Cover
Comença ara de franc Samenvatting D1.docx
Summary
# Verticale familiale relaties: afstamming
Dit onderwerp behandelt de juridische betekenis van afstamming, de verschillende grondslagen daarvoor, de gevolgen van afstamming en de relatie met adoptie. Het gaat dieper in op de vaststelling en betwisting van moederschap en vaderschap, inclusief bijzondere regels voor meemoederschap.
## 1. Afstamming
### 1.1 Verschillende betekenissen en grondslagen
Afstamming kan verschillende betekenissen hebben, gaande van bloedverwantschap tot sociaal ouderschap. De *juridische afstamming* is de juridisch vastgestelde band tussen een ouder en een kind, die niet noodzakelijk op een biologische realiteit is gebaseerd. *Biologische afstamming* verwijst daarentegen naar de genetische verwantschap. Juridische afstamming kan ook gebaseerd zijn op sociale gedragingen (sociaal ouderschap) of op de wil en intentie om ouder te worden (volitieve realiteit), zoals bij meemoederschap. Bij conflicten tussen deze grondslagen primeert het belang van het kind, zoals bepaald door het Grondwettelijk Hof. Afstammingsrecht raakt de openbare orde en kan niet bij overeenkomst worden gewijzigd.
### 1.2 Afstamming versus adoptie
Afstamming is *declaratief* van aard: het verklaart een bestaande juridische band, vaak gebaseerd op een biologische werkelijkheid. Adoptie is daarentegen *constitutief*: het vestigt een nieuwe juridische band, vaak gebaseerd op genegenheidsbanden, die wel een beperkte declaratieve werking heeft via de procedure bij de familierechtbank. Bij adoptie begint het ouderschap bij aanvang van de procedure, terwijl bij biologische afstamming het ouderschap begint vanaf de verwekking.
### 1.3 Verwantschap
Verwantschap verbindt personen op grond van afstamming. Er zijn twee soorten verwantschappen:
* **Verwanten in rechte lijn**: Personen die van elkaar afstammen (bv. ouder-kind, grootouder-kleinkind). Dit kan ook zonder bloedverwantschap zijn (bv. adoptie).
* **Verwanten in de zijlijn**: Personen die een gemeenschappelijke stamouder hebben (bv. broers, zussen, ooms, tantes).
**Aanverwantschap** verbindt een persoon met de verwanten van zijn echtgenoot (bv. schoonouders) en met de echtgenoten van zijn verwanten (bv. schoonzonen). Aanverwantschap verdwijnt niet volledig na ontbinding van het huwelijk.
### 1.4 Gevolgen van verwantschap
Een juridisch vastgestelde afstammingsband heeft diverse gevolgen, waaronder:
* Familienaam
* Erfrecht
* Onderhoudsverplichtingen
* Ouderlijk gezag
* Rechten van (donor)kinderen met betrekking tot afstammingsinformatie en anonimiteit van gametendonatie.
* Recht op zekerheid omtrent het biologisch vaderschap via DNA-onderzoek.
### 1.5 Afstammingsrecht en EVRM/Grondwet
Arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (zoals Marckx en Vermeire) en het Belgische Grondwettelijk Hof hebben geleid tot een afzwakking van discriminatoir erfrecht op basis van afstamming (bv. kinderen geboren binnen en buiten het huwelijk). Wettelijke hervormingen en rechtspraak hebben de gelijkheid tussen alle kinderen in de nalatenschap bewerkstelligd, ook al kunnen nalatenschappen die vóór bepaalde arresten openvielen nog onderworpen zijn aan oudere regimes.
### 1.6 Vaststelling van de afstamming
De afstamming kan op verschillende wijzen worden vastgesteld, afhankelijk van of het moederschap, vaderschap of meemoederschap betreft.
#### 1.6.1 Moederschap
Het moederschap wordt in principe vastgesteld door:
1. **Vermelding van de naam van de moeder in de geboorteakte**: Dit volgt uit het principe "mater semper certa est" (de moeder is altijd zeker). Anonieme bevalling is in België niet mogelijk.
2. **Erkenning door een vrouw**: Dit is een vrijwillige rechtshandeling, mogelijk indien de naam van de moeder niet in de geboorteakte staat vermeld, of bij gebrek aan geboorteakte. Er zijn specifieke toestemmingsvereisten, zoals bij draagmoederschap.
3. **Gerechtelijke vaststelling van moederschap**: Dit is een gedwongen vaststelling via een vonnis van de familierechtbank, indien de naam van de moeder niet in de akte staat of bij gebrek aan erkenning. Bewijs van bevalling is hierbij cruciaal.
Erkenning door een overspelige vrouw of gerechtelijke vaststelling van overspelig moederschap kent bijzondere regels, evenals de vaststelling van bloedschennige kinderen.
#### 1.6.2 Vaderschap
Het vaderschap kan worden vastgesteld door:
A. **De vaderschapsregel (binnen het huwelijk)**: "Pater is est quem nuptiae demonstrant" (Vader is hij die het huwelijk aanduidt). De echtgenoot is vader van kinderen geboren binnen het huwelijk of binnen 300 dagen na ontbinding/nietigverklaring ervan. Dit vermoeden geldt gedurende een periode van 300 tot 180 dagen vóór de geboorte en is vatbaar voor tegenbewijs (juris tantum). Er zijn uitzonderingen op dit vermoeden, zoals bij vermiste echtgenoten of bij bepaalde omstandigheden na een echtscheidingsprocedure. Hertrouwen van de moeder binnen 300 dagen na ontbinding van het vorige huwelijk leidt tot een voorkeur voor de nieuwe echtgenoot als vader, tenzij dit wordt betwist.
B. **Buiten het huwelijk**:
1. **Vaderlijke erkenning**: Een vrijwillige rechtshandeling door een man wiens vaderschap niet vaststaat via de vaderschapsregel of meemoederschap. Dit vereist de toestemming van de moeder (bij minderjarigen), het kind (vanaf 12 jaar) of de meerderjarige die erkend wordt, tenzij deze wilsonbekwaam is. Bij toestemmingsweigering kan de familierechtbank tussenkomen na een verzoeningspoging, rekening houdend met het belang van het kind en het biologisch vaderschap. Erkenning kan ook prenataal plaatsvinden. Erkenningen die fraude (bv. voor verblijfsrecht) beogen, kunnen worden geweigerd.
2. **Gerechtelijke vaststelling van vaderschap**: Een gedwongen vaststelling via een gerechtelijke procedure, indien het vaderschap niet vaststaat en er geen erkenning is. Het vaderschap kan worden betwist (o.a. door de echtgenoot, het kind, of de beweerde vader). Ook hier speelt het belang van het kind een rol bij de beoordeling van de gegrondheid van de vordering. Bewijs kan geleverd worden via bezit van staat of alle andere wettelijke middelen (bv. DNA-onderzoek). De rechtspraak heeft bepaald dat bezit van staat geen absoluut obstakel meer vormt voor ontvankelijkheid, en dat een belangenafweging steeds vereist is.
#### 1.6.3 Meemoederschap
Sinds de wet van 5 mei 2014 kan meemoederschap worden gevestigd, gebaseerd op de gezamenlijke ouderschapsintentie van twee vrouwen. Dit is mogelijk binnen het huwelijk (meemoederschapsregel, vermoeden analoog aan vaderschap) of buiten het huwelijk (meemoederlijke erkenning, gerechtelijk onderzoek). Meemoederschap is uitgesloten indien het vaderschap reeds vaststaat. De grondslag hiervoor is de gezamenlijke ouderschapsintentie ten tijde van de verwekking.
### 1.7 Betwisting van de afstamming
Elke vastgestelde afstamming kan worden betwist via een specifieke rechtsvordering. De betwisting kan plaatsvinden langs moeders- of vaderszijde, alsook bij meemoederschap. Er gelden specifieke ontvankelijkheids-, bewijs- en verjaringstermijnen, die onderhevig zijn aan rechtspraak van het Grondwettelijk en het Hof van Cassatie. Het belang van het kind speelt hierbij een cruciale rol, evenals de aanwezigheid van bezit van staat, dat geen absoluut obstakel meer vormt voor de ontvankelijkheid.
#### 1.7.1 Betwisting moederschap
Het moederschap vastgesteld via de geboorteakte of erkenning kan worden betwist. Bij de betwisting van het moederschap in de geboorteakte moet bewezen worden dat de moeder niet bevallen is; bezit van staat maakt de vordering onontvankelijk. Bij betwisting van een moederlijke erkenning zijn een wilsgebrek en het ontbreken van bezit van staat vereist, alsook bewijs dat de erkennende vrouw niet de moeder is.
#### 1.7.2 Betwisting vaderschap
Het vaderschap van de echtgenoot kan rechtstreeks of onrechtstreeks worden betwist. De betwisting van het vaderschap van de echtgenoot is in principe niet-ontvankelijk indien bezit van staat aanwezig is, maar dit is geen absoluut verbod meer. De bewijsvoering kan rechtstreeks (genetisch) of onrechtstreeks gebeuren. De voorgestelde wettelijke vermoedens van niet-vaderschap kunnen worden betwist zonder verdere bewijsvoering. Een "2-in-1"-vordering is mogelijk voor de beweerde vader of meemoeder, waarbij de betwisting van het bestaande vaderschap en de vaststelling van hun eigen afstamming in één procedure worden behandeld. Er gelden specifieke termijnen voor de betwisting door verschillende titularissen.
#### 1.7.3 Betwisting meemoederschap
Het meemoederschap vastgesteld volgens de meemoederschapsregel of via erkenning kan worden betwist. Hierbij spelen bezit van staat en het bewijs van de grondslag (instemming met MBV of andere voortplantingsdaad) een rol. De titularissen en termijnen zijn analoog aan die voor vaderschapsbetwisting, met specifieke aandacht voor de instemming met medisch begeleide voortplanting.
#### 1.7.4 Betwisting vaderlijke erkenning
Een vaderlijke erkenning kan worden betwist door de erkenner zelf, de moeder, het kind (vanaf 12 jaar), de beweerde biologische vader, of de vrouw die meemoederschap opeist. Ontvankelijkheid is onderworpen aan voorwaarden zoals de afwezigheid van bezit van staat en een wilsgebrek bij de erkenner of degenen die toestemden. De gegrondheid vereist het bewijs van niet-vaderschap. Het belang van het kind wordt meegewogen in de beoordeling.
#### 1.7.5 Betwisting gerechtelijk vastgesteld vaderschap
Dit kan enkel via derdenverzet, met specifieke termijnen en ontvankelijkheidsvoorwaarden. De wetgever heeft de gevolgen van bezit van staat en de termijnen voor betwisting grondwettelijk getoetst, wat geleid heeft tot een flexibelere interpretatie door de rechtspraak. De inhoud van de vordering van de beweerde vader of meemoeder is gekoppeld aan de instemming met MBV of een andere voortplantingsdaad.
### 1.8 Gevolgen van de afstamming
De afstamming heeft gevolgen op verschillende gebieden:
* **Nationaliteit**: Bij betwisting of nietigverklaring van een afstammingsband met een Belgische ouder, oordeelt de familierechtbank over het behoud van de Belgische nationaliteit van het kind, rekening houdend met het belang van het kind en de grondwettelijke beginselen.
* **Familienaam**: De toekenning van de familienaam is geregeld door specifieke regels, met keuzemogelijkheden voor de ouders (enkelvoudige of dubbele naam) en inspraak voor het kind vanaf 12 jaar. Wijzigingen van afstamming kunnen leiden tot naamswijzigingen, met specifieke regels voor de impact op kinderen en publiciteitsvereisten.
* **Alimentatie**: Er bestaat een wettelijke onderhoudsverplichting tussen bloedverwanten in rechte lijn en echtgenoten/wettelijk samenwonenden, evenals een bijzondere vordering tegen de vermoedelijke verwekker. De omvang van de alimentatie wordt bepaald door de behoeften van de gerechtigde en de middelen van de schuldenaar. Er zijn specifieke regels voor bijdragen in gewone en buitengewone kosten, indexering, en invordering via DAVO. Strafsancties, zoals familieverlating, zijn voorzien bij niet-naleving.
* **Ouderlijk gezag**: Dit omvat rechten en plichten ten aanzien van de persoon en de goederen van het kind, uitgeoefend door de ouders of door een voogd bij ontstentenis van ouders. Er is een evolutie van vaderlijke macht naar ouderlijk gezag, met een nadruk op samenwerking en het belang van het kind. Verschillende verblijfsregelingen zijn mogelijk, met een voorkeur voor gelijk verdeeld verblijf indien de ouders niet samenleven.
* **Adoptie**: Adoptie creëert een juridische band die vergelijkbaar is met de oorspronkelijke afstammingsband, met twee vormen: gewone en volle adoptie. Er zijn specifieke instellings-, toestemmings- en leeftijdsvereisten. De procedure verloopt gerechtelijk, met een voorafgaand geschiktheidsonderzoek. Gevolgen van adoptie betreffen o.a. naam, ouderlijk gezag, huwelijksbeletselen en onderhoudsverplichtingen. Adoptie kan worden omgezet of herroepen, onder strikte voorwaarden en met rechterlijke controle.
* **Pleegzorg**: Dit is een vorm van jeugdhulp waarbij het kind tijdelijk wordt opgenomen in een ander gezin. Pleegzorgers hebben bepaalde rechten en plichten, maar het ouderlijk gezag en de belangrijkste beslissingen blijven in principe bij de ouders.
* **Broers en zussen**: Minderjarige broers en zussen hebben het recht om niet van elkaar te worden gescheiden. Er is een recht op persoonlijk contact tussen broers en zussen, dat kan worden geweigerd indien dit strijdig is met het belang van het kind.
* **Voogdij**: Dit regime komt tussen wanneer beide ouders overleden zijn, onbekend zijn, of permanent onmogelijk zijn om het ouderlijk gezag uit te oefenen. De vrederechter benoemt een voogd en een toeziende voogd, met specifieke regels voor de organisatie en werking.
* **Ontvoogding**: Dit statuut, dat kan worden verkregen vanaf 15 jaar, verleent de minderjarige meer handelingsbekwaamheid, maar blijft onder toezicht van een curator en de vrederechter.
* **Opschorting van het stemrecht**: Minderjarigen van 16 en 17 jaar kunnen deelnemen aan de Europese verkiezingen zonder voorafgaande inschrijvingsplicht, maar de vrederechter kan dit stemrecht opschorten indien de persoonlijke omstandigheden van de minderjarige dit vereisen.
* **Beschermde personen**: Meerderjarigen die wegens hun gezondheidstoestand niet in staat zijn hun belangen waar te nemen, kunnen onder gerechtelijke bescherming (onbekwaamverklaring en bewind) worden geplaatst. De autonomie van de beschermde persoon staat centraal, met voorrang voor de minst ingrijpende maatregel (bijstand boven vertegenwoordiging) en maatwerk. Er bestaat ook een buitengerechtelijke bescherming via de lastgeving.
* **Sanctionering van niet-naleving**: Bij niet-naleving van verblijfs- of contactregelingen kunnen burgerrechtelijke (dwangsom, schadevergoeding) en strafrechtelijke (misdrijf familieverlating) sancties worden toegepast. DAVO (Dienst voor de Invordering van Uitkeringen) kan tussenkomen bij wanbetaling van onderhoudsgeld.
Dit samenvattende overzicht beoogt een gestructureerd en gedetailleerd overzicht te bieden van de complexe materie rond afstamming en de daaraan verbonden juridische aspecten, conform de eisen van een studiegids.
---
# Gevolgen van de vastgestelde afstamming en verwantschappen
Dit deel onderzoekt de juridische gevolgen van een vastgestelde afstammingsband, waaronder familienaam, erfrecht, alimentatie, ouderlijk gezag en de rechten van (donor)kinderen, evenals de gevolgen van aanverwantschap en de organisatie van verwantschap aan de hand van graden.
### 2.1 Afstamming: begrippen en grondslagen
#### 2.1.1 Verschillende betekenissen van het begrip afstamming
* **Algemene bloedverwantschap:** Verwant zijn door bloed.
* **Juridische afstamming:** De wettelijk erkende band tussen een kind en zijn ouders, die niet noodzakelijk op bloedbanden is gebaseerd. Juridische afstamming kan ook ontstaan door bijvoorbeeld adoptie.
* **Biologische afstamming:** De genetische verwantschap, die niet altijd juridisch vertaald wordt.
#### 2.1.2 Grondslagen voor juridische afstamming
De juridische afstamming kan gebaseerd zijn op:
* **Bloedband:** De oorspronkelijke afstammingsband gebaseerd op biologische realiteit.
* **Sociaal gedrag (bezit van staat):** De juridische realiteit waarin een persoon zich gedraagt als ouder, wat dient als bewijsmiddel. Langdurig sociaal gedrag kan een belemmering vormen voor betwisting van de afstamming.
* **Wil of intentie (volitieve realiteit):** De wil om ouder te worden, erkenning van verwantschap, meemoederschap of een gezamenlijke ouderschapsintentie.
#### 2.1.3 Belang van het kind
In afstammingsgeschillen, waar verschillende grondslagen conflicteren, primeert het belang van het kind. Dit criterium helpt bepalen welke aanknopingspunten de bovenhand moeten krijgen.
#### 2.1.4 Afstamming versus adoptie
* **Afstamming:** Declaratief van aard; het verklaart een bestaande realiteit (vaak biologisch).
* **Adoptie:** Constitutief van aard; het vestigt een nieuwe juridische band die niet biologisch gefundeerd is, maar gebaseerd op genegenheidsbanden. Adoptie heeft een beperkte declaratieve werking, waarbij het ouderschap begint vanaf de start van de procedure.
### 2.2 Verwantschap: begrippen en organisatie
Verwantschap verbindt personen op basis van afstamming.
#### 2.2.1 Soorten verwantschap
* **Verwanten in rechte lijn:** Personen die van elkaar afstammen (bv. ouder-kind, grootouder-ouder).
* **Verwanten in de zijlijn:** Personen die een gemeenschappelijke stamouder hebben (bv. broers, zussen, ooms, tantes).
#### 2.2.2 Systeem van de graden
De graad van verwantschap wordt bepaald door het aantal generaties tussen de betrokken personen.
* **Rechte lijn:** Elke generatie is een graad.
* **Zijlijn:** Eerst naar de gemeenschappelijke stamouder en dan naar de andere persoon. Broer en zus zijn verwanten in de tweede graad. Neven en nichten zijn verwanten in de vierde graad.
### 2.3 Aanverwantschap
Aanverwantschap verbindt een persoon met de verwanten van zijn echtgenoot/echtgenote (schoonouders, schoonbroers/zussen), met stiefkinderen, en met de echtgenoten van zijn verwanten (schoonkinderen).
#### 2.3.1 Gevolgen van aanverwantschap
Aanverwantschap heeft gevolgen inzake adoptie, onderhoudsverplichtingen, huwelijksbeletsels, voogdij en bescherming van meerderjarigen. Het verdwijnt echter niet volledig na ontbinding van het huwelijk (bv. schoonmoeder blijft schoonmoeder).
#### 2.3.2 Wat is géén aanverwant?
Een stiefbroer/-zus of halfbroer/-zus is een verwant, geen aanverwant.
### 2.4 Gevolgen van een vastgestelde afstammingsband
Een juridisch vastgestelde afstamming leidt tot diverse gevolgen:
* **Familienaam:** De familienaam van het kind.
* **Erfrecht:** Rechten op de nalatenschap van de overledene.
* **Alimentatie:** Onderhoudsverplichtingen tussen verwanten.
* **Ouderlijk gezag:** De rechten en plichten van de ouders ten aanzien van het kind.
#### 2.4.1 Rechten van (donor)kinderen
De wettelijke regeling met betrekking tot het recht op afstammingsinformatie en de anonimiteit van gametendonatie is in evolutie, met een neiging naar een afzwakking van de absolute anonimiteit. Dit omvat het recht op zekerheid omtrent biologisch vaderschap en het recht op niet-identificeerbare gegevens van de donor.
### 2.5 Vaststelling van de afstamming
Dit omvat de vaststelling van moederschap, vaderschap en meemoederschap, evenals de betwisting ervan.
#### 2.5.1 Vaststelling van moederschap
* **Vermelding naam moeder in geboorteakte:** De regel "Mater semper certa est" (de moeder is altijd zeker). Anonieme bevalling is niet mogelijk in België.
* **Erkenning door een vrouw:** Kan plaatsvinden indien de naam van de moeder niet vermeld is in de geboorteakte, onder dezelfde voorwaarden als erkenning door een man.
* **Gerechtelijke vaststelling van moederschap:** Kan gedwongen plaatsvinden via een vonnis van de rechtbank, wanneer de afstamming niet op andere wijze vaststaat.
#### 2.5.2 Vaststelling van vaderschap
* **De vaderschapsregel ("Pater is est quem nuptiae demonstrant"):** Binnen het huwelijk is de echtgenoot de vader, ook indien het kind binnen de 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk wordt geboren. Er gelden vermoedens omtrent de verwekkingsperiode.
* **Erkenning door een man:** Vrijwillige erkenning bij ambtenaar van de burgerlijke stand, mogelijk buiten het huwelijk. Vereist specifieke toestemmingen.
* **Gerechtelijke vaststelling van vaderschap:** Gedwongen vaststelling via een vonnis van de rechtbank, buiten de wil van de man om.
#### 2.5.3 Vaststelling van meemoederschap
Sinds de wet van 5 mei 2014 is meemoederschap wettelijk vastgelegd, gebaseerd op de gezamenlijke ouderschapsintentie van twee vrouwen. Dit kan via een meemoederschapsregel (binnen het huwelijk) of een meemoederlijke erkenning (buiten het huwelijk).
### 2.6 Betwisting van de afstamming
Een vastgestelde afstamming kan worden betwist. Dit kan langs moeders-, vaders- of meemoederszijde, ongeacht de wijze waarop de afstamming werd vastgesteld. De betwisting vereist specifieke titularissen, termijnen en bewijsmiddelen. Er zijn specifieke regels voor betwisting van wettelijk vastgesteld moederschap, moederlijke erkenning en gerechtelijk vastgesteld vaderschap.
#### 2.6.1 Betwisting van het wettelijk vastgesteld moederschap
Dit kan door alle wettelijke middelen worden bewezen dat de moeder niet van het kind bevallen is. Het bezit van staat ten aanzien van de moeder maakt de vordering onontvankelijk. De termijn voor betwisting van het moederschap door de moeder is één jaar, maar dit is door rechtspraak als ongrondwettelijk bevonden voor het kind.
#### 2.6.2 Betwisting van een (meemoederlijke) erkenning
Dit kan enkel indien er geen bezit van staat is ten aanzien van de erkennende vrouw, of indien er een wilsgebrek aan de toestemming kleefde. De titularissen en termijnen zijn beperkt.
#### 2.6.3 Betwisting van gerechtelijk vastgesteld vaderschap/meemoederschap
Dit kan via het bijzondere rechtsmiddel derdenverzet, indien de personen die de vordering hadden kunnen instellen niet werden betrokken. Het bezit van staat is geen absolute grond van niet-ontvankelijkheid meer, en de rechter dient een belangenafweging te maken.
### 2.7 Gevolgen van de afstamming
De vastgestelde afstamming heeft diverse gevolgen, zoals:
* **Familienaam:** De naam die het kind draagt.
* **Ouderlijk gezag:** Het geheel van rechten en plichten van de ouders ten aanzien van hun minderjarig kind. Dit omvat gezag over de persoon (recht van bewaring en juridische bewaring) en rechten omtrent het vermogen (wettelijk beheer en vruchtgenot). Er is een algemeen principe van gezamenlijke gezagsuitoefening, met uitzonderingen en tussenmodellen.
* **Recht op persoonlijk contact:** Het recht van ouders, grootouders, broers/zussen en derden met een bijzondere affectieve band om contact te hebben met het kind. Dit recht kan geweigerd worden indien het ingaat tegen het belang van het kind, met een onderscheid tussen ouders en derden qua bewijslast en weigeringsgronden.
* **Alimentatie:** Dwingende onderhoudsverplichtingen tussen bloedverwanten in rechte lijn, schoonouders/schoonkinderen, en vermoedelijke verwekkers. De omvang is afhankelijk van de behoeften van de schuldeiser en het vermogen van de schuldenaar.
* **Adoptie:** Een gerechtelijke procedure die een band schept tussen individuen, met gevolgen die gelijkaardig zijn aan oorspronkelijke afstamming. Er zijn twee vormen: gewone en volle adoptie, elk met eigen vereisten en gevolgen voor naam, ouderlijk gezag, huwelijksbeletsels en onderhoudsverplichtingen. De procedure vereist een voorafgaand maatschappelijk onderzoek en geschiktheidsoordeel voor minderjarigen.
* **Beschermde minderjarigen:** De handelings(on)bekwaamheid van minderjarigen wordt geregeld door het IVRK en nationaal recht, met beschermingsstatuten zoals ouderlijk gezag, pleegzorg, voogdij en ontvoogding.
* **Bescherming van geesteszieken en verkwisters:** Privaatrechtelijke bescherming kan worden gerealiseerd via vrijwillige behandeling onder voorwaarden of gerechtelijke bescherming (onbekwaamverklaring en bewind). Internering is een veiligheidsmaatregel in de strafrechtelijke sfeer.
* **Broers en zussen:** Hebben het recht om niet van elkaar gescheiden te worden, en recht op persoonlijk contact, tenzij dit ingaat tegen het belang van het kind.
* **Voogdij:** Ontstaat bij het overlijden of de blijvende onmogelijkheid van de ouders om het ouderlijk gezag uit te oefenen. De vrederechter benoemt een voogd, met toezicht door een toeziende voogd en eventueel een voogd ad hoc.
* **Ontvoogding:** Maakt de minderjarige handelingsbekwaamer, hetzij van rechtswege (bv. door huwelijk), hetzij gerechtelijk.
* **Pleegvoogdij:** Een bijzondere vorm van voogdij, vaak als voorbereiding op adoptie, waarbij pleegvoogden bepaalde ouderlijke rechten uitoefenen.
#### 2.7.1 Nationaliteit
In geval van betwisting van de afstamming of nietigverklaring van een erkenning, beslist de familierechter over het behoud van de Belgische nationaliteit van het kind.
#### 2.7.2 Familienaam
De familienaam wordt toegekend als gevolg van de afstamming, met keuzemogelijkheden voor de ouders of het kind vanaf 12 jaar. Er zijn specifieke regels voor naamsverandering, naamsverbetering en naamsbetwisting.
#### 2.7.3 Strafsancties bij niet-naleving onderhoudsplicht
Misdrijven zoals familieverlating en nalaten van onderhoud kunnen leiden tot correctionele straffen en andere sancties, zoals de intrekking van het rijbewijs.
#### 2.7.4 Dienstverlening door DAVO
De Dienst voor de Invordering van Uitkeringen kan voorschotten op kinderalimentatie verlenen en onderhoudsgelden invorderen, met een algemeen voorrecht op roerende goederen tot een maximumbedrag van vijftien duizend euro.
#### 2.7.5 Centraal bestand van vonnissen
Er bestaat een centraal bestand van vonnissen, arresten en akten betreffende de toekenning van onderhoudsuitkeringen, teneinde de invordering van achterstallige onderhoudsuitkeringen te vergemakkelijken.
---
# Adoptie als alternatief voor afstamming en beschermingsmaatregelen voor minderjarigen
Adoptie creëert een juridische band die vergelijkbaar is met afstamming, met specifieke gevolgen voor de persoon van de minderjarige en zijn of haar vermogen, terwijl ook diverse beschermingsstatuten voor minderjarigen worden onderzocht.
### 3.1 Afstamming
Afstamming bepaalt de juridische verwantschap tussen personen, die niet noodzakelijk op biologische banden is gebaseerd. Juridische afstamming kan voortvloeien uit een bloedband, sociaal gedrag of de intentie van de betrokkenen. Het belang van het kind primeert bij conflicten tussen deze grondslagen. Afstamming raakt de openbare orde, wat betekent dat er niet van kan worden afgeweken bij overeenkomst.
#### 3.1.1 Verwantschap
Verwantschap verbindt personen op basis van afstamming. Er zijn twee soorten:
* **Verwanten in rechte lijn**: Stammen van elkaar af (bijv. ouder-kind, grootouder-ouder).
* **Verwanten in de zijlijn**: Hebben een gemeenschappelijke stamouder (bijv. broer-zus, oom-neef).
#### 3.1.2 Gevolgen van verwantschap
Juridisch vastgestelde afstamming heeft gevolgen voor familienaam, erfrecht, alimentatie en ouderlijk gezag.
#### 3.1.3 Aanverwantschap
Aanverwantschap verbindt een persoon met de verwanten van zijn of haar echtgenoot, maar niet met stiefkinderen of de echtgenoten van zijn of haar verwanten. Gevolgen van aanverwantschap zijn onder meer inzake adoptie, onderhoudsverplichtingen en huwelijksbeletsels, maar niet inzake erfrecht en ouderlijk gezag.
#### 3.1.4 Vaststelling van de afstamming
De vaststelling van de afstamming gebeurt op drie wijzen:
* **Moederschap**:
* Vermelding naam moeder in geboorteakte (wettelijk verplicht, tenzij anonieme bevalling).
* Erkenning door een vrouw (vrijwillig, met toestemming van de andere ouder of kind indien 12+).
* Gerechtelijke vaststelling van moederschap (gedwongen).
* **Vaderschap**:
* **Binnen het huwelijk**: De vaderschapsregel ("pater is est quem nuptiae demonstrant") stelt de echtgenoot van de moeder als vader aan, ook voor kinderen geboren binnen 300 dagen na ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk. Er bestaan vermoedens omtrent de verwekking (300e-180e dag voor geboorte), die vatbaar zijn voor tegenbewijs. Uitzonderingen op dit vermoeden zijn voorzien bij afwezigheid, echtscheidingsprocedures en opeenvolgende huwelijken.
* **Buiten het huwelijk**:
* Vaderlijke erkenning (vrijwillig, met specifieke toestemmingsvereisten en controle op belangen van het kind).
* Gerechtelijke vaststelling van vaderschap (gedwongen, via procedure, met recht van verzet en mogelijkheid tot belangenafweging).
* **Meemoederschap**: Sinds 2015 is meemoederschap wettelijk erkend en gebaseerd op de gezamenlijke ouderschapsintentie van twee vrouwen. Dit kan via een meemoederschapsregel (binnen het huwelijk), erkenning of gerechtelijk onderzoek. Het meemoederschap is wederkerig aan het vaderschap: als vaderschap vaststaat, kan meemoederschap niet worden gevestigd en omgekeerd.
#### 3.1.5 Betwisting van de afstamming
Elke vastgestelde afstamming kan worden betwist via een specifieke rechtsvordering.
* **Betwisting moederschap**:
* Moederschap uit geboorteakte: te bewijzen dat de vermelde moeder niet bevallen is, tenzij er bezit van staat is. Termijn van 1 jaar na ontdekking van het leugenachtige karakter, met een 30-jarige termijn voor het kind.
* Moederlijke erkenning: nietigheid mogelijk wegens wilsgebreken of strijdigheid met de openbare orde, met specifieke titularissen en termijnen.
* Gerechtelijk vastgesteld moederschap: enkel via derdenverzet.
* **Betwisting vaderschap**:
* Vaderschap van de echtgenoot: kan rechtstreeks of onrechtstreeks worden betwist. Bezit van staat is geen absoluut beletsel meer; de rechter dient een belangenafweging te maken. De gegrondheid hangt af van het biologisch vaderschap en het belang van het kind.
* Vaderlijke erkenning: gemeenrechtelijke betwisting met ontvankelijkheidsvoorwaarden (afwezigheid bezit van staat, wilsgebrek) en gegrondheid (bewijs van niet-vaderschap).
* Gerechtelijk vastgesteld vaderschap: via derdenverzet, met specifieke termijnen voor de titularissen.
* **Betwisting meemoederschap**: De regels zijn analoog aan die voor vaderschap, met specifieke vereisten rond instemming met medisch begeleide voortplanting en een belangenafweging.
#### 3.1.6 Gevolgen van de afstamming
De gevolgen van de afstamming omvatten onder meer de familienaam, het ouderlijk gezag, het recht op persoonlijk contact, de nationaliteit, en onderhoudsverplichtingen (alimentatie). Er bestaat een wederkerige gelijkheidsregel tussen ouders en kinderen. Specifieke regels gelden voor afstammingen die voortkomen uit overspel.
### 3.2 Adoptie
Adoptie creëert een juridische band die vergelijkbaar is met afstamming, met twee vormen: gewone adoptie (aanvulling van de oorspronkelijke banden) en volle adoptie (verbreking van de oorspronkelijke banden). Adoptie heeft tot doel de jeugdbescherming en het welzijn van het kind te dienen.
#### 3.2.1 Begrip en vormen van adoptie
* **Gewone adoptie**: Vestigt een juridische band tussen adoptant(en) en geadopteerde, waarbij de banden met de oorspronkelijke familie behouden blijven.
* **Volle adoptie**: Vestigt een juridische band die de oorspronkelijke banden met de biologische familie verbreekt en de geadopteerde volledig in de familie van de adoptant(en) plaatst.
#### 3.2.2 Gevolgen van adoptie
De gevolgen van adoptie lijken sterk op deze van afstamming, waaronder de naam, ouderlijk gezag, huwelijksbeletsels en onderhoudsverplichtingen. Bij volle adoptie is er een volledige vervanging van de oorspronkelijke banden, terwijl bij gewone adoptie de oorspronkelijke banden behouden blijven.
#### 3.2.3 Voorwaarden voor adoptie
* **Instellingsvoorwaarden**: Elke adoptie moet steunen op wettige redenen, wat betekent dat ze niet strijdig mag zijn met de openbare orde en de ratio van de instelling. Adopties met louter verblijfsrechtelijk of fiscaal oogmerk worden niet toegestaan.
* **Geschiktheid van adoptant(en)**: Vereist een maatschappelijk onderzoek en een beoordeling van de geschiktheid door de familierechtbank.
* **Leeftijdsvereisten**: Adoptanten moeten minimaal 25 jaar zijn (of 18 bij partneradoptie) en een leeftijdsverschil van respectievelijk 15 of 10 jaar hebben met de geadopteerde.
* **Toestemmingen**: Vereist toestemming van de adoptandus (vanaf 12 jaar), de ouders (of voogd) en de echtgenoot/partner van de adoptant. Een weigering van toestemming kan onder omstandigheden door de rechter worden genegeerd, met name indien deze onverantwoord is en/of het belang van het kind dit vereist.
#### 3.2.4 Procedure
De adoptieprocedure verloopt steeds gerechtelijk en omvat een voorbereiding en een vaststelling van geschiktheid, gevolgd door de eigenlijke rechtspleging bij de familierechtbank.
### 3.3 Beschermingsstatuten voor minderjarigen
Minderjarigen genieten specifieke bescherming door diverse wettelijke en gerechtelijke maatregelen die hun belangen waarborgen.
#### 3.3.1 Ouderlijk gezag (OG)
Ouderlijk gezag omvat rechten en plichten van ouders ten aanzien van de persoon en goederen van hun minderjarige kinderen. Het is een gevolg van oorspronkelijke of adoptieve afstamming en wordt bij voorkeur gezamenlijk uitgeoefend (gezamenlijk gezag). Bij onenigheid of bij gebrek aan overeenstemming kan de familierechtbank tussenkomen. Uitsluitende uitoefening van OG door één ouder is de uitzondering en geeft de andere ouder recht op persoonlijk contact en toezicht. Het ouderlijk gezag eindigt door meerderjarigheid, ontvoogding, adoptie of overlijden van beide ouders.
#### 3.3.2 Recht op persoonlijk contact
Dit recht, ook wel omgangsrecht of bezoekrecht genoemd, is een gevolg van afstamming en wordt gewaarborgd door de wet. Het geldt voor ouders, grootouders, broers en zussen, en eventueel voor derden met een bijzondere affectieve band. De uitoefening kan enkel geweigerd worden om bijzonder ernstige redenen (ouders) of indien strijdig met het belang van het kind (grootouders, broers/zussen, derden).
#### 3.3.3 Broers en zussen
Broers en zussen hebben recht om niet van elkaar te worden gescheiden en recht op persoonlijk contact, tenzij dit in strijd is met het belang van het kind of in het geval van plaatsing van een minderjarige na het plegen van een misdrijf.
#### 3.3.4 Voogdij
Voogdij ontstaat wanneer beide ouders overleden zijn, onbekend, onmogelijk om het ouderlijk gezag uit te oefenen, of ontzet zijn. De vrederechter benoemt de voogd, na het kind (vanaf 12 jaar) te hebben gehoord en de naaste familie te hebben opgeroepen. De voogd beheert de goederen en zorgt voor de persoon van de minderjarige.
#### 3.3.5 Pleegvoogdij
Pleegvoogdij is een beschermingsstatuut waarbij pleegouders bepaalde ouderlijke rechten en plichten krijgen, met name voor het beheer van de goederen en het verblijf, en indien de pleegouders het gezag gedelegeerd krijgen.
#### 3.3.6 Ontvoogding
Ontvoogding kan wettelijk (bij huwelijk) of gerechtelijk plaatsvinden voor minderjarigen vanaf 15 jaar. De ontvoogde minderjarige staat onder curatele en heeft beperkte handelingsbekwaamheid, met noodzaak tot bijstand of machtiging voor bepaalde rechtshandelingen.
#### 3.3.7 Opschorting van het stemrecht van minderjarigen
Minderjarigen van 16 en 17 jaar kunnen deelnemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. De vrederechter kan hun stemrecht echter opschorten indien de persoonlijke omstandigheden of gezondheidstoestand van de minderjarige dit vereisen.
#### 3.3.8 Handelings(on)bekwaamheid van de minderjarige
Minderjarigen zijn in principe handelingsonbekwaam voor materiële en proceshandelingen, tenzij bij uitzondering, voor bepaalde handelingen alleen, met bijstand, of met machtiging van de vrederechter. Het onderscheid tussen bijstand en vertegenwoordiging is cruciaal.
#### 3.3.9 Horen van minderjarigen
Sinds de hervormingen in 2024 heeft elke minderjarige die geen partij is in een procedure die hem aanbelangt, het recht om door de rechter te worden gehoord. De rechter moet de minderjarige informeren over zijn rechten en het doel van het horen, en het belang van het kind wordt passend in acht genomen. Een vertrouwenspersoon kan de minderjarige bijstaan tijdens het horen.
#### 3.3.10 Bescherming van personen met psychiatrische aandoening
De Wet op de bescherming van de persoon met een psychiatrische aandoening (WBPPA) regelt de beschermingsmaatregelen, waaronder de beschermende observatiemaatregel en vrijwillige behandeling onder voorwaarden. Er is een spoedprocedure met klinische evaluatie of tussenkomst van het Openbaar Ministerie. De duur van de maatregelen is begrensd, en wijzigingen zijn mogelijk. Het bewind kan de handelingsbekwaamheid van de persoon aantasten, afhankelijk van de aard van de handeling en de beoordeling van de vrederechter. De bescherming is gebaseerd op subsidiariteit en proportionaliteit, met een voorkeur voor de minst ingrijpende maatregel.
#### 3.3.11 Internering
Internering is een veiligheidsmaatregel in de strafrechtelijke sfeer, bedoeld ter bescherming van de maatschappij en ter rehabilitatie van de persoon. Het is van toepassing op personen die een misdrijf hebben gepleegd en lijden aan een geestesstoornis met gevaar voor recidive. Internering kan leiden tot de onbekwaamverklaring van politieke rechten.
#### 3.3.12 Rechterlijke bescherming en bewind
De rechterlijke bescherming (onbekwaamverklaring en bewind) treedt in werking wanneer de gezondheidstoestand van een persoon (mentaal of fysiek) zijn belangenwaarneming belemmert. Dit gebeurt met inachtneming van de principes van subsidiariteit en proportionaliteit, waarbij de autonomie van de persoon centraal staat. Het bewind kan bijstand of vertegenwoordiging inhouden. De vrederechter speelt een cruciale rol bij de aanwijzing van de bewindvoerder en het toezicht.
#### 3.3.13 Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad van pleegkinderen
Pleegouders zijn aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door hun pleegkind, in lijn met de aansprakelijkheid van ouders. Voor pleegkinderen onder de 16 jaar geldt een foutloze aansprakelijkheid van de pleegouders (en/of ouders), terwijl voor minderjarigen van 16 jaar en ouder de pleegouders (en/of ouders) aansprakelijk zijn tenzij ze kunnen aantonen dat de schade niet aan hun fout te wijten is. Het bewijs van goed toezicht is daarbij niet altijd voldoende.
#### 3.3.14 Beperkingen aan de handelingsbekwaamheid
Bepaalde handelingen, zoals schenkingen, huwelijken en testamenten, vereisen specifieke toestemmingen of machtigingen, zelfs voor personen die anders handelingsbekwaam zijn. De beschermingsmaatregelen voor minderjarigen en onbekwaam verklaarde meerderjarigen zijn van dwingend recht en gericht op de bescherming van hun belangen.
---
*Dit studiemateriaal is een samenvatting en dient ter ondersteuning van de officiële studiestof. Raadpleeg altijd de primaire juridische bronnen en de meest recente wetgeving.*
---
# Naam, voornaam en alimentatie
Dit onderwerp behandelt de juridische aspecten van naam en voornaam, inclusief wijzigingsprocedures en de toekenning ervan bij afstamming en adoptie. Ook de alimentatieplicht, de berekening ervan, de invordering en de verschillende onderhoudsverplichtingen tussen bloed- en aanverwanten komen aan bod.
### 4.1 Naam en voornaam
#### 4.1.1 Begrip en algemene principes
* **Naam:** De familienaam van een persoon is een belangrijk identificatiemiddel en essentieel voor de juridische staat van een persoon in de maatschappij en familie. Het afstammingsrecht, dat de basis vormt voor de toekenning van een naam, raakt de openbare orde, wat betekent dat er niet van kan worden afgeweken via overeenkomsten.
* **Voornaam:** De voornaam wordt gekozen door de ouders en dient ter individualisering. Er is een wettelijke regeling voor de wijziging van voornamen.
#### 4.1.2 De familienaam als gevolg van oorspronkelijke afstamming
De familienaam wordt in beginsel bepaald door de afstamming van de ouders, met specifieke regels afhankelijk van de vastgestelde afstammingsband(en).
* **Enkelvoudige afstamming:**
* **Enkel moederschap vastgesteld:** Het kind draagt de naam van de moeder.
* **Enkel vaderschap vastgesteld:** Het kind draagt de naam van de vader.
* **Dubbele afstamming (dubbele naam):**
* Wanneer zowel het moederschap als het vaderschap is vastgesteld (ongehuwd of gehuwd), hebben de ouders de keuze om de naam van de vader, de naam van de moeder, of een samengestelde naam te kiezen.
* Bij de keuze voor een samengestelde naam mag elk deel slechts uit één naambestanddeel bestaan, en deze worden met een spatie verbonden. De volgorde mag vrij gekozen worden.
* Indien de ouders een dubbele naam hebben, kunnen zij slechts één deel van elke naam doorgeven.
* Bij onenigheid of afwezigheid van keuze draagt het kind de namen van beide ouders naast elkaar, in alfabetische volgorde, met slechts één naambestanddeel per ouder.
* Deze keuze geldt ook voor latere kinderen die uit dezelfde relatie geboren worden.
* **Meemoederschap:** Bij meemoederschap (vastgesteld vaderschap door de echtgenoot/wettelijke partner van de moeder) gelden analoge regels als bij dubbele afstamming, met keuze uit de naam van de moeder, de meemoeder, of een samengestelde naam.
* **Wijziging van familienaam:**
* **Naamswijziging via FOD Justitie:** Eenmalige wijziging op aanvraag bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, zonder noodzaak tot opgave van ernstige redenen. Vereist controle van gerechtelijke antecedenten en de gevraagde naam mag geen verwarring of schade veroorzaken.
* **Naamsverbetering via de familierechtbank:** Enkel mogelijk bij een materiële vergissing in de akte van burgerlijke stand.
* **Procedure bij erkenning en vaststelling van afstamming:** De gekozen naam wordt vastgelegd bij de aangifte van de geboorte of de erkenning. Bij een gerechtelijke vaststelling van afstamming stelt de familierechtbank de naam vast.
* **Instemming van het kind:** Een minderjarige die 12 jaar of ouder is, heeft inspraak (en een vetorecht) bij de toekenning of wijziging van de familienaam.
* **Naamsverandering van een ouder:** Indien een ouder zijn familienaam wijzigt, kan dit ook leiden tot een automatische naamsverandering bij de minderjarige kinderen (jonger dan 12 jaar), tenzij zij anders verklaren. Kinderen ouder dan 12 jaar moeten toestemmen.
#### 4.1.3 Voornaam
* **Toekenning:** De voornaam wordt door de ouders gekozen.
* **Wijziging:** Een voornaamsverandering kan via een administratieve procedure bij de ambtenaar van de burgerlijke stand worden aangevraagd, om gelijk welke reden. De naam mag geen verwarring of schade veroorzaken. Transgender personen hebben een recht op voornaamsverandering tegen een gereduceerd tarief.
* **Procedure:** De aanvraag wordt ingediend bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats, na controle van de gerechtelijke antecedenten. Weigering door de ambtenaar kan worden aangevochten bij de familierechtbank.
* **Gevolgen:** De naamswijziging wordt vastgelegd in een akte van naamsverandering en verwerkt in de DABS, met gevolgen vanaf de melding.
#### 4.1.4 Betwisting van de afstamming en erkenning
Verschillende vormen van afstamming (wettelijk vaderschap, erkenning, gerechtelijke vaststelling) kunnen worden betwist onder specifieke voorwaarden en termijnen. De procedure tot betwisting van vaderschap van de echtgenoot kan, ondanks het bezit van staat, in bepaalde omstandigheden ontvankelijk en gegrond verklaard worden op basis van een belangenafweging. De beweerde biologische vader of meemoeder die een betwistingsvordering instelt, moet in één procedure zowel het vaderschap/meemoederschap opeisen als het bestaande vaderschap/meemoederschap betwisten.
#### 4.1.5 Betwisting van meemoederschap
Meemoederschap kan worden vastgesteld via de meemoederschapsregel (binnen het huwelijk) of via erkenning/gerechtelijk onderzoek (buiten het huwelijk). De vaststelling van meemoederschap is mogelijk bij gebrek aan vastgesteld vaderschap en sluit de vaststelling van vaderschap uit.
#### 4.1.6 Betwisting van gerechtelijk vastgesteld vaderschap en meemoederschap
* **Betwisting van het vaderschap van de echtgenoot:** Dit kan via een directe procedure (met bewijs van niet-vaderschap) of onrechtstreeks (via betwisting van het moederschap dat de vaderschapsregel activeert). Het bezit van staat is geen absolute grond voor niet-ontvankelijkheid meer; de rechter moet een belangenafweging maken.
* **Betwisting van vaderlijke erkenning:** Vereist afwezigheid van bezit van staat en, indien de erkenner zelf of de toestemminggever betwist, het bewijs van een wilsgebrek.
* **Betwisting van gerechtelijk vastgesteld vaderschap:** Kan enkel via derdenverzet, met specifieke termijnen en partijen.
* **Betwisting van meemoederschap:** De regels inzake vaderschapsbetwisting zijn mutatis mutandis van toepassing.
### 4.2 Adoptie
#### 4.2.1 Begrip en vormen
Adoptie is een juridische instelling die een band schept tussen een adoptant en een geadopteerde, met gevolgen die gelijkaardig zijn aan oorspronkelijke afstamming. Er zijn twee vormen:
* **Gewone adoptie:** Creëert een adoptieve afstammingsband die de oorspronkelijke banden aanvult. De geadopteerde blijft verbonden met zijn oorspronkelijke familie.
* **Volle adoptie:** Vestigt een volledige band, verbreekt in principe de banden met de oorspronkelijke familie, en maakt van de geadopteerde een volwaardig lid van de adoptieve familie.
#### 4.2.2 Grondvoorwaarden voor adoptie
* **Wettige redenen:** De adoptie moet steunen op wettige redenen, wat inhoudt dat ze niet strijdig mag zijn met de openbare orde of dwingend recht, en in overeenstemming moet zijn met de ratio van de instelling (het belang van het kind). Misbruik, zoals adoptie louter voor verblijfsrechtelijke of fiscale doeleinden, is verboden.
* **Adoptandus:** De adoptandus moet voldoen aan bepaalde leeftijdsvereisten (min. 25 jaar en min. 15 jaar ouder dan het kind, met uitzonderingen voor partneradoptie).
* **Burgerlijke staat:** Voor tweepersoonsadoptie is een wettelijke of feitelijke samenwoning van minstens drie jaar vereist.
* **Toestemmingen:** Afhankelijk van de vorm van adoptie en de leeftijd van de geadopteerde, zijn toestemmingen van de ouders, de voogd, het kind zelf (vanaf 12 jaar) en eventueel de echtgenoot/partner van de adoptant vereist. Weigering van toestemming door een ouder kan in bepaalde omstandigheden (extra-familiale adoptie, indien niet in belang van het kind) worden genegeerd na een belangenafweging.
* **Geschiktheid:** De geschiktheid van de adoptant(en) wordt beoordeeld aan de hand van een maatschappelijk onderzoek, tenzij er sprake is van adoptie van een familielid of wanneer de geschiktheid reeds eerder is vastgesteld.
#### 4.2.3 Adoptieprocedures
De adoptieprocedure verloopt steeds gerechtelijk. Voor de adoptie van een minderjarige is er een voorafgaande voorbereidingsfase en een geschiktheidsonderzoek vereist. De procedure wordt ingeleid via een eenzijdig verzoekschrift bij de familierechtbank, gevolgd door een onderzoek door het openbaar ministerie en het maatschappelijk onderzoek. De familierechtbank spreekt zich vervolgens uit over de adoptie, rekening houdend met alle wettige belangen.
#### 4.2.4 Gevolgen van adoptie
* **Naam en voornaam:** De geadopteerde verkrijgt de naam van de adoptant(en), met een keuzemogelijkheid voor samengestelde namen en instemming van het kind vanaf 12 jaar.
* **Ouderlijk gezag:** Na adoptie wordt het ouderlijk gezag uitgeoefend door de adoptant(en). Bij volle adoptie vervallen de oorspronkelijke ouderlijke banden. Bij gewone adoptie kunnen de oorspronkelijke ouders onder bepaalde voorwaarden het ouderlijk gezag terug opnemen.
* **Huwelijksbeletselen:** De adoptieve afstamming creëert specifieke huwelijksbeletselen, die deels analoog zijn aan bloedverwantschap.
* **Onderhoudsverplichting:** Adoptanten hebben een onderhoudsplicht ten aanzien van de geadopteerde, en omgekeerd, volgens de algemene regels inzake alimentatie. De oorspronkelijke familiebanden wat betreft onderhoudsverplichtingen vervallen bij volle adoptie.
#### 4.2.5 Beëindiging en herroeping van adoptie
* **Einde:** Adoptie eindigt in principe enkel door het overlijden van de adoptant(en) of de geadopteerde, of door herroeping (enkel bij gewone adoptie).
* **Herroeping:** Enkel bij gewone adoptie is herroeping mogelijk om “zeer gewichtige redenen”, waarbij het belang van het kind centraal staat.
* **Herziening:** Herziening van de adoptie is mogelijk in uitzonderlijke gevallen, zoals bij bewezen ontvoering, verkoop of handel in kinderen.
* **Nieuwe adoptie:** Een nieuwe adoptie is mogelijk indien de vorige adoptie is geëindigd of om zeer gewichtige redenen.
### 4.3 Alimentatie
#### 4.3.1 De gemeenrechtelijke familiale alimentatieplicht
* **Tussen wie:** De alimentatieplicht bestaat tussen bloedverwanten in rechte lijn, en tussen aanverwanten in rechte lijn (schoonouders-schoonkinderen). De plicht tussen schoonouders en schoonkinderen vervalt onder bepaalde voorwaarden (bv. hertrouwen schoonouder, overlijden kind/schoonkind).
* **Voorwerp:** Het betreft levensonderhoud, wat meer inhoudt dan enkel het strikt noodzakelijke, en dient de normale levensstandaard van de gerechtigde te dekken, rekening houdend met diens opvoeding en sociale situatie.
* **Grondvoorwaarden:** De behoeften van de gerechtigde enerzijds, en het vermogen van de schuldenaar anderzijds, bepalen de hoogte van de alimentatie. Er bestaan geen oorzaken van onwaardigheid die het recht op onderhoud uitsluiten, behalve in specifieke gevallen van ontzetting uit het ouderlijk gezag of onwaardigheid om te erven.
* **Kenmerken:** De plicht is wederkerig, van dwingend recht (niet te verzaken voor de toekomst), veranderlijk (afhankelijk van omstandigheden) en persoonlijk (niet overdraagbaar). Toegekende uitkeringen zijn gedeeltelijk onbeslagbaar.
#### 4.3.2 Bijzondere onderhoudsverplichtingen
* **Ouders t.o.v. kinderen (art. 203 oud BW):** Een omvattende plicht tot levensonderhoud, huisvesting, gezondheid, toezicht, opvoeding en opleiding, die doorloopt na meerderjarigheid indien de opleiding niet voltooid is. Dit is een eenzijdige plicht.
* **Stiefouder/wettelijke samenwonende partner t.o.v. stiefkind (art. 203, § 3 en 1477, § 5 oud BW):** Een persoonlijke plicht na het overlijden van de oorspronkelijke ouder, begrensd tot wat de stiefouder/partner uit de nalatenschap of via huwelijksvoordelen heeft verkregen.
* **Vermoedelijke verwekker (art. 336-341 oud BW):** Een vordering kan worden ingesteld tegen de vermoedelijke verwekker indien het vaderschap niet juridisch vaststaat, maar de gemeenschap wel bewezen kan worden.
#### 4.3.3 Contributie en afrekening
* **Contributie:** Beide ouders dragen bij in de kosten naar evenredigheid van hun aandeel in de samengevoegde middelen. De berekening van de middelen omvat alle inkomsten en voordelen.
* **Afrekening buitengewone kosten:** Buitengewone kosten (medische, schoolse, ontplooiingskosten, etc.) moeten apart worden afgerekend, na voorafgaand overleg en akkoord, tenzij in geval van hoogdringendheid of overmacht.
#### 4.3.4 Invordering en verhaal
* **Wijzen van invordering:** De invordering kan via beslag, ontvangstmachtiging (waarbij een derde direct aan de gerechtigde betaalt), of strafsancties (misdrijf familieverlating).
* **DAVO (Dienst voor de Invordering van Uitkeringen):** De DAVO kan ingeschakeld worden voor de inning van onderhoudsgelden (voor kinderen, echtgenoten/ex-echtgenoten, samenwonenden/ex-samenwonenden) vastgesteld in een uitvoerbare titel. De DAVO treedt in de plaats van de gerechtigde en heeft dezelfde rechten.
* **Voorrecht:** Onderhoudsschulden genieten een algemeen voorrecht op roerende goederen tot een maximumbedrag voor DAVO, en een onbeperkt voorrecht voor de onderhoudsgerechtigde zelf.
* **Vermelding in vonnissen/overeenkomsten:** Vonnissen en overeenkomsten inzake kinderalimentatie moeten de gegevens van DAVO en de modaliteiten van de vordering vermelden.
#### 4.3.5 Strafrechtelijke sancties
Het misdrijf familieverlating (art. 676 Sw. vanaf 8/4/2026) bestraft het opzettelijk nalaten van het betalen van onderhoudsuitkeringen of het zich onttrekken aan de gevolgen van een ontvangstmachtiging, na rechterlijke veroordeling.
### 4.4 Bescherming van minderjarigen en beschermde personen
#### 4.4.1 Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)
Het IVRK erkent een waaier aan rechten voor kinderen, met het belang van het kind als eerste overweging. Bepaalde bepalingen (bv. over het horen van het kind) hebben directe werking, andere (zoals het belang van het kind in adoptiezaken) worden door de rechtspraak geïnterpreteerd.
#### 4.4.2 Handelings(on)bekwaamheid van de minderjarige
* **Principiële handelingsonbekwaamheid:** Minderjarigen zijn materieel en procesrechtelijk grotendeels handelingsonbekwaam ter bescherming van hun belangen.
* **Uitzonderlijke handelingsbekwaamheid:** Voor specifieke handelingen (bv. erkenning, het uitoefenen van ouderlijk gezag, aanpassing geslachtsregistratie) is de minderjarige, vanaf een bepaalde leeftijd en met onderscheidingsvermogen, zelf handelingsbekwaam of heeft hij bijstand/toestemming nodig.
* **Beschermingsstatuten:** Diverse statuten zoals ouderlijk gezag, pleegzorg, voogdij en ontvoogding bieden bescherming aan minderjarigen.
#### 4.4.3 Ouderlijk gezag (OG)
* **Definitie:** Het geheel van rechten en plichten van ouders t.a.v. hun minderjarige kinderen, gericht op hun socialisering en volwassenwording.
* **Inhoud:** Omvat gezag over de persoon (recht van bewaring, belangrijke beslissingen) en beheer van de goederen.
* **Uitoefening:** In beginsel gezamenlijk door beide ouders (gezags-co-ouderschap). Uitsluitende uitoefening door één ouder is uitzonderlijk en leidt tot een recht op persoonlijk contact voor de andere ouder. Tussenmodellen zijn mogelijk.
* **Beëindiging:** Eindigt bij meerderjarigheid, ontvoogding, adoptie of overlijden van beide ouders.
* **Aansprakelijkheid:** Ouders zijn aansprakelijk voor fouten van hun minderjarige kinderen, met een risicoaansprakelijkheid voor kinderen <16 jaar en een weerlegbaar vermoeden voor kinderen van 16-18 jaar. Pleegzorgers zijn aansprakelijk voor zover zij het gezag hebben over het kind.
#### 4.4.4 Pleegzorg
* **Situering:** Onderdeel van de integrale jeugdhulp, vrijwillig of gedwongen.
* **Rechten:** Pleegzorgers oefenen het verblijfsrecht en de dagelijkse beslissingen uit, terwijl ouders belangrijke beslissingen behouden, tenzij er sprake is van dringende noodzakelijkheid of delegatie.
* **Overeenkomst:** Delegatie van rechten is mogelijk via een schriftelijke overeenkomst, ter homologatie voorgelegd aan de familierechtbank.
* **Contactrecht:** Ouders behouden recht op persoonlijk contact, enkel te weigeren om bijzonder ernstige redenen. Broers en zussen hebben het recht om niet gescheiden te worden. Derden moeten een bijzondere affectieve band aantonen.
#### 4.4.5 Voogdij
* **Ontstaan:** Ontstaat bij overlijden van beide ouders, onbekendheid van de afstamming, of voortdurende onmogelijkheid van de ouders om het gezag uit te oefenen.
* **Organisatie:** Geregeld door de vrederechter, met mogelijke benoeming van een voogd en een toeziende voogd.
* **Gevolgen:** De voogd vertegenwoordigt de minderjarige in rechte, beheert zijn goederen en draagt zorg voor zijn persoon, maar zonder ouderlijk gezag of vruchtgenot.
#### 4.4.6 Ontvoogding
* **Vormen:** Wettelijke ontvoogding (bv. door huwelijk) of gerechtelijke ontvoogding door de familierechtbank (voor minderjarigen >15 jaar).
* **Gevolgen:** De ontvoogde minderjarige is grotendeels handelingsbekwaam, maar voor bepaalde rechtshandelingen is bijstand van een curator of machtiging van de vrederechter vereist.
#### 4.4.7 Opschorting stemrecht minderjarigen (≥ 16 jaar)
Het stemrecht van minderjarigen van 16 en 17 jaar voor het Europees Parlement is mogelijk zonder voorafgaande inschrijvingsplicht. De vrederechter kan dit stemrecht opschorten om redenen van persoonlijke omstandigheden of gezondheidstoestand.
#### 4.4.8 Bescherming van meerderjarige personen (beschermde personen)
* **Principe:** Bekwaamheid is de regel, onbekwaamheid is de uitzondering. De bescherming is gericht op het behoud van autonomie, subsidiariteit en proportionaliteit.
* **Rechterlijke bescherming:** Indien nodig kan de vrederechter een rechterlijke beschermingsmaatregel bevelen, met onbekwaamverklaring en/of bewind, gebaseerd op de gezondheidstoestand van de persoon of op verkwisting.
* **Bewind:** Het bewind kan betrekking hebben op de persoon en/of de goederen, met bijstand of vertegenwoordiging door de bewindvoerder. Familiale bewindvoerders hebben voorrang.
* **Buitengerechtelijke bescherming:** Via een geregistreerde lastgeving kan men zelf zijn bescherming organiseren.
### 4.5 Alimentatie
#### 4.5.1 De gemeenrechtelijke familiale alimentatieplicht
* **Tussen wie:** Bloedverwanten in rechte lijn, aanverwanten in rechte lijn (schoonouders-schoonkinderen). De plicht is wederkerig, van dwingend recht, veranderlijk en persoonlijk.
* **Voorwerp:** Levensonderhoud dat de normale levensstandaard van de gerechtigde dekt. De hoogte wordt bepaald door de behoeften van de gerechtigde en het vermogen van de schuldenaar.
* **Gevolg van afstamming:** De bloedverwantschap moet juridisch vaststaan.
* **Uitzonderingen:** Geen onderhoudsplicht voor de volledig ontzette ouder, of voor het kind dat onwaardig is om te erven van zijn vooroverleden ouder.
* **Samenloop:** Bij meerdere onderhoudsplichtigen of -gerechtigden geldt een hiërarchie van plichten (bv. echtgenoot/ex-echtgenoot gaat voor op bloedverwanten). Schuldenaars in dezelfde rang zijn niet hoofdelijk gehouden.
#### 4.5.2 Bijzondere onderhoudsverplichtingen
* **Ouders t.o.v. kinderen (art. 203 oud BW):** Omvattende plicht die doorloopt na meerderjarigheid bij voortgezette opleiding. De contributie gebeurt naar evenredigheid van de middelen.
* **Stiefouder/wettelijke samenwonende partner t.o.v. stiefkind:** Een plicht na overlijden van de oorspronkelijke ouder, begrensd door de verkregen voordelen uit de nalatenschap.
* **Vermoedelijke verwekker (art. 336-341 oud BW):** Vordering indien vaderschap niet vaststaat, maar gemeenschap bewezen kan worden. Meerdere mannen kunnen worden aangesproken, maar slechts één kan tot uitkering worden veroordeeld.
#### 4.5.3 Invordering en verhaal
* **Wijzen van invordering:** Beslag, ontvangstmachtiging (directe betaling door derde aan gerechtigde), of strafsancties (familieverlating).
* **DAVO:** De Dienst voor de Invordering van Uitkeringen kan ingeschakeld worden voor de inning van onderhoudsgelden vastgesteld in een uitvoerbare titel.
* **Voorrecht:** Onderhoudsschulden genieten een algemeen voorrecht op roerende goederen tot €15.000 voor DAVO, en een onbeperkt voorrecht voor de onderhoudsgerechtigde zelf.
* **Strafrechtelijke sancties:** Het misdrijf familieverlating bestraft de opzettelijke wanbetaling van onderhoudsgeld na rechterlijke veroordeling.
#### 4.5.4 Berekening en herziening
* **Berekening:** De rechter houdt rekening met 8 parameters (o.a. middelen, gezinslasten, behoeften) en moet zijn beslissing motiveren.
* **Indexering:** Onderhoudsbijdragen worden van rechtswege geïndexeerd, tenzij anders overeengekomen of wettelijk afgeweken.
* **Herziening:** Een herziening van de alimentatie is mogelijk bij nieuwe feiten of gewijzigde omstandigheden.
---
This is the summary of the topic "Naam, voornaam en alimentatie" based on the provided document. It aims to be comprehensive and exam-ready, adhering to all formatting and content guidelines.
---
# Ouderlijk gezag en minderjarigenbescherming
Dit onderwerp verkent de verschillende aspecten van ouderlijk gezag, de uitoefening ervan, de bevoegdheden van de ouders en de beschermingsmaatregelen voor minderjarigen zoals voogdij en pleegzorg, alsook de juridische implicaties van de handelings(on)bekwaamheid van minderjarigen en de procedure rond het horen van minderjarigen in gerechtelijke procedures.
### 5.1 Afstamming
Afstamming legt de juridische band tussen ouder en kind vast. Dit kan gebaseerd zijn op verschillende grondslagen:
* **Bloedband (biologische realiteit):** De genetische band tussen ouder en kind.
* **Sociaal gedrag (socioaffectieve realiteit):** Het dagelijks gedragen als ouder, wat een rol speelt in het bezit van staat en de betwisting van verwantschap.
* **Wil of intentie (volitieve realiteit):** De wil om ouder te worden, zoals bij erkenning, meemoederschap of een gezamenlijke ouderschapsintentie.
Het belang van het kind primeert bij conflicten tussen deze grondslagen. Afstammingsrecht raakt de openbare orde en kan niet bij overeenkomst worden gewijzigd.
#### 5.1.1 Afstamming versus adoptie
* **Afstamming** is **declaratief**: het verklaart een bestaande realiteit. Het is gebaseerd op de biologische werkelijkheid en de juridische band begint vanaf de verwekking.
* **Adoptie** is **constitutief**: het vestigt een nieuwe juridische band die niet noodzakelijk biologisch is. Het begint met de procedure bij de familierechtbank en werkt beperkt terug in de tijd.
#### 5.1.2 Verwantschap
Verwantschap verbindt personen door afstamming of een gemeenschappelijke stamouder.
* **Verwanten in rechte lijn:** Stammen van elkaar af (bv. ouder-kind, grootouder-kleinkind).
* **Verwanten in de zijlijn:** Hebben een gemeenschappelijke stamouder (bv. broers, zussen, ooms, tantes).
**Gevolgen van verwantschap** omvatten familienaam, erfrecht, alimentatie en ouderlijk gezag.
**Aanverwantschap** verbindt een persoon met de verwanten van zijn echtgenoot (bv. schoonouders, schoonbroers). Dit heeft gevolgen voor adoptie, onderhoudsverplichtingen, huwelijksbeletsels, maar niet voor erfrecht en ouderlijk gezag.
#### 5.1.3 Gevolgen van de afstamming
De vastgestelde afstamming leidt tot diverse juridische gevolgen, waaronder:
* **Familienaam:** De naam die het kind krijgt, is gekoppeld aan de juridisch vastgestelde afstamming.
* **Ouderlijk gezag:** Dit volgt automatisch uit de juridische afstamming.
* **Erfrecht:** De afstammingsband bepaalt de erfelijkheid.
* **Alimentatie:** Ouders zijn onderhoudsplichtig ten opzichte van hun kinderen.
#### 5.1.4 Betwisting van de afstamming
Elke vaststaande afstamming kan worden betwist via een specifieke vordering tot betwisting van staat. Dit kan betrekking hebben op moederschap, vaderschap of meemoederschap. De procedure, titularissen en termijnen verschillen per geval en zijn onderworpen aan specifieke wettelijke regels en rechtspraak.
### 5.2 Vaststelling van de afstamming
De vaststelling van de afstamming kan op verschillende manieren gebeuren, afhankelijk van of het moederschap, vaderschap of meemoederschap betreft, en of dit binnen of buiten het huwelijk plaatsvindt.
#### 5.2.1 Vaststelling van moederschap
Moederschap wordt vastgesteld door:
* **Vermelding naam moeder in geboorteakte:** De regel "Mater semper certa est" (de moeder is altijd zeker) is hier van toepassing.
* **Erkenning door een vrouw:** Een vrijwillige rechtshandeling, die onder bepaalde voorwaarden en met mogelijke toestemming van de andere ouder (of kind) kan plaatsvinden.
* **Gerechtelijke vaststelling van moederschap:** Een gedwongen vaststelling via de rechtbank, die tussenkomt bij gebrek aan geboorteakte, erkenning of bij strijdigheid met de openbare orde.
#### 5.2.2 Vaststelling van vaderschap
Binnen het huwelijk geldt de **vaderschapsregel** ("Pater is est quem nuptiae demonstrant": de vader is degene die het huwelijk aanduidt). Buiten het huwelijk kan vaderschap worden vastgesteld via:
* **Vaderlijke erkenning:** Een vrijwillige rechtshandeling die de wil van de man om vader te worden weerspiegelt. Hiervoor zijn verschillende toestemmingen vereist, afhankelijk van de leeftijd van het kind en de status van de moeder.
* **Gerechtelijke vaststelling van vaderschap:** Een gedwongen vaststelling via de rechtbank, onder meer via DNA-onderzoek. Dit gebeurt buiten de wil van de man om, indien het vaderschap niet vaststaat krachtens de vaderschapsregel of erkenning, en indien het meemoederschap niet vaststaat.
#### 5.2.3 Vaststelling van meemoederschap
Meemoederschap is sinds 2015 wettelijk erkend en is gebaseerd op de **gezamenlijke ouderschapsintentie** van twee vrouwen. Dit kan worden gevestigd via:
* **Meemoederschapsregel:** Een vermoeden van meemoederschap voor de echtgenote van de moeder.
* **Meemoederlijke erkenning:** Een erkenning door de vrouw die niet de moeder is, onder wettelijk vereiste toestemmingen.
* **Gerechtelijk onderzoek naar meemoederschap:** Vaststelling via een vonnis, analoog aan vaderschapsonderzoek.
De wet legt een tweezijdig karakter op aan afstamming, wat betekent dat een kind slechts één juridisch vader en één juridische moeder kan hebben, of twee moeders (meemoederschap) of twee vaders (geen juridische mogelijkheid op dit moment).
### 5.3 Ouderlijk gezag
Ouderlijk gezag omvat een geheel van rechten en plichten die ouders hebben ten opzichte van de persoon en goederen van hun minderjarige kinderen, met als doel hun welzijn en opvoeding te waarborgen.
* **Inhoud:** Ouderlijk gezag omvat rechten met betrekking tot de persoon (bijv. huisvesting, opvoeding, gezondheid) en de goederen (beheer en genot) van het kind.
* **Uitoefening:** In beginsel oefenen beide ouders het ouderlijk gezag gezamenlijk uit (gezags- of verblijfsco-ouderschap). Bij onenigheid of indien de uitoefening strijdig is met het belang van het kind, kan de rechter beslissen over een uitsluitende gezagsuitoefening door één ouder, met behoud van een recht op persoonlijk contact en toezicht voor de andere ouder.
* **Beëindiging:** Ouderlijk gezag eindigt bij meerderjarigheid, ontvoogding, adoptie of overlijden van beide ouders. In geval van onmogelijkheid van de ouders, kan de voogdij worden ingesteld.
### 5.4 Beschermingsmaatregelen voor minderjarigen
Naast het ouderlijk gezag bestaan er specifieke beschermingsmaatregelen voor minderjarigen die in een kwetsbare situatie verkeren.
#### 5.4.1 Voogdij
Voogdij ontstaat wanneer beide ouders overleden zijn, onbekend, wettelijk onmogelijk om het ouderlijk gezag uit te oefenen, of wanneer er sprake is van een jeugdbeschermingsmaatregel die het ouderlijk gezag schorst.
* **Organisatie:** De vrederechter van de woonplaats van de minderjarige is bevoegd. Er wordt een voogd aangewezen, bij voorkeur uit de naaste familie, en een toeziende voogd.
* **Gevolgen:** De voogd vertegenwoordigt de minderjarige en beheert zijn goederen, met een wettelijk genot dat door de vrederechter wordt bepaald. De voogd is aansprakelijk voor wanbeheer.
#### 5.4.2 Pleegzorg
Pleegzorg is een vorm van integrale jeugdhulp waarbij een minderjarige tijdelijk of structureel bij pleegouders verblijft.
* **Rechten pleegzorgers:** Pleegzorgers hebben het verblijfsrecht en mogen dagelijkse beslissingen nemen. Belangrijke beslissingen blijven in principe bij de ouders, tenzij bij dringende noodzaak of na delegatie door de ouders.
* **Rechten ouders:** Ouders behouden het recht op persoonlijk contact en toezicht op de opvoeding, tenzij dit om bijzonder ernstige redenen wordt geweigerd.
* **Rechten broers en zussen:** Minderjarige broers en zussen hebben het recht om niet van elkaar te worden gescheiden, met respect voor het belang van elk kind.
#### 5.4.3 Handelings(on)bekwaamheid van minderjarigen
Minderjarigen zijn in principe handelingsonbekwaam om zelf rechtshandelingen te stellen die hun vermogen of persoon raken.
* **Principiële onbekwaamheid:** Materiële en proceshandelingen zijn in principe nietig of vernietigbaar zonder tussenkomst van de wettelijke vertegenwoordiger.
* **Uitzonderlijke bekwaamheid:** Voor bepaalde handelingen, zoals het erkennen van een kind, het uitoefenen van ouderlijk gezag over eigen kinderen, of het beschikken over een deel van hun vermogen vanaf 16 jaar, kan een minderjarige met onderscheidingsvermogen zelfstandig optreden, soms met bijstand of machtiging van de rechter. Het hoorrecht van minderjarigen wordt steeds belangrijker.
#### 5.4.4 Bescherming van meerderjarigen
Voor meerderjarigen die wegens hun gezondheidstoestand (mentaal of fysiek) hun belangen niet behoorlijk kunnen waarnemen, bestaan er beschermingsmaatregelen.
* **Rechterlijke bescherming:** Dit kan leiden tot onbekwaamverklaring en bewind over de persoon en/of goederen. De vrederechter beoordeelt de noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit van de maatregel.
* **Buitengerechtelijke bescherming:** Via een geregistreerde lastgeving kan iemand zijn financiële en persoonlijke belangen voor de toekomst regelen.
* **Internering:** Een veiligheidsmaatregel in de strafrechtelijke sfeer voor personen die een misdrijf hebben gepleegd en een geestesstoornis hebben die hun gedrag beïnvloedt, met gevaar voor recidive.
### 5.5 Procedures rond het horen van minderjarigen
Het recht om gehoord te worden is een fundamenteel recht van de minderjarige, verankerd in het IVRK en het Belgische recht.
* **Doel:** De minderjarige de mogelijkheid bieden zijn mening kenbaar te maken en bij te dragen aan de meest geschikte oplossing, rekening houdend met zijn belang.
* **Toepassingsgebied:** Dit geldt voor elke aangelegenheid die de minderjarige aanbelangt, met uitzondering van vorderingen tot onderhoudsverplichtingen en louter financiële vorderingen die het vermogen van de minderjarige niet rechtstreeks raken.
* **Modaliteiten:** De rechter hoort de minderjarige, bij voorkeur alleen en in een kindvriendelijke omgeving. Een vertrouwenspersoon kan de minderjarige bijstaan. Het verslag van het horen wordt bij het dossier gevoegd, met de mogelijkheid voor de minderjarige om vertrouwelijke informatie te geven. De mening van de minderjarige is geen bindend element voor de rechter.
### 5.6 Alimentatie
De onderhoudsverplichting (alimentatie) is een fundamentele plicht binnen de familiale sfeer, zowel tussen bloedverwanten in rechte lijn als tussen echtgenoten en aanverwanten in rechte lijn.
* **Drie bijzondere onderhoudsverplichtingen:**
* **Ouders t.o.v. kinderen:** In verhouding tot hun middelen en de behoeften van het kind, met inachtneming van de levensstandaard van de ouders en de passende opleiding van het kind.
* **Stiefouder/wettelijk samenwonende partner t.o.v. stiefkind/kinderen van de partner:** Na het overlijden van de ouder met wie de onderhoudsplichtige gehuwd of wettelijk samenwonend was.
* **Vermoedelijke verwekker:** De man die het kind verwekte, maar wiens vaderschap niet juridisch vaststaat.
* **Gevolgen van afstamming:** De vaststelling van de afstamming (biologisch of via erkenning/adoptie) bepaalt de onderhoudsplicht. Een geslaagde betwisting van de afstamming kan leiden tot terugvordering van betaalde onderhoudsbijdragen.
* **Invordering en sancties:** Bij wanbetaling kan de onderhoudsgerechtigde gebruik maken van privaatrechtelijke technieken zoals beslag en ontvangstmachtiging, of strafrechtelijke sancties zoals het misdrijf familieverlating. De Dienst Alimentatie Vorderingen (DAVO) kan voorschotten verlenen en gelden invorderen.
* **Indexering en herziening:** Alimentatiebedragen worden van rechtswege geïndexeerd, en kunnen worden herzien bij wijziging van omstandigheden. De rechterlijke beslissingen moeten worden gemotiveerd aan de hand van acht relevante elementen.
### 5.7 Adoptie
Adoptie creëert een juridische band tussen adoptant en adoptandus, met gevolgen die vergelijkbaar zijn met de oorspronkelijke afstamming.
* **Twee vormen:**
* **Gewone adoptie:** Voegt een adoptieve band toe aan de bestaande afstammingsbanden.
* **Volle adoptie:** Verbroken de banden met de oorspronkelijke familie en vestigt een volledige gelijkstelling met een biologisch kind.
* **Voorwaarden:** Er zijn diverse wettelijke voorwaarden waaraan moet worden voldaan, waaronder wettige redenen, geschiktheid van de adoptant(en), en specifieke vereisten voor eenpersoons- en tweepersoonsadoptie, met inachtneming van het belang van het kind.
* **Procedure:** De procedure verloopt steeds gerechtelijk en omvat een voorbereiding, vaststelling van geschiktheid, en de eigenlijke rechtspleging. Het hoorrecht van de minderjarige en de toestemmingen van de betrokkenen zijn cruciaal.
* **Gevolgen:** Adoptie bepaalt de naam en voornaam van het kind, ouderlijk gezag, huwelijksbeletsels, onderhoudsverplichtingen en gevolgen voor het erfrecht.
### 5.8 Beschermde Minderjarigen en Besluitvorming
Minderjarigen genieten van specifieke beschermingsstatuten om hun rechten en belangen te waarborgen.
* **Handelings(on)bekwaamheid:** Minderjarigen zijn in beginsel handelingsonbekwaam, maar kennen uitzonderingen voor specifieke rechtshandelingen waarvoor ze zelf kunnen optreden, met bijstand of met machtiging van de rechter.
* **Ouderlijk gezag:** Dit omvat het recht van bewaring (huisvesting en juridische beslissingen) en het beheer van de goederen, met een wettelijk toezicht door de vrederechter.
* **Voogdij:** Een beschermingsstatuut dat openvalt bij afwezigheid van beide ouders, waarbij een voogd wordt aangesteld.
* **Pleegzorg:** Een vorm van jeugdhulp waarbij een minderjarige tijdelijk bij pleegouders verblijft, met specifieke regels over rechten en plichten van pleegouders en ouders.
* **Broers en zussen:** Hebben het recht om niet van elkaar te worden gescheiden, tenzij dit strijdig is met hun belang.
* **Horen van minderjarigen:** Een wettelijk recht waarbij de rechter de mening van de minderjarige inwint, rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit, en met de mogelijkheid van een vertrouwenspersoon.
* **Bescherming van meerderjarigen:** Personen die wegens hun gezondheidstoestand hun belangen niet kunnen waarnemen, kunnen onder rechterlijke bescherming vallen, met bijstand of vertegenwoordiging door een bewindvoerder.
### 5.9 Betwisting en nietigverklaring van afstamming, adoptie en erkenningen
De wet voorziet in procedures om vastgestelde afstammingen, adopties en erkenningen te betwisten of nietig te laten verklaren, om de juistheid en de wettigheid van deze banden te garanderen.
* **Betwisting afstamming:** Kan betrekking hebben op moederschap, vaderschap of meemoederschap, met specifieke procedures, titularissen en termijnen. Belangrijke rechtspraak heeft het absolute karakter van bepaalde niet-ontvankelijkheidsgronden (zoals bezit van staat) genuanceerd, met aandacht voor het belang van het kind.
* **Nietigverklaring van erkenning:** Kan worden gevraagd bij wilsgebreken, strijdigheid met de openbare orde (incest, fraude), of wanneer de wettelijke toestemmingen ontbraken. Het belang van het kind speelt een steeds grotere rol in de beoordeling.
* **Betwisting van adoptie:** Hoewel adoptie een definitieve juridische band creëert, zijn er beperkte mogelijkheden tot herroeping of herziening onder zeer specifieke omstandigheden.
* **Familienaam:** De toekenning en wijziging van de familienaam zijn gebonden aan regels die de oorspronkelijke afstamming, adoptie, en het ouderlijk gezag weerspiegelen, met specifieke keuzemogelijkheden voor de ouders en inspraak voor het kind.
### 5.10 Sanctionering en Invordering van Onderhoudsgelden
De niet-naleving van onderhoudsverplichtingen kan leiden tot burgerrechtelijke en strafrechtelijke sancties.
* **Burgerrechtelijke sancties:** Beslaglegging, ontvangstmachtiging (waarbij derden rechtstreeks aan de onderhoudsgerechtigde betalen), en de mogelijkheid van dwangsommen. DAVO kan een rol spelen bij de voorschotregeling en invordering.
* **Strafrechtelijke sancties:** Het misdrijf familieverlating, met straffen variërend van geldboetes tot gevangenisstraffen, en de mogelijke intrekking van het rijbewijs.
* **Voorrecht:** Onderhoudsschulden genieten een bijzonder voorrecht op de roerende goederen van de schuldenaar, ten gunste van de onderhoudsschuldeiser (en DAVO).
### 5.11 Bescherming van meerderjarigen
Personen die, wegens hun gezondheidstoestand, niet in staat zijn hun belangen zelf behoorlijk waar te nemen, kunnen gerechtelijk of buitengerechtelijk worden beschermd.
* **Rechterlijke bescherming:** Onbekwaamverklaring en bewind over de persoon en/of goederen, ingesteld door de vrederechter, met respect voor de principes van subsidiariteit en proportionaliteit.
* **Buitengerechtelijke bescherming:** Via een geregistreerde lastgeving, waarbij iemand zijn belangen regelt voor het geval hij handelingsonbekwaam wordt.
### 5.12 Sanctionering van de Handelings(on)bekwaamheid
Rechtshandelingen gesteld door minderjarigen of beschermde personen die niet voldoen aan de wettelijke vereisten (zoals bijstand of machtiging) zijn in beginsel relatief nietig of vernietigbaar. De juridische gevolgen hangen af van het type handeling (persoonlijk of vermogensrechtelijk) en de aanwezigheid van benadeling of wilsgebreken.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Afstamming | De juridische band die tussen personen bestaat op grond van afstamming, of een gemeenschappelijke stamouder hebben. Het kan zowel biologisch als sociaal-affectief of volitief van aard zijn. |
| Adoptie | Een juridische handeling die een band schept tussen personen, met vergelijkbare gevolgen als de oorspronkelijke afstamming. Adoptie kan gewoon (aanvullend op bestaande banden) of vol (verbreking van oude banden en schepping van nieuwe) zijn. |
| Aanverwantschap | De juridische band die een persoon verbindt met de bloedverwanten van zijn echtgenoot (aangetrouwd familielid), maar ook met stiefkinderen en de echtgenoten van zijn bloedverwanten. |
| Bloedverwantschap | De band tussen personen die van elkaar afstammen (rechte lijn) of een gemeenschappelijke stamouder hebben (zijlijn). Deze band kan bestaan tussen verwanten in rechte lijn (bv. ouder-kind) en verwanten in de zijlijn (bv. broer-zus). |
| Draagmoederschap | Een regeling waarbij een vrouw een kind baart voor een ander persoon of echtpaar, waarbij de juridische moeder niet altijd de biologische moeder is. Het stelt de vraag naar de juridische grondslagen van ouderschap. |
| Erkenning | Een vrijwillige rechtshandeling waarbij een persoon (meestal de vader) een juridische afstammingsband met een kind vaststelt, ook al is het vaderschap niet automatisch door de wet bepaald (bv. bij geboorte buiten het huwelijk). |
| Gezamenlijke ouderschapsintentie | De wil van twee personen (meestal twee vrouwen in het kader van meemoederschap) om samen een ouderschapsproject aan te gaan, wat een grondslag kan vormen voor juridische afstamming, los van de biologische realiteit. |
| Juridische afstamming | De wettelijk vastgestelde band tussen ouder en kind, die niet noodzakelijk gebaseerd is op biologische verwantschap, maar ook kan voortkomen uit sociaal gedrag of de wil tot ouderschap. |
| Meemoederschap | Een vorm van juridische afstamming die het mogelijk maakt dat een kind twee juridische moeders heeft, vaak gebaseerd op een gezamenlijke ouderschapsintentie van twee vrouwen, en die sinds 2015 in het Belgische Burgerlijk Wetboek is opgenomen. |
| Ouderlijk gezag | Een geheel van rechten en plichten die ouders hebben ten aanzien van hun minderjarige kinderen, gericht op hun opvoeding, verzorging en bescherming, en het beheer van hun goederen. Het is een gevolg van de juridisch vastgestelde afstamming of adoptie. |
| Sociaal ouderschap | Het ouderschap van personen die de verzorging en opvoeding van een kind op zich nemen en zich gedragen als ouders, ongeacht de biologische of juridische band. Dit concept wordt steeds belangrijker in het familierecht. |
| Sociaal-affectieve realiteit | De feitelijke relatie en genegenheid die bestaat tussen personen, die in het familierecht steeds meer gewicht krijgt naast de biologische en juridische realiteit, bijvoorbeeld bij de beoordeling van afstamming of de toekenning van ouderlijk gezag. |
| Verwantschap | De juridische band die personen verbindt op grond van afstamming. Dit kan in rechte lijn (directe afstamming) of in de zijlijn (gemeenschappelijke stamouder) bestaan. |
| Vaderschapsregel | Het wettelijk vermoeden dat de echtgenoot van de moeder de vader is van een kind dat geboren is binnen het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding daarvan. Dit vermoeden is vatbaar voor tegenbewijs. |
| Vermoeden van vaderschap | Juridisch principe dat de echtgenoot van de moeder als vader van het kind wordt beschouwd, tenzij dit vermoeden weerlegd wordt door bewijs van het tegendeel. |
| Vermoedelijke verwekker | Een man die biologisch gezien de vader van een kind kan zijn, maar wiens vaderschap juridisch niet vaststaat. Hij kan onder bepaalde voorwaarden aansprakelijk zijn voor onderhoudsgeld. |
| Volitieve realiteit | De wil of intentie om ouder te worden, bijvoorbeeld door middel van een gezamenlijke ouderschapsintentie bij twee vrouwen die een kind wensen, of de erkenning van vaderschap. |
| Vormvereisten | De wettelijke formaliteiten die moeten worden vervuld voor de geldigheid van een rechtshandeling, zoals de erkenning van een kind of de totstandkoming van een adoptie. Deze vereisten waarborgen de rechtszekerheid en de openbare orde. |