Cover
Comença ara de franc Pneumo_Les 6_Longziekten_COPD Behandeling_GB_19112025 (1).pdf
Summary
# Definitie en classificatie van COPD
Dit studieonderwerp biedt een gedetailleerde uiteenzetting van Chronisch Obstructief Longlijden (COPD), inclusief de definitie, pathologie, epidemiologie, risicofactoren, pathogenese en de factoren die de ernst van de ziekte bepalen.
## 1. Definitie en classificatie van COPD
### 1.1 Definities en kernconcepten
Chronisch Obstructief Longlijden (COPD) is een verzamelnaam voor longziekten die gekenmerkt worden door chronische symptomen, zoals hoesten, sputumproductie en kortademigheid, en progressieve luchtwegobstructie. Het betreft een majeure ziektedomein binnen de pneumologie [2](#page=2) [3](#page=3) [5](#page=5).
### 1.2 Factoren die de ernst van COPD bepalen
De ernst van COPD wordt bepaald door een combinatie van factoren die de progressie en impact van de ziekte beïnvloeden. Deze factoren omvatten [4](#page=4):
* De ernst van de symptomen ervaren door de patiënt [4](#page=4).
* De mate van luchtwegvernauwing, gemeten aan de hand van longfunctieonderzoek [4](#page=4).
* De frequentie en ernst van exacerbaties, dit zijn acute verslechteringen van de ziekte [4](#page=4).
* De aanwezigheid van verwikkelingen die voortvloeien uit COPD [4](#page=4).
* Het optreden van respiratoire insufficiëntie [4](#page=4).
* De aanwezigheid van comorbiditeiten, oftewel gelijktijdige andere ziekten [4](#page=4).
* De algemene gezondheidstoestand van de patiënt [4](#page=4).
* De effectiviteit van de onderhoudsbehandeling [4](#page=4).
---
# Farmacologische behandeling van COPD
De farmacologische behandeling van COPD richt zich op het verminderen van symptomen, het verbeteren van inspanningstolerantie en levenskwaliteit, en het verminderen van ziekteprogressie en mortaliteit. De belangrijkste pijlers van deze behandeling omvatten stoppen met roken en het gebruik van inhalatiemedicatie, waaronder bronchodilatoren en, in specifieke gevallen, inhalatiecorticosteroïden (ICS) [6](#page=6) [7](#page=7).
### 2.1 Stoppen met roken
Stoppen met roken is de enige bewezen effectieve maatregel om de afname van de longfunctie op lange termijn te beïnvloeden. Effectieve strategieën omvatten systematische identificatie van rokers, sterke aanmoediging tot stoppen, ondersteuning bij het stoppen, en het plannen van follow-up contacten. Dit kan ondersteund worden door de arts, vaardigheidstraining, nicotine-substitutietherapie, en medicatie zoals bupropion (Zyban®) of varenicline (Champix®) [8](#page=8) [9](#page=9).
### 2.2 Bronchodilatoren
Bronchodilatoren zijn cruciaal in de farmacologische behandeling van COPD en worden onderverdeeld in kortwerkende (SABA, SAMA) en langwerkende (LABA, LAMA) middelen [10](#page=10) [14](#page=14) [15](#page=15).
#### 2.2.1 Langwerkende 2-agonisten (LABA)
LABA's verwijden de luchtwegen door interactie met 2-adrenerge receptoren in de gladde spieren van de luchtwegen. Ze worden gebruikt om symptomen te verlichten en de inspanningstolerantie te verbeteren bij patiënten met puur COPD (GOLD groep B). Voorbeelden van LABA's zijn formoterol, salmeterol, indacaterol, olodaterol en vilanterol [10](#page=10) [15](#page=15).
* **Indicatie (LABA):** Puur COPD (GOLD B) [15](#page=15).
* **Belangrijk:** LABA's mogen nooit als enige behandeling bij astma worden gebruikt [15](#page=15).
#### 2.2.2 Langwerkende muscarine antagonisten (LAMA)
LAMA's blokkeren muscarinerge receptoren in de luchtwegen, wat leidt tot ontspanning van de gladde spieren en bronchodilatatie. Ze worden, net als LABA's, voorgeschreven aan patiënten met puur COPD (GOLD groep B) om symptomen te verminderen. Voorbeelden van LAMA's zijn tiotropium, glycopyrronium, umeclidinium en aclidinium [10](#page=10) [14](#page=14).
* **Indicatie (LAMA):** Puur COPD (GOLD B) [14](#page=14).
* **Belangrijk:** LAMA's mogen nooit als enige behandeling bij astma worden gebruikt [14](#page=14).
### 2.3 Vaste combinaties van bronchodilatoren
Vaste combinaties van langwerkende bronchodilatoren (LABA + LAMA) bieden synergetische effecten en verbeteren de symptomen, dyspnoe, inspanningstolerantie en levenskwaliteit significant meer dan monotherapie met LABA of LAMA. Deze combinaties worden aanbevolen voor patiënten met puur COPD (GOLD groep B) [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Indicatie (LABA+LAMA):** Puur COPD (GOLD B) [16](#page=16).
* **Voorbeelden van combinaties:**
* Indacaterol/Glycopyrronium (Ultibro® Breezhaler) [16](#page=16).
* Vilanterol/Umeclidinium (Anoro® Ellipta) [16](#page=16).
* Olodaterol/Tiotropium (Spiolto® Respimat) [16](#page=16).
* Formoterol/Aclidinium (Duaklir® Genuair) [16](#page=16).
* **Effecten:** Verbetering van hyperinflatie, dyspnoe en inspanningstolerantie, verbetering van levenskwaliteit en reductie van exacerbaties [17](#page=17).
#### 2.3.1 Behandeling van COPD GOLD groep B
Patiënten in GOLD groep B met puur COPD, gedefinieerd door specifieke criteria (leeftijd >50 jaar, >10 pakjaren gerookt, geen astma in kindertijd of volwassen leeftijd, geen allergie, geen verhoogde eosinofilie), komen in aanmerking voor behandeling met LAMA of (LABA). De voorkeursbehandeling voor symptoomverlichting en reductie van exacerbaties in deze groep is echter een combinatie van LAMA en LABA [11](#page=11) [12](#page=12) [16](#page=16).
### 2.4 Vaste combinaties van LABA en ICS
Vaste combinaties van een langwerkende 2-agonist (LABA) en een inhalatiecorticosteroïde (ICS) worden ingezet bij patiënten met COPD die ondanks bronchodilatatie nog steeds symptomatisch zijn of een verhoogd risico op exacerbaties hebben. Deze combinaties zijn effectief in het verminderen van ontstekingen in de luchtwegen en het voorkomen van exacerbaties [18](#page=18) [22](#page=22).
* **Indicatie:** Patiënten met COPD die baat hebben bij bronchodilatatie en ontstekingsremming, vaak in GOLD groep D/E [18](#page=18).
* **Voorbeelden van combinaties:**
* Fluticason/Salmeterol (Seretide®) [22](#page=22).
* Fluticason/Formoterol (Flutiform®) [22](#page=22).
* Budesonide/Formoterol (Symbicort®) [22](#page=22).
* Beclometason/Formoterol (Inuvair®) [22](#page=22).
* Fluticasonfuroaat/Vilanterol (Relvar® Ellipta) [22](#page=22).
* **Belangrijk:** ICS mogen nooit als enige behandeling bij astma worden gebruikt [15](#page=15).
#### 2.4.1 Rol van bloed eosinofilie
Bloed eosinofilie (BEC) is een marker die geassocieerd is met een hogere frequentie van exacerbaties en een betere therapeutische respons op ICS bij patiënten met COPD. Een verhoogde eosinofilie kan een indicatie zijn voor de effectiviteit van ICS-bevattende therapieën [19](#page=19) [20](#page=20).
### 2.5 Triple therapie (ICS + LABA + LAMA)
Triple therapie, bestaande uit een inhalatiecorticosteroïde (ICS), een langwerkende 2-agonist (LABA) en een langwerkende muscarine antagonist (LAMA) in één inhalator, is geïndiceerd voor patiënten met COPD die ondanks combinatietherapie met LABA+LAMA of LABA+ICS nog steeds exacerbaties ervaren [23](#page=23) [24](#page=24).
* **Indicatie:** Ernstige COPD (vaak GOLD groep D/E) met recidiverende exacerbaties [24](#page=24).
* **Gunstige effecten:**
* Verbetering van dyspnoe en inspanningstolerantie [24](#page=24).
* Verbetering van levenskwaliteit [24](#page=24).
* Significante reductie van exacerbaties [24](#page=24).
* Reductie van mortaliteit. De reductie van mortaliteit is groter dan bij LAMA/LABA combinaties [24](#page=24).
* **Voorbeelden van triple therapie:**
* Beclometason/Formoterol/Glycopyrronium (Trimbow®) [23](#page=23).
* Fluticasonfuroaat/Vilanterol/Umeclidinium (Trelegy® Ellipta) [23](#page=23).
* Budesonide/Formoterol/Glycopyrronium (Trixeo®) [23](#page=23).
#### 2.5.1 IMPACT studie
De IMPACT studie evalueerde de effectiviteit van een vaste triple therapie (FF/UMEC/VI) in één inhalator vergeleken met LABA+ICS (FF/VI) en LAMA+LABA (UMEC/VI). De studie omvatte patiënten met een COPD-diagnose, CAT score ≥10, en specifieke FEV1-waarden met een historie van exacerbaties [25](#page=25).
* **Resultaten:** De triple therapie resulteerde in een significante reductie van matige/ernstige exacerbaties vergeleken met zowel FF/VI als UMEC/VI. Bovendien liet de IMPACT studie zien dat triple therapie ook de mortaliteit op alle oorzaken vermindert [26](#page=26) [27](#page=27).
> **Tip:** Bij het evalueren van farmacologische behandelingen is het belangrijk om de "benefit risk ratio" in acht te nemen, vooral bij het overwegen van ICS, waarbij bloed eosinofilie een belangrijke factor kan zijn [19](#page=19).
### 2.6 Overige farmacologische overwegingen
Er wordt ook gesproken over de rol van macroliden met hun antimicrobiële en anti-inflammatoire effecten, hoewel dit niet gedetailleerd wordt uitgewerkt in de verstrekte documentatie voor de basisbehandeling. Follow-up van farmacologische behandeling is een essentieel onderdeel van het management van COPD [29](#page=29) [30](#page=30).
---
# Niet-farmacologische en holistische behandeling van COPD
De holistische behandeling van COPD omvat een breed scala aan niet-farmacologische interventies die gericht zijn op het verbeteren van de levenskwaliteit, het verminderen van symptomen en het managen van comorbiditeiten, met roken als centrale focus [34](#page=34).
### 3.1 Respiratoire revalidatie
Respiratoire revalidatie is een essentiële niet-farmacologische aanpak binnen de behandeling van COPD. Dit programma omvat doorgaans een gestructureerd trainingsregime dat is ontworpen om de fysieke conditie van patiënten te verbeteren. Het hoofddoel is het verminderen van dyspneu (kortademigheid) en het vergroten van de inspanningscapaciteit. Patiënten leren oefentechnieken om beter om te gaan met hun beperkingen en zo hun dagelijkse activiteiten te kunnen hervatten [34](#page=34).
### 3.2 Longvolume reductie (LVR)
Longvolume reductie (LVR) is een specifieke niet-farmacologische behandeling die wordt overwogen bij patiënten met ernstige dyspneu en significante emfyseem of hyperinflatie. Deze interventie is gericht op het verkleinen van het volume van de aangedane longdelen, wat kan leiden tot een verbeterde ademhalingsmechanica en verminderde dyspneu. LVR kan zowel bronchoscopisch als chirurgisch worden uitgevoerd [34](#page=34).
> **Tip:** LVR is niet voor elke COPD-patiënt geschikt; selectie op basis van specifieke kenmerken van emfyseem en hyperinflatie is cruciaal [34](#page=34).
### 3.3 Holistische aanpak en management van comorbiditeiten
Een holistische behandeling van COPD erkent dat de aandoening verder reikt dan de longen alleen. De aanpak omvat daarom essentiële elementen zoals rookstop, beweging (via respiratoire revalidatie) en de management van gerelateerde gezondheidsproblemen (comorbiditeiten) [34](#page=34).
#### 3.3.1 Rookstop
Rookstop is de meest effectieve interventie om de progressie van COPD te vertragen en de symptomen te verminderen. Dit wordt doorgaans aangeboden via gespecialiseerde rookstoppoli's [34](#page=34).
#### 3.3.2 Management van cardiovasculair lijden
Patiënten met COPD hebben vaak ook cardiovasculaire aandoeningen. Een geïntegreerde aanpak die zowel de longziekte als hart- en vaatziekten behandelt, is daarom van groot belang [34](#page=34).
#### 3.3.3 Longkanker screening
Gezien de verhoogde kans op longkanker bij rokers en patiënten met COPD, is screening voor longkanker een belangrijk onderdeel van de holistische zorg. Dit helpt bij vroege detectie en verbeterde behandelingsresultaten [34](#page=34).
---
# Behandeling van acute exacerbaties en preventie van COPD
Dit hoofdstuk behandelt de aanpak van acute COPD-exacerbaties, inclusief hun oorzaken, symptomen, behandelingsstrategieën en preventieve maatregelen, met een focus op medicamenteuze therapie en vaccinaties.
### 4.1 Acute exacerbaties van COPD
Een acute exacerbatie van COPD wordt gekenmerkt door een toename van hoest, sputumproductie en dyspnoe. Deze periodes kunnen variëren in frequentie en ernst [35](#page=35).
#### 4.1.1 Oorzaken van acute exacerbaties
De belangrijkste oorzaken van acute COPD-exacerbaties zijn infecties en blootstelling aan luchtvervuiling of roken [36](#page=36).
* **Infecties:**
* **Viraal:** Veelvoorkomende virussen zijn rhinovirus en influenza [36](#page=36).
* **Bacterieel:** Veelvoorkomende bacteriën omvatten *Hemophilus influenzae*, *Moraxella catarrhalis* en *Streptococcus pneumoniae* [36](#page=36).
Een acute exacerbatie van COPD is een heterogeen fenomeen [37](#page=37).
#### 4.1.2 Acute behandeling van exacerbaties
De acute behandeling van een COPD-exacerbatie omvat meerdere componenten:
* **Bronchodilatoren:** Kortwerkende bèta-agonisten (SABA) en/of kortwerkende muscarine-antagonisten (SAMA) worden ingezet [41](#page=41).
* **Systemische corticosteroïden:** Een veelgebruikte dosering is methylprednisolon 32 milligram eenmaal daags gedurende 5 dagen [41](#page=41).
* **Antibiotica:** Deze worden zo nodig voorgeschreven, bijvoorbeeld amoxicilline-clavulaanzuur [38](#page=38) [41](#page=41).
* **Zuurstoftoediening:** Een streefdoel van een zuurstofsaturatie van $\geq$ 90-92% wordt gehanteerd. De toediening moet getitreerd worden vanwege het risico op koolstofdioxide-retentie (carbonarcose) bij patiënten met ernstig COPD [41](#page=41).
* **Niet-invasieve beademing (NIV):** Bij ernstige exacerbaties en type 2 respiratoire insufficiëntie kan NIV ingezet worden. Het verbetert de bloedgassen en pH, vermindert de ziekenhuissterfte, de noodzaak voor invasieve mechanische ventilatie en de duur van het ziekenhuisverblijf (Bewijs A) [42](#page=42).
> **Tip:** Bij het toedienen van zuurstof is zorgvuldige monitoring essentieel om hypercapnie te voorkomen [41](#page=41).
> **Example:** Een patiënt met een ernstige COPD-exacerbatie kan baat hebben bij een zuurstofbehandeling via een neusbril met een instelbare flow om de beoogde saturatiedoelen te bereiken [41](#page=41).
### 4.2 Preventie van COPD-exacerbaties
Preventieve maatregelen spelen een cruciale rol in het verminderen van de frequentie en ernst van COPD-exacerbaties.
#### 4.2.1 Medicamenteuze preventie
* **Azitromycine (AZI):** Langdurig gebruik van azitromycine kan worden overwogen voor preventie [39](#page=39).
* **Inhalatiecorticosteroïden (ICS):** ICS kunnen ook een rol spelen in de preventie van exacerbaties [39](#page=39).
#### 4.2.2 Vaccinaties
Vaccinaties zijn een belangrijk onderdeel van de preventie van infectieuze exacerbaties.
* **Virale vaccinaties:**
* **Influenza:** Jaarlijks griepvaccin [40](#page=40).
* **COVID-19:** mRNA-vaccins (bijv. Pfizer, Moderna) [40](#page=40).
* **RSV:** Vaccins zoals Arexvy en Abrysvo [40](#page=40).
* **Bacteriële vaccinaties (Pneumokokken):**
* **Geconjugeerd:** Prevenar 20 (PCV20), Prevenar 13 (PCV13), Vaxneuvance (PCV15) [40](#page=40).
* **Niet-geconjugeerd:** Pneumovax 23 [40](#page=40).
> **Tip:** Zorg ervoor dat patiënten met COPD jaarlijks gevaccineerd worden tegen influenza en de aanbevolen pneumokokkenvaccins ontvangen [40](#page=40).
> **Example:** Een 65-jarige patiënt met COPD wordt geadviseerd om jaarlijks het griepvaccin te ontvangen en tevens het pneumokokkenvaccin PCV20, ter preventie van respiratoire infecties die exacerbaties kunnen uitlokken [40](#page=40).
---
# Prognose en palliatieve zorg voor COPD
Dit onderdeel bespreekt de prognostische factoren bij COPD, de mortaliteitsrisico's na exacerbaties, en de principes van palliatieve, terminale en hospicezorg voor patiënten met gevorderde COPD.
### 5.1 Ziekteverloop en prognose bij COPD
Het ziekteverloop van COPD wordt gekenmerkt door een geleidelijke achteruitgang van de gezondheidstoestand en toenemende symptomen. Deze achteruitgang wordt onderbroken door acute exacerbaties, die geassocieerd zijn met een verhoogd risico op overlijden. Hoewel de mortaliteit na ziekenhuisopname voor een acute COPD-exacerbatie afneemt, variëren de gerapporteerde sterftecijfers nog steeds aanzienlijk, van 23% tot 80% [43](#page=43).
### 5.2 Palliatieve, terminale en hospicezorg bij COPD
Palliatieve zorg richt zich op het verbeteren van de levenskwaliteit van patiënten en hun naasten die geconfronteerd worden met een ernstige ziekte. Bij gevorderde COPD omvat dit zorg die gericht is op symptoomverlichting, psychosociale ondersteuning en het bespreken van behandelwensen, ook wanneer curatieve behandelingen niet meer mogelijk zijn. Terminale zorg en hospicezorg zijn specifieke vormen van palliatieve zorg die zich richten op de allerlaatste levensfase, met als doel comfort en waardigheid te waarborgen [43](#page=43).
> **Tip:** Het vroegtijdig identificeren van patiënten met een slechte prognose is cruciaal om tijdig palliatieve zorg te kunnen starten.
### 5.3 Belangrijke behandelprincipes in de context van prognose
Hoewel de focus van dit gedeelte ligt op prognose en palliatieve zorg, is het belangrijk de algemene behandelprincipes te onthouden die de progressie van de ziekte kunnen beïnvloeden. Deze omvatten [44](#page=44):
* Rookstop [44](#page=44).
* Inhalatietherapie bij chronische COPD, waarbij combinaties zoals LAMA+LABA of ICS/LABA/LAMA (triple therapie) worden overwogen afhankelijk van de ernst en het fenotype van de ziekte [44](#page=44).
* Effectieve behandeling van acute exacerbaties [44](#page=44).
* Vaccinaties ter preventie van infecties, zoals griep-, COVID- en pneumokokkenvaccinaties (bv. Prevenar-20) [44](#page=44).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| COPD (Chronisch Obstructief Longlijden) | Een chronische inflammatoire longziekte die wordt gekenmerkt door persisterende luchtwegobstructie en die doorgaans progressief is, wat leidt tot kortademigheid, chronische hoest en sputumproductie. |
| Exacerbatie | Een acute verslechtering van de symptomen van COPD die verder gaat dan de dagelijkse normale variatie en die leidt tot een verandering in medicatie. Exacerbaties worden vaak veroorzaakt door infecties of omgevingsfactoren zoals luchtvervuiling en roken. |
| Luchtwegvernauwing | Een vernauwing of obstructie van de luchtwegen in de longen, wat de luchtstroom beperkt. Dit is een kenmerkend symptoom van aandoeningen zoals COPD en astma. |
| Respiratoire insufficiëntie | Een aandoening waarbij de longen niet in staat zijn om voldoende zuurstof in het bloed af te geven of kooldioxide te verwijderen. Dit kan leiden tot lage zuurstofniveaus (hypoxemie) en/of hoge kooldioxideconcentraties (hypercapnie) in het bloed. |
| Comorbiditeit | De gelijktijdige aanwezigheid van één of meer aanvullende aandoeningen of ziekten naast de primaire aandoening, in dit geval COPD. Veelvoorkomende comorbiditeiten bij COPD zijn hart- en vaatziekten en diabetes. |
| Farmacologische behandeling | Behandeling van een ziekte met behulp van medicijnen. Bij COPD omvat dit inhalatoren zoals bronchodilatoren en corticosteroïden, en soms orale medicatie of antibiotica. |
| Niet-farmacologische behandeling | Behandeling van een ziekte zonder medicijnen. Voor COPD omvat dit onder andere stoppen met roken, respiratoire revalidatie, beweging en educatie. |
| Long-acting 2-agonisten (LABA) | Medicijnen die de luchtwegen verwijden door de gladde spieren rond de luchtwegen te ontspannen. Ze hebben een langdurige werking en worden gebruikt voor de onderhoudsbehandeling van COPD. Voorbeelden zijn formoterol en salmeterol. |
| Long-acting anticholinergica (LAMA) | Medicijnen die de luchtwegen verwijden door de werking van acetylcholine te blokkeren, wat leidt tot ontspanning van de gladde spieren in de luchtwegen. Ze hebben ook een langdurige werking en zijn belangrijk in de behandeling van COPD. Voorbeelden zijn tiotropium en glycopyrronium. |
| Inhalatie CorticoSteroïden (ICS) | Medicijnen die worden geïnhaleerd om ontsteking in de luchtwegen te verminderen. Ze worden vaak gebruikt bij COPD, vooral bij patiënten met frequente exacerbaties of eosinofilie. |
| Triple therapie | Een combinatie van drie soorten medicijnen in één inhalator: een langwerkende bèta-2-agonist (LABA), een langwerkend anticholinergicum (LAMA) en een inhalatiecorticosteroïd (ICS). Deze wordt gebruikt voor patiënten met ernstige COPD. |
| Bronchodilatoren | Medicijnen die de luchtwegen verwijden, waardoor ademen gemakkelijker wordt. Ze kunnen kortwerkend (SABA, SAMA) zijn voor acute symptoomverlichting, of langwerkend (LABA, LAMA) voor onderhoudsbehandeling. |
| Eosinofilie | Een verhoogd aantal eosinofielen in het bloed. Bij COPD kan een verhoogde eosinofielentelling wijzen op een grotere kans op exacerbaties en een betere reactie op inhalatiecorticosteroïden. |
| Hyperinflatie | Een toestand waarbij de longen lucht vasthouden na uitademing, wat leidt tot een verhoogd residuaal volume. Dit draagt bij aan kortademigheid en een beperkte ademcapaciteit bij patiënten met COPD. |
| Dyspnoe | Het medische woord voor kortademigheid of benauwdheid. Het is een veelvoorkomend en invaliderend symptoom bij patiënten met COPD. |
| Ademhalingsrevalidatie | Een programma dat patiënten met chronische longaandoeningen helpt om hun fysieke conditie te verbeteren, symptomen te beheersen en de kwaliteit van leven te verhogen door middel van oefentherapie, educatie en psychologische ondersteuning. |
| Longvolume Reductie (LVR) | Een chirurgische of bronchoscopische procedure waarbij een deel van het beschadigde longweefsel wordt verwijderd om de hyperinflatie te verminderen en de ademhalingsfunctie te verbeteren bij patiënten met ernstige COPD en emfyseem. |
| Carbonarcose | Een gevaarlijke toestand van verhoogde kooldioxideconcentraties in het bloed (hypercapnie) die kan optreden bij patiënten met ernstige COPD die zuurstoftherapie krijgen, doordat de ademhalingsprikkel vermindert. |
| NIV (Non-invasive ventilation) | Niet-invasieve beademing, een techniek waarbij ademhalingsondersteuning wordt geboden zonder dat er een tracheostoma nodig is. Het kan de bloedgassen verbeteren en de noodzaak van invasieve beademing verminderen bij ernstige COPD-exacerbaties. |