Cover
Comença ara de franc BLS met hulpmiddelen
Summary
# Basisprincipes van reanimatie en AED-gebruik
Dit onderwerp behandelt de ERC-richtlijnen voor Basale Levensondersteuning (BLS) en het correcte gebruik van de Automatische Externe Defibrillator (AED), inclusief de herkenning van een hartstilstand en het alarmeren van hulpdiensten.
## 1. Inleiding tot BLS en AED
### 1.1 Hartstilstand buiten het ziekenhuis (OHCA) in Europa
De jaarlijkse incidentie van hartstilstand buiten het ziekenhuis (OHCA) in Europa varieert tussen 67 en 170 per 100.000 inwoners. Hoewel het gebruik van Automatische Externe Defibrillatoren (AED's) in Europa nog steeds relatief laag is (2,6-59%), bieden veel Europese landen dispatcher-ondersteunde reanimatie (80%) en beschikken ze over een AED-register (75%). De overlevingskansen bij ontslag uit het ziekenhuis na een OHCA zijn gemiddeld 8%, met aanzienlijke variatie tussen landen (3,1%-35%). Landen als Nederland, Zweden, Denemarken en Noorwegen laten hogere overlevingspercentages zien (ongeveer 40%). Een specifiek gunstige groep zijn patiënten met een schokbaar ritme waarbij een omstander getuige is van de hartstilstand, met overlevingskansen tot 30%. In 58% van de gevallen wordt de reanimatie door omstanders uitgevoerd.
### 1.2 Belangrijke terminologie en afkortingen
* **ILCOR**: International Liaison Committee on Resuscitation
* **ERC**: European Resuscitation Council
* **CA**: Cardiac Arrest (hartstilstand)
* **OHCA**: Out-of-Hospital Cardiac Arrest (hartstilstand buiten het ziekenhuis)
* **IHCA**: In-Hospital Cardiac Arrest (hartstilstand binnen het ziekenhuis)
* **BLS**: Basic Life Support (Basale Levensondersteuning)
* **AED**: Automated External Defibrillator (Automatische Externe Defibrillator)
* **BVM**: Bag-Valve-Mask Ventilation (beademing met een beademingsballon)
* **SO**: Slachtoffer
* **HV**: Hulpverlener
* **PT**: Patiënt
> **Tip:** Het kennen van deze terminologie is essentieel voor het begrijpen van richtlijnen en het effectief communiceren tijdens noodsituaties.
## 2. Herkennen van een hartstilstand
Een hartstilstand wordt herkend bij een persoon die:
* Niet reageert.
* Niet of abnormaal ademt.
Langzame, moeizame ademhaling (agonale ademhaling) moet worden beschouwd als een teken van hartstilstand. Een korte periode van epileptiforme (aanval-achtige) bewegingen kan optreden aan het begin van een hartstilstand. Beoordeel de persoon na de aanval; als hij/zij niet reageert en niet of abnormaal ademt, start dan reanimatie.
### 2.1 Agonale ademhaling
Agonale ademhaling treedt op bij ongeveer 50% van de slachtoffers van een hartstilstand en wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd als een teken van leven. Veelgebruikte omschrijvingen door leken zijn: happen, nauwelijks of sporadisch ademen, zuchten, kreunen, snuiven, hijgen of zwaar/moeizaam ademen.
### 2.2 Aanval-achtige bewegingen
Korte, aanval-achtige bewegingen bij patiënten met een hartstilstand kunnen de herkenning van de hartstilstand bemoeilijken. Deze bewegingen lijken op epileptische aanvallen.
## 3. Alarmeren van de hulpdiensten
Alarmeer onmiddellijk de hulpdiensten indien een persoon:
* Bewusteloos is.
* Niet of abnormaal ademt.
### 3.1 Procedure voor alleenstaande hulpverlener
Als alleenstaande hulpverlener, indien u het slachtoffer moet verlaten om de hulpdiensten te alarmeren:
1. Activeer eerst de hulpdiensten.
2. Start daarna met reanimatie.
### 3.2 Procedure met mobiele telefoon
Een alleenstaande omstander met een mobiele telefoon moet:
1. Het nummer van de hulpdiensten bellen.
2. De luidspreker of een andere handsfree optie inschakelen.
3. Onmiddellijk starten met reanimatie, geassisteerd door de dispatcher.
> **Tip:** Gebruik de luidsprekerfunctie van uw telefoon zodat u direct kunt beginnen met reanimeren terwijl u communiceert met de hulpdiensten.
## 4. Basale Levensondersteuning (BLS)
BLS omvat hoge kwaliteit borstcompressies en, indien mogelijk, beademingen.
### 4.1 Borstcompressies
* **Start zo snel mogelijk met borstcompressies.**
* **Locatie:** Geef compressies op de onderste helft van het borstbeen (in het midden van de borstkas).
* **Diepte:** Druk minimaal 5 cm in, maar niet meer dan 6 cm.
* **Frequentie:** Druk 100 tot 120 keer per minuut.
* **Onderbrekingen:** Minimaliseer onderbrekingen van de compressies.
* **Borstexpansie:** Laat de borstkas volledig terugveren na elke compressie; leun niet op de borstkas.
* **Ondergrond:** Voer borstcompressies indien mogelijk uit op een stevige ondergrond.
> **Tip:** Oefen de juiste frequentie door mee te gaan met het ritme van bekende reanimatieliedjes (bv. "Stayin' Alive" van de Bee Gees).
### 4.2 Beademingen
De ERC-richtlijnen benadrukken het belang van borstcompressies. Beademingen zijn secundair, maar wel belangrijk indien mogelijk en na de compressies. De verhouding is 30 compressies gevolgd door 2 beademingen ($30:2$).
### 4.3 Gebruik van de AED
De Automatische Externe Defibrillator (AED) is een draagbaar, batterijgevoed apparaat dat wordt gebruikt om een elektrische schok toe te dienen bij een hartritmestoornis die een hartstilstand veroorzaakt.
#### 4.3.1 Soorten AED's
* **Volledig automatische AED:** Het apparaat zal automatisch een schok toedienen als dit nodig wordt geacht, zonder verdere actie van de hulpverlener.
* **Semi-automatische AED:** De hulpverlener moet de schokknop indrukken wanneer het apparaat dit aangeeft.
#### 4.3.2 Procedure bij gebruik van de AED
1. **Zet de AED aan zodra deze beschikbaar is.**
2. **Bevestig de elektrodepads** op de ontblote borst van het slachtoffer, volgens de aangegeven posities op de AED of de pads.
* Als er meer dan één hulpverlener is, ga door met reanimatie terwijl de pads worden aangebracht.
* In geval van een zeer behaarde borst kan het nodig zijn om de borst te scheren om een goede hechting van de pads te garanderen.
3. **Volg de gesproken en/of visuele aanwijzingen** van de AED.
4. **Zorg dat niemand het slachtoffer aanraakt** terwijl de AED het hartritme analyseert.
5. **Als een schok wordt aangegeven:**
* Zorg ervoor dat niemand het slachtoffer aanraakt.
* Druk op de schokknop (bij semi-automatische AED's).
* Volledig automatische AED's zullen de schok zelf toedienen.
6. **Herstart onmiddellijk met reanimatie** (30 compressies) na een eventuele schok.
7. **Als geen schok wordt aangegeven:**
* Herstart onmiddellijk met reanimatie (30 compressies).
8. **Ga door met reanimatie** zoals aangegeven door de AED. De AED zal na een periode van reanimatie (meestal 2 minuten) een nieuwe ritmeanalyse uitvoeren.
> **Tip:** Druk de AED-pads stevig aan bij het aanbrengen om de kans op vonken te minimaliseren. Verwijder eventuele zuurstofmaskers, neusbrillen of neuskanules en plaats deze op minstens 1 meter afstand van de borst van de patiënt tijdens de defibrillatie.
#### 4.3.3 Veiligheid van de AED
AED's kunnen veilig door omstanders en hulpverleners worden gebruikt. Hoewel letsel aan de hulpverlener door een schok uiterst zeldzaam is, is het cruciaal om **geen borstcompressies uit te voeren tijdens de schoktoediening**.
### 4.4 Compresies voor defibrillatie
Wacht niet met het toedienen van compressies om extra reanimatie uit te voeren zodra de defibrillator klaar is voor gebruik. Start de compressies zo snel mogelijk.
## 5. Basale technieken voor het vrijmaken van de luchtweg
Het vrijmaken van de luchtwegen is cruciaal voor effectieve beademingen.
### 5.1 Openen van de luchtweg
* **Hoofdkanteling en kinlift:** Plaats één hand op het voorhoofd van het slachtoffer en twee vingers van de andere hand onder het kinbotje. Kantel het hoofd naar achteren en til de kin op. Dit is de voorkeursmethode bij trauma.
* **Kaakdruk (jaw thrust):** Plaats de vingers achter de kaakhoeken en duw de kaak naar voren. Deze techniek wordt gebruikt bij vermoedelijk nekletsel.
### 5.2 Hulpmiddelen om de luchtwegen vrij te houden
* **Orofaryngeale luchtweg (orofaryngeale tube):**
* **Indicatie:** Een plastic buis die in de keel wordt geplaatst om de tong van de achterwand van de keel weg te houden.
* **Maat:** De lengte van de luchtweg moet overeenkomen met de afstand tussen de snijtanden en de kaakhoek van de patiënt.
* **Risico's:** Kan braken of laryngospasme veroorzaken. Kan de tong naar achteren duwen indien verkeerd geplaatst.
* **Nasofaryngeale luchtweg (nasofaryngeale tube):**
* **Indicatie:** Een flexibele rubberen buis die via de neus wordt ingebracht.
* **Voordeel:** Wordt beter verdragen dan een orofaryngeale luchtweg bij patiënten die niet diep bewusteloos zijn.
* **Contra-indicaties:** Niet gebruiken bij schedelbasisfracturen.
* **Risico's:** Kan neusbloedingen veroorzaken.
* **Maat:** Tubes van 6-7 mm zijn geschikt voor volwassenen.
> **Tip:** Zorg ervoor dat de orofaryngeale luchtweg correct wordt ingebracht door deze eerst 90 graden te draaien bij het passeren van het zachte gehemelte.
## 6. Beademing met een beademingsballon (Bag-Valve-Mask - BVM)
Een beademingsballon is een zelfopblaasbaar apparaat dat kan worden aangesloten op een gezichtsmasker of tracheale tube.
### 6.1 Onderdelen en werking
De ballon kan worden ingeknepen om lucht in de patiënt te blazen. De ballon vult zichzelf automatisch na elke beademing. Aansluiting op zuurstof met een debiet van 15 liter per minuut kan een zuurstofconcentratie tot 100% leveren.
### 6.2 Techniek
De 2-persoonstechniek voor beademing met een ballon is de aanbevolen methode, waarbij één persoon het masker afdicht en de ander de ballon inknijpt.
> **Tip:** Zorg voor een goede afdichting van het masker op het gezicht van de patiënt om lekkage te voorkomen en de effectiviteit van de beademing te maximaliseren.
## 7. Omgaan met verstikking (vreemd voorwerp in luchtweg)
Bij vermoeden van verstikking, wanneer iemand plotseling niet meer kan spreken of praten (met name tijdens het eten):
### 7.1 Initiële actie
* **Moedig hoesten aan.**
### 7.2 Vijf rugslagen
Indien de hoest ineffectief wordt:
1. Buig het slachtoffer naar voren.
2. Geef maximaal 5 slagen tussen de schouderbladen met de hiel van één hand.
### 7.3 Vijf buikstoten
Indien de rugslagen ineffectief zijn:
1. Ga achter het slachtoffer staan en sla beide armen om de bovenbuik.
2. Buig het slachtoffer naar voren.
3. Sluit de vuist en plaats deze tussen de navel en de ribbenkast.
4. Grijp de vuist met de andere hand en trek krachtig naar binnen en omhoog.
### 7.4 Afwisselen en vervolg
* Als de verstikking niet is opgeheven na 5 buikstoten, wissel dan af met 5 rugslagen en 5 buikstoten totdat de obstructie is opgeheven of het slachtoffer bewusteloos raakt.
* **Indien het slachtoffer bewusteloos raakt, start dan direct met reanimatie.**
---
# Omgaan met luchtwegobstructies
Dit deel behandelt de herkenning en behandeling van verstikking, inclusief de technieken van rugslagen en buikstoten, en de overgang naar reanimatie bij bewusteloosheid.
### 2.1 Herkennen van een luchtwegobstructie
Verstikking moet worden vermoed wanneer iemand plotseling niet meer kan spreken of praten, vooral tijdens het eten.
#### 2.1.1 Tekenen van verstikking
* Plotselinge onmacht om te spreken.
* Paniek.
* De handen naar de keel brengen (het universele teken van verstikking).
### 2.2 Behandeling van een luchtwegobstructie
De behandeling van een partiële luchtwegobstructie begint met het stimuleren van de patiënt om te hoesten. Indien dit niet helpt, worden opeenvolgend rugslagen en buikstoten toegepast.
#### 2.2.1 Rugslagen
Bij een ineffectieve hoest worden tot vijf rugslagen toegepast:
1. Buig het slachtoffer voorover.
2. Geef slagen tussen de schouderbladen met de hiel van één hand.
#### 2.2.2 Buikstoten (Heimlich-greep)
Indien rugslagen niet effectief zijn, worden tot vijf buikstoten toegepast:
1. Ga achter het slachtoffer staan en plaats beide armen om de bovenbuik.
2. Buig het slachtoffer voorover.
3. Maak een vuist en plaats deze tussen de navel en de ribbenboog.
4. Pak de vuist vast met de andere hand en trek scherp naar binnen en omhoog.
#### 2.2.3 Afwisseling en overgang naar reanimatie
* Blijf afwisselen tussen vijf rugslagen en vijf buikstoten totdat de obstructie is opgeheven of het slachtoffer bewusteloos raakt.
* Indien het slachtoffer bewusteloos raakt, start dan onmiddellijk met reanimatie (Basic Life Support - BLS).
### 2.3 Bewusteloosheid en luchtwegmanagement
Wanneer een slachtoffer bewusteloos raakt als gevolg van een luchtwegobstructie, is het essentieel om de luchtweg te vrijmaken en de ademhaling te ondersteunen.
#### 2.3.1 Herkennen van een circulatiestilstand (cardiac arrest)
Een circulatiestilstand wordt herkend bij een persoon die:
* Niet reageert.
* Niet of abnormaal ademt.
Let op:
* Langzame, hijgende ademhaling (agonale ademhaling) moet als een teken van circulatiestilstand worden beschouwd.
* Korte, aanval-achtige bewegingen (stuipen) kunnen optreden bij het begin van een circulatiestilstand. Beoordeel de persoon na de stuip; indien niet-responsief en met afwezige of abnormale ademhaling, start reanimatie.
#### 2.3.2 Basale technieken voor het vrijmaken van de luchtweg
* **Hoofdkanteling en kinlift:** Geschikt wanneer er geen verdenking is op wervelletsel.
* **Kaakdruk (jaw trust):** De voorkeurstechniek wanneer er wél een verdenking is op wervelletsel, om de luchtweg te openen zonder het hoofd te bewegen.
#### 2.3.3 Hulpmiddelen bij basale luchtwegtechnieken
Wanneer de basale technieken onvoldoende zijn om de luchtweg open te houden, kunnen hulpmiddelen worden ingezet:
* **Nasofaryngeale tube:**
* Wordt doorgaans beter verdragen dan een orofaryngeale tube bij niet diep bewusteloze patiënten.
* Niet gebruiken bij een schedelbasisfractuur.
* Risico op neusbloeding.
* Maten van 6-7 mm zijn geschikt voor volwassenen.
* **Orofaryngeale luchtweg (Guedel-tube):**
* De juiste maat wordt bepaald door de lengte van de tube te laten overeenkomen met de afstand tussen de snijtanden en de kaakhoek van de patiënt.
* Risico op achteroverduwen van de tong, wat de obstructie kan verergeren.
* Braken of laryngospasme kunnen optreden.
#### 2.3.4 Beademing met een ballon (Bag-Valve-Mask - BVM)
De ballonbeademing (ook wel zelfopblazende ballon genoemd) is een essentieel hulpmiddel voor beademing.
* **Onderdelen:** Een BVM bestaat uit een ballon, een ventielmechanisme en een masker.
* **Gebruik:** De ballon wordt ingeknepen om lucht in de longen van de patiënt te blazen. De ballon vult zichzelf automatisch na elke beademing.
* **Aansluiting op zuurstof:** Kan worden aangesloten op een zuurstoftank (ideaal is 15 liter per minuut) om de zuurstofconcentratie tot 100% te verhogen.
* **Techniek:** De 2-persoonstechniek wordt aanbevolen voor optimale luchtwegafdichting en beademing.
> **Tip:** Bij het gebruik van een AED moet de zuurstofbron (masker, neusbril, neuscanule) minstens 1 meter afstand houden van de borstkas van de patiënt om interferentie met de schok te voorkomen. Druk de defibrillatiepads stevig aan bij het aanbrengen om vonkvorming te minimaliseren.
### 2.4 Overgang naar reanimatie (Basic Life Support - BLS)
Indien de luchtwegobstructie niet kan worden opgeheven en het slachtoffer tekenen vertoont van een circulatiestilstand (geen of abnormale ademhaling), wordt overgegaan op de standaard BLS-procedure:
1. Bel onmiddellijk de hulpdiensten (112).
2. Start met borstcompressies (zie ERC-richtlijnen voor specifieke instructies betreffende frequentie, diepte en ontspanning van de borstkas).
3. Pas beademingen toe (afhankelijk van de situatie en de getraindheid van de hulpverlener).
4. Gebruik de AED zodra deze beschikbaar is.
#### 2.4.1 Belang van tijdige alarmering en hulp
* Alarmeer de hulpdiensten zo snel mogelijk, bij voorkeur via een mobiele telefoon met speakerfunctie, zodat gestart kan worden met reanimatie terwijl de hulpdiensten worden geïnformeerd.
* Bij het arriveren van de AED, zet deze direct aan en volg de gesproken en visuele instructies op.
* Vertraging in defibrillatie vermindert de overlevingskans aanzienlijk; elke minuut vertraging kan de kans op succesvolle reanimatie met ongeveer 3-5% verminderen.
> **Tip:** De "2-persoonstechniek" voor beademing met een ballon is aanbevolen omdat dit een betere afdichting van het masker verzekert en efficiëntere beademingen mogelijk maakt.
### 2.5 Terminologie
* **OHCA:** Out-of-Hospital Cardiac Arrest (circulatiestilstand buiten het ziekenhuis)
* **IHCA:** In-Hospital Cardiac Arrest (circulatiestilstand binnen het ziekenhuis)
* **BLS:** Basic Life Support (basale levensondersteuning)
* **AED:** Automated External Defibrillator (automatische externe defibrillator)
* **BVM:** Bag-Valve-Mask Ventilation (beademing met een ballon en masker)
* **Agonale ademhaling:** Abnormaal ademhalingspatroon, vaak beschreven als hijgen, happen naar adem, of kreunen, wat een teken van circulatiestilstand kan zijn.
---
# Hulpmiddelen voor luchtwegmanagement
Dit hoofdstuk bespreekt de verschillende hulpmiddelen die ingezet worden om de luchtwegen van een patiënt vrij te houden of te ondersteunen, met specifieke aandacht voor nasofaryngeale en orofaryngeale luchtwegen.
### 3.1 Basale technieken voor het vrijmaken van de luchtweg
Voordat hulpmiddelen worden ingezet, zijn basale technieken essentieel om de luchtweg te openen. Deze technieken omvatten de hoofd kantelen/kinlift en de kaakdruk (jaw thrust).
* **Hoofdkanteling en kinlift**: Deze techniek wordt gebruikt om de tong van de achterwand van de farynx weg te duwen, waardoor de luchtweg wordt geopend. Dit gebeurt door het voorhoofd van de patiënt zachtjes naar achteren te duwen en tegelijkertijd de kin met twee vingers omhoog te tillen.
* **Kaakdruk (jaw thrust)**: Deze methode is met name geschikt voor patiënten met een vermoeden van nekletsel, waarbij het kantelen van het hoofd vermeden moet worden. Hierbij wordt de onderkaak naar voren geduwd ter hoogte van de kaakhoeken, waardoor de tong wordt weggetrokken van de farynx.
### 3.2 Hulpmiddelen om de luchtwegen vrij te houden
Naast basale technieken zijn er specifieke hulpmiddelen die de luchtweg open kunnen houden of helpen bij beademing.
#### 3.2.1 Nasofaryngeale luchtweg (neusluchtpijp)
Een nasofaryngeale luchtweg is een flexibele buis die via de neus wordt ingebracht om de luchtweg te openen.
* **Indicatie**: Deze wordt vaak verkozen bij patiënten die niet diep bewusteloos zijn, omdat deze over het algemeen beter verdragen wordt dan een orofaryngeale luchtweg.
* **Contra-indicaties**: Gebruik wordt afgeraden bij patiënten met een schedelbasisfractuur.
* **Risico's**: Er bestaat een risico op neusbloeding.
* **Maatvoering**: Maten van 6 tot 7 millimeter zijn geschikt voor volwassenen.
#### 3.2.2 Orofaryngeale luchtweg (mondluchtpijp)
Een orofaryngeale luchtweg is een gebogen stuk kunststof dat via de mond wordt ingebracht om de tong naar voren te houden.
* **Maatvoering**: De juiste maat wordt bepaald door de lengte van de luchtweg te laten overeenkomen met de verticale afstand tussen de snijtanden van de patiënt en de hoek van de kaak.
* **Risico's**: Er bestaat een gevaar dat de tong verder naar achteren wordt geduwd. Braken of laryngospasme kunnen optreden als gevolg van de irritatie.
#### 3.2.3 Beademing met een ballon (Bag-Valve-Mask - BVM)
De beademingsballon, ook wel bekend als Bag-Valve-Mask (BVM) of ballon-masker systeem, is een essentieel hulpmiddel voor mechanische beademing.
* **Onderdelen**: Een BVM bestaat uit een ballon, een masker dat over de mond en neus van de patiënt past, en aansluitingen voor zuurstof.
* **Werking**: De ballon is zelfvullend en kan worden aangesloten op een zuurstofbron van 15 liter per minuut om tot 100% zuurstof toe te dienen.
* **Gebruik**:
* **2-persoonstechniek**: Dit is de aanbevolen techniek voor efficiënte beademing, waarbij één persoon de luchtweg vrijmaakt en het masker vasthoudt, en de ander de ballon inknijpt.
* **Debiet**: Een debiet van 10 tot 15 liter per minuut wordt geadviseerd bij gebruik van een masker-ballonbeademing.
> **Tip:** Zorg ervoor dat de luchtweg correct vrijgemaakt is voordat de beademingsballon wordt gebruikt. Een ineffectieve luchtweg maakt beademing nutteloos.
> **Tip:** Verwijder een zuurstofmasker, neusbril of neuscanule en plaats deze op minstens 1 meter afstand van de borst van de patiënt tijdens defibrillatie.
> **Tip:** Druk de defibrillatiepads stevig aan bij het aanbrengen om de kans op vonken te minimaliseren.
> **Tip:** Benader een noodsituatie bij voorkeur altijd met twee personen, zowel bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis (OHCA) als binnen het ziekenhuis (IHCA).
#### 3.2.4 Benadering met AED en Zuurstof
* **AED**: Bij het gebruik van een AED, zorg ervoor dat niemand de patiënt aanraakt tijdens de analyse van het hartritme en tijdens het toedienen van een schok. Na een schok, of indien geen schok geïndiceerd is, start onmiddellijk met reanimatie. Ga door met reanimeren totdat de AED een nieuwe analyse aangeeft of tot professionele hulp arriveert.
* **Zuurstof**: Zuurstof kan ter ondersteuning van de beademing worden toegevoegd aan de BVM. Het debiet bij masker-ballonbeademing dient tussen 10 en 15 liter per minuut te liggen.
#### 3.2.5 Specifieke overwegingen bij AED gebruik
* **Volledig automatische AED's**: Deze zullen automatisch een schok toedienen indien nodig, zonder verdere actie van de hulpverlener.
* **Semi-automatische AED's**: Bij deze apparaten dient de hulpverlener de schokknop te activeren wanneer aangegeven.
* **Veiligheid**: Hoewel letsel bij de hulpverlener door een schok extreem zeldzaam is, mag er geen borstcompressie worden uitgevoerd tijdens het toedienen van een schok.
> **Voorbeeld:** Een patiënt vertoont plotselinge ademhalingsproblemen en kan niet meer spreken, wat wijst op mogelijke verstikking. Eerst worden 5 rugslagen gegeven. Indien dit niet helpt, volgen 5 buikstoten. Dit wordt afgewisseld tot de obstructie is opgeheven of de patiënt bewusteloos raakt, waarna CPR wordt gestart.
---
# Beademingstechnieken en zuurstofgebruik
Hier is een samenvatting over beademingstechnieken en zuurstofgebruik, opgesteld als een examen-ready studiehandleiding.
## 4. Beademingstechnieken en zuurstofgebruik
Dit gedeelte behandelt de technieken voor beademing, met name het gebruik van een beademingsballon (Bag-Valve-Mask) en de toediening van zuurstof ter ondersteuning van de ademhaling.
### 4.1 Inleiding tot beademingstechnieken
Beademing is een cruciale interventie in de reanimatie wanneer de ademhaling van een patiënt onvoldoende of afwezig is. De European Resuscitation Council (ERC) richtlijnen bieden een gestructureerde aanpak voor zowel basale als geavanceerde luchtwegmanagementtechnieken. Het correct toepassen van deze technieken, inclusief het gebruik van hulpmiddelen zoals de beademingsballon en de toediening van zuurstof, is essentieel voor het maximaliseren van de overlevingskansen.
### 4.2 Hulpmiddelen bij basale luchtwegtechnieken
Naast manuele technieken voor luchtwegopening, zoals de hoofd kantelen/kinlift of jaw thrust, kunnen specifieke hulpmiddelen worden ingezet om de luchtweg vrij te houden en beademing te vergemakkelijken.
#### 4.2.1 Nasofaryngeale luchtweg
Een nasofaryngeale luchtweg is een flexibele buis die via de neus wordt ingebracht om de nasofarynx open te houden.
* **Indicaties:** Kan worden gebruikt bij patiënten die niet diep bewusteloos zijn, om de luchtweg vrij te houden.
* **Contra-indicaties:** Niet aanbevolen bij vermoeden van schedelbasisfractuur.
* **Mogelijke complicaties:** Kan leiden tot neusbloedingen.
* **Maatvoering:** Voor volwassenen zijn maten van 6 tot 7 millimeter meestal geschikt.
#### 4.2.2 Orofaryngeale luchtweg
Een orofaryngeale luchtweg (ook bekend als een Guedel-tubus) is een rigidere buis die via de mond wordt ingebracht om de tong weg te houden van de achterwand van de farynx.
* **Indicaties:** Wordt gebruikt om de luchtweg te openen bij een bewusteloze patiënt.
* **Maatvoering:** De juiste maat wordt bepaald door de lengte van de luchtweg te vergelijken met de verticale afstand tussen de snijtanden van de patiënt en de hoek van de kaak.
* **Mogelijke complicaties:** Kan braken of laryngospasme veroorzaken als de patiënt niet diep bewusteloos is.
### 4.3 De Bag-Valve-Mask (BVM) beademing
De Bag-Valve-Mask (BVM), ook wel bekend als een zelfopblazende ballon of resuscitator, is een essentieel hulpmiddel voor kunstmatige beademing.
#### 4.3.1 Onderdelen en werking
Een BVM bestaat uit een ballon, een ventielmechanisme en een masker.
* **Zelfopvullende ballon:** De ballon vult zich automatisch met lucht of zuurstof.
* **Ventielmechanisme:** Zorgt ervoor dat de uitgeademde lucht van de patiënt wordt afgevoerd en verse lucht/zuurstof wordt ingeademd.
* **Masker:** Wordt op het gezicht van de patiënt geplaatst om een afsluiting te creëren voor effectieve beademing.
De BVM kan worden aangesloten op een gezichtsmasker, een tracheale tube of een laryngeaal masker. Het inknijpen van de ballon zorgt voor de inademing bij de patiënt.
#### 4.3.2 Zuurstofgebruik met de BVM
* **Aansluiting op zuurstof:** De BVM kan worden aangesloten op een zuurstofbron om de concentratie van ingeademde zuurstof te verhogen.
* **Beademing met 100% zuurstof:** Bij aansluiting op een zuurstofbron met een debiet van 15 liter per minuut ($\text{l/m}$) kan tot 100% zuurstof worden toegediend.
* **Debiet:** Een debiet van 10-15 $\text{l/m}$ wordt aanbevolen bij gebruik van masker-ballonbeademing met zuurstof.
#### 4.3.3 Beademingstechniek
* **2-persoonstechniek:** De 2-persoonstechniek wordt aanbevolen voor het effectief gebruiken van de BVM, waarbij één persoon de luchtweg openhoudt en de ander de ballon bedient.
* **Masker-ballonbeademing:** Hierbij wordt een masker stevig op het gezicht van de patiënt geplaatst, gevolgd door het ritmisch inknijpen van de ballon.
### 4.4 Zuurstoftoediening en defibrillatie
Bij het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED) in combinatie met beademing, zijn er specifieke voorzorgsmaatregelen te nemen met betrekking tot zuurstof.
* **Verwijderen van zuurstofbronnen:** Verwijder een zuurstofmasker, neusbril of neuscanule en plaats deze op minstens 1 meter afstand van de borst van de patiënt tijdens defibrillatie. Dit is om het risico op ontvlambare gassen te minimaliseren.
* **Druk op defipads:** Druk de defipads stevig aan bij het aanbrengen om te voorkomen dat er vonken ontstaan.
### 4.5 Belangrijke overwegingen
* **Benadering van noodsituaties:** Benader noodsituaties, zowel buiten als binnen het ziekenhuis (OHCA en IHCA), bij voorkeur met minimaal twee personen.
* **AED beschikbaarheid:** Indien de AED niet onmiddellijk beschikbaar is, dient de reanimatie voortgezet te worden.
> **Tip:** Zorg dat je bekend bent met de specifieke bediening van de AED die in jouw omgeving beschikbaar is, aangezien de interfaces kunnen variëren (volledig automatisch versus semi-automatisch).
> **Tip:** Oefen regelmatig de verschillende beademingstechnieken, inclusief het correct plaatsen van de luchtweg hulpmiddelen en het gebruik van de BVM, om de vaardigheid te behouden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Basale Levensondersteuning (BLS) | De initiële zorg die wordt verleend aan een persoon die een medisch noodgeval ervaart, zoals een hartstilstand, met als doel het behoud van leven en het voorkomen van verdere schade totdat gespecialiseerde medische hulp arriveert. |
| Automatische Externe Defibrillator (AED) | Een draagbaar apparaat dat in staat is om elektrische schokken toe te dienen aan patiënten met een hartritmestoornis die een hartstilstand veroorzaakt, en dat door leken kan worden gebruikt na instructie. |
| Hartstilstand buiten het ziekenhuis (OHCA) | Een medische noodsituatie waarbij het hart plotseling stopt met kloppen bij een persoon die zich buiten een ziekenhuisomgeving bevindt. |
| Reanimatie | Een medische procedure die wordt uitgevoerd om ademhaling en hartslag te herstellen bij iemand die hiermee is gestopt, vaak door middel van borstcompressies en beademing. |
| Borstcompressies | Handmatig uitoefenen van druk op het borstbeen van een patiënt om de bloedcirculatie te stimuleren tijdens reanimatie, cruciaal voor het behoud van hersenfunctie. |
| Luchtweg | Het pad dat lucht volgt van de neus en mond naar de longen, dat vrij moet zijn van obstructies om effectieve ademhaling mogelijk te maken. |
| Verstikking | Een levensbedreigende toestand die wordt veroorzaakt door een blokkade in de luchtwegen, meestal door een vreemd voorwerp, waardoor ademhalen onmogelijk wordt. |
| Rugslagen | Een manoeuvre waarbij krachtige slagen tussen de schouderbladen worden gegeven om een vreemd voorwerp uit de luchtweg van een verstikt persoon te verwijderen. |
| Buikstoten | Een manoeuvre waarbij scherpe, opwaartse stoten worden gegeven in de bovenbuik om een vreemd voorwerp uit de luchtweg van een verstikt persoon te verwijderen, uitgevoerd achter de patiënt. |
| Nasofaryngeale luchtweg | Een medisch hulpmiddel dat via de neus wordt ingebracht om de luchtweg open te houden door te voorkomen dat de tong de achterkant van de keel blokkeert, vooral nuttig bij bewusteloze patiënten die nog ademen. |
| Orofaryngeale luchtweg | Een medisch hulpmiddel dat via de mond wordt ingebracht om de luchtweg open te houden door te voorkomen dat de tong de achterkant van de keel blokkeert, meestal gebruikt bij bewusteloze patiënten die niet zelfstandig ademen. |
| Beademingsballon (Bag-Valve-Mask) | Een handmatig bediend apparaat dat bestaat uit een masker, een ballon en een klepsysteem, gebruikt om kunstmatige beademing toe te dienen, vaak aangesloten op een zuurstoftoevoer voor verhoogde concentratie. |
| Ventriculaire fibrillatie (VF) | Een levensbedreigende hartritmestoornis waarbij de kamers van het hart chaotisch en ineffectief trillen, wat leidt tot een hartstilstand en onmiddellijke reanimatie en defibrillatie vereist. |
| Asystolie | De afwezigheid van elektrische activiteit in het hart, ook wel bekend als een "platte lijn", wat een hartstilstand aangeeft waarvoor reanimatie essentieel is, maar defibrillatie niet effectief is. |