Cover
Comença ara de franc H9 - Parasitologie
Summary
# Introductie tot parasieten en hun classificatie
Dit deel introduceert de definitie van parasieten, commensalen en symbioten, en beschrijft de classificatie van parasitaire infecties met voorbeelden van humane pathologie in Europa.
### 1.1 Definitie van parasieten en verwante begrippen
Parasitologie is afgeleid van het Griekse 'para' (naast, bij) en 'sitos' (tarwe, brood, eten). In een medische context hoeft een parasiet niet per se aantoonbare schade toe te brengen aan de gastheer [1](#page=1).
* **Parasieten:** Organismen die op of in een gastheer leven en er voordelen uit halen zonder er in de plaats iets nuttigs voor terug te geven. Bij pathogenen is deze relatie schadelijk voor de gastheer [1](#page=1).
* **Commensaal:** Organismen die leven in een nauwe relatie, waarbij de ene partij voordelen trekt uit de relatie, zonder dat de andere partij er nadeel van ondervindt [1](#page=1).
* **Symbionten:** Organismen die samenleven en waarbij beide partijen voordelen hebben van de relatie [1](#page=1).
### 1.2 Classificatie van parasieten
In de medische context wordt de betekenis van parasieten meestal beperkt tot de volgende groepen [1](#page=1):
* Protozoa (eukaryote ééncellige organismen) [1](#page=1).
* Wormen (helminth(en)) [1](#page=1).
* Arthropoden (insecten; ectoparasieten) [1](#page=1).
Deze organismen hebben vaak een ingewikkelde levenscyclus [1](#page=1).
### 1.3 Parasitaire infecties: humane pathologie in Europa
De volgende parasitaire infecties komen voor bij de mens in Europa [1](#page=1):
#### 1.3.1 Protozoa infectie
* **Intestinale protozoa** [1](#page=1):
* *Giardia lamblia* [1](#page=1).
* *Cryptosporidium spp.* [1](#page=1).
* **Bloed-/weefselprotozoa** [1](#page=1):
* *Toxoplasma gondii* (weefselprotozoa) [1](#page=1).
#### 1.3.2 Helminthiasis (worminfecties)
* **Nemathelminthes (Nematoden)**: Rondwormen, niet gesegmenteerd [1](#page=1).
* *Toxocara canis/cati* [1](#page=1).
* *Enterobius vermicularis* [1](#page=1).
* *Ascaris lumbricoides* [1](#page=1).
* *Anisakis simplex* [1](#page=1).
* *(Trichinella spiralis)* [1](#page=1).
* **Platyhelminthes (Platwormen)**:
* **Cestoden:** Lintwormen, wel gesegmenteerd [1](#page=1).
* *Taenia saginata* (& *solium*) [1](#page=1).
* *Echinococcus multilocularis* [1](#page=1).
* *(E. granulosus)* [1](#page=1).
* **Trematoden:** Zuigwormen of botten, niet gesegmenteerd [1](#page=1).
* *(Fasciola hepatica)* [1](#page=1).
#### 1.3.3 Arthropoden (geleedpotigen)
* *Sarcoptes scabiei* [1](#page=1).
* *Pediculus humanus spp.* [1](#page=1).
---
# Pathogene intestinale protozoa en ectoparasieten
Dit gedeelte bespreekt de pathogene intestinale protozoa Giardia lamblia en Cryptosporidium parvum, evenals de ectoparasiet Sarcoptes scabiei, met aandacht voor hun symptomen, diagnostiek en behandeling.
### 2.1 Pathogene intestinale protozoa
Protozoa zijn eencellige organismen die, indien pathogeen, diverse gastro-intestinale klachten kunnen veroorzaken [2](#page=2).
#### 2.1.1 Giardia lamblia (Giardiasis)
Giardia lamblia is een parasiet die infecties van de dunne darm kan veroorzaken [2](#page=2).
* **Pathogenese:** De trofozoïet is de vegetatieve vorm die zich ongeslachtelijk vermenigvuldigt in het duodenum door tweedeling. Daar hechten de trofozoïeten zich aan de darmmucosa met zuignappen, wat leidt tot symptomen zoals diarree en malabsorptie. Ze bedekken de darmwand ter hoogte van de absorptieplaatsen van vetoplosbare vitaminen, wat resulteert in competitie om voedingsstoffen. Lipiden en nutriënten kunnen dan niet meer goed gemetaboliseerd of opgenomen worden, wat kan leiden tot vettige stoelgang en nutriëntentekorten. Giardia lamblia blijft in het darmlumen en penetreert de mucosa niet, waardoor symptomen zoals koorts en spierpijn meestal afwezig zijn [2](#page=2).
* **Symptomen:** Kenmerkend zijn episoden van diarree gedurende 2 tot 4 weken, buikpijn, verminderde eetlust, gewichtsverlies en een opgeblazen gevoel. Sommige patiënten ervaren verergering van symptomen na het drinken van melk [2](#page=2).
* **Diagnostiek:** Diagnose gebeurt via stoelgangonderzoek waarbij cysten en trofozoïeten van Giardia gevonden kunnen worden. De gevoeligheid van dit onderzoek is echter relatief laag, waardoor een negatief resultaat bij een sterk vermoeden Giardiasis niet altijd uitsluiting betekent [2](#page=2).
* **Behandeling:** Ornidazole (Tibernal®) wordt als voorkeursbehandeling aanbevolen: 3 tabletten van 500 mg in één dosis. Vroeger werd tinidazole (Fasigyn®) gebruikt, 4 tabletten van 500 mg gedurende 1 tot 10 dagen [2](#page=2).
#### 2.1.2 Cryptosporidium parvum
Cryptosporidium parvum is een andere protozoa die intestinale infecties kan veroorzaken, vaker voorkomend bij kinderen [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Klinisch beeld:** Bij immuuncompetente individuen is de ziekte doorgaans zelf-gelimiteerd. Bij immuungecompromitteerde personen kan de infectie echter ernstig verlopen [3](#page=3).
* **Behandeling:** Er is geen specifieke behandeling geïndiceerd bij immuuncompetente patiënten; men wacht af tot de infectie vanzelf verdwijnt (weken tot maanden) [3](#page=3).
#### 2.1.3 Andere intestinale protozoa
Verschillende andere protozoa kunnen intestinaal voorkomen, hoewel sommige voornamelijk tropisch zijn. Enkele van deze omvatten [2](#page=2):
* **Cytosospora belli, Microsporidium sp.:** Deze komen voornamelijk voor bij immuungecompromitteerden [3](#page=3).
* **Dientamoeba fragilis:** De pathogeniteit van deze protozoa is controversieel. Meestal is de infectie zelf-gelimiteerd. Behandeling kan plaatsvinden met tinidazole of ornidazole (30 mg/kg in 1 dosis) of paromomycine (10 mg driemaal daags gedurende 7 dagen) [3](#page=3).
* **Toxoplasma gondii:**
* **Immuuncompetente individuen:** Vaak asymptomatisch of een mononucleosis-lijkend syndroom. De ziekte is meestal zelf-gelimiteerd en specifieke behandeling is niet nodig, tenzij complicaties optreden (zeldzaam) [3](#page=3).
* **Zwangere vrouwen:** Er bestaat een hoog risico (10-80%) op verticale transmissie bij acute infectie, wat kan leiden tot miskraam, ernstige cognitieve abnormaliteiten of vroeggeboorte [3](#page=3).
* **Immuungecompromitteerde patiënten:** Bij patiënten met HIV, AIDS of andere vormen van immunosuppressie, is er een verhoogd risico op reactivatie van de infectie. De meest voorkomende presentaties zijn encephalitis en chorioretinitis. Behandeling bestaat uit hoge doses cotrimoxazole of sulfadiazine-pyrimethamine [3](#page=3).
### 2.2 Ectoparasieten: Sarcoptes scabiei (Schurft)
Sarcoptes scabiei is een ectoparasiet die een allergische reactie van de huid veroorzaakt [3](#page=3).
* **Klinisch beeld:**
* **Typisch beeld (minderheid van de patiënten):** Kenmerkt zich door jeuk, vooral 's nachts, en zichtbare gangetjes in de huid die door de mijten worden gegraven [3](#page=3).
* **Aspecifieke huiduitslag (meerderheid van de patiënten):** Vaak presenteert de infectie zich met een aspecifieke huiduitslag en folliculitis, die eczeem-achtig kan zijn. Dit maakt de diagnose soms moeilijk [3](#page=3).
* **Diagnostiek:** Dermatologen kunnen dermoscopie gebruiken om de mijten, eieren en feces te identificeren. De kenmerken die men zoekt zijn [3](#page=3):
1. Hoofd en poten van de mijt (driehoek-vormig) [3](#page=3).
2. Lichaam van de mijt, inclusief eieren en feces [3](#page=3).
3. Het gangetje van de mijt (vergelijkbaar met een 'jet contrail') [3](#page=3).
* **Noorse schurft (Scabies norvegica):** Dit is een meer chronische en ernstige vorm van schurft, die vaker voorkomt bij oudere mensen en immuungecompromitteerden [3](#page=3).
* **Behandeling:** Specifieke behandelingsstrategieën voor schurft zijn niet gedetailleerd in het verstrekte materiaal, maar de tekst impliceert dat er strategieën bestaan [3](#page=3).
> **Tip:** Bij vermoeden van Giardiasis, ondanks een negatieve stoelgangstest, is het raadzaam verder onderzoek te overwegen vanwege de lage gevoeligheid van de diagnostiek [2](#page=2).
>
> **Tip:** Wees alert op de mogelijkheid van opportunistic infecties bij immuungecompromitteerde patiënten, zoals bij Toxoplasma gondii [3](#page=3).
>
> **Tip:** De diagnose van schurft kan uitdagend zijn; maak gebruik van dermoscopie indien beschikbaar [3](#page=3).
---
# Helminthiasis (worminfecties) en hun klinische manifestaties
Deze sectie behandelt verschillende soorten worminfecties, waaronder ascariasis, toxocariasis, enterobiasis en taeniasis, met aandacht voor hun levenscycli, diagnostische methoden en therapeutische interventies.
### 3.1 Ascariasis veroorzaakt door *Ascaris lumbricoides*
Ascariasis is een infectie die wordt veroorzaakt door de rondworm *Ascaris lumbricoides*, die in de darmen leeft [4](#page=4).
#### 3.1.1 Levenscyclus
De infectie ontstaat door contact met de grond. Volwassen wormen paren in de darmen, waarna eitjes via de feces naar buiten komen. Deze eitjes zijn nog niet direct besmettelijk en hebben 10 dagen tot 2 weken nodig om uit te rijpen. Bij opname van een nog niet uitgerijpt ei, passeert dit het lichaam en rijpt het verder. Zodra de eitjes uitgroeien, ontstaat een infectie met de vorming van larven. Deze larven migreren via de lever en het hart, worden opgehoest en opnieuw ingeslikt, wat bekend staat als larvale migratie. Vervolgens groeien ze in de darmen uit tot volwassen wormen. Deze infectie wordt geassocieerd met onhygiënische omstandigheden, zoals in tropische of ontwikkelingslanden [4](#page=4).
#### 3.1.2 Diagnostiek
De diagnose wordt gesteld door het opsporen van (on)bevruchte eitjes in de stoelgang. Bij een infectie zijn de eitjes in 100% van de gevallen in de stoelgang terug te vinden [4](#page=4).
#### 3.1.3 Klinische symptomen
* **Larvale migratie in weefsel:** Kan leiden tot astma-achtige symptomen met koorts. Vaak is dit asymptomatisch, maar in zeldzame gevallen kan het Loeffler syndroom of urticaria optreden [4](#page=4).
* **Volwassen wormen in intestinale:** Meestal asymptomatisch, maar soms kan er sprake zijn van niet-specifieke abdominale ongemakken. In zeldzame gevallen kan een mechanische obstructie optreden. In gebieden met beperkte middelen kan het een cofactor zijn van ondervoeding [4](#page=4).
* **Complicaties:** Mogelijke complicaties zijn galstenen, bacteriële infecties en necrose van de darm [4](#page=4).
#### 3.1.4 Behandeling
De behandeling bestaat uit 2 tabletten mebendazol gedurende 3 dagen [4](#page=4).
### 3.2 Toxocariasis veroorzaakt door *Toxocara canis*
Toxocariasis is een infectie veroorzaakt door *Toxocara canis*, een worm die voornamelijk voorkomt bij kleine zoogdieren zoals honden [5](#page=5).
#### 3.2.1 Levenscyclus
Volwassen wormen van *T. canis* leggen eieren in de darmen van de definitieve gastheer, meestal honden. De eieren worden via de ontlasting in de omgeving verspreid. Mensen kunnen besmet raken door bijvoorbeeld het opnemen van de eitjes uit een zandbak. Mensen en dieren die niet de definitieve gastheer zijn (geen katten of honden), zullen alleen larven ontwikkelen die niet uitgroeien tot volwassen wormen en wachten tot ze door een kat of hond worden opgenomen. Dit verschilt van *Ascaris lumbricoides*, waarbij de mens de definitieve gastheer is [5](#page=5).
#### 3.2.2 Diagnostiek
De diagnose kan lastig zijn. De eitjes zijn niet in de stoelgang te vinden zoals bij ascariasis. Diagnostiek gebeurt vaak via serologie [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 3.2.3 Klinische symptomen
* **Viscerale larva migrans:** Dit is de meest voorkomende vorm van toxocariasis en treft meestal kinderen. Er is sprake van larvale migratie in de weefsels, zonder ontwikkeling van volwassen wormen. Kenmerkend is hypereosinofilie. Symptomen kunnen koorts, oedeem, urticaria, bronchitis, en hepatomegalie omvatten. Er kan ook sprake zijn van *larva migrans cutanea* [6](#page=6).
* **Ernstige complicaties:** Af en toe kunnen ernstige complicaties optreden, zoals encefalitis of ooglokalisaties [6](#page=6).
#### 3.2.4 Behandeling
De behandeling bestaat grotendeels uit het gebruik van corticosteroïden [6](#page=6).
### 3.3 Enterobiasis veroorzaakt door *Enterobius vermicularis*
Enterobiasis is een infectie met de aarsworm *Enterobius vermicularis* [6](#page=6).
#### 3.3.1 Levenscyclus
De infectiecyclus wordt gekenmerkt door "vuile vingers" en het opnieuw inslikken van eitjes, wat leidt tot een permanente cyclus van herinfectie. Vrouwelijke wormen migreren naar de anus en leggen daar eitjes, waarna ze sterven of terugkruipen. De eitjes worden 's nachts gelegd wanneer het metabolisme in rust is. Nadat de vrouwtjes weer binnen zijn, worden ze opnieuw bevrucht en kunnen ze de volgende nacht weer eitjes leggen. Het duurt enkele uren voordat de eitjes besmettelijk zijn. Eitjes kunnen op de huid rond de anus aanwezig zijn, vervolgens op voorwerpen of handen terechtkomen, en via de mond weer worden opgenomen [6](#page=6).
#### 3.3.2 Diagnostiek
De diagnose is vaak klinisch gebaseerd op anale of vaginale jeuk 's nachts en niet-specifieke abdominale ongemakken. Het kan ook leiden tot appendicitis door obstructie. Een nuttige diagnostische methode is de "scotch tape test". Hierbij worden eitjes die op de huid rond de anus aanwezig zijn, met plakband verzameld en onderzocht. Stoelgangonderzoek is niet nuttig omdat er geen eitjes in de stoelgang aanwezig zijn [6](#page=6).
#### 3.3.3 Behandeling
De behandeling is eenvoudig. Het voorgeschreven medicijn is mebendazole 100mg, één dosis. Twee weken later wordt opnieuw één tablet ingenomen. Het is essentieel om het hele gezin te behandelen, omdat de infectie zeer besmettelijk is [6](#page=6).
### 3.4 Taeniasis veroorzaakt door *Taenia saginata*
Taeniasis is een infectie met de lintworm *Taenia saginata* [7](#page=7).
#### 3.4.1 Levenscyclus
*Taenia saginata* komt normaal gesproken voor bij runderen, waarbij de mens de definitieve eindgastheer is. De inname van de lintworm vindt plaats door het eten van besmet vlees dat duidelijke cysten bevat [7](#page=7).
#### 3.4.2 Diagnostiek
De diagnose wordt gesteld door de aanwezigheid van de worm, proglottiden (segmenten van de lintworm) en/of eitjes. De proglottiden kunnen als witte, platte elementen ter grootte van postzegels worden teruggevonden in de stoelgang [7](#page=7).
#### 3.4.3 Klinische symptomen
Meestal is de infectie asymptomatisch. Soms kunnen er abdominale ongemakken optreden. Er kan sprake zijn van expulsie van proglottiden en anale jeuk. In zeldzame gevallen kunnen appendicitis of intestinale occlusie voorkomen. De lintworm kan ook een cofactor zijn van ondervoeding [7](#page=7).
#### 3.4.4 Behandeling
De behandeling bestaat uit niclosamide 2 gram in één dosis [7](#page=7).
### 3.5 Vergelijking *Taenia saginata* en *Taenia solium*
Er bestaat een verschil tussen *Taenia saginata* (varkenslintworm) en *Taenia solium* (rundvleeslintworm), met name in de definitieve gastheer en de implicaties voor menselijke infectie. De tekst vermeldt een vergelijking, maar de details van *Taenia solium* worden niet verder uitgewerkt in de verstrekte pagina's [7](#page=7).
---
> **Tip:** Wees aandachtig voor de levenscycli van deze wormen, omdat deze cruciaal zijn voor het begrijpen van de infectiemodalities, diagnostiek en preventie. Let met name op de verschillen tussen larvale migratie (zoals bij toxocariasis) en intestinale worminfecties (zoals bij ascariasis en taeniasis).
>
> **Tip:** De "scotch tape test" voor enterobiasis is een belangrijke diagnostische tool die specifiek wordt genoemd vanwege de afwezigheid van eitjes in de stoelgang.
>
> **Tip:** Onthoud dat de definitieve gastheer een belangrijk onderscheid is tussen verschillende helminthiasis. Voor *Ascaris lumbricoides* is de mens de definitieve gastheer, terwijl voor *Toxocara canis* de hond de definitieve gastheer is.
>
> **Tip:** Let op de symptomen die per wormensoort verschillen, van asymptomatisch tot ernstige complicaties zoals obstructies, allergische reacties en neurologische aandoeningen.
---
### 3.6 Hoofdluizen: *Pediculus humanus capitis*
Hoofdluizen (*Pediculus humanus capitis*) zijn een veelvoorkomend ectoparasitair probleem [5](#page=5).
#### 3.6.1 Symptomen
Het belangrijkste symptoom is jeuk aan het hoofd, zowel overdag als 's nachts [5](#page=5).
#### 3.6.2 Behandeling
Een methode die als zeer effectief wordt beschreven, is het aanbrengen van een middel dat de luizen verstikt door de ademhaling te belemmeren. Dit moet regelmatig gedurende één tot twee weken worden herhaald. Er zijn niet veel zeer effectieve producten. Permethrine lotion 1% (Nix®) kan worden gebruikt, maar de toepassing is niet altijd eenvoudig en kan allergische reacties veroorzaken. Dimeticon (Silikon®) is een alternatief, maar is niet overal verkrijgbaar (niet in België, wel in Frankrijk) [5](#page=5).
#### 3.6.3 Extra informatie
Hoofdluizen worden van mens op mens overgedragen en voeden zich met bloed. Neten zijn de eitjes die door de luizen aan de haren worden vastgelijmd [5](#page=5).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Parasiet | Een organisme dat leeft op of in een gastheer, waarvan het voordelen trekt zonder er in de plaats iets nuttigs voor terug te geven. Bij pathogenen is de relatie schadelijk voor de gastheer. |
| Commensaal | Organismen die leven in een nauwe relatie waarin de ene partij voordelen trekt uit de relatie, terwijl de andere partij noch voordeel noch nadeel ondervindt. |
| Symbiont | Organismen die samen leven en waarbij beide partijen voordelen ondervinden van de relatie. |
| Protozoa | Eukaryote ééncellige organismen die onder andere parasitaire infecties kunnen veroorzaken. |
| Helminthen | Een verzamelnaam voor wormen, die diverse infecties bij de mens kunnen veroorzaken. |
| Arthropoden | Een stam van geleedpotige dieren die insecten en mijten omvat, en die als ectoparasieten kunnen fungeren. |
| Trofozoïet | De vegetatieve, actieve vorm van een protozoa die zich kan vermenigvuldigen en symptomen kan veroorzaken door zich aan de gastheer te hechten. |
| Malabsorptie | Een syndroom waarbij de dunne darm niet in staat is voedingsstoffen, mineralen of vetten correct op te nemen uit de voeding, wat kan leiden tot diarree en gewichtsverlies. |
| Ectoparasiet | Een parasiet die leeft op de buitenkant van de gastheer, zoals mijten of luizen op de huid. |
| Folliculitis | Een ontsteking van de haarzakjes, vaak veroorzaakt door bacteriële infecties, maar kan ook een symptoom zijn van parasitaire infecties. |
| Larvale migratie | Het proces waarbij de larven van een parasiet zich door het lichaam van de gastheer verplaatsen, vaak door organen zoals de lever of longen, voordat ze zich vestigen. |
| Eosinofilie | Een verhoogd aantal eosinofielen, een type witte bloedcel, in het bloed, wat vaak duidt op een allergische reactie of een infectie met parasieten. |
| Serologie | Een diagnostische methode die gebruikmaakt van bloedonderzoek om de aanwezigheid van antilichamen tegen specifieke ziekteverwekkers, zoals parasieten, vast te stellen. |
| Proglottid | Een segment van een lintworm dat zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen bevat en zich afscheidt om zich via de uitwerpselen te verspreiden. |