Cover
Comença ara de franc EUR H4 de 4 vrijheden.pdf
Summary
# Inleiding tot de interne markt en economische integratie
Dit onderwerp introduceert het concept van de interne markt in de EU, de fasen van economische integratie, en de voordelen en nadelen van een interne markt [1](#page=1).
### 1.1 Economische en monetaire integratie
De focus binnen de EU ligt mede op economisch en monetair beleid, met als doel economische en monetaire integratie te bewerkstelligen door het wegnemen van fysieke, financiële en juridische belemmeringen, wat leidt tot een gemeenschappelijke markt. Dit proces omvat tevens de harmonisering van wetgeving met als uiteindelijke doel het bevorderen van vrede en welvaart. De EU streeft ernaar economieën en monetaire systemen steeds meer samen te voegen tot één geheel [1](#page=1).
### 1.2 Fasen van economische integratie
Er zijn verschillende fasen van economische integratie te onderscheiden:
#### 1.2.1 Vrijhandelszone
In een vrijhandelszone besluiten twee of meer landen om onderlinge importtarieven op elkaars goederen af te schaffen. Importtarieven blijven wel van toepassing op goederen die afkomstig zijn uit landen die geen lid zijn van de overeenkomst [1](#page=1).
#### 1.2.2 Douane-unie
Een douane-unie gaat een stap verder dan een vrijhandelszone door de invoering van één gemeenschappelijke buitengrens voor alle lidstaten. Goederen die deze gemeenschappelijke grens passeren, worden aan de buitengrens belast. Na binnenkomst kunnen deze goederen vrij binnen de gehele douane-unie worden vervoerd zonder verdere controle of importheffingen. Controle aan de buitengrens blijft echter noodzakelijk [1](#page=1).
#### 1.2.3 Interne markt
De interne markt is een verdere ontwikkeling waarbij niet alleen financiële belemmeringen, maar ook alle andere obstakels worden weggenomen. Dit resulteert in het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal, waardoor de EU wordt beschouwd als een ruimte zonder binnengrenzen voor deze categorieën. De EU functioneert als een interne markt waar het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd [1](#page=1).
### 1.3 Voordelen en nadelen van een interne markt
| Voordelen | Nadelen |
| :------------------------------------------------------------------------------------------------------ | :--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Geen import-/exportkosten, wat handel over landsgrenzen heen vergemakkelijkt en de afzetmarkt vergroot. | Slechte economische situaties in lidstaten kunnen overslaan op andere lidstaten. | [1](#page=1).
| Meer concurrentie leidt tot betere kwaliteit van producten/diensten en lagere prijzen voor consumenten. | Concurrentie kan nadelig zijn voor sommige bedrijven, zoals kleine bedrijven die hierdoor moeilijkheden kunnen ondervinden. | [1](#page=1).
| Meer keuzevrijheid voor de consument. | Illegale migratie, zoals uitgewezen asielzoekers die grenzen oversteken, wordt gemakkelijker. | [1](#page=1).
| Gemakkelijker reizen en verblijven, zelfs voor langere periodes in andere lidstaten. | | [1](#page=1).
#### 1.3.1 Protectionisme
Protectionisme betekent dat eigen goederen, bedrijven en diensten niet mogen worden bevoordeeld ten opzichte van die uit andere lidstaten. De interne markt verbiedt protectionisme [1](#page=1).
> **Tip:** Door de interne markt is de welvaart in de gehele EU-zone toegenomen [1](#page=1).
---
# De vier vrijheden van de interne markt
Dit deel behandelt de vier fundamentele vrijheden van de interne markt: het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal, inclusief hun definities en onderliggende verdragsartikelen [2](#page=2) [3](#page=3).
### 2.1 De definities van de vier vrijheden
De interne markt omvat de volgende onderdelen: vrij verkeer, het verbod op staatssteun en het mededingingsrecht. De Europese wetgeving streeft ernaar om belemmeringen op deze gebieden te verminderen. Voor alle vier de vrijheden geldt het gelijkheidsbeginsel [2](#page=2).
#### 2.1.1 Vrij verkeer van goederen
Het vrij verkeer van goederen heeft betrekking op alle producten en goederen die het voorwerp kunnen zijn van handelstransacties en die in geld waardeerbaar zijn. Dit omvat geen illegale producten. De verdragsartikelen die hierop van toepassing zijn, zijn art. 28-37 VWEU en art. 110 VWEU. Goederen worden gedefinieerd als tastbare objecten [2](#page=2) [4](#page=4).
#### 2.1.2 Vrij verkeer van personen
Dit vrij verkeer omvat de mogelijkheid om vrij te reizen en te verblijven binnen de EU. In beginsel geldt dit onder de voorwaarde dat men de nationaliteit van een lidstaat bezit en economisch actief is (marktvrijheid). Door het EU-burgerschap is dit uitgebreid naar niet-economisch actieven, zoals studenten en gepensioneerden. Economisch actieve EU-burgers kunnen werknemers of zelfstandigen zijn. De relevante verdragsartikelen zijn art. 45-55 VWEU [2](#page=2).
##### 2.1.2.1 Vrij verkeer van werknemers
Dit aspect (art. 45(,3) VWEU) verbiedt elke discriminatie op grond van nationaliteit met betrekking tot werkgelegenheid, beloning en overige arbeidsvoorwaarden. Een werknemer wordt gedefinieerd als iemand die in loondienst arbeid verricht. Er zijn drie voorwaarden om te kunnen spreken van een 'werknemer in Europeesrechtelijke zin': een ondergeschiktheidsrelatie met gezag, daadwerkelijke en reële arbeid, en loon. Deeltijdse arbeid en arbeid met een verloning onder het bestaansminimum vallen hier ook onder [2](#page=2).
##### 2.1.2.2 Vrijheid van vestiging
De vrijheid van vestiging (art. 49 VWEU) betreft toegang tot werkzaamheden die niet in loondienst zijn. Dit omvat de oprichting van zelfstandige ondernemingen en vennootschappen, inclusief agentschappen, filialen en dochterondernemingen. Zowel natuurlijke als rechtspersonen moeten een reële en daadwerkelijke economische activiteit duurzaam en voor onbepaalde duur uitoefenen [3](#page=3).
#### 2.1.3 Vrij verkeer van diensten
Dit vrij verkeer (art. 56-62 VWEU) is enkel van toepassing op commerciële dienstverlening die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, en niet op overheidsdiensten. Het omvat de volgende tijdelijke activiteiten [3](#page=3):
* Het brengen van diensten naar een andere lidstaat [3](#page=3).
* Het ontvangen van diensten in een andere lidstaat [3](#page=3).
* Het brengen of ontvangen van diensten zonder dat de dienstverlener of ontvanger zich verplaatst (bijvoorbeeld elektronische dienstverlening) [3](#page=3).
* Het brengen of ontvangen van diensten waarbij zowel de dienstverlener als de ontvanger zich verplaatst [3](#page=3).
Diensten zijn immaterieel, in tegenstelling tot goederen die materieel zijn [4](#page=4).
#### 2.1.4 Vrij verkeer van kapitaal
Dit vrij verkeer (art. 63-66 VWEU) verbiedt alle beperkingen op het kapitaalverkeer en het betalingsverkeer. Kapitaalverkeer omvat investeringen in andere lidstaten, zoals beleggingen, aandelen en vastgoed. Kapitaal omvat onder meer waardepapieren en valuta, terwijl goederen alle andere tastbare producten zijn [3](#page=3) [4](#page=4).
### 2.2 Onderscheid tussen de vier vrijheden
Op een specifieke casus kan slechts één verdragsregime van toepassing zijn. Elke vrijheid heeft eigen kenmerken die onderscheid mogelijk maken. Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) vult deze begrippen in [3](#page=3).
> **Tip:** Het is cruciaal om de kenmerken en toepassingsgebieden van elke vrijheid goed te onderscheiden, aangezien dit bepalend is voor de juridische beoordeling van een casus.
| Vrijheid | Omschrijving | Kenmerken | Onderscheid met andere vrijheden |
| :----------------- | :------------------------------------------------------------------------- | :------------------------------------------- | :-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Goederen** | Producten en goederen die het voorwerp kunnen zijn van handelstransacties | Tastbare objecten | Kapitaal: Goederen zijn alle fysieke objecten die geen kapitaal zijn. Diensten: Goederen zijn materieel, diensten zijn immaterieel. |
| **Kapitaal** | Handelstransacties in het kader van kapitaal en betalingsverkeer | Financiële transacties, valuta, waardepapieren | Goederen: Kapitaal omvat onder meer waardepapieren & valuta, goederen zijn alle andere tastbare producten. |
| **Diensten** | Tijdelijk verrichten van werkzaamheden voor een ander onder eigen gezag | Tijdelijke opdrachten | Goederen: Goederen zijn materieel, diensten zijn immaterieel. Personen (vestiging): Diensten zijn tijdelijk, vestiging is duurzaam. |
| **Werknemers** | Tegen vergoeding werkzaamheden verrichten onder het gezag van een ander | Arbeidscontract | Vestiging: Werknemers werken in loondienst; vestiging is onder eigen gezag. Het onderscheid is de ondergeschiktheidsrelatie. |
| **Vestiging** | Duurzaam verrichten van werkzaamheden voor een ander onder eigen gezag | Ondernemingsvorm, bv. zzp'er, vof, bv… | Diensten: Vestiging is duurzaam, diensten zijn tijdelijk. Werknemers: Vestiging is als zelfstandige; werknemers zijn in loondienst. |
#### 2.2.1 Vrij verkeer van diensten versus vrij verkeer van goederen
Goederen zijn materiële, zichtbare, tastbare zaken, terwijl diensten immaterieel zijn. Het onderscheid kan lastig zijn bij zaken als elektriciteit of films. Bij loterijbriefjes is het briefje een goed, maar de dienst erachter (de trekking) is bepalend [4](#page=4).
#### 2.2.2 Vrij verkeer van diensten versus vrij verkeer van personen (vestiging)
Het element 'tijd' is hier cruciaal. Werkzaamheden die tijdelijk worden uitgeoefend vallen onder diensten, terwijl duurzame werkzaamheden onder vestiging vallen. Een tijdelijk project door buitenlandse werknemers valt onder diensten, terwijl het starten van een bakkerij in het buitenland voor lange tijd onder vestiging valt [4](#page=4).
#### 2.2.3 Vrij verkeer van werknemers versus vrijheid van vestiging
Werken in loondienst valt onder het vrij verkeer van werknemers, terwijl werken als zelfstandige (natuurlijke of rechtspersoon) onder de vrijheid van vestiging valt. Het onderscheidend criterium is de aanwezigheid van een ondergeschiktheidsrelatie [4](#page=4).
#### 2.2.4 Vrij verkeer van goederen versus vrij verkeer van kapitaal
Documenten die een bepaalde waarde vertegenwoordigen, zoals geld en waardepapieren, vallen onder het vrij verkeer van kapitaal [4](#page=4).
### 2.3 Samenhang tussen de vrijheden
Naast de verschillen, vertonen de vier vrijheden ook veel gemeenschappelijke kenmerken. In de praktijk gaan meerdere vrijheden vaak hand in hand. Er zijn ook regels die voor alle vrijheden gelden [5](#page=5).
### 2.4 Grensoverschrijdend aspect
Een grensoverschrijdend aspect is noodzakelijk om een beroep te kunnen doen op één van de vier vrijheden. Zuiver interne aangelegenheden, waarbij slechts één lidstaat betrokken is, vallen hier niet onder [5](#page=5).
### 2.5 Vormen van belemmeringen van het vrij verkeer
Belemmeringen van het vrij verkeer omvatten het verbod op discriminatie op basis van nationaliteit en het tegengaan van protectionisme. Alle maatregelen die direct, daadwerkelijk of potentieel een beperking van het vrij verkeer kunnen opleveren, zijn in strijd met deze vrijheden. Dit kan zowel open (directe) als verkapte (indirecte) discriminatie betreffen. Zowel directe als indirecte discriminatie is verboden [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Een vacature die specifiek zoekt naar een "Belgische paralegal" is open discriminatie op basis van nationaliteit. Een vacature die vraagt naar een diploma van een specifieke Belgische hogeschool kan, hoewel niet direct discriminerend, indirect leiden tot discriminatie als het aantal kandidaten met dat diploma uit andere lidstaten zeer beperkt is [5](#page=5).
Een Frans voorbeeld van verkapte discriminatie bij goederen is een belasting op alcohol gemaakt uit graanproducten, terwijl alcohol gemaakt uit druiven vrijgesteld is. Hoewel dit niet direct goederen uit andere lidstaten duurder maakt, heeft het wel een discriminerend effect [5](#page=5).
### 2.6 Uitzonderingen op het vrij verkeer
De rechten op basis van vrij verkeer zijn geen absolute rechten. Er zijn twee mogelijkheden om de toepassing van de artikelen omtrent vrij verkeer buiten toepassing te laten [5](#page=5):
1. **Verdragsuitzonderingen:** Deze zijn mogelijk bij zowel directe als indirecte discriminatie [5](#page=5) [6](#page=6).
2. **Rule of reason:** Deze is van toepassing op redelijke maatregelen voor dwingende eisen van algemeen belang en geldt enkel bij indirecte discriminatie [5](#page=5) [6](#page=6).
> **Tip:** Bij indirecte discriminatie kunnen zowel verdragsuitzonderingen als de rule of reason worden toegepast. Bij directe discriminatie is enkel de verdragsuitzondering mogelijk [6](#page=6).
#### 2.6.1 Verdragsuitzonderingen
De specifieke verdragsuitzonderingen per vrijheid zijn:
* **Goederen (Art. 36 VWEU):** Openbare orde, openbare veiligheid, openbare zedelijkheid, gezondheid en het leven van planten, dieren of mensen, nationaal artistiek, historisch en archeologisch belang, industrieel en commercieel eigendom [6](#page=6).
* **Werknemers (Art. 45, lid 3 & 4 VWEU):** Openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid, betrekkingen in overheidsdienst [6](#page=6).
* **Vestiging (Art. 51 & 52 VWEU):** Openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid, werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag [6](#page=6).
* **Diensten (Art. 62 VWEU, verwijzend naar Art. 51 & 52 VWEU):** Zie vestiging [6](#page=6).
* **Kapitaal (Art. 65 VWEU):** Maatregelen ter bestrijding van overtredingen van nationale wetten en voorschriften, met name op fiscaal gebied en met betrekking tot het bedrijfseconomisch toezicht op financiële instellingen [6](#page=6).
#### 2.6.2 Rule of reason
De rule of reason staat toe dat andere rechtvaardigingsgronden worden toegepast die niet expliciet in de verdragen zijn opgenomen, mits deze dienen ter bescherming van dwingende eisen van algemeen belang [6](#page=6).
> **Voorbeeld:** De Cassis de Dijon-zaak illustreert de toepassing van de rule of reason. Duitsland verbood de invoer van Franse cassis met een alcoholpercentage van 15%, met het argument van volksgezondheid. Het HvJ oordeelde dat hoewel volksgezondheid een dwingende reden van algemeen belang is, het verbod niet proportioneel was. Er waren minder ingrijpende maatregelen mogelijk, zoals waarschuwingen op de verpakking [6](#page=6) [7](#page=7).
#### 2.6.3 Aanvullende voorwaarden voor uitzonderingen
Voor het succesvol toepassen van uitzonderingen (zowel verdragsuitzonderingen als rule of reason) moeten aanvullende voorwaarden worden vervuld [6](#page=6):
1. **Niet in strijd met secundaire wetgeving:** Als er Europese harmonisatiewetgeving bestaat, kunnen lidstaten geen afwijkende nationale wetgeving handhaven, omdat Europees recht voorrang heeft [6](#page=6) [7](#page=7).
2. **Daadwerkelijke bescherming van publiek belang:** De maatregel moet een legitiem publiek belang dienen en geen privébelang [7](#page=7).
3. **Evenredigheidsbeginsel:** De maatregel moet geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken en noodzakelijk zijn, waarbij minder ingrijpende alternatieven moeten worden overwogen [6](#page=6) [7](#page=7).
4. Deze voorwaarden gelden zowel voor verdragsuitzonderingen als voor de rule of reason [6](#page=6).
> **Voorbeeld:** Een wet gericht op de bescherming van diersoorten door het verbieden van voedingsmiddelen van beschermde diersoorten, kan worden gerechtvaardigd als het evenredigheidsbeginsel is vervuld. Echter, als een minder ingrijpende maatregel (zoals een verbod op de handel in die specifieke diersoorten) even effectief is, kan een totaalverbod op voedingsmiddelen onnodig zijn [7](#page=7).
---
# Onderscheid en samenhang tussen de vier vrijheden
Dit onderwerp verklaart hoe de vier vrijheden van elkaar te onderscheiden zijn, welke kenmerken ze hebben, en hoe ze in de praktijk vaak samenhangen.
### 3.1 Het onderscheid tussen de vier vrijheden
De vier vrijheden van het vrije verkeer in de EU – vrij verkeer van goederen, kapitaal, diensten en personen (werknemers en vestiging) – kennen specifieke kenmerken die hen onderscheiden, hoewel er ook overlap bestaat.
#### 3.1.1 Vrij verkeer van goederen
Goederen worden gedefinieerd als tastbare objecten die het voorwerp kunnen zijn van handelstransacties. Het zijn materiële, zichtbare en stoffelijke zaken. Soms kan het onderscheid tussen goederen en andere vrijheden complex zijn. Elektriciteit en films worden bijvoorbeeld beschouwd als goederen. Loterijbriefjes zijn een interessant geval: het briefje zelf is een goed, maar de waarde ervan is onlosmakelijk verbonden met de dienst van de trekking [4](#page=4).
#### 3.1.2 Vrij verkeer van kapitaal
Kapitaal omvat onder meer waardepapieren en valuta. Het onderscheidt zich van goederen doordat goederen alle tastbare producten zijn die geen kapitaal zijn. Handelstransacties in het kader van kapitaal en betalingsverkeer, en de bewijzen daarvan, vallen onder deze vrijheid [4](#page=4).
#### 3.1.3 Vrij verkeer van diensten
Diensten betreffen het tijdelijk verrichten van werkzaamheden voor een ander, onder eigen gezag en tegen een vergoeding. Ze zijn immaterieel, in tegenstelling tot goederen. Het cruciale onderscheid met het vrij verkeer van goederen ligt in de materiële aard van goederen versus de immateriële aard van diensten [4](#page=4).
#### 3.1.4 Vrij verkeer van personen
Binnen het vrij verkeer van personen wordt een onderscheid gemaakt tussen werknemers en vestiging.
* **Vrij verkeer van werknemers:** Dit betreft het tegen een vergoeding verrichten van werkzaamheden onder het gezag van een ander, waarbij sprake moet zijn van reële en daadwerkelijke arbeid via een arbeidscontract [4](#page=4).
* **Vrijheid van vestiging:** Dit houdt in het duurzaam verrichten van werkzaamheden voor een ander onder eigen gezag en tegen vergoeding, vaak in de vorm van een ondernemingsvorm zoals een zzp'er, vof of bv [4](#page=4).
Het onderscheid tussen diensten en vestiging hangt primair af van het aspect 'tijd'. Werkzaamheden die tijdelijk worden uitgeoefend, vallen onder diensten (bijvoorbeeld Roemeense arbeiders die voor een project komen werken). Werkzaamheden die duurzaam worden uitgeoefend, vallen onder vestiging (bijvoorbeeld het starten van een bakkerij in het buitenland). Het onderscheid tussen werknemers en vestiging wordt bepaald door de aanwezigheid van een ondergeschiktheidsrelatie: werken in loondienst is vrij verkeer van werknemers, terwijl werken als zelfstandige (natuurlijk of rechtspersoon) onder de vrijheid van vestiging valt [4](#page=4).
### 3.2 Samenhang tussen de vier vrijheden
Naast de verschillen vertonen de vier vrijheden ook aanzienlijke samenhang en gemeenschappelijke kenmerken. In de praktijk gaan de verschillende vrijheden vaak hand in hand. Diverse regels gelden dan ook voor alle vier de vrijheden [5](#page=5).
### 3.3 Het grensoverschrijdend aspect
Een essentieel vereiste om een beroep te kunnen doen op één van de vier vrijheden is het bestaan van een grensoverschrijdend aspect. Situaties die een 'zuiver interne aangelegenheid' betreffen waarbij slechts één lidstaat betrokken is, kunnen geen beroep doen op Europees recht [5](#page=5).
### 3.4 Vormen van belemmeringen van het vrij verkeer
Belemmeringen van het vrij verkeer manifesteren zich voornamelijk door discriminatie op basis van nationaliteit en protectionisme. Alle maatregelen die, al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, een beperking van het vrij verkeer kunnen opleveren, zijn in strijd met deze vrijheden [5](#page=5).
#### 3.4.1 Vormen van discriminatie
Er wordt onderscheid gemaakt tussen open (directe) discriminatie en verkapte (indirecte) discriminatie [5](#page=5).
* **Open discriminatie:** Dit zijn maatregelen die expliciet onderscheid maken op basis van nationaliteit. Een voorbeeld is het in een vacature stellen dat men uitsluitend een Belgische paralegal zoekt [5](#page=5).
* **Verkapte discriminatie:** Dit zijn maatregelen die op het eerste gezicht geen onderscheid maken, maar wel een discriminerend effect hebben. Een voorbeeld is een Franse wet die belasting heft op alcohol gemaakt uit graanproducten, maar alcohol gemaakt uit druiven hiervan vrijstelt. Hoewel dit niet direct de invoer van buitenlandse goederen duurder maakt, heeft het wel een discriminerend effect [5](#page=5).
Zowel directe als indirecte discriminatie zijn verboden [5](#page=5).
> **Tip:** Wees alert op hoe vacatures of wetgeving geformuleerd zijn. Soms lijkt een maatregel neutraal, maar kan deze in de praktijk een verkapte vorm van discriminatie zijn.
### 3.5 Uitzonderingen op het vrij verkeer
De rechten die voortvloeien uit de vier vrijheden zijn geen absolute rechten. Er zijn twee hoofdmogelijkheden om de toepassing van artikelen betreffende vrij verkeer buiten toepassing te laten [5](#page=5):
1. **Verdragsuitzonderingen:** Deze kunnen worden toegepast bij zowel directe als indirecte discriminatie [5](#page=5).
2. **Rule of reason (redelijke maatregelen voor dwingende eisen van algemeen belang):** Deze uitzondering is enkel van toepassing bij indirecte discriminatie en moet voldoen aan aanvullende voorwaarden [5](#page=5).
---
# Belemmeringen en uitzonderingen op het vrij verkeer
Hieronder volgt een gedetailleerde studiehandleiding voor het onderwerp "Belemmeringen en uitzonderingen op het vrij verkeer", gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 4. Belemmeringen en uitzonderingen op het vrij verkeer
Dit deel behandelt de verschillende vormen van belemmeringen en discriminatie, evenals de mogelijke uitzonderingen die de interne marktregels van het vrij verkeer kunnen beperken.
### 4.1 Algemene beginselen van vrij verkeer
Het vrij verkeer binnen de EU kent niet alleen verschillen, maar ook veel gemeenschappelijke kenmerken. In de praktijk gaan meerdere 'vrijheden' vaak hand in hand, en er gelden een aantal gemeenschappelijke regels voor alle vrijheden [5](#page=5).
#### 4.1.1 Het grensoverschrijdend aspect
Een grensoverschrijdend aspect is noodzakelijk om een beroep te kunnen doen op één van de vier vrijheden. Dit is niet het geval bij een 'zuiver interne aangelegenheid', waarbij slechts één lidstaat betrokken is [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Een situatie waarbij een individu zich niet kan beroepen op Europees recht omdat deze puur intern is [5](#page=5).
### 4.2 Vormen van belemmeringen van het vrij verkeer
Belemmeringen van het vrij verkeer omvatten het verbod op discriminatie op basis van nationaliteit en het tegengaan van protectionisme. Alle maatregelen die, al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel een beperking van het vrij verkeer kunnen opleveren, zijn in strijd met de regels inzake vrij verkeer [5](#page=5).
#### 4.2.1 Discriminatie
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen open discriminatie, die direct onderscheid maakt, en verkapte discriminatie, die indirect werkt. Zowel directe als indirecte discriminatie is verboden [5](#page=5).
> **Voorbeeld (discriminatie bij personen):** Een vacature die specifiek zoekt naar een Belgische paralegal is directe discriminatie op basis van nationaliteit. Een vacature die eist dat de ideale kandidaat een diploma rechtspraktijk behaald aan een specifieke Belgische hogeschool kan, ondanks dat dit niet expliciet nationaliteit eist, wel een indirecte (verkapte) vorm van discriminatie zijn indien het effectief neerkomt op het uitsluiten van buitenlandse kandidaten [5](#page=5).
> **Voorbeeld (discriminatie bij goederen):** Een Franse wet die een belasting invoert op alcohol gemaakt uit graanproducten, maar alcohol gemaakt uit druiven vrijstelt, kan een discriminerend effect hebben. Hoewel het niet direct het invoeren van buitenlandse goederen duurder maakt, kan het wel leiden tot een ongelijke behandeling van producten die met elkaar concurreren [5](#page=5).
### 4.3 Uitzonderingen op het vrij verkeer
Rechten die voortvloeien uit het vrij verkeer zijn geen absolute rechten. Er zijn twee mogelijkheden om de artikelen betreffende vrij verkeer buiten toepassing te laten [5](#page=5):
1. **Verdragsuitzonderingen**: Specifieke gronden die in de verdragen zijn opgenomen [5](#page=5).
2. **Rule of reason**: Maatregelen die gerechtvaardigd zijn door dwingende redenen van algemeen belang [5](#page=5).
> **Tip:** Bij het analyseren van casussen op een examen is het cruciaal om te bepalen of er sprake is van directe of indirecte discriminatie, en vervolgens te onderzoeken hoe deze gerechtvaardigd kan worden [6](#page=6).
#### 4.3.1 Verdragsuitzonderingen versus Rule of Reason
De mogelijkheid om zich te beroepen op verdragsuitzonderingen en de rule of reason hangt af van het type inbreuk [6](#page=6):
* **Directe discriminatie:** Alleen verdragsuitzonderingen zijn van toepassing [6](#page=6).
* **Indirecte discriminatie:** Zowel verdragsuitzonderingen als de rule of reason kunnen van toepassing zijn [6](#page=6).
* **Belemmering (zonder discriminatie):** De rule of reason is van toepassing [6](#page=6).
De rule of reason laat toe om ook andere rechtvaardigingsgronden toe te passen die niet expliciet in de verdragen zijn opgesomd, maar die door het Hof van Justitie zijn aanvaard [6](#page=6).
#### 4.3.2 Overzicht van verdragsuitzonderingen per vrij verkeer
Tabel 4.3 geeft een overzicht van de verdragsuitzonderingen per type vrij verkeer:
* **Goederen (Artikel 36 VWEU):** Openbare orde, openbare veiligheid, openbare zedelijkheid, gezondheid en het leven van planten, dieren of mensen, nationaal artistiek, historisch en archeologisch bezit, industrieel en commercieel eigendom [6](#page=6).
* **Werknemers (Artikel 45, lid 3 & 4 VWEU):** Openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid, betrekkingen in overheidsdienst [6](#page=6).
* **Vestiging (Artikelen 51 & 52 VWEU):** Openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid, werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag [6](#page=6).
* **Diensten (Artikel 62 VWEU via Artikel 51 & 52 VWEU):** Zie vestiging [6](#page=6).
* **Kapitaal (Artikel 65 VWEU):** Met name maatregelen om overtredingen van nationale wetten en voorschriften tegen te gaan, zoals op fiscaal gebied en met betrekking tot het bedrijfseconomisch toezicht op financiële instellingen [6](#page=6).
#### 4.3.3 Voorwaarden voor de toepassing van uitzonderingen
Om succesvol een beroep te kunnen doen op een uitzondering, moeten aan aanvullende voorwaarden worden voldaan. Deze voorwaarden gelden zowel voor de verdragsuitzonderingen als voor de 'rule of reason' [6](#page=6):
1. **Niet in strijd met secundaire wetgeving:** De nationale maatregel mag niet in strijd zijn met reeds bestaande EU-wetgeving (harmonisatie). Indien er EU-wetgeving is, heeft deze voorrang op nationale wetgeving [6](#page=6).
2. **Daadwerkelijke bescherming van publiek belang:** De maatregel moet een reële bescherming bieden aan een publiek belang (bv. consumentenbescherming, bescherming van diersoorten). Het mag geen privébelang dienen [6](#page=6) [7](#page=7).
3. **Evenredigheidsbeginsel (geschiktheid en noodzakelijkheid):** De maatregel moet geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken en noodzakelijk zijn. Dit houdt in dat er geen minder ingrijpende middelen beschikbaar mogen zijn om hetzelfde doel te bereiken [6](#page=6) [7](#page=7).
> **Voorbeeld (Cassis de Dijon-arrest):** Een Duitse wet die de invoer van een Franse cassis met een alcoholpercentage van 15% verbood op grond van volksgezondheid (preventie van alcoholverslaving door subtiele consumptie) werd getoetst. Het Hof van Justitie oordeelde dat het verbod niet proportioneel was. Hoewel de bescherming van de volksgezondheid een legitiem belang is, waren er minder ingrijpende maatregelen mogelijk, zoals het aanpassen van de leeftijd voor alcoholconsumptie of het plaatsen van waarschuwingen op de verpakking, in plaats van een volledig verbod [6](#page=6) [7](#page=7).
> **Voorbeeld (Casus 4.6):** Een maatregel zonder onderscheid (bv. verbod op het eten van beschermde diersoorten) kan mogelijk gerechtvaardigd worden op grond van de bescherming van diersoorten (publiek belang). De geschiktheid is aanwezig, maar de noodzakelijkheid kan in twijfel getrokken worden als er minder ingrijpende maatregelen zijn die ook bescherming bieden [7](#page=7).
> **Voorbeeld (Casus 4.7):** Dit voorbeeld verwijst naar de toepassing van het vrij verkeer van diensten en het vrij verkeer van kapitaal [7](#page=7).
> **Tip:** Bij een casus op examen is het cruciaal om de aanvullende voorwaarden van de uitzonderingen grondig te analyseren, met speciale aandacht voor de geschiktheid en noodzakelijkheid van de maatregel in het licht van het evenredigheidsbeginsel. Ook is het van belang te controleren of er reeds harmonisatie op EU-niveau heeft plaatsgevonden [6](#page=6) [7](#page=7).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Interne markt | Een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd, met als doel economische integratie en welvaart binnen de Europese Unie. |
| Vrijhandelszone | Een economische associatie tussen twee of meer landen die alle importtarieven op elkaars goederen elimineren, maar eigen externe tarieven handhaven ten opzichte van niet-leden. |
| Douane-unie | Een vorm van economische integratie die verder gaat dan een vrijhandelszone, door naast de afschaffing van interne handelsbelemmeringen ook een gemeenschappelijk extern douanetarief aan te nemen ten opzichte van derde landen. |
| Vrij verkeer van goederen | Het principe dat goederen die de handelstransacties kunnen vormen, vrij over de grenzen van de lidstaten van de EU mogen worden verhandeld zonder importheffingen of kwantitatieve beperkingen. |
| Vrij verkeer van personen | Het recht voor burgers van de lidstaten om vrij te reizen, verblijven en werken binnen de Europese Unie, zowel als werknemer als zelfstandige, met verbod op discriminatie op grond van nationaliteit. |
| Vrij verkeer van diensten | Het recht om tijdelijk diensten te verlenen of te ontvangen in een andere lidstaat, ongeacht de nationaliteit van de dienstverlener of ontvanger, zolang dit commerciële activiteiten betreft die gewoonlijk tegen vergoeding geschieden. |
| Vrij verkeer van kapitaal | Het principe dat beperkingen op het verplaatsen van kapitaal en betalingen tussen lidstaten verboden zijn, wat investeringen, waardepapieren en financiële transacties omvat. |
| Discriminatie op grond van nationaliteit | Elke behandeling die personen van een bepaalde lidstaat anders behandelt dan personen van een andere lidstaat, zonder objectieve rechtvaardiging, wat indruist tegen de principes van het vrije verkeer in de EU. |
| Protectionisme | Beleid dat gericht is op het bevoordelen van binnenlandse bedrijven en goederen ten koste van buitenlandse concurrentie, vaak door middel van tarieven, subsidies of regelgeving, en dat wordt tegengewerkt door de interne markt van de EU. |
| Verdragsuitzonderingen | Specifieke uitzonderingen op de vier vrijheden, vastgelegd in de EU-verdragen, die lidstaten kunnen inroepen om bepaalde maatregelen te rechtvaardigen die anders een belemmering zouden vormen voor het vrije verkeer, bijvoorbeeld om redenen van openbare orde of veiligheid. |
| Rule of reason | Een juridisch principe dat het mogelijk maakt om beperkingen op het vrije verkeer te rechtvaardigen indien deze noodzakelijk zijn voor dwingende redenen van algemeen belang en proportioneel zijn, zelfs als ze niet expliciet in de verdragen zijn opgenomen. |
| Grensoverschrijdend aspect | De vereiste dat een situatie een verband moet hebben met meer dan één lidstaat om onder het Europees recht, waaronder de vier vrijheden, te vallen; zuiver interne aangelegenheden zijn hiervan uitgesloten. |
| Directe discriminatie | Maatregelen die expliciet onderscheid maken op basis van nationaliteit of andere beschermde kenmerken, waardoor een specifieke groep anders wordt behandeld. |
| Indirecte discriminatie | Maatregelen die neutraal lijken, maar in de praktijk of potentieel een onevenredig nadelig effect hebben op personen of goederen uit andere lidstaten, wat neerkomt op verkapte discriminatie. |