Cover
Comença ara de franc Beginselen van regelgeving - Voorbeelden laatste versie.docx
Summary
# Beginselen van regelgeving: Overzicht en Toepassing
Dit studieboek biedt een gedetailleerd overzicht van de beginselen van regelgeving, met een focus op de institutionele omgeving, de overgang van beleid naar rechtsregels, diverse alternatieven voor regelgeving, de totstandkoming en handhaving van rechtsregels, en de uitdagingen van behoorlijke regelgeving.
## Deel 1: De institutionele omgeving
De institutionele omgeving vormt de basis voor alle regelgevende activiteiten. Het begrijpen van deze omgeving is cruciaal voor het effectief navigeren door het recht en beleid.
### De omvang van regeerakkoorden
Regeerakkoorden geven de ambitie en de omvang van het beleid van een regering aan. De lengte ervan kan een indicatie geven van de complexiteit en het aantal voorgenomen hervormingen.
* **Regeerakkoord Regering De Croo:** 84 bladzijden.
* **Regeerakkoord Regering De Wever:** 202 bladzijden.
* **Regeerakkoord Regering Diependaele:** 236 bladzijden.
* **Regeerprogramma Regering Schoof (Nederland):** 138 bladzijden (13 september 2024).
Deze cijfers illustreren de variëteit in de omvang van politieke programma's, wat impliceert dat de reikwijdte van het beoogde regelgevende werk sterk kan verschillen.
### Bronnen voor beleidsinformatie
Toegang tot beleidsdocumenten is essentieel voor analyse en begrip.
* **Federaal niveau:**
* Beleidsverklaringen 2025: Raadpleegbaar via de website van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
* Beleidsnota's 2025: Ook beschikbaar via de website van de Kamer van volksvertegenwoordigers, specifiek onder het budgetdossier.
* **Vlaams niveau:**
* Voorbeelden van Beleidsnota's 2025 (Media, Werk, Onderwijs, Dierenwelzijn) zijn online beschikbaar.
* Voorbeelden van Beleids- en begrotingstoelichtingen 2025 (Werk, Cultuur) zijn eveneens toegankelijk.
## Deel 2: Van beleid naar rechtsregels
Dit deel behandelt de transitie van beleidsintenties naar concrete juridische regels.
### I. Besluitvorming en beleid
De besluitvormingsprocessen en de formulering van beleid zijn de voorlopers van wetgeving.
### II. Alternatieven voor regelgeving
Naast formele wetgeving bestaan er diverse flexibelere instrumenten om beleidsdoelstellingen te bereiken.
#### A. Zelfregulering door specifieke instanties
Zelfregulering houdt in dat een sector of belangengroep zijn eigen regels opstelt en naleeft. De geschiktheid hiervan hangt af van de specifieke context en de doelstellingen.
* **Bespreek:** Is zelfregulering in dit geval geschikt? Dit vereist een analyse van de specifieke sector, de mogelijke nadelen (zoals gebrek aan handhaving of bescherming van consumenten) en voordelen (zoals flexibiliteit en expertise).
#### B. Overeenkomsten
Overeenkomsten tussen publieke en/of private actoren kunnen ook dienen als alternatief voor wetgeving. Ze bieden flexibiliteit maar vereisen vaak een duidelijke juridische basis en nalevingsmechanismen.
* **Voorbeeld:** "De Standaard" 19 september 2025 bespreekt situaties waar zelfregulering of een overeenkomst als oplossing kan dienen.
#### C. Sensibilisering en nudging
Deze instrumenten beogen gedragsverandering door middel van informatie, voorlichting of subtiele stimulansen.
* **Zijn dit allemaal voorbeelden van sensibilisering als alternatief voor regelgeving?** Deze vraag nodigt uit tot reflectie over de definitie en reikwijdte van sensibilisering en nudging, en of ze als volwaardige alternatieven voor dwingende regels kunnen worden beschouwd.
#### D. Betere toepassing of handhaving van bestaande regels
Soms is het effectiever om bestaande regels beter te handhaven dan nieuwe regels te creëren. Dit vereist een analyse van de knelpunten in de handhaving en de implementatie van verbeteringsmaatregelen.
* **Voorbeeld:** "De Tijd" 5 september 2025 belicht mogelijk een casus waarbij handhaving centraal staat.
### III. Regeldruk en deregulering
Het verminderen van de regeldruk en het bevorderen van deregulering zijn belangrijke beleidsprioriteiten om de economie te stimuleren. Websites zoals www.wetwatchers.be kunnen hierbij relevant zijn.
## Deel 3: Rechtsregels
Dit deel gaat dieper in op de definitie, soorten en onderlinge verhouding van rechtsregels.
### I. Definitie
Een rechtsregel is een algemene, abstracte en bindende norm die door de bevoegde autoriteit wordt vastgesteld en die het gedrag van burgers en instellingen regelt.
### II. Soorten rechtsregels
Rechtsregels kunnen worden gecategoriseerd op basis van hun oorsprong, hiërarchie en inhoud.
#### A. Internationale verdragen
Verdragen die België heeft gesloten met andere staten of internationale organisaties.
#### B. Grondwet
De fundamentele wet van het land.
#### C. Bijzondere meerderheidswetten, -decreten en -ordonnanties
Deze normen vereisen een specifieke, verhoogde meerderheid voor hun aanneming, wat hun belang en de consensus die nodig is voor hun totstandkoming weerspiegelt.
#### D. Wetten, decreten en ordonnanties
Dit zijn de belangrijkste wetgevende akten op respectievelijk federaal, Vlaams/Gemeenschaps- en Brussels Hoofdstedelijk niveau.
* **Soorten en categorieën:** Deze onderverdeling kan zich richten op de thematiek, de aard van de bevoegdheid (bv. primair vs. uitvoerend) of de specifieke doelstelling van de wet.
##### Voorbeeld interpretatieve wet
Een interpretatieve wet verduidelijkt de betekenis van een bestaande wet. De Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen definieert "natuurramp". Vervolgens heeft de Interpretatieve Wet van 29 oktober 2021 artikel 124, § 1, d) van deze wet verduidelijkt om rechtsonzekerheid op te heffen, wat resulteerde in een oordeel van het Grondwettelijk Hof (arrest 86/2023).
* **Probleem:** De oorspronkelijke tekst liet ruimte voor interpretatie.
* **Interpretatieve Wet:** Verduidelijking met terugwerkende kracht.
* **Grondwettelijk Hof:** Bevestigt het interpretatieve karakter en de rechtvaardiging van de terugwerkende kracht, indien de betekenis redelijkerwijs kon worden afgeleid uit de oorspronkelijke tekst en de rechtsonzekerheid wordt opgeheven.
#### E. Organieke wetten
Deze wetten regelen de structuur, bevoegdheden en organisatie van bepaalde instellingen, zoals de Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
* **Andere organieke wetten / decreten:** Voorbeelden zijn de wetten betreffende De Lijn of de Nationale Loterij.
#### F. Verzamelwetten, mozaïekwetten en programmawetten
Dit zijn wetten die meerdere, vaak niet-gerelateerde onderwerpen regelen, wat de wetgeving complexer kan maken. Voorbeelden zijn de Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen of de Programmawet van 18 juli 2025.
* **Symboolwetgeving?** Een kritische vraag over het nut en de effectiviteit van dergelijke wetten.
#### G. ‘Wetgevende’ samenwerkingsakkoorden
Deze akkoorden tussen overheden hebben de kracht van wetgeving en regelen de samenwerking op specifieke domeinen, zoals het Centraal fietsregister.
#### H. Koninklijke besluiten en regeringsbesluiten
Dit zijn uitvoerende besluiten die de wetten en decreten nader invullen.
* **Soorten en categorieën:** Deze kunnen variëren van algemene regels tot specifieke maatregelen, zoals het template voor indieningsbesluiten (KB).
#### I. Rechtsregels van het bestuur en van gedecentraliseerde en verzelfstandigde instanties
Regels die door overheidsinstanties zelf worden opgesteld binnen hun bevoegdheden.
#### J. Rechtsregels van particuliere instanties
Regels opgesteld door private organisaties, bijvoorbeeld in het kader van zelfregulering.
#### K. Aanverwante fenomenen
* **Toelichting bij regelgeving:** Memories van toelichting en adviezen die de totstandkoming en intentie van regelgeving verduidelijken.
* **Verwijzingen naar niet-regelgevende teksten:** Artikelen of rapporten die context bieden bij regelgeving.
### III. Onderlinge verhouding van rechtsregels
De hiërarchie van normen bepaalt welke regel voorrang heeft bij conflicten.
#### A. Rechtsgrondvereiste en voorrang van wetgevende normen op besluiten
Een besluit moet gebaseerd zijn op een wetgevende akte en kan niet in strijd zijn met hogere normen.
* **Voorbeeld rechtsgrondtabel:** Toont hoe een decreet de basis vormt voor een besluit van de Vlaamse Regering.
#### B. Rechtsgrondvereiste en voorrang van koninklijke besluiten en regeringsbesluiten op ministeriële besluiten
Koninklijke en regeringsbesluiten hebben voorrang op ministeriële besluiten.
### IV. Keuze van de juiste rechtsregels (delegatie)
De wetgever kan bevoegdheden delegeren aan de uitvoerende macht.
#### A. Delegatie aan de Koning of de regering
* **Delegaties in voorbehouden aangelegenheden:** Artikelen uit de Grondwet (bv. Art. 14 Gw. – strafrecht, Art. 15 Gw. – woning, Art. 170 Gw. – belastingen) bepalen wanneer een wet vereist is.
* **Art. 9 BWHI en Art. 14 BWHI:** Bepalingen over de bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten inzake de oprichting van gedecentraliseerde diensten en de invoering van een recht van voorkoop.
#### B. Delegatie aan gedecentraliseerde en verzelfstandigde instellingen zonder politieke verantwoordelijkheid
Hierbij wordt bevoegdheid overgedragen aan instellingen die niet rechtstreeks politiek verantwoording afleggen.
## Deel 4: Behoorlijke regelgeving
Dit deel focust op de kwaliteitseisen die aan regelgeving gesteld worden.
* **Voorbeelden van adviezen en arresten:** Diverse voorbeelden illustreren hoe rechtbanken en adviesorganen toetsen aan beginselen van behoorlijke regelgeving, zoals:
* **Rechtzetting:** Voorbeelden van correcties op officiële bekendmakingen (KB, Ordonnanties, Regeringsbesluiten) om fouten te herstellen.
* **Motiveringsplicht:** Arresten van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof die de noodzaak van een duidelijke en deugdelijke motivering benadrukken.
* **Schending van beginselen:** Gevallen waarin regelgeving werd vernietigd wegens strijd met het zorgvuldigheids-, redelijkheids- of motiveringsbeginsel (bv. Arrest Grondwettelijk Hof nr. 106/2024).
* **Subjectieve bewoordingen:** Arresten die de onduidelijkheid van bepalingen aan de kaak stellen, wat kan leiden tot vernietiging (bv. epiloog betreffende een besluit over boetes voor onzedelijkheid in Antwerpen).
* **Europese regelgeving:** Knelpunten bij de implementatie van EU-richtlijnen, zoals de noodzaak tot notificatie bij de Europese Commissie (Advies 70.450 en 67.858 van de Raad van State).
* **Rechtszekerheid:** Ambigue bepalingen of onduidelijk toepassingsgebied die de rechtszekerheid schaden (Advies 75.505/3).
> **Tip:** Let bij de analyse van regelgeving altijd op de motivering en de rechtsgrond. Schending van deze beginselen kan leiden tot vernietiging van de norm.
## Deel 5: Opstellen van rechtsregels
Dit deel behandelt het praktische proces van het opstellen van juridische teksten.
### Titels en bevoegdheden
De bevoegdheidsverdeling tussen verschillende ministeriële departementen is cruciaal voor het opstellen van regelgeving.
### Methodologie
Het correct formuleren en structureren van wetgeving is essentieel.
* **Voorbeelden van structuur:** Overzichten van de indeling van wetgeving (bv. Wetboek van Economisch Recht, Vlaamse Codex Fiscaliteit, Nieuw Burgerlijk Wetboek) tonen de hiërarchische opbouw.
* **Citeeropschriften:** Officiële en informele manieren om wetgeving te refereren.
* **Stroomschema's en voorbeelden:** Visuele weergaven en concrete voorbeelden helpen bij het begrijpen van het opstelproces.
### Overwegingen bij het opstellen
* **Rechtsgrond:** De noodzaak van een duidelijke juridische basis voor elk besluit.
* **Duidelijkheid en precisie:** Het belang van ondubbelzinnige formuleringen om interpretatieproblemen te vermijden.
* **Bekrachtiging:** Het proces waarbij een hogere autoriteit een besluit van een lagere autoriteit goedkeurt.
## Deel 6: Totstandkoming van regelgeving
Dit deel beschrijft de formele stappen die leiden tot de creatie van een rechtsregel.
### I. Algemeen
Een algemeen overzicht van het wetgevingsproces.
### II. Vormvereisten
Specifieke formele eisen waaraan regelgeving moet voldoen, zoals bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
### III. Parlementaire procedure
Het traject van een wetsvoorstel door het parlement, inclusief debatten, amendementen en stemmingen.
* **Voorbeelden van parlementaire documenten:** Parl.St. (Parlementaire Stukken) bieden inzicht in de totstandkoming van wetgeving.
### IV. Bekrachtiging en afkondiging
Het proces waarbij een wet definitief wordt bekrachtigd door de uitvoerende macht en publiekelijk wordt bekendgemaakt.
* **Mini-koningskwestie:** Een historisch voorbeeld van politieke spanningen rond de bekrachtiging van wetten.
### V. Inwerkingtreding en uitwerking in de tijd
De datum waarop een wet van kracht wordt en de wijze waarop deze van toepassing is op situaties die zich voordeden vóór of na de inwerkingtreding.
* **Verschillende scenario's:**
* Geen specifieke bepaling.
* Inwerkingtreding op een specifieke datum (bv. "treedt in werking op 1 juli").
* Uitwerking met terugwerkende kracht (bv. "heeft uitwerking met ingang van 1 mei").
* Combinatie van uitwerking en toepasselijkheid (bv. "heeft uitwerking met ingang van 1 mei" en "van toepassing op leveringen vanaf die datum").
### VI. Rechtzetting
Het corrigeren van fouten in officiële bekendmakingen van wetgeving.
* **Voorbeeld 1 (KB):** Rechtzetting in het Belgisch Staatsblad.
* **Voorbeeld 2 (Ordonnanties):** Rechtzetting van een Brussels ordonnantie.
* **Voorbeeld 3 (Regeringsbesluit):** Errata in het Belgisch Staatsblad.
* **Voorbeeld 4 (Nieuw Strafwetboek):** Een uitgebreide casus met fouten in de bekendmaking en correcties via een erratum, wat de complexiteit van het proces illustreert.
## Deel 8: Handhaving van rechtsregels
Dit deel behandelt de mechanismen om naleving van wetten en regels te garanderen.
* **Sociaal Strafwetboek:** Regelt de verschillende niveaus van sancties en de procedure voor vervolging, zowel strafrechtelijk als administratief.
* **Gerechtelijke vs. Administratieve vervolging:** Een analyse van de 'una via'-regeling, waarbij een keuze moet worden gemaakt tussen verschillende handhavingsprocedures.
* **Rol van inspectiediensten:** Sociaal inspecteurs die optreden als hulpofficier van de gerechtelijke politie.
* **Sanctieniveaus:** Verschillende niveaus van geldboetes en gevangenisstraffen.
## Deel 10: Specifieke thema's
### I. Implementatie van Europees recht
De wijze waarop Europese richtlijnen en verordeningen worden omgezet in nationale wetgeving.
* **Vlaams Regeerakkoord 2024-2029:** Kan bepalingen bevatten over de aanpak van Europese regelgeving.
### IV. Codificaties, coördinaties en vereenvoudiging van wetgeving
Het proces van het samenvoegen en herschikken van wetgeving om deze toegankelijker en coherenter te maken.
* **Voorbeelden van codificatie:**
* Het **Decreet van 10 december 2010 betreffende de private arbeidsbemiddeling** en het bijhorende uitvoeringsbesluit illustreren hoe gedragsregels kunnen worden vastgelegd.
* Het **Materialendecreet van 23 december 2011** en het **VLAREMA-besluit** tonen de totstandkoming van milieubeleidsovereenkomsten.
* Het **Nieuw Burgerlijk Wetboek** is een voorbeeld van een omvangrijke codificatie.
* De **Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening** stelt de principes van duurzame ruimtelijke ontwikkeling centraal.
* Het **Belgisch Scheepvaartwetboek** is een voorbeeld van de vervanging van talrijke oude wetten door een nieuw, gecoördineerd wetboek.
* **Coördinatie:** Het proces van het samenvoegen van bestaande teksten tot één coherente wet, met behoud van de oorspronkelijke inhoud. Bijvoorbeeld de coördinatie van de Bijzondere Financieringswet.
* **Vereenvoudiging:** Het proces van het stroomlijnen en toegankelijker maken van regelgeving.
### Overige relevante thema's en voorbeelden
* **Gedragscodes:** Vastgesteld in decreten en besluiten, zoals in de context van private arbeidsbemiddeling.
* **Beroepserkenning:** De noodzaak voor erkenning van beroepen om misbruik te stoppen, zoals geschetst in het artikel over uitvaartondernemers.
* **Regulering van reclame:** Discussies rond alcoholreclame en de rol van zelfregulering versus wettelijke bepalingen.
* **Sectorconvenants:** Afspraken tussen sociale partners en de overheid om het werkgelegenheidsbeleid te ondersteunen.
* **Milieubeleidsovereenkomsten:** Contracten tussen overheid en industrie voor milieuverbetering.
* **Veiligheid en hygiëne:** Regels voor apothekers (KB) en de bescherming van de gezondheid (wetgeving over voedingsmiddelen, geneesmiddelen).
* **Strafrechtelijke bepalingen:** Wetgeving rond begravingen en de naleving van regels op begraafplaatsen.
* **Digitale apparaten op school:** Regelgeving over het gebruik van "slimme apparaten" in het onderwijs.
* **Financiële verslagen:** Middelen- en uitgavenbegrotingen als basis voor overheidsfinanciën.
* **Deontologie:** Vaststelling van ethische normen voor magistraten door de Hoge Raad voor de Justitie.
* **Mensenrechten:** Verbod op slavernij en dwangarbeid (EVRM).
* **Nachtwerk:** Internationale conventies (ILO) en nationale wetgeving die nachtarbeid regelen.
* **Grondwettelijke bevoegdheden:** Artikel 105 Gw. (machten van de Koning) en de verdeling van bevoegdheden tussen federale staat, gemeenschappen en gewesten (bv. Art. 4 en 127 Gw.).
* **Internationale samenwerking:** Samenwerkingsakkoorden en de omzetting van EU-recht.
* **Strafprocedure:** Maatregelen in het kader van COVID-19 en de schorsing van termijnen.
* **Sociale zekerheid:** Regels rond bijdragen en de rol van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening.
* **Overheidsopdrachten:** Gunningscriteria en de economisch meest voordelige inschrijving (Richtlijn 2014/24/EU).
* **Wetgeving en its implementation:** Adviezen van de Raad van State over de correcte omzetting en implementatie van Europese richtlijnen.
* **Regionaal vs. Federaal:** Voorbeelden van regionale uitvoering van federale wetten (bv. Dienstencheques).
* **Algemene uitvoeringsbevoegdheid:** De bevoegdheid van de regering om wetten nader uit te werken.
* **Subsidies:** Regels rond de toekenning van subsidies, zoals voor het Vlaamse woonbeleid of sociaal-cultureel volwassenenwerk.
* **Milieubeleid:** Energiebeleid en de regulering van het Vlaamse woonbeleid.
* **Handhaving:** Kaderdecreten die de handhaving van specifieke regelgeving regelen.
* **Overgangsbepalingen:** Regels die de overgang van oude naar nieuwe wetgeving regelen, bijvoorbeeld bij de invoering van een nieuw vennootschappenrecht of de wijziging van btw-tarieven.
* **Specifieke beroepen:** Regulering van gezondheidszorgberoepen, architecten, apothekers.
* **Consumentenbescherming:** Regels rond de verkoop van toegangsbewijzen tot evenementen en de preventie van ernstige schade aan consumentenbelangen.
### **Veelvoorkomende valkuilen bij het opstellen van regelgeving:**
* **Gebrek aan duidelijke rechtsgrond:** Besluiten zonder wettelijke basis zijn ongeldig.
* **Ambigue formuleringen:** Onduidelijke taal leidt tot rechtsonzekerheid en betwistingen.
* **Onvoldoende motivering:** Regelgeving moet de redenen voor de beslissing duidelijk maken.
* **Schending van hogere normen:** Regelgeving mag niet in strijd zijn met de Grondwet, Europese regelgeving of hogere nationale wetten.
* **Vergeten van Europese notificatieplicht:** Bij de omzetting van EU-richtlijnen kan het nalaten van de notificatie aan de Europese Commissie leiden tot vertraging of ongeldigheid.
* **Onjuiste toepassing van 'technisch voorschrift':** Verwarring over wanneer iets als een technisch voorschrift moet worden beschouwd, wat een aanmeldingsplicht bij de Europese Commissie kan met zich meebrengen.
* **'Namaak' regelgeving:** Bepalingen met enkel een programmatische of beleidsmatige waarde, zonder directe normatieve strekking, horen niet in het dispositief van een besluit thuis.
* **Ongelijke behandeling zonder objectieve rechtvaardiging:** Schending van het gelijkheidsbeginsel (art. 10 en 11 Gw.).
* **Schending van het rechtszekerheidsbeginsel:** Onduidelijke regels of onvoorzienbare gevolgen.
### **Veelvoorkomende fouten bij de analyse van regelgeving:**
* **Verwarring tussen verschillende soorten normen:** Niet onderscheiden tussen wetten, decreten, koninklijke besluiten, etc.
* **Negeer de hiërarchie van normen:** Ervan uitgaan dat een lagere norm een hogere kan overrulen.
* **Onvoldoende aandacht voor de parlementaire voorbereiding:** De memorie van toelichting en parlementaire stukken bevatten vaak cruciale informatie over de bedoeling van de wetgever.
* **Het belang van de 'ratio legis' onderschatten:** De achterliggende doelstelling van een regel is vaak essentieel voor de interpretatie ervan.
* **Vergeten van de tijdelijke aard van sommige regels:** Veel wetgeving is tijdelijk of heeft specifieke inwerkings- en einddatums.
* **Verwarring tussen 'zelfregulering' en 'regelgeving':** Zelfregulering is geen wetgeving, maar een alternatief of aanvulling daarop.
* **Kijken naar de tekst zonder de context:** De betekenis van een artikel kan veranderen door andere bepalingen, jurisprudentie of Europees recht.
* **Niet rekening houden met de uitwerking in de tijd:** Het belang van overgangsbepalingen voor bestaande situaties.
> **Tip:** Analyseer altijd de rechtsgrond, de hiërarchie van de normen, de intentie van de wetgever (via parlementaire voorbereiding) en de mogelijke interpretaties door rechtbanken.
## Conclusie
Het juridische landschap is complex en voortdurend in beweging. Een grondige kennis van de principes van regelgeving, de verschillende soorten rechtsregels en de totstandkomingsprocessen is essentieel voor iedereen die betrokken is bij het maken, toepassen of interpreteren van wetten.
### Veel gemaakte fouten om te vermijden:
* Het negeren van de hiërarchie van normen (Grondwet, EU-recht, wet, decreet, besluit).
* Het niet correct toepassen van de beginselen van behoorlijke regelgeving (motiveringsplicht, rechtszekerheid, duidelijkheid).
* Het verwarren van beleid met wetgeving; beleid is de intentie, wetgeving is de juridische realisatie.
* Het onderschatten van de rol van rechtspraak en adviezen van de Raad van State bij de interpretatie en handhaving van wetten.
* Het vergeten van de context: een rechtsregel moet altijd binnen zijn bredere juridische en maatschappelijke kader worden geplaatst.
* Het niet correct identificeren van de bevoegdheid: welke overheid is bevoegd om deze regel vast te leggen?
* Het onjuist interpreteren van delegatiebepalingen.
* Het over het hoofd zien van overgangsbepalingen of de specifieke inwerkingsdatum van wetgeving.
Glossary
# Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| Beleidsnota | Een document waarin de regering de beleidsvoornemens en -doelstellingen voor een specifieke beleidssector uiteenzet, vaak als voorbereiding op de begrotingsopmaak. |
| Beleidsverklaring | Een officiële verklaring waarin een regering haar algemene beleidslijnen en prioriteiten voor de komende legislatuur of het komende jaar presenteert, doorgaans bij de aanvang van een parlementaire zitting. |
| Besluit | Een algemene regel die door een uitvoerende macht (zoals de Koning, een regering of een minister) wordt uitgevaardigd en die bindende kracht heeft. Het is een lagere norm dan een wet. |
| Codificatie | Het systematisch samenvoegen en ordenen van bestaande wetgeving tot één coherent geheel, vaak met behoud van de inhoud maar met aanpassing van de formulering en structuur voor duidelijkheid en consistentie. |
| Decreet | Een wetgevende akte die specifiek wordt aangenomen door een parlement van een Gemeenschap of Gewest in België en die bindende kracht heeft binnen dat rechtsgebied. |
| Deregulering | Het proces van het verminderen of afschaffen van bestaande regels en wetgeving, met als doel bureaucratie te verminderen en economische activiteit te bevorderen. |
| Delegatie | Het overdragen van wetgevende of uitvoerende bevoegdheden van een hoger orgaan (zoals de wetgever) aan een lager orgaan (zoals de regering of een minister). |
| Dwingend recht | Rechtsregels waarvan men niet mag afwijken, zelfs niet door een overeenkomst tussen partijen. Deze regels beschermen fundamentele belangen van individuen of de samenleving. |
| Gecoördineerde wet | Een wet die tot stand komt door het samenvoegen van verschillende wetten of wetswijzigingen tot één nieuwe, coherente tekst, met behoud van de oorspronkelijke inhoud maar met aanpassing van de structuur en formulering. |
| Grondwet | De fundamentele wet van een staat die de organisatie van de overheid, de fundamentele rechten en vrijheden van burgers en de verhouding tussen de verschillende staatsorganen regelt. |
| Institutionele omgeving | De structuur, regels en organen binnen een politiek en juridisch systeem die de totstandkoming en handhaving van regelgeving beïnvloeden. |
| Interpretatieve wet | Een wet die wordt aangenomen om de betekenis van een bestaande wet te verduidelijken, met terugwerkende kracht tot op de datum van inwerkingtreding van de oorspronkelijke wet, om rechtsonzekerheid op te heffen. |
| Koninklijk besluit | Een uitvoerend besluit, uitgevaardigd door de Koning (en de bevoegde minister) na overleg in de Ministerraad, dat de wetten en decreten nader invult. |
| Milieubeleidsovereenkomst | Een contractuele overeenkomst tussen de overheid en representatieve organisaties van ondernemingen met als doel milieuverontreiniging te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. |
| Ministerieel besluit | Een uitvoerend besluit, uitgevaardigd door een bevoegde minister, dat doorgaans lagere normen vastlegt dan een koninklijk besluit en ter uitvoering dient van hogere regelgeving. |
| Nudging | Een beleidsinstrument waarbij subtiele aanmoedigingen worden gebruikt om mensen aan te zetten tot gewenst gedrag, zonder hun keuzevrijheid te beperken. |
| Organieke wet | Een wet die de structuur, bevoegdheden en organisatie van een specifieke overheidsinstelling of -dienst regelt. |
| Ordonnantie | Een wetgevende akte die specifiek wordt aangenomen door het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vergelijkbaar met een decreet in Vlaanderen of Wallonië. |
| Parlementaire procedure | Het formele proces dat een wetsvoorstel doorloopt binnen het parlement, van indiening tot aan de uiteindelijke goedkeuring en afkondiging. |
| Rechtsbasis (Rechtsgrond) | De wettelijke bevoegdheid die een orgaan heeft om een bepaalde beslissing te nemen of een bepaalde handeling te verrichten. Zonder rechtsbasis is een handeling onwettig. |
| Rechtsonzekerheid | Een situatie waarin de toepassing of interpretatie van rechtsregels onduidelijk of betwist is, wat leidt tot onzekerheid voor burgers en bedrijven. |
| Rechtsregel | Een algemene, abstracte en bindende norm die door de bevoegde autoriteit wordt vastgesteld en die het gedrag van burgers en instellingen regelt. |
| Regeldruk | De last die voortvloeit uit de naleving van wetten, regels en administratieve verplichtingen voor burgers en bedrijven. |
| Regeerakkoord | Een document waarin de coalitiepartijen hun gezamenlijke beleidsvoornemens en afspraken vastleggen voor de duur van de legislatuur. |
| Regeringsbesluit | Een besluit uitgevaardigd door een regionale of gemeenschapsregering, vergelijkbaar met een koninklijk besluit op federaal niveau. |
| Responsabilisering | Het proces waarbij individuen of organisaties verantwoordelijk worden gehouden voor hun acties en beslissingen. |
| Retroactiviteit (Terugwerkende kracht) | Het effect van een wet of besluit dat van toepassing is op feiten die zich voordeden vóór de inwerkingtreding ervan. |
| Ruimtelijke ordening | Het proces van plannen en beheren van het landgebruik binnen een bepaald gebied, met als doel een duurzame en efficiënte inrichting van de ruimte te realiseren. |
| Samenwerkingsakkoord | Een overeenkomst tussen verschillende overheden (federale staat, gewesten, gemeenschappen) om samen te werken op een bepaald beleidsterrein, vaak om bevoegdheidsoverdrachten te regelen. |
| Zelfregulering | Het proces waarbij een sector of beroepsgroep eigen regels en gedragscodes opstelt en naleeft, vaak ter voorkoming van overheidsregulering. |