Cover
Comença ara de franc 2025 26 Lesslides BBR 722 - 758 Hfst 18.pdf
Summary
# Beginselen van het internationaal publiekrecht
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de fundamentele principes die ten grondslag liggen aan het internationaal publiekrecht, met nadruk op staatssoevereiniteit, supranationaliteit, ius cogens en internationaal gewoonterecht.
### 1.1 Staatssoevereiniteit
Staatssoevereiniteit is een kernbeginsel in het internationaal publiekrecht, dat stelt dat er geen centrale internationale wetgevende, rechterlijke of uitvoerende macht bestaat. Staten onderwerpen zichzelf aan het internationaal recht door middel van uitdrukkelijke of vrijwillige instemming. Deze instemming uit zich ook in de vrijwillige erkenning van de rechtsmacht van internationale rechtscolleges. Zodra staten zich internationaal hebben verbonden, zijn ze gebonden aan hun verplichtingen, conform het principe *pacta sunt servanda* [3](#page=3).
### 1.2 Supranationaliteit
Supranationaliteit houdt in dat staten vrijwillig (delen van) hun soevereiniteit afstaan aan internationale organisaties. Deze organisaties worden bevoegd om beslissingen te nemen die bindend zijn, zelfs voor lidstaten die niet met de specifieke beslissing hebben ingestemd. De Europese Unie, met name door middel van gekwalificeerde meerderheden in de Raad, is hiervan een voorbeeld. Ook de Verenigde Naties kennen supranationale aspecten, met name wat betreft bindende resoluties van de Veiligheidsraad in geval van bedreiging van de vrede, inbreuk op de vrede of daden van agressie. Resoluties van de Algemene Vergadering daarentegen zijn niet bindend. Dit staat tegenover intergouvernementele internationale organisaties, waar beslissingsbevoegdheden slechts bestaan bij unanimiteit of waar de organisatie geen eigen beslissingsbevoegdheid heeft [4](#page=4).
> **Tip:** Maak onderscheid tussen supranationale en intergouvernementele organisaties; dit is cruciaal voor het begrip van de bindende kracht van hun besluiten.
### 1.3 Ius cogens
*Ius cogens* verwijst naar normen van dwingend internationaal recht. Artikel 53 van het Verdrag van Wenen inzake het Verdragenrecht definieert een *ius cogens*-norm als "een norm die aanvaard en erkend is door de internationale gemeenschap van staten in haar geheel als een norm, waarvan geen afwijking is toegestaan en die slechts kan worden gewijzigd door een latere norm van algemeen volkenrecht van dezelfde aard". Er is een beperkt aantal van dergelijke regels, waaronder het verbod op genocide, foltering, slavernij, rassendiscriminatie en het gebruik van geweld of agressie. Verdragen die in strijd zijn met *ius cogens*-normen worden als nietig beschouwd [5](#page=5).
### 1.4 Internationaal gewoonterecht
Internationaal gewoonterecht is de oorspronkelijke bron van internationaal recht, die pas laat gepositiveerd is. Volgens artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof wordt internationaal gewoonterecht beschouwd als "als recht aanvaarde algemene praktijk". Er zijn twee voorwaarden voor het bestaan van internationaal gewoonterecht [6](#page=6):
1. **Materieel element:** Dit betreft de statenpraktijk, waarbij staten zich door de tijd heen gedragen op een consistente, algemene en duurzame wijze in overeenstemming met de inhoud van de regel [6](#page=6).
2. **Moreel element (opinio juris):** Dit houdt in dat staten zich verplicht voelen om de praktijk die een rechtsnorm inhoudt na te leven. Louter het naleven van de norm is onvoldoende; staten moeten het gevoel hebben dat zij de praktijk die de rechtsnorm inhoudt, verplicht, toegelaten of verboden is [6](#page=6).
> **Voorbeeld:** De erkenning van de exclusieve economische zone (EEZ) is ontstaan uit de statenpraktijk van kuststaten die dergelijke zones instelden (materieel element), en de overtuiging dat dit een recht was dat hen toekwam (opinio juris).
---
# De Verenigde Naties
Dit gedeelte behandelt de oprichting, ontwikkeling en bevoegdheden van de Verenigde Naties, met specifieke aandacht voor de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad.
### 18.2.1 Oprichting, ontwikkeling en bevoegdheden van de VN
De Verenigde Naties (VN) werden opgericht middels het Handvest van de Verenigde Naties, getekend op 26 juni 1945. De organisatie is de opvolger van de Volkenbond, die bestond van 1919 tot 1946. De VN heeft als hoofddoel het handhaven van de internationale vrede en veiligheid. Daarnaast beoogt de organisatie de bevordering en stimulering van samenwerking op sociaal, cultureel en humanitair vlak, alsmede het bevorderen van eerbied voor de rechten van de mens en fundamentele vrijheden. De VN kent zes voornaamste organen: de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad, de Trustschapsraad, het Internationaal Gerechtshof en het Secretariaat [8](#page=8).
### 18.2.2 De instellingen van de VN
#### 18.2.2.1 De Algemene Vergadering
De Algemene Vergadering (AV) bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat van de Verenigde Naties. Deze vergadering beschikt over zeer ruime, politiek van aard zijnde bevoegdheden. Ze kan "alle vraagstukken en alle zaken bespreken die binnen het kader van dit Handvest vallen of die betrekking hebben op de bevoegdheden en functies van organen waarin dit Handvest voorziet". De resoluties die door de Algemene Vergadering worden aangenomen, zijn echter juridisch niet verbindend [9](#page=9).
> **Tip:** Hoewel de resoluties van de AV niet juridisch bindend zijn, hebben ze wel een belangrijke politieke en morele impact. Ze kunnen internationale normen vormgeven en druk uitoefenen op lidstaten.
#### 18.2.2.2 De Veiligheidsraad
De Veiligheidsraad (VR) telt vijftien leden. Hiervan zijn vijf permanente leden: China, Frankrijk, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De overige tien leden zijn niet-permanente leden die om het jaar voor de helft worden verkozen voor een termijn van twee jaar [10](#page=10).
Besluitvorming in de Veiligheidsraad vereist een gekwalificeerde meerderheid van negen voorstemmen. Bij niet-procedurele aangelegenheden zijn de voorstemmen van de vijf permanente leden vereist, wat neerkomt op het vetorecht [10](#page=10).
> **Tip:** Het vetorecht van de permanente leden is een cruciaal en vaak controversieel aspect van de Veiligheidsraad, dat de effectiviteit van de raad in bepaalde situaties kan beperken.
De primaire verantwoordelijkheid van de Veiligheidsraad is het handhaven van de internationale vrede en veiligheid. Binnen dit kader kan de VR onderzoeken en aanbevelingen doen met betrekking tot de vreedzame regeling van geschillen. Daarnaast kan zij optreden bij bedreiging of verbreking van de vrede, en bij daden van agressie. Dit kan variëren van aanbevelingen tot het nemen van maatregelen ter handhaving of herstel van de internationale vrede en veiligheid [11](#page=11).
De VR kan onder andere oproepen tot maatregelen zonder wapengeweld, zoals een wapenembargo, reisverboden voor regeringsleden, of de bevriezing van financiële middelen. Indien nodig, kan de VR ook gewapend optreden ter handhaving of herstel van vrede en veiligheid. Maatregelen die de Veiligheidsraad neemt door middel van resoluties zijn wel juridisch verbindend, wat de VR op dit punt een supranationale instelling maakt [11](#page=11).
> **Example:** Een wapenembargo tegen een regime dat burgerrechten schendt, is een voorbeeld van een niet-gewelddadige maatregel die door de Veiligheidsraad kan worden opgelegd.
België heeft wetgeving aangenomen, de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad. Deze wet machtigt de Koning om, na overleg in de Ministerraad, de nodige maatregelen te nemen voor de implementatie van bindende besluiten van de Veiligheidsraad krachtens het VN-Handvest. Dergelijke maatregelen kunnen de volledige of gedeeltelijke opschorting van economische betrekkingen omvatten, evenals de opschorting van spoor-, zee-, lucht-, post-, telegraaf- en radioverbindingen. Ook kunnen ze betrekking hebben op de inbeslagneming van roerende en onroerende goederen en het blokkeren van financiële tegoeden [12](#page=12).
---
# De Europese Unie: structuur en bevoegdheden
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de historische evolutie van de Europese Unie, de precieze verdeling van bevoegdheden tussen de Unie en haar lidstaten, en de specifieke rollen van de centrale EU-instellingen [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18) [19](#page=19) [20](#page=20) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23) [24](#page=24) [25](#page=25) [26](#page=26).
### 3.1 Historische ontwikkeling van de Europese Unie
De Europese Unie is geëvolueerd van economische gemeenschappen naar een politieke en economische unie [14](#page=14) [15](#page=15).
#### 3.1.1 Van EGKS naar EU
* **1951:** Oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) door België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland [14](#page=14).
* **1957:** Verdrag van Rome werd ondertekend, wat leidde tot de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) gericht op economische samenwerking, het afbouwen van interne grenzen en de uitbouw van een gemeenschappelijke interne markt. Tevens werd Euratom opgericht voor nucleaire kennis, veiligheid en onderzoek [14](#page=14).
* **1965:** De organen van de verschillende gemeenschappen werden samengevoegd [14](#page=14).
* **1986:** De Europese Eenheidsakte breidde de activiteiten van de Gemeenschap uit naar politieke, sociale en ecologische domeinen [14](#page=14).
* **1992:** De Europese Unie werd opgericht, waarbij de samenwerking op diverse gebieden werd ondergebracht [15](#page=15).
* **1997:** Het Verdrag van Amsterdam zorgde voor de overheveling van bevoegdheden inzake Justitie en Binnenlandse Zaken naar de EU [15](#page=15).
* **2001:** Het Verdrag van Nice werd gesloten [15](#page=15).
* **2003:** Een poging om tot een constitutieverdrag ("grondwet" van de EU) te komen, mislukte [15](#page=15).
* **2007:** Het Verdrag van Lissabon trad in werking [15](#page=15).
* Daarnaast zijn er diverse toetredingsverdragen geweest voor nieuwe lidstaten [15](#page=15).
### 3.2 EU-bevoegdheden
De bevoegdheden van de EU zijn onderverdeeld op basis van het beginsel van bevoegdheidstoedeling, waarbij de "residuaire" bevoegdheden bij de lidstaten blijven [16](#page=16).
#### 3.2.1 Beginsel van bevoegdheidstoedeling (art. 5,2 VEU)
Dit beginsel stelt dat de Unie alleen optreedt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten zijn toegedeeld. Lidstaten behouden de bevoegdheden die niet aan de Unie zijn overgedragen [16](#page=16).
#### 3.2.2 Soorten bevoegdheden
De bevoegdheden van de EU kunnen exclusief, gedeeld, ondersteunend of bijzonder zijn [16](#page=16).
* **Exclusieve bevoegdheden:** In deze domeinen kan alleen de EU wetgevend en juridisch bindend optreden. Lidstaten kunnen enkel optreden indien zij daartoe door de EU gemachtigd zijn of ter uitvoering van EU-recht. Voorbeelden zijn de douane-unie, vaststelling van mededingingsregels voor de interne markt, monetair beleid voor eurolanden, instandhouding van biologische rijkdommen van de zee (visserijbeleid) en de gemeenschappelijke handelspolitiek [17](#page=17).
* **Gedeelde bevoegdheden:** Hierin kunnen zowel de lidstaten als de Unie wetgevend en juridisch bindend optreden. Lidstaten mogen optreden zolang de EU dat niet heeft gedaan. Voorbeelden zijn de interne markt, economische, sociale en territoriale samenhang, landbouw en visserij (met uitzondering van instandhouding van biologische rijkdommen), milieu, consumentenbescherming, de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, en onderzoek en technologische ontwikkeling [18](#page=18).
* **Ondersteunende bevoegdheden:** In deze domeinen vindt geen bevoegdheidsoverdracht of harmonisatie plaats, maar de EU kan ondersteunende acties ondernemen. Voorbeelden zijn bescherming van de menselijke gezondheid, industrie, cultuur, toerisme, onderwijs, beroepsopleiding, jongeren en sport, civiele bescherming en administratieve samenwerking [19](#page=19).
* **Bijzondere bevoegdheden:** Deze betreffen met name de coördinatie van economisch, sociaal en werkgelegenheidsbeleid op EU-niveau. Ook het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, inclusief de geleidelijke bepaling van een gemeenschappelijk defensiebeleid, valt hieronder. De Europese Commissie en het Europees Parlement hebben een beperkte rol in de besluitvorming en wetgevende activiteiten in dit domein. De Europese Raad en de Raad van de EU, voorgezeten door de voorzitter van de Europese Raad en de hoge vertegenwoordiger, zijn hierbij primair betrokken [20](#page=20).
#### 3.2.3 Uitoefening van de bevoegdheden
De uitoefening van niet-exclusieve bevoegdheden is gebonden aan het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel [21](#page=21).
* **Subsidiariteitsbeginsel (art. 5,3 VEU):** De EU treedt alleen op als de doelstellingen van het optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden bereikt en vanwege de omvang of gevolgen beter door de EU kunnen worden verwezenlijkt [21](#page=21).
* **Evenredigheidsbeginsel (art. 5,4 VEU):** De inhoud en vorm van het optreden van de EU gaan niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken [21](#page=21).
### 3.3 EU-instellingen
De Europese Unie beschikt over verschillende instellingen die elk een specifieke rol spelen in het besluitvormings- en uitvoeringsproces [22](#page=22) [23](#page=23) [24](#page=24) [25](#page=25) [26](#page=26).
#### 3.3.1 Europees Parlement
* **Samenstelling en verkiezing:** Het Europees Parlement wordt rechtstreeks verkozen om de 5 jaar, is unicameraal en telt maximaal 750 leden (in de zittingsperiode 2024-2029 720 leden). België heeft 22 parlementsleden. Het parlement zetelt in Brussel, Straatsburg en Luxemburg [22](#page=22).
* **Bevoegdheden:**
* Wetgevend werk, met advisering of medebeslissing afhankelijk van de materie [22](#page=22).
* Goedkeuring van internationale overeenkomsten en de toetreding van nieuwe lidstaten [22](#page=22).
* Evaluatie van het werkprogramma van de Europese Commissie en het indienen van verzoeken tot wetsvoorstellen [22](#page=22).
* Controle, waaronder de verkiezing van de voorzitter van de Commissie, de goedkeuring van het college van commissarissen, het indienen van een motie van wantrouwen en het verlenen van kwijting op de EU-begroting [22](#page=22).
* Vaststelling van de begroting en het meerjarig financieel kader [22](#page=22).
#### 3.3.2 De Europese Raad
* **Samenstelling:** Bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders, de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Europese Commissie [23](#page=23).
* **Rol:** Het is het hoogste politieke orgaan dat ongeveer driemaandelijks vergadert [23](#page=23).
* **Bevoegdheden:** Bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten van de EU in de vorm van conclusies. Het heeft geen wetgevende bevoegdheid [23](#page=23).
#### 3.3.3 De Raad van de Europese Unie (Raad van de Ministers)
* **Samenstelling:** Bestaat uit de bevoegde ministers van de lidstaten voor een specifiek beleidsdomein. De Raad heeft 10 verschillende formaties [24](#page=24).
* **Zetel en voorzitterschap:** De Raad zetelt in Brussel en Luxemburg. Het voorzitterschap rouleert om de 6 maanden tussen de lidstaten. Voor buitenlandse aangelegenheden is de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands en Veiligheidsbeleid verantwoordelijk, voor andere raden de bevoegde minister van de lidstaat die het voorzitterschap bekleedt. Een voorzitterschapstrio coördineert het werk [24](#page=24).
* **Bevoegdheden:**
* Wetgevend werk [25](#page=25).
* Coördinatie van het beleid van de EU-landen en ontwikkeling van buitenlands en veiligheidsbeleid op basis van de richtsnoeren van de Europese Raad [25](#page=25).
* Het sluiten van overeenkomsten tussen de EU en derde landen [25](#page=25).
* Samenstelling van de begroting, in samenwerking met het Europees Parlement [25](#page=25).
* **Besluitvorming:** Afhankelijk van de materie wordt besloten met een gewone meerderheid (14 lidstaten), een gekwalificeerde meerderheid (55% van de lidstaten die minstens 65% van de EU-bevolking vertegenwoordigen) of eenparigheid [25](#page=25).
#### 3.3.4 De Europese Commissie
* **Rol en zetel:** De Europese Commissie vormt de politiek onafhankelijke uitvoerende tak van de EU en zetelt in Brussel [26](#page=26).
* **Samenstelling:** Elke lidstaat heeft één commissaris. Het college wordt voorgezeten door een voorzitter, met 8 ondervoorzitters (waaronder 3 uitvoerende en 1 hoge vertegenwoordiger) en 18 commissarissen [26](#page=26).
* **Bevoegdheden:**
* Initiatief en uitvoering van wetgeving [26](#page=26).
* Toewijzing van EU-financiering, opstellen van de begroting en toezicht op uitgaven [26](#page=26).
* Controle op de naleving van EU-recht door de lidstaten via inbreukprocedures [26](#page=26).
* Vertegenwoordiging van de EU in internationale organen [26](#page=26).
---
# De Europese Unie: rechtspraak en secundaire wetgeving
Dit gedeelte beschrijft de werking van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Gerecht, alsook het proces van totstandkoming van secundaire wetgeving binnen de EU.
### 4.1 Het Hof van Justitie van de Europese Unie
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) is gevestigd in Luxemburg en bestaat uit het Hof van Justitie en het Gerecht [27](#page=27).
#### 4.1.1 Het Hof van Justitie
Het Hof van Justitie telt 27 rechters en 11 advocaten-generaal. De huidige voorzitter is Koen Lenaerts. Het Hof heeft drie hoofdfuncties [28](#page=28):
1. **Constitutioneel hof van de EU:**
* Het ziet toe op de naleving van het primaire recht door de organen van de EU bij het vaststellen van handelingen van secundair unierecht [29](#page=29).
* Het kan onwettige verordeningen, richtlijnen en beschikkingen vernietigen (objectief contentieux) [29](#page=29).
* Het beantwoordt prejudiciële vragen van nationale rechters over de geldigheid van secundair unierecht [29](#page=29).
2. **Hoogste rechter in de Europese rechtsorde:**
* Het ziet toe op de naleving van het Unierecht door de lidstaten (art. 258-260 VWEU). Dit omvat klachten van de Commissie of andere lidstaten tegen een lidstaat wegens niet-nakomen van verdragsverplichtingen. Bij niet-naleving kan een arrest leiden tot betaling van een boete of dwangsom [30](#page=30).
* Het neemt prejudiciële vragen van nationale rechters in ontvangst over de interpretatie van primair en secundair unierecht (art. 267 VWEU). Dit is verplicht voor nationale rechterlijke instanties waarvan beslissingen niet vatbaar zijn voor hoger beroep. Het Hof vernietigt hierbij geen normgeving van lidstaten [30](#page=30).
3. **Beroepsrechter:**
* Het neemt beroepen tegen uitspraken van het Gerecht in behandeling. Deze beroepen zijn echter enkel gericht op rechtsvragen [28](#page=28) [31](#page=31).
#### 4.1.2 Het Gerecht van de Europese Unie
Het Gerecht telt 54 rechters. Het functioneert als administratieve rechter van de Europese Unie en behandelt onder andere de volgende zaken [32](#page=32):
* Beroepen door personen tegen handelingen van EU-instellingen die tot hen gericht zijn of hen rechtstreeks en individueel raken.
* Beroepen door lidstaten tegen de Commissie en de Raad.
* Beroepen door lidstaten tegen de Raad inzake staatssteun en dumping.
* Beroepen tot vergoeding van schade veroorzaakt door EU-instellingen of hun personeelsleden.
* Beroepen op het gebied van intellectuele eigendom, ingesteld tegen het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) en tegen het Communautair Bureau voor plantenrassen (CPVO).
* Arbeidsgeschillen tussen instellingen van de EU en hun personeel.
Tegen uitspraken van het Gerecht kan hogere voorziening worden ingesteld bij het Hof van Justitie, enkel wat betreft rechtsvragen [32](#page=32).
### 4.2 Secundaire wetgeving binnen de EU
De instellingen van de EU hebben eigen bevoegdheden en kunnen verbindende besluiten nemen, wat kenmerkend is voor een supranationale organisatie. Het initiatiefrecht voor wetgevingsvoorstellen ligt primair bij de Europese Commissie, hoewel het Europees Parlement (EP) de Commissie hiertoe kan verzoeken. De totstandkoming van secundaire wetgeving gebeurt via de medebeslissingsprocedure (standaard, art. 289 en 294 VWEU) of de raadplegingsprocedure, waarbij het EP enkel een adviserende stem heeft. Voorbeelden van domeinen waarvoor secundaire wetgeving wordt vastgesteld, zijn vrijstellingen van de internemarktregels, mededingingsrecht, financiële zaken, aspecten van intellectuele eigendom, administratieve zaken, alsook aanbevelingen en adviezen van de Raad [33](#page=33).
#### 4.2.1 Initiatiefrecht en indiening
De Europese Commissie heeft het initiatiefrecht voor wetgevingsvoorstellen. Dit kan plaatsvinden via een schriftelijke of mondelinge procedure, en vereist een gewone meerderheid. De Commissie kan voorstellen doen op eigen initiatief, op verzoek van andere EU-instellingen, op basis van een burgerinitiatief, of op verzoek van lidstaten. De voorstellen worden ingediend bij het EP en de Raad, met mededeling aan de nationale parlementen en, desgevallend, aan het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité [34](#page=34).
#### 4.2.2 De medebeslissingsprocedure
De medebeslissingsprocedure, ook wel de 'gewone wetgevingsprocedure' genoemd, kent meerdere lezingen.
##### 4.2.2.1 Eerste lezing
* **Europees Parlement (EP):** Neemt het voorstel aan of dient amendementen in [35](#page=35).
* **Raad:** Kan vooraf een algemene oriëntatie bepalen. De Raad kan akkoord gaan met het standpunt van het EP, waarna de wetgeving is aangenomen. Als de Raad het standpunt van het EP wijzigt, gaat het voorstel terug naar het EP voor een tweede lezing [35](#page=35).
* **Trialogen:** Het EP, de Raad en de Commissie kunnen trialogen organiseren, wat informele interinstitutionele bijeenkomsten zijn [35](#page=35).
##### 4.2.2.2 Tweede lezing
* **Europees Parlement (EP):**
* Gaat akkoord met het standpunt van de Raad, waarna de wetgeving is aangenomen [36](#page=36).
* Verwerpt het standpunt van de Raad, wat leidt tot het einde van de procedure [36](#page=36).
* Amendeeert het standpunt van de Raad, waarna het voorstel naar de Raad gaat voor een tweede lezing [36](#page=36).
* **Raad:**
* Keurt de amendementen van het EP goed, waardoor de wetgeving is aangenomen. Bij een negatief advies van de Commissie over een EP-amendement vereist goedkeuring door de Raad eenparigheid [36](#page=36).
* Keurt niet alle amendementen van het EP goed, wat leidt tot de tussenkomst van een bemiddelingscomité [36](#page=36).
#### 4.2.3 Bemiddelingscomité
Het bemiddelingscomité is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van het EP en de Raad en tracht een gemeenschappelijke tekst te vinden. Indien geen gemeenschappelijke tekst wordt bereikt, eindigt de procedure. Bij overeenstemming over een gemeenschappelijke tekst, volgt een derde lezing [37](#page=37).
#### 4.2.4 Derde lezing
* Het **EP** bespreekt de gemeenschappelijke ontwerptekst. Afwijzing of geen besluit leidt tot het einde van de procedure. Goedkeuring leidt tot verdere behandeling [38](#page=38).
* De **Raad** bespreekt eveneens de gemeenschappelijke ontwerptekst. Afwijzing of geen besluit leidt tot het einde van de procedure. Goedkeuring leidt tot verdere behandeling [38](#page=38).
Als zowel het EP als de Raad de gemeenschappelijke ontwerptekst goedkeuren, is de wetgeving aangenomen. Indien een voorstel wordt verworpen, is een nieuw commissievoorstel nodig om de procedure opnieuw te starten [38](#page=38).
> **Tip:** Het proces van secundaire wetgeving kan complex zijn door de vele lezingen en onderhandelingen tussen de EU-instellingen. Het is essentieel om de rol van elke instelling en de mogelijke uitkomsten van elke fase te begrijpen.
> **Tip:** De prejudiciële procedure (art. 267 VWEU) is cruciaal voor de uniforme toepassing van het Unierecht in alle lidstaten en de interpretatie ervan door nationale rechters.
---
# De Raad van Europa en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Dit deel van de studiehandleiding biedt een gedetailleerd overzicht van de Raad van Europa, haar politieke organen en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), met speciale aandacht voor de procedure van individuele klachten en de mechanismen voor rechtsherstel.
### 5.1 De Raad van Europa: politieke organen
De Raad van Europa is een internationale organisatie die zich richt op de bescherming van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat in Europa. Binnen de Raad van Europa functioneren diverse politieke organen die bijdragen aan haar taken [40](#page=40).
#### 5.1.1 Parlementaire Vergadering
De Parlementaire Vergadering is gevestigd in Straatsburg en telt 306 leden afkomstig uit 46 lidstaten. Deze vergadering fungeert als een forum voor debat en houdt toezicht op verkiezingen in de lidstaten. Belangrijk is dat de Parlementaire Vergadering de secretaris-generaal, de Commissaris voor de Rechten van de Mens en de rechters voor het EHRM verkiest [40](#page=40).
#### 5.1.2 Comité van Ministers
Het Comité van Ministers is het besluitvormingsorgaan van de Raad van Europa. Het bestaat uit de ministers van Buitenlandse Zaken of hun diplomatieke vertegenwoordigers van de lidstaten. Dit comité bepaalt het beleid van de organisatie, keurt de begroting goed en stelt programma's vast [41](#page=41).
### 5.2 Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) speelt een cruciale rol in de bescherming van de rechten die zijn vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) [42](#page=42).
#### 5.2.1 Bevoegdheid en samenstelling
Het EHRM is gevestigd in Straatsburg en telt evenveel rechters als er verdragsstaten zijn, momenteel 46. De rechters worden door de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa voor een termijn van negen jaar verkozen. De primaire verantwoordelijkheid voor de bescherming tegen schendingen van het EVRM ligt bij de nationale rechterlijke instanties. Pas wanneer er geen nationaal rechtsherstel meer mogelijk is, kan een klacht worden ingediend bij de Raad van Europa [42](#page=42).
Oorspronkelijk fungeerde het EHRM als een waarborgmechanisme waarbij klachten konden worden ingediend door staten, en indien erkend door een verdragsstaat, ook door burgers bij de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens. Deze commissie onderzocht de ontvankelijkheid van de klachten, en bij ontvankelijkheid werd de zaak doorverwezen naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens [42](#page=42).
#### 5.2.2 Het individuele klachtmechanisme
Sedert het Elfde Protocol van 1994 is het individuele klachtmechanisme aanzienlijk versterkt. Alle lidstaten erkennen nu het individuele klachtrecht voor rechtsonderhorigen. Dit heeft geleid tot de afschaffing van de ontvankelijkheidsprocedure bij de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens en de instelling van een permanent zittend Europees Hof voor de Rechten van de Mens [43](#page=43).
##### 5.2.2.1 Procedure voor individuele klachten
De procedure voor individuele klachten verloopt als volgt [43](#page=43):
1. **Uitputting van nationale rechtsmiddelen:** Voordat een klacht kan worden ingediend bij het EHRM, moeten alle effectieve nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput [43](#page=43) [44](#page=44).
2. **Individueel verzoekschrift:** Een klacht wordt ingediend door middel van een individueel verzoekschrift binnen een termijn van vier maanden na de definitieve nationale beslissing [43](#page=43).
3. **Toewijzing aan een Kamer:** De klacht wordt toegewezen aan een Kamer van het Hof [43](#page=43).
#### 5.2.3 Onderzoek van klachten
Het onderzoek van klachten begint bij een alleenzetelend rechter, die beoordeelt of de klacht op het eerste gezicht onontvankelijk is. Tegen de beslissing van de alleenzetelende rechter is geen beroepsmogelijkheid [44](#page=44).
##### 5.2.3.1 Ontvankelijkheidsvoorwaarden
Om ontvankelijk te zijn, moet een klacht voldoen aan de volgende voorwaarden [44](#page=44):
* **Uitputting van interne rechtsmiddelen:** Zoals reeds vermeld, moeten alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput [44](#page=44).
* **Niet-anonimiteit:** De klager mag niet anoniem zijn [44](#page=44).
* **Niet-gelijkvormigheid met eerdere zaken:** De klacht mag in wezen niet identiek zijn aan een zaak die reeds door het Hof is onderzocht [44](#page=44).
* **Verenigbaarheid met het Verdrag:** De klacht moet verenigbaar zijn met de bepalingen van het EVRM en de bijbehorende protocollen [44](#page=44).
* **Niet kennelijk ongegrond:** De klacht mag niet kennelijk ongegrond zijn [44](#page=44).
* **Geen misbruik van klachtrecht:** De klager mag geen misbruik maken van het klachtrecht [44](#page=44).
* **Wezenlijk nadeel:** De verzoeker moet een wezenlijk nadeel hebben geleden [44](#page=44).
#### 5.2.4 Behandeling door comité of Kamer
Indien een klacht ontvankelijk wordt verklaard, wordt deze verder behandeld [45](#page=45).
* **Comité van 3 rechters:** Bij repetitieve klachten kan de zaak worden behandeld door een comité van drie rechters, die zowel de ontvankelijkheid als de gegrondheid beoordelen [45](#page=45).
* **Kamer van 7 rechters:** Bij niet-repetitieve klachten wordt de zaak behandeld door een Kamer van zeven rechters. Deze Kamer spreekt zich eerst uit over de ontvankelijkheid en daarna over de gegrondheid [45](#page=45).
Een Kamer kan te allen tijde afstand van rechtsmacht doen en de zaak verwijzen naar de Grote Kamer indien de zaak aanleiding geeft tot een ernstige vraag betreffende de interpretatie van het EVRM, of indien de oplossing van een vraag door de Kamer strijdig kan zijn met een eerdere uitspraak van het Hof [45](#page=45).
#### 5.2.5 Verwijzing naar de Grote Kamer
Na de uitspraak van een Kamer kan elke partij binnen drie maanden verzoeken om verwijzing van de zaak naar de Grote Kamer. Dit verzoek wordt aanvaard indien de zaak aanleiding geeft tot een ernstige vraag betreffende de interpretatie of toepassing van het EVRM, of indien het een ernstige kwestie van algemeen belang betreft. De Grote Kamer doet dan de einduitspraak [46](#page=46).
#### 5.2.6 Rechtsherstel
Wanneer een schending van het EVRM wordt vastgesteld en het nationale recht slechts gedeeltelijk rechtsherstel toelaat, kan het Hof een billijke genoegdoening toekennen [46](#page=46).
##### 5.2.6.1 Rechtsherstel in België
In België kan na de vaststelling van een schending door het EHRM rechtsherstel op nationaal niveau plaatsvinden. In het geval van een strafrechtelijke veroordeling kan de rechtspleging worden heropend. Dit gebeurt via een buitengewoon rechtsmiddel (art. 442bis e.v. Sv.) en moet binnen zes maanden na het definitieve arrest van het EHRM bij het Hof van Cassatie worden ingediend, hetzij door de veroordeelde, hetzij door het Openbaar Ministerie. De heropening wordt bevolen indien de bestreden strafrechtelijke veroordeling strijdig is met het EVRM, of indien er procedurefouten of -tekortkomingen zijn vastgesteld die zo ernstig zijn dat er ernstige twijfel bestaat over de uitkomst van de procedure, en de veroordeelde of rechthebbenden bovendien zeer nadelige gevolgen blijven ondervinden die slechts door een heropening kunnen worden hersteld [47](#page=47).
### 5.3 Adviesaanvraag aan het EHRM
Met het 16e Protocol is er een mogelijkheid gecreëerd voor adviesaanvragen aan het EHRM. Dit betreft vragen over de interpretatie en toepassing van het EVRM [48](#page=48).
#### 5.3.1 Procedure voor adviesaanvragen
Adviesaanvragen kunnen enkel worden ingediend door de hoogste rechterlijke instanties van een staat, binnen de context van een bij hen aanhangige zaak. In België is dit sinds 1 maart 2023 mogelijk voor het Grondwettelijk Hof, het Hof van Cassatie en de Raad van State. Een college van vijf rechters van de Grote Kamer neemt de aanvraag in overweging, en het advies wordt door de Grote Kamer verstrekt. Het is belangrijk te noteren dat dit advies niet bindend is [48](#page=48).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Staatssoevereiniteit | Het principe dat een staat onafhankelijk is en eigen rechtsmacht heeft binnen zijn territorium, zonder inmenging van buitenaf, en zich vrijwillig kan binden aan internationaal recht. |
| Supranationaliteit | Een vorm van internationale samenwerking waarbij staten (delen van) hun soevereiniteit overdragen aan een internationale organisatie die bindende beslissingen kan nemen die ook gelden voor lidstaten die niet expliciet met een beslissing hebben ingestemd. |
| Ius cogens | Dwingend internationaal recht, bestaande uit normen die door de internationale gemeenschap als fundamenteel worden erkend en waarvan geen afwijking is toegestaan. Verdragen die hiermee in strijd zijn, zijn nietig. |
| Internationaal gewoonterecht | Een bron van internationaal recht die voortkomt uit de consistente praktijk van staten (statenpraktijk) gecombineerd met de overtuiging dat deze praktijk juridisch verplicht is (opinio juris). |
| Verenigde Naties (VN) | Een internationale organisatie, opgericht in 1945, met als hoofddoel het handhaven van internationale vrede en veiligheid, het bevorderen van samenwerking op sociaal, cultureel en humanitair gebied, en het stimuleren van eerbied voor de rechten van de mens. |
| Algemene Vergadering (VN) | Het belangrijkste politieke orgaan van de VN, waarin elke lidstaat vertegenwoordigd is. Hoewel de resoluties van de Algemene Vergadering juridisch niet bindend zijn, hebben ze wel politieke en morele waarde. |
| Veiligheidsraad (VN) | Het orgaan van de VN met de primaire verantwoordelijkheid voor het handhaven van internationale vrede en veiligheid. Het kan bindende maatregelen opleggen, inclusief het gebruik van geweld. |
| Europese Unie (EU) | Een politieke en economische unie van 27 Europese landen die samenwerkt op diverse beleidsterreinen, variërend van economie tot buitenlands beleid en veiligheid. |
| Beginsel van bevoegdheidstoedeling (EU) | Een fundamenteel principe in het EU-recht, vastgelegd in artikel 5(2) VEU, dat stelt dat de Unie slechts optreedt binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten zijn toegekend in de Verdragen. |
| Exclusieve bevoegdheden (EU) | Beleidsterreinen waarbij alleen de EU de bevoegdheid heeft om wetgeving aan te nemen en juridisch bindende handelingen te verrichten. Lidstaten mogen enkel optreden indien gemachtigd door de EU of ter uitvoering van EU-recht. |
| Gedeelde bevoegdheden (EU) | Beleidsterreinen waarbij zowel de EU als de lidstaten de bevoegdheid hebben om wetgeving aan te nemen en juridisch bindende handelingen te verrichten. Lidstaten mogen optreden zolang de EU niet heeft gehandeld. |
| Ondersteunende bevoegdheden (EU) | Beleidsterreinen waarbij de EU de lidstaten ondersteunt in hun acties, zonder dat er sprake is van harmonisatie van wetgeving. De EU coördineert en bevordert samenwerking. |
| Europese Commissie | De uitvoerende tak van de EU, die politiek onafhankelijk is en als belangrijkste taak heeft het initiëren en uitvoeren van EU-wetgeving, het toezicht houden op de naleving van EU-recht en het vertegenwoordigen van de EU in internationale fora. |
| Europees Parlement | Het rechtstreeks verkozen wetgevende orgaan van de EU, dat samen met de Raad van de EU wetgeving goedkeurt en toezicht houdt op de andere EU-instellingen. |
| Raad van de Europese Unie | Het orgaan dat de ministers van de lidstaten vertegenwoordigt en samen met het Europees Parlement de wetgevende en begrotingsbevoegdheden uitoefent. De samenstelling varieert afhankelijk van het behandelde beleidsdomein. |
| Hof van Justitie van de Europese Unie | Het hoogste gerechtelijke orgaan van de EU, dat waakt over de uniforme interpretatie en toepassing van het EU-recht en beslist over geschillen tussen lidstaten, instellingen, bedrijven en particulieren. |
| Gerecht van de Europese Unie | Een gerecht binnen het systeem van het Hof van Justitie van de EU dat optreedt als administratieve rechter en beroepen behandelt die door personen of lidstaten tegen EU-instellingen worden ingesteld. |
| Secundaire wetgeving (EU) | Wetgeving die door de instellingen van de EU wordt aangenomen op basis van de primaire wetgeving (de Verdragen), zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten. |
| Raad van Europa | Een internationale organisatie die zich richt op de bescherming van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat in Europa. Het is niet dezelfde organisatie als de Europese Unie. |
| Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) | Een internationaal gerecht dat oordeelt over schendingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het bestaat uit rechters die door de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa worden gekozen. |
| EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) | Een internationaal verdrag dat de fundamentele rechten en vrijheden van individuen beschermt en door de lidstaten van de Raad van Europa is geratificeerd. |