenmerkt worden door ineffectieve hematopoëse en dysplastische veranderingen in de bloedcellijnen. Ze kunnen leiden tot macrocytaire anemie, cytopenieën, en een verhoogd risico op transformatie naar acute myeloïde leukemie. Macrocytose kan ook voorkomen met normale foliumzuur- en B12-spiegels bij MDS [6](#page=6) [93](#page=93).
* **Beenmerginfiltratie/fibrose:** Infiltratie van het beenmerg door maligniteiten of fibrose kan leiden tot zowel normocytaire als macrocytaire anemie [5](#page=5) [6](#page=6) [93](#page=93).
* **Andere oorzaken:** Leverziekten, chemotherapie voor tumoren, sideroblastenanemie (kan ook microcytair zijn), en koude agglutinine (kan een valse macrocytose veroorzaken) .
## 3. Hemolytische anemieën
Hemolytische anemieën worden verder onderverdeeld op basis van de vraag of ze aangeboren of verworven zijn, en of ze immuun of niet-immuun zijn [70](#page=70).
### 3.1 Aangeboren hemolytische anemieën
Deze worden veroorzaakt door intrinsieke defecten in de rode bloedcel zelf [71](#page=71) [72](#page=72) [81](#page=81).
* **Corpusculaire vorm:** Defecten in de erytrocytenmembraan of de enzymen die nodig zijn voor het functioneren van de rode bloedcel.
* **Sferocytose:** Rode bloedcellen zijn bolvormig en worden sneller afgebroken in de milt [73](#page=73).
* *Congenitale sferocytose (Minkowski-Chauffard):* Incidentie 1 op 5000, autosomaal dominant. Kan icterus bij geboorte of kinderleeftijd, hemolytische crises, splenomegalie, en galstenen veroorzaken. Laboratorium kan microsferocytose laten zien, met een verlaagde osmotische weerstand. Behandeling is vaak splenectomie, met de risico's van verminderde immuniteit tegen gekapselde bacteriën [73](#page=73) [74](#page=74) [77](#page=77).
* **Elliptocytose, Stomatocytose:** Andere morfologische afwijkingen van de rode bloedcel [71](#page=71) [72](#page=72) [81](#page=81).
* **Enzymdefecten:** Afwijkingen in enzymen die essentieel zijn voor de energiehuishouding van de rode bloedcel, zoals glucose-6-fosfaat dehydrogenase (G6PD) deficiëntie (favisme) en pyruvaat kinase deficiëntie. Deze leiden tot een ATP-tekort, verlies van vorm, en hemolyse, vooral bij medicatiegebruik [82](#page=82).
* **Hemoglobinopathieën:** Zoals thalassemieën en sikkelcelziekte, die reeds besproken zijn onder microcytaire en normocytaire anemieën [71](#page=71) [72](#page=72) [81](#page=81).
### 3.2 Verworven hemolytische anemieën
Deze ontstaan door factoren buiten de rode bloedcel zelf [84](#page=84).
* **Niet-immuun:**
* **Toxisch/infectieus:** Malariaparasieten, medicijnen (dapsone, sulfasalazine), intoxicaties (arseen, sproeistoffen), en slangengif [85](#page=85).
* **Mechanisch:** Verloop van kunstmatige hartkleppen, microangiopathieën (bv. TTP), en hemolyse door extreme fysieke inspanning (marshemoglobinurie, marathonlopers) [85](#page=85).
* **Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH):** Een verworven aandoening met een deficiëntie van GPI-gekoppelde eiwitten, wat de rode bloedcellen gevoelig maakt voor complement-gemedieerde lysis, vooral 's nachts [85](#page=85).
* **Immuun:** Veroorzaakt door antilichamen (auto-antilichamen of allo-antilichamen) die zich hechten aan de rode bloedcellen, leidend tot hun destructie [86](#page=86) [90](#page=90).
* **Auto-antilichamen:** Lichaamseigen antilichamen die rode bloedcellen aanvallen, vaak geassocieerd met auto-immuunziekten zoals SLE [86](#page=86) [88](#page=88) [90](#page=90).
* **Allo-antilichamen:** Antilichamen gevormd tegen antigenen op rode bloedcellen van een andere persoon, bv. na transfusie of tijdens zwangerschap [86](#page=86) [90](#page=90) [92](#page=92).
* **Geneesmiddel-geïnduceerde hemolyse:** Medicijnen kunnen direct (hapteenmechanisme) of indirect (innocent bystander mechanisme) hemolyse veroorzaken [86](#page=86) [90](#page=90).
* **Neonatale bloedgroep-incompatibiliteit:** Hemolytische ziekte van de pasgeborene, waarbij maternale antilichamen rode bloedcellen van de foetus aanvallen, meestal door incompatibiliteit in het ABO- of Rh-systeem [92](#page=92).
* De **Coombs test** detecteert de aanwezigheid van Ig en/of complement op de rode bloedcellen. Een positieve Coombs test kan wijzen op auto-immuniteit, infectieuze oorzaken, of lymfoproliferatieve aandoeningen. Behandeling is gericht op de oorzaak; indien geen duidelijke oorzaak, worden corticosteroïden of immunosuppressiva gebruikt [88](#page=88) [89](#page=89).
---
# IJzertekortanemie
Dit onderwerp behandelt ijzertekortanemie, inclusief de oorzaken, klinische presentatie, laboratoriumbevindingen en behandelingsopties.
### 1.1 IJzermetabolisme en erytropoëse
Het menselijk lichaam bevat ongeveer 50 milligram ijzer per kilogram lichaamsgewicht bij mannen en 35 milligram per kilogram bij vrouwen. De distributie van ijzer in het lichaam is als volgt: een aanzienlijk deel bevindt zich in de rode bloedcellen (ongeveer 1,8 gram), het reticulo-endotheliaal systeem (RES) en de lever (ongeveer 600 milligram en 1 gram respectievelijk), myoglobine en enzymen (ongeveer 300 milligram), en een kleine hoeveelheid gebonden aan transferrine (ongeveer 3 milligram) [9](#page=9).
Gedurende het metabolisme wordt de meerderheid van het ijzer gerecycleerd, waarbij ongeveer 20 milligram per dag nodig is voor erytropoëse. Van deze 20 milligram komt 18 milligram uit het RES/lever via serum transferrine, en slechts 1 tot 2 milligram wordt opgenomen uit de voeding. Het aanbod van ijzer in het dieet varieert tussen 10 en 20 milligram per dag, met een absorptiepercentage van ongeveer 10%. De regulatie van ijzer vindt uitsluitend plaats op het niveau van absorptie; er is geen actieve excretie van ijzer uit het lichaam [12](#page=12).
### 1.2 Oorzaken van ijzertekort
IJzertekort ontstaat wanneer de behoefte aan ijzer niet kan worden gedekt door de inname en absorptie, of wanneer er sprake is van verhoogd verlies. De dagelijkse behoefte bedraagt normaal 1 tot 2 milligram, maar kan oplopen tot 3,5 tot 5 milligram per dag tijdens zwangerschap, terwijl er 20 milligram per dag gerecycleerd wordt. Het is essentieel om altijd de onderliggende oorzaak van ijzertekort te achterhalen [17](#page=17).
De belangrijkste oorzaken van ijzertekortanemie zijn onder te verdelen in vier categorieën [19](#page=19):
1. **Bloedverlies (chronisch of acuut):**
* **Gastro-intestinaal:** Dit kan veroorzaakt worden door aandoeningen zoals Rendu-Osler-Weber, hernia, ulcus pepticum, poliepen, tumoren, angiodysplasie, parasitose, of gebruik van aspirine en orale anticoagulantia [19](#page=19).
* **Urinair:** Intravasculaire hemolyse kan leiden tot ijzerverlies via de urine [19](#page=19).
* **Gynaecologisch:** Bloedverlies gerelateerd aan de menstruatiecyclus of andere gynaecologische aandoeningen [19](#page=19).
* **Opzettelijke aderlating:** Dit is een minder voorkomende oorzaak van ijzerverlies [19](#page=19).
2. **Verhoogde nood:**
* **Groei:** Tijdens periodes van snelle groei, met name bij kinderen en adolescenten, neemt de behoefte aan ijzer toe [17](#page=17) [19](#page=19).
* **Zwangerschap:** De verhoogde behoefte tijdens zwangerschap is significant [17](#page=17) [19](#page=19).
3. **Verminderde absorptie:**
* Dit kan optreden na maag- of darmoperaties, zoals gastrectomie, bypassoperaties, of andere vormen van darmchirurgie [19](#page=19).
* Achlorhydrie (afwezigheid van maagzuur) kan ook de ijzerabsorptie belemmeren [19](#page=19).
4. **Onvoldoende inname:**
* Dieetgebonden oorzaken, zoals bij vegetariërs en veganisten, die minder gemakkelijk opneembare non-heemijzer consumeren [19](#page=19).
* Anorexia nervosa kan leiden tot een te geringe voedselinname in het algemeen, inclusief ijzer [19](#page=19).
### 1.3 Klinische presentatie van ijzertekortanemie
De klinische symptomen van ijzertekortanemie kunnen variëren, maar omvatten zowel algemene anemieklachten als specifieke tekenen die duiden op ijzerdepletie [22](#page=22).
* **Algemene anemieklachten:** Deze kunnen bestaan uit vermoeidheid, bleekheid, kortademigheid, duizeligheid en hartkloppingen [22](#page=22).
* **Specifieke tekenen van ijzertekort:**
* **Koilonychia:** Lepelnagels, een kenmerkende afwijking van de nagels [22](#page=22).
* **Gladde tong:** Atrofie van de tongpapillen, wat resulteert in een glad en soms pijnlijk oppervlak van de tong [22](#page=22).
* **Ragaden en angulaire stomatitis:** Barstjes of kloofjes in de mondhoeken [22](#page=22).
* **Broos haar:** Haar dat gemakkelijk breekt of dunner wordt [22](#page=22).
* **Glossitis en dysfagie (Plummer-Vinson syndroom):** Ontsteking van de tong gecombineerd met slikproblemen, wat in ernstige gevallen kan leiden tot het Plummer-Vinson syndroom [22](#page=22).
### 1.4 Laboratoriumbevindingen bij ijzertekortanemie
De diagnose van ijzertekortanemie wordt ondersteund door specifieke laboratoriumonderzoeken die de ijzerstatus en erytropoëse weerspiegelen [27](#page=27).
* **Bloedbeeld:**
* **Microcytair hypochroom:** De rode bloedcellen zijn kleiner dan normaal (laag MCV, met waarden tussen 65 en 80 femtoliter) en bevatten minder hemoglobine (hypochroom) [27](#page=27).
* **Target cells:** Deze abnormaal gevormde rode bloedcellen kunnen aanwezig zijn [27](#page=27).
* **Laag aantal reticulocyten:** Hoewel er wel pogingen tot erytropoëse zijn, leidt het ijzertekort tot een verminderde productie van nieuwe rode bloedcellen, wat zich uit in een laag aantal reticulocyten [27](#page=27).
* **IJzerstatus:** De ijzerstatus wordt geëvalueerd aan de hand van verschillende parameters:
* **Serum ijzer:** Verlaagd [27](#page=27).
* **Total Iron Binding Capacity (TIBC):** Verhoogd, omdat het lichaam probeert meer ijzer te binden met de beschikbare transferrine [27](#page=27).
* **Transferrine saturatie (TSAT):** Laag, wat aangeeft dat een klein percentage van de transferrine-eiwitten daadwerkelijk gebonden ijzer bevat [27](#page=27).
* **Ferritine:** Laag. Ferritine is het belangrijkste opslagijzer-eiwit, en een lage waarde is een sterke indicator van uitgeputte ijzervoorraden [27](#page=27).
* **Beenmergpunctie:** Hoewel een beenmergpunctie afwezig ijzer in het beenmerg kan aantonen, is dit diagnostisch niet altijd zinvol als de ijzerstatus al duidelijk is uit bloedonderzoek [27](#page=27).
### 1.5 Behandeling van ijzertekortanemie
De behandeling van ijzertekortanemie richt zich primair op het aanvullen van de ijzervoorraden en het corrigeren van de onderliggende oorzaak [29](#page=29).
#### 1.5.1 Orale ijzersuppletie
* **Dieetaanadvies:** Een voedingsanamnese is cruciaal. Het belang van hem-ijzer (uit dierlijke producten), dat tot 25% geabsorbeerd wordt, versus non-hem-ijzer (uit plantaardige producten), dat rond de 5% geabsorbeerd wordt, moet benadrukt worden [29](#page=29).
* **Orale preparaten:** Verschillende orale preparaten zijn beschikbaar, zoals ijzergluconaat (bv. Losferron), tweewaardig ijzer (Fe²⁺) in sulfaatvorm (bv. Ferograd, Ferrogradumet, Tardiferron), of driewaardig ijzer (Fe³⁺) in polysacarat-vorm (bv. Ferricure) [29](#page=29).
* **Combinatie met Vitamine C:** Vitamine C kan de absorptie van non-hem-ijzer bevorderen en wordt soms in combinatie met ijzerpreparaten voorgeschreven [29](#page=29).
* **Bijwerkingen en absorptie:** Maag-darmklachten (zoals misselijkheid, obstipatie) zijn een veelvoorkomend probleem bij orale ijzersuppletie en beïnvloeden de therapietrouw bij ongeveer 25% van de patiënten. Enterisch omhulde preparaten geven minder bijwerkingen, maar leiden ook tot verminderde absorptie [29](#page=29).
* **Dosering en doelen:** Het streefdoel is een inname van ongeveer 100 milligram elementair ijzer per dag, vaak ingenomen als 1 tot 2 tabletten per dag [29](#page=29).
* **Monitoring:** Therapie kan gemonitord worden aan de hand van een stijging van het aantal reticulocyten en een toename van het hemoglobinegehalte van ongeveer 1 gram per deciliter per week [29](#page=29).
* **Duur van de behandeling:** De behandeling wordt voortgezet totdat het ferritinegehalte boven de 50 microgram per liter is [29](#page=29).
#### 1.5.2 Falen van orale behandeling
Indien orale ijzersuppletie faalt, kunnen de volgende oorzaken aan de basis liggen [30](#page=30):
* **Slechte therapietrouw:** Door maaglast en constipatie [30](#page=30).
* **Persisterend ijzerverlies:** De onderliggende oorzaak van bloedverlies is niet gecorrigeerd [30](#page=30).
* **Slechte absorptie:** Na darmoperaties, bij chronische darmziekten zoals Crohn, kan een blijvende substitutie noodzakelijk zijn [30](#page=30).
#### 1.5.3 Parenterale ijzersuppletie
Wanneer orale therapie niet volstaat of niet verdragen wordt, is parenterale toediening van ijzer een alternatief.
* **Intramusculair:** Intramusculaire injecties met ijzerdextran (bv. diepe Z-injecties) worden tegenwoordig afgeraden wegens het risico op anafylactische reacties en de vorming van 'roestvlekken' op de huid [30](#page=30).
* **Intraveneus (IV):** Intraveneuze toediening van ijzersaccharose (bv. Venofer) en ijzercarboxymaltose (bv. Injectafer) wordt nu beschouwd als het voorkeursmiddel bij falen van orale ijzertherapie. Deze preparaten hebben minder bijwerkingen dan de oudere dextranen. Een typische dosering kan variëren van 500 milligram tot 1 gram in een eenmalige dagopname [30](#page=30).
* **Ondersteuning bij hartfalen:** IV ijzertherapie wordt ook ingezet ter ondersteuning bij patiënten met hartfalen [30](#page=30).
---
# Hemolytische anemie
Hemolytische anemie wordt gekenmerkt door verhoogde afbraak van erytrocyten, die kan plaatsvinden binnen het vaatstelsel (intravasculair) of daarbuiten in het reticulo-endotheliale systeem (extravasculair) [67](#page=67).
### 3.1 Algemene kenmerken van hemolytische anemie
De kliniek van hemolytische anemie kan bestaan uit:
* Snel optredende anemieklachten [68](#page=68).
* Icterus (geelzucht) door een stijging van indirect bilirubine [68](#page=68).
* Verkleurde urine zonder verkleurde faeces [68](#page=68).
* Periodieke 'crises' met lendenpijn of onduidelijk gelokaliseerde buikpijn [68](#page=68).
* Mogelijke splenomegalie (vergrote milt) [68](#page=68).
De laboratoriumbevindingen omvatten:
* Normocytaire anemie [69](#page=69).
* Gestegen indirect bilirubine [69](#page=69).
* Gedaald haptoglobine, wat ook bij extravasculaire hemolyse kan voorkomen [69](#page=69).
* Gestegen lactaatdehydrogenase (LDH) [69](#page=69).
* Reticulocytose (verhoogd aantal jonge rode bloedcellen), soms met erythroblasten in het perifeer bloedbeeld (PBO) [69](#page=69).
* Erythroïde hyperplasie in het beenmerg [69](#page=69).
* Aanwezigheid van intrinsieke vormafwijkingen van de erytrocyten die bijdragen aan de hemolyse, zoals sferocyten, sikkelcellen of fragmentocyten [69](#page=69).
> **Tip:** Bij een normocytaire anemie met een oorzaak die niet direct door verlies of verminderde aanmaak verklaard kan worden, moet men denken aan hemolytische anemie [5](#page=5) [63](#page=63) [64](#page=64) [66](#page=66).
### 3.2 Indeling van hemolytische anemie
Hemolytische anemie kan worden ingedeeld op basis van twee cruciale vragen [70](#page=70):
1. **Aangeboren of verworven?** Een positieve familiale anamnese kan wijzen op een aangeboren oorzaak [70](#page=70).
2. **Immuun of niet-immuun?** De directe of indirecte Coombs test kan hierbij helpen [70](#page=70).
#### 3.2.1 Aangeboren hemolytische anemie
Aangeboren hemolytische anemie kan worden onderverdeeld in:
* **Corpusculaire vormen:**
* Sferocytose [71](#page=71) [72](#page=72) [81](#page=81).
* Elliptocytose [71](#page=71) [72](#page=72) [81](#page=81).
* Stomatocytose [71](#page=71) [72](#page=72) [81](#page=81).
* **Hemoglobinopathieën:**
* Thalassemie [71](#page=71) [72](#page=72) [81](#page=81).
* Sikkelcelanemie (drepanocytose) [71](#page=71) [72](#page=72) [81](#page=81).
* Enzymdefecten [71](#page=71) [72](#page=72) [81](#page=81).
##### 3.2.1.1 Congenitale sferocytose
Congenitale sferocytose, ook bekend als de ziekte van Minkowski-Chauffard, heeft de volgende kenmerken:
* Incidentie van ongeveer 1 op 5000 personen [73](#page=73).
* Autosomaal dominante overerving [73](#page=73).
* De erytrocyten nemen een bolronde vorm aan en worden afgebroken in de milt [73](#page=73).
* Oorzaken variëren, maar vaak is er een afwijking in beta-spectrine [73](#page=73).
Klinische presentatie van congenitale sferocytose:
* Icterus bij geboorte of op kinderleeftijd [74](#page=74).
* Matige hemolytische crises, vaak uitgelokt door infecties of vermoeidheid [74](#page=74).
* Splenomegalie, mogelijk met pijn [74](#page=74).
* Galstenen, die voorkomen bij ongeveer 60% van de patiënten [74](#page=74).
Laboratoriumbevindingen bij congenitale sferocytose:
* Microsferocytose, hoewel later door foliumzuurtekort de erytrocyten normocytair tot macrocytair kunnen zijn [74](#page=74).
* Verlaagde osmotische weerstand van de erytrocyten [74](#page=74).
Behandeling van congenitale sferocytose:
* **Splenectomie:** Verwijdering van de milt [77](#page=77).
* **Gevolgen van splenectomie:**
1. Aanwezigheid van Howell-Jolly bodies in het bloed [77](#page=77).
2. Verminderde klaring van gekapselde bacteriën (zoals *Haemophilus influenzae*, *Streptococcus pneumoniae*, en *Neisseria meningitidis*) [77](#page=77).
> **Tip:** Vaccinatie voorafgaand aan splenectomie is cruciaal, met name tegen pneumokokken (Pneumo23) [77](#page=77).
3. Trombocytose (verhoogd aantal bloedplaatjes) [77](#page=77).
Beleid na splenectomie [79](#page=79) [80](#page=80):
* **Vaccinaties:** Moeten 3 weken voor tot 2 weken na de splenectomie worden toegediend. Dit omvat pneumokokkenvaccins (Apexxnar gevolgd door Pneumovax, elke 5 jaar herhalen), meningitisvaccins (MenVeo, Nimenrix/Bexsero, eenmalig), *Haemophilus influenzae* vaccin (Act-Hib of als deel van hexavalent Hexyon), en jaarlijkse influenzavaccinatie (zo snel mogelijk pre- of post-splenectomie) [79](#page=79).
* **Antibiotica:** Sneller starten met antibiotica (bv. amoxicilline-clavulaanzuur 875 mg 3 dd p.o.) bij koorts, eventueel thuis starten; clarithromycine bij penicilline-allergie [80](#page=80).
* **Patiëntinformatie:** Mondelinge en schriftelijke informatie aan patiënt en huisarts, met de aanbeveling om malaria-endemische gebieden te vermijden [80](#page=80).
##### 3.2.1.2 Enzymdefecten
Enzymdefecten leiden tot afwijkingen in de energievoorziening van de erytrocyten, resulterend in een ATP-tekort. Dit veroorzaakt vormverlies en hemolyse, voornamelijk in de milt. Bekende voorbeelden zijn [82](#page=82):
* Glucose-6-fosfaat dehydrogenase (G6PD) deficiëntie (favisme) [82](#page=82).
* Pyruvaat kinase deficiëntie [82](#page=82).
* Andere defecten zijn beschreven in literatuur [82](#page=82).
> **Tip:** Denk aan een enzymdefect als oorzaak van niet-immuun hemolytische anemie, met name bij medicatie-geïnduceerde hemolyse [82](#page=82).
#### 3.2.2 Verworven hemolytische anemie
Verworven hemolytische anemie kan worden onderverdeeld in:
* **Niet-immuun:**
* Toxisch/infectieus [84](#page=84) [85](#page=85).
* Mechanisch [84](#page=84) [85](#page=85).
* Paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) [85](#page=85).
* **Immuun of serogeen:** [84](#page=84).
##### 3.2.2.1 Verworven niet-immuun hemolytische anemie
* **Toxisch/infectieus:**
* Malaria [85](#page=85).
* Medicatie zoals dapsone en sulfasalazine [85](#page=85).
* Intoxicaties met arseen, sproeistoffen, of slangengif [85](#page=85).
* **Mechanisch:**
* Kunstmatige hartkleppen [85](#page=85).
* Microangiopathieën zoals TTP (trombotische trombocytopenische purpura) [85](#page=85).
* Hemolyse door langdurige fysieke inspanning (bv. marshemoglobinurie, marathonlopers) [85](#page=85).
##### 3.2.2.2 Verworven immuun hemolytische anemie
Verworven immuun hemolytische anemie ontstaat door de aanwezigheid van antilichamen (auto- of allo-antilichamen) tegen erytrocyten, of door medicatie-geïnduceerde processen [86](#page=86) [90](#page=90).
* **Auto-antilichamen:** Antilichamen gericht tegen eigen erytrocyten [86](#page=86) [90](#page=90).
* **Allo-antilichamen:** Antilichamen gericht tegen erytrocyten van een ander individu (bv. na transfusie of zwangerschap) [86](#page=86) [90](#page=90).
* **Drug-induced hemolyse:** Geïnduceerd door medicatie via een hapteen-mechanisme of als 'innocent bystander' [86](#page=86) [90](#page=90).
* **Neonatale bloedgroep-incompatibiliteit:** Incompatibiliteit tussen bloedgroepen van moeder en foetus [86](#page=86) [90](#page=90).
De Coombs test detecteert antilichamen (Ig) en complement (C3) gebonden aan erytrocyten. De reactietemperatuur van de agglutinatie helpt bij de indeling in koude (vaak IgM, geassocieerd met infecties) en warme (vaak IgG, geassocieerd met auto-immuniteit) auto-antilichamen [88](#page=88).
Oorzaken van immuun hemolytische anemie kunnen zijn:
* Infecties, zoals *Mycoplasma* of mononucleose [88](#page=88).
* Auto-immuunziekten, zoals SLE (Systemische Lupus Erythematosus) [88](#page=88).
* Lymfoproliferatieve aandoeningen en maligniteiten (paraneoplastisch) [88](#page=88).
De kliniek van immune hemolytische anemie kan acuut of chronisch zijn, wisselvallig, en variëren van asymptomatisch tot levensbedreigend. De behandeling is zoveel mogelijk oorzakelijk. Bij afwezigheid van een duidelijke oorzaak wordt vaak gestart met corticosteroïden (prednisolon 1 mg/kg/d) of immunosuppressiva [89](#page=89).
### 3.3 Bloedgroepsystemen en incompatibiliteit
Verschillen in bloedgroepsystemen, met name op de erytrocytenmembraan, kunnen leiden tot incompatibiliteit [91](#page=91) [92](#page=92).
* **ABO-systeem:** Glycosylatieverschillen op het erytrocytenmembraan die worden bepaald door het H-gen en de A/B/O-genen. Het lichaam ontwikkelt IgM-antilichamen tegen de 'vreemde' bloedgroepen, vaak door orale antigenen in voeding. Overdracht van A-bloed van een foetus naar een O-moeder leidt zelden tot hemolyse omdat IgM niet transplacentair gaat [92](#page=92).
* **Rhesus, Kell, Duffy, Kidd:** Incompatibiliteit in deze systemen kan leiden tot de aanmaak van IgG-antilichamen, wat problematisch kan zijn bij volgende zwangerschappen [92](#page=92).
---
# Vitamine B12 en foliumzuurtekort
Anemie veroorzaakt door tekorten aan vitamine B12 en foliumzuur kenmerkt zich door macrocytose, waarbij specifieke oorzaken, klinische uitingen en diagnostische/therapeutische benaderingen centraal staan [6](#page=6) [93](#page=93).
### 4.1 Vitamine B12 tekort
#### 4.1.1 Oorzaken van vitamine B12 tekort
Vitamine B12 komt voornamelijk voor in dierlijke producten en de dagelijkse inname varieert tussen 5 en 30 microgram. De opname bedraagt ongeveer 2 tot 3 microgram per dag, met een lichaamsreserve van 1 tot 3 milligram. Na vrijlating in de maag bindt vitamine B12 zich aan een R-binder. Na pancreasdigestie van de R-binder vormt vitamine B12 een complex met de intrinsieke factor (IF), die wordt geproduceerd door pariëtale cellen. De resorptie vindt plaats in het ileum. Slechts ongeveer 1% van vitamine B12 kan zonder intrinsieke factor worden opgenomen [96](#page=96).
Mogelijke oorzaken van een vitamine B12 tekort zijn:
* **Dieet:** Met name bij veganisten [97](#page=97).
* **Deficiëntie van transcobalamine:** Een eiwit dat B12 transporteert [97](#page=97).
* **Pernicieuze anemie:** Vergeleid met antistoffen tegen pariëtale cellen [97](#page=97).
* **Gastrectomie:** Verwijdering van de maag [97](#page=97).
* **IF-deficiëntie:** Gebrek aan intrinsieke factor [97](#page=97).
* **Ileumresectie:** Verwijdering van een deel van het ileum [97](#page=97).
* **Bacteriële overgroei** in de dunne darm [97](#page=97).
* **Parasitaire infecties:** Zoals *Diphyllobothrium* [97](#page=97).
#### 4.1.2 Klinische manifestaties van vitamine B12 tekort
Pernicieuze anemie, een specifieke vorm van vitamine B12 tekort, kan geassocieerd zijn met andere auto-immuunziekten zoals schildklierafwijkingen, Addison en vitiligo. De incidentie van maagkanker is verhoogd (1-3%). Patiënten kunnen achloorhydrie vertonen, wat betekent dat er geen maagzuur wordt geproduceerd. De anemie ontwikkelt zich vaak traag [98](#page=98).
Symptomen omvatten:
* **Glossitis:** Een ‘aardbeitong’ [98](#page=98).
* **Neurologische klachten:** Deze kunnen variëren van paresthesieën (tintelingen), vertraagde reflexen, ataxie (coördinatiestoornissen) tot dementie en paralyse [98](#page=98).
* **Macrocytose:** Een verhoogd gemiddeld celvolume van de rode bloedcellen, vaak uitgesproken .
* **Pancytopenie:** Naast anemie kan er ook een tekort zijn aan witte bloedcellen en bloedplaatjes .
* **Bilirubinestijging:** Veroorzaakt door ineffectieve erytropoëse (de aanmaak van rode bloedcellen) .
* **Zeer hoge LDH-waarden:** Dit kan wijzen op ineffectieve erytropoëse en moet de diagnose doen vermoeden .
> **Tip:** Een transfusie kan serum B12 en LDH-stijgingen maskeren, wat de diagnostiek kan bemoeilijken .
#### 4.1.3 Diagnose van vitamine B12 tekort
De diagnose van pernicieuze anemie wordt ondersteund door de aanwezigheid van:
* Macrocytose, vaak uitgesproken .
* Naast anemie, vaak ook pancytopenie .
* 90% van de patiënten heeft antistoffen tegen pariëtale cellen (pariëtaalcel AL), en 50% antistoffen tegen de intrinsieke factor (IF AL) .
* Gedaald vitamine B12 in het serum .
* Stijging van bilirubine door ineffectieve erytropoëse .
* Zeer hoge LDH-waarden die de diagnose kunnen doen vermoeden .
### 4.2 Foliumzuur tekort
#### 4.2.1 Oorzaken van foliumzuur tekort
Foliumzuur (vitamine B11) is overvloedig aanwezig in bladgroenten, maar is thermolabiel en kan tot 60-90% verlies ondergaan tijdens bereiding. De dagelijks aanbevolen dosis is 3 microgram per kilogram lichaamsgewicht per dag, en in de zwangerschap wordt 500 microgram per dag geadviseerd vanwege de invloed op de neurale buisvorming. De lichaamsreserve van foliumzuur bedraagt ongeveer 10 milligram, waardoor een tekort relatief snel kan ontstaan .
Oorzaken van een foliumzuurtekort omvatten:
* **Nutritioneel:** Eenzijdige voeding, ondervoeding (starvation), overmatig alcoholgebruik (ethylisme) en intraveneuze voeding (bij hospitalisatie) .
* **Anorexie en gastro-intestinale malabsorptie** .
* **Antifolaat medicatie:** Medicijnen die de foliumzuurstofwisseling beïnvloeden, zoals fenytoïne, methotrexaat, pyrimethamine en trimethoprim .
* **Verhoogde behoefte:** Tijdens zwangerschap en borstvoeding .
* **Verhoogd verbruik:** Bij hemolyse (afbraak van rode bloedcellen), dialyse en homocysteinemie (een verhoogde concentratie homocysteïne in het bloed) .
#### 4.2.2 Klinische manifestaties en therapie van foliumzuur tekort
Een foliumzuurtekort kan leiden tot macrocytaire anemie, maar kenmerkt zich door de afwezigheid van neuropathie, wat een belangrijk onderscheid is met vitamine B12 tekort. Ook pancytopenie komt bij een foliumzuurtekort vrijwel nooit voor .
**Laboratoriumbevindingen:**
* Gedaald foliumzuur in het serum; de intracellulaire waarde is een betere indicator dan de extracellulaire waarde .
**Therapie:**
* Er moet altijd gezocht worden naar de onderliggende oorzaak van het tekort .
* Substitutie met 4 tot 5 milligram foliumzuur per dag, oraal toegediend (magistraal bereid of als Folavit 4 mg) .
* Foliniumzuur (leucovorine) wordt gebruikt als antidotum voor trimethoprim en methotrexaat, en als adjuvans bij colorectale tumoren .
### 4.3 Macrocytose met normale foliumzuur- en B12-waarden
Soms wordt macrocytose geconstateerd terwijl zowel de foliumzuur- als vitamine B12-waarden normaal zijn. In dergelijke gevallen moet gedacht worden aan andere oorzaken, waaronder :
* Overmatig alcoholgebruik (ethyl) .
* Leverziekten .
* Myelodysplastische syndromen .
* Chemotherapie voor tumoren .
* Sideroblasten anemie .
* Koude agglutinine: Dit kan leiden tot een valse macrocytose door de agglutinatie van rode bloedcellen bij lage temperaturen .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Anemie | Anemie is een aandoening waarbij er een tekort is aan rode bloedcellen of hemoglobine, wat leidt tot verminderde zuurstoftransportcapaciteit van het bloed. Dit kan zich uiten in symptomen zoals vermoeidheid, bleekheid en kortademigheid. |
| Reticulocyten | Reticulocyten zijn jonge, onrijpe rode bloedcellen die nog enkele restanten van RNA bevatten. Hun aantal in het bloed is een indicator van de activiteit van het beenmerg bij de aanmaak van nieuwe rode bloedcellen. Een verhoogd aantal duidt op compensatoire productie, bijvoorbeeld na bloedverlies of bij hemolyse. |
| MCV (Mean Corpuscular Volume) | MCV staat voor Mean Corpuscular Volume en is een hematologische parameter die het gemiddelde volume van een individuele rode bloedcel meet. Een lage MCV (microcytair) duidt op kleinere rode bloedcellen, wat vaak gezien wordt bij ijzertekort of thalassemie. Een hoge MCV (macrocytair) duidt op grotere rode bloedcellen, typisch bij vitamine B12- of foliumzuurtekort. |
| Microcytair | Microcytair verwijst naar rode bloedcellen met een kleiner volume dan normaal, wat wordt weerspiegeld in een lage MCV-waarde. Dit kan wijzen op problemen met de hemoglobineproductie, zoals bij ijzertekortanemie of thalassemie, waarbij er te weinig hemoglobine in de rode bloedcellen wordt aangemaakt. |
| Normocytair | Normocytair verwijst naar rode bloedcellen met een normaal volume, wat overeenkomt met een normale MCV-waarde. Normocytaire anemie kan verschillende oorzaken hebben, waaronder acuut bloedverlies, chronische ziekten, nierinsufficiëntie, of hemolytische anemie waarbij de aanmaak van rode bloedcellen de afbraak nog kan compenseren. |
| Macrocytair | Macrocytair verwijst naar rode bloedcellen met een groter volume dan normaal, wat wordt weerspiegeld in een hoge MCV-waarde. Dit is vaak gerelateerd aan deficiënties in de DNA-synthese, zoals een tekort aan vitamine B12 of foliumzuur, of kan voorkomen bij alcoholmisbruik en myelodysplastische syndromen. |
| Ferriprieve anemie | Ferriprieve anemie is anemie die veroorzaakt wordt door een tekort aan ijzer in het lichaam. IJzer is essentieel voor de aanmaak van hemoglobine. Een ijzertekort kan ontstaan door onvoldoende inname, verhoogde behoefte (bv. zwangerschap), of chronisch bloedverlies. |
| Hemoglobine afwijkingen | Hemoglobine afwijkingen omvatten aandoeningen waarbij de structuur of de productie van hemoglobine, het zuurstoftransporterende eiwit in rode bloedcellen, abnormaal is. Voorbeelden hiervan zijn thalassemie en hemoglobinopathieën zoals sikkelcelziekte, die leiden tot ineffectieve erythropoëse of hemolyse. |
| Anemie bij chronische ziekten | Anemie bij chronische ziekten (ACD) is een veelvoorkomende vorm van anemie die optreedt bij patiënten met langdurige infecties, ontstekingsziekten, of maligniteiten. Het mechanisme is complex en omvat vaak een verstoord ijzermetabolisme en een verminderde respons op erytropoëtine. |
| Sideroblastenanemie | Sideroblastenanemie is een groep hematologische aandoeningen waarbij het lichaam wel voldoende ijzer heeft, maar dit niet effectief kan inbouwen in het hemoglobine. Dit leidt tot de ophoping van ijzer in de mitochondriën van de rode bloedcelvoorlopers, resulterend in zogenaamde ringsideroblasten in het beenmerg. |
| Thalassemie | Thalassemie is een erfelijke bloedaandoening die wordt gekenmerkt door een verminderde of afwezige productie van één of meer globineketens van hemoglobine. Dit resulteert in microcytaire, hypochrome anemie en kan variëren van mild (thalassemie minor) tot levensbedreigend (thalassemie major). |
| Hemoglobinopathie | Hemoglobinopathie is een algemene term voor erfelijke aandoeningen die de structuur of de synthese van hemoglobine beïnvloeden. De meest bekende vormen zijn thalassemie en sikkelcelziekte, waarbij de abnormale hemoglobine leidt tot diverse klinische manifestaties afhankelijk van het type afwijking. |
| Sikkelcelziekte (drepanocytose) | Sikkelcelziekte is een erfelijke hemoglobinopathie waarbij een puntmutatie in het bèta-globinegen leidt tot de productie van abnormaal hemoglobine (HbS). Onder zuurstofarme omstandigheden polymeriseert HbS en vervormt het de rode bloedcellen tot een sikkelvorm, wat kan leiden tot vaso-occlusieve crises, orgaanschade en chronische hemolyse. |
| Hemolytische anemie | Hemolytische anemie is een groep anemieën die worden veroorzaakt door een versnelde afbraak (hemolyse) van rode bloedcellen. Deze afbraak kan zowel binnen als buiten de bloedvaten plaatsvinden en kan aangeboren of verworven zijn. |
| Extravasculaire hemolyse | Extravasculaire hemolyse is de afbraak van rode bloedcellen die voornamelijk plaatsvindt in de milt, lever en beenmerg door macrofagen van het reticulo-endotheliale systeem (RES). Dit leidt typisch tot een stijging van indirect bilirubine en een lichte stijging van LDH, maar geen hemoglobine in de urine. |
| Intravasculaire hemolyse | Intravasculaire hemolyse is de afbraak van rode bloedcellen die rechtstreeks in de bloedbaan plaatsvindt. Dit wordt vaak veroorzaakt door mechanische schade, infecties, of toxines. Het kenmerkt zich door de aanwezigheid van vrij hemoglobine in het plasma, wat kan leiden tot hemoglobinurie en een sterk verlaagd haptoglobine. |
| Coombs test (direct en indirect) | De Coombs test is een immunologische test die antilichamen of complementfactoren detecteert die gebonden zijn aan de oppervlakte van rode bloedcellen (directe Coombs test) of aanwezig zijn in het serum (indirecte Coombs test). Het wordt gebruikt om immuun-gemedieerde hemolytische anemie te diagnosticeren. |
| Aangeboren hemolytische anemie | Aangeboren hemolytische anemie zijn erfelijke vormen van anemie die worden veroorzaakt door afwijkingen in de rode bloedcellen zelf, zoals structurele defecten in het celmembraan (bv. sferocytose) of problemen met hemoglobine of enzymen. Ze zijn aanwezig vanaf de geboorte of manifesteren zich al op jonge leeftijd. |
| Verworven hemolytische anemie | Verworven hemolytische anemie is anemie die ontstaat door oorzaken die niet erfelijk zijn, maar zich later in het leven ontwikkelen. Dit kan het gevolg zijn van infecties, medicatie, auto-immuunziekten, mechanische schade aan de rode bloedcellen, of intravasculaire stollingssyndromen. |
| Sferocytose | Sferocytose is een aandoening waarbij rode bloedcellen een bolvorm (sferisch) aannemen in plaats van de normale biconcave schijfvorm. Dit maakt de cellen stijver en vatbaarder voor afbraak, vooral in de milt, en leidt tot hemolytische anemie. Congenitale sferocytose is een erfelijke vorm. |
| Vitamine B12 tekort | Een tekort aan vitamine B12, ook wel cobalamine genoemd, kan leiden tot macrocytaire anemie en neurologische stoornissen. Vitamine B12 is cruciaal voor de DNA-synthese en de werking van het zenuwstelsel. Tekorten ontstaan vaak door dieet (veganisme), malabsorptie (pernicieuze anemie, maag-/darmchirurgie). |
| Foliumzuur tekort | Een tekort aan foliumzuur (vitamine B11) kan leiden tot macrocytaire anemie door een verstoorde DNA-synthese. Foliumzuur is essentieel voor celgroei en -deling. Tekorten kunnen optreden door onvoldoende inname (voeding, ethylisme), malabsorptie, verhoogde behoefte (zwangerschap) of medicatie (antifolaten). |
| Pernicieuze anemie | Pernicieuze anemie is een specifieke vorm van vitamine B12-tekortanemie die wordt veroorzaakt door een auto-immuunreactie tegen de pariëtale cellen van de maag of tegen de intrinsieke factor (IF). Dit leidt tot een ernstige malabsorptie van vitamine B12. |
| Myelodysplastische syndromen (MDS) | Myelodysplastische syndromen (MDS) zijn een groep klonale beenmergstamcelstoornissen die worden gekenmerkt door ineffectieve hematopoëse en een verhoogd risico op het ontwikkelen van acute myeloïde leukemie. Ze kunnen leiden tot pancytopenie, waaronder anemie. |
| Erytropoëse | Erytropoëse is het proces van aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg. Dit proces wordt gereguleerd door hormonen, met name erytropoëtine (EPO), dat door de nieren wordt geproduceerd als reactie op hypoxie. |
| Hemoglobine-elektroforese | Hemoglobine-elektroforese is een laboratoriumtechniek die wordt gebruikt om verschillende soorten hemoglobine te scheiden en te identificeren op basis van hun lading. Het is een belangrijke diagnostische tool voor thalassemieën en andere hemoglobinopathieën. |
| MCV < 65 fl | Een MCV-waarde lager dan 65 femtoliter (fl) duidt op zeer kleine rode bloedcellen, wat typisch is voor ernstige vormen van microcytaire anemie, zoals thalassemie major of ernstig ijzertekort. |
| Erythroferrone | Erythroferrone is een hormoon dat wordt geproduceerd door de beenmergerythroïde voorlopers en dat een rol speelt bij de ijzerregulatie. Het speelt een rol bij ijzeroverstapeling bij bepaalde vormen van thalassemie. |
| Vaso-occlusieve crises | Vaso-occlusieve crises zijn pijnlijke episodes die kenmerkend zijn voor sikkelcelziekte. Ze treden op wanneer sikkelvormige rode bloedcellen de bloedvaten blokkeren, wat leidt tot ischemie en schade aan weefsels en organen. |
| Howell Jolly bodies | Howell Jolly bodies zijn kleine, donkere, ronde inclusies die soms in rode bloedcellen worden aangetroffen. Ze zijn restanten van de kern van een rode bloedcelvoorloper die niet volledig zijn verwijderd. Ze worden vaak gezien na splenectomie, omdat de milt normaal gesproken deze structuren verwijdert. |
| Hydrops fetalis | Hydrops fetalis is een ernstige aandoening waarbij zich grote hoeveelheden vocht ophopen in de lichaamsweefsels en lichaamsholten van een foetus. Het kan veroorzaakt worden door ernstige anemie, zoals bij alfathalassemie met uitgebreide geneliminatie. |
| Microangiopathie | Microangiopathie is een aandoening van de kleine bloedvaten. Bij bloedafbraak kan microangiopathie, zoals gezien bij TTP (trombotische trombocytopenische purpura), leiden tot mechanische beschadiging van rode bloedcellen en hemolyse. |