Cover
Comença ara de franc smv mavo maatschapelijk bewustzijn A robbe.docx
Summary
# Gezondheid en levensstijl
*Summary generation failed for this topic.*
---
# Verslaving en afhankelijkheid
Dit gedeelte behandelt de oorzaken, gevolgen en verschillende vormen van verslaving, met specifieke aandacht voor alcohol, roken en illegale drugs.
### 4.1 Oorzaken van verslaving
Verslaving is een complex proces dat beïnvloed wordt door diverse factoren. Deze kunnen worden onderverdeeld in twee hoofdcategorieën:
* **Omgevingsfactoren:**
* **Sociale factoren:** De mate waarin het gebruik van een middel sociaal geaccepteerd is binnen de omgeving.
* **Financiële factoren:** De betaalbaarheid van het middel.
* **Fysieke factoren:** De verkrijgbaarheid van het middel.
* **Persoonsgebonden factoren:**
* Individuele kenmerken die een verhoogde kans op misbruik van middelen of verslavend gedrag met zich meebrengen. Hieronder vallen onder andere erfelijke aanleg en psychische factoren.
> **Tip:** Het is belangrijk te beseffen dat verslaving een multifactoriële aandoening is, waarbij zowel externe als interne elementen een rol spelen.
Ongeveer 25% van de mensen die alcohol drinken, ontwikkelt een verslaving. Bij nicotine ligt dit percentage significant hoger, namelijk op 95%.
### 4.2 Gevolgen van verslaving
Een verslaving heeft ingrijpende gevolgen op verschillende gebieden:
* **Lichamelijke gevolgen:** Langdurig en overmatig alcoholgebruik kan leiden tot levercirrose. Cocaïnegebruik kan hartklachten veroorzaken.
* **Psychologische gevolgen:** De zin in de realiteit kan veranderen, de focus komt te liggen op het middel, en bestaande depressies kunnen verergeren of nieuwe ontstaan.
* **Sociale gevolgen:** Een verslaving kan iemands leven zodanig domineren dat werken onmogelijk wordt, wat weer leidt tot financiële problemen.
### 4.3 Vormen van verslaving
#### 4.3.1 Geestelijke afhankelijkheid
Hierbij verlangt een gebruiker steeds meer naar een bepaald middel en voelt zich niet meer prettig zonder. Dit speelt met name bij regelmatig gebruik en wanneer middelen worden gebruikt om de werkelijkheid te ontvluchten. Geestelijke afhankelijkheid kan optreden bij vrijwel alle middelen, evenals bij verslavend gedrag zoals gamen en gokken.
#### 4.3.2 Lichamelijke afhankelijkheid
Bij lichamelijke afhankelijkheid protesteert het lichaam wanneer het gebruik stopt, wat resulteert in ontwenningsverschijnselen. Bij alcohol, heroïne, methadon en GHB kunnen deze verschijnselen zeer heftig zijn. Veel andere drugs, zoals cocaïne, XTC en cannabis, geven minder of milde ontwenningsverschijnselen, maar stoppen kan desondanks moeilijk zijn vanwege de sterke geestelijke afhankelijkheid.
### 4.4 Specifieke middelen
#### 4.4.1 Alcohol
* **Wat is alcohol?** Alcohol (ethanol, ethylalcohol) is een kleurloze en smaakloze stof die ontstaat door het gisten van suikers, granen of fruit. Bekende alcoholhoudende dranken zijn bier, wijn en sterke drank.
* **Concentratie alcohol:** Uitgedrukt in graden of percentage, wat staat voor het aantal milliliter alcohol per 100 milliliter drank.
* **Geschiedenis:** Alcohol werd aanvankelijk als medicijn (levenswater) beschouwd. Het woord "alcohol" is Arabisch. In het oude Egypte was bier een dagelijks voedsel, en Grieken en Romeinen dronken wijn aangelengd met water. In de middeleeuwen was bier hygiënischer dan water.
* **Wetgeving (België):**
* **Reclame:** Geen reclame voor alcohol voor of na kinderprogramma's, geen minderjarigen in beeld, geen link met sportprestaties, en een educatieve slogan is verplicht.
* **Leeftijd:** Verboden onder 16 jaar. Vanaf 16 jaar toegestaan voor bier en wijn. Vanaf 18 jaar ook voor sterke drank.
* **Verkeer:** Limiet van 0,5 promille, en 0,2 promille voor professionele bestuurders.
* **Openbaar dronkenschap:** Strafbaar op een openbare plaats.
* **Effecten van alcohol:** Afhankelijk van gewicht, maaginhoud (nuchtere maag versterkt effect), stress, vermoeidheid en lichaamsvocht.
* **Kater:** Ontstaat door alcohol, slaapgebrek, afbraakproducten en vochtverlies. Aanpakken kan door veel water, fruit, fruitsap en een stevig ontbijt.
* **Bingedrinken:** Het consumeren van een grote hoeveelheid alcohol in korte tijd. Europese richtlijnen: 6 standaardglazen voor mannen, 4 voor vrouwen binnen 2 uur.
* **Gezondheidsrisico's:** Ziekte van de lever, ontstekingen maag/slokdarm, verhoogde bloeddruk, zenuwstelselproblemen, kanker, hoge cholesterol, slaap- en geheugenproblemen (syndroom van Korsakov).
* **Alcoholcontrole:** Ademonalyse (S: safe, P: positief, A: alarm). Bij weigering: automatisch P en 6 uur rijverbod.
* **Campagnes:** BOB (alcohol in het verkeer), Responsible Young Drivers (veiliger verkeer), Tournée Minérale (maand zonder alcohol).
#### 4.4.2 Roken
* **Gevolgen:** Ongeveer 15.000 doden per jaar in België door roken.
* **Verslavendheid:** Nicotine is een van de meest verslavende producten.
* **Wetgeving (België):**
* Niet meer roken op of rond schoolterreinen (sinds 2018).
* Minimaal 19 sigaretten per pakje.
* Gezondheidswaarschuwingen op pakjes.
* Verboden sigaretten en vapes uit te stallen in winkels (sinds april 2025).
* Niet meer roken op terrassen (vanaf 2026).
* Verboden te roken in de auto met een kind op de achterbank (sinds 2019).
* E-sigaret met tabak toegelaten op de Belgische markt (sinds 2016).
#### 4.4.3 Illegale drugs
* **Cannabis (marihuana, hasj):**
* **Oorsprong:** Plant (hennep) en producten zoals marihuana (gedroogde bloemtoppen) en hasj (harskorrels).
* **Werkzame stof:** THC (tetrahydrocannabinol).
* **Effect:** Versterkt gevoelens, werkt meestal rustgevend. Hallucinaties en "bad trips" zijn mogelijk bij hoge doses of stress.
* **Gebruik:** Inhaleren (joint, pijp, verdamper), verwerkt in voedsel (spacecake), als pijnstiller.
* **Wetgeving (België):** Dealen is altijd verboden. Bezit en gebruik verboden onder 18 jaar. Maximaal 1 plant of minder dan 3 gram op zak voor 18-plussers leidt meestal tot een proces-verbaal zonder gevolg.
* **Cijfers:** 1 op 3 van 15-64 jaar heeft ooit geëxperimenteerd. Hoogst gebruik in leeftijdscategorie 15-24 jaar.
* **Cocaïne (Coke, Sossa, Witte, Snow):**
* **Oorsprong:** Bladeren van de cocastruik (Andes). Kauwen op cocabladeren tegen hoogziekte.
* **Ontstaan:** Chemische bewerking tot wit of geel poeder. Freebase is goedkopere bewerkte vorm. Populair als uitgaansdrug eind jaren '90.
* **Effect:** Oppeppende drug met korte werking (± 1 uur). Geeft energie en zelfvertrouwen. Honger en vermoeidheid worden onderdrukt. Lange termijn: angst, rusteloosheid, agressie. Risico op psychologische afhankelijkheid.
* **Gebruik:** Snuiven of spuiten.
* **Crack:** Cocaïne gekookt met maagzout en ammoniak. Roken zorgt voor snelle, intense, maar korte roes, gevolgd door depressieve gevoelens, wat de drang tot hergebruik vergroot. Verslavender dan snuiven.
* **GHB (Vloeibare XTC - onjuiste benaming):**
* **Samenstelling:** Chemische stoffen, kleur- en geurloos, lichte zoutsmaak.
* **Effect:** Lage dosis: roes, blijheid, euforie. Hogere dosis: slaapverwekkend.
* **Gebruik:** Oraal ingenomen. Werking tussen 90-120 minuten. Meestal verkocht als vloeistof in buisjes, soms als poeder of in capsules.
* **Heroïne (Bruine, brown sugar, horse, junk, smack):**
* **Oorsprong:** Afgeleid van morfine, afkomstig uit opium van de papaverplant (Groeit o.a. in Turkije, Afghanistan).
* **Effect:** Korte "flash", gevolgd door een roes van 4-6 uur. Warm, euforisch, lichamelijk welbevinden.
* **Gebruik:** Verwarmen en inhaleren ("chinezen"), oplossen en inspuiten (met citroensap), roken (met tabak). "Speedbal" is combinatie met cocaïne.
* **Ketamine (Special K, ket):**
* **Oorsprong:** Verdovingsmiddel voor dieren en patiënten met ernstige brandwonden.
* **Effect:** Dissociatie tussen lichaam en geest, dromerig, zweverig. Verandering van kleuren, tijd en ruimte. "K-hole" (bijna-doodervaring) mogelijk.
* **Gebruik:** Vloeibaar of poeder. Snuiven, spuiten, slikken. Effect varieert met dosis, duurt 30 min - 1,5 uur. Intramusculair of intraveneus.
* **LSD (Tripmiddel):**
* **Effect:** Hallucinaties. Risico op "flashbacks" (maanden na gebruik) en "bad trips".
* **Gebruik:** Reuk-, kleur- en smaakloze vloeistof op suikerklontjes, zegels, vloeipapier, tabletten, of in pillen. Effect voelbaar na 30-60 min, piek na 3 uur, trip tot 12 uur.
* **Speed (Amfetamines):**
* **Oorsprong:** Vroeger gebruikt als medicijn (astma, depressies). Besef van afhankelijkheid, bloeddrukverhoging en hartschade ontstond vanaf de jaren '50.
* **Effect:** Meer energie, vergroot uithouding, meer zelfvertrouwen, euforisch, actief. Minder honger, minder vermoeidheid. Effect duurt 4-8 uur.
* **Gebruik:** Poeder of pil. Snuiven, slikken, spuiten, oplossen in vloeistof. "ICE" is rookbare vorm.
* **XTC (MDMA - "uitgaansdrug", "love drug"):**
* **Effect:** Extraverter, emotioneler, blij, ontspannen, zorgeloos. Risico op droge mond, stijgende temperatuur, verhoogde bloeddruk en hartslag (XTC-kater).
* **Gebruik:** Slikken (pil, bol), oplossen of inslikken in sigarettenblaadjes (poeder).
* **Snuifmiddelen (lijm, brandstof, ontvlekker, oplosmiddelen):**
* **Oorsprong:** Synthetische, vluchtige stoffen, niet illegaal.
* **Effect:** Licht in het hoofd, vrolijk, lacherig. Risico op hersenschade bij regelmatig/langdurig gebruik.
* **Gebruik:** Direct inhaleren uit bus, of via zak, ballon, prop watten.
* **NPS (Nieuwe Psychoactieve Substanties / Legal Highs):**
* **Kenmerk:** Wijken qua samenstelling af van verboden middelen om wetgeving te ontwijken.
* **Andere benamingen:** Research chemicals, smartdrugs, designer drugs, herbal highs, bath salts.
* **Drugswiel:** VAD gebruikt het drugwiel sinds 2018 om drugs te classificeren.
---
# Migratie en integratie
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding voor het onderwerp "Migratie en integratie", gebaseerd op de verstrekte documentatie en conform de gestelde eisen.
## 3. Migratie en integratie
Migratie omvat de verplaatsing van mensen van de ene plaats naar de andere, met immigratie en emigratie als overkoepelende termen.
### 3.1 Definities en soorten migratie
* **Migratie:** De algemene term voor de verplaatsing van een groep mensen van de ene plaats naar de andere.
* **Immigratie:** Het ergens anders gaan wonen.
* **Emigratie:** Het verlaten van het geboorteland of een ander land.
* **Migrant:** Een persoon die uit eigen beweging zijn land van herkomst verlaat.
* **Vluchteling:** Iemand die zijn land van herkomst ontvlucht vanwege gegronde vrees voor vervolging op basis van politieke overtuiging, ras, sociale groep, religie of nationaliteit. Bescherming kan niet worden verkregen van de eigen overheid, of de overheid is er verantwoordelijk voor. De definitie is vastgelegd in het VN-vluchtelingenverdrag van 1951.
* **Subsidiaire bescherming:** Een beschermingsstatuut voor personen die vluchten voor oorlog, burgeroorlog, foltering, onmenselijke behandeling, de doodstraf of executie. Zij voldoen niet aan de criteria voor een vluchtelingenstatuut maar hebben wel bescherming nodig. Dit statuut is tijdelijk en eindigt wanneer de situatie in het herkomstland stabiliseert.
* **Asielzoeker:** Een individu dat beweert een vluchteling te zijn, wiens aanvraag nog onder onderzoek is. Niet elke vluchteling vraagt asiel aan, en niet elke asielzoeker is een vluchteling.
* **Vreemdeling/Buitenlander:** Iemand die niet de nationaliteit bezit van het land waar hij/zij verblijft.
* **Remigrant:** Iemand die na lange tijd terugkeert naar zijn land van herkomst.
* **Transmigrant:** Een migrant die tijdelijk in een ander land verblijft alvorens zich te vestigen in het bestemmingsland.
* **Economische migrant:** Iemand die om economische redenen verhuist, hopend op betere werk- of levensomstandigheden.
* **Kennismigrant:** Iemand die migreert vanwege de vraag naar zijn specifieke kennis of ervaring. Dit kan leiden tot braindrain.
* **Pensioenmigrant:** Iemand die niet meer economisch actief is en verhuist om van zijn pensioen te genieten.
* **IDP (Internally Displaced Person):** Ontheemde personen binnen hun eigen land.
* **Push- en pullfactoren:**
* **Pullfactoren:** Aantrekkende factoren in een ander land, die voortkomen uit persoonlijke motivieven (economisch, klimaat, etc.).
* **Pushfactoren:** Factoren in het land van herkomst die aanzetten tot vertrek (oorlog, vervolging, mensenrechten, natuurrampen, etc.).
### 3.2 Migratie en België in een historisch kader
* **Eerste Wereldoorlog:**
* **Naar Nederland:** Ongeveer één miljoen Belgen vluchtten naar het neutrale Nederland. Deze vluchtelingen konden niet werken en werden door Nederland opgevangen. Belgen die collaboreerden met de Duitsers werden als landverraders vervolgd.
* **Naar Groot-Brittannië:** Een kwart miljoen Belgen trok naar Groot-Brittannië, waar dorpen werden opgericht met eigen instellingen, bestuurd door de Belgische overheid.
* **Interbellum (1918-1940):**
* In 1921 richtte de Noor Fridtjof Nansen de organisatie voor hulp aan vluchtelingen op in Genève. Deze organisatie zorgde voor de repatriëring van krijgsgevangenen en introduceerde het **Nansenpaspoort**, dat reizen mogelijk maakte voor mensen zonder papieren en gold als tijdelijke verblijfsvergunning binnen de Volkenbond.
* In 1918 werd de **identiteitskaart** ingevoerd in België.
* In 1921 werd het **vreemdelingenregister** ingevoerd om te voorkomen dat immigranten concurrentie vormden voor nationale burgers. Immigranten deden vaak zwaar werk en kregen verblijfsvergunningen van maximaal 10 jaar.
* In 1935 voerde Hitler de **Neurenbergerwetten** in, die Joden hun burgerrechten ontnamen.
* Tijdens de **burgeroorlog in Spanje (1936-1939)** werden België en andere buurlanden overspoeld door vluchtelingen. Afspraken werden gemaakt volgens het principe van het **eerste asielland** (het land van eerste asielaanvraag is verantwoordelijk) en het principe van **non-refoulement** (vluchtelingen mogen niet worden teruggestuurd als hun leven gevaar loopt).
* **Na de Tweede Wereldoorlog:**
* **Marshallplan (1947):** Een initiatief van George Marshall om getroffen Europese landen te ondersteunen bij hun economische heropbouw.
* **Duitse krijgsgevangenen:** In de eerste jaren na de oorlog werden Duitse krijgsgevangenen ingezet voor het zware werk in de mijnen.
* **Italiaanse gemeenschap:** Vanwege een tekort aan arbeidskrachten in de staal- en mijnindustrie sloot België een contract met Italië. De slechte woon- en werkomstandigheden en het racisme, geaccentueerd door de mijnramp van Marcinelle (1956) met 136 slachtoffers, leidden tot het verbreken van het contract.
* **Turkse gemeenschap:** In 1964 werd een bilateraal akkoord met Turkije ondertekend om migratie te organiseren. De Belgische overheid moedigde gezinshereniging aan om integratie te bevorderen.
* **Marokkaanse gemeenschap:** In 1964 sloot Marokko een akkoord met België, gericht op de regulering van arbeidsmigratie. Gezinsvorming werd ook hier aangemoedigd. Vanaf de jaren '70 werden de arbeidsmigratiebanden aangehaald, en na 1985 nam de migratie toe met een focus op gezinsvorming.
* **Spanjaarden, Portugezen en Grieken:** Migratie van inwoners van de EEG was makkelijker door hun lidmaatschap, maar de noodzaak tot permanente vestiging was minder groot.
* **Situatie vanaf 1985:**
* Migratiestromen zijn sterk verbonden met internationale gebeurtenissen: vluchtelingenstromen uit Algerije (eind jaren '90), politieke instabiliteit in Congo, en het uiteenvallen van Joegoslavië (1991-2001) leidend tot vluchtelingen uit Albanië, Kosovo, Macedonië, Slovenië, Kroatië, Bosnië-Hercegovina en Servië.
* Sinds 2000 is er meer migratie uit Irak (ontwrichting na verdrijving Saddam Hoessein) en Afghanistan (onrust door de Taliban en Al Qaeda).
* De burgeroorlog in Syrië (vanaf 2011) leidde tot de vlucht van 11 miljoen Syriërs.
### 3.3 Verblijf en procedures in België
* **Illegale migranten:** Personen die zonder visum een land betreden.
* **Dublin-akkoord:** Vluchtelingen moeten asiel aanvragen in het land waar ze illegaal Europa binnenkwamen. De lidstaat van eerste binnenkomst is verantwoordelijk voor de asielaanvraag.
* **Verblijfsvergunningen in België:**
* Gezinshereniging: Voor echtgenoten/geregistreerde partners, bloedverwanten in opgaande/afgaande lijn, zorgdragers van een kind met beperking, en familie van vluchtelingen/subsidiaire beschermden.
* Bescherming aanvragen: Via een visum kan een asielaanvraag worden ingediend, met kans op vluchtelingenstatuut of subsidiaire bescherming. Dit kan ook na illegale binnenkomst.
* Uitzonderlijk verblijf: Toegekend om medische of humanitaire redenen, zeer uitzonderlijk.
* Werken in België: Vereist een arbeidscontract.
* **Asielprocedure:** Procedure om na te gaan of iemand recht heeft op een vluchtelingenstatuut of subsidiaire bescherming.
* Bevoegde instanties:
1. **Dienst Vreemdelingenzaken:** Verantwoordelijk voor toegang tot grondgebied, vestiging en verwijdering; registratie van de aanvraag en bepaling van de verantwoordelijke lidstaat.
2. **Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS):** Onderzoekt de aanvragen en beslist over het statuut na een interview en uitgebreid onderzoek.
3. **Raad voor Vreemdelingenbetwistingen:** Behandelt beroepen tegen beslissingen van de voorgaande instanties.
4. **Raad van State:** Behandelt cassatieberoepen tegen arresten van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en controleert op procedurefouten.
* **Uitkomsten van het asielonderzoek:**
1. **Asiel geweigerd:** De persoon krijgt een bevel het grondgebied te verlaten (zelfstandig binnen 30 dagen). Bij niet-naleving wordt de persoon illegaal en kan hij worden uitgezet. Kinderen die illegaal verblijven, hebben recht op onderwijs en kunnen op school niet worden opgepakt.
2. **Subsidiaire bescherming:** Verleend als er geen recht is op een vluchtelingenstatuut (bv. bij oorlog). Geeft recht op een tijdelijke verblijfsvergunning van 1 jaar, na 5 jaar een permanente verblijfsvergunning.
3. **Statuut van vluchteling:** Erkende vluchtelingen krijgen een verblijfsvergunning voor 5 jaar, daarna een Belgische identiteitskaart. Vluchtelingen moeten in afwachting van hun statuut een arbeidskaart hebben; na erkenning zijn ze vrijgesteld.
### 3.4 Inburgeringstrajecten
Een inburgeringsprogramma omvat:
* Een cursus Nederlands.
* Een cursus over leven in België (werken, wonen, onderwijs, rechten en plichten), aangeboden in meerdere talen.
* Hulp bij het zoeken naar werk of opleiding.
* Informatie over sport, cultuur en vrije tijd.
* **Prijs:** 360 euro (180 euro voor maatschappelijke oriëntatie, 180 euro voor Nederlands).
* **Verwachtingen:**
* Taalniveau A2 (aantonen via centraal examen).
* Twee jaar na het traject: mondeling B1-niveau (niet vereist bij werk).
* Minimaal 70% score op de maatschappelijke oriëntatietest.
* **Buddy:** Elke inburgeraar krijgt een buddy die begeleiding biedt en helpt bij integratie in de samenleving.
---
# Duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voldoet aan de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.
### 6.1 Focuspunten van duurzame ontwikkeling
Bij duurzame ontwikkeling ligt de focus op drie kernaspecten:
* **People (mensen):** Dit omvat het sociale aspect, gericht op het verminderen van sociale ongelijkheid.
* **Planet (planeet):** Dit is het ecologische aspect, met de nadruk op zorg voor het milieu.
* **Profit (winst):** Dit betreft het economische aspect, gericht op vooruitgang, ontwikkeling en welvaart.
### 6.2 Milieu, klimaat en ecologie
* **Milieu:** De omgeving waarin een organisme leeft en het geheel van voorwaarden en invloeden die essentieel zijn voor het leven van mensen, dieren en planten.
* **Klimaat:** De gemiddelde weertoestand over een langere periode (minimaal 30 jaar), gebaseerd op neerslag, temperatuur, luchtdruk, wind, vocht en bewolking. Dit is anders dan het weer, dat een korte termijn fenomeen is.
* **Ecologie:** De studie van de relaties tussen organismen, populaties of gemeenschappen en hun omgeving.
* **Ecologische voetafdruk:** Een maat die aangeeft hoeveel biologische grond- en wateroppervlakte een bevolkingsgroep gebruikt om zijn consumptieniveau te handhaven en afval te verwerken.
Milieuhinder, zoals rookhinder, luchthinder, geluidsoverlast, geurhinder, bodemverontreiniging en sluikstorten, kan leiden tot negatieve effecten op mens en dier, inclusief gezondheidsproblemen.
### 6.3 Historische ontwikkelingen en internationale initiatieven
Diverse organisaties en rapporten hebben bijgedragen aan de conceptualisering en bevordering van duurzame ontwikkeling:
* **Club van Rome:** Opgericht in 1968 door Europese wetenschappers, gericht op kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar de samenhang van wereldproblemen. Hun rapport "Limits to Growth" (1972) benadrukte de begrensdheid van natuurlijke hulpbronnen.
* **UNEP (United Nations Environment Programme):** Opgericht in 1972, coördineert milieuactiviteiten binnen de VN en stelt internationale normen voor milieubeleid.
* **Brundlandt-rapport:** Legde het verband tussen milieuproblemen en armoede enerzijds, en consumptie en productie anderzijds. Dit rapport introduceerde de algemeen aanvaarde definitie van duurzame ontwikkeling.
* **Conference of the Parties (COP):** Jaarlijkse VN-conferenties over klimaat.
* **Kyoto (1997):** Opstelling van het Kyotoprotocol, met als doel de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
* **Parijs (2015):** Nieuw internationaal klimaatverdrag met afspraken over de vermindering van broeikasgasuitstoot en de beperking van de opwarming tot 2°C.
* **Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals - SDGs):** De VN-doelstellingen om tegen 2030 te werken aan duurzame ontwikkeling, met focus op klimaat, sociaal en economisch vlak.
### 6.4 Oorzaken en gevolgen van klimaatverandering
* **Oorzaken van het versterkt broeikaseffect:**
* De verbranding van fossiele brandstoffen (steenkool, aardolie, gas) sinds de industriële revolutie heeft geleid tot een enorme stijging van de CO2-uitstoot.
* Slechts de helft van de uitstoot wordt geabsorbeerd door bomen, planten en oceanen. De andere helft verhoogt de CO2-concentratie in de atmosfeer.
* **Gevolgen van het versterkt broeikaseffect:**
* Extreem weer.
* Veranderingen in de straalstroom.
* Diverse andere effecten.
De mens is de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering door:
* **Bevolkingsgroei:** Een significante toename van de wereldbevolking, mede dankzij verbeterde technologie in landbouw en gezondheidszorg.
* **Toenemende consumptie:** De evolutie naar een consumptiemaatschappij met veel productie en verbruik, mede gedreven door technologische vooruitgang.
* **Mondialisering:** Vereenvoudigd en toegenomen internationaal transport van goederen, met grensoverschrijdende productie en verspreiding door internationale bedrijven.
#### 6.4.1 De ecologische voetafdruk in België
De ecologische voetafdruk van de gemiddelde Belg ligt tussen de 5.25 en 7 hectare, terwijl het eerlijk aarde-aandeel slechts 2.1 hectare bedraagt. Dit illustreert een aanzienlijk overschrijden van de draagkracht van de planeet.
#### 6.4.2 Natuurrampen
Natuurrampen zijn natuurverschijnselen met ernstige gevolgen voor mens, dier en omgeving. Ze worden veroorzaakt door:
* **Exogene krachten:** Oorzaken vanuit de atmosfeer (stormen, droogte, overstromingen, etc.).
* **Endogene krachten:** Krachten vanuit de aarde zelf (aardbevingen, tsunami's).
### 6.5 Alternatieve energiebronnen
Alternatieve energiebronnen zijn een duurzaam alternatief voor eindige fossiele brandstoffen die veel CO2 uitstoten. Voorbeelden zijn:
* Zonne-energie
* Windenergie
* Biomassa-energie
* Waterkracht
Het gebruik van natuurelementen als energiebron is niet nieuw; wind- en watermolens waren al eerdere voorbeelden van het omzetten van natuurkrachten in energie.
### 6.6 Afvalbeleid in België
Afvalophaling en -beleid in België wordt georganiseerd op gewestelijk niveau. In Vlaanderen zijn de belangrijkste organisaties:
1. **BEBAT:** Verantwoordelijk voor de inzameling van batterijen.
2. **Recupel vzw:** Organiseert de inzameling, sortering, verwerking en recyclage van elektrische en elektronische apparaten.
3. **OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij):** Zorgt voor een doordachte en milieubewuste omgang met afval, materialen en bodem in Vlaanderen.
Het beleid van OVAM is gebaseerd op de volgende pijlers:
* Preventie
* Hergebruiken
* Recycleren
* Verbranden
* Storten
---
**Tip:** Het begrijpen van de 'triple bottom line' (people, planet, profit) is essentieel voor duurzame ontwikkeling. Deze drie elementen zijn onderling verbonden en dienen in balans te zijn.
---
# Seksualiteit en gender
Dit onderwerp behandelt de juridische aspecten van seks en seksuele meerderjarigheid, misbruik zoals aanranding en verkrachting, de #MeToo-beweging, en thema's rond genderidentiteit, seksuele oriëntatie, en online veiligheid.
## 5. Seksualiteit en gender
### 5.1 Seksualiteit in de wetgeving en seksuele meerderjarigheid
De wetgeving rond seksualiteit is gebaseerd op twee kernprincipes: de privésfeer van iemands seksualiteit en het recht om toestemming te geven.
* **Seksuele meerderjarigheid:** Vanaf 16 jaar is men seksueel meerderjarig, wat betekent dat men juridisch gezien toestemming kan geven voor seksuele handelingen. Dit wordt ook wel het 'seksueel zelfbeschikkingsrecht' genoemd.
* **Aanpassing nieuwe wet (2022):** Een belangrijke aanpassing in de wetgeving sinds de zomer van 2022 is dat seksuele betrekkingen tussen twee personen die beiden tussen 14 en 16 jaar oud zijn, niet langer als een wettelijke overtreding worden beschouwd. Voorheen werd hier geen rekening mee gehouden, wat problemen kon veroorzaken in settings waar jongeren samenleven.
* **Dwang en toestemming:** Seksuele handelingen mogen nooit onder dwang plaatsvinden. Seks onder dwang of geweld is altijd strafbaar. Dwang kan ook voortvloeien uit machtsmisbruik, zoals door een leraar, trainer, monitor of directeur.
* **Openbare zedenschennis:** Het hebben van seks op een openbare plaats, zoals toiletten, het bos of het strand, is verboden en kan leiden tot strafrechtelijke vervolging wegens openbare zedenschennis. Ook het tentoonspreiden van geslachtsdelen in het openbaar is bij wet verboden.
#### 5.1.1 Aanranding van de eerbaarheid, verkrachting en ongewenste intimiteit
* **Aanranding van de eerbaarheid:** Dit omvat seksuele handelingen tegen iemands wil in, zonder penetratie. Voorbeelden zijn dwang om zich uit te kleden of het afpersen van het doorsturen van seksuele foto's.
* **Verkrachting:** Verkrachting impliceert wel penetratie en vindt plaats tegen iemands wil in.
* **Ongewenste intimiteit:** Dit is gedrag dat iemand stoort, choqueert of intimideert, en vooral ongewenst is. Dit kan variëren van gebaren en het ontvangen van ongepaste foto's tot het uiten van homofobe opmerkingen.
#### 5.1.2 De #MeToo-beweging
De #MeToo-beweging ontstond in oktober 2017 als reactie op seksueel grensoverschrijdend gedrag. De hashtag ging viraal nadat actrice Alyssa Milano een oproep deed op Twitter voor mensen om hun ervaringen te delen. Uit onderzoek blijkt dat een aanzienlijk deel van de bevolking, zowel vrouwen als mannen, te maken heeft gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag, zowel 'hands-off' (niet-fysiek) als 'hands-on' (fysiek).
> **Tip:** Sensoa heeft een methodiek ontwikkeld met een vlaggensysteem om te beoordelen of seksueel gedrag gepast is. Dit systeem hanteert zes criteria (wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, ontwikkelings-/functioneringsniveau, context, impact) die leiden tot vier kleurgecodeerde vlaggen: groen (aanvaardbaar), geel (licht grensoverschrijdend), rood (ernstig grensoverschrijdend) en zwart (zwaar grensoverschrijdend).
### 5.2 Genderidentiteit en seksuele oriëntatie
* **Geslacht:** Het geslacht is biologisch bepaald en wordt bepaald door de geslachtsorganen bij de geboorte. In België is men standaard geregistreerd als man of vrouw, met momenteel geen optie om interseks aan te duiden, hoewel dit in sommige andere landen wel mogelijk is.
* **Gender (Genderidentiteit):** Genderidentiteit heeft te maken met hoe iemand zich voelt. Dit is een spectrum en kan variëren van sterk vrouwelijk tot sterk mannelijk, of ergens daartussenin, of zelfs geen van beide.
* **Cisgender:** Wanneer iemands biologische geslacht en genderidentiteit overeenkomen, spreekt men van cisgender.
* **Transgender:** Wanneer iemands biologische geslacht en genderidentiteit niet overeenkomen, spreekt men van transgender.
* **Genderexpressie:** Dit is de manier waarop iemand zich uit naar de buitenwereld, bijvoorbeeld door kleding, kapsel, gedrag of voorkeuren. Dit kan vrouwelijk, mannelijk, of een mix van beide zijn.
* **Travestie:** Het aannemen van de stereotiepe genderexpressie van het tegenovergestelde geslacht.
* **Androgynie:** Het mixen van vrouwelijke en mannelijke genderexpressies.
* **Seksuele oriëntatie (Aantrekking):** Dit beschrijft tot wie men zich seksueel en romantisch aangetrokken voelt.
* **Heteroseksueel:** Aangetrokken tot het andere geslacht.
* **Homoseksueel:** Aangetrokken tot hetzelfde geslacht.
* **Biseksueel:** Aangetrokken tot beide geslachten.
* **Panseksueel:** Aangetrokken tot iemands innerlijk, ongeacht geslacht.
* **Aseksueel:** Geen seksuele aantrekkingskracht voelen, hoewel romantische aantrekking wel mogelijk is.
De term **LGBTQIA+** staat voor: L (Lesbisch), G (Gay), B (Bi), T (Trans), Q (Queer/Questioning), I (Inter), A (Aseksueel), en de '+' die staat voor andere identiteiten. Ongeveer 3 tot 8 procent van de bevolking identificeert zich als holebi.
### 5.3 Online veiligheid: sexting en catfishing
#### 5.3.1 Sexting
Sexting is het versturen van seksueel getinte berichten, foto's of video's via smartphones en tablets. Het komt veel voor onder jongeren. Jongens sturen vaker volledig naakte beelden, terwijl meisjes vaker minder expliciete beelden versturen.
* **Sextortion:** Dit is afpersing met behulp van pikante beelden van een persoon.
* **Revenge Porn:** Het online verspreiden van privé beelden door een ex-partner.
> **Tip:** Om veilig aan sexting te doen:
> * Vermijd dat je gezicht zichtbaar is op foto's om anonimiteit te bewaren.
> * Dek eventuele tatoeages af.
> * Wees bewust van de achtergrond op foto's.
> * Stuur foto's alleen door naar mensen die je kent en vertrouwt.
> * Voel je nooit verplicht om foto's te sturen.
#### 5.3.2 Catfishing
Catfishing is het misleiden van mensen door middel van een nep-profiel, waarbij iemand zich voordoet als iemand anders. Redenen hiervoor kunnen verveling, financieel gewin, het aangaan van een relatie, contact zoeken met minderjarigen, of het verkrijgen van beelden om door te sturen, zijn.
> **Tip:** Om een catfish te ontmaskeren:
> * Controleer de foto's op het profiel.
> * Bestudeer reacties op foto's en statussen; controleer of de genoemde 'vrienden' ook echt bestaan.
> * Gebruik Google om de naam te combineren met mogelijke scholen of werkplekken en controleer de juistheid van de informatie.
> * Start een videogesprek.
#### 5.3.3 Victim blaming en self-blaming
* **Victim blaming:** Dit houdt in dat de verantwoordelijkheid voor een gebeurtenis bij het slachtoffer wordt gelegd in plaats van bij de dader. Bijvoorbeeld, iemand die naaktfoto's verstuurt die vervolgens verspreid worden, krijgt te horen dat ze dit niet had moeten doen. Hoewel het sturen van foto's de eigen verantwoordelijkheid is, ligt een minstens even grote verantwoordelijkheid bij degene die de beelden verspreidt.
* **Self-blaming:** Dit is een gevolg van victim blaming, waarbij iemand zelf gaat geloven dat hij of zij schuldig is, vaak onder invloed van de omgeving. Dit kan een grote impact hebben op het zelfbeeld, vooral in kwetsbare situaties.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Health literacy | Gezondheidsgeletterdheid, de kennis, vaardigheden en motivatie die mensen nodig hebben om gezondheidsinformatie te vinden, te begrijpen en toe te passen om hun eigen gezondheid te bevorderen en de levenskwaliteit te behouden of te verbeteren. |
| Macronutriënten | Essentiële voedingsstoffen die in grote hoeveelheden nodig zijn voor energie en lichaamsfuncties, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, alcohol en water. |
| Micronutriënten | Essentiële voedingsstoffen die in kleine hoeveelheden nodig zijn, maar onmisbaar zijn voor de goede werking van het lichaam en de weerstand, zoals vitaminen, mineralen en sporenelementen. |
| Enkelvoudige koolhydraten | Dit zijn suikers, zoals fructose in fruit en lactose in melk. Ze leveren snel energie en worden ook toegevoegd aan voedingsmiddelen of vervangen door zoetstoffen. |
| Meervoudige koolhydraten | Complexe koolhydraten die voorkomen in granen, aardappelen, peulvruchten en groenten. Ze leveren energie en zijn een bron van vitaminen, waarbij onbewerkte varianten de voorkeur hebben. |
| BMI (Body Mass Index) | Een index die het verband aangeeft tussen gewicht en lengte, gebruikt om te bepalen of iemand een gezond gewicht heeft. De berekening is gewicht gedeeld door lengte in het kwadraat. |
| Energiebalans | Het evenwicht tussen de hoeveelheid energie die het lichaam opneemt via voeding en de hoeveelheid energie die het verbruikt door lichaamsactiviteiten en basale stofwisseling. |
| Ultra bewerkt voedsel | Voedingsmiddelen die 5 of meer ingrediënten bevatten en waarvoor chemische processen en methoden zijn gebruikt die thuis niet nagebootst kunnen worden, wat kan duiden op een lagere voedingswaarde. |
| Psychische aandoening | Een toestand waarbij iemand gedurende een langere periode niet meer psychisch kan functioneren zoals gewenst, met een verlies van controle over gedrag en emoties, wat verschilt van een tijdelijke dip. |
| Syndroom | Een combinatie van psychische symptomen die verband houden met elkaar, wat wijst op een meer structureel psychisch probleem dan afzonderlijke klachten. |
| Afhankelijkheid | Een voortdurende, dwangmatige behoefte aan een bepaald middel of gedrag, waarbij de verslaving de normale functie van het dagelijks leven beïnvloedt en beheerst. |
| Geestelijke afhankelijkheid | De psychologische behoefte aan een middel, waarbij iemand zich niet prettig voelt zonder het middel en het gebruikt om de werkelijkheid te ontvluchten of problemen te ontlopen. |
| Lichamelijke afhankelijkheid | De situatie waarin het lichaam protesteert bij het stoppen van het gebruik van een middel, wat leidt tot ontwenningsverschijnselen die variëren in ernst afhankelijk van het middel. |
| Bongedrinken | Het consumeren van een grote hoeveelheid alcohol binnen een korte tijdspanne, met Europese richtlijnen die dit definiëren als 6 standaardglazen voor mannen en 4 voor vrouwen binnen 2 uur. |
| Migratie | De verplaatsing van mensen van de ene plaats naar de andere, een overkoepelende term die zowel immigratie (het ergens anders gaan wonen) als emigratie (het verlaten van het geboorteland) omvat. |
| Vluchteling | Iemand die zijn land van herkomst ontvlucht vanwege gegronde vrees voor vervolging op basis van politieke overtuiging, ras, sociale groep, religie of nationaliteit, en waarbij de overheid geen bescherming biedt of verantwoordelijk is. |
| Subsidiaire bescherming | Een beschermingsstatuut voor personen die vluchten voor oorlog, foltering of onmenselijke behandeling, maar niet voldoen aan de definitie van vluchteling, met een tijdelijk karakter totdat de situatie in het herkomstland stabiliseert. |
| Duurzame ontwikkeling | Ontwikkeling die voorziet in de behoeften van het heden zonder de mogelijkheid voor toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien, gericht op sociale rechtvaardigheid, ecologische duurzaamheid en economische welvaart. |
| Ecologische voetafdruk | Een maatstaf die aangeeft hoeveel biologische grond- en wateroppervlakte een bevolkingsgroep gebruikt om zijn consumptiepatroon te handhaven en afval te verwerken, vergeleken met de beschikbare draagkracht van de aarde. |
| Klimaat | De gemiddelde weertoestand over een langere periode, bepaald door gemiddelden van neerslag, temperatuur, luchtdruk, wind, vocht en bewolking gedurende minstens 30 jaar, wat verschilt van het kortetermijnweer. |
| Seksualiteit | Alle seksueel getinte handelingen, al dan niet met penetratie, waarbij de wet uitgaat van het privékarakter en het principe van wederzijdse toestemming, met seksuele meerderjarigheid vanaf 16 jaar. |
| Gender | De innerlijke beleving van iemands geslacht, die kan variëren op een spectrum van vrouwelijk tot mannelijk, of ergens daartussenin, en die losstaat van biologisch geslacht. |
| LGBTQIA+ | Een acroniem dat staat voor Lesbisch, Gay, Biseksueel, Transgender, Queer/Questioning, Intersekse, Aseksueel, en een '+' om andere identiteiten aan te duiden, die verschillende seksuele oriëntaties en genderidentiteiten vertegenwoordigt. |
| Catfishing | Het gebruik van een nepprofiel om iemand te misleiden, vaak met als doel geld te ontfutselen, een relatie aan te gaan, of schadelijke beelden te verkrijgen, waarbij identiteitsverval en misleiding centraal staan. |
| Victim blaming | Het leggen van de verantwoordelijkheid voor een misdrijf of schade bij het slachtoffer in plaats van de dader, wat kan leiden tot self-blaming en een negatieve impact op het zelfbeeld van het slachtoffer. |