Cover
Comença ara de franc Hfdst 6 Lening 25-26 STUDS.pptx
Summary
# Lening: algemene definitie en types
Dit onderwerp definieert een lening als een overeenkomst voor tijdelijk gebruiksrecht van een zaak, al dan niet tegen rente, en introduceert de onderscheidingen tussen bruiklening en verbruiklening.
### 1.1 Algemene definitie van een lening
Een lening wordt gedefinieerd als een overeenkomst waarbij de ene partij, de uitlener, aan de andere partij, de ontlener, het tijdelijke gebruik van een zaak afstaat. Deze af te staan kan kosteloos gebeuren of tegen betaling van rente op het uitgeleende kapitaal.
### 1.2 Types van leningen
Volgens het oude Belgische Burgerlijk Wetboek (oud BW) zijn er twee hoofdsoorten leningen te onderscheiden:
1. **Leningen van zaken die niet tenietgaan door het gebruik:** Dit type lening staat bekend als bruiklening of commodaat.
2. **Leningen van zaken die wel tenietgaan door het gebruik:** Dit type lening wordt verbruiklening of eenvoudige lening genoemd.
#### 1.2.1 Bruiklening (commodaat)
##### 1.2.1.1 Definitie en constitutieve bestanddelen
Bruiklening, ook wel commodaat genoemd, is een contract waarbij de ene partij (de ontlener) een zaak mag gebruiken, onder de strikte verplichting om die specifieke zaak na gebruik terug te geven aan de andere partij (de uitlener).
De constitutieve bestanddelen van bruiklening zijn:
* **Contract:** Er is sprake van een meerzijdige rechtshandeling waarbij twee partijen rechtsgevolgen willen doen ontstaan.
* **Een niet-vervangbaar (on)roerend goed:** Dit betekent dat de geleende zaak uniek is en niet zomaar door een andere zaak van dezelfde soort en kwaliteit kan worden vervangen. Een voorbeeld hiervan is een testrit met een specifieke auto.
* **Tijdelijk gebruiksrecht:** Het recht om de zaak te gebruiken is beperkt in tijd. Dit kan een bepaalde duur zijn of een onbepaalde duur, waarbij de ontlener de zaak mag gebruiken tot het doel waarvoor de zaak werd uitgeleend, is vervuld.
* **Verplichting om dezelfde zaak terug te geven in natura:** De ontlener moet exact dezelfde zaak teruggeven in de staat waarin deze zich bevond na gebruik.
##### 1.2.1.2 Kenmerken van bruiklening
Bruiklening heeft de volgende kenmerken:
* **Een zakelijk contract:** Het contract komt pas geldig tot stand door de feitelijke afgifte van de zaak door de uitlener aan de ontlener. Enkel een consensus is niet voldoende om de bruikleenovereenkomst geldig te laten zijn. Bij betwisting is een schriftelijk contract wel noodzakelijk voor het bewijs.
* **Een contract om niet:** Bruiklening is in beginsel kosteloos.
* **Een eenzijdig contract:** De belangrijkste verplichtingen rusten voornamelijk op de ontlener. Er is geen sprake van wederkerige verplichtingen in de zin van compenserende voordelen.
* **Niet persoonsgebonden contract (uitzondering: *intuitu personae*):** In principe mag de ontlener de zaak zelf gebruiken, maar ook huisgenoten of werknemers mogen de zaak gebruiken. Erfgenamen kunnen de verbintenissen voortzetten. Dit is geen persoonlijk gebruiksrecht van de ontlener.
##### 1.2.1.3 Verplichtingen van de ontlener
De ontlener heeft een reeks verplichtingen:
1. **Gebruik, bewaring en behoud:** De ontlener moet de zaak gebruiken, bewaren en behouden zoals een normaal, zorgvuldig en redelijk persoon dat zou doen. Dit betreft een inspanningsverbintenis. Indien de ontlener hier niet aan voldoet, kan dit leiden tot een schadevergoeding (resultaatsverbintenis).
2. **Teruggaveverplichting:** De ontlener moet de zaak op exact dezelfde manier teruggeven als hij deze heeft ontvangen.
3. **Verlies van de zaak:** De uitlener is aansprakelijk voor het verlies van de zaak, tenzij de ontlener kan bewijzen dat hij de zorg voor gebruik, bewaring en behoud als een normaal, zorgvuldig persoon heeft nageleefd en het verlies niet aan zijn fout te wijten is, maar aan toeval of overmacht. Dit is een zware bewijslast voor de ontlener. Er zijn wettelijke uitzonderingen op deze regel:
* Artikel 1881 oud BW: Wanneer de ontlener de zaak anders heeft gebruikt dan waarvoor deze bestemd was of langer heeft gebruikt dan afgesproken.
* Artikel 1882 oud BW: De "egoïstische" ontlener, die kon kiezen tussen zijn eigen zaak en de geleende zaak, maar de geleende zaak gebruikte op een moment dat toeval of overmacht optrad.
* Artikel 1883 oud BW: Indien er een schatting van de zaak heeft plaatsgevonden, verschuift het risico automatisch naar de ontlener. Bij diefstal is de ontlener dan aansprakelijk voor de schadevergoeding.
4. **Kosten voor gebruik, bewaring en behoud:** Kosten die de ontlener maakt voor het gebruik, de bewaring en het behoud van de zaak zijn voor eigen rekening. Deze kunnen niet worden teruggevorderd van de eigenaar omdat bruikleen kosteloos is.
##### 1.2.1.4 Verplichtingen van de uitlener
De verplichtingen van de uitlener zijn beperkter:
1. **Aansprakelijkheid:** De uitlener is niet verantwoordelijk voor daden van derden met betrekking tot de geleende zaak.
2. **Terugvordering:** De uitlener kan de zaak terugvorderen indien hij deze dringend en onvoorzien nodig heeft. Een rechter zal beoordelen of dit inderdaad het geval is.
3. **Buitengewone uitgaven:** Buitengewone uitgaven die noodzakelijk waren voor de zaak kunnen wel worden teruggevorderd door de ontlener.
4. **Vrijwaring voor gebreken:** De uitlener moet de ontlener vrijwaren voor gebreken die de uitlener zelf kende en waarover hij de ontlener niet heeft geïnformeerd. In een professionele context is deze vrijwaring minder relevant, omdat er vanuit wordt gegaan dat een professionele partij dergelijke gebreken wel kent.
#### 1.2.2 Verbruiklening
##### 1.2.2.1 Definitie en kenmerken
Verbruiklening is een contract waarbij de ene partij (de uitlener) een bepaalde hoeveelheid zaken die door het gebruik tenietgaan, afgeeft aan de andere partij (de ontlener). De ontlener is verplicht om aan de uitlener evenveel zaken terug te geven van gelijke soort en hoedanigheid.
**Kenmerken van verbruiklening:**
* **Contract:** Vereist de wil van twee partijen om rechtsgevolgen te creëren.
* **Alleen roerende, vervangbare goederen:** De geleende zaak moet van die aard zijn dat deze door het gebruik verdwijnt en kan worden vervangen door een andere zaak van dezelfde soort en kwaliteit. Dieren vallen hier bijvoorbeeld niet onder.
* **Eigendomsoverdracht (risico bij ontlener):** In tegenstelling tot bruiklening, gaat het eigendomsrecht van de geleende zaak direct over op de ontlener. Het risico van de zaak ligt daardoor altijd bij de ontlener.
* **Teruggaveverplichting:** De ontlener moet een gelijke hoeveelheid van dezelfde soort en hoedanigheid teruggeven.
* **Om niet of ten bezwarende titel:** Een verbruiklening kan kosteloos zijn (bv. lenen van geld van familie) of tegen betaling (bv. lenen van geld bij een bank). Het kan dus een eenzijdig of wederkerig contract zijn.
##### 1.2.2.2 Verplichtingen van de ontlener
* **Teruggave:** Indien de ontlener niet in staat is om dezelfde hoeveelheid, hoedanigheid en kwaliteit terug te geven, moet hij de waarde van de geleende zaak vergoeden.
* **Onbepaalde duur:** Bij een lening op onbepaalde duur kan de uitlener zelf kiezen wanneer hij de terugbetaling opeist.
##### 1.2.2.3 Verplichtingen van de uitlener
De tekst geeft aan dat er specifieke regels gelden voor leningen op interest en bijzondere kredieten, maar deze worden niet nader uitgewerkt in dit gedeelte.
> **Tip:** Het cruciale verschil tussen bruiklening en verbruiklening ligt in de aard van de geleende zaak en de teruggaveverplichting. Bij bruiklening moet exact dezelfde zaak teruggegeven worden (in natura), terwijl bij verbruiklening een gelijke hoeveelheid van soortgelijke zaken volstaat. Dit beïnvloedt ook de eigendomsverhouding en het risico.
---
# Bruiklening (commodaat)
Dit deel van de cursus behandelt de bruiklening, een specifieke vorm van lening waarbij een zaak kosteloos ter beschikking wordt gesteld voor tijdelijk gebruik, met de verplichting de identieke zaak terug te geven.
### 2.1 Definitie en constitutieve bestanddelen
Bruiklening, ook wel commodaat genoemd, wordt gedefinieerd in de wet als een contract waarbij de ene partij (de ontlener) aan de andere partij (de uitlener) een zaak afgeeft om daarvan gebruik te maken, onder de verplichting voor de ontlener om diezelfde zaak terug te geven na gebruik.
De constitutieve bestanddelen van een bruiklening zijn:
* **Een contract:** Er is sprake van een meerzijdige rechtshandeling waarbij twee partijen rechtsgevolgen willen doen ontstaan. Soms kan er discussie ontstaan of het niet eerder uit goedertierenheid is geschied, wat de juridische kwalificatie kan beïnvloeden.
* **Een niet-vervangbaar goed:** Dit kan zowel een roerend als een onroerend goed zijn. Een voorbeeld hiervan is een testrit met een auto.
* **Een tijdelijk gebruiksrecht:** Het gebruik van de zaak is beperkt in de tijd, hetzij voor een bepaalde duur, hetzij voor onbepaalde duur (totdat de zaak niet meer nodig is voor het oorspronkelijke doel, met een mogelijke opzegtermijn voor de uitlener).
* **Verplichting om dezelfde zaak terug te geven in natura:** De ontlener moet exact dezelfde zaak teruggeven, niet een vergelijkbare zaak.
### 2.2 Kenmerken van bruiklening
Bruiklening vertoont de volgende kenmerken:
* **Zakelijk contract:** Het contract komt pas geldig tot stand bij de daadwerkelijke afgifte van de zaak. Een loutere consensus is niet voldoende om een bruikleningsovereenkomst te doen ontstaan. Bij betwisting is een schriftelijk bewijs wel aangewezen.
* **Contract om niet:** Bruiklening is kosteloos; de ontlener betaalt geen vergoeding voor het gebruik van de zaak.
* **Eenzijdig contract:** Hoewel het een contract tussen twee partijen betreft, liggen de meeste verplichtingen voornamelijk bij de ontlener.
* **Niet persoonsgebonden contract (tenzij *intuitu personae*):** In principe mag de ontlener de zaak doorgeven aan huisgenoten of werknemers. Echter, in bepaalde contexten kan de bruiklening wel persoonsgebonden zijn, bijvoorbeeld als de zaak enkel aan een specifieke persoon werd toevertrouwd omwille van diens persoonlijke hoedanigheden. Erfgenamen kunnen echter wel de verbintenis overnemen.
### 2.3 Verplichtingen van de ontlener
De ontlener heeft de volgende verplichtingen:
1. **Gebruik, bewaring en behoud:** De ontlener moet de zaak gebruiken, bewaren en behouden als een normaal, zorgvuldig en redelijk persoon. Dit betreft een inspanningsverbintenis. Bij niet-naleving kan de ontlener aansprakelijk worden gesteld voor schadevergoeding.
2. **Resultaatsverbintenis inzake teruggave:** De ontlener moet de zaak op exact dezelfde manier teruggeven als waarin deze ontvangen werd. Dit is een resultaatsverbintenis.
3. **Verlies of beschadiging:** De ontlener is aansprakelijk voor verlies of beschadiging, tenzij hij kan bewijzen dat hij alle zorgvuldigheid heeft betracht voor gebruik, bewaring en behoud, én dat het verlies of de beschadiging niet te wijten is aan zijn fout, maar aan toeval of overmacht. Dit brengt een zware bewijslast met zich mee voor de ontlener.
* **Wettelijke uitzonderingen** waarbij de ontlener wel aansprakelijk is, zelfs bij overmacht:
* Indien de ontlener de zaak anders heeft gebruikt dan waarvoor deze bestemd was, of langer heeft gebruikt dan afgesproken.
* Indien de ontlener de geleende zaak heeft gebruikt op een moment dat hij kon kiezen tussen zijn eigen zaak en de geleende zaak, en de overmacht zich voordeed bij de geleende zaak.
* Indien er een schatting van de zaak heeft plaatsgevonden bij het aangaan van het contract; dit impliceert een verschuiving van het risico naar de ontlener.
4. **Kosten:** Kosten die de ontlener maakt voor het gebruik, de bewaring of het behoud van de zaak (zoals brandstof) zijn voor eigen rekening, aangezien de bruiklening kosteloos is.
### 2.4 Verplichtingen van de uitlener
De uitlener heeft beperktere verplichtingen:
1. **Aansprakelijkheid voor derden:** De uitlener is niet verantwoordelijk voor de daden van derden met betrekking tot de uitgeleende zaak.
2. **Terugeisen van de zaak:** De uitlener kan de zaak terugeisen indien hij ze dringend en onvoorzien nodig heeft. Een rechter zal beoordelen of deze noodzaak aanwezig is.
3. **Buitengewone uitgaven:** Buitengewone uitgaven die de ontlener maakt voor de zaak, kunnen onder bepaalde voorwaarden worden teruggevorderd van de uitlener.
4. **Vrijwaring voor gebreken:** De uitlener moet de ontlener vrijwaren voor verborgen gebreken aan de zaak die hij kende en waarvan hij de ontlener niet heeft geïnformeerd. In een professionele context is dit minder van toepassing, omdat men aanneemt dat een professionele partij gebreken kent.
### 2.5 Vergelijking met verbruiklening
Bruiklening verschilt wezenlijk van verbruiklening (ook wel eenvoudige lening genoemd) voornamelijk op het punt van de teruggaveverplichting.
* **Bruiklening:** Vereist de teruggave van exact dezelfde, niet-vervangbare zaak.
* **Verbruiklening:** Vereist de teruggave van een hoeveelheid zaken van gelijke soort en hoedanigheid. De eigendom van de uitgeleende zaken gaat over op de ontlener, wat betekent dat het risico bij de ontlener ligt. Verbruiklening kan zowel om niet als ten bezwarende titel (met rente) plaatsvinden.
---
# Verbruiklening
Verbruiklening is een type leningovereenkomst waarbij zaken die door gebruik tenietgaan worden afgegeven, met de verplichting voor de ontlener om een gelijke hoeveelheid van gelijke soort en hoedanigheid terug te geven.
### 3.1 Definitie en kenmerken van verbruiklening
Verbruiklening wordt gedefinieerd in artikel 1892 van het oud Burgerlijk Wetboek. Het is een contract waarbij de ene partij, de uitlener, een bepaalde hoeveelheid zaken die door het gebruik tenietgaan, afgeeft aan de andere partij, de ontlener. De ontlener is vervolgens verplicht om aan de uitlener evenveel van gelijke soort en hoedanigheid terug te geven.
#### 3.1.1 Kenmerken van verbruiklening
De belangrijkste kenmerken van een verbruiklening zijn:
* **Contract:** Het is een overeenkomst tussen twee of meer partijen met de intentie om rechtsgevolgen te doen ontstaan.
* **Alleen roerende, vervangbare goederen:** De geleende zaken moeten roerend en vervangbaar zijn. Dit betekent dat ze niet uniek mogen zijn en dat er soortgelijke zaken bestaan. Zaken die niet tenietgaan door gebruik vallen onder de bruiklening.
* **Eigendomsoverdracht:** Bij verbruiklening gaat het eigendom van de geleende zaken direct over op de ontlener. Dit heeft als gevolg dat het risico van verlies of tenietgaan van de zaak bij de ontlener ligt.
* **Teruggaveverplichting:** De ontlener is verplicht om een gelijke hoeveelheid van gelijke soort en hoedanigheid terug te geven. Dit verschilt van bruiklening, waar de exacte geleende zaak teruggegeven moet worden.
* **Om niet of ten bezwarende titel:** Een verbruiklening kan kosteloos zijn (om niet) of tegen betaling (ten bezwarende titel). Een lening van geld bij een bank is bijvoorbeeld vrijwel altijd ten bezwarende titel, met rente. Een lening van een familielid kan daarentegen kosteloos zijn.
> **Tip:** Het sleutelverschil met bruiklening is de aard van de teruggaveverplichting. Bij bruiklening gaat het om de specifieke zaak, bij verbruiklening om een equivalent.
> **Example:** Als u 1000 euro leent van een vriend, geeft u niet exact dezelfde biljetten terug, maar een waarde van 1000 euro in euro's (gelijke soort en hoedanigheid). Als u een specifieke, unieke erfstuk leent om tijdelijk te gebruiken, valt dit onder bruiklening.
### 3.2 Verplichtingen van de ontlener
De ontlener heeft in de eerste plaats de verplichting om de geleende zaken terug te geven.
* **Teruggave van gelijke hoeveelheid, soort en hoedanigheid:** De ontlener moet de afgesproken hoeveelheid, van dezelfde soort en met dezelfde kwaliteit teruggeven.
* **Niet kunnen teruggeven:** Indien de ontlener niet in staat is om exact dezelfde hoeveelheid, soort en hoedanigheid terug te geven, dan dient hij de waarde daarvan te vergoeden. Dit wordt bepaald op het moment van de terugbetaling.
> **Tip:** Bij verbruiklening gaat het eigendom over. Dit betekent dat als de geleende zaken tenietgaan door overmacht of toeval, de ontlener nog steeds de verplichting heeft om de tegenwaarde terug te geven, tenzij anders is afgesproken.
### 3.3 Verplichtingen van de uitlener
De verplichtingen van de uitlener zijn doorgaans beperkter dan die van de ontlener, zeker in het geval van een geldlening.
* **Afgifte van de zaken:** De uitlener is verplicht om de afgesproken hoeveelheid zaken aan de ontlener af te geven.
* **Vrijwaring voor verborgen gebreken (in bepaalde contexten):** Hoewel de tekst hierover beknopt is, kan, afhankelijk van de aard van de lening en de professionele context van de uitlener, een zekere vrijwaringsplicht gelden voor gebreken die de uitlener kende en niet heeft meegedeeld. In de context van geldleningen is dit doorgaans niet van toepassing.
#### 3.3.1 Bijzondere regels ivm geldlening
De specifieke regels met betrekking tot geldlening zijn, volgens de bron, niet verder te behandelen voor dit onderwerp. Wel is het algemeen bekend dat geldleningen vrijwel altijd ten bezwarende titel zijn, wat betekent dat de ontlener rente betaalt aan de uitlener. De rente is de vergoeding voor het tijdelijke gebruik van het geleende geld. De berekening van rente kan complex zijn en is onderworpen aan specifieke wettelijke bepalingen, met name rondom consumentenkredieten.
> **Example:** De wettelijke rente in Nederland wordt periodiek vastgesteld. Bij een geldlening is het cruciaal om de afgesproken rente en de looptijd van de lening duidelijk vast te leggen om misverstanden te voorkomen. De berekening van de totale kosten van een lening omvat vaak de hoofdsom plus de totale rente over de looptijd.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Lening | Een overeenkomst waarbij een uitlener aan een ontlener tijdelijk het gebruik van een zaak afstaat, hetzij kosteloos, hetzij tegen betaling van rente op het uitgeleende kapitaal. |
| Bruiklening (commodaat) | Een contract waarbij de ene partij (ontlener) aan de andere (uitlener) een zaak afgeeft om daarvan gebruik te maken, onder verplichting om diezelfde zaak na gebruik terug te geven. |
| Verbruiklening | Een contract waarbij de ene partij (uitlener) een zekere hoeveelheid zaken die door gebruik teniet gaan, aan de andere partij (ontlener) afgeeft, met de verplichting om evenzoveel van gelijke soort en hoedanigheid terug te geven. |
| Contract | Een meerzijdige rechtshandeling waarbij twee of meer partijen rechtsgevolgen willen doen ontstaan, met wederzijds akkoord en intentie tot binding. |
| Zakelijk contract | Een contract dat pas geldig tot stand komt door de feitelijke afgifte van de zaak waarover het contract gaat. |
| Om niet | Kosteloos; zonder tegenprestatie. |
| Eenzijdig contract | Een contract waarbij voornamelijk één partij verbintenissen aangaat, terwijl de andere partij voornamelijk rechten heeft. |
| Wederkerig contract | Een contract waarbij beide partijen over en weer verbintenissen van elkaar hebben. |
| Inspanningsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt de nodige inspanningen te leveren om een bepaald resultaat te bereiken, maar zonder garantie op dat resultaat. |
| Resultaatsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt een bepaald resultaat te behalen, en enkel bevrijd is indien dat resultaat wordt bereikt. |
| Overmacht | Een externe oorzaak die buiten de wil van de schuldenaar ligt en die het onmogelijk maakt de verbintenis na te komen, waardoor de schuldenaar bevrijd kan zijn van zijn verplichtingen. |