Cover
Comença ara de franc 'H23' Aanbevelingen België.pptx
Summary
# Het europees semester en overheidsfinanciën in België
Het Europees semester en overheidsfinanciën in België onderzoekt het raamwerk van het Europees semester, de specifieke aanbevelingen die aan België worden gedaan en de impact hiervan op de Belgische overheidsfinanciën en begrotingstekorten.
## 1. Het Europees semester
### 1.1 Definitie en doelstellingen
Het Europees semester is een systeem dat in 2011 werd geïntroduceerd als reactie op de eurocrisis en de oprichting van een Europees monetair noodfonds. Het fungeert als een kader voor de afstemming van het economisch beleid van de EU-lidstaten. Het hoofddoel is het signaleren en aanpakken van onevenwichtigheden in de economische ontwikkelingen van landen, met specifieke aandacht voor problemen met de overheidsfinanciën. Dit systeem werd ingesteld om de effecten van een eengemaakt monetair beleid, dat slechts één rentestand kan hanteren voor diverse economische realiteiten, op te vangen en te coördineren. Het moedigt een meer gericht toezicht op overheidsfinanciën aan door middel van landspecifieke aanbevelingen.
### 1.2 Indicatoren en componenten
Het Europees semester kijkt naar diverse economische indicatoren, waaronder:
* Overheidsfinanciën
* Financiële sector (en de huizenmarkt)
* Concurrentievermogen
* Arbeidsmarkt
* Onderwijs
* Openbaar bestuur
Sinds 2013 is er ook een sociale component toegevoegd, met aandacht voor:
* Armoede en sociale uitsluiting
* Inkomensongelijkheid
* Werkgelegenheid
* Vooral de aanpak van jeugdwerkloosheid, in lijn met de European Pillar of Social Rights (2017).
### 1.3 Jaarlijkse cyclus
De jaarlijkse cyclus van het Europees semester verloopt globaal als volgt:
* **Herfstprognose:** De Europese Commissie publiceert haar herfstprognose voor de lidstaten.
* **Europees Parlement:** Het Europees Parlement formuleert zijn opinie over deze prognoses.
* **Maart:** De Raad geeft beleidsrichtlijnen (policy orientations).
* **Vanaf maart/april:** De Commissie analyseert de situatie dieper per lidstaat, met extra focus op landen met significante tekorten of onevenwichtigheden.
* **Mei:** Lidstaten leggen hun nationale plannen voor, wat resulteert in de Country Specific Recommendations (CSRs).
### 1.4 Evolutie en flexibilisering
Hoewel de focus oorspronkelijk sterk lag op begrotingen, heeft het Europees semester zich aangepast. In 2020, met de uitbraak van de COVID-19 pandemie, activeerde de Europese Commissie de "general escape clause" van het Stabiliteits- en Groeipact. Dit maakte het voor lidstaten mogelijk om tijdelijk af te wijken van de begrotingsregels en langetermijndoelstellingen, wat leidde tot een sterke stijging van de overheidsschulden. De semesters van 2021-2023 kenden een hernieuwde focus op begroting, mede door de Recovery and Resilience Facility. Er was ook een intentie om een "Europees Semester 2.0" te lanceren vóór de crisis, met meer aandacht voor sociale componenten, maar dit plan werd tijdelijk opzijgeschoven.
#### 1.4.1 Kritiek op het begrotingskader
Er is aanzienlijke kritiek op de strengheid van het begrotingskader. Het wordt gezien als potentieel procyclisch, wat innovatie, economische groei en klimaatbeleid kan bedreigen. Dalende overheidsinvesteringen, die essentieel zijn voor de groene transitie, kunnen het gevolg zijn. Er wordt gepleit voor een evenwicht tussen begrotingsdiscipline en budgettaire expansie, en voor anti-cyclisch beleid om de vraag tijdens crises te ondersteunen. Een te strenge focus op schuldafbouw kan economisch onnuttig zijn als de langetermijneffecten negatief zijn.
## 2. Specifieke aanbevelingen voor België (CSRs)
De aanbevelingen van het Europees semester voor België zijn veelzijdig en richten zich op verschillende beleidsdomeinen.
### 2.1 Begrotingsbeleid en schuldhoudbaarheid
België werd geconfronteerd met de noodzaak om zijn begrotingstekort te reduceren. Een belangrijk punt was het verbeteren van het primaire saldo en het structureel aanpakken van de uitgaven.
* **Nominale groei van netto primaire overheidsuitgaven:** Er werd aangedrongen om de nominale groei van de netto primaire overheidsuitgaven te beperken, met als doel een jaarlijkse structurele aanpassing van een bepaald percentage van het bbp.
* **Gebruik van meevallers:** Eventuele meevallers moesten worden aangewend om de overheidsschuldquote sneller te verminderen.
* **Hervormingen voor houdbaarheid:** Voortzetting van hervormingen om de budgettaire houdbaarheid van stelsels voor langdurige zorg en pensioenen te waarborgen, onder meer door de mogelijkheden voor vervroegde uittreding te beperken.
* **Verbetering publieke uitgaven:** Het verbeteren van de samenstelling en efficiëntie van publieke uitgaven, bijvoorbeeld via uitgaventoetsingen.
* **Coördinatie begrotingsbeleid:** Verbetering van de coördinatie van het begrotingsbeleid tussen alle overheidsniveaus om ruimte te creëren voor openbare investeringen.
#### 2.1.1 Belgische trajecten voor begrotingsconsolidatie
Gezien de begrotingsuitdagingen werden er twee trajecten voorgesteld voor België: een consolidatie over 4 jaar of over 7 jaar. De autoriteiten konden kiezen welk traject ze volgden, waarbij recent werd meegedeeld dat België een 7-jarig traject mag doorlopen. Beide trajecten vereisen aanzienlijke inspanningen, herverdelingen en investeringen. Europa eist wel dat het tekort tegen 2029 onder de 3% van het bbp blijft.
### 2.2 Arbeidsmarkt en sociaal beleid
Aanbevelingen richtten zich ook op het verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt en het versterken van sociale inclusie.
* **Wegnemen van werkbelemmeringen:** Het wegnemen van hindernissen om te werken en het versterken van de doeltreffendheid van een actief arbeidsmarktbeleid, met name voor laagopgeleiden, oudere werknemers en mensen met een migratieachtergrond.
* **Verbetering onderwijs en opleiding:** Het verbeteren van de prestaties en inclusiviteit van onderwijs- en opleidingssystemen en het aanpakken van 'skills mismatches'.
### 2.3 Investeringen en economisch beleid
Er was ook aandacht voor het stimuleren van productiviteitsverhogende investeringen en het versterken van het concurrentievermogen.
* **Investeringsgerelateerd beleid:** Het toespitsen van investeringsgerelateerd economisch beleid op duurzaam vervoer (inclusief spoorweginfrastructuur), decarbonisatie, energietransitie en onderzoek & innovatie, met name digitalisering.
* **Mobiliteitsuitdagingen:** Het aangaan van mobiliteitsuitdagingen via investeringen in vervoersinfrastructuur en het stimuleren van collectief en emissiearm vervoer.
* **Vermindering administratieve druk:** Het verminderen van de regelgevende en administratieve druk om ondernemerschap te stimuleren en concurrentie in de dienstensector te vergroten.
* **Productiviteitsinvesteringen:** Er werd expliciet gewezen op de noodzaak van meer productiviteitsverhogende investeringen en hervormingen.
### 2.4 Rol van sociale partners en overheden
De aanbevelingen benadrukken het belang van dialoog en samenwerking.
* **Betrokkenheid sociale partners:** De betrokkenheid van sociale partners en andere belanghebbenden wordt als essentieel beschouwd.
* **Coördinatie overheid:** De noodzaak van coördinatie tussen de verschillende Belgische overheden wordt benadrukt.
### 2.5 Implementatie van aanbevelingen
De evaluatie van de implementatie van de Country Specific Recommendations (CSRs) in België toonde een relatief lage opvolgingsgraad. Slechts een klein percentage van de aanbevelingen werd volledig geïmplementeerd. Dit was een punt van zorg voor de Europese Commissie en Raad, die hebben geprobeerd de implementatie te stimuleren door de uitbetaling van middelen uit de Recovery and Resilience Facility te koppelen aan de realisatie van deze aanbevelingen. België heeft hierdoor niet alle middelen kunnen ontvangen, omdat de implementatie van bepaalde aanbevelingen uitbleef.
## 3. Vergelijking met aanbevelingen van andere internationale organisaties
Naast het Europees semester geven ook andere internationale organisaties, zoals de OESO en het IMF, aanbevelingen voor het Belgische economische beleid en de overheidsfinanciën.
### 3.1 OESO
De OESO publiceert periodiek rapporten met aanbevelingen die sterk in lijn liggen met die van het Europees semester. Deze rapporten bieden een breder internationaal perspectief op de economische uitdagingen en beleidsopties.
### 3.2 IMF
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) publiceert ook landspecifieke rapporten, zoals het "Belgium 2023 Article IV Consultation". De hoofdpunten uit zo'n rapport omvatten vaak:
* **Fiscale consolidatie:** Noodzaak van aanhoudende en bij voorkeur front-loaded fiscale consolidatie om desinflatie te ondersteunen, buffers te herstellen, schuld te verminderen en het sociale model te behouden.
* **Efficiëntie van uitgaven en hervormingen:** Rationalisatie en verhoging van de efficiëntie van uitgaven op alle overheidsniveaus, en significante hervormingen in belastingbeleid, pensioenen en gezondheidszorg.
* **Financiële stabiliteit:** Versterking van het macroprudentiële beleid, toezicht, crisisbeheer en de beoordeling van systeemrisico's om de economie te isoleren van macro-financiële schokken.
* **Structurele hervormingen:** Hervormingen in de arbeids- en productmarkten en vooruitgang in de groene transitie zijn cruciaal om de potentiële groei te stimuleren, de impact van fiscale consolidatie te beperken en uitdagingen op middellange termijn aan te pakken.
De IMF-analyses bieden een diepgaande economische evaluatie en concrete beleidsadviezen voor de Belgische economie. De rapporten wijzen vaak op de noodzaak om de potentiële groei te verhogen door middel van structurele hervormingen, die ook helpen bij het beheersen van de overheidsfinanciën en het bevorderen van duurzame economische ontwikkeling. De lagere groei in de EU, in vergelijking met bijvoorbeeld de VS, is een punt van zorg voor economen.
## 4. Impact op Belgische overheidsfinanciën en begrotingstekorten
Het Europees semester en de bijbehorende aanbevelingen hebben een directe impact op de Belgische overheidsfinanciën en de pogingen om begrotingstekorten te reduceren.
### 4.1 Noodzaak tot tekortreductie
België werd geconfronteerd met structurele begrotingstekorten, wat leidde tot een stijgende overheidsschuldquote. Het Europees semester signaleert deze onevenwichtigheden en dringt aan op actie.
### 4.2 Trajecten en inspanningen
De keuze voor een langer consolidatietraject (7 jaar) suggereert dat de benodigde aanpassingen aanzienlijk zijn en over een langere periode gespreid moeten worden. Dit vereist ingrijpende hervormingen en een strikter beheer van de overheidsuitgaven. De uitdaging ligt in het realiseren van deze consolidatie zonder de economische groei op korte termijn te veel te schaden, en met aandacht voor de sociale gevolgen.
### 4.3 Feedback-effecten
Een daling van overheidsuitgaven ($G$) of een stijging van belastingen ($T$) kan op korte termijn de output ($Y$) doen dalen, wat leidt tot negatieve groeicijfers. Dit kan op zijn beurt weer een impact hebben op de overheidsfinanciën en -uitgaven, wat zorgt voor feedback-effecten. Het hanteren van een begrotingstraject vereist dus een zorgvuldige afweging van deze dynamieken.
### 4.4 Impact van monetaire beleidsevolutie
Het monetaire beleid van de ECB heeft ook indirecte gevolgen. Een eengemaakt monetair beleid kan minder effectief zijn voor landen met verschillende economische cycli. Een restrictief fiscaal beleid in België zou normaliter kunnen worden gecompenseerd door een expansief monetair beleid, maar in een muntunie is dit minder flexibel. De noodzaak om onevenwichtigheden aan te pakken, zoals via het Europees semester, is deels ingegeven door de wens om gecoördineerd monetair beleid mogelijk te maken.
### 4.5 Budgettaire houdbaarheid en investeringen
De aanbevelingen benadrukken de noodzaak om de budgettaire houdbaarheid van sociale zekerheidssystemen te waarborgen, terwijl er ook ruimte moet komen voor publieke investeringen. Dit is een delicate balans: te strikte begrotingsregels kunnen investeringen belemmeren, wat nefast is voor de groei op lange termijn, ondanks de positieve effecten op korte termijn voor de begroting. Het vinden van een evenwicht tussen begrotingsdiscipline en budgettaire expansie, met focus op productiviteitsverhogende investeringen, is cruciaal voor de Belgische overheidsfinanciën.
> **Tip:** Probeer bij het studeren de aanbevelingen van het Europees semester te koppelen aan de modellen en concepten uit de verschillende hoofdstukken van de cursus. Denk na over de economische effecten die kunnen optreden wanneer België specifieke aanbevelingen volgt.
> **Voorbeeld:** Als een aanbeveling is om de regelgevende en administratieve druk op ondernemingen te verminderen, denk dan na over de potentiële effecten op de markup ($m$), concurrentie, investeringen en uiteindelijk op de aggregate supply ($AS$) en de output ($Y$).
---
# Aanbevelingen van Europa voor België
Hier is een samenvatting van de aanbevelingen van Europa voor België, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 2. Aanbevelingen van Europa voor België
Dit deel behandelt de landspecifieke aanbevelingen die België ontvangt via het Europees Semester, evenals de aanbevelingen van andere internationale organisaties zoals de OESO en het IMF, met focus op begrotingsdiscipline, arbeidsmarktbeleid, investeringen en regelgevende hervormingen.
### 2.1 Het Europees Semester: Kader en Doelstellingen
Het Europees Semester is een kader dat sinds 2011 is ingesteld voor de afstemming van het economisch beleid binnen de EU-lidstaten. Het hoofddoel is het signaleren en aanpakken van onevenwichtigheden in economische ontwikkelingen en problemen met de overheidsfinanciën van lidstaten. Dit systeem werd ingevoerd naar aanleiding van de eurocrisis en de oprichting van een Europees monetair noodfonds.
* **Doel:** Betere coördinatie van monetair beleid door het aanpakken van onevenwichtigheden, met meer toezicht op overheidsfinanciën.
* **Indicatoren:** Het semester omvat indicatoren op het gebied van overheidsfinanciën, financiële sector (en huizenmarkt), concurrentievermogen, arbeidsmarkt, onderwijs en openbaar bestuur.
* **Sociale component:** Sinds 2013 zijn sociale componenten toegevoegd, zoals armoede, sociale uitsluiting, inkomensongelijkheid, werkgelegenheid en de aanpak van jeugdwerkloosheid, in lijn met de European Pillar of Social Rights.
Het proces verloopt via een jaarlijkse cyclus: de autumn forecast, een opinie van het Europees Parlement, richtlijnen van de Raad, en uiteindelijk landspecifieke aanbevelingen in mei, vooral voor landen met grote tekorten of onevenwichtigheden.
#### 2.1.1 Evolutie en Impact van het Europees Semester
Oorspronkelijk lag de focus sterk op begrotingen. Tijdens de COVID-19 pandemie werd de "general escape clause" van het Stabiliteits- en Groeipact geactiveerd, waardoor landen tijdelijk konden afwijken van begrotingsregels om de economische gevolgen van de crisis op te vangen. De opleving van de focus op begrotingen kwam terug met de Recovery and Resilience Facility (RRF), die middelen koppelde aan de implementatie van landspecifieke aanbevelingen.
> **Tip:** Houd er rekening mee dat de implementatiegraad van de landspecifieke aanbevelingen historisch laag is geweest, wat leidde tot pogingen om financiering via de RRF te koppelen aan concrete hervormingen.
België kreeg in het kader van het Europees Semester de mogelijkheid om zijn begrotingstekort over een langere periode van zeven jaar te corrigeren, mits het tekort tegen 2029 onder de drie procent zou blijven. Deze langere termijn vereist echter nog steeds aanzienlijke inspanningen en hervormingen.
### 2.2 Landspecifieke Aanbevelingen voor België
De aanbevelingen voor België richten zich op verschillende economische beleidsterreinen.
#### 2.2.1 Begrotingsbeleid
* **Nominale groei uitgaven:** Er was een aanbeveling om het nominale groeipercentage van de netto primaire overheidsuitgaven in een specifiek jaar niet boven een bepaald percentage uit te laten komen, wat neerkomt op een jaarlijkse structurele aanpassing van een percentage van het bbp. Dit impliceert een beperking of verlaging van de overheidsuitgaven ($G$).
* **Schuldafbouw:** Eventuele meevallers dienden gebruikt te worden om de overheidsschuldquote sneller te verminderen.
* **Hervormingen pensioenen en langdurige zorg:** Voortzetting van hervormingen om de budgettaire houdbaarheid van stelsels voor langdurige zorg en pensioenen te waarborgen, onder andere door de mogelijkheden voor vervroegde uittreding te beperken.
* **Efficiëntie overheidsuitgaven en coördinatie:** Verbetering van de samenstelling en efficiëntie van publieke uitgaven door middel van uitgaventoetsingen en een betere coördinatie van begrotingsbeleid over alle overheidsniveaus heen, om ruimte te creëren voor openbare investeringen.
> **Tip:** Wanneer de overheidsuitgaven ($G$) dalen, kan dit op korte termijn leiden tot een daling van de output ($Y$), wat een negatief feedback-effect kan hebben op de overheidsinkomsten en -uitgaven.
#### 2.2.2 Arbeidsmarkt- en Onderwijsbeleid
* **Wegnemen werkbelemmeringen:** Het wegnemen van hindernissen om te werken en het versterken van de doeltreffendheid van actief arbeidsmarktbeleid, met name voor laagopgeleiden, oudere werknemers en mensen met een migratieachtergrond.
* **Verbetering onderwijs en vaardigheden:** Het verbeteren van de prestaties en inclusiviteit van onderwijs- en opleidingssystemen en het aanpakken van vaardighedentekorten (skills mismatches).
* **Arbeidsmarkt en pensioenen:** Beperking van de mogelijkheden voor vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt kan de budgettaire houdbaarheid van pensioen- en langdurige zorgstelsels verbeteren en de arbeidsmarktparticipatie verhogen.
#### 2.2.3 Investeringen en Klimaatbeleid
* **Duurzaam vervoer en energietransitie:** Het investeringsgerelateerde economische beleid dient te worden toegespitst op duurzaam vervoer, inclusief verbetering van spoorweginfrastructuur, decarbonisatie en de energietransitie.
* **Onderzoek en innovatie:** Focus op onderzoek en innovatie, met name op het gebied van digitalisering, rekening houdend met regionale verschillen.
* **Mobiliteitsuitdagingen:** Aangaan van groeiende mobiliteitsuitdagingen via investeringen in vervoersinfrastructuur en het stimuleren van collectief en emissiearm vervoer.
#### 2.2.4 Regelgeving en Ondernemerschap
* **Vermindering administratieve druk:** Het verminderen van de regelgevende en administratieve druk om ondernemerschap te stimuleren.
* **Concurrentie in dienstensector:** Het vergroten van de concurrentie in de dienstensector, waaronder de detailhandel, de bouw en professionele diensten. Dit kan leiden tot lagere mark-ups en een verhoogde productiviteit.
### 2.3 Aanbevelingen van OESO en IMF
Naast de Europese Commissie geven ook andere internationale organisaties aanbevelingen voor het Belgische economische beleid.
#### 2.3.1 OESO-aanbevelingen
De OESO publiceert een tweejaarlijks rapport met aanbevelingen die vaak sterk in lijn liggen met die van het Europees Semester. Deze aanbevelingen richten zich doorgaans op begrotingsdiscipline, hervormingen van de arbeids- en productmarkten en investeringen in duurzame groei.
#### 2.3.2 IMF-aanbevelingen
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) publiceert periodiek landrappporten (zoals het Article IV Consultation Report voor België) met beleidsaanbevelingen.
* **Begrotingsconsolidatie:** Het IMF benadrukt de noodzaak van aanhoudende en bij voorkeur vooraanstaande begrotingsconsolidatie om desinflatie te ondersteunen, buffers te herstellen, de schuld te verminderen en het redistributieve en solidair-georiënteerde sociale model van België te behouden.
* **Rationalisatie uitgaven en efficiëntie:** Consolidatie dient gepaard te gaan met een rationalisatie en grotere efficiëntie van uitgaven op alle overheidsniveaus.
* **Hervormingen:** Significante hervormingen in belastingbeleid, pensioenen en gezondheidszorg zijn essentieel.
* **Macroprudentieel beleid:** Versterking van toezicht, crisisbeheer en resolutievoorbereiding, het macroprudentieel kader en de beoordeling van systeemrisico's om de economie beter te beschermen tegen macro-financiële schokken.
* **Structurele hervormingen:** Structurele hervormingen op de arbeids- en productmarkten, en verdere vooruitgang in de groene transitie, zijn cruciaal om de potentiële groei te stimuleren, de impact van begrotingsconsolidatie te verzachten en uitdagingen op middellange termijn aan te pakken.
> **Example:** De lagere groeiprognoses voor de EU in vergelijking met bijvoorbeeld de VS, zoals gepresenteerd in het IMF World Economic Outlook, onderstrepen de urgentie van structurele hervormingen om het groeipotentieel te verhogen.
### 2.4 Kritiek op het Begrotingskader
Er is kritiek op het huidige begrotingskader, dat als te streng wordt beschouwd en potentieel pro-cyclisch beleid kan stimuleren in plaats van anti-cyclisch beleid. Een te strikt begrotingskader kan investeringen, innovatie en economische groei bedreigen, en kan de financiering van belangrijke beleidsthema's zoals de groene transitie ondermijnen. Een evenwicht zoeken tussen begrotingsdiscipline en budgettaire expansie is dan ook cruciaal.
---
# Evaluatie en implementatie van aanbevelingen
Dit gedeelte behandelt de beoordeling van de mate waarin landspecifieke aanbevelingen door België worden geïmplementeerd en de impact van de Covid-19 pandemie op het Europees semester.
### 3.1 Het Europees semester en de Belgische context
Het Europees semester is een systeem dat in 2011 is opgestart, ingegeven door de eurocrisis en de instelling van een Europees monetair noodfonds. Het dient als een kader voor de afstemming van het economisch beleid van de EU-lidstaten, met als doel onevenwichtigheden in de economische ontwikkelingen en problemen met overheidsfinanciën van landen te signaleren en aan te pakken. Vanwege de beperkingen van een monetaire unie, waarbij een enkel monetair beleid voor diverse economische realiteiten moet gelden, is het cruciaal om economische onevenwichtigheden binnen lidstaten aan te pakken om een gecoördineerd monetair beleid te ondersteunen. Dit leidt tot meer toezicht op overheidsfinanciën.
#### 3.1.1 Kerncomponenten en evolutie van het Europees semester
Het Europees semester omvat een reeks indicatoren die betrekking hebben op overheidsfinanciën, de financiële sector (inclusief de huizenmarkt), concurrentievermogen, de arbeidsmarkt, onderwijs en openbaar bestuur. Sinds 2013 is hier een sociale component aan toegevoegd, met nadruk op armoede en sociale uitsluiting, inkomensongelijkheid, en verbeterde aandacht voor werkgelegenheid en met name de aanpak van jeugdarbeid, in lijn met de European Pillar of Social Rights (2017).
Het proces van het Europees semester verloopt typisch als volgt:
* **Herfstprognoses:** Europa publiceert herfstprognoses voor de lidstaten.
* **Europese Parlement:** Het Europees Parlement formuleert hierover zijn mening.
* **Raad:** In maart geeft de Raad beleidsrichtlijnen (policy orientations) over de economische koers.
* **Commissie:** De Europese Commissie analyseert vervolgens gedetailleerder de situatie per lidstaat, met bijzondere aandacht voor landen met de grootste tekorten en onevenwichtigheden.
* **Lidstaten:** Lidstaten dienen hun plannen ter verbetering voor te leggen.
* **Landspecifieke aanbevelingen:** In mei publiceert de Commissie de lands-specifieke aanbevelingen (Country-Specific Recommendations - CSRs) voor elke lidstaat.
#### 3.1.2 Impact van de Covid-19 pandemie
De Covid-19 pandemie heeft een aanzienlijke impact gehad op het verloop van het Europees semester. Vanaf 2020, toen de pandemie uitbrak, werd de focus initieel sterk gelegd op begrotingsdiscipline. In 2020 werd echter besloten dat, mits consensus tussen de lidstaten, de nadruk tijdelijk opzij kon worden geschoven. Op 20 maart 2020 activeerde de Europese Commissie de "general escape clause" in het Stabiliteits- en Groeipact. Dit gaf landen tijdelijk de mogelijkheid om af te wijken van begrotingsregels en middellange-termijn doelstellingen (MLT-doelstellingen) vanwege de ernstige economische neergang. Dit leidde tot sterk oplopende overheidsschulden. De Europese Semesters van 2021-2023 focusten opnieuw meer op begroting, mede door de Recovery and Resilience Facility.
Voorafgaand aan de pandemie, rond 2019, bestond het plan om een "Europees Semester 2.0" te lanceren, met meer aandacht voor de sociale component. Dit plan is echter tijdelijk aan de kant geschoven om eerst de economische onevenwichtigheden die door de pandemie waren ontstaan aan te pakken.
> **Tip:** De strengere begrotingskaders, zoals de Maastrichtnormen, worden soms bekritiseerd omdat ze procyclisch beleid kunnen stimuleren en innovatie, economische groei en klimaatbeleid kunnen bedreigen, met name door een mogelijke daling van overheidsinvesteringen.
### 3.2 Landspecifieke aanbevelingen voor België en hun implementatie
De landspecifieke aanbevelingen (CSRs) voor België, zoals geëvalueerd in februari 2020 en verder, hebben betrekking op diverse economische en fiscale gebieden. Echter, de implementatie hiervan blijkt een aanzienlijke uitdaging.
#### 3.2.1 Belangrijkste aanbevelingen voor België (pre-Covid)
De aanbevelingen uit het Europees semester voor België omvatten onder andere:
1. **Begrotingsdiscipline en schuldreductie:**
* Zorgen dat het nominale groeipercentage van de netto primaire overheidsuitgaven in 2020 niet boven de 1,6% uitkomt, wat neerkomt op een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,6% van het bbp. Dit houdt in dat de overheidsuitgaven (G) beperkt of verminderd moeten worden.
* Eventuele meevallers moeten gebruikt worden om de overheidsschuldquote sneller te verminderen.
* Hervormingen voortzetten om de budgettaire houdbaarheid van stelsels voor langdurige zorg en pensioenen te waarborgen, onder meer door de mogelijkheden voor vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt te beperken.
* De samenstelling en efficiëntie van de publieke uitgaven verbeteren, onder meer door uitgaventoetsingen, en de coördinatie van het begrotingsbeleid door alle overheidsniveaus verbeteren om ruimte te creëren voor openbare investeringen.
2. **Arbeidsmarkt en sociale inclusie:**
* De hindernissen om te werken wegnemen en de doeltreffendheid van een actief arbeidsmarktbeleid versterken, met name voor laagopgeleiden, oudere werknemers en mensen met een migratieachtergrond.
* De prestaties en de inclusiteit van de onderwijs- en opleidingssystemen verbeteren en de vaardigheden-mismatches aanpakken.
3. **Investeringen en concurrentievermogen:**
* Het investeringsgerelateerde economische beleid toespitsen op duurzaam vervoer, inclusief verbetering van spoorweginfrastructuur, decarbonisatie en energietransitie, en onderzoek en innovatie (R&D), met name op het gebied van digitalisering, rekening houdend met regionale verschillen.
* De groeiende mobiliteitsuitdagingen aangaan, met name via investeringen in nieuwe of bestaande vervoersinfrastructuur en sterkere prikkels om gebruik te maken van collectief vervoer en vervoer met lage emissies.
* De regelgevende en administratieve druk verminderen om ondernemerschap te stimuleren en de concurrentie in de dienstensector, met name de detailhandel, de bouw en de professionele diensten, te vergroten. Dit kan leiden tot lagere mark-ups en hogere concurrentiekracht.
#### 3.2.2 Evaluatie van de implementatie in België
Ondanks de duidelijke aanbevelingen van de Europese instanties, is de implementatie ervan in België opvallend laag. Uit evaluaties blijkt dat slechts ongeveer 3% van de specifieke aanbevelingen daadwerkelijk is geïmplementeerd in het Belgische beleid. De implementatie van bijvoorbeeld een "tax-shift" stuitte op aanzienlijke moeilijkheden.
Het feit dat aanbevelingen jaar na jaar niet werden opgevolgd, baarde zowel de Europese Commissie als de Raad grote zorgen. Als reactie hierop werd de Recovery and Resilience Facility (de Europese middelen die na Covid-19 werden verstrekt) gekoppeld aan de implementatie van deze aanbevelingen in de nationale regelgeving. Dit was een poging om de toekenning van middelen afhankelijk te maken van het realiseren van de lands-specifieke aanbevelingen. België kon hierdoor niet alle middelen volledig benutten, omdat niet alle aanbevelingen waren geïmplementeerd.
> **Voorbeeld:** Een aanbeveling om de hindernissen om te werken weg te nemen en de doeltreffendheid van het actief arbeidsmarktbeleid te versterken, kan worden gekoppeld aan modellen die de impact van arbeidsmarktparticipatie op de output en overheidsfinanciën analyseren. Een verbeterd onderwijs- en opleidingssysteem kan de investering in humaan kapitaal verhogen, wat op lange termijn leidt tot hogere productiviteit en innovatie.
#### 3.2.3 Aanbevelingen voor de Eurozone en België (2025-2026)
In latere Europese Semesters, zoals de aanbevelingen voor de Eurozone voor 2026 en specifieke aanbevelingen voor 2025-2026, blijft het doel om de Belgische begroting in evenwicht te krijgen een centraal thema. Deze aanbevelingen kunnen wederom gekoppeld worden aan de diverse economische modellen die in de cursus zijn behandeld, met het oog op het analyseren van de verwachte effecten van beleidswijzigingen.
### 3.3 Andere internationale aanbevelingen: OESO en IMF
Naast het Europees semester geven ook andere internationale organisaties aanbevelingen voor het Belgische economische beleid, die sterk in lijn liggen met die van de EU.
#### 3.3.1 OESO-rapporten
De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) publiceert tweejaarlijkse rapporten met aanbevelingen voor haar lidstaten, waaronder België. Deze aanbevelingen sluiten nauw aan bij de thema's en doelstellingen van het Europees semester, gericht op het verbeteren van de economische structuur en beleidscoördinatie.
#### 3.3.2 IMF-rapporten
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) maakt eveneens landenrapporten, zoals het "Belgium 2023 Article IV Consultation: Press Release, Staff Report, and Statement by the Executive Director for Belgium". Hoofdpunten uit het IMF-rapport van december 2023 benadrukken de noodzaak van:
* **Fiscale consolidatie:** Aanhoudende en idealiter front-loaded fiscale consolidatie is nodig om desinflatie te ondersteunen, buffers te herstellen, de schuld te verminderen en het Belgische redistributieve en solidariteitsgerichte sociale model te behouden.
* **Efficiëntie van uitgaven en hervormingen:** De consolidatie moet gepaard gaan met rationalisatie en grotere efficiëntie van uitgaven op alle overheidsniveaus, en significante hervormingen in belastingbeleid, pensioenen en gezondheidszorg.
* **Financiële stabiliteit:** Versterking van toezicht, crisisbeheer en resolutiebereidheid, het macroprudentiële kader en de beoordeling van systeemrisico's om de economie beter te isoleren van macro-financiële schokken.
* **Structurele hervormingen:** Structurele hervormingen op de arbeids- en productmarkten en verdere vooruitgang in de groene transitie zijn cruciaal om de potentiële groei te stimuleren, de impact van fiscale consolidatie te mitigeren en middellange-termijn uitdagingen aan te pakken.
> **Tip:** De groeiprognozes voor de Verenigde Staten worden vaak als stuk hoger ervaren dan die voor de EU. Deze lagere groei in de EU baart veel economen zorgen en kan de noodzaak voor structurele hervormingen en gerichte investeringen onderstrepen.
---
# Internationale economische rapporten en aanbevelingen
Dit document bespreekt de rapporten en aanbevelingen van internationale organisaties zoals de OESO en het IMF met betrekking tot de Belgische economie, met een focus op het Europees Semester.
## 4. Het Europees Semester
Het Europees Semester is een kader voor de afstemming van het economisch beleid van de EU-lidstaten, opgericht in 2011 als reactie op de eurocrisis en de instelling van een Europees monetair noodfonds. Het hoofddoel is het signaleren en aanpakken van onevenwichtigheden in de economische ontwikkelingen van landen en problemen met de overheidsfinanciën. Dit is cruciaal voor het monetaire beleid binnen de eurozone, waar één rentevoet geldt voor verschillende economische realiteiten. Het systeem is ontworpen om landen te helpen hun overheidsfinanciën beter te beheren en onevenwichtigheden aan te pakken, zodat een gecoördineerd monetair beleid mogelijk blijft.
### 4.1 Doelstellingen en indicatoren van het Europees Semester
Het Europees Semester richt zich op verschillende indicatoren:
* Overheidsfinanciën
* Financiële sector en de huizenmarkt
* Concurrentievermogen
* Arbeidsmarkt
* Onderwijs
* Openbaar bestuur
Sinds 2013 is er ook een sociale component toegevoegd, met aandacht voor armoede en sociale uitsluiting, inkomensongelijkheid, werkgelegenheid en vooral de aanpak van jeugdwerkloosheid, in lijn met de European Pillar of Social Rights (2017).
### 4.2 Het proces van het Europees Semester
Het proces van het Europees Semester omvat verschillende stappen:
* **Autumn forecast:** De Europese Commissie publiceert prognoses voor de lidstaten.
* **Europese Parlement:** Formuleert een opinie over de economische situatie.
* **Raad:** Geeft beleidsrichtlijnen (policy orientations) in maart.
* **Commissie:** Onderzoekt de situatie van lidstaten in meer detail, met name die met grote tekorten of onevenwichtigheden.
* **Lidstaten:** Leggen hun plannen voor.
* **Country Specific Recommendations (CSR):** In mei publiceert de Commissie landspecifieke aanbevelingen.
Tijdens onderhandelingen benadrukt Europa de noodzaak van begrotingsinspanningen. Zonder inspanningen kan het begrotingstekort oplopen tot wel zes procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het 7-jarig traject dat België mag doorlopen, vereist echter dat het tekort tegen 2029 onder de drie procent blijft.
#### 4.2.1 Evaluatie en aanbevelingen voor België
De evaluatie van de implementatie van de CSR voor België toonde aan dat slechts een klein percentage van de aanbevelingen daadwerkelijk werd geïmplementeerd. Dit zorgde voor bezorgdheid bij de Commissie en de Raad. De Recovery and Resilience Facility, Europese middelen die na Covid-19 werden toegekend, werd gekoppeld aan de implementatie van deze aanbevelingen in de nationale regelgeving, als poging om de middelen afhankelijk te maken van de realisatie van de landspecifieke aanbevelingen. België kon hierdoor niet alle middelen volledig innen omdat niet alle aanbevelingen waren geïmplementeerd.
##### 4.2.1.1 Specifieke aanbevelingen (voorgaande jaren)
De landspecifieke aanbevelingen voor België omvatten typisch de volgende punten:
* **Begrotingsconsolidatie:**
* Het nominale groeipercentage van de netto primaire overheidsuitgaven beperken (bijvoorbeeld tot niet boven 1,6% in 2020), wat neerkomt op een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,6% van het BBP. Dit impliceert het beperken van overheidsuitgaven ($G$) of het laten zakken ervan.
* Eventuele meevallers gebruiken om de overheidsschuldquote sneller te verminderen.
* Hervormingen doorvoeren om de budgettaire houdbaarheid van stelsels voor langdurige zorg en pensioenen te waarborgen, onder meer door de mogelijkheden voor vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt te beperken.
* De samenstelling en efficiëntie van publieke uitgaven verbeteren door middel van uitgaventoetsingen.
* De coördinatie van het begrotingsbeleid door alle overheidsniveaus verbeteren om ruimte te creëren voor openbare investeringen.
* **Arbeidsmarkt en onderwijs:**
* Hindernissen om te werken wegnemen en de effectiviteit van actief arbeidsmarktbeleid versterken, met name voor laagopgeleiden, oudere werknemers en mensen met een migratieachtergrond. Dit kan gekoppeld worden aan de activatie van de beroepsbevolking.
* De prestaties en inclusiviteit van de onderwijs- en opleidingssystemen verbeteren en vaardigheden-mismatches aanpakken. Dit raakt aan menselijk kapitaal ($H$) en kan leiden tot meer innovatie en betere research & development (R&D) door een hoger opgeleide beroepsbevolking.
* **Investeringen en duurzaamheid:**
* Het investeringsgerelateerde economische beleid toespitsen op duurzaam vervoer, inclusief verbetering van spoorweginfrastructuur, decarbonisatie en energietransitie, en onderzoek en innovatie, met name op het gebied van digitalisering, rekening houdend met regionale verschillen. Dit wordt soms aangeduid met 'klimacro'.
* **Ondernemerschap en concurrentie:**
* De groeiende mobiliteitsuitdagingen aangaan via investeringen in vervoersinfrastructuur en sterkere prikkels voor collectief en emissiearm vervoer.
* De regelgevende en administratieve druk verminderen om ondernemerschap te stimuleren en de concurrentie in de dienstensector te vergroten, zoals in de detailhandel, bouw en professionele diensten. Dit kan leiden tot lagere mark-ups ($M$) en meer concurrentie.
> **Tip:** Bij het bestuderen van deze aanbevelingen, probeer de effecten te koppelen aan de economische modellen en concepten die in de cursus zijn behandeld. Denk aan de impact op productie, consumptie, investeringen, werkgelegenheid en inflatie.
##### 4.2.1.2 Impact van begrotingsbeleid
Een beperking van de overheidsuitgaven ($G$) kan op korte termijn leiden tot een daling van de output ($Y$), wat negatieve groeicijfers kan veroorzaken en via feedback-effecten de overheidsinkomsten en -uitgaven verder kan beïnvloeden. Anderzijds kan een daling van $G$ de handelsbalans verbeteren. Het concept van 'backloading' verwijst naar het moment waarop de verwachte positieve effecten van beleidsmaatregelen zich manifesteren.
#### 4.2.2 Europees Semester 2.0 en Covid-19
Vlak voor de Covid-19 pandemie werd een 'Europees Semester 2.0' voorgesteld, met meer aandacht voor sociale componenten. Door de pandemie werd dit plan tijdelijk opzij geschoven om eerst de economische onevenwichtigheden aan te pakken. De Covid-19 pandemie leidde in maart tot de activering van de "general escape clause" in het Stabiliteits- en Groeipact. Dit liet lidstaten tijdelijk afwijken van begrotingsregels, wat resulteerde in sterk oplopende overheidsschulden. De Europese Semesters 2021-2023 hadden een focus op begrotingsdiscipline, mede via de Recovery and Resilience Facility.
##### 4.2.2.1 Kritiek op begrotingskaders
Er is kritiek op de te strikte begrotingskaders, die als procyclisch beleid worden beschouwd. Een te streng begrotingskader zou anti-cyclisch beleid belemmeren, wat noodzakelijk is om dalende vraag tijdens een crisis op te vangen. Bovendien bedreigen deze kaders investeringen, innovatie en klimaatbeleid. Het risico bestaat dat een te sterke focus op schuldafbouw op korte termijn een te hoge kost heeft in termen van langetermijneffecten, waardoor het economisch onnuttig wordt. Er wordt gezocht naar een evenwicht tussen begrotingsdiscipline en budgettaire expansie.
> **Tip:** Begrijp de spanning tussen budgettaire discipline (schuldafbouw, tekortbeperking) en de noodzaak van overheidsinvesteringen voor groei, innovatie en klimaatbeleid. Dit is een cruciaal beleidsdilemma.
## 5. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
De OESO publiceert tweejaarlijkse rapporten die vergelijkbaar zijn met de aanbevelingen van het Europees Semester, met een sterke afstemming op de Europese aanbevelingen. Deze rapporten bieden analyses en beleidsadviezen voor lidstaten, waaronder België.
## 6. Internationaal Monetair Fonds (IMF)
Het IMF produceert ook rapporten met aanbevelingen voor landen, zoals het "Article IV Consultation" voor België. Hoofdpunten uit een rapport uit december 2023 benadrukken de noodzaak van aanhoudende en bij voorkeur voorwaartsgerichte fiscale consolidatie om desinflatie te ondersteunen, buffers te herstellen, schuld te verminderen en het Belgische sociale model te behouden. Dit moet gepaard gaan met een rationalisering en efficiëntieverhoging van uitgaven op alle overheidsniveaus, en significante hervormingen in belastingbeleid, pensioenen en gezondheidszorg.
Het IMF verwelkomt recente macroprudentiële beleidsaanscherpingen om systemische risico's tegen te gaan en benadrukt het belang van versterking van supervisie, crisisbeheer en resolutiebereidheid. Structurele hervormingen op de arbeids- en productmarkten, alsook verdere vooruitgang in de energietransitie, worden gezien als cruciaal om de potentiële groei te stimuleren, de impact van fiscale consolidatie te verzachten en middellange termijn uitdagingen aan te pakken.
> **Voorbeeld:** Het IMF's World Economic Outlook toont vaak een verschil in groeiprognoses tussen de VS en de EU. Lagere groei in de EU is een punt van zorg voor veel economen en kan leiden tot specifieke aanbevelingen gericht op het stimuleren van de Europese economische activiteit.
Het is belangrijk om de aanbevelingen van deze internationale organisaties te koppelen aan de verschillende economische modellen en theorieën die in de cursus zijn behandeld om een dieper inzicht te krijgen in hun onderbouwing en mogelijke effecten.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Europees Semester | Een jaarlijks proces binnen de Europese Unie waarbij de lidstaten hun economische en begrotingsbeleid afstemmen en specifieke aanbevelingen ontvangen om onevenwichtigheden en problemen aan te pakken. |
| Primair Saldo | Het begrotingstekort of -overschot van een overheid, exclusief de rentelasten op de staatsschuld. Een verbetering van het primair saldo betekent een kleinere tekort of een grotere overschot vóór rentebetalingen. |
| Begrotingstekort | Het verschil tussen de overheidsuitgaven en de overheidsinkomsten in een bepaalde periode. Een tekort ontstaat wanneer de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten. |
| CRB (Centrale Raad voor het Bedrijfsleven) | Een adviesorgaan dat de Belgische regering adviseert over economische en sociale kwesties, inclusief de overheidsfinanciën. |
| Productiviteitsverhogende investeringen | Investeringen die gericht zijn op het verhogen van de output per eenheid input, zoals investeringen in technologie, onderwijs en infrastructuur. |
| Sociale partners | Vertegenwoordigers van werknemers (vakbonden) en werkgevers (werkgeversorganisaties) die betrokken zijn bij het sociaal-economisch overleg. |
| Output | De totale hoeveelheid goederen en diensten die in een economie wordt geproduceerd in een bepaalde periode. |
| Begrotingsdiscipline | Het naleven van regels en beperkingen met betrekking tot overheidsuitgaven en schulden, met als doel de overheidsfinanciën stabiel te houden. |
| Stabiliteits- en Groeipact | Een reeks regels binnen de eurozone die bedoeld zijn om de begrotingsdiscipline te handhaven en buitensporige begrotingstekorten en overheidsschulden te voorkomen. |
| Country Specific Recommendations (CSR) | Landspecifieke aanbevelingen die door de Europese Commissie worden gedaan aan elke lidstaat als onderdeel van het Europees semester, gericht op het aanpakken van economische en sociale uitdagingen. |
| Overheidsschuldquote | De verhouding tussen de totale overheidsschuld en het Bruto Binnenlands Product (BBP) van een land, uitgedrukt in een percentage. |
| Arbeidsmarktbeleid | Beleid dat gericht is op het verbeteren van de functionering van de arbeidsmarkt, inclusief werkgelegenheid, werkloosheid en de efficiëntie van arbeidsbemiddeling. |
| Concurrentievermogen | Het vermogen van een land of bedrijf om te concurreren op internationale markten, gebaseerd op factoren zoals productiviteit, kosten en innovatie. |
| Decarbonisatie | Het proces van het verminderen van de uitstoot van kooldioxide ($CO_2$) en andere broeikasgassen, vaak door over te schakelen op hernieuwbare energiebronnen. |
| OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) | Een internationale organisatie die landen met een markteconomie samenbrengt om beleid te bespreken en te coördineren, met als doel economische groei en ontwikkeling te bevorderen. |
| IMF (Internationaal Monetair Fonds) | Een internationale organisatie die wereldwijde monetaire samenwerking bevordert, financiële stabiliteit waarborgt en internationale handel faciliteert. Het verleent ook financiële steun aan landen met betalingsproblemen. |
| Fiscal Consolidation | Beleid gericht op het verminderen van het begrotingstekort en de overheidsschuld, meestal door bezuinigingen op overheidsuitgaven en/of belastingverhogingen. |
| Macroprudentieel beleid | Beleid dat gericht is op het beheersen van systeemisico's in het financiële stelsel, om financiële stabiliteit te waarborgen. |
| Potentiële groei | De maximale economische groei die een economie kan realiseren zonder inflatoire druk te veroorzaken, gebaseerd op de beschikbare productiefactoren zoals arbeid, kapitaal en technologie. |
| Steady-state | Een economische toestand waarin belangrijke macro-economische variabelen, zoals kapitaalvoorraad en output, constant blijven op de lange termijn. |
| Maastrichtnormen | Criteria die zijn vastgesteld in het Verdrag van Maastricht die landen moeten naleven om deel te mogen nemen aan de eurozone, met betrekking tot begrotingstekorten, overheidsschuld, inflatie en rentetarieven. |
| Anti-cyclisch beleid | Economisch beleid dat gericht is op het tegengaan van de conjunctuurcycli, door tijdens een recessie de vraag te stimuleren en tijdens een hoogconjunctuur de vraag af te remmen. |
| Pro-cyclisch beleid | Economisch beleid dat de conjunctuurcycli versterkt, door tijdens een recessie bezuinigingen door te voeren en tijdens een hoogconjunctuur de uitgaven te verhogen. |