Cover
Comença ara de franc Hfst 12.pdf
Summary
# Het begrip billijkheid
Dit deel behandelt de betekenis van billijkheid in het recht, inclusief het spanningsveld tussen rechtszekerheid en de noodzaak van correctie door billijkheid.
### 1.1 Het dilemma van de rechtszekerheid
Het recht kent een fundamenteel dilemma tussen de consequente toepassing van rechtszekerheid en de noodzaak om individuele gevallen recht te doen. Aan de ene kant staat het principe van "dura lex, sed lex" (de wet is hard, maar het is de wet), wat betekent dat de wet strikt moet worden toegepast, ongeacht de mogelijke hardheid van de uitkomst. Aan de andere kant staat het gevaar van "summum ius, summa iniuria" (het hoogste recht, het grootste onrecht), wat impliceert dat een te strikte toepassing van het recht juist tot onrechtvaardigheid kan leiden [2](#page=2).
### 1.2 Billijkheid als correctiefactor
Billijkheid fungeert als een correctiefactor binnen het rechtssysteem om de potentiële onrechtvaardigheden van een rigide toepassing van de wet te mitigeren. Dit concept heeft historische wortels, vergelijkbaar met het Romeinse "aequitas" en de "equity" in het Anglo-Amerikaanse recht. De kern van billijkheid ligt in de aandacht voor mildheid, zachtheid en begrip voor de specifieke individuele omstandigheden van een zaak. Dit maakt het mogelijk om, waar nodig, af te wijken van de letterlijke tekst van de wet om tot een rechtvaardiger uitkomst te komen [2](#page=2).
> **Tip:** Begrijp dat billijkheid niet bedoeld is om de rechtszekerheid te ondermijnen, maar om deze te complementeren en te voorkomen dat een strikte naleving van de wet leidt tot onaanvaardbare resultaten in concrete gevallen.
---
# De billijkheid als bron van recht
De billijkheid fungeert voornamelijk als een inspiratiebron voor zowel de wetgever als de rechter binnen het continentaal-Europese rechtssysteem. In tegenstelling tot het Anglo-Amerikaanse *equity law*, waar de rechter de bevoegdheid heeft om bevelen te geven (*injunctions*) in situaties die niet adequaat door andere rechtsregels worden opgelost, is de billijkheid in het continentale recht niet zozeer een zelfstandige, direct afdwingbare rechtsbron [4](#page=4).
### De rol van de rechter en wetgever
De continentaal-Europese rechter oordeelt primair op basis van de wet, wat bijdraagt aan rechtszekerheid en gelijkheid. Desalniettemin kan de rechter verwijzen naar billijkheidsoverwegingen bij het nemen van beslissingen. Echter, om afdwingbaar te zijn, vereist de billijkheid positivering in formele rechtsbronnen zoals wetten of algemene rechtsbeginselen [4](#page=4).
### Vergelijking met Anglo-Amerikaans equity law
Het Anglo-Amerikaanse *equity law* kent een specifieke rol toe aan de rechter om in te grijpen wanneer de strikte toepassing van de *common law* tot een onrechtvaardige uitkomst zou leiden. De rechter in dit systeem *kan* (maar hoeft niet) bevelen geven om een rechtvaardige oplossing te bewerkstelligen. Dit onderscheidt zich van de meer indirecte invloed van billijkheid in het continentale recht, waar het eerder een richtlijn en inspiratiebron vormt dan een direct uitvoerbaar instrument [4](#page=4).
---
# De billijkheid in het positieve recht
Dit gedeelte onderzoekt de rol van billijkheid binnen het positieve recht, zowel direct door de wetgever als indirect via rechterlijke interpretatie [6](#page=6).
### 3.1 De billijkheid in de wet
De wet kan expliciet bepalingen bevatten die de toepassing van billijkheid voorschrijven of billijkheidsoverwegingen als gevolg hebben. Een voorbeeld hiervan zijn de blijvende gevolgen van een nietig verklaard huwelijk wanneer dit te goeder trouw is aangegaan en er kinderen bij betrokken zijn, zoals bepaald in artikel 201 en 202 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarnaast kan de rechter, ondanks andersluidende bedingen, gematigd uitstel verlenen voor de betaling van een schuld, rekening houdend met de omstandigheden van de partijen en de reeds genoten termijnen. Dit principe is vastgelegd in artikel 5.201 BW. De toepassing van dergelijke bepalingen wordt echter eerder beschouwd als billijkheid *in abstracto*, waarbij de rechter de wet toepast in plaats van de billijkheid *an sich* te hanteren [6](#page=6).
### 3.2 De billijkheid *secundum legem*
In deze categorie laat de wetgever de beoordeling aan de rechter over om naar billijkheid te oordelen, binnen de grenzen van de wet. Een historisch voorbeeld hiervan is artikel 1135 oud BW, dat bepaalde dat overeenkomsten niet alleen golden voor wat uitdrukkelijk was bepaald, maar ook voor de gevolgen die door billijkheid, gebruik of wet aan de verbintenis werden toegekend. Hoewel deze specifieke verwijzing naar billijkheid in artikel 5.71 BW is vervangen door de bepaling van goede trouw, illustreert het de intentie om billijkheid als een invullend principe te zien [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
Een belangrijk hedendaags voorbeeld is artikel 1386bis BW. Dit artikel stelt dat wanneer iemand die lijdt aan een geestesstoornis schade veroorzaakt aan een ander, de rechter deze persoon kan veroordelen tot (een deel van) de vergoeding die hij zou moeten betalen indien hij de controle over zijn daden had. De uitspraak geschiedt hierbij naar billijkheid, met inachtneming van de omstandigheden en de toestand van de partijen. Vergelijkbare bepalingen zijn te vinden in artikel 6.10 en 6.11 BW, waarin de rechter eveneens naar billijkheid uitspraak doet, rekening houdend met de omstandigheden en de economische en financiële toestand van de partijen [8](#page=8).
Ook op het gebied van het administratief recht kan de rechter naar billijkheid oordelen. Artikel 11 van de RvS-wet (Raad van State) bepaalt dat de afdeling Bestuursrechtspraak, bij gebreke van een ander bevoegd rechtscollege, bij wege van arrest uitspraak doet over eisen tot herstelvergoeding voor buitengewone schade veroorzaakt door een administratieve overheid, dit naar billijkheid en met inachtneming van alle omstandigheden van openbaar en particulier belang [9](#page=9).
**Belangrijk om te noteren is dat de wetgever in deze gevallen zelf geen criteria aanreikt voor wat als billijk moet worden beschouwd.** Het is aan de rechter om, in het individuele geval, een evenwichtige oplossing te vinden en de billijkheid in te vullen. Het Nederlandse Burgerlijk Wetboek (art. 7 NBW) geeft wel een indicatie van mogelijke criteria: rekening houden met algemeen erkende rechtsbeginselen, de heersende rechtsovertuiging en de maatschappelijke en persoonlijke belangen die bij het gegeven geval betrokken zijn [10](#page=10).
> **Tip:** De billijkheid *secundum legem* betekent dat de rechter de wet toepast op een manier die rechtvaardig en redelijk is, binnen de kaders die de wet zelf stelt.
### 3.3 De billijkheid *praeter legem*
Billijkheid *praeter legem* is mogelijk bij de invulling van open normen in de wet en bij de toepassing ervan in concrete omstandigheden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij artikel 1382 BW (de algemene foutaansprakelijkheid). Hoewel een fout in beginsel in feite wordt onderzocht, kan de schadebegroting *ex aequo et bono* gebeuren wanneer een nauwkeurige berekening niet mogelijk is [11](#page=11).
Daarnaast kan de rechter op basis van billijkheid rechtsfiguren creëren die steunen op een wettelijke bepaling of een algemeen rechtsbeginsel. Twee prominente voorbeelden hiervan zijn [11](#page=11):
* **Rechtsmisbruik:** Het doelbewust aanwenden van een recht op een manier die ingaat tegen het doel waarvoor het recht werd verleend [11](#page=11).
* **Vermogensverschuiving zonder oorzaak:** Het verschuiven van vermogen van de ene persoon naar de andere zonder geldige juridische grondslag [11](#page=11).
### 3.4 De billijkheid *contra legem*
In principe mogen duidelijke wettelijke of contractuele bepalingen niet op basis van billijkheid terzijde worden geschoven. Echter, rechters kunnen in open begrippen van de wet, zoals openbare orde of goede trouw, een grond vinden om een onbillijke rechtstoepassing te weren. Dit is bijvoorbeeld relevant in de context van contractenrecht [12](#page=12).
Zoals eerder vermeld, werd de verwijzing naar billijkheid in artikel 5.71 BW vervangen door goede trouw. De parlementaire voorbereiding hiervan benadrukt dat "de billijkheid an sich niet gehanteerd [kan worden door de rechter om het contract aan te vullen of te wijzigen". Wel bevestigt deze wetsbepaling de aanvullende functie van de goede trouw, waarbij contractanten verplicht zijn de (positieve en negatieve) verplichtingen na te komen die een redelijk contractant in dezelfde omstandigheden zou hebben aanvaard, zelfs indien deze niet expliciet bedongen zijn. Dit toont aan dat, hoewel billijkheid *contra legem* (tegen de letter van de wet in) niet direct is toegestaan, de interpretatie van open normen door de rechter indirect kan leiden tot resultaten die billijker aanvoelen dan een strikte lezing van de wet zou suggereren [12](#page=12).
Het Grondwettelijk Hof erkent wel een algemeen rechtsbeginsel dat de strengheid van de wet kan milderen in geval van overmacht. Het Hof van Cassatie daarentegen beschouwt toeval of overmacht niet als een algemeen rechtsbeginsel, maar erkent dat de wetgever kan bepalen dat overmacht een schuldenaar kan ontslaan van zijn verplichtingen. Artikel 5.226 BW over overmacht definieert dit als een ontoerekenbare onmogelijkheid voor de schuldenaar om zijn verbintenis na te komen, rekening houdend met het onvoorzienbare en onvermijdelijke karakter van het beletsel. Bij blijvende onmogelijkheid is de schuldenaar bevrijd, terwijl bij tijdelijke onmogelijkheid de nakoming wordt opgeschort. De schuldenaar dient de schuldeiser tijdig op de hoogte te brengen van de oorzaak van onmogelijkheid, anders is hij gehouden tot herstel van de daaruit voortvloeiende schade [13](#page=13).
> **Fact:** De interpretatie van open normen zoals "goede trouw" kan door de rechter gebruikt worden om billijkheidsprincipes toe te passen, zelfs als directe toepassing van "billijkheid contra legem" niet is toegestaan [12](#page=12).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Billijkheid | Het principe dat rechtvaardigheid en redelijkheid nastreeft, vaak als correctie op de strikte toepassing van de wet om individuele omstandigheden recht te doen. |
| Rechtszekerheid | Het principe dat rechtsregels duidelijk, voorspelbaar en consistent moeten zijn, zodat burgers weten waar ze aan toe zijn en hun rechtspositie gewaarborgd is. |
| Dura lex, sed lex | Een Latijnse uitdrukking die betekent "de wet is hard, maar het is de wet", wat de nadruk legt op de strikte naleving van de wet, zelfs als deze onbillijk lijkt. |
| Summum ius, summa iniuria | Een Latijnse uitdrukking die betekent "het hoogste recht, het grootste onrecht", wat aangeeft dat een te strikte toepassing van het recht kan leiden tot onrechtvaardigheid. |
| Equity law | Een rechtsstelsel, voornamelijk in Anglo-Amerikaanse landen, dat zich richt op billijkheid en rechtvaardigheid, en de rechter de mogelijkheid geeft om bevelen te geven wanneer de common law geen passende oplossing biedt. |
| Injunctions | Een gerechtelijk bevel, vaak gebruikt in equity law, waarbij een partij wordt verplicht iets te doen of na te laten. |
| Positivering | Het proces waarbij een principe, idee of regel wordt vastgelegd in formele wetgeving of rechtspraak, waardoor het afdwingbaar wordt binnen een rechtssysteem. |
| Respijttermijn | Een termijn die een schuldenaar krijgt om een schuld te betalen, zelfs als deze oorspronkelijk anders was afgesproken, waarbij de rechter deze termijn met mate kan toekennen. |
| Billijkheid in abstracto | De toepassing van algemene principes van billijkheid, waarbij de rechter de wet toepast op een manier die redelijk en evenwichtig is, zonder noodzakelijkerwijs rekening te houden met specifieke individuele omstandigheden. |
| Billijkheid secundum legem | Billijkheid die wordt toegepast in overeenstemming met de wet, waarbij de rechter de ruimte krijgt om binnen de kaders van de wet naar billijkheid te oordelen en open normen in te vullen. |
| Goede trouw | Het principe dat partijen bij het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten eerlijk en oprecht moeten handelen, zonder misleiding of kwade opzet. |
| Open normen | Wettelijke bepalingen die vaag of algemeen geformuleerd zijn, waardoor de rechter de vrijheid heeft om de precieze betekenis en toepassing ervan te bepalen, vaak aan de hand van billijkheid. |
| Billijkheid praeter legem | Billijkheid die wordt toegepast ter aanvulling van de wet, bijvoorbeeld bij het invullen van open normen of het creëren van nieuwe rechtsfiguren die op billijkheid zijn gebaseerd. |
| Rechtsmisbruik | Het doelbewust en onredelijk aanwenden van een recht op een manier die maatschappelijk onaanvaardbaar is of een ander schaadt. |
| Vermogensverschuiving zonder oorzaak | Een juridisch concept waarbij vermogen van de ene persoon naar de andere overgaat zonder een geldige juridische grondslag, wat kan leiden tot een verplichting tot teruggave. |
| Billijkheid contra legem | Billijkheid die in strijd is met de duidelijke bewoordingen van de wet, en die in principe niet mag worden toegepast om wettelijke bepalingen terzijde te schuiven, tenzij de wet zelf ruimte biedt voor dergelijke correctie. |
| Overmacht | Een gebeurtenis die een partij onmogelijk maakt om aan zijn verbintenissen te voldoen, die onvoorzienbaar en onvermijdbaar was en waarvoor de partij niet verantwoordelijk kan worden gehouden. |