Cover
Comença ara de franc 10 - thema 6 - rechtshandhaving.pptx
Summary
# De rechterlijke macht en haar organisatie
Dit hoofdstuk behandelt de structuur en organisatie van de rechterlijke macht in België, inclusief de verschillende rechtbanken en hoven op nationaal en supranationaal niveau.
## 1.1 Organisatie van de rechterlijke orde
De rechterlijke orde omvat het gerechtelijk privaatrecht (het gemeen recht, vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek uit 1967) en de strafvordering. Daarnaast bestaat er een gerechtelijk publiekrecht, met bijzondere regelingen voor specifieke colleges. De scheiding tussen burgerlijke en strafrechtelijke rechtbanken is niet altijd strikt, aangezien rechtbanken zoals de rechtbank van eerste aanleg zowel burgerlijke als strafkamers kunnen hebben.
### 1.1.1 Indeling van de rechtbanken
De rechtbanken kunnen worden ingedeeld op basis van verschillende criteria:
* **Type geschil:**
* Burgerlijke rechtbanken voor privaatrechtelijke geschillen.
* Strafrechtbanken voor strafzaken.
* Publiekrechtelijke rechtbanken voor geschillen met de overheid.
* **Niveau:**
* **Lagere rechtbanken:** Vredegerecht, Politierechtbank, Ondernemingsrechtbank, Arbeidsrechtbank, Rechtbank van eerste aanleg, Jeugdrechtbank, Kamer voor familiaal vermogensrecht.
* **Hogere rechtbanken:** Arbeidshof, Hof van Beroep, Hof van Assisen, Hof van Cassatie, Grondwettelijk Hof, Raad van State.
De rechtbanken worden verder onderverdeeld in verschillende afdelingen en kamers, zoals:
* **Rechtbank van eerste aanleg:** Afdeling burgerlijke rechtbank (met o.a. beslagrechter, fiscale kamer, beroep), afdeling correctionele rechtbank (met o.a. onderzoeksrechter, raadkamer, beroep), afdeling familie- en jeugdrechtbank (met kamers voor jeugd, uithandengeving, familie, minnelijke schikking) en afdeling strafuitvoeringsrechtbank.
* **Jeugdrechtbank en Familie-kamer:** Specialisatie binnen de rechtbanken.
* **Burgerlijke rechtbank en Correctionele rechtbank:** Afdelingen binnen de rechtbank van eerste aanleg.
### 1.1.2 Territoriale bevoegdheid
De territoriale bevoegdheid bepaalt over welk rechtsgebied een rechtbank macht heeft.
* **Supranationaal niveau:**
* Gerecht en Hof van Justitie van de Europese Unie (Luxemburg): Behandelt onder andere prejudiciële vragen.
* Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Straatsburg): Behandelt schendingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
* Benelux Gerechtshof (Luxemburg).
* Internationaal Gerechtshof (staten) en Internationaal Strafhof (Den Haag) op internationaal niveau.
* **Nationaal niveau:**
* **Hof van Cassatie, Raad van State, Grondwettelijk Hof:** Dit zijn de hoogste nationale instanties.
* **Hoven van Beroep en Arbeidshoven:** Deze hebben een ressort dat bestaat uit meerdere arrondissementen (5 ressorten voor de hoven van beroep). De Afdeling Arbeidshof is provinciaal georganiseerd.
* **Arbeidsrechtbanken en Ondernemingsrechtbanken:** Deze zijn georganiseerd op arrondissementieel niveau.
* **Rechtbanken van eerste aanleg:** Ook op arrondissementieel niveau georganiseerd (in principe provinciaal), met afdelingszetels in de ‘oude’ arrondissementen.
* **Politierechtbanken:** Op arrondissementieel niveau.
* **Vredegerechten:** Op kanton-niveau (162 kantons in totaal).
* **Uitzondering:** Het Hof van Assisen is provinciaal georganiseerd.
### 1.1.3 Materiële bevoegdheid
De materiële bevoegdheid bepaalt over welk soort zaken een rechtbank mag oordelen.
* **Strafzaken:**
* Misdaden worden behandeld door het Hof van Assisen.
* Wanbedrijven vallen onder de bevoegdheid van de Correctionele rechtbank.
* Overtredingen worden berecht door de Politierechtbank.
* Concepten als 'correctionalisering' (een overtreding die als wanbedrijf wordt behandeld) en 'contraventionalisering' (een wanbedrijf dat als overtreding wordt behandeld) spelen hierbij een rol.
* **Privaatrechtelijke zaken:** De materie kan variëren en onderverdeeld zijn in burgerlijke, sociale/arbeidszaken en economische zaken. De bevoegdheid kan ook afhangen van de aanleg (eerste aanleg, hoger beroep, etc.).
## 1.2 Fundamentele rechten en principes
Het recht op een eerlijk proces is een cruciaal principe dat verankerd is in artikel 13 van de Belgische Grondwet en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit artikel is rechtstreeks toepasselijk en België is er al meermaals voor veroordeeld. Essentiële elementen van dit recht, die zowel in burgerlijke als strafzaken van toepassing zijn, omvatten:
* **Wettelijk geregelde rechtbank:** De rechter moet wettelijk zijn ingesteld.
* **Openbaarheid van de zittingen:** Tenzij er wettelijke uitzonderingen zijn (bv. voor de onderzoeksrechter, raadkamer, strafuitvoeringsrechtbank).
* **Gemotiveerde uitspraken:** De rechter moet zijn beslissing motiveren.
* **Onafhankelijke en onpartijdige rechter:** De rechter mag geen belang hebben bij de zaak.
* **Redelijke termijn:** Een zaak moet binnen een redelijke termijn worden afgehandeld.
* **Recht op tegenspraak:** Partijen moeten de kans krijgen om hun standpunten kenbaar te maken.
## 1.3 De actoren van justitie
Verschillende actoren spelen een rol in het gerechtelijk systeem:
### 1.3.1 Magistraten
* **Zittende magistratuur:** Dit zijn de rechters die oordelen en onafhankelijk zijn.
* **Staande magistratuur:** Dit is het Openbaar Ministerie (OM), dat één en ondeelbaar is. Het Openbaar Ministerie kan een positief injunctierecht uitoefenen, wat betekent dat de minister de procureur-generaal kan gelasten een zaak te vervolgen.
* In strafzaken is het OM belast met het onderzoeken, vervolgen en uitvoeren van straffen.
* In andere zaken geeft het OM advies en vordert het de nietigverklaring van akten.
* **Lekenrechters:** In de Arbeidsrechtbank, Ondernemingsrechtbank, Hof van Assisen en Strafuitvoeringsrechtbank zetelen ook lekenrechters.
### 1.3.2 Advocaten
Advocaten zijn zelfstandig en vertegenwoordigd door de Orde van Advocaten (balie). Zij hebben het pleitmonopolie en bieden vertegenwoordiging. Daarnaast kunnen ze gerechtelijke bijstand verlenen, buitengerechtelijk advies geven en optreden als bemiddelaar, curator of bewindvoerder.
### 1.3.3 Gerechtsdeurwaarders
Gerechtsdeurwaarders zijn zelfstandige openbare ambtenaren die instaan voor officiële vaststellingen, betekeningen en de uitvoering van beslissingen (zoals beslag).
### 1.3.4 Griffiers en griffiepersoneel
Zij vormen het "secretariaat" van de rechtbank en ondersteunen de administratieve werking.
### 1.3.5 Justitiehuizen
Deze zijn arrondissementeel georganiseerd en hebben als taken het doorverwijzen van zaken en het bieden van ondersteuning via justitieassistenten (slachtofferonthaal, sociaal onderzoek, bemiddeling). Ze bevorderen ook het overleg tussen de actoren van justitie.
### 1.3.6 Notaris
Een notaris is een openbaar ambtenaar die een vrij beroep uitoefent. Hij/zij stelt authentieke akten op en kan ook buitengerechtelijk optreden.
### 1.3.7 Overige actoren
Paralegals, erkende bemiddelaars, gerechtsdeskundigen (via een nationaal register bij de FOD Justitie), bedrijfsjuristen, juridisch deskundigen, beëdigde vertalers en tolken spelen ook een rol in het juridisch proces.
## 1.4 Procesrechtelijke aspecten
### 1.4.1 Procedureverloop in burgerlijke zaken
Het proces in burgerlijke zaken verloopt in verschillende stappen:
1. **Inleiden van de zaak:** Dit gebeurt via een inleidende akte die de partijen, het geschil, de rechtbank en de datum van de zitting vermeldt. Meestal gebeurt dit via een dagvaarding (een exploot van de deurwaarder). Soms ook via een (tegensprekelijk) verzoekschrift dat wordt neergelegd bij de griffie, of uitzonderlijk via een gezamenlijk verzoek (PV Vrijwillige verschijning) bij hoogdringendheid.
2. **Argumenteren:** De partijen presenteren hun standpunten, zowel feitelijk als juridisch. Dit kan leiden tot een proces in een proces (het formele gedeelte). Conclusies, overtuigingsstukken en bewijsstukken worden uitgewisseld.
3. **Openbare terechtzitting:** De zaak wordt publiekelijk bepleit op een bepaalde rechtsdag of pleitdatum.
4. **Uitspraak:** De rechter doet uitspraak na een periode van beraad. Als een zaak niet direct kan worden uitgesproken, kan deze "naar de rol" worden verzonden, wat een uitstel tot nader order betekent.
### 1.4.2 Het rollenspel en lijdelijkheid van de rechter
* **De algemene rol (AR):** Bevat alle zaken van een rechtbank, chronologisch op datum van inleiding.
* **De zittingsrol:** Bevat alle zaken die voor een specifieke zitting zijn opgeroepen. Hier worden zaken behandeld voor pleidooi, verstek, instaatstelling, sluiten van debatten, advies, etc.
* **"Naar de rol laten verzenden" of "weglaten van de (zittings)rol":** Betekent het onbepaald uitstellen van een zaak.
* **Rolregeling:** Afspraken tussen partijen of een beslissing van de rechter op verzoek.
* **Lijdelijkheid van de rechter:** De rechter is in principe passief en wacht op de actie van de partijen. Er zijn echter pogingen om de rechter te activeren via proceskalenders.
### 1.4.3 De uitspraak
Een uitspraak (vonnis of arrest) kan:
* **Openbaar:** De uitspraak is in principe publiek toegankelijk.
* **Tussenvonnis of eindvonnis/tussenarrest en eindarrest:** Het kan een tussenbeslissing zijn of een definitieve beslissing.
* **Gemotiveerd:** De rechter moet de redenen voor zijn beslissing geven.
* **Gezag van gewijsde:** Een beslist punt kan niet meer bediscussieerd worden in een andere zaak (relatief gezag van gewijsde).
* **Kracht van gewijsde:** Na het verstrijken van de termijn voor rechtsmiddelen is de uitspraak definitief en kan ze niet meer gewijzigd worden (absoluut gezag van gewijsde).
Een uitspraak beslist over de toelaatbaarheid en ontvankelijkheid van de vordering, de gegrondheid van de zaak en de kosten.
### 1.4.4 Gerechtskosten
* **Rolrechten:** De kosten om een zaak aanhangig te maken. De eiser schiet deze voor, de verliezer betaalt, tenzij de kosten nutteloos waren. De bedragen zijn wettelijk bepaald.
* **Rechtsplegingsvergoeding (RPV):** Een tussenkomst van de verliezende partij in de advocaatskosten van de winnende partij. Dit is enkel van toepassing indien een advocaat optrad en dekt niet alle advocaatskosten. Wettelijke barema's gelden, maar de rechter kan deze aanpassen.
* **Kosten van rechtsingang:** Bv. een deurwaardersexploot is duurder dan een verzoekschrift.
* **Kosten van deskundigen, vertalers en tolken:** Deze worden ook verrekend volgens specifieke regels.
### 1.4.5 Uitvoering (executie)
Na de uitspraak kan de beslissing vrijwillig worden uitgevoerd, of gedwongen.
* **Gedwongen uitvoering:** Vereist een "expeditie" of "uitgifte" (eventueel met exequatur) die wordt betekend. Dit leidt meestal tot beslag.
* **Uitvoerbaarheid bij voorraad:** De beslissing is uitvoerbaar, ook al is er nog een rechtsmiddel mogelijk.
* **Risico van insolvabiliteit:** Kan worden afgedekt door verzekeringen of fondsen.
### 1.4.6 Aanleg en rechtsmiddelen
Een uitspraak is niet altijd definitief.
* **Principe:** Tegen een uitspraak in eerste aanleg is een rechtsmiddel mogelijk, tenzij het zeer kleine veroordelingen betreft, procedurele regelingen of indien partijen akkoord gaan (akkoordvonnis) of berusten.
* **Termijn:** Rechtsmiddelen moeten binnen een bepaalde termijn (na betekening) worden ingesteld.
#### 1.4.6.1 Gewone rechtsmiddelen
* **Verzet:** Tegen een verstekvonnis (wanneer een partij niet aanwezig was), wordt ingesteld voor dezelfde rechter.
* **Hoger beroep:** Zowel feiten als recht worden opnieuw beoordeeld door een hogere rechtbank. Dit is de tweede aanleg.
#### 1.4.6.2 Buitengewone rechtsmiddelen
* **Cassatieberoep:** Enkel gericht tegen de schending van de wet (het recht), niet tegen de feiten. Dit kan enkel na de laatste aanleg. Indien de zaak wordt gecasseerd, wordt ze verwezen naar een andere rechtbank voor een nieuwe behandeling (een tweede verwijzing is bindend).
* **Derdenverzet:** Een rechtsmiddel voor derden die door een uitspraak benadeeld worden zonder daarin te zijn tussengekomen.
* **Herroeping van gewijsde:** Tegen een definitieve uitspraak, in uitzonderlijke omstandigheden zoals bedrog of nieuwe bewijzen.
* **Verhaal op de rechter:** Een buitengewoon rechtsmiddel tegen fouten van de rechter zelf.
* **Intrekking:** De mogelijkheid om een uitspraak in te trekken onder bepaalde voorwaarden.
## 1.5 Bewijsrecht
### 1.5.1 Bewijs van wat?
In principe hoeft het recht niet bewezen te worden ("ius novit curia"); de rechter kent het recht. Wel moeten de juridische grondslagen worden aangevoerd. Bewijs is dus vereist voor:
* **De feiten:** Zowel rechtsfeiten (gebeurtenissen met rechtsgevolgen) als rechtshandelingen (bewuste handelingen met rechtsgevolgen).
* Het bewijsrecht is gereglementeerd, deels omwille van rechtszekerheid, kosten en het voorkomen van vervalsingen. Het kan verschillen per rechtstak, maar er is een gemeen bewijsrecht (Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek).
### 1.5.2 Bewijslast of bewijsrisico
* **Actori incumbit probatio:** Wie iets beweert, moet het bewijzen.
* **Uitzonderingen:** Notoriteit (algemeen bekende feiten) en de medewerkingsplicht van partijen (en zelfs derden).
### 1.5.3 Bewijsmiddelen
Bewijsmiddelen kunnen buitengerechtelijk of gerechtelijk zijn.
#### 1.5.3.1 Buitengerechtelijke bewijsmiddelen
* **Schriftelijk bewijs:**
* **Onderhandse akte:** Een document opgesteld door partijen zelf.
* **Authentieke akte:** Een document opgesteld door een bevoegde ambtenaar (bv. notaris).
* **Vereist:** Voor rechtshandelingen boven een bepaald bedrag (artikel 8.9 BW, momenteel € 3.500,00) is een geschrift vereist. Getuigenissen tegen een geschrift zijn dan niet toegelaten.
* **Uitzonderingen:** Geldt niet voor ondernemingszaken (artikel 8.4 BW) en arbeidsovereenkomsten, of indien er sprake is van morele of fysieke onmogelijkheid om een geschrift te verkrijgen.
* **Begin van geschreven bewijs:** Kan worden aangevuld met andere bewijsmiddelen (bv. WhatsApp-berichten, boekhouding, dagboek).
* **Getuigen:** Personen die verklaringen komen afleggen. Dit is vooral relevant voor feiten en bij rechtshandelingen onder het wettelijk bepaalde bedrag. 'Instrumentele getuigen' (bv. bij een huwelijk) bewijzen de handeling zelf, niet de inhoud ervan.
* **V পার্থক্যs:**
* **Feitelijke vermoedens:** Gevormd op basis van de innerlijke overtuiging van de rechter. Ze moeten ernstig, overeenstemmend en onderbouwd zijn, en enkel indien getuigenissen toegelaten zijn.
* **Wettelijke vermoedens:**
* *Iuris tantum*: Een weerlegbaar vermoeden. De wet bepaalt dat iets geacht wordt waar te zijn, maar het tegendeel kan bewezen worden.
* *Iuris et de iure*: Een onweerlegbaar vermoeden. Dit kan niet weerlegd worden.
* **Bekentenis:** Een verklaring van een partij die nadelig is voor haarzelf. Bekentenissen zijn onsplitsbaar en kunnen schriftelijk of mondeling gebeuren.
#### 1.5.3.2 Gerechtelijke bewijsmiddelen
* **Bekentenis:** Kan ook voor de rechter worden afgelegd.
* **Getuigenis:** Wordt afgelegd in strafzaken (tijdens vooronderzoek, onderzoek en procedure) en burgerlijke zaken (na aanbod, tussenvonnis, eed of PV).
* **Eed:** Een plechtige verklaring onder eed. Kan gedingbeslissend zijn (beslecht het geschil) of ambtshalve worden opgelegd.
* **Plaatsopneming:** De rechter bezoekt ter plaatse om de situatie te beoordelen.
* **Deskundig onderzoek of expertise:** Een deskundige wordt aangesteld om een technisch advies te geven na een voorverslag, opmerkingen en een eindverslag. De waarde van dit advies is ter beoordeling van de rechter.
### 1.5.4 Vaste datum
Een akte krijgt een vaste datum door registratie bij een kantoor of een authentieke akte. Dit is belangrijk voor de tegenstelbaarheid van de akte aan derden. Na het bekomen van een vaste datum kan de inhoud van de akte niet meer eenzijdig gewijzigd worden, bijvoorbeeld na overlijden van een partij. Er zijn enkele uitzonderingen in bijzondere rechtstakken.
## 1.6 Toegang tot justitie
Toegang tot justitie is een fundamenteel recht dat op verschillende niveaus wordt ondersteund:
* **Eerstelijnsbijstand:** Verleend door vakbonden, wetswinkels, consumentenverenigingen en centra voor algemeen welzijn. Dit omvat eerste advies en doorverwijzing.
* **Tweedelijnsbijstand:** Wordt verleend door pro deo advocaten aan personen die niet de middelen hebben om juridische hulp te betalen.
## 1.7 De organisatie van de rechterlijke macht: een overzicht
De Belgische rechterlijke macht is hiërarchisch opgebouwd, van de lokale Vredegerechten tot het hoogste Hof van Cassatie. De bevoegdheid van elke rechtbank wordt bepaald door zowel de aard van de zaak (materiële bevoegdheid) als het geografisch gebied (territoriale bevoegdheid). Internationale en supranationale hoven spelen ook een rol in het Belgische rechtsbestel. De principes van een eerlijk proces, zoals de openbaarheid van de zittingen en het recht op tegenspraak, zijn fundamenteel. De verschillende actoren, van magistraten tot advocaten en gerechtsdeurwaarders, werken samen om het recht te doen naleven. Het bewijsrecht regelt hoe feiten en rechtshandelingen bewezen moeten worden, en het rechtsmiddelenrecht biedt mogelijkheden om uitspraken aan te vechten. Toegang tot justitie wordt gewaarborgd door diverse vormen van bijstand.
---
# Controle op naleving van het recht door de rechtbanken
Dit onderwerp behandelt de diverse manieren waarop rechtbanken toezien op de naleving van het recht, met aandacht voor fundamentele rechten, de betrokken actoren, procedurele aspecten en het bewijsrecht.
### 2.1 Organisatie van de rechterlijke macht
De rechterlijke macht is georganiseerd in verschillende types rechtbanken, zowel wat betreft de aard van de geschillen (burgerlijk, strafrechtelijk, publiekrechtelijk) als hun bevoegdheid.
#### 2.1.1 Territoriale bevoegdheid
De territoriale bevoegdheid bepaalt over welk rechtsgebied een rechtbank bevoegd is ($ratione\ loci$). Dit kan supranationaal (Gerecht en Hof van Justitie EU, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Benelux Gerechtshof, Internationaal Gerechtshof, Internationaal strafhof) of nationaal zijn. Op nationaal niveau is er een hiërarchie, met de hoogste rechtbanken (Hof van Cassatie, Raad van State, Grondwettelijk Hof) en lagere rechtbanken.
* **Hoven van Beroep** kennen een ressort (bv. vijf afdelingen) en zijn bevoegd over een bepaald rechtsgebied.
* **Arrondissementen** (in principe provinciaal niveau) hebben een Rechtbank van eerste aanleg met een volheid van bevoegdheid en daaraan verbonden afdelingszetels. Daarnaast zijn er de Politierechtbank en het Arrondissementsrechtbank.
* **Kantons** kennen de Vredegerechten.
#### 2.1.2 Materiële bevoegdheid
De materiële bevoegdheid bepaalt over welk soort zaken een rechtbank bevoegd is ($ratione\ materiae$). Dit onderscheid is cruciaal voor strafzaken (misdaden, wanbedrijven, overtredingen) en privaatrechtelijke zaken (burgerlijke, sociale/arbeidszaken, economische zaken). Er is ook sprake van verschillende aanleggen voor de behandeling van zaken.
### 2.2 Fundamentele rechten en principes
Het recht op een eerlijk proces is een toetssteen van alle rechtspraak en is verankerd in de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 6 EVRM). Dit principe kent een rechtstreekse werking.
Belangrijke elementen van het recht op een eerlijk proces omvatten:
* Een wettelijk geregelde rechtbank.
* Openbaarheid van de terechtzitting (met uitzonderingen).
* Een gemotiveerde uitspraak.
* Een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
* De behandeling binnen een redelijke termijn.
* Het recht op tegenspraak.
### 2.3 De actoren van justitie
Verschillende actoren spelen een rol in de gerechtelijke procedure:
* **Magistraten:** Zittende magistraten (rechters) oordelen onafhankelijk.staande magistraten maken deel uit van het Openbaar Ministerie (parket) en onderzoeken, vervolgen en voeren straffen uit. Ze geven ook advies in andere zaken. Lekenrechters komen voor in specifieke rechtbanken.
* **Advocaten:** Zij zijn zelfstandig, vertegenwoordigen partijen en hebben een pleitmonopolie. Ze verlenen ook buitengerechtelijk advies en treden op als bemiddelaar, curator of bewindvoerder.
* **Gerechtsdeurwaarders:** Zij zijn zelfstandige openbare ambtenaren en staan in voor officiële vaststellingen, betekeningen en de uitvoering van beslissingen (zoals beslag).
* **Griffiers en griffiepersoneel:** Zij vormen het "secretariaat" van de rechtbank.
* **Justitiehuizen:** Deze arrondissementeel georganiseerde centra bieden eerste bijstand, verwijzen door en huisvesten justitieassistenten die instaan voor slachtofferonthaal, sociaal onderzoek en bemiddeling.
* **Notarissen:** Zij zijn openbare ambtenaren en vrije beroepsbeoefenaars die buitengerechtelijke akten opstellen.
* **Paralegals en andere professionals:** Erkende bemiddelaars, gerechtsdeskundigen (nationaal register FOD Justitie), bedrijfsjuristen, beëdigde vertalers en tolken spelen eveneens een rol.
### 2.4 Procesrechtelijke aspecten
Het procedureverloop, zowel in burgerlijke als strafzaken, omvat verschillende fasen:
#### 2.4.1 Procedureverloop in burgerlijke zaken
1. **Inleiding:** Dit kan via een dagvaarding (door deurwaardersexploot) of een verzoekschrift (tegensprekelijk of eenzijdig). Een gezamenlijk verzoek is ook mogelijk.
2. **Argumentatie:** Partijen argumenteren in feite en in rechte, met conclusies en bewijsstukken.
3. **Openbare terechtzitting:** De zaak wordt bepleit op een rechtsdag of pleitdatum.
4. **Uitspraak:** Na beraadslaging doet de rechter uitspraak.
* **Tip:** Als een zaak niet klaar is, kan deze naar de rol verzonden worden, wat een uitstel tot nader order betekent.
#### 2.4.2 Het rollenspel
* **De algemene rol (AR):** Bevat alle zaken van een rechtbank chronologisch op datum van inleiding.
* **De zittingsrol:** Bevat alle zaken die voor een specifieke zitting zijn opgeroepen.
* "Naar de rol laten verzenden" of "weglaten van de (zittings)rol" betekent een onbepaald uitstel.
* De rechter is traditioneel lijdelijk, maar er zijn pogingen tot activering via proceskalenders.
#### 2.4.3 De uitspraak
Een uitspraak is openbaar, kan een tussenvonnis of eindvonnis zijn, en is gemotiveerd.
* **Gezag van gewijsde:** Een specifiek punt kan niet meer bediscussieerd worden.
* **Kracht van gewijsde:** Na het verstrijken van de rechtsmiddelentermijn is de uitspraak absoluut en kan deze niet meer gewijzigd worden.
De uitspraak beslist over de toelaatbaarheid, ontvankelijkheid, gegrondheid en kosten van de zaak.
#### 2.4.4 Gerechtskosten
* **Rolrechten:** Kosten om een zaak aanhangig te maken, voorgeschoten door de eiser en te betalen door de verliezer.
* **Rechtsplegingsvergoeding (RPV):** Tussenkomst van de verliezende partij in de kosten van de advocaat van de winnende partij, berekend volgens wettelijke barema's.
* **Kosten van rechtsingang:** Kosten zoals deurwaardersexploten.
* **Kosten van deskundigen, vertalers en tolken:** Volgens specifieke reglementering.
#### 2.4.5 Uitvoering (executie)
Nadat een vonnis is uitgesproken, kan de tenuitvoerlegging vrijwillig gebeuren of gedwongen (meestal via beslag).
#### 2.4.6 Aanleg en rechtsmiddelen
Tegen een uitspraak is in principe een rechtsmiddel mogelijk, tenzij het om zeer kleine veroordelingen of procedurele regelingen gaat.
* **Gewone rechtsmiddelen:**
* **Verzet:** Tegen een verstekvonnis, voor dezelfde rechter.
* **Hoger beroep:** Behandelt feiten en recht opnieuw bij een hogere rechtbank (tweede aanleg).
* **Buitengewone rechtsmiddelen:**
* **Cassatieberoep:** Enkel gericht op de schending van het recht, na de laatste aanleg. Bij cassatie volgt verwijzing naar een andere rechtbank.
* Andere buitengewone rechtsmiddelen zijn derdenverzet, herroeping van gewijsde, verhaal op de rechter en intrekking.
### 2.5 Bewijsrecht
Het bewijsrecht regelt hoe feiten die relevant zijn voor een juridisch geschil bewezen moeten worden.
#### 2.5.1 Bewijs van wat?
In principe hoeft het recht zelf niet bewezen te worden ($ius\ novit\ curia$). Wel moeten de juridische grondslagen van een vordering worden vermeld. Het bewijs spitst zich toe op de feiten (rechtsfeiten en rechtshandelingen).
#### 2.5.2 Bewijs van rechtsfeiten en rechtshandelingen
* **Bewijslast of bewijsrisico:** De regel is $actori\ incumbit\ probatio$ (wie iets beweert, moet het bewijzen), tenzij het notoir is of er een medewerkingsplicht geldt.
* **Bewijsmiddelen:** Deze kunnen buitengerechtelijk of gerechtelijk zijn.
#### 2.5.3 Buitengerechtelijke bewijsmiddelen
* **Schriftelijk bewijs:** Van rechtshandelingen is vereist boven een bepaald bedrag ($3.500,00\ EUR$ in het gemeen recht, met uitzonderingen voor ondernemingszaken en arbeidsovereenkomsten). Een begin van geschreven bewijs kan volstaan.
* **Akte:** Authentieke (opgesteld door notaris of ambtenaar) of onderhandse (opgesteld door partijen zelf).
* **Getuigenbewijs:** Vooral van feiten, en indien de waarde van de rechtshandeling onder het wettelijk bepaalde bedrag ligt.
* **V পার্থক্য:** Feitelijke vermoedens (door de rechter ingegeven, indien ernstig en overeenstemmend, en indien getuigenbewijs is toegestaan) en wettelijke vermoedens ($iuris\ tantum$ – weerlegbaar, of $iuris\ et\ de\ iure$ – onweerlegbaar).
* > **Tip:** Een $iuris\ tantum$ vermoeden kan weerlegd worden door tegenbewijs, terwijl een $iuris\ et\ de\ iure$ vermoeden onweerlegbaar is.
* **Bekentenis:** Kan schriftelijk, mondeling of via opname gebeuren, maar is onsplitsbaar.
#### 2.5.4 Gerechtelijke bewijsmiddelen
* **Bekentenis, getuigenis, eed, plaatsopneming, deskundig onderzoek/expertise.**
* De waarde van een deskundig verslag is die van een advies.
#### 2.5.5 Vaste datum
Een akte krijgt een vaste datum door authentieke opstelling of registratie, wat belangrijk is voor de tegenstelbaarheid aan derden.
### 2.6 Toegang tot justitie
* **Eerstelijnsbijstand:** Vakbonden, wetswinkels, consumentenverenigingen en Centra voor Algemeen Welzijn verlenen eerste raad en doorverwijzing.
* **Tweedelijnsbijstand:** Pro deo advocaten verlenen juridische bijstand aan minder vermogenden.
---
# Toegang tot justitie
Dit hoofdstuk behandelt de toegankelijkheid van het rechtssysteem, inclusief de verschillende niveaus van juridische bijstand.
## 3. Toegang tot justitie
### 3.1 Eerstelijnsbijstand
Eerstelijnsbijstand omvat de initiële juridische hulp die burgers kunnen ontvangen. Deze hulp wordt geboden door diverse instanties die gericht zijn op het geven van eerste advies en het doorverwijzen naar de juiste instanties indien nodig.
* **Instanties die eerstelijnsbijstand verlenen:**
* Vakbonden
* Wetswinkels
* Consumentenverenigingen
* Centra voor Algemeen Welzijn (CAW)
Deze diensten bieden fundamenteel advies en begeleiden burgers bij het navigeren door het rechtssysteem, met als doel hen wegwijs te maken en zo nodig door te verwijzen voor verdere juridische stappen.
### 3.2 Tweedelijnsbijstand
Tweedelijnsbijstand verwijst naar meer gespecialiseerde juridische hulp, met name de bijstand van een advocaat.
* **Pro Deō Advocaat:** Dit is de term die gebruikt wordt voor een advocaat die juridische bijstand verleent aan personen die niet de financiële middelen hebben om deze zelf te bekostigen. Dit systeem zorgt ervoor dat ook minder gegoede burgers toegang hebben tot juridische vertegenwoordiging en advies, wat essentieel is voor een eerlijk proces.
> **Tip:** Het onderscheid tussen eerstelijns- en tweedelijnsbijstand is cruciaal om te begrijpen hoe juridische hulp gestructureerd is. Eerstelijnsbijstand is laagdrempelig en gericht op informatie en doorverwijzing, terwijl tweedelijnsbijstand gespecialiseerde juridische vertegenwoordiging inhoudt.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gerechtelijk recht | Het recht dat de organisatie en werking van de rechterlijke macht regelt, inclusief de procedures en de geschillenbeslechting. Dit omvat zowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke aspecten. |
| Rechterlijke macht | De organen die belast zijn met de rechtspraak in een staat, bestaande uit rechters en openbare aanklagers, die de wet toepassen en geschillen beslechten. |
| Burgerlijke rechtbanken | Rechtbanken die bevoegd zijn voor geschillen op het gebied van het privaatrecht, zoals familiezaken, contracten en eigendomsrechten. |
| Strafrechtbanken | Rechtbanken die bevoegd zijn voor het berechten van strafzaken, variërend van lichte overtredingen tot zware misdaden. |
| Publiekrechtelijke rechtbanken | Rechtbanken die bevoegd zijn voor geschillen waarbij de overheid betrokken is, zoals administratieve geschillen en fiscale zaken. |
| Territoriale bevoegdheid (ratione loci) | De bevoegdheid van een rechtbank om te oordelen over zaken die zich afspelen binnen een bepaald geografisch gebied. |
| Materiële bevoegdheid (ratione materiae) | De bevoegdheid van een rechtbank om te oordelen over een specifiek type zaken, ongeacht waar deze zich voordoen. |
| Recht op eerlijk proces | Een fundamenteel recht dat garandeert dat iedereen toegang heeft tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter, binnen een redelijke termijn, en met de mogelijkheid tot verdediging. |
| Magistraten | Personen die een ambt bekleden binnen de rechterlijke macht; dit kunnen rechters (zittende magistratuur) of leden van het openbaar ministerie (staande magistratuur) zijn. |
| Openbaar Ministerie (OM) | De staande magistratuur, belast met het onderzoeken van strafbare feiten, het vervolgen van verdachten en het doen uitvoeren van straffen. |
| Advocaat | Een onafhankelijke rechtsprofessional die juridische bijstand verleent aan cliënten, hen vertegenwoordigt in rechte en advies geeft. |
| Gerechtsdeurwaarder | Een zelfstandig openbaar ambtenaar belast met het betekenen van gerechtelijke stukken, het uitvoeren van vonnissen en het doen van officiële vaststellingen. |
| Griffier | Een medewerker van de rechtbank die instaat voor het administratieve secretariaat, het opstellen van akten en het beheer van het gerechtelijk dossier. |
| Justitiehuis | Een organisatie die, op arrondissementeel niveau, eerstelijnsjuridische bijstand verleent en doorverwijst, en ondersteuning biedt aan slachtoffers en bemiddeling. |
| Notaris | Een openbaar ambtenaar die authentieke akten opstelt, zoals huwelijkscontracten, testamenten en vastgoedtransacties, en die een vrij beroep uitoefent. |
| Procesrecht | Het geheel van regels dat de procedure bepaalt voor het voeren van een gerechtelijke procedure, van het inleiden van de zaak tot de tenuitvoerlegging van de uitspraak. |
| Dagvaarding | Een officiële akte waarmee een partij een andere partij oproept om voor de rechtbank te verschijnen. |
| Verzoekschrift | Een schriftelijk verzoek aan de rechtbank, dat in bepaalde gevallen gebruikt kan worden om een zaak in te leiden, ter vervanging van een dagvaarding. |
| Conclusies | Schriftelijke argumenten die partijen neerleggen bij de rechtbank, waarin zij hun feitelijke en juridische standpunten uiteenzetten. |
| Vonnis/Arrest | De beslissing van een rechtbank of hof. Een vonnis wordt uitgesproken door een rechtbank, een arrest door een hof. |
| Gezag van gewijsde | Het principe dat een definitieve gerechtelijke beslissing bindend is en niet meer kan worden aangevochten, tenzij via specifieke rechtsmiddelen. |
| Rechtsmiddelen | Middelen die partijen ter beschikking staan om een gerechtelijke beslissing aan te vechten, zoals verzet, hoger beroep en cassatie. |
| Verzet | Een rechtsmiddel tegen een verstekvonnis, ingesteld voor dezelfde rechter die het oorspronkelijke vonnis heeft uitgesproken. |
| Hoger beroep | Een rechtsmiddel dat aan een hogere rechtbank wordt voorgelegd om een beslissing van een lagere rechtbank te laten toetsen op feiten en recht. |
| Cassatieberoep | Een rechtsmiddel dat aan het Hof van Cassatie wordt voorgelegd om te controleren of de lagere rechter de wet correct heeft toegepast, zonder de feiten opnieuw te beoordelen. |
| Bewijsrecht | Het geheel van regels dat bepaalt hoe feiten en rechtshandelingen in een gerechtelijke procedure moeten worden bewezen. |
| Bewijslast (Actori incumbit probatio) | Het principe dat degene die zich op een feit beroept, dit feit ook moet bewijzen. |
| Schriftelijk bewijs | Bewijs geleverd door middel van documenten, zoals onderhandse akten of authentieke akten. |
| Authentieke akte | Een akte opgesteld door een bevoegde openbare ambtenaar, zoals een notaris, die een bijzondere bewijskracht heeft. |
| Onderhandse akte | Een akte opgesteld door particulieren, zonder tussenkomst van een openbare ambtenaar, die bewijskracht heeft mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. |
| Getuigen | Personen die verklaringen afleggen over feiten die zij waarnemen of waarvan zij kennis dragen. |
| Vermoeden | Een gevolgtrekking die de rechter maakt op basis van bekende feiten om een onbekend feit aan te nemen. Kan weerlegbaar (iuris tantum) of onweerlegbaar (iuris et de iure) zijn. |
| Bekentenis | Een verklaring van een partij waarin deze het bestaan van een bepaald feit toegeeft. |
| Deskundig onderzoek (expertise) | Een gerechtelijk onderzoek ingesteld door een door de rechter aangewezen deskundige om een technisch of wetenschappelijk vraagstuk op te helderen. |
| Vaste datum | Een juridische zekerheid dat een document of akte een bepaalde datum heeft, vaak cruciaal voor de tegenstelbaarheid aan derden. |
| Toegang tot justitie | Het recht en de mogelijkheid voor burgers om een beroep te doen op de rechterlijke macht en juridische hulp te verkrijgen. |
| Eerstelijnsbijstand | Basale juridische informatie en advies, vaak gratis aangeboden door organisaties zoals wetswinkels. |
| Tweedelijnsbijstand (pro deo advocaat) | Juridische bijstand verleend door een advocaat die grotendeels door de staat wordt gefinancierd, voor personen met onvoldoende middelen. |