Cover
Comença ara de franc H18 - Mazelen, bof, rubella & varicella
Summary
# Mazelen: kenmerken, besmettelijkheid en uitbraak
Dit onderdeel behandelt de specifieke kenmerken van mazelen, hoe de ziekte zich verspreidt, en de factoren die bijdragen aan uitbraken.
### 1.1 Kenmerken van mazelen
Mazelen wordt veroorzaakt door een RNA-virus dat behoort tot de familie van de paramyxovirussen [1](#page=1).
#### 1.1.1 Incubatieperiode
De incubatieperiode van mazelen, de tijd tussen blootstelling aan het virus en het optreden van de eerste symptomen, bedraagt gemiddeld 10 tot 12 dagen [1](#page=1).
#### 1.1.2 Klinische symptomen
De klinische presentatie van mazelen omvat typisch de volgende symptomen:
* Hoesten, loopneus en een verhoogde lichaamstemperatuur [1](#page=1).
* Koplik's vlekken: dit zijn kleine, witte vlekjes die zich aan de binnenkant van de wangwand bevinden. De afwezigheid van Koplik's vlekken sluit mazelen niet uit, maar de aanwezigheid ervan is een sterke indicator dat de ziekte aanwezig is [1](#page=1).
* Rash (huiduitslag): de uitslag begint kenmerkend op het gezicht en de nek en verspreidt zich vervolgens naar beneden over de ledematen [1](#page=1).
#### 1.1.3 Complicaties
Mazelen kan leiden tot ernstige complicaties, waaronder longontsteking (pneumonie), hersenontsteking (encefalitis), en in sommige gevallen zelfs overlijden. De ernst van de ziekte kan toenemen naarmate de patiënt langer symptomen vertoont [1](#page=1).
### 1.2 Besmettelijkheid van mazelen
Mazelen staat bekend als een zeer besmettelijke ziekte, gekenmerkt door een hoog infectiecijfer en een hoog reproductiecijfer [1](#page=1).
#### 1.2.1 Reservoir en transmissie
Het virus dat mazelen veroorzaakt, heeft mensen als enige reservoir. De transmissie vindt plaats via [1](#page=1):
* **Droplets**: kleine druppeltjes die vrijkomen bij hoesten of niezen [1](#page=1).
* **Spray**: fijnere aerosolen die in de lucht kunnen blijven hangen [1](#page=1).
#### 1.2.2 Reproductienummer
Het reproductienummer ($R_0$) van mazelen is uitzonderlijk hoog, namelijk 18. Ter vergelijking: griep heeft een $R_0$ van 1,5-2 en COVID-19 van ongeveer 2,5. Dit hoge reproductiecijfer verklaart de snelle verspreiding van de ziekte [2](#page=2).
### 1.3 Groepsimmuniteit en uitbraken
Groepsimmuniteit, ook wel herd immunity genoemd, speelt een cruciale rol in het beheersen van mazelenuitbraken.
#### 1.3.1 De kritische vaccinatiegraad
Om groepsimmuniteit te bereiken en te handhaven, is een uitzonderlijk hoge vaccinatiegraad van mazelen nodig. De kritische waarde voor groepsimmuniteit tegen mazelen ligt op 95%. Dit betekent dat minstens 95% van de bevolking gevaccineerd moet zijn om verdere verspreiding effectief te voorkomen [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 1.3.2 Voorwaarden voor groepsimmuniteit
Het effect van groepsimmuniteit is alleen gegarandeerd als de gevaccineerde individuen willekeurig verspreid zijn over de populatie. Wanneer de vaccinatiegraad onder de 95% daalt, worden er pieken in het aantal mazelengevallen waargenomen, zelfs in regio's met normaal een hoge dekkingsgraad. De ziekte manifesteert zich dan voornamelijk bij kinderen en jongeren die niet gevaccineerd zijn. Zeer zelden komt mazelen voor bij personen die twee vaccins hebben gehad [1](#page=1) [2](#page=2).
> **Tip:** De drempelwaarde van 95% voor groepsimmuniteit geldt alleen als de gevaccineerden evenredig verdeeld zijn. Clusters van ongevaccineerden kunnen lokale uitbraken veroorzaken, zelfs als het landelijk gemiddelde hoog is.
#### 1.3.3 Factoren die leiden tot mazelenuitbraken
Er zijn meerdere factoren die bijdragen aan het ontstaan van mazelenuitbraken [2](#page=2).
1. **Voldoende vatbaren:** Een ontoereikende groepsimmuniteit, vaak veroorzaakt door onder-vaccinatie, zorgt ervoor dat er voldoende vatbare personen in de bevolking zijn om een epidemie te voeden [2](#page=2).
* **Oorzaken van onder-vaccinatie:** Dit kan komen door wantrouwen in vaccins, beperkte toegang tot vaccinatie, ontoereikende vaccinvoorraden, of logistieke problemen met de verspreiding [2](#page=2).
2. **Hoge besmettelijkheid:** De inherente hoge besmettelijkheid van het mazelenvirus, met een hoog reproductienummer, vereist een hoge "background immunity" (groepsimmuniteit) om de verspreiding te stoppen [2](#page=2).
#### 1.3.4 Impact van de COVID-19 pandemie
De COVID-19 pandemie heeft een significante negatieve impact gehad op de vaccinatiegraad wereldwijd. Door de pandemie is de vaccinatiegraad gedaald, in sommige gevallen tot 81%. Dit resulteerde in een onmiddellijke toename van mazelenuitbraken, met name in lage-inkomenslanden, tussen januari en december 2022 [2](#page=2).
#### 1.3.5 Misinformatie en anti-vaccinatiecampagnes
Fake news en anti-vaccinatiecampagnes, zoals de onbewezen link tussen autisme en vaccins, hebben het vertrouwen in vaccins ondermijnd. Het artikel dat deze link suggereerde, is later teruggetrokken als fake news, maar de impact op de vaccinatiegraad was aanzienlijk. Ondanks talloze studies die het tegendeel bewijzen, blijft het schadelijke effect op de vaccinatiegraad merkbaar, wat leidt tot een toename van mazelengevallen, inclusief ziekenhuisopnames [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** De uitspraak die een link legde tussen vaccins en autisme heeft geleid tot een daling van de vaccinatiegraad. Dit is een voorbeeld van hoe misinformatie de volksgezondheid direct kan schaden, resulterend in meer ziektegevallen.
#### 1.3.6 Huidige situatie en vaccinatievoordelen
Momenteel is er sprake van een mazelensepidemie in de Europese Unie. Ouderen lopen minder risico omdat zij de mazelen vaak al doorgemaakt hebben vóór de introductie van vaccinaties [3](#page=3).
Volledig gevaccineerde personen hebben een 35 keer lagere kans om mazelen te krijgen in vergelijking met niet-gevaccineerden. Hoewel er doorbraakinfecties kunnen optreden (minder dan 3 op 100 gevaccineerden), verloopt de ziekte bij hen doorgaans milder [3](#page=3).
---
# Bof, rubella en waterpokken: virussen, symptomen en complicaties
Dit deel van de samenvatting behandelt drie belangrijke virale infectieziekten: bof, rubella en waterpokken, met aandacht voor hun oorzaak, klinische manifestaties, mogelijke complicaties en de rol van vaccinatie [4](#page=4) [5](#page=5).
### 2.1 Bof (Mumps)
Bof is een ziekte die wordt veroorzaakt door een RNA-virus behorende tot de familie van de Paramyxovirussen [4](#page=4).
#### 2.1.1 Incubatie en klinische presentatie
De incubatietijd voor bof varieert van 14 tot 18 dagen. Klinisch presenteert de ziekte zich op verschillende manieren [4](#page=4):
* Parotitis (zwelling van de oorspeekselklieren) treedt op bij 30-40% van de gevallen [4](#page=4).
* Ongeveer 20% van de infecties verloopt asymptomatisch [4](#page=4).
* Niet-specifieke symptomen, zoals koorts en malaise, worden waargenomen bij 40% van de patiënten [4](#page=4).
#### 2.1.2 Complicaties van bof
Bof kan leiden tot diverse complicaties, waarvan de frequentie kan variëren:
* Meningitis komt voor bij ongeveer 15% van de infecties [4](#page=4).
* Orchitis (teelbalontsteking) wordt gezien bij 20-50% van de mannelijke patiënten [4](#page=4).
* Oophoritis (eierstokontsteking) treedt op bij 5% van de vrouwelijke patiënten [4](#page=4).
* Pancreatitis (alvleesklierontsteking) heeft een incidentie van 2-5% [4](#page=4).
* Gehoorverlies (doofheid) is een zeldzame complicatie, met een frequentie van ongeveer 1 op 20.000 gevallen [4](#page=4).
* Fatale afloop is zeer zeldzaam, met een mortaliteit van 1-3 per 10.000 gevallen [4](#page=4).
#### 2.1.3 Vaccinatie en circulatie
Door een afnemende vaccinatiegraad komen bofgevallen momenteel vaker voor bij oudere leeftijdsgroepen [4](#page=4).
### 2.2 Rubella (Rodehond)
Rubella is eveneens een RNA-virusinfectie met een incubatietijd van 12 tot 23 dagen [4](#page=4).
#### 2.2.1 Klinische presentatie van rubella
Bij rubella vertonen 30-50% van de geïnfecteerden geen symptomen. Wanneer symptomen optreden, kenmerken deze zich door een huiduitslag (rash) die typisch begint op het gezicht en zich uitbreidt naar de schouders en nek [4](#page=4).
#### 2.2.2 Complicaties van rubella
Rubella kan leiden tot de volgende complicaties:
* **Artritis:** Gewrichtsontstekingen kunnen optreden [4](#page=4).
* **Congenitaal rubella syndroom (CRS):** Dit is een ernstige complicatie die optreedt bij infectie tijdens de zwangerschap. CRS kan leiden tot [4](#page=4):
* Oogafwijkingen zoals glaucoom, met als gevolg verminderd zicht of blindheid [4](#page=4).
* Verlies van gehoor (doofheid) door beschadiging van de gehoorzenuw [4](#page=4).
* Hartafwijkingen, zoals een open ductus arteriosus of vernauwing van de longslagader [4](#page=4).
#### 2.2.3 Vaccinatie en circulatie van rubella
Een afname in de vaccinatiegraad leidt tot een toename van de circulatie van het rubellavirus. Het is daarom cruciaal om de vaccinatiegraad hoog te houden, met name bij zwangere vrouwen [4](#page=4).
#### 2.2.4 MBR-vaccin
Het MBR-vaccin is een gecombineerd vaccin dat bescherming biedt tegen mazelen, bof en rubella. Bekende merknamen zijn Vaxpro en Priorix [4](#page=4).
### 2.3 Waterpokken (Varicella)
Waterpokken, ook wel windpokken genoemd, wordt veroorzaakt door het Varicella-zoster virus (VZV). Na de initiële infectie blijft het VZW latent aanwezig in de neurale ganglia [5](#page=5).
#### 2.3.1 Reactivatie van VZV
De latente VZV-infectie kan reactiveren, wat kan leiden tot:
* **Subklinische infectie:** Zonder waarneembare symptomen [5](#page=5).
* **Klinische infectie (Herpes Zoster / Gordelroos):** Dit resulteert in het ontstaan van zona, ook wel gordelroos genoemd [5](#page=5).
#### 2.3.2 Hospitalisaties en complicaties van waterpokken
Waterpokken leidt tot ongeveer 500 hospitalisaties per jaar in België, voornamelijk door huidinfecties en sepsis. Andere ernstige complicaties omvatten pneumonie en neurologische problemen, zoals pediatrische beroertes, spraakproblemen en encefalitis. De morbiditeit is hoger bij ouderen en immuungecompromitteerde personen [5](#page=5).
#### 2.3.3 Vaccinatie tegen waterpokken
#### 2.3.3.1 Algemene opvatting en vaccin
Hoewel de meeste kinderen waterpokken doormaken als een goedaardige aandoening en de meeste artsen daarom niet direct tegen vaccinatie adviseren, bestaat er wel een varicella-vaccin. Dit vaccin is een levend verzwakt (geattenueerd) virus, dat intramusculair (IM) of subcutaan (SC) kan worden toegediend. Er bestaat een monovalent vaccin en een multivalent vaccin dat gecombineerd is met het MBR-vaccin (MRB/V). Voor effectieve bescherming zijn minimaal twee doses van het vaccin nodig om doorbraakinfecties te voorkomen [5](#page=5).
#### 2.3.3.2 Advies van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) inzake varicellavaccinatie
1. **Post-expositie vaccinatie:** Vaccinatie binnen 3 dagen na blootstelling kan waterpokken bij meer dan 90% van de vatbare personen voorkomen. Hoe vroeger binnen deze termijn het vaccin wordt toegediend, hoe effectiever (tot 95%) [5](#page=5).
2. **Combinatie met MBR-vaccin:** Er wordt getwijfeld over de gelijktijdige toediening van het varicella-vaccin (V) met het MBR-vaccin. Bij gelijktijdige toediening op 12 maanden leeftijd is er een verhoogd risico op koortsstuipen. Daarom wordt geadviseerd om, indien een combinatie wordt vermeden, het V-vaccin apart van het MBR-vaccin te geven. Een probleem hierbij kan zijn dat ouders mogelijk ook andere vaccinaties weigeren of een extra prik niet willen. Indien ouders het V-vaccin apart wensen, is dit mogelijk, maar niet met het gecombineerde MBR/V-vaccin. Om de bescherming te garanderen, moet de vaccinatiegraad voor zowel MBR als V hoog (minimaal 95%) zijn, wat financieel en qua dekking moeilijk te garanderen is [5](#page=5).
3. **Vaccinatie bij nooit doorgemaakte waterpokken:** Personen die nog nooit waterpokken hebben doorgemaakt, wordt geadviseerd zich nu te laten vaccineren, anders riskeren ze een hevige ziekteperiode van 3 à 4 weken [5](#page=5).
4. **Levend verzwakt vaccin en immuungecompromitteerden:** Aangezien het vaccin een levend verzwakt virus bevat, kunnen immuungecompromitteerde personen dit vaccin niet ontvangen. Het is daarom essentieel dat de omgeving van immuungecompromitteerden goed gevaccineerd is of de ziekte zelf heeft doorgemaakt om bescherming te bieden [5](#page=5).
> **Tip:** Begrijp de contra-indicaties van levend verzwakte vaccins, met name bij immuungecompromitteerde individuen, en het belang van groepsimmuniteit.
> **Voorbeeld:** Een patiënt met een verzwakt immuunsysteem kan niet gevaccineerd worden tegen waterpokken met een levend verzwakt vaccin. Het is daarom cruciaal dat gezinsleden en nauwe contacten gevaccineerd zijn of de ziekte hebben doorgemaakt om de patiënt te beschermen via groepsimmuniteit.
---
# Vaccinatiebeleid en adviezen voor mazelen en waterpokken
Dit onderwerp verkent het vaccinatiebeleid voor mazelen en waterpokken, inclusief de effectiviteit van vaccins, doorbraakinfecties, en specifieke aanbevelingen voor het varicellavaccin, met aandacht voor combinatievaccinatie en immuungecompromitteerde personen.
### 3.1 Mazelen
Mazelen is een zeer besmettelijke ziekte veroorzaakt door een RNA-virus van de familie Paramyxoviridae. De incubatietijd bedraagt 10 tot 12 dagen [1](#page=1).
#### 3.1.1 Klinische kenmerken van mazelen
De ziekte presenteert zich aanvankelijk met symptomen zoals hoesten, een loopneus en hoge koorts. Een kenmerkend vroeg teken zijn de vlekjes van Koplik, kleine witte vlekjes aan de binnenkant van de wang. De afwezigheid van deze vlekjes sluit mazelen niet uit, maar de aanwezigheid ervan is een sterke indicator voor de ziekte. De typische uitslag begint op het gezicht en de nek en breidt zich vervolgens naar beneden uit over de ledematen. Mazelen kan leiden tot ernstige complicaties zoals longontsteking, encefalitis (hersenontsteking) en in sommige gevallen zelfs overlijden. De ernst van de ziekte neemt toe met de duur van de infectie [1](#page=1).
#### 3.1.2 Epidemiologie en groepsimmuniteit
Mazelen is extreem besmettelijk, gekenmerkt door een hoog infectiecijfer en reproductiecijfer. Het virus heeft de mens als enig reservoir en verspreidt zich via druppels en sprays. Groepsimmuniteit is cruciaal voor de bestrijding van mazelen. Ondanks een beoogde dekkingsgraad van boven de 95%, worden er nog steeds pieken van duizenden gevallen waargenomen. Dit wordt deels verklaard door de "bijbelbelt"-gemeenschappen, waar lagere vaccinatiegraden voorkomen vanwege religieuze overtuigingen. De kritische drempel van 95% groepsimmuniteit is alleen effectief als de gevaccineerden willekeurig verspreid zijn. Uitbraken worden voornamelijk gezien bij kinderen en jongeren die niet gevaccineerd zijn. Personen die één vaccin hebben gekregen, worden zelden getroffen, en het is zeer zeldzaam dat personen met twee vaccinaties ziek worden [1](#page=1).
### 3.2 Waterpokken (Varicella)
Waterpokken, veroorzaakt door het Varicella-zoster virus (VZV), leidt tot de primaire infectie bekend als chickenpox. Na de initiële infectie blijft het VZV latent aanwezig in de neurale ganglia. Reactivatie van het virus kan voorkomen, hetzij subklinisch (zonder symptomen) of klinisch, wat resulteert in Herpes Zoster (HZ), ook wel gordelroos genoemd [5](#page=5).
#### 3.2.1 Morbiditeit en complicaties van waterpokken
Waterpokken is goed voor ongeveer 500 ziekenhuisopnames per jaar. Complicaties kunnen huidinfecties, sepsis, pneumonie en neurologische problemen omvatten, zoals pediatrische beroertes, spraakproblemen en encefalitis. De morbiditeit is hoger bij oudere individuen en immuungecompromitteerde personen. Over het algemeen wordt waterpokken als een goedaardige aandoening beschouwd, vooral bij kinderen jonger dan 10 jaar, waardoor veel artsen terughoudend zijn om vaccinatie aan te bevelen [5](#page=5).
#### 3.2.2 Varicella vaccin
Het varicellavaccin is een levend verzwakt vaccin dat intramusculair (IM) of subcutaan (SC) kan worden toegediend. Het is verkrijgbaar als een monovalent vaccin of in een gecombineerd multivalent vaccin, zoals het MBR/V vaccin. Om doorbraakinfecties te voorkomen, zijn minimaal twee doses van het vaccin nodig [5](#page=5).
### 3.3 Adviezen van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) voor het varicellavaccin
De Hoge Gezondheidsraad (HGR) heeft specifieke aanbevelingen gedaan betreffende het varicellavaccin [5](#page=5).
1. **Vaccinatie na blootstelling**: Vaccinatie na blootstelling kan waterpokken bij meer dan 90% van de vatbare personen voorkomen, mits het vaccin binnen drie dagen na het contact wordt toegediend. De effectiviteit is het hoogst (tot 95%) wanneer het vaccin zo vroeg mogelijk binnen deze periode wordt toegediend [5](#page=5).
2. **Combinatievaccinatie met MBR**: Er bestaat twijfel over het gelijktijdig toedienen van het MBR- en het V-vaccin. Bij gelijktijdige toediening van MBR en V op 12 maanden leeftijd, is er een hogere incidentie van koortsstuipen waargenomen. Daarom wordt geadviseerd om, indien mogelijk, het MBR- en V-vaccin apart toe te dienen. Het combineren van vaccins kan echter problematisch zijn als ouders huiverig zijn voor meerdere injecties of vaccinaties tegen andere ziekten. Als ouders toch een V-vaccin willen, kunnen ze dit doen, maar dan zonder gebruik te maken van het gecombineerde MBR/V vaccin. Om optimale bescherming te garanderen, dient men een vaccinatiegraad van 95% voor zowel MBR als V te behouden, wat echter niet altijd gegarandeerd kan worden door financierings- en logistieke uitdagingen [5](#page=5).
3. **Vaccinatie bij nooit doorgemaakte varicella**: Personen die nog nooit waterpokken hebben doorgemaakt, wordt geadviseerd zich nu te laten vaccineren om een potentieel ernstige ziekteperiode van 3 tot 4 weken te vermijden [5](#page=5).
4. **Contra-indicaties en omgevingsbescherming**: Aangezien het varicellavaccin een levend verzwakt virus bevat, is het niet geschikt voor immuungecompromitteerde personen. Het is daarom van cruciaal belang dat de omgeving van immuungecompromitteerde individuen goed gevaccineerd is tegen waterpokken of de ziekte zelf reeds heeft doorgemaakt [5](#page=5).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Mazelen | Een zeer besmettelijke virale ziekte veroorzaakt door een RNA-virus van de familie van de paramyxovirussen. Kenmerkend zijn hoesten, loopneus, hoge koorts, Koplik's vlekjes in de mond en een karakteristieke huiduitslag die zich vanaf het gezicht naar beneden verspreidt. |
| Bof (mumps) | Een virale infectie, eveneens veroorzaakt door een RNA-virus van de paramyxovirusfamilie, die zich voornamelijk kenmerkt door zwelling van de speekselklieren (parotitis). Mogelijke complicaties omvatten meningitis, orchitis (ontsteking van de teelballen) en oophoritis (ontsteking van de eierstokken). |
| Rubella (rodehond) | Een RNA-virusinfectie die vaak asymptomatisch verloopt of zich presenteert met huiduitslag op gezicht, schouders en nek. Complicaties kunnen artritis en het congenitaal rubellasysteem zijn, wat kan leiden tot ernstige oog-, gehoor- en hartafwijkingen bij pasgeborenen. |
| Varicella (waterpokken) | Een virusziekte veroorzaakt door het varicella-zoster virus, resulterend in jeukende blaasjes (chickenpox). Het virus kan latent aanwezig blijven en later reactiveren als herpes zoster (gordelroos). Ernstige complicaties zoals huidinfecties, sepsis, pneumonie en neurologische problemen kunnen optreden. |
| Incubatieperiode | De tijd die verstrijkt tussen de blootstelling aan een ziekteverwekker en het optreden van de eerste symptomen. Voor mazelen is dit 10-12 dagen, voor bof 14-18 dagen en voor rubella 12-23 dagen. |
| Groepsimmuniteit (herd immunity) | De indirecte bescherming tegen een infectieziekte die ontstaat wanneer een voldoende groot deel van een populatie immuun is, waardoor de verspreiding van de ziekte aanzienlijk wordt bemoeilijkt. Voor mazelen is deze drempel circa 95%. |
| Reproductienummer ($R_0$) | Het gemiddelde aantal secundaire infecties dat door één geïnfecteerd individu wordt veroorzaakt in een volledig vatbare populatie. Mazelen heeft een zeer hoog reproductienummer, rond de 18, wat de ziekte extreem besmettelijk maakt. |
| Koplik’s vlekjes | Kleine, witte vlekjes die zich aan de binnenkant van de wang bevinden en een vroeg symptoom zijn van mazelen. Hun aanwezigheid is een sterke indicator voor de diagnose mazelen. |
| Uitslag (rash) | Een huiduitslag die kenmerkend is voor bepaalde ziekten. Bij mazelen begint deze op het gezicht en verspreidt zich naar beneden over het lichaam. Bij rubella verschijnt de uitslag op gezicht, schouders en nek. |
| Congenitaal rubellasysteem | Een reeks geboorteafwijkingen die optreden wanneer een vrouw tijdens de zwangerschap besmet raakt met rubella. Dit kan leiden tot oogafwijkingen (glaucoom, blindheid), gehoorverlies en hartafwijkingen. |
| Herpes Zoster (gordelroos) | Een reactivatie van het varicella-zoster virus, dat zich manifesteert als een pijnlijke huiduitslag die zich vaak langs een zenuwbaan aan één lichaamshelft uitbreidt. |
| Levend geattenueerd vaccin | Een type vaccin dat verzwakte, levende ziekteverwekkers bevat die wel een immuunreactie opwekken maar geen ernstige ziekte veroorzaken. Varicella wordt met zo'n vaccin behandeld. |
| Doorbraakinfectie (breakthrough infection) | Een infectie die optreedt bij iemand die volledig is gevaccineerd. Dit komt vaker voor bij virussen met een hoge besmettelijkheid en leidt meestal tot een mildere vorm van de ziekte. |