Cover
Comença ara de franc EUR H6 vrij verkeer v personen & unieburgerschap.pdf
Summary
# Burgerschap en rechten van de Unie
Hier is de samenvatting voor "Burgerschap en rechten van de Unie":
## 1. Burgerschap en rechten van de Unie
Dit onderwerp verkent het concept van het Unieburgerschap en de bijbehorende rechten, evenals de verschillende categorieën personen binnen en buiten de Europese Unie.
### 1.1 Het begrip Europees burgerschap
Het Europees burgerschap werd ingevoerd met het Verdrag van Maastricht in 1992. Volgens artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, burger van de Unie. Lidstaten behouden de vrijheid om hun nationaal burgerschap toe te kennen, en andere lidstaten moeten deze beslissingen respecteren. Een voorbeeld hiervan is een persoon die na langdurig werk in Portugal de Portugese nationaliteit verkrijgt en daarmee het Unieburgerschap verwerft. Hoewel Unieburgers mogelijk op lokaal niveau mogen stemmen, is dit niet altijd het geval op nationaal niveau [1](#page=1).
### 1.2 Rechten die voortvloeien uit het Unieburgerschap
De rechten die voortvloeien uit het Europees burgerschap zijn vastgelegd in de artikelen 20 tot en met 24 VWEU. Deze omvatten [2](#page=2):
* Het recht op gelijke behandeling [2](#page=2).
* Het recht op verblijf en verplaatsing binnen de Europese Unie [2](#page=2).
* Actief en passief kiesrecht bij Europese en gemeenteraadsverkiezingen [2](#page=2).
* Het recht op diplomatieke en consulaire bescherming in derde landen, waar het eigen land geen ambassade heeft [2](#page=2).
* Het recht om verzoekschriften tot het Europees Parlement te richten en zich te wenden tot de Europese ombudsman [2](#page=2).
> **Tip:** Artikel 20 VWEU biedt de basis voor het recht op bescherming door de diplomatieke of consulaire autoriteiten van een andere lidstaat in een derde land waar het eigen land niet vertegenwoordigd is [2](#page=2).
### 1.3 Categorieën personen
Binnen de context van het vrije verkeer van personen worden verschillende categorieën personen onderscheiden:
#### 1.3.1 Unieburgers
Unieburgers zijn personen die de nationaliteit van een lidstaat bezitten. Binnen deze groep kunnen zij worden onderverdeeld in economisch actieve en economisch inactieve personen [1](#page=1).
##### 1.3.1.1 Economisch actieve Unieburgers
Dit betreft werknemers en zelfstandigen. Zij ontlenen hun rechten voornamelijk aan de beginselen van het vrij verkeer van werknemers en de vrijheid van vestiging, die uitgebreid werden besproken in hoofdstuk 4 [2](#page=2).
##### 1.3.1.2 Economisch inactieve Unieburgers
Dit omvat bijvoorbeeld studenten, gepensioneerden en werklozen. Ook deze groep ontleent rechten aan hun Unieburgerschap [2](#page=2).
#### 1.3.2 Derdelanders
Derdelanders zijn personen die niet de nationaliteit van een EU-lidstaat bezitten. Deze categorie wordt verder onderverdeeld in [2](#page=2):
1. Derdelandse familieleden van EU-burgers [2](#page=2).
2. Vluchtelingen [2](#page=2).
3. Hoger opgeleide migranten [2](#page=2).
4. Langdurig ingezetenen [2](#page=2).
5. Overige derdelanders [2](#page=2).
### 1.4 Het vrij verkeer van werknemers en zelfstandigen
#### 1.4.1 Vrij verkeer van werknemers
Dit recht is geregeld in artikel 45 VWEU. Het stelt werknemers in staat om een aanbod te aanvaarden, te werken en zich te vestigen in een andere lidstaat. Wat werkzoekenden betreft, geldt een verblijfsrecht van zes maanden. Na deze periode moeten zij actief op zoek zijn naar werk en een reële kans hebben om werk te vinden [2](#page=2).
#### 1.4.2 Het recht op vestiging
Geregeld in artikel 49 en 54 VWEU, biedt dit recht de mogelijkheid om zich in een andere lidstaat te vestigen als zelfstandige of om er een bedrijf op te richten. De keuze van het land kan hierbij van belang zijn vanwege factoren als fiscaliteit en administratieve formaliteiten [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** De uitleg over 'fiscal rulings' in het handboek illustreert hoe de keuze van een lidstaat voor vestigingsdoeleinden kan worden beïnvloed door fiscale overwegingen [2](#page=2).
#### 1.4.3 Uitzonderingen op het verbod van beperking
Het vrije verkeer van personen mag worden beperkt om redenen van algemeen belang. Dit kan gebeuren via verdragsuitzonderingen of de 'rule of reason', die enkel van toepassing is op maatregelen zonder onderscheid [2](#page=2).
---
# Vrij verkeer van werknemers en zelfstandigen
Dit gedeelte behandelt de voorwaarden en uitzonderingen voor EU-burgers om te werken en zich te vestigen in andere lidstaten [2](#page=2).
### 2.1 Economisch actieve EU-burgers
Economisch actieve EU-burgers ontlenen rechten aan de begrippen 'vrij verkeer van werknemers' en 'vrijheid van vestiging' [2](#page=2).
#### 2.1.1 Vrij verkeer van werknemers (artikel 45 VWEU)
Dit artikel geeft EU-burgers het recht om aan een aanbod van werk in te gaan, te werken en zich te vestigen in een andere lidstaat. Er zijn specifieke voorwaarden om te spreken van een 'werknemer' [2](#page=2).
**Werkzoekenden:**
* Werkzoekenden hebben tot zes maanden verblijfrecht in een andere lidstaat om actief naar werk te zoeken [2](#page=2).
* Na deze periode behouden zij dit recht indien zij actief op zoek zijn en een reële kans op werk hebben [2](#page=2).
#### 2.1.2 Het recht op vestiging (artikelen 49 en 54 VWEU)
Dit recht staat EU-burgers toe zich in een andere lidstaat te vestigen als zelfstandige of er een bedrijf op te richten. De keuze van het land kan hierbij belangrijk zijn, onder meer vanwege de fiscaliteit en administratieve formaliteiten [2](#page=2).
### 2.2 Uitzonderingen op het verbod van vrij verkeer (artikelen 45 en 49 VWEU)
Het vrij verkeer van personen mag beperkt worden om redenen van algemeen publiek belang. Deze beperkingen kunnen gebaseerd zijn op verdragsuitzonderingen of de 'rule of reason' [2](#page=2).
#### 2.2.1 Verdragsuitzonderingen
Dit zijn uitzonderingen die expliciet in de verdragen zijn opgenomen [3](#page=3).
##### 2.2.1.1 Openbare orde en openbare veiligheid
* Deze uitzonderingen mogen enkel gebaseerd zijn op het persoonlijke gedrag van de betrokkenen [3](#page=3).
* Er moet sprake zijn van een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging voor de samenleving. Dit wordt geval per geval beoordeeld [3](#page=3).
* Het is niet toegestaan om onderdanen van andere lidstaten anders te behandelen dan eigen onderdanen [3](#page=3).
##### 2.2.1.2 Volksgezondheid
* Deze uitzondering wordt eng geïnterpreteerd [3](#page=3).
* Het betreft enkel potentieel epidemische ziekten, andere infectieziekten of besmettelijke parasitaire ziekten [3](#page=3).
* Deze uitzondering geldt niet als men al meer dan drie maanden op het grondgebied verblijft [3](#page=3).
##### 2.2.1.3 Betrekkingen in overheidsdienst en werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag
* Lidstaten mogen bepaalde overheidsfuncties (zoals politie of justitie) voorbehouden aan hun eigen onderdanen [3](#page=3).
* Dit is enkel toegestaan als er een bijzondere band met de staat vereist is, wat eng wordt geïnterpreteerd [3](#page=3).
#### 2.2.2 Uitzonderingen op basis van de 'rule of reason'
* Dit betreft dwingende eisen van algemeen belang en is enkel van toepassing in gevallen van indirecte discriminatie [3](#page=3).
* Aanvullende voorwaarden moeten vervuld zijn:
1. De maatregel mag niet in strijd zijn met secundaire wetgeving [3](#page=3).
2. De maatregel moet daadwerkelijk bescherming bieden aan het publiek belang [3](#page=3).
3. De maatregel moet evenredig zijn (geschikt en noodzakelijk) [3](#page=3).
4. Deze voorwaarden gelden zowel voor verdragsuitzonderingen als voor de 'rule of reason' [3](#page=3).
### 2.3 Richtlijn 2004/38/EG: Het vrij verkeer van Unieburgers en hun (derdelands) familieleden
Deze richtlijn bevat specifieke rechten voor Unieburgers en hun familieleden en treedt op als *lex specialis* met voorrang op de verdragsbepalingen [3](#page=3).
#### 2.3.1 Begunstigden van de richtlijn
* EU-burgers [3](#page=3).
* Familieleden van EU-burgers [3](#page=3).
#### 2.3.2 Definitie van familieleden
* Echtgenoot of geregistreerd partner [3](#page=3).
* Afstammelingen jonger dan 21 jaar, ofwel ten laste van de Unieburger, ofwel van de echtgenoot/geregistreerd partner [3](#page=3).
* Ouders, indien zij ten laste komen van de Unieburger of van de echtgenoot/geregistreerd partner [3](#page=3).
#### 2.3.3 Voorwaarden voor 'ten laste komen van'
Om als 'ten laste van' te worden beschouwd, moet aan twee voorwaarden worden voldaan [3](#page=3):
1. Het familielid wordt materieel ondersteund door een EU-burger of diens echtgenoot/partner [3](#page=3).
2. Er is een noodzaak aan financiële steun op het moment dat familieleden hereniging met een EU-onderdaan verzoeken [3](#page=3).
---
# Reis- en verblijfsrechten onder Richtlijn 2004/38/EG
Dit onderwerp behandelt de rechten van EU-burgers en hun familieleden op vrij verkeer en verblijf binnen de Europese Unie, inclusief de voorwaarden voor kort-, langdurig- en duurzaam verblijf [3](#page=3) [4](#page=4) [5](#page=5).
### 3.1 Inleiding tot richtlijn 2004/38/EG
Richtlijn 2004/38/EG regelt de rechten van EU-burgers en hun familieleden om vrij te reizen en te verblijven binnen de lidstaten van de Europese Unie. Deze richtlijn treedt op als *lex specialis* en heeft voorrang op algemene bepalingen van de verdragen [3](#page=3) [4](#page=4).
### 3.2 Begunstigden van de richtlijn
De richtlijn kent rechten toe aan:
* EU-burgers [3](#page=3).
* Familieleden van EU-burgers [3](#page=3).
#### 3.2.1 Definitie van familieleden
Onder familieleden in de zin van de richtlijn vallen:
* De echtgenoot of geregistreerd partner [3](#page=3).
* Afstammelingen die jonger zijn dan 21 jaar, of ten laste zijn van de EU-burger of diens echtgenoot/partner [3](#page=3).
* Ouders die ten laste zijn van de EU-burger of diens echtgenoot/partner [3](#page=3).
#### 3.2.2 Voorwaarden voor 'ten laste komen van'
Om als 'ten laste komend' te worden beschouwd, moet aan twee voorwaarden worden voldaan:
1. Het familielid wordt materieel ondersteund door de EU-burger of diens echtgenoot/partner [3](#page=3).
2. Er is een noodzaak aan financiële steun op het moment dat familieleden een verzoek indienen om hereniging met een EU-burger [3](#page=3).
Familieleden van EU-burgers hebben in beginsel slechts een afgeleid verblijfsrecht [4](#page=4).
### 3.3 De drie pijlers van de richtlijn
De richtlijn kent drie soorten rechten toe:
* Reisrechten [4](#page=4).
* Verblijfsrechten [4](#page=4).
* Recht op non-discriminatie [5](#page=5).
De specifieke rechten die een persoon geniet, hangen af van de categorie waartoe die persoon behoort [4](#page=4).
#### 3.3.1 Reisrechten
Elke EU-burger heeft het recht om vrij te reizen tussen de lidstaten van de EU. De enige vereiste is een geldig paspoort of identiteitskaart. Familieleden van niet-EU-nationaliteit kunnen soms een visum nodig hebben [4](#page=4).
#### 3.3.2 Verblijfsrechten
Er worden verschillende categorieën verblijfsrechten onderscheiden, afhankelijk van de duur van het verblijf en de economische status van de EU-burger.
##### 3.3.2.1 Kortdurend verblijfsrecht
* **Duur:** Minder dan 3 maanden [4](#page=4).
* **Toepassingsgebied:** Geldt voor alle EU-burgers en hun familieleden [4](#page=4).
* **Voorwaarden:** Naast de voorwaarden voor reisrechten, mag de persoon geen "onredelijke belasting vormen voor het sociaal bijstandsstelsel van de gastlidstaat" [4](#page=4).
##### 3.3.2.2 Verblijfsrecht (langer dan 3 maanden)
De voorwaarden voor dit verblijfsrecht variëren:
* **Economisch actieve EU-burgers:** Moeten daadwerkelijk een economische activiteit uitoefenen. Werkzoekenden vallen ook onder deze categorie [4](#page=4).
> **Voorbeeld:** Dirk is zelfstandig en start een bedrijf in Spanje. Zijn Peruaanse vrouw, een derdelander, kan op grond van Richtlijn 2004/38/EG met hem meereizen en een verblijfskaart aanvragen in Spanje, omdat zij als familielid wordt beschouwd en samen met de EU-burger naar de lidstaat van bestemming verhuist [4](#page=4).
* **Economisch inactieve EU-burgers:** Moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
1. Beschikken over een ziektekostenverzekering [4](#page=4).
2. Beschikken over voldoende bestaansmiddelen [4](#page=4).
> **Voorbeeld:** Jean, een gepensioneerde Belg, en zijn wettelijk samenwonende partner Rita (ook Belgisch) willen naar Spanje verhuizen. Jean, als gepensioneerde, is economisch inactief en moet beschikken over een ziektekostenverzekering en voldoende bestaansmiddelen. Rita, die niet over voldoende bestaansmiddelen beschikt, kan toch meereizen met Jean, omdat ze als familielid kan worden beschouwd en met hem meeverhuist, en daar een verblijfskaart kan aanvragen [4](#page=4).
* **Familieleden:** Moeten de EU-burger vergezellen en beschikken over een verblijfskaart [4](#page=4).
##### 3.3.2.3 Duurzaam verblijfsrecht
* **Voorwaarden:** Na 5 jaar legaal verblijf in een andere lidstaat, verkrijgt men het recht om zonder verdere voorwaarden voor onbepaalde tijd in die lidstaat te verblijven. "Legaal" betekent dat het verblijf toegestaan was en voldeed aan de voorwaarden voor kortdurend of langer verblijf [5](#page=5).
* **Familieleden:** Moeten beschikken over een duurzame verblijfskaart, maar verkrijgen wel een zelfstandig duurzaam verblijfsrecht in die lidstaat. Dit betekent dat hun verblijfsrecht niet langer afhankelijk is van de EU-burger, bijvoorbeeld als de relatie eindigt [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Na 5 jaar legaal verblijf in Spanje verkrijgen Jean en Rita beiden duurzaam verblijfsrecht. Ze mogen er blijven en hun verblijfsrecht is onafhankelijk geworden [5](#page=5).
#### 3.3.3 Recht op non-discriminatie
EU-burgers die gebruikmaken van hun reis- en verblijfsrechten, moeten in de lidstaat van bestemming dezelfde faciliteiten en rechten genieten als de nationale onderdanen van die lidstaat [5](#page=5).
### 3.4 Uitzonderingen op reis- en verblijfsrechten
Er zijn specifieke uitzonderingen mogelijk op de rechten van vrij verkeer en verblijf, die zowel in de verdragen als in de richtlijn zelf zijn voorzien.
#### 3.4.1 Uitzonderingen op grond van de verdragen (openbare orde, veiligheid, volksgezondheid, overheidsdienst)
* **Openbare orde en openbare veiligheid:** Uitzonderingen kunnen enkel gebaseerd zijn op het *persoonlijk gedrag* van de betrokkenen. Dit gedrag moet een *actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging* vormen voor de samenleving [3](#page=3).
> **Tip:** Het is cruciaal dat dergelijke maatregelen niet gebaseerd zijn op algemene preventie of op antecedenten alleen, maar op een concrete, actuele dreiging. Gevallen worden per individu beoordeeld [3](#page=3).
* **Volksgezondheid:** Deze uitzondering wordt *eng geïnterpreteerd* en is enkel van toepassing op potentieel epidemische ziekten, andere infectieziekten of besmettelijke parasitaire ziekten. Bovendien geldt deze uitzondering niet als men al langer dan 3 maanden op het grondgebied verblijft [3](#page=3).
* **Betrekkingen in overheidsdienst en werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag:** Lidstaten kunnen bepaalde overheidsfuncties voorbehouden aan hun eigen onderdanen, zoals functies bij politie of justitie, wanneer een bijzondere band met de staat vereist is (enge interpretatie) [3](#page=3).
#### 3.4.2 Uitzonderingen op basis van de 'rule of reason'
Dit betreft dwingende eisen van algemeen belang en is enkel van toepassing in geval van *indirecte discriminatie*. Aanvullende voorwaarden moeten steeds vervuld zijn [3](#page=3):
1. De maatregel mag niet in strijd zijn met secundaire wetgeving [3](#page=3).
2. De maatregel moet daadwerkelijk de bescherming van het publiek belang dienen [3](#page=3).
3. De maatregel moet in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel (is deze geschikt en noodzakelijk?) [3](#page=3).
Deze voorwaarden gelden zowel voor de verdragsuitzonderingen als voor de 'rule of reason' [3](#page=3).
### 3.5 Afgeleide rechten op grond van artikel 20 en 21 VWEU
In gevallen waarin familieleden geen rechten kunnen ontlenen aan Richtlijn 2004/38/EG (omdat zij niet onder de definitie van familielid vallen), kunnen zij onder bepaalde omstandigheden wel rechten ontlenen aan artikel 20 en 21 VWEU, met name door jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Een minderjarig kind met EU-nationaliteit wiens ouders derdelanders zijn, kan in België of Ierland verblijven. De ouders zelf vallen in principe niet onder de richtlijn, maar hun recht op verblijf kan voortvloeien uit hun afhankelijkheid van het EU-kind en de artikelen 20-21 VWEU [5](#page=5).
---
# Afgeleide verblijfsrechten voor derdelanders
Dit onderwerp behandelt specifieke situaties waarin derdelanders, met name familieleden van EU-burgers, via jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) verblijfsrechten kunnen ontlenen aan het EU-recht, zelfs wanneer zij niet onder de directe werkingssfeer van de Richtlijn 2004/38/EG vallen [5](#page=5).
### 4.1 Situaties waarin derdelanders rechten kunnen ontlenen aan het EU-recht
Er zijn diverse situaties waarin derdelanders, die geen familielid zijn in de zin van de Richtlijn 2004/38/EG, toch rechten op verblijf kunnen doen gelden op basis van de artikelen 20 en 21 VWEU. Dit gebeurt met name wanneer het uitoefenen van het vrij verkeer door de EU-burger afhankelijk is van de aanwezigheid van deze derdelandse familieleden [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 4.1.1 De 'Europa-route' op basis van arrest Singh
Deze situatie betreft derdelandse familieleden die na een bepaalde periode samen met een Unieburger in een andere lidstaat hebben verbleven, en vervolgens terugkeren naar het land van herkomst van de Unieburger [6](#page=6).
* **Situatie:** Een EU-burger vestigt zich met zijn derdelandse echtgenoot in een andere lidstaat dan zijn nationaliteit. De echtgenoot verkrijgt een verblijfsrecht op grond van de Richtlijn 2004/38/EG als familielid van een EU-burger [6](#page=6).
* **Terugkeer naar het land van herkomst:** Wanneer het echtpaar wil terugkeren naar de lidstaat waarvan de EU-burger de nationaliteit bezit, kan de derdelandse echtgenoot niet langer aanspraak maken op de Richtlijn 2004/38/EG, omdat er geen grensoverschrijdend aspect meer is in de zin van het vrij verkeer van personen [6](#page=6).
* **Arrest Singh:** Het HvJ heeft in het arrest Singh geoordeeld dat de derdelandse echtgenoot de EU-burger mag vergezellen bij diens terugkeer naar het thuisland op basis van artikel 21 VWEU. Dit is omdat de EU-burger zijn volle rechten op vrij verkeer moet kunnen uitoefenen, wat de terugkeer naar het thuisland zou belemmeren indien de partner niet mee mag [6](#page=6).
* **Voorwaarden:** Om zich te kunnen beroepen op het arrest Singh, dient het gezin minimaal drie maanden in het buitenland te hebben gewoond, een gezinsleven te hebben opgebouwd en een leven te hebben uitgebouwd in die lidstaat. Zelfs zonder kinderen kan er sprake zijn van een gezin, indien er twee personen zijn met een affectieve relatie [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Gevolg:** Dit arrest heeft geleid tot de zogenaamde 'Europa-route', die een belangrijk precedent heeft geschapen voor derdelandse familieleden van EU-burgers [6](#page=6).
#### 4.1.2 Verzorgende derdelandse ouders van een minderjarig EU-kind
Een andere belangrijke situatie betreft verzorgende derdelandse ouders van een minderjarig EU-kind [6](#page=6).
* **Situatie:** Hierbij hebben de ouders niet de nationaliteit van een EU-lidstaat, maar hun kind wel. In deze gevallen kunnen de ouders geen rechten ontlenen aan de Richtlijn 2004/38/EG, omdat zij niet onder de definitie van familielid vallen [5](#page=5).
* **Jurisprudentie van het HvJ:** Het HvJ heeft hierover geoordeeld in verschillende arresten, waaronder *Baby Chen*, *Zambrano* en *Dereci* [6](#page=6).
* **Baby Chen:** Dit arrest betrof een grensoverschrijdende situatie. Het HvJ bepaalde dat indien een minderjarig EU-kind in de EU moet verblijven, de ouders hier ook moeten blijven. De ouders verkrijgen hierdoor rechten op basis van artikel 21 VWEU, om zo de uitoefening van de rechten van het kind in de EU te waarborgen [6](#page=6).
* **Zambrano:** Dit arrest breidde de bescherming uit naar situaties zonder directe grensoverschrijding. Zelfs wanneer er geen grensoverschrijding plaatsvindt, kunnen aan ouders van een minderjarig EU-kind rechten worden verleend op basis van het EU-recht om in een lidstaat te verblijven. Dit arrest werd later aangescherpt door het *Dereci*-arrest [6](#page=6).
* **Kern van de jurisprudentie:** In al deze arresten stelt het HvJ dat het verblijf van familieleden van een EU-burger uit derde landen kan worden afgedwongen indien het voor de betreffende EU-burger onmogelijk wordt om in een van de EU-lidstaten te verblijven, bijvoorbeeld wanneer één ouder bij een minderjarig kind verblijft [6](#page=6).
> **Tip:** Bij de analyse van dergelijke zaken is het cruciaal om na te gaan of er sprake is van grensoverschrijding, omdat dit bepalend kan zijn voor de toepasselijke rechtsgrond (Richtlijn 2004/38/EG, arrest Singh, of arresten zoals Baby Chen/Zambrano) [7](#page=7).
### 4.2 Duurzaam verblijfsrecht
Na vijf jaar legaal verblijf in een andere lidstaat, verkrijgen zowel de EU-burger als diens derdelandse familieleden een duurzaam verblijfsrecht [5](#page=5).
* **Definitie 'legaal verblijf':** Legaal verblijf betekent dat men mocht verblijven en zich in een van de eerder genoemde situaties bevond [5](#page=5).
* **Zelfstandig verblijfsrecht:** Na vijf jaar verkrijgen de derdelandse familieleden een zelfstandig verblijfsrecht. Dit betekent dat hun verblijfsrecht niet langer afhankelijk is van de EU-burger, waardoor ze ook mogen blijven indien de relatie met de EU-burger eindigt [5](#page=5).
### 4.3 Recht op non-discriminatie
EU-burgers die van hun reis- en verblijfsrecht gebruik hebben gemaakt, moeten in de lidstaat van bestemming dezelfde faciliteiten en behandeling genieten als de nationale onderdanen van die lidstaat. Dit beginsel geldt ook voor de derdelandse familieleden die afgeleide verblijfsrechten hebben verkregen [5](#page=5).
### 4.4 Categorisering van derdelanders
Het document onderscheidt verschillende categorieën derdelanders, waaronder:
1. Derdelandse familieleden van EU-burgers [7](#page=7).
2. Vluchtelingen [7](#page=7).
3. Hoger opgeleide migranten (bv. via de Bluecardrichtlijn) [7](#page=7).
4. Langdurig ingezetenen [7](#page=7).
5. Overige derdelanders (bv. met een Schengenvisum) [7](#page=7).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Unieburger | Eenieder die de nationaliteit van een van de lidstaten van de Europese Unie bezit, en die daarmee bepaalde rechten ontleent aan het Europees burgerschap. |
| Vrij verkeer van personen | Een fundamenteel principe van de Europese Unie dat burgers van lidstaten het recht geeft om te reizen, werken en wonen in andere lidstaten, met bepaalde beperkingen en uitzonderingen. |
| Derdelander | Een persoon die niet de nationaliteit van een van de lidstaten van de Europese Unie bezit; deze personen kunnen onder bepaalde voorwaarden rechten ontlenen, met name via familiebanden met Unieburgers. |
| Vrijheid van vestiging | Het recht van burgers van de EU om zich in een andere lidstaat te vestigen als zelfstandige of om daar een bedrijf op te richten, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat. |
| Rule of reason | Een juridisch beginsel dat uitzonderingen op het verbod van beperkingen van het vrij verkeer van personen toestaat om dwingende redenen van algemeen belang, mits de maatregelen proportioneel en noodzakelijk zijn. |
| Richtlijn 2004/38/EG | Een EU-richtlijn die de rechten van Unieburgers en hun familieleden op vrij verkeer en verblijf binnen de lidstaten regelt, en die voorrang heeft op algemene verdragsbepalingen. |
| Afgeleid verblijfsrecht | Een verblijfsrecht dat een persoon ontleent aan de aanwezigheid van een familielid dat zelf legitiem verblijft in een lidstaat van de EU, vaak gebaseerd op een specifieke richtlijn of jurisprudentie. |
| Duurzaam verblijfsrecht | Het recht voor EU-burgers en hun familieleden om onbepaalde tijd in een lidstaat te verblijven na vijf jaar legaal verblijf, zonder verdere voorwaarden. |
| Verdragsuitzonderingen | Specifieke situaties, zoals openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid, waarin het vrij verkeer van personen door lidstaten kan worden beperkt, mits aan strikte voorwaarden wordt voldaan. |
| Jurisprudentie van het HvJ | Beslissingen en uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie die de interpretatie en toepassing van EU-recht bepalen, met name relevant voor situaties die niet expliciet door richtlijnen worden gedekt. |