Cover
Comença ara de franc Arbeid en Bevalling 1 _ anatomie vd borst skin to skin en eerste aanleggen.pptx
Summary
# Anatomie en fysiologie van de borst
Het onderwerp "Anatomie en fysiologie van de borst" beschrijft de ontwikkeling en functie van de borst gedurende de levensloop, met specifieke aandacht voor zwangerschap en lactatie, evenals de fysiologische processen achter melkproductie en -afgifte.
## 1. Anatomie van de borst
De ontwikkeling van de borst, ook wel mammogenese genoemd, doorloopt verschillende fasen: embryonale fase, puberteit, zwangerschap en de periode na de menopauze.
### 1.1 Embryonale fase
* De aanleg van borstklierweefsel begint tussen de 4e en 7e zwangerschapsweek in de buitenste huidlaag van zowel mannelijke als vrouwelijke foetussen.
* Hieruit ontstaan verdikkingen, de melklijsten, die van de oksel tot de lies lopen. Bij mensen trekken deze lijsten na de geboorte grotendeels terug, waardoor slechts twee tepels zichtbaar zijn. Incidenteel kan een accessoire tepel (polithelië) of extra borst (polymastie) voorkomen.
* Bij de geboorte zijn er 10 tot 15 primitieve melkgangen aanwezig, vanuit de tepel.
* De basisstructuur van de melkklieraanleg bestaat uit een ingroeiende streng van epitheelcellen, met een binnenste laag van klierepitheel en een buitenste laag van myoepitheliale, spierachtige cellen. Dit vormt de basis voor latere borstontwikkeling.
### 1.2 Puberteit
* Ongeveer twee jaar voor de menarche beginnen de borsten te groeien onder invloed van oestrogeen en progesteron.
* **Oestrogeen** (van de ovaria) stimuleert de ontwikkeling van het ductale systeem (melkgangen) en de vetophoping in het omringende weefsel. Dit resulteert in een fijnere vertakking van ductuli en een beperkte aanleg van alveoli (melkblaasjes).
* **Progesteron** (gerelateerd aan de menstruatiecyclus) draagt bij aan verdere ductale ontwikkeling en de finale ontwikkeling van melkklierweefsel (alveoli).
* De tepel en tepelhof nemen in omvang toe. De pigmentatie van de tepelhof wordt donkerder door verhoogde doorbloeding en de aanwezigheid van talgklieren, zweetklieren en kliertjes van Montgomery (die de huid zacht houden, voeden en beschermen). Tepels variëren sterk in vorm (bv. plat, ingetrokken, gesteeld).
* Tijdens elke ovulaire cyclus groeit het borstweefsel lichtjes, met de grootste groei tijdens de puberteit tot ongeveer 35-jarige leeftijd.
* Ongemakken tijdens deze groei kunnen bestaan uit gevoelige of pijnlijke borsten, een gespannen gevoel, en onzekerheid over grootte of vorm.
### 1.3 Zwangerschap
* Onder invloed van hoge hormoonconcentraties neemt de hoeveelheid melkklierweefsel (alveoli en ductulair systeem) toe, evenals het bindweefsel voor ondersteuning, bloedvaten voor voedingsstoffen, lymfevaten, zenuwen en beschermend vetweefsel.
* De volwassen borst bestaat uit 7-10 lobben, die elk bestaan uit een hoofdmelkgang die vertakt in kleinere melkgangetjes die tot bij de melkklieren lopen.
* Er is meer doorbloeding en vochtophoping, waardoor de borsten groter en zwaarder worden. Bloedvaten kunnen zichtbaar worden.
* De melkkliertjes vullen zich al met een vloeistof die later overgaat in colostrum.
* De tepelhof wordt donkerder en de kliertjes van Montgomery worden duidelijker zichtbaar.
* De borsten kunnen al melk afscheiden, maar de eigenlijke melkproductie wordt tot aan de geboorte van de placenta tegengehouden door hormonen, met name progesteron.
### 1.4 Fasen van mammogenese en bijbehorende hormonen
* **Embryonale fase:** Hormonen niet gespecificeerd.
* **Puberteit:** Oestrogeen, Progesteron.
* **Zwangerschap:** Oestrogeen, Progesteron, Placentalactogeen (HPL), Prolactine en Prolactine Inhibiting Factor (dopamine).
* **Menopauze:** Wegvallen van hormonen.
## 2. Fysiologie van de borst
De hypothalamus fungeert als het centrale controlecentrum voor melkproductie. Drie belangrijke processen zijn betrokken bij de totstandkoming van melkproductie: lactogenese I, lactogenese II en lactogenese III. Prolactine en oxytocine zijn de belangrijkste hormonen.
### 2.1 Lactogenese I
* Start ongeveer 12 weken voor de geboorte.
* Productie van colostrum tot aan de geboorte van de placenta.
* Melkproductie is hormonaal gestuurd.
### 2.2 Lactogenese II
* Start na de geboorte van de placenta.
* Progesteron daalt, waardoor prolactine "vrij spel" krijgt.
* Na 2-3 dagen komt de melkproductie op gang, wat leidt tot stuwing.
* Toename in melkvolume, verandering in samenstelling en kleur van de melk.
* Melkproductie is nog steeds hormonaal gestuurd.
### 2.3 Lactogenese III (Galactopoiese)
* Start ongeveer 9 dagen na de geboorte.
* De sturing van melkproductie verschuift van endocrien (hormonaal) naar autocrien (lokaal, gebaseerd op vraag en aanbod).
* Melkproductie is plaatselijk gestuurd.
### 2.4 Melkexcretie (Toeschietreflex - TSR)
* Melkexcretie vindt plaats via een neuro-hormonale reflex, getriggerd door zuigen aan de tepel.
* De hypothalamus stimuleert de hypofyse tot de productie van prolactine en oxytocine.
* **Prolactine:** Stimuleert de melkaanmaak in de alveoli.
* **Oxytocine:** Veroorzaakt samentrekking van glad spierweefsel rondom de alveoli en melkgangen, wat leidt tot melkafvoer. Dit proces wordt de toeschietreflex (TSR) genoemd en duurt 30 seconden tot 1 minuut.
* Een correcte aanhap is cruciaal voor een effectieve TSR.
### 2.5 Mentale uitwerking van hormonen
* **Prolactine:** Heeft een kalmerend effect, vermindert stress en bevordert verzorgend gedrag, wat bijdraagt aan emotionele stabiliteit, zorgzaamheid en hechting bij de moeder.
* **Oxytocine:** Versterkt sociale banden, vermindert stress en angst, vergroot vertrouwen en empathie, en bevordert hechting. Het draagt bij aan gezonde relaties en algemeen welzijn.
### 2.6 Factoren die lactogenese kunnen beïnvloeden
* **Negatieve invloed:** Psychogene factoren (stress, angst), onvoldoende lediging van de borst, medicatie, onvoldoende vochtinname.
* **Preventie van lactatie:** Niet aanleggen, medicamenteus (bromocriptine/cabergoline), niet-medicamenteus (salie, strakke BH, informatie).
### 2.7 Lactatieamenorroe
* Lactatie kan de menstruatiecyclus onderdrukken door stimulatie van de tepelreflex, wat leidt tot een verminderde afgifte van dopamine, Luteïniserend hormoon (LH) en Follikelstimulerend hormoon (FSH).
* Dit resulteert in een lage oestrogeenconcentratie en amenorroe (uitblijven van menstruatie).
* Na 3 tot 6 maanden kan de cyclus spontaan hervatten, omdat het proces autonoom wordt. Lactatieamenorroe is daarom geen betrouwbare methode van anticonceptie.
* Borstvoeding is een samenspel tussen moeder en baby, waarbij fysieke en mentale prikkels via de hersenschors en hypothalamus leiden tot hormonale reacties.
### 2.8 Samenstelling van Moedermelk
Moedermelk is een levend product, speciaal afgestemd op menselijke baby's, en bevat:
* Antistoffen ter bescherming tegen ziekten.
* Hormonen die de bandstimulatie en eetlustregulatie bevorderen.
* Stamcellen voor orgaanontwikkeling en herstel.
* Witte bloedcellen die infecties bestrijden.
* Nuttige bacteriën (prebiotica, zoals oligosachariden) die het spijsverteringskanaal beschermen en gezonde darmen ondersteunen.
* Langketenvetzuren voor de ontwikkeling van hersenen, zenuwstelsel en ogen.
* Enzymen die het spijsverteringsstelsel en immuunsysteem ondersteunen.
* Nucleotiden en hormonen die gezonde slaap-waakpatronen helpen ontwikkelen.
### 2.9 Kunstvoeding
Kunstvoeding is een alternatieve voeding voor baby's, die ingrediënten kan bevatten zoals:
* Lactose en/of andere suikers (maïssiroop, fructose, maltodextrine).
* Plantaardige oliën (palmolie, koolzaadolie, kokosolie, zonnebloemolie, sojaolie).
* Vetzuren (vaak uit visolie).
* Vitaminen en mineralen.
* Enkele enzymen en aminozuren.
* Probiotica (in sommige varianten).
Hoewel kunstvoeding baby's in staat stelt te groeien, is moedermelk de norm vanwege de unieke samenstelling en beschermende werking door antistoffen.
## 3. Huidcontact - Skin-to-skin
Huidcontact (skin-to-skin, HOH) na de geboorte is essentieel voor de fysiologie en ontwikkeling van de pasgeborene.
### 3.1 Belang voor de baby
* **Regulatie van fysiologie:** Bevordert een stabiele lichaamstemperatuur, ademhaling, zuurstofgehalte in bloed, bloedsuikerspiegel, hartslag en bloeddruk.
* **Rust en stressvermindering:** De baby komt tot rust, voelt zich beschermd, huilt weinig, ervaart minder stress en is kalm.
* **Intuïtief gedrag:** De baby krijgt de kans tot intuïtief gedrag.
* **Kolonisatie:** Onmiddellijke kolonisatie met de bacteriën van de moeder.
### 3.2 Belang voor de moeder
* **Verbeterde reproductieve fitheid:** Neurale processen gestimuleerd door HOH leiden tot verbeterde reproductieve fitheid, inclusief gedragsveranderingen zoals hechting en bescherming.
* **Verbeterde lactatie:** Stimuleert melkproductie.
### 3.3 Het hechtingsproces (bonding)
* **Eerste uur na geboorte:** Een cruciale periode voor wederzijdse ontvankelijkheid tussen moeder en kind.
* **Moeder:** Kijkt in de ogen van de baby, streelt en bekijkt de baby.
* **Baby:** Vertoont opmerkelijk zintuiglijk waarnemingsvermogen en reageert op de belangstelling van de moeder.
* **Typisch gedrag:** Oogcontact, praten in hoge tonen, aanraken, strelen, ruiken. Dit legt de band.
* **Stem entrainment:** Synchrone bewegingen met het ritme van de stem, een vorm van interactie.
* **Voordelen:** Verhoogt het interactieniveau tussen ouders, verbetert de gezondheid (ook bij niet-borstvoeding, mits vroeg contact), en vergemakkelijkt "bonding".
### 3.4 Hersenontwikkeling
* HOH draagt significant bij aan de hersenontwikkeling, met het grootste effect in de eerste 2-3 maanden en positieve effecten tot 6 maanden en langer.
* HOH wordt beschouwd als een basisbehoefte, geen extraatje.
### 3.5 Aandachtspunten
* HOH is ook na thuiskomst belangrijk. Ouders moeten hun grenzen bewaken om overbelasting te voorkomen.
* Een mentaal en fysiek gezonde ouder is cruciaal voor de baby.
* "Goed is goed genoeg" is een belangrijk principe bij het adviseren over HOH.
## 4. Eerste aanleggen
Het eerste aanleggen van de baby aan de borst is een cruciaal moment voor het slagen van borstvoeding en de moeder-kindbinding, ondersteund door de Tien Vuistregels van WHO/Unicef.
### 4.1 Doelen van de Tien Vuistregels
* Ondersteunen van moeders door ziekenhuizen en zorgverleners.
* Voorlichting en bewustwording over de voordelen en technieken van borstvoeding.
* Verbeteren van de gezondheidsuitkomsten van baby's wereldwijd.
### 4.2 De Tien Vuistregels
1. Borstvoedingsbeleid op papier dat systematisch wordt gecommuniceerd.
2. Medewerkers die de nodige vaardigheden beheersen.
3. Voorlichting aan zwangere vrouwen over de voordelen en praktijk van borstvoeding.
4. Onmiddellijk en ongestoord huidcontact tussen moeder en kind na de geboorte (minstens een uur), en aanmoediging om signalen van de baby om te drinken te herkennen.
5. Uitleg over aanleggen en melkproductie in stand houden, ook bij scheiding van moeder en kind.
6. Pasgeborenen krijgen uitsluitend borstvoeding, zonder extra vocht (tenzij medisch geïndiceerd).
7. Moeder en kind verblijven 24 uur per dag bij elkaar ("rooming-in").
8. Borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd.
9. Pasgeborenen die borstvoeding krijgen, krijgen geen fopspeen.
10. Aanmoedigen van borstvoedingsbegeleidingsgroepen en verwijzen naar deze groepen.
### 4.3 Vuistregel 7: Rooming-In
* Dag en nacht bij elkaar blijven vergemakkelijkt de start van borstvoeding, voeden op verzoek, en bevordert de moeder-kind binding.
* Ook bij niet-borstvoeding bevordert het de kennismaking tussen moeder en kind.
### 4.4 Vuistregel 4: Onmiddellijk & Ongestoord Huidcontact (HOH)
* Dit creëert een vast gedragspatroon, ook wel "de gouden uren" genoemd.
* **Breastcrawl:** De natuurlijke neiging van de baby om, na huidcontact, zelf de weg naar de borst te vinden.
### 4.5 Inprenting en de eerste voedingen
* De eerste voedingen hebben een inprentend effect, waarbij de baby een optimaal drinkpatroon ontwikkelt en vertrouwen in eigen kunnen opbouwt.
* Borstvoeding is een vaardigheid die geleerd wordt. De zuigreflex is aangeboren.
* Een goede verstandhouding met zorgverleners, een rustige en zorgzame benadering, zijn essentieel.
### 4.6 Belang van onmiddellijk HOH en toegang tot de borst
* **Zuigreflex:** Het sterkst in het eerste uur na de geboorte.
* **Immunologische voordelen:** Colostrum biedt bescherming.
* **Stimulatie spijsverteringskanaal:** Bevordert peristaltiek en uitscheiding van meconium (laxerende werking van colostrum).
* **Preventie stuwing:** Minder kans op stuwing.
* **Stimulatie baarmoedersamentrekking:** Minder bloedverlies na de geboorte.
* **Beperking gewichtsverlies:** Vermindert het gewichtsverlies bij de baby.
* **Basis voor relatie:** Ongestoord eerste contact is de basis voor de latere moeder-kindrelatie.
### 4.7 Bevorderen van de eerste borstvoedingen
* Direct na de geboorte aanleggen op de buik van de moeder.
* De baby zelf de borst laten aannemen (mogelijkheid tot drinken voor afnavelen, "halve lotus").
* Wensen van de ouders respecteren.
* Warm toedekken om lichaamswarmte te behouden.
* Toestemming vragen voor hulp (consent).
* Zijligging kan ondersteund worden door de partner.
* Ouders informeren over de pogingen van de baby.
### 4.8 Gecompliceerde bevalling
* Het eerste aanleggen vindt later plaats wanneer de moeder wakker en niet gedesoriënteerd is.
* De moeder legt aan, niet de zorgverlener. Dit bevordert het ervaren van zelfredzaamheid.
* De zorgverlener observeert en begeleidt.
### 4.9 Begeleiding bij eerste aanleggen
* Neem de tijd; de zorgverlener observeert houding, het drinken van de baby en wat de moeder ervaart.
* Geduldige en herhaalde hulp is nodig om zelfredzaamheid te bevorderen.
* Manueel kolven kan een optie zijn.
* De plaats van de zorgverlener ten opzichte van de moeder is belangrijk, met oogcontact en aandacht voor houding.
### 4.10 Hygiëne
* Speciale maatregelen zijn niet nodig. Handen wassen is voldoende.
* Bij meconium of veel vernix kan een nat washandje gebruikt worden, maar **geen desinfecterende middelen**, omdat deze de zuurtegraad verstoren, de antiseptische werking tenietdoen, de kliertjes van Montgomery belemmeren en de kolonisatie van gunstige bacteriën verstoren.
### 4.11 Privacy, Consent en Respect
* Voldoende privacy en respect zijn essentieel, zowel in het ziekenhuis als thuis.
* Wees alert op "obstetrisch geweld"; goed bedoelde hulp kan hard overkomen.
### 4.12 Hulp bij aanleggen
* Juiste houding van baby en moeder.
* Goed aanleggen van de baby (zuigtechniek).
* Gebruik van hulpmiddelen dient overwogen te worden.
### 4.13 Van de borst afnemen
* Met de pink in de mondhoek om het vacuüm te verbreken.
### 4.14 Baby laat zelf los
* Een goed aangelegde, goed drinkende baby laat zelf los wanneer hij voldoende gedronken heeft.
* Het principe van vraag en aanbod is leidend voor melkproductie. Frequent voeden verhoogt de aanmaak van prolactinereceptoren, wat een goede melkproductie rond 3 maanden garandeert.
### 4.15 Opstart borstvoeding de eerste dagen
* Beide borsten aanbieden om melkproductie te bevorderen, zeker in de eerste 2 weken.
* Het principe van afwisselen van borsten is belangrijk (niet noodzakelijk beide borsten per voedingsmoment).
### 4.16 Borstvoeding begeleiden - te vermijden praktijken
* Hoofdje vastnemen en gezicht tegen de borst duwen kan verwarring veroorzaken.
* Baby in de nek nemen en wangen aanraken kan de zoekreflex verstoren.
* Foutief zuigen kan leiden tot tepelkloven.
### 4.17 Belang van vakkennis en geduld
* Vakkennis en geduld van de zorgverlener zijn vereist bij de begeleiding van het eerste aanleggen. Een goede start voorkomt problemen zoals tepelkloven of onvoldoende melkproductie.
---
# Huidcontact (skin-to-skin) na de geboorte
Direct huidcontact tussen moeder en pasgeborene na de geboorte is cruciaal voor de fysiologische regulatie van de baby en de stimulatie van neurale processen bij de moeder.
### 2.1 Het belang van huidcontact voor de baby
Huidcontact biedt essentiële input die de fysiologie van de pasgeborene reguleert en dysregulatie tegengaat, met potentiële epigenetische veranderingen tot gevolg.
#### 2.1.1 Fysiologische voordelen voor de baby
Direct huidcontact, ook wel kangeroezorg genoemd, draagt bij aan:
* **Temperatuurregulatie:** Beter behoud van de juiste lichaamstemperatuur.
* **Rust en Bescherming:** De baby komt tot rust door het gevoel van bescherming.
* **Stabiele Ademhaling:** Een stabiele ademhaling wordt bevorderd.
* **Hoog Zuurstofgehalte:** Een optimaal zuurstofgehalte in het bloed wordt gehandhaafd.
* **Constante Bloedsuikerspiegel:** Stabiele bloedsuikerspiegels worden gereguleerd.
* **Normale Hartslag en Bloeddruk:** Een normale, stabiele hartslag en bloeddruk worden ondersteund.
* **Minder Huilen en Stress:** De baby ervaart minder stress en huilt daardoor minder.
* **Intuïtief Gedrag:** De baby krijgt de kans tot intuïtief gedrag.
* **Kolonisatie:** Directe kolonisatie met dezelfde bacteriën als de moeder vindt plaats.
Het lichaam van de moeder wordt beschouwd als de biologisch 'normale' plek van zorg, wat leidt tot betere uitkomsten, zowel voor gezonde pasgeborenen als voor premature baby's.
#### 2.1.2 Hersenontwikkeling
Huidcontact draagt significant bij aan de hersenontwikkeling. De positieve effecten zijn het grootst in de eerste twee tot drie maanden na de geboorte, met meetbare voordelen die tot zes maanden en langer aanhouden. Huidcontact is geen extraatje, maar een basale behoefte.
### 2.2 Stimulatie van neurale processen bij de moeder
Huidcontact stimuleert neurale processen bij de moeder die leiden tot verbeterde reproductieve fitheid, waaronder gedragsveranderingen zoals hechting en bescherming, en bevordert een betere lactatie.
#### 2.2.1 Emotionele en Gedragsmatige Impact
* **Verbeterde Hechting:** Huidcontact, met name het eerste uur na de geboorte, is cruciaal voor de totstandkoming van de binding tussen moeder en kind. Dit wordt gekenmerkt door oogcontact, een hoge toon in de stem, en een ritueel van aanraken, strelen en ruiken. Dit proces wordt ook wel 'bonding' genoemd.
* **Synchronie:** De baby en moeder beginnen synchroon te bewegen met de cadans van elkaars stem, wat 'stem entrainment' wordt genoemd en een vorm van interactie is.
* **Versterkte Sociale Banden:** Oxytocine, een hormoon dat vrijkomt tijdens huidcontact, speelt een rol bij het versterken van sociale banden.
* **Stressvermindering:** Zowel prolactine als oxytocine hebben een kalmerend effect, verminderen stress en angst, en bevorderen verzorgend gedrag, wat bijdraagt aan emotionele stabiliteit en hechting.
#### 2.2.2 Voordelen voor Lactatie
Huidcontact vergemakkelijkt de bonding en ondersteunt de borstvoeding. Een goede interactie tussen ouders en kind, mede gestimuleerd door huidcontact, kan de gezondheid van zowel moeder als kind bevorderen, zelfs wanneer geen borstvoeding wordt gegeven, mits er vroeg in het proces huidcontact is geweest.
### 2.3 Het eerste aanleggen en huidcontact
Het eerste aanleggen van de baby aan de borst vindt idealiter plaats direct na de geboorte, tijdens het eerste uur, waarbij ongestoord huidcontact essentieel is. Dit wordt ook wel de "gouden uren" genoemd.
#### 2.3.1 De Tien Vuistregels van WHO/Unicef
Deze vuistregels zijn opgesteld om borstvoeding te bevorderen en te beschermen, en adequate begeleiding is cruciaal voor het succes ervan. Specifiek Vuistregel 4 benadrukt: "Dat moeder en kind onmiddellijk na de geboorte en minstens gedurende een uur ongestoord huidcontact hebben en dat men de moeder aanmoedigt om signalen van haar baby om te drinken te herkennen en dat men daarbij hulp aanbiedt indien nodig."
#### 2.3.2 Het belang van het eerste uur na de geboorte
* **Borstcrawl:** De baby wordt aangemoedigd om zelf de weg naar de borst te vinden, wat de zuigreflex stimuleert die in dit eerste uur het sterkst is.
* **Immunologische Voordelen:** Het vroege contact met colostrum, de eerste moedermelk, biedt immunologische voordelen.
* **Spijsvertering:** Het stimuleert de peristaltiek van het spijsverteringskanaal en bevordert de snelle uitscheiding van meconium dankzij de laxerende werking van colostrum.
* **Bloedverlies:** Stimuleert de samentrekking van de baarmoeder, wat bloedverlies na de geboorte kan beperken.
* **Gewichtsverlies:** Helpt het gewichtsverlies bij de baby te beperken.
* **Moeder-Kind Relatie:** Ongestoord eerste contact legt de basis voor een latere stabiele moeder-kindrelatie.
#### 2.3.3 Praktische Uitvoering van het eerste aanleggen
* **Direct na de geboorte:** Aanleggen op de buik van de moeder, of op de ouders, en de baby zelf de borst laten aannemen.
* **Mogelijkheid tot drinken:** Indien mogelijk, mag de baby al drinken vóór de navelstreng wordt doorgeknipt.
* **Respect voor wensen:** De wensen van de ouders dienen gerespecteerd te worden.
* **Warm toedekken:** Lichaamswarmte van de ouders draagt bij aan comfort.
* **Toestemming vragen:** Altijd toestemming vragen voordat hulp wordt aangeboden.
* **Zijligging:** De zijligging kan de partner ondersteunen bij het proces.
* **Informeren:** Ouders informeren over de 'pogingen' van de baby.
#### 2.3.4 Begeleiding van het eerste aanleggen
* **Tijd nemen:** Zorgverleners dienen de tijd te nemen en de houding van moeder en baby, en het drinken van de baby te observeren.
* **Geduld en herhaling:** Geduldig en herhaaldelijk hulp aanbieden is van belang.
* **Zelfredzaamheid:** De nadruk ligt op het bevorderen van de zelfredzaamheid van de moeder.
* **Rol zorgverlener:** De zorgverlener observeert, leert en ondersteunt, met behoud van oogcontact en een passende houding.
#### 2.3.5 Hygiëne en Privacy
* **Hygiëne:** Standaard handhygiëne is voldoende. Speciale desinfectiemiddelen zijn niet nodig en kunnen de zuurtegraad verstoren, de antiseptische werking van de huid aantasten en de kliertjes van Montgomery belemmeren.
* **Privacy en Consent:** Voldoende privacy, het verkrijgen van toestemming (consent) en respect voor de ouders zijn essentieel, zowel in het ziekenhuis als thuis.
### 2.4 Huidcontact door vader of andere ouder
Huidcontact is niet exclusief voor de moeder. Ook de vader of andere ouder kan door middel van huidcontact een waardevolle bijdrage leveren aan de hechting en de ontwikkeling van de baby.
### 2.5 Aandachtspunten rondom huidcontact
#### 2.5.1 Na thuiskomst
Huidcontact is ook na thuiskomst belangrijk. Het is echter cruciaal dat ouders hun eigen grenzen bewaken en voldoende rust nemen. Een sterk sociaal netwerk en goede informatievoorziening zijn essentieel. Een goede balans is belangrijk; "goed is goed genoeg".
#### 2.5.2 Obstetrisch geweld
Begeleiding bij het aanleggen dient zorgvuldig te gebeuren om "obstetrisch geweld" te vermijden, waarbij goedbedoelde acties toch negatief kunnen overkomen. Correcte aanlegtechnieken voorkomen problemen zoals tepelkloven en zorgen voor een goede start van de borstvoeding. Het correct van de borst afnemen door het vacuüm te verbreken met de pink in de mondhoek is belangrijk. Een baby die goed aangelegd is en goed drinkt, zal vanzelf loslaten wanneer hij verzadigd is.
#### 2.5.3 Melkproductie en Voeding
Frequent voeden stimuleert de aanmaak van prolactine-receptoren, wat een garantie kan bieden voor een goede melkproductie, met name rond de drie maanden. In de eerste dagen is het aanbieden van beide borsten bevorderlijk voor de melkproductie, met het principe van afwisselen.
#### 2.5.4 Te vermijden praktijken
Het vastpakken van het hoofdje en het gezicht tegen de borst duwen kan verwarring veroorzaken. Het hoofdje in de nek nemen en de wangen aanraken kan de zoekreflex verstoren. Foutief zuigen kan leiden tot tepelkloven. Vakkennis en geduld van de zorgverlener zijn vereist voor een goede begeleiding.
---
# Het eerste aanleggen van de baby
Het eerste aanleggen van de baby is cruciaal voor het succes van borstvoeding en wordt ondersteund door de tien vuistregels voor succesvolle borstvoeding van de WHO, met speciale aandacht voor huid-op-huidcontact en de borstcrawl.
## 3. Het eerste aanleggen van de baby
Het succesvol starten van borstvoeding is een complex samenspel van fysiologische, psychologische en sociale factoren, waarbij adequate begeleiding door zorgverleners essentieel is. De tien vuistregels voor succesvolle borstvoeding, opgesteld door de WHO en UNICEF in het kader van het Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI), bieden een gestructureerd kader om borstvoeding te bevorderen en te beschermen.
### 3.1 De tien vuistregels voor succesvolle borstvoeding
Deze vuistregels zijn bedoeld om moeders optimale ondersteuning te bieden, hen voor te lichten en de gezondheidsuitkomsten voor baby's wereldwijd te verbeteren.
1. **Borstvoedingsbeleid:** Zorginstellingen moeten een borstvoedingsbeleid op papier hebben dat systematisch bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers.
2. **Vaardigheden van medewerkers:** Alle betrokken medewerkers moeten de vaardigheden aanleren die nodig zijn voor de uitvoering van het borstvoedingsbeleid.
3. **Voorlichting aan zwangeren:** Zwangere vrouwen moeten voorgelicht worden over de voordelen en de praktijk van borstvoeding.
4. **Direct huid-op-huidcontact en borstcontact:** Moeder en kind moeten onmiddellijk na de geboorte en minstens gedurende een uur ongestoord huidcontact hebben. De moeder wordt aangemoedigd om signalen van de baby om te drinken te herkennen en krijgt daarbij hulp aangeboden indien nodig.
5. **Instructie over aanleggen en melkproductie:** Vrouwen moeten worden uitgelegd hoe zij hun baby moeten aanleggen en hoe zij de melkproductie in stand kunnen houden, zelfs als de baby van de moeder gescheiden moet worden.
6. **Geen alternatieve voeding:** Pasgeborenen mogen geen andere voeding dan borstvoeding krijgen, noch extra vocht, tenzij op medische indicatie.
7. **Rooming-in:** Moeder en kind mogen dag en nacht bij elkaar op een kamer blijven ("rooming-in").
8. **Voeding op verzoek:** Borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd.
9. **Geen speen:** Pasgeborenen die borstvoeding krijgen, mogen geen speen of fopspeen krijgen.
10. **Ondersteuningsgroepen:** Moeders worden aangemoedigd om borstvoedingsbegeleidingsgroepen (moedergroepen) te vormen en vrouwen bij ontslag uit de instelling naar deze groepen te verwijzen.
### 3.2 Huid-op-huidcontact (HOH) en de "gouden uren"
Direct na de geboorte is huid-op-huidcontact van onschatbare waarde. Dit wordt ook wel de "gouden uren" genoemd, waarin de baby een sterk zuigreflex heeft.
* **Belang van HOH:** Huid-op-huidcontact is cruciaal voor de regulatie van de fysiologie van de pasgeborene, zoals het behoud van de juiste temperatuur, stabiele ademhaling, hoog zuurstofgehalte, constante bloedsuikerspiegel, normale hartslag en bloeddruk. Het reduceert stress, huilen en zorgt voor een kalme baby die de kans krijgt tot intuïtief gedrag.
* **Kolonisatie:** Onmiddellijke HOH zorgt voor directe kolonisatie met dezelfde bacteriën als de moeder, wat bijdraagt aan de immuniteit van de baby.
* **Hechting:** Het eerste uur na de geboorte is een ontvankelijke periode voor zowel moeder als baby om elkaar te observeren, strelen en met een hoge toon te praten, wat het hechtingsproces bevordert (bonding).
* **Hersenontwikkeling:** HOH stimuleert neurale processen en draagt significant bij aan de hersenontwikkeling, met positieve effecten die tot maanden na de geboorte merkbaar blijven.
### 3.3 De borstcrawl (breastcrawl)
De borstcrawl is het natuurlijke gedrag van de baby direct na de geboorte, waarbij hij zelfstandig de weg naar de borst vindt om te drinken. Dit proces, dat ongeveer 9 stappen omvat, is een ingeprent effect dat de basis legt voor een optimaal drinkpatroon en vertrouwen in eigen kunnen.
* **Stimulatie van zuigreflex:** De zuigreflex is het sterkst in het eerste uur na de geboorte. Door de baby direct na de geboorte aan te leggen, wordt deze reflex optimaal benut.
* **Immunologische voordelen:** De eerste voedingen met colostrum bieden belangrijke immunologische voordelen en stimuleren de darmperistaltiek.
* **Laxerende werking:** Colostrum heeft een laxerende werking, wat de snelle uitscheiding van meconium bevordert en de kans op stuwing vermindert.
* **Baarmoedercontractie:** Zuigen stimuleert de samentrekking van de baarmoeder, wat het bloedverlies na de bevalling kan beperken.
* **Gewichtsverlies baby:** Het ongestoord eerste contact en het drinken van colostrum helpt het gewichtsverlies van de baby te beperken.
### 3.4 Begeleiding bij het eerste aanleggen
Een goede begeleiding door zorgverleners is essentieel voor een succesvol eerste aanleggen.
* **Timing:** Idealiter wordt de baby direct na de geboorte aangelegd, bij voorkeur op de buik van de moeder of ouders. De baby mag zelf de weg naar de borst vinden.
* **Respect en toestemming:** Wensen van de ouders moeten gerespecteerd worden. Er moet toestemming (consent) gevraagd worden om te helpen, en de zorgverlener moet de moeder inlichten over de 'pogingen' van de baby.
* **Houding:** De moeder kan eventueel in zijligging worden ondersteund door haar partner. Het is belangrijk om de baby warm toe te dekken met behoud van lichaamswarmte.
* **Hulp bieden:** Bij gecompliceerde bevallingen of wanneer de moeder nog gedesoriënteerd is, kan de zorgverlener later ondersteunen bij het aanleggen. Het doel is om de zelfredzaamheid van de moeder te ervaren. De zorgverlener observeert de houding van moeder en baby, het drinken van de baby en wat de moeder ervaart, en biedt geduldig en herhaaldelijk hulp.
* **Hygiëne:** Er zijn geen speciale hygiënemaatregelen nodig. Handen wassen is voldoende. Het gebruik van desinfecterende middelen wordt afgeraden, omdat deze de zuurtegraad kunnen verstoren, de antiseptische werking van de kliertjes van Montgomery kunnen vernietigen en de kolonisatie van gunstige bacteriën kunnen belemmeren.
* **Privacy en respect:** Zorg voor voldoende privacy, consent en respect, zowel in het ziekenhuis als thuis.
* **Obstetrisch geweld vermijden:** Goedbedoelde hulp kan soms verkeerd overkomen. De zorgverlener dient alert te zijn op de juiste houding van de baby, het correct aanleggen en de zuigtechniek.
* **De borst afnemen:** Wanneer de baby van de borst moet worden genomen, dient dit te gebeuren door de pink in de mondhoek te plaatsen om het vacuüm te verbreken.
### 3.5 Het belang van vraag en aanbod
Een goed aangelegde en goed drinkende baby laat zelf los wanneer hij voldoende gedronken heeft. Dit principe van vraag en aanbod is cruciaal voor een goede melkproductie.
* **Stimuleren van melkproductie:** Het aanbieden van beide borsten, zeker in de eerste twee weken, bevordert de melkproductie. Het principe van afwisselen tussen de borsten is belangrijk.
* **Preventie van problemen:** Een goede start met correct aanleggen voorkomt problemen zoals tepelkloven en het gevoel van onvoldoende melk.
* **Garantie voor melkproductie:** Frequent voeden in de eerste dagen stimuleert de aanmaak van prolactine receptoren, wat een garantie kan bieden voor een goede melkproductie rond drie maanden.
> **Tip:** Vakkennis en geduld van de zorgverlener zijn vereist bij hulp bij het eerste aanleggen. Een goede start met correct aanleggen voorkomt latere problemen.
> **Voorbeeld:** Bij het begeleiden van het aanleggen moet men vermijden het hoofdje van de baby vast te pakken en het gezicht tegen de borst te duwen, omdat dit verwarring kan veroorzaken. Het aanraken van de wangen en het hoofd naar achteren bewegen kan de zoekreflex verstoren. Foutief zuigen kan leiden tot tepelkloven.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Mammogenese | De ontwikkeling van de borst, bestaande uit drie belangrijke fasen: embryonale fase, puberteit en zwangerschap. |
| Melklijsten | Verdikkingen in de buitenste huidlaag die ontstaan tijdens de embryonale fase, waaruit melkklierweefsel zich ontwikkelt. Bij mensen trekken deze lijsten grotendeels terug na de geboorte. |
| Polithelie en polymastie | Condities waarbij een persoon een extra tepel (polithelie) of extra borstweefsel (polymastie) heeft, wat een overblijfsel kan zijn van de embryonale melklijsten. |
| Oestrogeen | Een groep hormonen die voornamelijk door de ovaria wordt geproduceerd en een cruciale rol speelt in de ontwikkeling van het ductale systeem van de borst tijdens de puberteit. |
| Progesteron | Een hormoon dat betrokken is bij de menstruatiecyclus en een rol speelt in de ontwikkeling van de borsten, met name in de aanleg van alveoli (melkblaasjes) tijdens de puberteit en de remming van melkproductie tijdens de zwangerschap. |
| Alveolen | Kleine melkblaasjes in de borstklier die de melk aanmaken en opslaan. Ze zijn de secretoire eenheden van de borst en hun functie wordt gestimuleerd door oxytocine voor melkexcretie. |
| Oxytocine | Een hormoon dat door de hypofyse wordt geproduceerd en een rol speelt bij de contractie van glad spierweefsel in de melkgangen en tepel, wat leidt tot de toeschietreflex (TSR) en melkexcretie. Het heeft ook een kalmerend en sociaal bindend effect. |
| Lactogenese | Het proces van melkproductie, onderverdeeld in drie stadia: Lactogenese I (productie van colostrum), Lactogenese II (start van eigenlijke melkproductie na de geboorte) en Lactogenese III (vraag/aanbod gestuurde melkproductie na ongeveer 9 dagen). |
| Colostrum | De eerste melk die na de geboorte wordt geproduceerd, rijk aan antistoffen, voedingsstoffen en groeifactoren, met een beschermende en laxerende werking voor de baby. |
| Huidcontact (Skin-to-skin) | Het directe fysieke contact tussen de huid van de moeder en de pasgeborene, wat essentieel is voor de fysiologische regulatie, emotionele ontwikkeling en hechting van de baby. |
| Hechting (Bonding) | Het proces waarbij een sterke emotionele band wordt gevormd tussen ouder en kind, gestimuleerd door interacties zoals oogcontact, aanraken en praten, wat cruciaal is voor de ontwikkeling van het kind. |
| Borstcrawl | Het natuurlijke gedrag van een pasgeboren baby om na de geboorte zelfstandig naar de borst van de moeder te kruipen om te beginnen met voeden. |
| Tien Vuistregels voor Succesvolle Borstvoeding | Een reeks richtlijnen opgesteld door WHO en Unicef om borstvoeding te bevorderen en te ondersteunen, gericht op het creëren van een borstvoedingsvriendelijke omgeving in gezondheidszorginstellingen. |
| Rooming-in | Het beleid waarbij moeder en kind dag en nacht bij elkaar op een kamer verblijven, wat de borstvoedingsrelatie bevordert en het leren kennen van elkaar vergemakkelijkt. |
| Obstetrisch geweld | Ongewenste medische interventies of benaderingen tijdens de bevalling die de autonomie en het welzijn van de moeder kunnen schaden, zelfs als ze goedbedoeld zijn. |
| Peristaltiek | De golvende samentrekkingen van de spieren in de wand van het spijsverteringskanaal die voedsel voortstuwen. Colostrum helpt bij het stimuleren hiervan bij pasgeborenen. |