Cover
Comença ara de franc Inleiding tot het recht (deel V - Burgerlijk recht - Verbintenissen - tweede examen) ST.pptx
Summary
# Verbintenissenrecht
Dit onderwerp behandelt de kernbegrippen van het verbintenissenrecht, inclusief verschillende soorten verbintenissen, hun bronnen, de totstandkoming, gevolgen en tenietgaan van overeenkomsten, en de regeling rond onrechtmatige daden.
## 1. Verbintenissenrecht
### 1.1. Algemeen
Een verbintenis is een rechtsband waardoor een persoon, de schuldenaar (SA), gehouden is tot een bepaalde prestatie ten gunste van een andere persoon, de schuldeiser (SE). Het vorderingsrecht van de SE en de schuld van de SA zijn twee zijden van dezelfde medaille.
### 1.2. Soorten verbintenissen
#### 1.2.1. Voorwaardelijke verbintenissen
De uitvoering of uitdoving van de verbintenis is afhankelijk gemaakt van een onzekere toekomstige gebeurtenis. Een potestatieve voorwaarde hangt af van de wil van de schuldenaar.
#### 1.2.2. Verbintenissen met tijdsbepaling
De uitvoering of uitdoving van de verbintenis hangt af van een toekomstige en zekere gebeurtenis. Een opschortende tijdsbepaling stelt de uitvoering uit, een ontbindende tijdsbepaling beëindigt de verbintenis op een bepaald tijdstip.
#### 1.2.3. Persoonsgebonden en prestatiegebonden verbintenissen
Bij persoonsgebonden verbintenissen zijn de identiteit en hoedanigheid van de schuldenaar cruciaal. Bij prestatiegebonden verbintenissen is enkel de uitvoering van de prestatie van belang.
#### 1.2.4. Deelbare en ondeelbare verbintenissen
De regel is dat verbintenissen deelbaar zijn: elke schuldenaar is slechts gehouden tot zijn deel. Uitzonderingen hierop zijn hoofdelijke en in solidum verbintenissen.
#### 1.2.5. Hoofdelijke verbintenissen
Bij hoofdelijkheid tussen schuldenaars kan de schuldeiser elke schuldenaar aanspreken voor het geheel van de schuld. Dit kan voortvloeien uit de wet, een contract of een vermoeden tussen ondernemers.
'In solidum' verbintenissen zijn vergelijkbaar met hoofdelijkheid, waarbij meerdere verantwoordelijken voor een foutieve daad gezamenlijk en hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding.
> **Voorbeeld:** De bestuurder van een bv die een lening aangaat in naam van de bv én in eigen naam.
#### 1.2.6. Resultaats- en inspanningsverbintenissen
Bij een resultaatsverbintenis moet het vooropgestelde resultaat bereikt worden. Bij een inspanningsverbintenis moet de schuldenaar zich inspannen om een bepaald resultaat te bereiken. Het onderscheid is relevant voor het bewijs van aansprakelijkheid.
> **Voorbeeld:** Een hotel heeft een resultaatsverbintenis wat betreft parasietvrije kamers. De advocaat die hoger beroep moet instellen heeft een inspanningsverbintenis.
### 1.3. Bronnen van verbintenissen
Verbintenissen kunnen voortvloeien uit:
* Overeenkomsten
* Onrechtmatige daad
* Andere rechtsfeiten (bv. wet, onverschuldigde betaling)
### 1.4. Overeenkomsten
#### 1.4.1. Omschrijving
Een overeenkomst is een wilsovereenstemming tussen twee of meer personen met als doel verbintenissen aan te gaan, te wijzigen of te beëindigen. Dit is een meerzijdige rechtshandeling. De basisprincipes zijn contractuele vrijheid, bindende kracht van overeenkomsten en uitvoering te goeder trouw.
#### 1.4.2. Soorten overeenkomsten
Overeenkomsten kunnen op verschillende manieren ingedeeld worden, bijvoorbeeld op basis van hun aard (wederkerig/eenzijdig), hun uitwerking (kanscontracten/verbruikerscontracten) of hun formele vereisten (consensueel/formeel).
#### 1.4.3. Totstandkoming van overeenkomsten
De totstandkoming verloopt via een aanbod, dat alle essentiële elementen van de overeenkomst bevat, en een aanvaarding. Zonder vormvereisten is een overeenkomst geldig zodra het aanbod gekend is bij de aanvaarding. Tijdens onderhandelingen is men nog niet gebonden, tenzij er sprake is van precontractuele aansprakelijkheid wegens een schending van vertrouwen.
De geldigheidsvoorwaarden voor een overeenkomst zijn:
* Wilsovereenstemming
* Voorwerp
* Oorzaak
* Bekwaamheid
* Overeenstemming met dwingend recht en openbare orde
De sanctie bij schending van deze voorwaarden is relatieve of absolute nietigheid.
#### 1.4.4. Gevolgen van overeenkomsten
* **Gevolgen tussen partijen:**
* **Contractuele trouw en uitvoering te goeder trouw:** Overeenkomsten strekken partijen tot wet en kunnen enkel gewijzigd of opgezegd worden met wederzijdse toestemming of op grond van de wet. De uitvoering moet gebeuren met redelijkheid en billijkheid.
* **Vrijwillige uitvoering:** De prestatie moet geleverd worden aan de juiste persoon, op de juiste plaats en op de juiste manier. De plaats van levering is in principe de woonplaats van de schuldenaar, tenzij anders overeengekomen.
* **Sanctie bij niet-uitvoering:** Indien een partij de verbintenis niet nakomt, kan de andere partij kiezen voor gedwongen uitvoering, gerechtelijke ontbinding of weigering tot uitvoering (opschortingsrecht). Voor contractuele aansprakelijkheid is een contractuele wanprestatie en aanmaning vereist.
* **Gedwongen uitvoering:** Kan gebeuren in natura (via een uitvoerbare titel, dwangsom) of bij equivalent (schadevergoeding). De schadevergoeding strekt tot integraal herstel van de geleden schade, inclusief gederfde winst, tenzij er sprake is van een opzettelijke fout. Aansprakelijkheidsbeperkende clausules en schadebedingen zijn mogelijk, maar beperkingen op lichamelijke schade zijn niet toegelaten. Exoneratieclausules kunnen de aansprakelijkheid beperken.
* **Weigering wegens niet-uitvoering (opschortingsrecht):** Een partij mag haar eigen prestatie opschorten als de andere partij haar verbintenis niet nakomt.
* **Gerechtelijke ontbinding:** De rechter kan de overeenkomst ontbinden, eventueel met bijkomende schadevergoeding. Een uitdrukkelijk ontbindend beding kan vooraf worden overeengekomen.
* **Gevolgen tegenover derden:**
* **Betrekkelijkheid van overeenkomsten:** Overeenkomsten binden enkel de contractspartijen. Derden hebben geen rechten of plichten uit de overeenkomst, met uitzondering van erfgenamen en verkrijgers onder algemene of bijzondere titel.
* **Uitzonderingen op de betrekkelijkheid:** Denk aan bedingen ten gunste van een derde (bv. levensverzekering) en zijdelingse vorderingen.
* **Tegenwerpelijkheid van overeenkomsten:** Overeenkomsten moeten door derden erkend worden als een feit.
#### 1.4.5. Tenietgaan van overeenkomsten
Overeenkomsten kunnen tenietgaan door:
* Nietigverklaring
* Ontbinding (contractueel, gerechtelijk, wegens overmacht)
* Eenzijdige opzegging (indien wettelijk voorzien, bv. bij overeenkomsten van onbepaalde duur)
* Wederzijds akkoord
* Tenietgaan van de verbintenissen die uit de overeenkomst voortvloeien.
### 1.5. Onrechtmatige daad (buitencontractuele aansprakelijkheid)
#### 1.5.1. Kenmerken van foutaansprakelijkheid
De algemene regel is dat eenieder aansprakelijk is voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt (artikel 6.5 BW). Dit verschilt van contractuele aansprakelijkheid. Er zijn echter uitzonderingen op deze persoonlijke aansprakelijkheid, zoals samengestelde aansprakelijkheid (aansprakelijkheid voor andermans fout) en objectieve aansprakelijkheid (foutloze aansprakelijkheid).
#### 1.5.2. Aansprakelijkheid voor eigen fout
Om aansprakelijk gesteld te worden voor eigen fout, moet er sprake zijn van:
* **Fout:** Dit kan een onrechtmatige daad zijn, d.w.z. de niet-naleving van een wettelijke/reglementaire norm of een algemene zorgvuldigheidsnorm (gedrag van een redelijk en voorzichtig persoon). Ook voorzienbaarheid speelt een rol. De grootte van de fout is onbelangrijk.
* **Schade:** De schade moet rechtmatig zijn, persoonlijk, bewezen en kan materieel (vermogensrechtelijk, lichamelijk) of moreel zijn.
* **Oorzakelijk verband (causaal verband):** De fout moet een noodzakelijke voorwaarde zijn voor de schade. Bij meerdere oorzaken of daders is er sprake van 'in solidum' aansprakelijkheid, waarbij elke dader voor de gehele schade kan worden aangesproken. Indien het slachtoffer zelf gedeeltelijk aansprakelijk is, spreekt men van 'gedeelde aansprakelijkheid'.
**Minderjarigen en geestesgestoorden:** De toerekenbaarheid van de fout is een bijkomstige voorwaarde. Kinderen onder de 12 jaar zijn niet aansprakelijk. Vanaf 12 jaar zijn ze in principe aansprakelijk, maar de rechter kan hen vrijstellen. Geestesgestoorden worden gelijkgesteld met minderjarigen vanaf 12 jaar.
#### 1.5.3. Aansprakelijkheid voor andermans daad (samengestelde aansprakelijkheid)
Dit is een aansprakelijkheid die naast de persoonlijke aansprakelijkheid van de dader bestaat.
* **Ouders voor hun minderjarige kinderen:** Ouders zijn foutloos aansprakelijk voor kinderen onder de 16 jaar. Voor 16-17 jarigen is er een vermoeden van aansprakelijkheid dat weerlegbaar is (bv. door te bewijzen dat er geen gebrekkig toezicht was).
* **Personen belast met toezicht op anderen:** Er is een weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid als er sprake is van een fout in het toezicht.
* **Werkgevers voor hun werknemers:** Werkgevers zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun werknemers bij de uitoefening van hun opdracht. Dit is een absoluut vermoeden.
In al deze gevallen kan de aansprakelijke partij een regresvordering instellen tegen de werkelijke dader.
#### 1.5.4. Aansprakelijkheid voor zaken en dieren
Dit is een **objectieve aansprakelijkheid**, dus foutloze aansprakelijkheid. De "bewaarder" van een zaak is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek van die zaak. Bewijs vereist: bewaarder, feitelijk gebruik, recht van leiding en toezicht, gebrek van de zaak, schade en oorzakelijk verband. Bevrijding is mogelijk via een vreemde oorzaak.
* **Productaansprakelijkheid:** Producenten, invoerders en leveranciers zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een onveilig product. Dit is een getrapte aansprakelijkheid.
### 1.6. Tenietgaan van verbintenissen
Verbintenissen kunnen tenietgaan door:
* Integrale uitvoering (betaling)
* Betaling met subrogatie
* Schuldvergelijking (indien twee personen elkaars SA en SE zijn, gaan de verbintenissen tot beloop van de laagste schuld teniet, mits de schulden opeisbaar, vaststaand en in geld zijn)
* Bevrijdende verjaring (verjaringstermijn)
* Schuldvernieuwing
* Overdracht van schuldvordering
* Kwijtschelding
* Overmacht (onmogelijkheid tot uitvoering, volledig onafhankelijk van de wil van de SA)
* Overlijden van de SA bij persoonsgebonden verbintenissen
* Realisatie van de ontbindende voorwaarde
* Tenietgaan van de overeenkomst waaruit de verbintenis voortvloeit.
### 1.7. Bijzondere overeenkomsten
#### 1.7.1. Koop
De koopovereenkomst omvat de eigendomsoverdracht tegen betaling van een prijs.
* **Eigendomsoverdracht en risico:** Principe: bij totstandkoming van de koop, tenzij contractueel anders bepaald (bv. eigendomsvoorbehoud). Het risico gaat mee over met de eigendom.
* **Verbintenissen van de verkoper:** Levering van de zaak (bezitsoverdracht) en vrijwaring voor verborgen gebreken (kwaliteitswaarborg) en vrijwaring voor uitwinning (juridische waarborg).
* **Verbintenissen van de koper:** Aanvaarding van de levering, betaling van de prijs en betaling van de kosten.
#### 1.7.2. Huur
De huurovereenkomst geeft recht op genot van een zaak tegen betaling van een prijs.
* **Verbintenissen van de verhuurder:** Leveren van de zaak in goede staat, onderhoud van de zaak, waarborgen van rustig genot, en het terugbetalen van de waarborgsom.
* **Verbintenissen van de huurder:** Gebruik als goede huisvader, betalen van de huurprijs, teruggave van het goed in goede staat, voorzien van huisraad, en (in Vlaanderen) het afsluiten van een brand- en waterschadeverzekering.
* **Einde van de huur:** Kan gebeuren door het verstrijken van de termijn, opzegging, wederzijds akkoord, ontbinding, etc. Woninghuur kent een strikte reglementering rond duur en beëindiging. Handelshuur heeft een minimumduur van negen jaar met recht op hernieuwing.
---
# Onrechtmatige daad
De onrechtmatige daad, ook wel buitencontractuele aansprakelijkheid genoemd, regelt de aansprakelijkheid die ontstaat wanneer iemand door een fout schade toebrengt aan een ander, zonder dat er een voorafgaand contract is tussen de betrokkenen. Dit hoofdstuk bespreekt de verschillende vormen van aansprakelijkheid die hieruit voortvloeien, waaronder aansprakelijkheid voor eigen daden, andermans daden, en zaken.
### 4.4.1 Kenmerken van foutaansprakelijkheid
De algemene regel van foutaansprakelijkheid is vastgelegd in artikel 6.5 BW, dat stelt dat eenieder aansprakelijk is voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt. Dit onderscheidt zich van contractuele aansprakelijkheid, die voortvloeit uit de niet-nakoming van een contractuele verbintenis.
Naast de aansprakelijkheid voor eigen fouten, kent het recht ook uitzonderingen en uitbreidingen, zoals:
* **Samengestelde aansprakelijkheid:** Aansprakelijkheid voor de fouten van anderen.
* **Vermoeden van aansprakelijkheid:** Een vermoeden dat de veroorzaker schuldig is, waar tegenbewijs mogelijk is.
* **Objectieve aansprakelijkheid (foutloze aansprakelijkheid):** Aansprakelijkheid zonder dat er een specifieke fout hoeft te worden bewezen.
### 4.4.2 Aansprakelijkheid voor eigen fout
Om aansprakelijk gesteld te worden voor een eigen fout, moeten drie elementen aanwezig zijn: een fout, een oorzakelijk verband tussen de fout en de schade, en schade.
* **Fout:** Een fout kan bestaan uit:
* **Niet-naleving van een wettelijke of reglementaire norm.**
* **Niet-naleving van de algemene zorgvuldigheidsnorm.** Dit wordt beoordeeld aan de hand van de vergelijking met het gedrag van een redelijk en voorzichtig persoon. De voorzienbaarheid van de schade is hierbij een belangrijk criterium. Zelfs een kleine fout kan aanleiding geven tot aansprakelijkheid als deze tot schade leidt.
* **Uitsluitingsgronden** voor fout zijn overmacht, onoverwinnelijke dwaling, dwang, of het naleven van een onwettige regel of hoger belang.
* **Oorzakelijk verband (causaal verband):** De fout moet een noodzakelijke voorwaarde zijn voor het ontstaan van de schade. Bij meerdere oorzaken of meerdere daders kan dit leiden tot *in solidum* aansprakelijkheid (waarbij elke dader voor de volledige schade aansprakelijk is en onderling regres kan zoeken) of gedeelde aansprakelijkheid (waarbij de dader slechts aansprakelijk is in verhouding tot zijn bijdrage aan de schade).
* **Schade:** De schade moet een rechtmatig belang raken, persoonlijk zijn en bewezen kunnen worden. Het kan gaan om materiële (vermogensrechtelijke) schade, zoals geleden verlies en winstderving, of morele (extrapatrimoniale) schade, zoals lichamelijke schade.
* **Toerekenbaarheid:** Bij minderjarigen en geestesgestoorden moet de toerekenbaarheid van de fout aan de dader beoordeeld worden. Kinderen onder de 12 jaar zijn niet aansprakelijk voor hun fouten. Vanaf 12 jaar zijn ze in principe aansprakelijk, maar de rechter kan hen vrijstellen. Geestesgestoorden worden in dit opzicht gelijkgesteld met minderjarigen vanaf 12 jaar.
### 4.4.3 Aansprakelijkheid voor andermans fout
In bepaalde gevallen kan men aansprakelijk gesteld worden voor de fouten die door anderen zijn begaan. Dit is samengestelde aansprakelijkheid en kan leiden tot een regresvordering tegen de werkelijke dader.
* **Ouders/personen met gezag over minderjarigen:**
* Onder de 16 jaar: Ouders zijn foutloos aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door hun minderjarige kinderen.
* 16-17 jaar: Er is een vermoeden van aansprakelijkheid, wat weerlegbaar is door aan te tonen dat er geen sprake was van gebrekkig toezicht of dat er sprake was van goede opvoeding.
* **Personen belast met toezicht op anderen:** Dit betreft personen die duurzame controle hebben over anderen (bijvoorbeeld leerkrachten, opvangcentra). Er geldt een weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid, waarbij de toezichthouder kan worden bevrijd als hij aantoont dat hij geen fout in het toezicht heeft begaan. Dit geldt enkel gedurende de periode van het toezicht.
* **Werkgevers:** Werkgevers zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door de fouten van hun werknemers bij de uitoefening van hun opdracht. Dit geldt voor een *aanstellers*-relatie (ondergeschikt verband) en de opdracht wordt ruim geïnterpreteerd. Dit is een absoluut vermoeden, maar de werkgever kan zijn aansprakelijkheid beperken conform artikel 18 WAO.
### 4.4.4 Aansprakelijkheid voor zaken en dieren
De aansprakelijkheid voor zaken en dieren is een vorm van objectieve aansprakelijkheid, wat betekent dat er geen specifieke fout bewezen hoeft te worden.
* **Aansprakelijkheid voor zaken:** De "bewaarder" van een zaak is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek van die zaak. Vereist is het bewijs van de hoedanigheid van "bewaarder" (feitelijk gebruik en recht van leiding en toezicht), een "gebrek van de zaak" (een abnormaal kenmerk), schade en een oorzakelijk verband. Dit leidt tot een onweerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid, tenzij er sprake is van een vreemde oorzaak.
* **Productaansprakelijkheid:** Dit regelt de aansprakelijkheid voor onveilige producten. Er is sprake van getrapte aansprakelijkheid: de producent, invoerder, en leverancier kunnen aangesproken worden. De voorwaarden zijn dat de consument schade lijdt door een gebrek in een product. De schadevergoeding is integraal voor zowel lichamelijke, morele als materiële schade. Er geldt een verjaringstermijn van 10 jaar na het op de markt brengen van het product, of 3 jaar na het schadegeval.
### 4.4.5 Pluraliteit van aansprakelijken
Wanneer meerdere personen aansprakelijk zijn voor dezelfde schade, kunnen zij *in solidum* aangesproken worden voor de integrale schadevergoeding. De benadeelde partij kan dan één van de daders aanspreken voor het geheel. De aansprakelijke die de volledige schade betaalt, kan vervolgens regres vorderen tegen de mededaders voor hun aandeel in de schade. Wanneer de schade ook te wijten is aan het slachtoffer zelf ("gedeelde aansprakelijkheid"), is de dader slechts aansprakelijk in verhouding tot zijn fout.
---
# Bijzondere overeenkomsten
Dit hoofdstuk behandelt de bijzondere soorten overeenkomsten, met een specifieke focus op de koop- en huurovereenkomst, waarbij de algemene principes van contractenrecht worden toegepast en verder uitgewerkt.
## 3. Bijzondere overeenkomsten
### 3.1 Algemene aspecten van verbintenissen (in context van bijzondere overeenkomsten)
De algemene principes van het verbintenissenrecht vormen de basis voor alle overeenkomsten, inclusief de bijzondere overeenkomsten. Deze principes omvatten de kernbegrippen, soorten verbintenissen, bronnen van verbintenissen en de algemene regels rond de totstandkoming, interpretatie, gevolgen en het tenietgaan van overeenkomsten.
#### 3.1.1 Soorten verbintenissen
* **Voorwaardelijke verbintenissen:** De uitvoering of uitdoving is afhankelijk van een onzekere toekomstige gebeurtenis.
* **Verbintenissen met tijdsbepaling:** De uitvoering of uitdoving hangt af van een toekomstige en zekere gebeurtenis.
* *Opschortende tijdsbepaling:* Uitvoering na de afgesproken termijn.
* *Ontbindende tijdsbepaling:* Uitvoering tot aan de afgesproken termijn.
* **Persoonsgebonden en prestatiegebonden verbintenissen:**
* *Persoonsgebonden:* De specifieke persoon is cruciaal (bv. bij een chirurg).
* *Prestatiegebonden:* Wie de prestatie uitvoert is minder belangrijk, zolang de prestatie maar geleverd wordt.
* **Deelbare en ondeelbare verbintenissen:** De regel is deelbaarheid, tenzij anders bepaald.
* **Hoofdelijke verbintenissen:** Meerdere schuldenaren zijn voor het geheel gehouden jegens de schuldeiser. De schuldeiser kan ieder van hen voor het geheel aanspreken. Dit kan voortvloeien uit de wet, een contract of een juridisch vermoeden.
* **In solidum verbintenissen:** Lijkend op hoofdelijkheid, waarbij meerdere verantwoordelijken voor een foutieve daad gezamenlijk en voor het geheel aansprakelijk worden gesteld voor de schadevergoeding.
* **Resultaats- en inspanningsverbintenissen:**
* *Resultaatsverbintenis:* De schuldenaar verbindt zich ertoe een bepaald resultaat te behalen. Het niet-bereiken van het resultaat impliceert een foutieve uitvoering.
* *Inspanningsverbintenis:* De schuldenaar verbindt zich ertoe alle mogelijke inspanningen te leveren om een bepaald resultaat te bereiken. De schuldeiser moet bewijzen dat de schuldenaar onvoldoende inspanningen heeft geleverd.
#### 3.1.2 Bronnen van verbintenissen
Verbintenissen kunnen voortkomen uit overeenkomsten, onrechtmatige daden, of andere rechtsfeiten.
#### 3.1.3 Overeenkomsten in het algemeen
Een overeenkomst is een wilsovereenstemming tussen twee of meer personen met als doel verbintenissen aan te gaan, te wijzigen of te beëindigen. De basisprincipes zijn contractuele vrijheid, de bindende kracht van overeenkomsten ("pacta sunt servanda") en uitvoering te goeder trouw.
* **Totstandkoming:**
* *Stadia:* Aanbod (met essentiële elementen, bindend voor aanbieder) gevolgd door aanvaarding (uitdrukkelijk of stilzwijgend). Tijdens onderhandelingen is er in principe geen gebondenheid, tenzij de precontractuele aansprakelijkheid wordt ingeroepen bij het schenden van vertrouwen.
* *Geldigheidsvoorwaarden:* Wilsovereenstemming, voorwerp, oorzaak, bekwaamheid, en overeenstemming met dwingend recht en openbare orde. Sanctie bij niet-naleving is relatieve of absolute nietigheid.
* **Gevolgen van overeenkomsten:**
* *Tussen partijen:*
* **Contractuele trouw en uitvoering te goeder trouw:** Overeenkomsten binden partijen als wet, tenzij overmacht. Wijziging of beëindiging vereist wederzijdse toestemming of wettelijke gronden. Uitvoering moet redelijk en billijk gebeuren.
* **Vrijwillige uitvoering:** Wie, wat, waar en aan wie de prestatie moet geleverd worden, dient te worden nagekomen conform de afspraken.
* **Sanctie bij niet-uitvoering:** Vereist eerst een ingebrekestelling (aanmaning). Daarna heeft de schuldeiser de keuze tussen gedwongen uitvoering (in natura of bij equivalent, eventueel met dwangsom) of ontbinding van de overeenkomst. Bij wederkerige overeenkomsten is er ook het opschortingsrecht (weigering wegens niet-uitvoering) en de gerechtelijke ontbinding.
* *Tegenover derden:*
* **Betrekkelijkheid:** Overeenkomsten binden in principe enkel de contractpartijen. Uitzonderingen zijn erfgenamen en rechtverkrijgenden onder algemene of bijzondere titel.
* **Tegenwerpelijkheid:** De overeenkomst is een feit dat door derden erkend moet worden.
* **Uitzonderingen op betrekkelijkheid:** Beding ten gunste van een derde (bv. levensverzekering) en zijdelingse vordering (bv. vordering van slachtoffer op verzekeraar van dader).
* **Tenietgaan van overeenkomsten:** Kan gebeuren door nietigverklaring, ontbinding (contractueel, gerechtelijk, wegens overmacht), eenzijdige opzegging (indien wettelijk voorzien voor onbepaalde duur), of andere algemene wijzen van tenietgaan.
#### 3.1.4 Onrechtmatige daad
Dit betreft buitencontractuele aansprakelijkheid, waarbij een foutieve handeling leidt tot schade bij een ander. De algemene regel is dat eenieder aansprakelijk is voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt. Er zijn echter uitzonderingen zoals samengestelde aansprakelijkheid (aansprakelijkheid voor andermans fout) en objectieve aansprakelijkheid (foutloze aansprakelijkheid voor zaken en dieren).
### 3.2 De koopovereenkomst
#### 3.2.1 Algemeen en totstandkoming
De koopovereenkomst is een overeenkomst waarbij een partij (verkoper) zich verbindt om een zaak over te dragen en de andere partij (koper) zich verbindt om daarvoor een prijs te betalen. De geldigheid ervan vereist de algemene geldigheidsvoorwaarden voor overeenkomsten, met specifieke regels voor echtgenoten, voogden en consumentenbescherming bij bepaalde verkooptechnieken.
#### 3.2.2 Eigendomsoverdracht en risico
* **Eigendomsoverdracht:** Geschiedt in principe op het moment van de totstandkoming van de koop, tenzij er uitzonderingen zijn zoals koop van soortzaken, toekomstige zaken, of contractueel eigendomsvoorbehoud.
* **Risico-overdracht:** Volgt in principe de eigendomsoverdracht. Clausules van eigendomsvoorbehoud kunnen het risico reeds bij levering doen overgaan.
#### 3.2.3 Verbintenissen van de verkoper
1. **Levering van de zaak:** Dit omvat de bezits- en eigendomsoverdracht. Tenzij anders overeengekomen, dient de zaak afgehaald te worden bij de verkoper.
2. **Kwaliteitswaarborg (vrijwaring voor verborgen gebreken):** De verkoper is aansprakelijk voor verborgen gebreken die ernstig zijn, bestonden op het ogenblik van de koop, niet bekend waren aan de koper, niet uitgesloten in het contract, en binnen een korte termijn gemeld werden. De koper kan kiezen voor ontbinding of prijsvermindering.
3. **Juridische waarborg (vrijwaring voor uitwinning):** De verkoper moet instaan voor een rustig en vreedzaam bezit van de zaak en vrijwaren voor daden van derden en eigen daden die het bezit verstoren.
#### 3.2.4 Verbintenissen van de koper
1. **Aanvaarding van de levering:** Dit impliceert de aanvaarding van zichtbare gebreken en conformiteit, tenzij anders overeengekomen. De zaak dient in principe te worden afgehaald.
2. **Betaling van de prijs:** Dient plaats te vinden op het ogenblik en de plaats van levering, tenzij anders overeengekomen.
3. **Betaling van de kosten:** Dient te gebeuren conform de afspraken, met de regel dat de koper de kosten draagt, tenzij anders overeengekomen.
#### 3.2.5 Bijzondere verkoopovereenkomsten
Dit deel van de stof is niet gedetailleerd uitgewerkt in de verstrekte tekst.
### 3.3 De huurovereenkomst
#### 3.3.1 Algemeen
Huur is een overeenkomst waarbij een partij (verhuurder) zich verbindt om een zaak in gebruik te geven aan een andere partij (huurder) tegen betaling van een prijs. Het is een persoonlijk recht, geen zakelijk recht, en wordt beschouwd als een daad van beheer, tenzij de duur langer is dan negen jaar.
#### 3.3.2 Verbintenissen van de verhuurder
1. **Leveren van de zaak:** De zaak dient in goede staat te worden geleverd, tenzij contractueel anders overeengekomen. Bij woninghuur gelden bijkomende informatieverplichtingen en regels omtrent de huurwaarborg.
2. **Onderhoud van de zaak:** De verhuurder is verantwoordelijk voor het gebruik waarvoor de zaak verhuurd is en voor de nodige herstellingen en onderhoudswerken ten gevolge van normale sleet.
3. **Waarborgen van rustig genot:** De verhuurder moet vrijwaren voor eigen daden, rechtsstoornissen en feitelijke stoornissen, evenals voor rechtsstoornissen van derden en verborgen gebreken.
4. **Huurwaarborgsom:** Indien contractueel voorzien, is een waarborgsom verschuldigd. Bij woninghuur is deze beperkt tot maximaal drie maanden huur en dient deze gestort te worden op een geïndividualiseerde rekening met kapitalisatie-intresten ten voordele van de huurder.
#### 3.3.3 Verbintenissen van de huurder
1. **Gebruik als goede huisvader:** Het gehuurde goed moet gebruikt worden volgens de normale bestemming en met zorg. Geringe huurherstellingen vallen ten laste van de huurder, tenzij deze te wijten zijn aan overmacht of ouderdom.
2. **Betalen van de huurprijs:** De huurprijs dient te worden betaald zoals overeengekomen in de huurovereenkomst.
3. **Teruggave van het goed:** Het goed dient in goede staat te worden teruggegeven. Indien er een plaatsbeschrijving bij aanvang is, dient de teruggave in overeenkomstige staat te gebeuren, tenzij overmacht of ouderdom. Zonder plaatsbeschrijving geldt een vermoeden dat het goed in dezelfde staat werd ontvangen, tenzij de huurder het tegendeel kan bewijzen. De huurder is aansprakelijk voor brand, tenzij hij het tegendeel bewijst.
4. **Voorzien van huisraad (stoffering):** Voor onroerende goederen is dit relevant voor het voorrecht van de onbetaalde verhuurder op de meubels van de huurder.
5. **Verzekering (in Vlaanderen):** Verplichting tot het afsluiten van een verzekering voor brand- en waterschade, zowel voor huurder als verhuurder.
#### 3.3.4 Einde van de huur
* **Onroerende goederen die niet tot woning dienen:** Huurovereenkomsten voor bepaalde tijd eindigen door het verstrijken van de termijn. Huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd eindigen door opzegging.
* **Woninghuur:** Gekarakteriseerd door een strikte reglementering van de duur, registratieplicht voor de verhuurder, en beperkte opzegmogelijkheden voor de verhuurder met mogelijke hoge schadevergoeding.
* **Andere wijze van beëindiging:** Wederzijds akkoord, ontbinding, tenietgaan van de overeenkomst.
#### 3.3.5 Bijzondere vormen van huur
* **Verhuur aan studenten:** Dwingende regeling met beperkte huurwaarborg (max. 2 maanden), geen overdracht of onderhuur zonder akkoord, en geen opzegmogelijkheid voor de verhuurder.
* **Gemene huurregime:** Van toepassing op huurcontracten die niet onder een specifieke regeling vallen, voor bepaalde of onbepaalde duur.
* **Woninghuur:** Specifieke regels voor de hoofdverblijfplaats, dwingend recht, in principe negen jaar durend, met bijzondere regels voor beëindiging.
* **Handelshuur:** Dwingend recht met groot formalisme, van toepassing op huur van handelspanden met direct contact met publiek. Minimaal negen jaar durend met recht op drie huurhernieuwingen.
### 3.4 Andere bijzondere overeenkomsten
* **Bewaargeving:** Een overeenkomst waarbij een partij een zaak aanneemt om deze te bewaren en in natura terug te geven.
* **Dading:** Een overeenkomst waarbij partijen een geschil beëindigen door wederzijdse toegevingen.
* **Aanneming:** Een overeenkomst waarbij een aannemer zich verbindt om een werk uit te voeren tegen een prijs.
* **Lastgeving:** Een overeenkomst waarbij een lasthebber zich verbindt om rechtshandelingen te stellen in naam en voor rekening van de lastgever.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Verbintenis | Een rechtsband waarbij een persoon (de schuldenaar) zich ertoe verbindt om een bepaalde prestatie te leveren aan een andere persoon (de schuldeiser), die recht heeft op die prestatie. Dit kan bestaan uit iets geven, iets doen of iets niet doen. |
| Schuldenaar | De partij die gehouden is tot het leveren van een prestatie krachtens een verbintenis. |
| Schuldeiser | De partij die recht heeft op een prestatie van de schuldenaar krachtens een verbintenis; ook wel de houder van een vorderingsrecht genoemd. |
| Voorwaardelijke verbintenis | Een verbintenis waarvan de uitvoering of uitdoving afhankelijk wordt gemaakt van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. |
| Potestatieve voorwaarde | Een voorwaarde waarvan de realisatie van de toekomstige en onzekere gebeurtenis afhangt van de wil van de schuldenaar of schuldeiser. |
| Verbintenis met tijdsbepaling | Een verbintenis waarvan de uitvoering of uitdoving afhangt van een toekomstige en zekere gebeurtenis. |
| Opschortende tijdsbepaling | Een vorm van tijdsbepaling waarbij de uitvoering van de verbintenis pas aanvangt na het verstrijken van de afgesproken termijn. |
| Ontbindende tijdsbepaling | Een vorm van tijdsbepaling waarbij de verbintenis eindigt na het verstrijken van de afgesproken termijn. |
| Persoonsgebonden verbintenis | Een verbintenis waarbij de persoon van de schuldenaar of schuldeiser van doorslaggevend belang is. |
| Prestatiegebonden verbintenis | Een verbintenis waarbij de identiteit van de uitvoerende partij van geen belang is, zolang de afgesproken prestatie maar wordt geleverd. |
| Deelbare verbintenis | Een verbintenis waarvan de prestatie in delen kan worden opgesplitst, waarbij elke schuldenaar slechts gehouden is tot zijn deel. Dit is de hoofdregel. |
| Hoofdelijke verbintenis | Een verbintenis waarbij meerdere schuldenaars tot dezelfde prestatie gehouden zijn en de schuldeiser ieder van hen voor het geheel kan aanspreken. |
| In solidum verbintenis | Een type aansprakelijkheid waarbij meerdere verantwoordelijken voor een foutieve daad gezamenlijk worden veroordeeld tot betaling van de volledige schadevergoeding, vergelijkbaar met hoofdelijkheid. |
| Resultaatsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar gehouden is tot het bereiken van een specifiek resultaat; het niet-bereiken van dit resultaat impliceert een fout. |
| Inspanningsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar gehouden is om alle mogelijke inspanningen te leveren om een bepaald resultaat te bereiken; een fout is pas aangetoond indien kan bewezen worden dat de schuldenaar niet voldoende inspanningen heeft geleverd. |
| Overeenkomst (contract) | Een meerzijdige rechtshandeling waarbij twee of meer personen hun wil overeenstemmen met het doel om verbintenissen aan te gaan, te wijzigen of te beëindigen. |
| Contractuele vrijheid | Het principe dat partijen vrij zijn om overeenkomsten aan te gaan en de inhoud ervan te bepalen, binnen de grenzen van de wet. |
| Uitvoering te goeder trouw | Het principe dat overeenkomsten moeten worden uitgevoerd op een redelijke en billijke manier, rekening houdend met de bedoelingen van de partijen. |
| Aanbod | Een voorstel met alle essentiële elementen van een overeenkomst, dat, mits aanvaarding, leidt tot het ontstaan van een verbintenis. |
| Aanvaarding | De instemming met een aanbod, die, indien geldig en gekend door de aanbieder, leidt tot de totstandkoming van een overeenkomst. |
| Precontractuele aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die kan ontstaan tijdens de onderhandelingsfase van een overeenkomst, wanneer een partij het opgewekte vertrouwen op onredelijke wijze beschaamt. |
| Geldigheidsvoorwaarden voor overeenkomsten | De essentiële elementen die aanwezig moeten zijn voor de geldige totstandkoming van een overeenkomst, zoals wilsovereenstemming, een voorwerp, een oorzaak, bekwaamheid en overeenstemming met dwingend recht. |
| Nietigheid (relatieve/absolute) | De sanctie die een overeenkomst ongeldig verklaart wegens het ontbreken van een geldigheidsvoorwaarde. Relatieve nietigheid kan enkel worden ingeroepen door de beschermde partij, absolute nietigheid door elke belanghebbende. |
| Contractuele trouw | Het principe dat partijen zich tijdens de uitvoering van een overeenkomst aan elkaar verplicht hebben, zoals vastgelegd in de overeenkomst zelf. |
| Contractuele aansprakelijkheid | De aansprakelijkheid die ontstaat wanneer een contractspartij zijn verbintenissen niet (correct) nakomt. |
| Wanprestatie | Het niet-nakomen of gebrekkig nakomen van een contractuele verbintenis door de schuldenaar. |
| Aanmaning | Een formele waarschuwing of oproep van de schuldeiser aan de schuldenaar om de verbintenis na te komen. |
| Gedwongen uitvoering | De mogelijkheid voor de schuldeiser om via gerechtelijke weg de nakoming van de verbintenis af te dwingen. |
| Uitvoerbare titel | Een document dat de schuldeiser toelaat om de gedwongen uitvoering van een verbintenis te verkrijgen, zoals een vonnis of een notariële akte. |
| Uitvoering in natura | De nakoming van de verbintenis zoals oorspronkelijk overeengekomen, zonder vervanging door een equivalente prestatie. |
| Uitvoering bij equivalent (schadeherstel) | Het vervangen van de oorspronkelijke prestatie door een financiële compensatie (schadevergoeding) wanneer uitvoering in natura niet mogelijk, nuttig of toegelaten is. |
| Wederkerige overeenkomst | Een overeenkomst waarbij beide partijen over en weer verbintenissen aangaan. |
| Weigering wegens niet-uitvoering (opschortingsrecht) | Het recht van een partij in een wederkerige overeenkomst om haar eigen verbintenis op te schorten zolang de andere partij haar verbintenis niet nakomt. |
| Gerechtelijke ontbinding | De beëindiging van een overeenkomst door tussenkomst van de rechter, als sanctie op de niet-nakoming van een partij. |
| Betrekkelijkheid van overeenkomsten | Het principe dat overeenkomsten enkel gevolgen hebben voor de contractpartijen zelf en niet voor derden. |
| Tegenwerpelijkheid van overeenkomsten | Het principe dat een overeenkomst als een feit moet worden erkend door derden, zonder dat zij erdoor gebonden worden. |
| Beding ten gunste van een derde | Een clausule in een overeenkomst die een recht toekent aan een persoon die geen partij is bij de overeenkomst. |
| Zijdelingse vordering | Een vordering die een schuldeiser instelt in naam van zijn schuldenaar, wanneer de schuldenaar zelf nalaat een vordering in te stellen die tot zijn vermogen behoort. |
| Onrechtmatige daad (buitencontractuele aansprakelijkheid) | Een handeling of nalaten die schade veroorzaakt aan een ander, buiten enige contractuele relatie om, en die leidt tot een aansprakelijkheidsrelatie. |
| Foutaansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die gebaseerd is op het begaan van een fout, waarbij de dader gehouden is tot vergoeding van de geleden schade. |
| Fout | Het schenden van een wettelijke of reglementaire norm, of het niet voldoen aan de algemene zorgvuldigheidsnorm die van toepassing is op een voorzichtig en redelijk persoon. |
| Zorgvuldigheidsnorm | De norm van voorzichtigheid en redelijkheid die van een gemiddeld persoon verwacht mag worden in een bepaalde situatie. |
| Voorzienbaarheid | Het criterium waarbij een gedraging als foutief wordt beschouwd indien de schade die eruit voortvloeit redelijkerwijs voorzienbaar was. |
| Causaal verband (oorzakelijk verband) | Het verband tussen de fout van de dader en de geleden schade, waarbij de fout een noodzakelijke voorwaarde moet zijn voor de schade. |
| Gedeelde aansprakelijkheid | Situatie waarbij de schade mede te wijten is aan de schuld van het slachtoffer zelf, waardoor de aansprakelijkheid van de dader wordt verminderd. |
| Materiële schade (patrimoniale schade) | Schade die een vermogensrechtelijk verlies of een derving van winst inhoudt. |
| Morele schade (extramatrimoniale schade) | Schade die betrekking heeft op immateriële verliezen, zoals pijn, leed, of aantasting van de eer en goede naam. |
| Samengestelde aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid voor de fout van een ander, zoals de aansprakelijkheid van ouders voor hun kinderen of werkgevers voor hun werknemers. |
| Vermoeden van aansprakelijkheid | Een wettelijk vermoeden dat een persoon aansprakelijk is, dat door tegenbewijs kan worden weerlegd. |
| Objectieve aansprakelijkheid (foutloze aansprakelijkheid) | Aansprakelijkheid die wordt aangenomen zonder dat er een fout hoeft te worden bewezen door de benadeelde partij; de aansprakelijkheid is gebaseerd op het beheer van een zaak of dier. |
| Bewaarder | De persoon die feitelijk gebruik, leiding en toezicht heeft over een zaak. |
| Gebrek van de zaak | Een abnormaal kenmerk van een zaak dat een risico op schade veroorzaakt. |
| Vreemde oorzaak | Een externe factor, onafhankelijk van de bewaarder en de zaak zelf, die de schade veroorzaakt en de bewaarder kan bevrijden van aansprakelijkheid. |
| Productaansprakelijkheid | Aansprakelijkheid van de producent voor schade veroorzaakt door een gebrekkig product. |
| Tenietgaan van verbintenissen | De wijzen waarop een verbintenis ophoudt te bestaan, zoals door uitvoering, schuldvergelijking, kwijtschelding of overmacht. |
| Integrale uitvoering / betaling | De volledige nakoming van de overeengekomen prestatie, waardoor de verbintenis tenietgaat. |
| Schuldvergelijking | De tenietgaan van wederzijdse schulden tussen twee personen die elkaars schuldenaar en schuldeiser zijn, tot beloop van het laagste bedrag. |
| Bevrijdende verjaring | Het tenietgaan van een vorderingsrecht door het verstrijken van een wettelijk bepaalde termijn, waardoor de schuldenaar bevrijd wordt van zijn verbintenis. |
| Schuldvernieuwing | Een overeenkomst waarbij een bestaande verbintenis wordt vervangen door een nieuwe verbintenis, waardoor de oude verbintenis tenietgaat. |
| Kwijtschelding | Het door de schuldeiser vrijwillig afstand doen van zijn vorderingsrecht, waardoor de verbintenis tenietgaat. |
| Overmacht | Een onvoorzienbare en onvermijdelijke gebeurtenis die de uitvoering van een verbintenis onmogelijk maakt en de schuldenaar bevrijdt van zijn aansprakelijkheid. |
| Ontbindende voorwaarde | Een voorwaarde die, bij realisatie, de uitvoering of het bestaan van een verbintenis beëindigt. |
| Bijzondere overeenkomsten | Specifieke soorten contracten die in de wet apart geregeld zijn, zoals koop, huur, bewaargeving, etc. |
| Koop | Een overeenkomst waarbij de verkoper zich verbindt een zaak te leveren en de prijs daarvan te betalen, en de koper zich verbindt de prijs te betalen en de zaak in ontvangst te nemen. |
| Kwaliteitswaarborg (vrijwaring voor verborgen gebreken) | De verplichting van de verkoper om de koper te vrijwaren voor ernstige gebreken aan de verkochte zaak die bestonden op het ogenblik van de verkoop en die niet kenbaar waren voor de koper. |
| Juridische waarborg (vrijwaring voor uitwinning) | De verplichting van de verkoper om de koper te beschermen tegen juridische aanspraken van derden die het rustig bezit van de zaak zouden kunnen verstoren. |
| Huur | Een overeenkomst waarbij de ene partij (de verhuurder) zich verbindt om de andere partij (de huurder) het genot te verschaffen van een zaak voor een bepaalde tijd, tegen een prijs (de huurprijs). |
| Verhuurder | De partij in een huurovereenkomst die het genot van een zaak verleent. |
| Huurder | De partij in een huurovereenkomst die het genot van een zaak verkrijgt. |
| Waarborgsom | Een bedrag dat de huurder betaalt aan de verhuurder als zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen. |
| Woninghuur | Een specifieke vorm van huur die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van de huurder en onderworpen is aan dwingende wettelijke bepalingen. |
| Handelshuur | Een specifieke vorm van huur die betrekking heeft op de huur van een pand voor de uitoefening van een kleinhandel of bedrijf dat in rechtstreeks contact staat met het publiek. |