Cover
Comença ara de franc 18.pdf
Summary
# Soorten aansprakelijkheid en aansprakelijkheid voor eigen daad
Dit gedeelte vat de verschillende soorten aansprakelijkheid samen, met een focus op de aansprakelijkheid voor eigen daad, de elementen waaruit een fout bestaat, het oorzakelijk verband en de vaststelling van schade, evenals de aansprakelijkheid van minderjarigen en geestesgestoorden.
## 1. Soorten aansprakelijkheid
### 1.1 Contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid
* **Contractuele aansprakelijkheid** ontstaat uit het niet, of niet correct, nakomen van contractuele verplichtingen [1](#page=1).
* **Buitencontractuele aansprakelijkheid** dekt alle andere aansprakelijkheden en wordt in dit hoofdstuk verder besproken [1](#page=1).
### 1.2 Samengestelde aansprakelijkheid
Dit verwijst naar situaties waarin niet alleen de veroorzaker van de schade, maar ook een derde partij kan worden aangesproken voor schadevergoeding. Voorbeelden hiervan zijn ouders die aansprakelijk zijn voor hun kinderen, of werkgevers voor de fouten van hun werknemers [1](#page=1).
### 1.3 Foutaansprakelijkheid en foutloze aansprakelijkheid
* In de regel ligt een **fout** aan de basis van aansprakelijkheid (**foutaansprakelijkheid**) [1](#page=1).
* In sommige gevallen is er sprake van **foutloze aansprakelijkheid**, ook wel objectieve aansprakelijkheid genoemd [1](#page=1).
* Een voorbeeld hiervan is de aansprakelijkheid voor letsels van voetgangers of fietsers veroorzaakt door motorvoertuigen. De verzekeraar van het motorvoertuig moet deze schade vergoeden, tenzij het slachtoffer ouder is dan 14 jaar en een onverschoonbare fout beging [1](#page=1).
* Foutloze aansprakelijkheid geldt ook voor schadelijke neveneffecten van risicodragende activiteiten, zoals de productie van nucleaire energie of het vervoer van toxische stoffen, geregeld in specifieke wetten [1](#page=1).
### 1.4 Vermoeden van fout en aansprakelijkheid in solidum
* Soms wordt enkel de **bewijslast omgekeerd** en is er een **vermoeden van fout**, dat weerlegd kan worden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij arbeidsongevallen, waar een vermoeden van fout van de werkgever bestaat [1](#page=1).
* Wanneer mededaders van een misdrijf schade berokkenen, zijn zij **hoofdelijk aansprakelijk** voor de vergoeding van die schade. Dit betekent dat het slachtoffer van elke aansprakelijke de volledige vergoeding kan vorderen. Degene die de schade vergoedt, kan de anderen aanspreken voor hun deel [1](#page=1).
* **Aansprakelijkheid in solidum** is een vorm van hoofdelijke aansprakelijkheid zonder de nevengevolgen van hoofdelijkheid [1](#page=1).
## 2. Aansprakelijkheid voor eigen daad
### 2.1 Algemene regel
Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij of zij aan een ander veroorzaakt (art. 6.5 BW). Deze algemene regel, bestaande sinds 1804, roept vragen op over wat als 'fout' kan worden aangemerkt, welke schade vergoed moet worden en in hoeverre de schade door de fout is veroorzaakt. Het nieuwe BW definieert deze begrippen [1](#page=1).
### 2.2 Fout
Een fout bestaat uit de schending van:
a) Een wettelijke regel die bepaald gedrag oplegt of verbiedt [2](#page=2).
b) Een algemene zorgvuldigheidsnorm in het maatschappelijk verkeer (art. 6.6 § 1 BW) [2](#page=2).
Bij de beoordeling van de zorgvuldigheidsnorm wordt uitgegaan van het gedrag van een voorzichtig en redelijk persoon, en van de redelijkerwijs voorzienbare gevolgen van dit gedrag (art. 6.6 § 2 BW). Voor rechtspersonen wordt ook rekening gehouden met de beginselen van goed bestuur en goede organisatie (art. 6.6 § 2, 5° BW) [2](#page=2).
#### 2.2.1 Voorbeelden van foutaansprakelijkheid
* De Staat begaat een fout wanneer de legeroverheid op lage hoogte boven een bewoond gebied vliegt, wat schade aan gebouwen kan veroorzaken door trillingen [2](#page=2).
* Een bankinstelling kan aansprakelijk zijn voor een deel van de schulden van een gefailleerde indien zij voor het faillissement te lichtvaardig krediet heeft verleend, waardoor derden werden misleid over de solvabiliteit [2](#page=2).
* Iemand die in een zwembad duikt en andere zwemmers hindert, is aansprakelijk voor eventuele letsels [2](#page=2).
#### 2.2.2 Uitsluiting van foutaansprakelijkheid
Bij **overmacht**, wanneer het onmogelijk is de gedragsregel na te leven, is er geen fout, tenzij de onmogelijkheid te wijten is aan een eigen fout (art. 6.7 BW). Andere gronden voor uitsluiting van foutaansprakelijkheid zijn [2](#page=2):
* Onoverwinnelijke dwaling (art. 6.8 1° BW) [2](#page=2).
* Dwang (art. 6.8 2° BW) [2](#page=2).
* Wanneer de overtreden regel klaarblijkelijk onwettig is (art. 6.8 4° BW) [2](#page=2).
* Wanneer een hoger belang het niet volgen van de regel verantwoordt (art. 6.6 3° en 5° BW) [2](#page=2).
### 2.3 Oorzakelijk verband
* Er is een oorzakelijk verband indien een feit een noodzakelijke voorwaarde is voor de schade; de schade zou zich zonder dit feit niet hebben voorgedaan [2](#page=2).
* Meerdere feiten kunnen gelijktijdig de oorzaak zijn van schade.
> **Voorbeeld:** Bij een auto-ongeval waarbij één auto te snel reed en de andere geen voorrang verleende, zijn beide fouten gelijktijdig de oorzaak van de schade (art. 6.18 § 1 BW) [2](#page=2).
* Het verband tussen fout en schade mag niet te ver verwijderd zijn.
> **Voorbeeld:** Een taxi komt te laat, waardoor de klant de bus mist. De klant neemt een latere bus die een ongeval heeft. Hoewel de fout van de taxichauffeur een voorwaarde was, maakt het onwaarschijnlijke karakter van dit gevolg het onredelijk om de schade toe te rekenen aan de taxichauffeur (art. 6.18 § 2 BW) [2](#page=2).
* Bij onzekerheid over het oorzakelijke verband heeft de benadeelde recht op een gedeeltelijke schadevergoeding die in verhouding staat tot de waarschijnlijkheid waarmee de fout de schade heeft veroorzaakt (art. 6.22 BW) [2](#page=2).
### 2.4 Schade
Schade bestaat uit de economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang (art. 6.24 BW) [2](#page=2).
* De schade moet zeker zijn, maar kan ook toekomstig zijn en pas later definitief worden vastgesteld (bijvoorbeeld de omvang en duur van werkonbekwaamheid) (art. 6.25 BW) [2](#page=2).
* De benadeelde heeft recht op **integrale schadeloosstelling** door herstel in natura of door een schadevergoeding (art. 6.31 § 2 BW) [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Patrimoniale schade**: beoogt de benadeelde in de toestand te plaatsen waarin hij zich zou hebben bevonden indien de onrechtmatige daad zich niet had voorgedaan [2](#page=2).
* **Extrapatrimoniale schade**: zoals letsels of psychisch lijden, waarbij integrale schadeloosstelling niet mogelijk is en een billijke vergoeding wordt toegekend (art. 6.31 § 1 BW) [3](#page=3).
* Wanneer de omvang van de schade niet exact bepaald kan worden, kan de rechter deze bij benadering ramen. Indien ook dat niet mogelijk is, kan de rechter de schadevergoeding naar billijkheid vaststellen (art. 6.36 BW) [3](#page=3).
* Wanneer de kosten voor herstel van een zaak hoger liggen dan de kosten voor vervanging, ontvangt de benadeelde enkel dat laatste bedrag (art. 6.38 BW) [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Bij een zwaar beschadigde auto heeft de benadeelde recht op de kostprijs van een soortgelijke tweedehandswagen (zelfde type, leeftijd, gereden kilometers) [3](#page=3).
* De benadeelde kan vrij beschikken over de schadevergoeding en kan bijvoorbeeld beslissen de beschadigde auto niet te laten herstellen of een nieuwe auto te kopen (art. 6.39 BW). Hij heeft ook recht op de BTW die bij herstel betaald zou moeten worden, ook al laat hij dit niet uitvoeren of koopt hij geen nieuwe auto [3](#page=3).
### 2.5 Minderjarigen
* Een kind onder de twaalf jaar is niet aansprakelijk voor zijn fouten (art. 6.9 BW) [3](#page=3).
* Een minderjarige vanaf twaalf jaar is in principe aansprakelijk. De rechter kan echter de aansprakelijkheid vrijstellen of de schadevergoeding beperken, tenzij deze gedekt wordt door een verzekering. De rechter oordeelt naar billijkheid, rekening houdend met de omstandigheden en de economische en financiële toestand van de partijen (art. 6.10 BW) [3](#page=3).
### 2.6 Geestesgestoorden
Een geestesgestoorde is aansprakelijk zoals een minderjarige vanaf twaalf jaar: in principe aansprakelijk, maar met mogelijke vrijstelling van aansprakelijkheid of beperking van de schadevergoeding door de rechter. Dit geldt niet wanneer de vergoeding van de schade gedekt is door een verzekering (art. 6.11 BW) [3](#page=3).
---
# Aansprakelijkheid voor andermans daad
Deze sectie behandelt de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de handelingen van personen waarvoor men geacht wordt verantwoordelijk te zijn [3](#page=3) [4](#page=4).
### 2.1 Personen met gezag over minderjarigen
Ouders, adoptanten, voogden en pleegzorgers zijn aansprakelijk voor schade aangericht door een minderjarige onder de zestien jaar. Deze aansprakelijkheid is **foutloos**, wat betekent dat er geen fout van de gezaghebbende persoon hoeft te worden aangetoond [3](#page=3).
Voor minderjarigen van zestien of zeventien jaar zijn deze personen in principe ook aansprakelijk, maar zij kunnen zich ontlasten door aan te tonen dat zij geen fout hebben gemaakt op het gebied van opvoeding of toezicht. Er geldt hier een **vermoeden van aansprakelijkheid**, waarbij de gezaghebbende personen het tegenbewijs moeten leveren. Dit volgt uit artikel 6.12 BW [3](#page=3).
### 2.2 Personen belast met toezicht op anderen
Personen die wettelijk, gerechtelijk of administratief duurzaam controle uitoefenen over anderen, zijn aansprakelijk voor de schade die de onder hun toezicht staande personen foutief aan derden toebrengen. Deze aansprakelijkheid is eveneens gebaseerd op het principe dat de toezichthouder moet bewijzen dat er geen fout was in het toezicht. Dit is geregeld in artikel 6.13 BW. Een voorbeeld hiervan zijn bewindvoerders van beschermde meerderjarigen [3](#page=3).
### 2.3 Werkgever (aansteller)
De 'aansteller', doorgaans de werkgever, is **foutloos aansprakelijk** voor schade die zijn aangestelden hebben veroorzaakt tijdens de uitoefening van hun functie. Een aansteller wordt gedefinieerd als de persoon die voor eigen rekening feitelijk gezag en toezicht kan uitoefenen over het gedrag van een ander. Dit is vastgelegd in artikel 6.14 § 1 BW [4](#page=4).
> **Tip:** Foutloze aansprakelijkheid betekent dat de aansprakelijkheid niet afhangt van een persoonlijke fout van de aansteller zelf, maar van de fout van de aangestelde.
#### 2.3.1 Aansprakelijkheid van rechtspersonen
* **Publiekrechtelijke rechtspersonen** zijn foutloos aansprakelijk voor hun contractuele en statutaire personeelsleden (ambtenaren), zelfs wanneer deze handelen in de uitoefening van openbare macht. Dit volgt uit artikel 6.14 § 2 BW [4](#page=4).
* **Privaatrechtelijke rechtspersonen** zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door fouten van hun bestuursorganen of leden daarvan, bij de uitoefening van hun functie. Dit is geregeld in artikel 6.15 BW [4](#page=4).
* Ook **publiekrechtelijke rechtspersonen** zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun organen of leden [4](#page=4).
De foutloos aansprakelijken hebben het recht om de uitbetaalde schadevergoeding terug te vorderen van de daadwerkelijke dader. Dit is bepaald in artikel 6.21 § 2 BW [4](#page=4).
### 2.4 Pluraliteit van aansprakelijken
Wanneer meerdere personen aansprakelijk zijn voor dezelfde schade, kan elk van hen voor de volledige schadevergoeding worden aangesproken (aansprakelijkheid **in solidum**). Dit geldt ook voor personen die anderen aanzetten tot het plegen van een fout of daarbij helpen. Zij kunnen het bedrag dat zij boven hun aandeel hebben betaald, terugvorderen van de medeaansprakelijken volgens artikel 6.21 § 1 BW [4](#page=4).
Indien de benadeelde zelf mede aansprakelijk is voor de schade, wordt zijn recht op schadevergoeding evenredig verminderd. Er is echter een uitzondering: deze vermindering geldt niet wanneer de benadeelde jonger is dan twaalf jaar, zoals bepaald in artikel 6.20 § 1 en § 4 BW [4](#page=4).
---
# Tenietgaan van verbintenissen
Verbintenissen kunnen op diverse wijzen tenietgaan, waardoor de schuldenaar bevrijd wordt van zijn verplichtingen [4](#page=4).
### 4.5.1 Integrale uitvoering / betaling
De primaire en meest gebruikelijke wijze waarop een verbintenis tenietgaat, is door de volledige uitvoering van de beloofde prestatie door de schuldenaar, ofwel de volledige betaling van de schuld in geval van een geldschuld. Zodra de prestatie is geleverd, vervalt de vordering van de schuldeiser. Dit principe geldt voor zowel contractuele als buitencontractuele verbintenissen, zoals schadevergoeding. De vrijwillige of gedwongen aard van de uitvoering is hierbij niet relevant [4](#page=4).
### 4.5.2 Betaling met subrogatie
Subrogatie treedt op wanneer een derde de verbintenis van de schuldenaar uitvoert. In dergelijke gevallen treedt de derde, in plaats van de oorspronkelijke schuldeiser, in de rechten van de oorspronkelijke schuldeiser tegenover de schuldenaar. Dit resulteert in de instelling van een nieuwe verbintenis, waarbij de nieuwe schuldeiser ook eventuele zakelijke zekerheidsrechten en voorrechten overneemt. Subrogatie is enkel geldig indien de wet of een overeenkomst dit uitdrukkelijk bepaalt. Een voorbeeld hiervan is de verzekeraar die, na het vergoeden van een slachtoffer, in de rechten van het slachtoffer treedt tegenover de aansprakelijke derde [4](#page=4) [5](#page=5).
### 4.5.3 Schuldvergelijking
Schuldvergelijking, ook wel compensatie genoemd, vindt plaats wanneer twee personen elkaars schuldenaar en schuldeiser zijn. De verbintenissen gaan teniet tot het bedrag van de laagste schuld, waarbij een saldo kan overblijven. Schuldvergelijking kan wettelijk, conventioneel of gerechtelijk zijn [5](#page=5).
#### 4.5.3.1 Conventionele schuldvergelijking
Partijen komen hierbij vrij overeen hoe en in welke mate zij hun respectieve verbintenissen compenseren [5](#page=5).
#### 4.5.3.2 Gerechtelijke schuldvergelijking
De rechter oordeelt over de compensatie op vordering van de verweerder via een tegeneis [5](#page=5).
#### 4.5.3.3 Wettelijke schuldvergelijking
Wettelijke schuldvergelijking treedt automatisch op indien aan de volgende voorwaarden is voldaan [5](#page=5):
* Beide schulden moeten een geldsom of een bepaalde hoeveelheid vervangbare zaken van dezelfde soort betreffen [5](#page=5).
* Beide schulden moeten vaststaan, dat wil zeggen dat hun bestaan en omvang niet betwist of onzeker mogen zijn [5](#page=5).
* Beide schulden moeten opeisbaar zijn [5](#page=5).
* Beide partijen moeten persoonlijk elkaars schuldenaar en schuldeiser zijn [5](#page=5).
### 4.5.4 Schuldvermenging
Schuldvermenging is een automatische vorm van schuldvergelijking die optreedt wanneer dezelfde persoon zowel schuldenaar als schuldeiser wordt met betrekking tot dezelfde verbintenis. Een voorbeeld hiervan is wanneer een erfgenaam schuldenaar is van een schuld aan de erflater, die hij na diens overlijden zelf erft [5](#page=5).
### 4.5.5 Bevrijdende verjaring
Bevrijdende verjaring houdt in dat men door het loutere verstrijken van een bepaalde wettelijke termijn bevrijd wordt van een verbintenis. Dit dient de rechtszekerheid en voorkomt bewijsproblemen. De algemene verjaringstermijn voor persoonlijke rechtsvorderingen bedraagt tien jaar, en voor zakelijke rechtsvorderingen dertig jaar. Rechtsvorderingen uit contractuele verbintenissen verjaren in principe na tien jaar. Vordering op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid verjaren na vijf jaar vanaf de dag van kennisname van de schade, met een absolute termijn van twintig jaar na het schadeverwekkend feit [5](#page=5) [6](#page=6).
Er bestaan specifieke verjaringstermijnen voor diverse situaties, waaronder:
* **Tien jaar:** Aansprakelijkheid van aannemer of architect voor grote werken (dwingend recht) [7](#page=7).
* **Vijf jaar:** Huurgelden, intresten op leningen, nutsvoorzieningen, alimentatie [7](#page=7).
* **Drie jaar:** Rechtsvorderingen voortvloeiend uit verzekeringsovereenkomsten, productaansprakelijkheid [7](#page=7).
* **Twee jaar:** Medische kosten (ziekenhuisfacturen) [7](#page=7).
* **Eén jaar:** Rechtsvorderingen van handelaren tegen niet-handelaren voor geleverde koopwaar [7](#page=7).
Het verloop van de verjaringstermijn kan worden onderbroken door stuiting of schorsing [7](#page=7).
* **Stuiting:** De reeds verlopen verjaringstermijn vervalt volledig, waardoor een nieuwe termijn kan beginnen te lopen. Stuitende handelingen omvatten onder andere aangetekende ingebrekestellingen, dagvaardingen, inbeslagnames en erkenning van schuld [7](#page=7).
* **Schorsing:** De verjaringstermijn wordt tijdelijk stopgezet en hervat na het einde van de belemmerende toestand. Voorbeelden hiervan zijn minderjarigheid en de periode waarin een contractuele voorwaarde niet vervuld is [7](#page=7).
> **Tip:** Het is essentieel om het onderscheid tussen stuiting en schorsing te onthouden, aangezien zij fundamenteel verschillende gevolgen hebben voor de resterende verjaringstermijn.
### 4.5.6 Schuldvernieuwing
Bij schuldvernieuwing wordt een bestaande verbintenis vervangen door een nieuwe verbintenis, ofwel door een wijziging van de schuldeiser en/of schuldenaar. Dit vereist altijd het akkoord van alle betrokken partijen [7](#page=7).
> **Voorbeeld:** Een arbeidsovereenkomst waarin de loonbepalingen worden vervangen door nieuwe, gewijzigde bepalingen, zonder de oorspronkelijke overeenkomst te beëindigen [7](#page=7).
### 4.5.7 Overdracht van schuldvordering
Bij overdracht van een schuldvordering blijft de verbintenis in stand, maar wordt de oorspronkelijke schuldeiser vervangen door een nieuwe. De toestemming van de schuldenaar is hierbij niet vereist, enkel kennisgeving is noodzakelijk om te voorkomen dat de schuldenaar bevrijdend betaalt aan de oude schuldeiser. Dit principe vindt onder meer toepassing bij factoring, waarbij een bedrijf zijn commerciële schuldvorderingen overdraagt aan een gespecialiseerde firma [8](#page=8).
> **Belangrijk:** Een overdracht van schuld (in tegenstelling tot een overdracht van schuldvordering) is naar Belgisch recht niet toegelaten zonder akkoord van de schuldeiser; dit zou neerkomen op schuldvernieuwing [8](#page=8).
### 4.5.8 Kwijtschelding
Kwijtschelding vindt plaats wanneer de schuldeiser ondubbelzinnig aangeeft dat de schuld niet langer uitgevoerd hoeft te worden, waardoor de schuldenaar van zijn verbintenis bevrijd wordt [8](#page=8).
### 4.5.9 Gewijzigde omstandigheden en overmacht (bij overeenkomsten)
Elke partij dient haar verbintenissen na te komen, zelfs als de uitvoering bezwaarlijker is geworden door gestegen kosten of verminderde waarde van de tegenprestatie. Echter, de schuldenaar kan de schuldeiser vragen om het contract te heronderhandelen indien de uitvoering buitensporig bezwarend is geworden en dit niet aan de schuldenaar is toe te rekenen. Bij mislukking van deze onderhandelingen kan de rechter het contract aanpassen [8](#page=8).
Overmacht bevrijdt de schuldenaar van zijn (contractuele) verbintenis indien aan twee voorwaarden is voldaan [9](#page=9):
1. Een gebeurtenis vindt plaats onafhankelijk van de wil van de schuldenaar [9](#page=9).
2. De uitvoering van de verbintenis wordt daardoor blijvend onmogelijk [9](#page=9).
Het onvoorzienbare en onvermijdbare karakter van het beletsel is hierbij cruciaal. Een normale, praktische onmogelijkheid is voldoende. De schuldenaar die zich op overmacht beroept, dient deze gebeurtenis te bewijzen, hoewel in de praktijk vaak wordt volstaan met het bewijs dat hem geen fout verweten kan worden. Bij tijdelijke onmogelijkheid worden de verbintenissen slechts opgeschort [9](#page=9).
> **Voorbeeld:** Een schrijnwerker die de beloofde ingemaakte kasten niet kan maken omdat de woning waar ze geplaatst moesten worden, uitbrandt, is bevrijd van zijn verbintenis [9](#page=9).
De vraag of overmacht leidt tot het tenietgaan van de hele overeenkomst hangt af van de aard van de overeenkomst [9](#page=9).
### 4.5.10 Overlijden van de schuldenaar (bij persoonsgebonden verbintenissen)
Bij persoonsgebonden verbintenissen dooft de verbintenis uit bij het overlijden van de schuldenaar en gaat deze niet over op zijn erfgenamen [9](#page=9).
### 4.5.11 Realisatie van een ontbindende voorwaarde (bij overeenkomsten)
Wanneer een verbintenis is aangegaan onder een ontbindende voorwaarde, eindigt deze verbintenis (of de hele overeenkomst) zodra de toekomstige, onzekere gebeurtenis zich voordoet [10](#page=10).
> **Voorbeeld:** Een sponsorcontract dat automatisch stopt indien een topsporter betrapt wordt op doping [10](#page=10).
---
# Pluraliteit van aansprakelijken
Dit onderwerp behandelt de situaties waarin meerdere personen aansprakelijk zijn voor dezelfde schade, wat leidt tot aansprakelijkheid in solidum, en de gevolgen hiervan voor de benadeelde zelf wanneer hij of zij mede aansprakelijk is.
### 4.1 Aansprakelijkheid in solidum
Wanneer meerdere personen aansprakelijk zijn voor dezelfde schade, kan elk van hen worden aangesproken voor de volledige schadevergoeding. Dit principe staat bekend als aansprakelijkheid in solidum [4](#page=4).
#### 4.1.1 Aansprakelijkheid voor aanzetten en helpen
De aansprakelijkheid in solidum omvat ook personen die een ander aanzetten om een fout te begaan of daarbij helpen. Dit is geregeld in artikel 6.19 van het Burgerlijk Wetboek [4](#page=4).
#### 4.1.2 Regres tussen medeaansprakelijken
Personen die in solidum aansprakelijk zijn gesteld en meer hebben betaald dan hun aandeel in de schade, kunnen dit meerdere terugvorderen van hun medeaansprakelijken. Dit recht op regres is vastgelegd in artikel 6.21, paragraaf 1 van het Burgerlijk Wetboek [4](#page=4).
#### 4.1.3 De benadeelde als medeaansprakelijke
Wanneer de benadeelde zelf mede aansprakelijk is voor de schade, wordt zijn recht op schadevergoeding evenredig verminderd [4](#page=4).
* **Uitzondering voor minderjarigen:** Deze vermindering van het recht op schadevergoeding geldt niet wanneer de benadeelde jonger is dan twaalf jaar. Dit is bepaald in artikel 6.20, paragrafen 1 en 4 van het Burgerlijk Wetboek [4](#page=4).
> **Tip:** Het principe van aansprakelijkheid in solidum beschermt de benadeelde door hem of haar de mogelijkheid te geven de volledige schade op één van de aansprakelijken te verhalen. Vervolgens kunnen de aansprakelijken onderling hun aandeel verrekenen.
### 4.2 Foutloze aansprakelijkheid van aanstellers en rechtspersonen
Naast de aansprakelijkheid van de directe dader, kent het recht ook situaties van foutloze aansprakelijkheid.
#### 4.2.1 Aansprakelijkheid van de aansteller
De 'aansteller', typisch de werkgever, is foutloos aansprakelijk voor schade die door zijn aangestelden is veroorzaakt in de uitoefening van hun functie. De aansteller wordt gedefinieerd als "de persoon die voor eigen rekening in feite gezag over en toezicht op het gedrag van een ander kan uitoefenen" zoals vastgelegd in artikel 6.14, paragraaf 1 van het Burgerlijk Wetboek [4](#page=4).
#### 4.2.2 Aansprakelijkheid van rechtspersonen
* **Publiekrechtelijke rechtspersonen:** Deze zijn foutloos aansprakelijk voor hun contractuele en statutaire personeelsleden (ambtenaren), zelfs wanneer zij handelen in de uitoefening van de openbare macht. Dit volgt uit artikel 6.14, paragraaf 2 van het Burgerlijk Wetboek [4](#page=4).
* **Privaatrechtelijke rechtspersonen:** Deze zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door fouten van hun bestuursorganen of de leden daarvan, in de uitoefening van hun functie. Dit is bepaald in artikel 6.15 van het Burgerlijk Wetboek [4](#page=4).
* **Aansprakelijkheid voor organen:** Ook publiekrechtelijke rechtspersonen zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun organen of de leden ervan conform artikel 6.15 van het Burgerlijk Wetboek [4](#page=4).
#### 4.2.3 Verhaal van foutloze aansprakelijken
Foutloze aansprakelijken die een schadevergoeding hebben uitbetaald, kunnen deze uitbetaalde schadevergoeding terugvorderen van de daadwerkelijke dader. Dit recht op verhaal is vastgelegd in artikel 6.21, paragraaf 2 van het Burgerlijk Wetboek [4](#page=4).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Contractuele aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die voortvloeit uit het niet, of niet correct, uitvoeren van contractuele verplichtingen. Dit betekent dat wanneer afspraken binnen een overeenkomst niet worden nagekomen, de partij die de verplichting had, aansprakelijk kan worden gesteld voor de hierdoor ontstane schade. |
| Buitencontractuele aansprakelijkheid | Dit type aansprakelijkheid dekt alle aansprakelijkheden die niet voortkomen uit een contractuele relatie. Het omvat de plicht om schade te vergoeden die is veroorzaakt door onrechtmatig handelen buiten de context van een overeenkomst, zoals door een onrechtmatige daad. |
| Samengestelde aansprakelijkheid | Situaties waarin niet alleen de directe veroorzaker van schade, maar ook een derde partij aansprakelijk kan worden gesteld voor de schadevergoeding. Voorbeelden hiervan zijn ouders die aansprakelijk zijn voor hun kinderen, of werkgevers voor de fouten van hun werknemers. |
| Foutaansprakelijkheid | De algemene regel dat iemand aansprakelijk is voor schade die hij of zij aan een ander veroorzaakt door een fout. Een fout wordt gedefinieerd als de schending van een wettelijke regel of een algemene zorgvuldigheidsnorm in het maatschappelijk verkeer. |
| Foutloze aansprakelijkheid (Objectieve aansprakelijkheid) | Aansprakelijkheid die ontstaat, ongeacht of er een persoonlijke fout is begaan. Dit is het geval bij bepaalde risicovolle activiteiten of specifieke wetgeving, zoals letsels veroorzaakt door motorvoertuigen, waarbij de verzekeraar van het voertuig de schade vergoedt, tenzij het slachtoffer een ernstige eigen fout beging. |
| Vermoeden van fout | Een situatie waarbij er juridisch wordt aangenomen dat een fout is gemaakt, maar dit vermoeden kan worden weerlegd door tegenbewijs. Dit is bijvoorbeeld het geval bij arbeidsongevallen, waar een vermoeden van fout van de werkgever geldt. |
| Hoofdelijke aansprakelijkheid (Aansprakelijkheid in solidum) | Een vorm van aansprakelijkheid waarbij meerdere personen gezamenlijk aansprakelijk zijn voor de volledige schade. Het slachtoffer kan de volledige schadevergoeding van elke aansprakelijke persoon eisen. Degene die de schade vergoedt, kan vervolgens de anderen aanspreken voor hun aandeel. |
| Oorzakelijk verband | Het verband tussen een bepaalde gebeurtenis of gedraging en de ontstane schade. Er is sprake van een oorzakelijk verband indien de schade zich, in die vorm, niet zou hebben voorgedaan zonder het betreffende feit. Dit verband mag ook niet te ver verwijderd zijn. |
| Schade | De economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. Schade kan bestaan uit materiële verliezen, letsels, psychisch lijden en moet zeker zijn, hoewel toekomstige schade ook in aanmerking komt. |
| Integrale schadeloosstelling | Het principe dat de benadeelde volledig schadeloos moet worden gesteld. Dit kan gebeuren door herstel in natura of door een schadevergoeding die de benadeelde in de toestand plaatst alsof de onrechtmatige daad zich niet had voorgedaan. |
| Minderjarigen | Personen onder de wettelijke leeftijd van achttien jaar. Kinderen onder twaalf jaar zijn niet aansprakelijk voor hun fouten. Vanaf twaalf jaar zijn ze in principe aansprakelijk, maar de rechter kan hen vrijstellen of de schadevergoeding beperken, afhankelijk van de omstandigheden. |
| Geestesgestoorden | Personen met een verstandelijke beperking of geestesstoornis. Net als minderjarigen vanaf twaalf jaar, zijn zij in principe aansprakelijk, maar de rechter kan hen geheel of gedeeltelijk vrijstellen van aansprakelijkheid, tenzij de schade gedekt is door een verzekering. |
| Aansprakelijkheid voor andermans daad | De aansprakelijkheid van een persoon voor schade die is veroorzaakt door de handelingen van een ander. Dit kan betrekking hebben op personen met gezag over minderjarigen, personen belast met toezicht, of werkgevers voor hun werknemers. |
| Werkgever (aansteller) | De persoon die voor eigen rekening feitelijk gezag over en toezicht op het gedrag van een ander kan uitoefenen. De werkgever is foutloos aansprakelijk voor schade die zijn aangestelden veroorzaken in de uitoefening van hun functie. |
| Pluraliteit van aansprakelijken | De situatie waarin meerdere personen aansprakelijk zijn voor dezelfde schade. In dergelijke gevallen is er sprake van aansprakelijkheid in solidum, waarbij elke aansprakelijke partij voor de volledige schadevergoeding kan worden aangesproken. |
| Tenietgaan van verbintenissen | De beëindiging van juridische verplichtingen tussen partijen. Dit kan op verschillende manieren gebeuren, zoals door volledige uitvoering, betaling, schuldvergelijking, schuldvermenging, verjaring, kwijtschelding, overmacht, of overlijden van een schuldenaar bij persoonsgebonden verbintenissen. |
| Integrale uitvoering / betaling | De volledige nakoming van de verbintenis door de schuldenaar, of de volledige betaling van een geldschuld. Zodra de prestatie is uitgevoerd, gaat de verbintenis teniet en heeft de schuldeiser niets meer te eisen. |
| Betaling met subrogatie | Wanneer een derde de verbintenis van de schuldenaar voldoet, treedt deze derde in de rechten van de oorspronkelijke schuldeiser tegenover de schuldenaar. Dit resulteert in een nieuwe verbintenis voor de schuldenaar jegens de derde. |
| Schuldvergelijking | Een methode waarbij twee personen elkaars schuldenaar en schuldeiser zijn. De verbintenissen gaan teniet tot het bedrag van de laagste schuld, waardoor er nog maar één resterende schuld overblijft voor het saldo. |
| Schuldvermenging | Een vorm van schuldvergelijking die automatisch optreedt wanneer dezelfde persoon zowel schuldenaar als schuldeiser wordt van dezelfde verbintenis. Dit leidt direct tot het tenietgaan van de verbintenis. |
| Bevrijdende verjaring | De beëindiging van een verbintenis door het loutere verstrijken van een bepaalde wettelijk vastgestelde termijn. De schuldeiser verliest hierdoor zijn recht om de schuld af te dwingen. |
| Verkrijgende verjaring | Het verkrijgen van rechten, zoals eigendom of andere zakelijke rechten, door het langdurig en ononderbroken bezit daarvan. Dit staat tegenover bevrijdende verjaring, die zich richt op het tenietgaan van verbintenissen. |
| Schuldvernieuwing | Het tenietgaan van een bestaande verbintenis doordat deze wordt vervangen door een nieuwe verbintenis, of doordat de schuldeiser en/of de schuldenaar wordt vervangen. Dit vereist altijd de instemming van alle betrokken partijen. |
| Overdracht van schuldvordering | Het overdragen van een vorderingsrecht van de ene schuldeiser op de andere. Hierbij blijft de oorspronkelijke verbintenis bestaan, maar de schuldeiser verandert. Dit kan eenzijdig door de schuldeiser gebeuren, zonder toestemming van de schuldenaar. |
| Kwijtschelding | Een rechtshandeling waarbij de schuldeiser ondubbelzinnig aangeeft dat de schuld niet meer hoeft te worden uitgevoerd. Dit leidt tot de bevrijding van de schuldenaar van zijn verbintenis. |
| Gewijzigde omstandigheden | Situaties waarin de uitvoering van een verbintenis aanzienlijk bezwarender wordt geworden door veranderde omstandigheden die niet aan de schuldenaar toerekenbaar zijn. In dergelijke gevallen kan heronderhandeling van het contract worden gevraagd. |
| Overmacht | Een gebeurtenis die onafhankelijk is van de wil van de schuldenaar, waardoor de uitvoering van de verbintenis blijvend onmogelijk wordt. Overmacht kan leiden tot de bevrijding van de schuldenaar van zijn verplichtingen. |
| Persoonsgebonden verbintenissen | Verbintenissen die specifiek aan de persoon van de schuldenaar zijn gebonden en niet overdraagbaar zijn op erfgenamen. Bij overlijden van de schuldenaar dooft zo'n verbintenis uit. |
| Ontbindende voorwaarde | Een toekomstige, onzekere gebeurtenis waarvan de realisatie leidt tot het einde van een verbintenis of overeenkomst. Als de voorwaarde zich voordoet, eindigt de juridische relatie. |