Cover
Comença ara de franc Pneumo_Les 1_Longziekten_Symptomen en klinische tekenen_GB_25092025.pdf
Summary
# Symptomen en klinische presentatie van longaandoeningen
Dit overzicht behandelt de diverse symptomen en klinische presentaties die kenmerkend zijn voor longaandoeningen, inclusief de cruciale rol van anamnese en lichamelijk onderzoek.
## 1. Symptomen en klinische presentatie van longaandoeningen
### 1.1 Introductie tot symptomen bij longaandoeningen
Patiënten met longaandoeningen kunnen een breed scala aan symptomen ervaren, variërend van algemene klachten zoals koorts en vermoeidheid tot specifieke respiratoire symptomen zoals hoesten, dyspneu en thoraxpijn. Een gedetailleerde anamnese en een systematisch klinisch onderzoek zijn essentieel voor het stellen van een diagnose [30](#page=30) [5](#page=5).
### 1.2 Anamnese bij longaandoeningen
#### 1.2.1 Algemene anamnese
Naast specifieke respiratoire klachten is het belangrijk om algemene symptomen uit te vragen, zoals koorts, nachtzweten, veranderingen in eetlust en gewicht, en algemene vermoeidheid. Deze kunnen wijzen op systemische infecties of chronische ziekteprocessen [5](#page=5).
#### 1.2.2 Respiratoire anamnese
De kern van de anamnese bij verdenking op een longaandoening omvat:
* **Hoest:** Duur (acuut vs. chronisch), productiviteit (sputum), uitlokkende factoren, tijdstip (houdingsgebonden, nachtelijk) en reactie op prikkels [7](#page=7).
* **Sputum:** Aspect (mucoïd, purulent, mucopurulent), hoeveelheid en geur [12](#page=12).
* **Hemoptoe:** Het ophoesten van bloed [12](#page=12).
* **Dyspneu:** Gevoel van kortademigheid [23](#page=23).
* **Thoraxpijn:** Aard, lokalisatie en relatie met ademhaling [18](#page=18).
* **Piepende ademhaling en stridor:** Geluiden tijdens de ademhaling [22](#page=22).
* **Snurken en (slaap)apneu:** Indicaties van slaapgerelateerde ademhalingsproblemen [5](#page=5).
#### 1.2.3 Aanvullende anamnestische elementen
* **Beroepsanamnese:** Blootstelling aan schadelijke stoffen op het werk, zoals asbest of allergenen (bv. bij bakkers, kappers) [6](#page=6).
* **Familiale anamnese:** Aandoeningen die familiair voorkomen, zoals astma [6](#page=6).
* **Omgevingsfactoren:** Blootstelling aan huisdieren, hobby's, reizen [6](#page=6).
* **Rookgewoonten:** Aantal pakjaren (pakjes per dag maal aantal jaren roken) is cruciaal voor risicobeoordeling, met name voor longkanker. Vapen dient ook bevraagd te worden [6](#page=6).
### 1.3 Specifieke symptomen nader belicht
#### 1.3.1 Hoest
* **Oorzaken acute hoest:** Luchtweginfecties (meestal viraal), kinkhoest, allergische rhinitis, exacerbatie van COPD, inhalatie van toxische gassen, aspiratie van vreemde voorwerpen [8](#page=8).
* **Frequente oorzaken chronische hoest:** Roken, postnasale drip, astma, chronisch bronchiaal lijden (chronische bronchitis, COPD), gastro-oesofageale reflux [9](#page=9).
* **Verdere oorzaken chronische hoest:** Bronchiëctasieën, bronchustumoren, linker hartdecompensatie, inname van ACE-inhibitoren (door opstapeling van bradykinine), tuberculose, mediastinale tumoren. ACE-inhibitoren kunnen bij ongeveer 10% van de patiënten een hoest veroorzaken. Tuberculose is een ernstige, besmettelijke longontsteking die niet gemist mag worden [10](#page=10).
* **Verwikkelingen van hoest:** Ribfractuur, spierruptuur, bronchoconstrictie, barotrauma (pneumothorax, pneumomediastinum, subcutaan emfyseem), urine-incontinentie, syncope. Barotrauma kan ontstaan door verhoogde intrathoracale druk [11](#page=11).
#### 1.3.2 Expectoratie van sputum
* **Aspect:** Mucoïd (helder, bv. bij astma), purulent (geelgroen, niet per se bacterieel) of mucopurulent [12](#page=12).
* **Hoeveelheid:** Grote hoeveelheden sputum kunnen wijzen op bronchiëctasieën, longabces of broncho-alveolair celcarcinoom [12](#page=12).
* **Geur:** Een stinkende sputum kan duiden op anaerobe bacteriële infectie, zoals bij een abces [12](#page=12).
#### 1.3.3 Hemoptoe
Hemoptoe is het ophoesten van bloed, te onderscheiden van hematemesis (braken van bloed) [14](#page=14).
* **Karakteristieken hemoptoe:** Hoesten, rood schuimerig, pH neutraal [14](#page=14).
* **Oorzaken lichte tot matige hemoptoe:** Respiratoire infecties, COPD, bronchiëctasieën, bronchustumor, tuberculose, longembool, stollingsstoornissen (bv. bij hemofilie of gebruik van anticoagulantia) [16](#page=16).
* **Oorzaken massieve hemoptoe:** Bronchuscarcinoom, bronchiectasieën, necrotiserende infecties (tuberculose, longabces). Het grootste gevaar bij massieve hemoptoe is stikken door vulling van de luchtwegen met bloed, leidend tot respiratoire insufficiëntie [17](#page=17).
* **Circulatie in de longen:** De longen hebben twee circulaties: de bronchiale (hoge druk, systeemcirculatie, bevloeit luchtwegen) en de pulmonale (lage druk). Bloedingen in de long zijn meestal gerelateerd aan problemen in de bronchiale circulatie [15](#page=15).
#### 1.3.4 Thoraxpijn
De lokalisatie van de pijn kan inzicht geven in de oorsprong [18](#page=18).
* **Pariëtale pleura of thoraxwand:** Pleurale pijn is scherp, ademhalingsgebonden en kan leiden tot ademhalingsinhibitie en dyspneu. Irritatie van het diafragma kan gerefereerde pijn geven in de schouder of het abdomen [18](#page=18).
* **Hart of andere mediastinale structuren:** Centrale, doffe pijn zonder relatie met de ademhaling [18](#page=18).
* **Oorzaken thoracale pijn met pleuraal karakter:** Pleuritis (infectieus, maligne), pneumonie, longinfarct/longembolie, pneumothorax, abdominaal proces (subfrenisch abces, pancreatitis) [19](#page=19).
* **Oorzaken thoraxwandpijn:** Ribpathologie, ontsteking van intercostale spier of zenuw, syndroom van Tietze (pijn aan osteochondrale overgang, erger bij beweging en palpatie), zoster (unilaterale pijn, kan rash voorafgaan) [20](#page=20).
* **Oorzaken retosternale pijn:** Cardiovasculair (myocardischemie, pericarditis, aorta dissectie, longembolie, pulmonale hypertensie), tracheïtis, slokdarmpathologie (GERD, slokdarmspasmen, Boerhaave syndroom) [21](#page=21).
#### 1.3.5 Piepende ademhaling en stridor
* **Diffuus verspreide piepende ademhaling (wheezing):** Kenmerkend voor astma en COPD [22](#page=22).
* **Unilaterale piepende ademhaling:** Wijst op een vernauwing van een grote bronchus, bv. door een tumor of vreemd voorwerp [22](#page=22).
* **Stridor (inspiratoir!):** Luidruchtige inademing, duidend op stenose van larynx, trachea of hoofdbronchi, of epiglottis-oedeem. Belangrijk: niet alles wat piept, is astma. Bij astma en COPD is de uitademing vaak bemoeilijkt (expiratoire wheezing) [22](#page=22).
#### 1.3.6 Dyspneu
Dyspneu is de subjectieve gewaarwording van een moeilijke ademhaling of luchthonger, ontstaan door stimulatie van diverse receptoren [23](#page=23).
* **Classificatie (MRC-schaal):**
* Graad I: Geen klachten bij normaal tempo op vlakke weg [24](#page=24).
* Graad II: Kan meelopen op vlakke weg, maar niet bergop of op trappen [24](#page=24).
* Graad III: Moet achterblijven op vlakke weg, ademt op eigen tempo [24](#page=24).
* Graad IV: Kan niet 100 m wandelen zonder stil te staan wegens kortademigheid [25](#page=25).
* Graad V: Kortademig bij geringe inspanningen (wassen, aankleden) [25](#page=25).
* *Tip:* Er bestaan modificaties van de MRC-schaal (bv. 0-4 in plaats van 1-5), wees alert welke gebruikt wordt [25](#page=25).
* **Oorzaken van dyspneu:** Pulmonaal, cardiaal, thoraxwandafwijkingen, metabole stoornissen, psychoneurotische oorzaken (bv. hyperventilatiesyndroom) [26](#page=26).
* **Pulmonale oorzaken:** Verhoogde luchtwegweerstand (larynxspasmen, vreemd lichaam, astma, COPD), verminderde longcompliantie (longoedeem, pneumonie, atelectase, interstitiële longziekten [ILD]), ontsteking van de pleura (inhibitiedyspneu door pijn). Longcompliantie meet hoe makkelijk de longen uitzetten. Atelectase is het dichtvallen van een longdeel door obstructie [27](#page=27).
* **Cardiale oorzaken:** Linker hartfalen met vochtophoping, verhoogd hartdebiet (koorts, hyperthyreoïdie) [28](#page=28).
* **Thoraxwandafwijkingen:** Verminderde thoraxwandcompliantie (pleurale pathologie, kyfoscoliose, obesitas), zwakte van ademhalingsspieren (neuromusculaire aandoeningen) [28](#page=28).
* **Overige oorzaken:** Anemie (kan eenvoudig opgespoord worden door oogkleur en slijmvliezen te bekijken). Psychoneurotische oorzaken, zoals het hyperventilatiesyndroom, met symptomen als angst, moeheid, hartkloppingen, en tintelingen [29](#page=29).
#### 1.3.7 Clubbing (trommelstokvingers)
Clubbing, gekenmerkt door horlogeglasnagels en trommelstokvingers, vereist een grondig pneumologisch en cardiaal onderzoek [35](#page=35) [36](#page=36).
* **Oorzaken van clubbing:** Bronchuscarcinoom, bronchiëctasieën, longfibrose, COPD, pleurale en mediastinale oorzaken, subacute bacteriële endocarditis, cyanotisch congenitaal hartgebrek, levercirrose [37](#page=37).
* **Syndroom van Pierre Marie Bamberger (hypertrofische osteoarthropathie):** Abnormale periostale groei van lange pijpbeenderen, pijnlijke zwelling van polsen en enkels. Komt voor bij meer dan 90% bij endothoracale maligniteit. Dit kan leiden tot verhoogde opname van tracers in de distale uiteinden van tibia en fibula [38](#page=38) [39](#page=39).
#### 1.3.8 Syndroom van Claude Bernard Horner
Dit syndroom wordt gekenmerkt door unilaterale ptose (hangend ooglid), asymmetrische pupillen, enoftalmie (ingevallen oogbol) en vasomotorische stoornissen van één gelaatshelft. Het wordt vaak gezien bij Pancoast-tumoren en kan veroorzaakt worden door intrathoracale processen die zenuwstammen aantasten [42](#page=42) [43](#page=43).
#### 1.3.9 Bilaterale chemosis
Dit is een oedeem van de conjunctivae, waarbij de conjunctivae rond het hoornvlies gezwollen zijn [42](#page=42).
#### 1.3.10 Vena cava superior syndroom
Ontstaat door obstructie van de vena cava superior, vaak door paratracheale lymfeklierinfiltratie door een tumor. Symptomen omvatten hoofdpijn, aangezichtszwelling, kortademigheid, hoesten, zwelling van armen, uitgezette venen en oedeem in gelaat, hals, schouders en bovenste extremiteiten, met cyanose. Dit is een medische urgentie [44](#page=44) [45](#page=45) [46](#page=46).
* **Oorzaken:** Bronchuscarcinoom (directe invasie), mediastinale metastasen, mediastinale tumor, trauma (iatrogeen door katheter, thoraxtrauma) [47](#page=47).
### 1.4 Klinisch Onderzoek
#### 1.4.1 Algemene Inspectie
* **Tachypnoe:** Ademhalingsfrequentie > 20/min. Normale frequentie bij volwassenen is 14-20/min. Kan wijzen op longaandoeningen, cardiale of metabole oorzaken. Diverse ademhalingspatronen: bradypnoe (te traag, bv. bij CZS-depressie), Cheyne-Stokes (afwisseling apneu en diep, snel ademen, bij ernstig hartfalen of stervenden), Kussmaul (diep, moeizaam, bij metabole acidose) [31](#page=31) [32](#page=32).
* **Cyanose:** Blauwverkleuring van huid en slijmvliezen door verhoogd gehalte gereduceerd hemoglobine (> 5 g/100 mL) [33](#page=33).
* **Centrale cyanose:** Gereduceerd Hb in arteriële circulatie, zichtbaar op lippen, oorranden, nagelbed, mondmucosa. Oorzaken: lage SaO2 (longaandoeningen, shunt) [34](#page=34).
* **Perifere cyanose:** Vertraagde circulatie in ledematen door verhoogde O2-extractie. Zichtbaar op ledematen. Oorzaken: arteriële of veneuze obstructie, koude [34](#page=34).
* **Varia:** Abnormaal Hb (metHb, sulfHb) [33](#page=33) [34](#page=34).
#### 1.4.2 Inspectie en Palpatie van de Thorax
* **Palpatie:** Zoeken naar drukpijn, evalueren van thoraxexcursies (met lintmeter), onderzoeken van lymfeklierstations (oksel, hals, supraclaviculair), nagaan van stemfremitus. Vergrote subclaviculaire lymfeklieren zijn altijd pathologisch [49](#page=49).
* **Stemfremitus:** Verhoogd bij consolidatie (bv. pneumonie), niet voelbaar bij effusie (pleuravocht) [50](#page=50).
#### 1.4.3 Percussie
Percussie van de thorax, waarbij de middelvinger van de ene hand op de thorax wordt geplaatst en met de middelvinger van de andere hand wordt getikt [51](#page=51).
* **Percussietonen:** Normaal (sonoor), mat (gedempt), hypersonoor of tympanisch [52](#page=52).
* **Mat:** Over organen zonder lucht (lever, hart) of wanneer de long minder lucht bevat (pneumonie, atelectase) of wordt gecomprimeerd door pleuravocht of pleuraverdikking [52](#page=52).
* **Hypersonoor:** Overmatig lucht in onderliggende organen, zoals bij pneumothorax. Bilaterale hypersonoriteit duidt vaak op emfyseem [52](#page=52).
#### 1.4.4 Auscultatie
Het beluisteren van ademgeruis en bijgeruisen door de borstwand [53](#page=53).
* **Ademgeruis:** Normaal is het vesiculair ademgeruis. Bronchiaal ademgeruis wordt normaal gehoord bij de splitsing van de trachea en hoofdbronchi, en versterkt bij consolidatie [54](#page=54).
* **Bijgeruisen:**
* **Continue geruisen:** Rhonchi, wheezes (komen van de luchtwegen) [55](#page=55).
* **Pleurawrijfgeruis:** Bij ontstoken pleura [55](#page=55).
* **Discontinue geruisen (crepitaties/crackles):**
* Fijn: Bij pneumonie (exsudaat in alveoli), linker hartfalen (longoedeem, transudaat in alveoli), longfibrose (bv. IPF), bronchiëctasieën [55](#page=55).
* Grof: Kan voorkomen bij bronchiëctasieën [57](#page=57).
* *Tip:* Crepitaties zijn altijd pathologisch en niet weg te hoesten, in tegenstelling tot rhonchi. Dit is belangrijk examenmateriaal [55](#page=55).
#### 1.4.5 Overzicht klinische tekenen bij respiratoire aandoeningen
De volgende tabellen vatten de bevindingen samen bij verschillende longaandoeningen:
| Aandoening | Mediastinum verplaatst? | Percussie | Ademgeruis (AG) | Bijgeruisen |
| :------------------------------- | :--------------------- | :--------------------------------- | :---------------------------- | :----------------------------- |
| Consolidatie (bv. lobaire pneumonie) | Neen | Dof (licht gedempt) | Bronchiaal AG | Fijne crepitaties |
| Atelectase (collaps long/kwab) | Ja (naar laesie) | Dof (licht gedempt) | Verminderd of afwezig AG | Geen |
| Longfibrose (bv. IPF) | Neen | Normaal | Vesiculair AG | Fijne crepitaties |
| Pleuravocht (>500mL) | Ja (weg van laesie) | Zeer dof (sterk gedempt) | Verminderd of afwezig AG | Geen |
| Pneumothorax (groot) | Ja (weg van laesie) | Normaal of hypersonoor | Verminderd of afwezig AG | Geen |
| Aandoening | Ademgeruis (AG) | Bijgeruisen |
| :--------------------------- | :------------------------------------------------ | :---------------------------------------------------- |
| Astma | Vesiculair AG, verlengd expirium | Expiratoire wheezing |
| COPD | Normaal of verminderd vesiculair AG, verlengd expirium | Expiratoire wheezing (piepende of brommende ronchi) |
| Bronchiëctasie | Vesiculair AG | Grove crepitaties |
| Hoge luchtwegobstructie (bv. tracheastenose) | Vesiculair AG | Inspiratoire stridor |
| Linker hartfalen | Vesiculair AG | Bibasale crepitaties |
---
# Klinisch onderzoek bij longaandoeningen
Dit studieonderdeel behandelt de methoden van klinisch onderzoek bij longaandoeningen, met speciale aandacht voor inspectie, palpatie, percussie en auscultatie van de thorax, en de interpretatie van de hieruit voortvloeiende bevindingen.
## 2. Klinisch onderzoek bij longaandoeningen
Een grondige anamnese is essentieel als voorbereiding op het klinisch onderzoek. Het klinisch onderzoek van de thorax omvat diverse stappen die systematisch moeten worden uitgevoerd [30](#page=30).
### 2.1 Algemene inspectie
De algemene inspectie omvat de beoordeling van vitale parameters zoals zuurstofsaturatie, bloeddruk, hartslag, ademhalingsfrequentie en temperatuur. In urgente situaties wordt hiermee gestart [31](#page=31).
#### 2.1.1 Ademhalingsfrequentie
* **Tachypnoe:** Een ademhalingsfrequentie hoger dan 20 ademhalingen per minuut (AH/min) wordt tachypnoe genoemd. Dit kan veroorzaakt worden door longaandoeningen, maar ook door cardiale of metabole oorzaken. Het ademhalingscentrum verwerkt hierbij informatie van chemoreceptoren, pulmonale en extrapulmonale receptoren en de cerebrale cortex [31](#page=31).
* **Bradypnoe:** Een te trage ademhaling, die kan wijzen op een depressie van het centraal zenuwstelsel [32](#page=32).
* **Cheyne-Stokes ademhaling:** Kenmerkt zich door een afwisseling van apneu en periodes van diepe, snelle ademhaling. Dit wijst vaak op ernstig hartfalen of kan voorkomen bij stervende patiënten [32](#page=32).
* **Kussmaul ademhaling:** Een diepe, moeizame ademhaling die optreedt bij metabole acidose, als compensatiemechanisme [32](#page=32).
#### 2.1.2 Cyanose
Cyanose treedt op wanneer het gehalte aan gereduceerd (deoxygenated) hemoglobine in de bloedvaten van huid en mucosa groter is dan 5 gram per 100 ml bloed [33](#page=33).
* **Fysiopathologie:** Dit kan komen door een verlaagde zuurstofspanning (↓ SaO₂), vertraagde perifere bloedcirculatie (bijvoorbeeld door koude, arteriële of veneuze obstructie), verminderd hartdebiet, of functionele afwijkingen in het hemoglobine (methemoglobine, sulfhemoglobine) [33](#page=33).
* **Centrale cyanose:** Gereduceerd hemoglobine in de algemene arteriële circulatie, zichtbaar aan lippen, oorranden, nagelbed en mondmucosa. Oorzaken zijn onder andere longaandoeningen of shunts met een verlaagde SaO₂ [34](#page=34).
* **Perifere cyanose:** Vertraagde circulatie in de ledematen, leidend tot verhoogde zuurstofextractie. Dit is vooral zichtbaar aan de ledematen en wordt veroorzaakt door arteriële of veneuze obstructie, of koude [34](#page=34).
* **Varia:** Afwijkende hemoglobinecomponenten zoals methemoglobine en sulfhemoglobine. Shunts kunnen zich zowel in het hart (rechts-links shunt, bv. atrium- of ventrikelseptumdefect) als in de longcirculatie (bv. arterioveneuze malformaties) bevinden [34](#page=34).
#### 2.1.3 Clubbing
Clubbing, ook wel trommelstokvingers en horlogeglasnagels genoemd, is een afwijking van de vingers en nagels (#page=35, 36). Het vereist altijd een grondige pneumologische en cardiale uitwerking [35](#page=35) [36](#page=36).
* **Oorzaken:** Bronchuscarcinoom, bronchiectasieën, longfibrose, chronisch obstructief bronchiaallijden, pleurale en mediastinale oorzaken, subacute bacteriële endocarditis, cyanotisch congenitaal hartgebrek, en levercirrose [37](#page=37).
* **Syndroom van Pierre Marie Bamberger (hypertrofische osteoarthropathie):** Dit syndroom omvat abnormale groei van het periost van de lange pijpbeenderen, met pijnlijke zwelling van polsen en enkels. Het wordt bij meer dan 90% van de gevallen geassocieerd met endothoracale maligniteit. Op scintigrafie wordt een verhoogde uptake van tracer gezien in de distale uiteinden van tibia en fibula, wat duidt op ontstoken en hypertrofisch periost [38](#page=38) [39](#page=39).
> **Example:** Een 45-jarige vrouw met een rookgeschiedenis presenteerde zich met progressieve distale vingervergroting en polyartralgieën, die zich over 18 maanden hadden ontwikkeld. Tijdens de voorgaande 3 maanden had ze pijn in de lange botten van beide benen en een niet-productieve hoest gehad. Lichamelijk onderzoek toonde symmetrische, distale, bolle zwelling van het zachte weefsel van de vingers, een positieve Schamroth-test en verlies van Lovibond's hoek. Een röntgenfoto van de borstkas toonde een 7 cm ronde opaciteit in de rechter bovenkwab. Na een resectie van de rechter bovenkwab bleek het een stadium IB longadenocarcinoom te zijn. Bij follow-up was patiënte symptoomvrij en waren de clubbing en botpijn verdwenen (#page=40, 41) [40](#page=40) [41](#page=41).
#### 2.1.4 Syndroom van Claude Bernard Horner
Dit syndroom wordt gekenmerkt door unilaterale ptose van het bovenste ooglid, asymmetrische pupillen, enoftalmie en vasomotorische stoornissen van één gelaatshelft. Het kan voorkomen bij Pancoasttumoren door betrokkenheid van zenuwstammen die door het mediastinum lopen [42](#page=42) [43](#page=43).
#### 2.1.5 Bilaterale chemosis
Dit is een oedeem van de conjunctivae, met zwelling van de conjunctivae rond de cornea [42](#page=42).
#### 2.1.6 Vena cava superior syndroom (VCS syndroom)
Dit syndroom ontstaat wanneer de paratracheale lymfeklieren geïnfiltreerd worden door een tumor, wat leidt tot obstructie van de vena cava superior [44](#page=44).
* **Symptomen:** Gevoelens van volheid en spanning in hoofd en gelaat, kortademigheid met soms orthopnoe, hoesten, zwelling van gelaat en armen. Uitgezette venen aan de ventrale thoraxwand (nabij de onderste ribben), opzetting van de jugulaire venen, andere gelaats- en armvenen, oedeem in gelaat, hals, schouders en bovenste extremiteiten, met cyanose. Het bloed zoekt andere wegen, wat leidt tot collaterale circulatie [45](#page=45).
* **Oorzaken:** Bronchuscarcinoom (directe invasie), mediastinale metastasen, mediastinale tumoren, en trauma (iatrogeen door katheters of thoracaal trauma). Het wordt beschouwd als een urgentie [46](#page=46) [47](#page=47).
### 2.2 Systematische aanpak van het onderzoek
Het onderzoek dient systematisch te gebeuren, met een vaste patroon dat de thorax volledig bestrijkt, bijvoorbeeld van apex naar longbasis. Het is belangrijk om de linker- en rechterthoraxhelft voortdurend te vergelijken. Het dorsale gedeelte van de thorax wordt bij voorkeur onderzocht bij een zittende patiënt die de armen kruist met de handen op de contralaterale schouders. De voorzijde van de thorax kan zowel bij een zittende als liggende patiënt worden onderzocht [47](#page=47).
### 2.3 Inspectie en palpatie van de thorax
Palpatie wordt gebruikt om:
* Drukpijnlijke punten op te sporen [49](#page=49).
* Eerder opgemerkte abnormaliteiten te evalueren [49](#page=49).
* De thoraxexcursies tijdens het ademen te beoordelen (eventueel met een lintmeter) [49](#page=49).
* Lymfeklierstations in oksel, hals en de fossa supraclavicularis te onderzoeken. De subclaviculaire ruimte is hierbij belangrijk; vergrote lymfeklieren zijn altijd pathologisch [49](#page=49).
* De stemfremitus na te gaan [49](#page=49).
#### 2.3.1 Stemfremitus
* **Efusie:** Stemfremitus wordt niet gevoeld door massief pleuravocht [50](#page=50).
* **Consolidatie:** Stemfremitus wordt verhoogd gevoeld bij consolidatie (bv. pneumonie) [50](#page=50).
### 2.4 Percussie van de thorax
Percussie van de thorax gebeurt door met de middelvinger van de rechterhand te kloppen op de distale falanx van de middelvinger van de linkerhand, die vast tegen het lichaam van de patiënt rust [51](#page=51).
#### 2.4.1 Percussietonen
De percussietoon kan normaal (sonoor), mat (gedempt) of hypersonoor/tympanisch zijn [52](#page=52).
* **Mat:** Normaal boven organen die geen lucht bevatten, zoals bij de overgang van long naar lever, of boven het hart. Een matte toon elders in de longregio kan duiden op [52](#page=52):
* Minder lucht in de long (bv. bij pneumonie, atelectase) [52](#page=52).
* Verwijdering van de long van de thoraxwand door vast weefsel (bv. pleuravocht, pleuraverdikking) [52](#page=52).
* **Hypersonoor:** Duiding op onderliggende organen die meer lucht bevatten dan normaal, zoals bij een pneumothorax. Bilaterale hypersonoriteit is meestal gerelateerd aan emfyseem [52](#page=52).
* **Normaal:** Sonoor [52](#page=52).
### 2.5 Auscultatie van de thorax
Auscultatie is het beluisteren van het geluid dat ontstaat door turbulentie in de trachea en bronchiën, voortgeleid via het tussenliggende weefsel naar de borstwand. Het omvat [53](#page=53):
* Luisteren naar het ademgeruis [53](#page=53).
* Detecteren van bijgeruisen [53](#page=53).
* Bij verdenking op abnormaliteiten, luisteren naar de door de thorax voortgeleide stemgeluiden (bronchofonie) [53](#page=53).
#### 2.5.1 Ademgeruis
* **Vesiculair ademgeruis:** Normaal gehoord aan de voorkant nabij de splitsing van de luchtwegen en dorsaal [54](#page=54).
* **Bronchiaal ademgeruis:** Normaal gehoord ter hoogte van de trachea en grote bronchiën. Als dit op andere plaatsen gehoord wordt, is dit pathologisch. Het wordt versterkt gehoord als het omliggende longweefsel geconsolideerd is (bv. bij ernstige pneumonie) [54](#page=54).
#### 2.5.2 Bijgeruisen
* **Continue geruisen:** Rhonchi, wheezes. Deze komen van de luchtwegen [55](#page=55).
* **Discontinue geruisen:** Crepitaties, crackles. Deze zijn altijd pathologisch en niet hoestbaar, in tegenstelling tot rhonchi [55](#page=55).
* **Pneumonie:** Exsudaat in de alveoli veroorzaakt fijne crepitaties aan het einde van de inspiratie [55](#page=55).
* **Linker hartfalen (longoedeem):** Transudaat in de alveoli veroorzaakt crepitaties [55](#page=55).
* **Longfibrose (bv. Idiopathische Pulmonale Fibrose - IPF):** Geeft vaak bibasale crepitaties [55](#page=55).
* **Bronchiëctasieën:** Kunnen grove crepitaties geven in de getroffen kwab [55](#page=55).
* **Pleurawrijfgeruis:** Een geruis dat ontstaat door wrijving van de pleurabladen [55](#page=55).
#### 2.5.3 Klinische tekens bij respiratoire aandoeningen (overzicht)
Een overzicht van bevindingen bij percussie en auscultatie kan helpen bij het stellen van een diagnose [56](#page=56).
| Aandoening | Mediastinum verplaatst? | Percussie | Ademgeruis (AG) | Bijgeruisen |
| :-------------------------- | :-------------------------- | :---------------- | :-------------------------- | :------------------------ |
| Consolidatie (bv. pneumonie) | Neen | Dof, licht gedempt | Bronchiaal AG | Fijne crepitaties |
| Atelectase (collaps) | Ja, naar de laesie | Dof, licht gedempt | Verminderd of afwezig AG | Geen |
| Longfibrose (bv. IPF) | Neen | Normaal | Vesiculair AG | Fijne crepitaties |
| Pleuravocht (>500mL) | Ja, weg van de laesie | Zeer dof, sterk gedempt | Verminderd of afwezig AG | Geen |
| Pneumothorax (groot) | Ja, weg van de laesie | Normaal of hypersonoor | Verminderd of afwezig AG | Geen |
| Aandoening | Ademgeruis (AG) | Bijgeruisen |
| :---------------------- | :-------------------------------------------- | :----------------------------------------- |
| Astma | Vesiculair AG, verlengd expirium | Expiratoire wheezing |
| COPD | Normaal of verminderd vesiculair AG, verlengd expirium | Expiratoire wheezing (piepende of brommende rhonchi) |
| Bronchiëctasie | Vesiculair AG | Grove crepitaties |
| Hoge luchtwegobstructie | Vesiculair AG | Inspiratoire stridor |
| Linker hartfalen | Vesiculair AG | Bibasale crepitaties |
---
# Classificatie en oorzaken van dyspneu
Dyspneu is een subjectieve gewaarwording van een moeilijke ademhaling of luchthonger, die kan ontstaan door een reeks complexe mechanismen waarbij diverse receptoren gestimuleerd worden [23](#page=23).
### 3.1 Definitie en pathofysiologie
Dyspneu wordt gedefinieerd als de subjectieve gewaarwording dat de ademhaling moeizaam verloopt. Deze gewaarwording ontstaat door de stimulatie van diverse receptoren, waaronder die in de longen, skeletspieren en chemoreceptoren. Alle afferente zenuwen sturen input naar de hersenen, waar een imbalans de sensatie van kortademigheid veroorzaakt [23](#page=23).
### 3.2 Classificatie van dyspneu
De ernst van dyspneu wordt vaak geclassificeerd volgens gradaties, waarbij verschillende schalen bestaan zoals de Modified Medical Research Council (MMRC) dyspneu schaal [25](#page=25).
#### 3.2.1 MRC dyspneu schaal (klassieke versie)
* **Graad I:** Normaal [24](#page=24).
* **Graad II:** De patiënt kan op een vlakke weg meestappen met iemand van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht, maar kan niet meer volgen bij het beklimmen van een helling of het bestijgen van een trap [24](#page=24).
* **Graad III:** De patiënt is niet meer in staat mee te stappen met een normale persoon op een vlakke weg. Hij moet achterblijven en op zijn eigen tempo verdergaan. Meestal kan hij nog lange afstanden afleggen, maar wel op eigen tempo [24](#page=24).
* **Graad IV:** De patiënt is niet meer in staat 100 meter te wandelen zonder te moeten stilstaan wegens kortademigheid [25](#page=25).
* **Graad V:** De patiënt is niet meer in staat een beperkt aantal stappen te wandelen zonder kortademig te worden. Hij wordt kortademig bij geringe inspanningen, zoals wassen of aankleden [25](#page=25).
> **Tip:** Het is belangrijk om te weten welke classificatieschaal wordt gebruikt (MRC of Modified MRC) aangezien er aanpassingen zijn gedaan [25](#page=25).
### 3.3 Oorzaken van dyspneu
Dyspneu kan worden onderverdeeld in verschillende hoofdcategorieën van oorzaken: pulmonaal, cardiaal, thoraxwandafwijkingen en metabole stoornissen, evenals psychoneurotische oorzaken [26](#page=26).
#### 3.3.1 Pulmonale oorzaken
Deze omvatten problemen gerelateerd aan de luchtwegen en de longen zelf.
* **Verhoogde luchtwegweerstand:** Dit kan optreden bij aandoeningen zoals larynxspasmen, obstructie door een vreemd lichaam, astma en COPD [27](#page=27).
* **Verminderde longcompliantie:** De longen zetten minder makkelijk uit wanneer er lucht inkomt. Dit kan veroorzaakt worden door longoedeem (cardiogeen of niet-cardiogeen, zoals bij ARDS), pneumonie, atelectase (samengevallen longweefsel door obstructie) en interstitiële inflammatie of fibrose (ILD) [27](#page=27).
* **Ontsteking van de pleura:** Pleuritis kan leiden tot inhibitiedyspnoe, waarbij pijnlijke diepe ademhaling leidt tot oppervlakkig ademhalen [27](#page=27).
#### 3.3.2 Cardiale oorzaken
Problemen met het hart kunnen leiden tot dyspneu.
* **Linker hartfalen:** Dit kan resulteren in vochtophoping in het interstitium van de long of intra-alveolair oedeem [28](#page=28).
* **Verhoogd hartdebiet:** Aandoeningen zoals koorts of hyperthyreoïdie kunnen het hartdebiet verhogen, wat dyspneu kan veroorzaken [28](#page=28).
#### 3.3.3 Thoraxwandafwijkingen
Afwijkingen van de borstwand kunnen de ademhaling belemmeren.
* **Verminderde thoraxwandcompliantie:** Dit kan het gevolg zijn van pleurale pathologie, kyfoscoliose (bochel), of obesitas (adipositas). De borstkas kan minder goed meebewegen [28](#page=28).
* **Zwakte van de ademhalingsspieren:** Neuromusculaire aandoeningen (aandoeningen van de zenuwen of spieren), zoals de ziekte van Steinert, kunnen de ademhalingsspieren verzwakken [28](#page=28).
#### 3.3.4 Metabole stoornissen
* **Anemie:** Bloedarmoede kan leiden tot dyspneu. Het kan relatief eenvoudig worden opgespoord door te kijken naar het gelaat en de conjunctivae (oogbindvlies). In de context van ACI(DO) evaluatie kan dit deel uitmaken van de beoordeling voor anemische of cyanotische patiënten [29](#page=29).
#### 3.3.5 Psychoneurotische oorzaken
* **Hyperventilatiesyndroom:** Dit syndroom is vaak gerelateerd aan onderliggende angst of stress. Symptomen kunnen omvatten: angstgevoel, vermoeidheid, hartkloppingen, een droge mond, retrosternale beklemming, precordiale pijn, tintelingen in de vingers en perioraal, tetanie, en syncope (flauwvallen). Het kan acuut of chronisch optreden [29](#page=29).
> **Tip:** Hyperventilatie kan ook secundair zijn aan andere somatische oorzaken, dus het is belangrijk om deze te overwegen [29](#page=29).
---
# Overzicht van de domeinen binnen de longziekten
Dit topic geeft een overzicht van de acht majeure ziektedomeinen binnen de longziekten, die de diverse gebieden van pneumologische expertise bestrijken.
### 4.1 De acht majeure ziektedomeinen
De pneumologie omvat acht belangrijke ziektedomeinen [2](#page=2):
* **Luchtwegziektes:** Aandoeningen die de grote en kleine luchtwegen aantasten [2](#page=2).
* **Interstitiële longziektes (ILD):** Een groep ziekten die het interstitium, het weefsel tussen de alveoli, aantasten [2](#page=2).
* **Pediatrische respiratoire ziektes:** Longziekten die specifiek voorkomen bij kinderen [2](#page=2).
* **Pulmonale vasculaire ziektes:** Aandoeningen die de bloedvaten in de longen beïnvloeden [2](#page=2).
* **Respiratoire kritische zorg:** Behandeling van patiënten met ernstige ademhalingsproblemen die intensieve zorg vereisen [2](#page=2).
* **Respiratoire infecties:** Infecties van de luchtwegen en longen [2](#page=2).
* **Slaap en ademhalingsaandoeningen:** Stoornissen die optreden tijdens de slaap en invloed hebben op de ademhaling [2](#page=2).
* **Thoracale oncologie:** Kanker van de borstkas, inclusief longkanker [2](#page=2).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Longziekten | Een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose, behandeling en preventie van aandoeningen van de luchtwegen, longen en het pleura. |
| Symptomen | Subjectieve waarneembare effecten van een ziekte of aandoening die door de patiënt worden ervaren, zoals hoest of pijn. |
| Klinische tekenen | Objectieve waarneembare bevindingen bij lichamelijk onderzoek die duiden op een ziekte of aandoening, zoals cyanose of tachypneu. |
| Anamnese | Het medisch interview, waarbij de arts informatie verzamelt over de klachten, voorgeschiedenis en leefomstandigheden van de patiënt om tot een diagnose te komen. |
| Respiratoire anamnese | Specifiek deel van de anamnese gericht op klachten gerelateerd aan de ademhaling en de luchtwegen, zoals hoesten, dyspneu en pijn op de borst. |
| Sputum | Slijm dat uit de luchtwegen wordt opgehoest; de aard en hoeveelheid ervan kunnen diagnostische aanwijzingen geven. |
| Hemoptoe | Het ophoesten van bloed, wat kan variëren van bloedspuwing tot helderrood, schuimend bloed, en kan duiden op diverse pathologieën. |
| Dyspneu | Een subjectieve ervaring van kortademigheid of moeite met ademhalen, vaak omschreven als luchthonger. |
| Thoraxpijn | Pijn in het gebied van de borstkas, die kan variëren in aard en lokalisatie en diverse oorzaken kan hebben, waaronder pulmonale, cardiale of musculoskeletale pathologie. |
| Piepende ademhaling (wheezing) | Een hoogfrequent, fluitend geluid tijdens de ademhaling, meestal veroorzaakt door vernauwing van de luchtwegen. |
| Stridor | Een raspend, hoog geluid dat voornamelijk tijdens de inademing hoorbaar is, veroorzaakt door een obstructie in de hogere luchtwegen zoals de larynx of trachea. |
| Bronchiëctasieën | Permanente verwijding van de luchtwegen (bronchi), vaak gepaard gaande met chronische hoest en sputumproductie, en een verhoogd risico op infecties. |
| Longabces | Een holte in de long gevuld met pus, meestal veroorzaakt door een bacteriële infectie, die zich kan presenteren met hoest, koorts en sputumproductie. |
| Broncho-alveolair celcarcinoom | Een zeldzame vorm van longkanker die ontstaat uit cellen van de bronchioli en alveoli. |
| Pneumonie | Een ontsteking van het longweefsel, meestal veroorzaakt door een infectie, die zich kan presenteren met symptomen zoals koorts, hoest en kortademigheid. |
| Longembolie | Een bloedstolsel dat zich vastzet in een bloedvat in de long, wat kan leiden tot ademhalingsproblemen en pijn op de borst. |
| Pleuritis | Ontsteking van het longvlies (pleura), vaak gepaard gaande met scherpe, ademgebonden pijn op de borst. |
| Pneumothorax | Een klaplong, waarbij lucht zich ophoopt in de ruimte tussen de long en de borstwand, wat leidt tot collaps van de long. |
| Tachypneu | Een abnormaal verhoogde ademhalingsfrequentie (> 20 ademhalingen per minuut bij volwassenen). |
| Bradypneu | Een abnormaal verlaagde ademhalingsfrequentie. |
| Cheyne-Stokes ademhaling | Een specifieke ademhalingspatroon gekenmerkt door perioden van apneu afgewisseld met perioden van toenemende en afnemende ademhalingsdiepte en -frequentie. |
| Kussmaul ademhaling | Een diepe, snelle en zuchtende ademhaling die typisch is voor metabole acidose. |
| Cyanose | Een blauwachtige verkleuring van de huid en slijmvliezen, veroorzaakt door een verhoogde concentratie van gedeoxygeneerd hemoglobine in het bloed. |
| Centrale cyanose | Cyanose die zichtbaar is op de lippen, oorranden en slijmvliezen, veroorzaakt door een algemene verlaging van de arteriële zuurstofsaturatie. |
| Perifere cyanose | Cyanose die voornamelijk aan de extremiteiten (vingers, tenen) wordt gezien, veroorzaakt door vertraagde bloedcirculatie en verhoogde zuurstofextractie door weefsels. |
| Clubbing (trommelstokvingers) | Verbreding van de vingers en tenen en een afvlakking van de nagels, vaak geassocieerd met chronische longaandoeningen of hartafwijkingen. |
| Syndroom van Pierre Marie Bamberger (hypertrofische osteoarthropathie) | Een aandoening die gepaard gaat met abnormale groei van het beenvlies van lange pijpbeenderen en pijnlijke zwellingen, vaak geassocieerd met endothoracale maligniteiten. |
| Syndroom van Claude Bernard Horner | Een syndroom dat wordt gekenmerkt door unilaterale ptose (hangend ooglid), miose (vernauwde pupil) en anhidrose (verminderde zweetproductie) aan één zijde van het gezicht. |
| Vena Cava Superior syndroom | Een toestand die ontstaat door obstructie van de bovenste holle ader (vena cava superior), leidend tot zwelling van het hoofd, de hals en de armen, en uitgezette venen. |
| Percussie | Een diagnostische techniek waarbij de borstwand wordt aangetikt om de onderliggende weefsels te beoordelen op basis van het geproduceerde geluid (sonoriteit). |
| Auscultatie | Het luisteren naar lichaamsgeluiden, zoals ademhalingsgeluiden en harttonen, met behulp van een stethoscoop om de functie van organen te beoordelen. |
| Ademgeruis | Het geluid dat ontstaat door de luchtstroom in de luchtwegen tijdens de ademhaling. |
| Bijgeruisen | Abnormale geluiden die tijdens de auscultatie van de longen worden gehoord, zoals crepitaties, rhonchi of wheezes. |
| Crepitaties (crackles) | Discontinue, ratelende geluiden die tijdens de auscultatie van de longen worden gehoord, meestal aan het einde van de inspiratie, en duiden op vocht of exudaten in de alveoli. |
| Wheezes | Continue, muzikale geruisen die tijdens de ademhaling worden gehoord, veroorzaakt door vernauwde luchtwegen. |
| Rhonchi | Lagefrequente, brommende geruisen die tijdens de ademhaling worden gehoord, veroorzaakt door obstructie van grotere luchtwegen door slijm. |
| Pleurawrijfgeruis | Een schurend geluid dat wordt gehoord tijdens de ademhaling, veroorzaakt door wrijving van ontstoken pleurabladeren tegen elkaar. |
| Consolidatie | Een verdichting van longweefsel, zoals bij pneumonie, waardoor normale luchtgevulde alveoli vervangen worden door vocht of cellen. |
| Atelectase | Het inzakken van een deel van de long of een longkwab, waardoor de alveoli hun lucht verliezen. |
| Pleuravocht | Accumulatie van abnormale hoeveelheden vocht in de pleuraholte, tussen de long en de borstwand. |
| Longfibrose | Littekenvorming in het longweefsel, wat leidt tot stijfheid en verminderde longfunctie. |
| Idiopathische Pulmonaire Fibrose (IPF) | Een chronische, progressieve vorm van longfibrose waarvan de oorzaak onbekend is. |
| Astma | Een chronische inflammatoire aandoening van de luchtwegen, gekenmerkt door reversibele vernauwing van de luchtwegen, wat leidt tot piepende ademhaling, hoesten en kortademigheid. |
| COPD (Chronische Obstructieve Pulmonaire Ziekte) | Een progressieve longaandoening die ademhalingsmoeilijkheden veroorzaakt, voornamelijk door chronische bronchitis en/of emfyseem. |