Cover
Comença ara de franc 2025 1HW H.18 - Mededigingsbeleid - Afgewerkt.pptx
Summary
# De rol van de overheid in de economie
Dit onderwerp verkent de essentiële functies die de overheid vervult binnen een economie, van het faciliteren van marktwerking tot actieve interventies.
## 1. Introductie: de economische rol van de overheid
Economie wordt gedefinieerd als de sociale wetenschap die zich bezighoudt met de organisatie van systemen van productie en consumptie, met als doel de maximale welvaart voor de samenleving te bereiken. Hoewel de vrije marktwerking, met perfecte concurrentie (PC) als ideaal, streeft naar een efficiënte allocatie van middelen, is er toch een legitieme rol voor de overheid. Deze rol kan worden onderverdeeld in traditionele functies die de basis leggen voor marktwerking, en mogelijke interventies die ingrijpen op de marktwerking zelf.
### 1.1 Traditionele functies van de overheid
De traditionele, minimale functies van de overheid zijn essentieel voor het bestaan en functioneren van een economie gebaseerd op marktwerking. Deze functies creëren de noodzakelijke voorwaarden voor markten om te opereren.
* **Eigendomsrechten en rechtshandhaving:** De overheid bepaalt wie eigenaar is van productiefactoren en goederen en diensten, en wie gerechtigd is op de opbrengsten van het gebruik ervan. Daarnaast is de overheid verantwoordelijk voor het handhaven van de wet en het optreden tegen strafbare feiten, wat zorgt voor juridische zekerheid en vertrouwen in economische transacties.
* **Contractwetgeving:** De overheid stelt regels op voor hoe economische actoren afspraken met elkaar kunnen maken en hoe deze kunnen worden nageleefd. Dit faciliteert handel en investeringen door contractuele zekerheid te bieden.
* **Marktwerking mogelijk maken:** Dit omvat het creëren van een juridisch kader en infrastructuur die markttransacties mogelijk maken.
### 1.2 Mogelijke ingrepen in de marktwerking
Naast de traditionele functies kan de overheid ingrijpen in de marktwerking om specifieke economische of maatschappelijke doelen te bereiken. Deze interventies richten zich op drie kerngebieden: allocatie, distributie en stabilisatie.
* **Allocatie:** Overheidsingrijpen kan gericht zijn op het corrigeren van marktfaalheden die leiden tot een suboptimale allocatie van middelen. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het aanpakken van externe effecten of het verschaffen van publieke goederen.
* **Distributie:** Wanneer de vrije markt niet leidt tot een maatschappelijk aanvaarde verdeling van inkomen en welvaart, kan de overheid ingrijpen om herverdeling te bewerkstelligen.
* **Stabilisatie:** De overheid tracht economische turbulentie tegen te gaan en te streven naar stabiele economische groei door middel van stabilisatiebeleid, bijvoorbeeld door het aanpassen van rentevoeten of het voeren van fiscaal beleid.
### 1.3 Overheidsingrijpen in de praktijk
De concrete invulling van deze functies en interventies uit zich in diverse beleidsinstrumenten en overheidsacties, zoals:
* Mededingingsbeleid
* Publieke goederen voorzien
* Sociale huisvesting aanbieden
* Uitkeren van leeflonen
* Renteaanpassingen
* Instellen van minimum- en maximumprijzen
* Fiscale maatregelen (belastingen en subsidies)
* Overheidsinvesteringen
## 2. Mededingingsbeleid: de overheid als bewaker van competitie
Het mededingingsbeleid is een cruciaal onderdeel van het overheidsingrijpen in de economie, gericht op het bevorderen en vrijwaren van competitie op markten en het tegengaan van misbruik van marktmacht. Het hoofddoel is het verhogen van de welvaart en efficiëntie, met een sterke nadruk op de bescherming van de consument.
### 2.1 Doelstellingen en instrumenten van mededingingsbeleid
* **Doel:** Verhogen van welvaart en economische efficiëntie, met een focus op consumentenbescherming door het beperken van marktmacht.
* **Mededingingsautoriteiten:** Op Europees niveau is dit de Europese Commissie, en nationaal in België is dit de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA). Deze instanties hebben de taak om concurrentieverstorende praktijken te onderzoeken en te bestraffen.
* **Wettelijk kader:** Artikel 101 van het EU-Verdrag verbiedt praktijken die de concurrentie verminderen of verstoren, artikel 102 verbiedt misbruik van een dominante positie, en artikel 107 regelt steunmaatregelen die de concurrentie kunnen verstoren.
### 2.2 Meten van concurrentie
De mate van concurrentie op een markt kan worden gemeten aan de hand van verschillende indicatoren:
* **Marktaandelen:** De verdeling van de totale omzet of afzet over de verschillende aanbieders. Perfecte concurrentie kenmerkt zich door vele aanbieders met zeer kleine marktaandelen, terwijl een monopolie één aanbieder met 100% marktaandeel heeft.
* **Concentratie-index (Herfindahl-index):** Deze index is de som van de kwadraten van de marktaandelen van alle bedrijven in een markt. Een hogere indexwaarde duidt op een hogere marktconcentratie en dus minder concurrentie.
$$HHI = \sum_{i=1}^{n} s_i^2$$
Waarbij $s_i$ het marktaandeel van bedrijf $i$ is.
* **Mark-up:** Het verschil tussen de prijs (P) en de marginale kosten (MK). Bij perfecte concurrentie is $P - MK = 0$, wat producenten niet stimuleert om meer te verkopen. Bij imperfecte concurrentie is $P - MK > 0$, wat wel een stimulans biedt. Het bepalen van de mark-up is echter lastig voor de overheid vanwege de benodigde gedetailleerde cijfergegevens.
### 2.3 Concurrentie en efficiëntie
Concurrentie heeft directe gevolgen voor de economische efficiëntie:
* **Allocatieve efficiëntie:** Perfecte concurrentie leidt tot allocatieve efficiëntie, waarbij de welvaart (consumentensurplus CS + producentensurplus PS) maximaal is. Monopolies leiden tot een 'deadweight loss' (DWL), een welvaartsverlies voor de samenleving.
* **Technische efficiëntie:** Op de lange termijn leidt perfecte concurrentie tot productie tegen minimale gemiddelde totale kosten (GTK$_{min}$). Andere marktvormen kunnen produceren bij hogere gemiddelde totale kosten, wat leidt tot 'managerial slack'. Dit is een verlies aan efficiëntie als gevolg van gebrek aan competitie, waarbij bedrijven minder geprikkeld zijn om kosten te minimaliseren (bv. te veel personeel, te dure productiefactoren). Dit hogere kostenplaatje wordt vaak afgewenteld op de consument door hogere prijzen.
* Meer concurrentie leidt tot hogere efficiëntie en minder welvaartsverlies.
* Minder concurrentie leidt tot lagere efficiëntie en meer welvaartsverlies.
### 2.4 Concurrentieverstorende praktijken en hun impact
Producenten kunnen ertoe worden verleid om de concurrentie te verstoren om hun winst te maximaliseren. Veelvoorkomende praktijken zijn:
* **Kartelvorming:** Onderlinge afspraken tussen bedrijven, vaak directe concurrenten, over prijsstelling (P) of productiehoeveelheden (Q). Dit kan leiden tot hogere prijzen, lagere consumentensurplus en een deadweight loss. Een voorbeeld hiervan zijn prijsafspraken.
* **Beleid:** Kartelvorming is verboden door Europa. Sanctionering gebeurt via geldboetes, die kunnen oplopen tot 10% van de wereldwijde omzet. Een clementieregeling biedt vrijstelling van boetes voor bedrijven die medewerking verlenen aan het onderzoek.
* **Marktsegmentatie (markten verdelen):** Afspraken waarbij bedrijven elkaars markten niet betreden.
* **Misbruik van dominante positie:** Een bedrijf met een sterke marktaandeel kan deze positie misbruiken door bijvoorbeeld excessief hoge prijzen te vragen, concurrenten uit de markt te prijzen met extreem lage prijzen, of producten enkel als pakket te verkopen. Voorbeelden zijn bedrijven als Google en Apple.
* **Acties van de overheid:** Boetes opleggen, verboden en verplichtingen opleggen, en in extreme gevallen zelfs de opsplitsing van het bedrijf.
* **Fusies en overnames:** Fusies en overnames kunnen leiden tot een dominante positie en het reduceren van concurrentie.
* **Beleid:** Grotere fusies en overnames moeten vooraf worden gemeld aan mededingingsautoriteiten. Deze beoordelen of de fusie leidt tot een te grote marktmacht. Indien dit het geval is, kan de fusie worden toegestaan onder voorwaarden, of verboden. De Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) onderzoekt bijvoorbeeld de overname van Pukkelpop door Live Nation, dat al eigenaar is van meerdere grote festivals. Dit onderzoek richt zich op de potentiële impact op de concurrentie, prijsvorming en het aanbod voor artiesten en muziekliefhebbers.
#### 2.4.1 Kartelvorming in detail
Kartelvorming kan zich manifesteren in verschillende vormen:
* **Productie beperken:** Bijvoorbeeld de OPEC die olieproductie beperkt.
* **Prijsafspraken:** Bedrijven spreken een gezamenlijke prijs af, wat leidt tot hogere prijzen voor consumenten en een welvaartsverlies (DWL).
* **Markten of consumenten verdelen:** Bedrijven verdelen de markt onderling, waardoor concurrentie wordt uitgeschakeld.
Mededingingsautoriteiten tolereren afspraken enkel onder strikte voorwaarden, zoals wanneer de positieve gevolgen groter zijn dan de negatieve, de afspraken niet tussen directe concurrenten zijn, de betrokken ondernemingen klein zijn, of wanneer de afspraak noodzakelijk is voor productontwikkeling.
#### 2.4.2 Fusies en overnames: korte- en lange termijn effecten
* **Korte termijn:** Een fusie kan leiden tot schaalvoordelen (lagere GTK en MK). Het fusiebedrijf kan marktmacht verwerven, wat resulteert in hogere prijzen, een lager consumentensurplus en economische winst voor het fusiebedrijf.
* **Lange termijn (indien toetredingsbarrières laag zijn):** Economische winsten trekken nieuwe toetreders aan, waardoor de markt terug evolueert richting perfecte concurrentie. De productie wordt efficiënter (lagere GTK$_{min}$), de prijs daalt ten opzichte van de korte termijn, het consumentensurplus stijgt, en de economische winst verdwijnt. Producentensurplus kan groter zijn dan voorheen, maar dit is onzeker.
Mededingingsautoriteiten beoordelen fusies op hun impact op marktmacht en marktaandelen. Indien marktaandelen of omzetten te groot worden, kan dit leiden tot het verbieden van de fusie of het opleggen van voorwaarden, zoals geografische beperkingen of een gedeeltelijke overname.
---
# Mededingingsbeleid en de bewaking van competitie
Dit deel behandelt het mededingingsbeleid, dat tot doel heeft de welvaart en economische efficiëntie te verhogen door middel van concurrentie en de bescherming van consumenten.
## 2. Mededingingsbeleid en de bewaking van competitie
Het mededingingsbeleid richt zich op het waarborgen en bevorderen van concurrentie op markten en het tegengaan van misbruik van marktmacht. Het overkoepelende doel is het verhogen van de algemene welvaart en economische efficiëntie, wat tevens leidt tot een betere bescherming van de consument. Mededingingsautoriteiten spelen hierbij een cruciale rol door concurrentieverstorende praktijken te verbieden en te beboeten.
### 2.1 Doelstellingen van mededingingsbeleid
Het hoofddoel van mededingingsbeleid is het verhogen van de welvaart en economische efficiëntie. Dit wordt nagestreefd door:
* **Bevorderen van concurrentie:** Een competitieve markt zorgt voor lagere prijzen, hogere kwaliteit en meer innovatie.
* **Bescherming van de consument:** Door concurrentie te waarborgen, worden consumenten beschermd tegen uitbuiting door bedrijven met te veel marktmacht.
* **Voorkomen van inefficiëntie:** Markten met beperkte concurrentie leiden vaak tot hogere productiekosten en verspilling van schaarse middelen.
### 2.2 Rol van mededingingsautoriteiten
Mededingingsautoriteiten, zoals de Europese Commissie op Europees niveau en de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) op nationaal niveau, zijn belast met het handhaven van de mededingingsregels. Hun taken omvatten:
* **Onderzoek naar concurrentieverstorende praktijken:** Dit kan variëren van prijsafspraken en marktverdelingen tot misbruik van dominante posities en ongeoorloofde fusies.
* **Verbieden van illegale praktijken:** Autoriteiten kunnen praktijken die de concurrentie schaden, bevelen te stoppen.
* **Opleggen van boetes:** Bedrijven die de mededingingsregels overtreden, kunnen aanzienlijke geldboetes krijgen, vaak gebaseerd op een percentage van hun wereldwijde omzet.
* **Toepassen van clementieregelingen:** Deze regelingen bieden de mogelijkheid tot strafvermindering of volledige vrijstelling van boetes voor bedrijven die meewerken aan onderzoeken en informatie verschaffen over illegale praktijken.
### 2.3 Het meten van competitie
Het bepalen van de mate van concurrentie op een markt is essentieel voor effectief mededingingsbeleid. Hiervoor worden verschillende methoden gebruikt:
#### 2.3.1 Marktaandelen
Marktaandelen geven aan welk deel van de totale omzet of afzet een individueel bedrijf heeft.
* **Perfecte concurrentie:** Gekenmerkt door vele aanbieders met elk een zeer klein marktaandeel.
* **Monopolie:** Eén aanbieder met 100% marktaandeel.
* Een lager marktaandeel per bedrijf duidt over het algemeen op meer concurrentie.
#### 2.3.2 Concentratie-indices
Concentratie-indices kwantificeren de mate van marktconcentratie.
* **Herfindahl-index:** Dit is de som van de kwadraten van de marktaandelen van alle bedrijven in een markt. Een hogere Herfindahl-index indiceert een hogere marktconcentratie en dus minder concurrentie.
* Een monopolie heeft een index van 1,00 (of 10.000 indien marktaandelen in procenten worden uitgedrukt).
* Voorbeeld: `$$HHI = \sum_{i=1}^{N} s_i^2$$`, waarbij $s_i$ het marktaandeel is van bedrijf $i$ en $N$ het aantal bedrijven.
#### 2.3.3 De mark-up ($P-MK$)
De mark-up, het verschil tussen de prijs ($P$) en de marginale kosten ($MK$), kan ook een indicator zijn voor concurrentie:
* **Perfecte concurrentie:** $P - MK = 0$. Producenten hebben geen prikkel om meer te verkopen dan strikt noodzakelijk omdat ze geen extra winst kunnen maken.
* **Imperfecte concurrentie:** $P - MK > 0$. Producenten met marktmacht kunnen hogere prijzen hanteren dan hun marginale kosten, wat een prikkel vormt om meer te produceren en verkopen. Dit is echter moeilijk te meten voor overheden omdat het specifieke kosteninformatie vereist.
### 2.4 Competitie en efficiëntie
Concurrentie heeft directe gevolgen voor de economische efficiëntie en de welvaartsverdeling.
#### 2.4.1 Allocatieve efficiëntie
* **Perfecte concurrentie (PC)** leidt tot allocatieve efficiëntie. Dit betekent dat schaarse middelen optimaal worden ingezet, en de totale welvaart (consumentensurplus plus producentensurplus) maximaal is.
* **Onvolmaakte concurrentie** leidt tot een *deadweight loss* (DWL), een welvaartsverlies dat niet toekomt aan de consument of de producent.
#### 2.4.2 Technische efficiëntie
* **Perfecte concurrentie** stimuleert op lange termijn productie tegen de minimale gemiddelde totale kosten ($GTK_{min}$). Dit betekent dat bedrijven efficiënt produceren op de meest economische schaal. Hogere gemiddelde totale kosten leiden ertoe dat bedrijven de markt verlaten, wat efficiëntie bevordert.
* **Andere marktvormen** (met onvolmaakte concurrentie) kunnen weliswaar produceren met maximale resultaten, maar niet noodzakelijkerwijs tegen de minimale gemiddelde totale kosten. Dit gebrek aan competitie kan leiden tot:
* **Managerial slack:** Verlies aan efficiëntie door gebrek aan voldoende concurrentiedruk, resulterend in te veel personeel, dure bedrijfsmiddelen of gebrek aan klantgerichtheid.
* Producenten met marktmacht kunnen hogere kosten (veroorzaakt door *managerial slack*) doorrekenen aan de consument, wat leidt tot hogere prijzen en een afname van het consumentensurplus. De *deadweight loss* neemt toe.
> **Tip:** Begrijp dat een hogere mate van concurrentie leidt tot hogere efficiëntie en minder welvaartsverlies. Daarentegen leidt minder concurrentie tot lagere efficiëntie en meer welvaartsverlies, waarbij consumenten een dalend surplus ervaren.
### 2.5 Concurrentieverstorende praktijken en hun impact
Ondernemingen kunnen verleid worden om de concurrentie te verstoren om hun winsten te maximaliseren. Dit kan gebeuren via verschillende praktijken:
#### 2.5.1 Kartelvorming
Kartels ontstaan wanneer directe concurrenten geheime afspraken maken over prijs, productiehoeveelheid of marktsegmentatie. Dit gedrag simuleert een monopolistische situatie.
* **Afspraken over prijs of hoeveelheid:** Producenten gedragen zich als een monopolist en bepalen een hogere prijs en lagere productie dan in een concurrerende markt.
* **Markt- of consumentenverdeling:** Bedrijven verdelen de markt onderling, waarbij ze elkaars markten niet betreden.
**Impact van kartelvorming:**
* **Consument:** Betaalt hogere prijzen voor minder goederen, wat leidt tot een significante daling van het consumentensurplus.
* **Producenten (kartelleden):** Winnen producentensurplus en creëren economische winst door de hogere marktprijs ($P > MK$).
* **Economie:** Leidt tot een *deadweight loss*, een netto welvaartsverlies voor de samenleving.
Kartelvorming is bij wet verboden in Europa. Beleid hiertegen omvat het opleggen van geldboetes en het toepassen van clementieregelingen om kartels op te sporen.
> **Voorbeeld:** De beveiligingssector is een voorbeeld waar de BMA onderzoeken heeft ingesteld naar mogelijke prijsafspraken, prijsverhogingen en marktverdelingen tussen grote spelers zoals G4S, Securitas en Seris. Boetes kunnen oplopen tot 10 procent van de wereldwijde omzet.
**Wettige afspraken:** Afspraken tussen ondernemingen kunnen onder specifieke voorwaarden wettig zijn:
* Als de positieve gevolgen groter zijn dan de negatieve.
* Indien de afspraken niet tussen directe concurrenten worden gemaakt.
* Als de betrokken ondernemingen een klein marktaandeel hebben.
* Wanneer ze noodzakelijk zijn voor productontwikkeling of -verbetering.
#### 2.5.2 Misbruik van dominante positie
Een dominante positie op de markt op zich is niet verboden; het kan het gevolg zijn van superieure producten of efficiëntie. Echter, het misbruiken van die dominante positie wel.
**Misbruikvoorbeelden:**
* **Zeer hoge prijzen hanteren:** Vooral wanneer klanten weinig alternatieven hebben of de concurrentie zwak is.
* **Zeer lage prijzen hanteren (roofprijzen):** Om concurrenten uit de markt te duwen of toetreding te voorkomen, waarna monopoliewinsten gerealiseerd kunnen worden.
* **Producten als een pakket verkopen (bundeling):** Waarbij klanten verplicht worden meerdere producten af te nemen om een gewenst product te verkrijgen.
Voorbeelden van bedrijven die mogelijk dominante posities misbruiken zijn AB InBev, Microsoft, Google en Apple.
**Acties van autoriteiten:**
* Opleggen van boetes.
* Verbod op bepaalde praktijken en verplichtingen opleggen.
* In extreme gevallen kan een splitsing van het bedrijf worden geëist.
#### 2.5.3 Fusies en overnames
Fusies en overnames kunnen leiden tot een verhoogde marktconcentratie en potentiële marktmacht.
**Korte termijn effecten:**
* **Schaalvoordelen:** Fusies kunnen leiden tot dalingen in gemiddelde totale kosten ($GTK$) en marginale kosten ($MK$), wat op korte termijn de winstgevendheid van het fusiebedrijf kan verhogen.
* **Marktmacht:** Het fusiebedrijf kan marktmacht verwerven, de prijs verhogen en de productie beperken, wat leidt tot een daling van het consumentensurplus en een stijging van het producentensurplus (economische winst).
* De economische impact is op korte termijn moeilijk voorspelbaar en kan producenten aantrekken.
**Lange termijn effecten (indien er geen toetredingsbarrières zijn):**
* **Toetreding van nieuwe concurrenten:** Economische winsten trekken nieuwe bedrijven aan, wat de markt weer competitiever maakt.
* **Terugkeer naar perfecte concurrentie:** Op lange termijn kan de markt evolueren richting een situatie die dichter bij perfecte concurrentie ligt.
* **Verbeterde efficiëntie:** Producenten worden gestimuleerd om efficiënter te produceren tegen lagere gemiddelde totale kosten.
* **Lagere prijzen:** De concurrentie leidt tot lagere prijzen voor consumenten en een stijging van het consumentensurplus.
* **Nulwinst op lange termijn:** Economische winsten keren terug naar nul, zoals in een situatie van perfecte concurrentie.
> **Tip:** Mededingingsautoriteiten staan niet per definitie afkerig tegenover fusies en overnames. Als toetreding tot de markt mogelijk blijft, kunnen deze transacties voordelig zijn voor de markt en de consument.
**Beleid bij fusies en overnames:**
* **Verplichte melding:** Grote fusies en overnames waarbij het marktaandeel of de omzet van de betrokken bedrijven boven bepaalde drempels komt, moeten vooraf worden gemeld aan de mededingingsautoriteiten (bv. Europese Commissie, BMA).
* **Onderzoek en beslissing:** Na melding voeren de autoriteiten een onderzoek uit en nemen een beslissing:
* **Toelaten:** Zonder voorwaarden.
* **Toelaten onder voorwaarden:** Bijvoorbeeld het afstoten van bepaalde activa of het naleven van specifieke gedragsregels.
* **Verbieden:** Indien de fusie de concurrentie significant zou beperken, met name wanneer er aanzienlijke marktmacht ontstaat en er hoge toetredingsbarrières zijn.
> **Voorbeeld:** Het onderzoek naar de overname van Pukkelpop door Live Nation, dat al eigenaar is van Rock Werchter, Graspop en Dour, illustreert dit. De vraag is of Live Nation hiermee een te dominante positie op de Belgische festivalmarkt verkrijgt, wat de concertprijzen en de keuze voor artiesten zou kunnen beïnvloeden. De BMA onderzoekt of deze concentratie gemeld had moeten worden.
---
# Concurrentieverstorende praktijken en hun impact
Dit onderwerp behandelt verschillende manieren waarop bedrijven de concurrentie kunnen verstoren, wat leidt tot inefficiëntie en nadelige gevolgen voor consumenten en de bredere economie.
### 3.1 Mededingingsbeleid: de rol van de overheid
Het mededingingsbeleid is gericht op het bevorderen van concurrentie en het tegengaan van misbruik van marktmacht om de algehele welvaart en economische efficiëntie te verhogen. Dit omvat het beschermen van consumentenbelangen en het handhaven van eerlijke marktpraktijken. Mededingingsautoriteiten, zoals de Europese Commissie en de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA), zijn verantwoordelijk voor het toezicht hierop en het sanctioneren van overtredingen.
#### 3.1.1 Meten van concurrentie
Concurrentie kan op verschillende manieren worden gemeten:
* **Marktaandelen:** Het percentage van de totale markt dat een individueel bedrijf controleert. Een markt met veel aanbieders met kleine marktaandelen kenmerkt zich door hoge concurrentie, terwijl een enkele aanbieder met een zeer groot marktaandeel duidt op een monopolie.
* **Concentratie-indexen:** De Herfindahl-index is een voorbeeld, berekend door de kwadraten van de marktaandelen van alle bedrijven in een markt op te tellen. Een hogere indexwaarde duidt op hogere marktconcentratie en lagere concurrentie.
* **Mark-up:** Het verschil tussen de prijs ($P$) en de marginale kosten ($MK$). In perfecte concurrentie is dit verschil nul ($P - MK = 0$), wat de producent niet stimuleert om de productie te verhogen. Bij imperfecte concurrentie is dit verschil positief ($P - MK > 0$), wat wel een prikkel vormt. Dit is echter lastig te bepalen voor de overheid.
#### 3.1.2 Efficiëntie en concurrentie
Concurrentie leidt tot verschillende vormen van efficiëntie:
* **Allocatieve efficiëntie:** In een markt met perfecte concurrentie worden schaarse middelen optimaal ingezet, wat resulteert in maximale welvaart voor consumenten en producenten (totale surplus is maximaal). Monopolies leiden tot een deadweight loss, een welvaartsverlies voor de maatschappij.
* **Technische efficiëntie:** Op lange termijn leidt perfecte concurrentie tot productie tegen minimale gemiddelde totale kosten ($GTK_{\min}$). Dit stimuleert bedrijven om efficiënt te produceren. Bedrijven in andere marktvormen produceren mogelijk wel met maximale winst, maar niet noodzakelijk tegen de laagste kosten. Gebrek aan concurrentie kan leiden tot "managerial slack", waarbij bedrijven minder efficiënt opereren (bijvoorbeeld door te veel personeel of gebrek aan klantgerichtheid), en deze hogere kosten doorberekenen aan de consument.
### 3.2 Concurrentieverstorende praktijken
Bedrijven kunnen op verschillende manieren de concurrentie verstoren:
#### 3.2.1 Kartelvorming
Kartelvorming houdt in dat concurrenten onderlinge afspraken maken om de concurrentie te beperken. Dit kan verschillende vormen aannemen:
* **Prijsafspraken:** Concurrenten spreken samen prijzen af, waardoor ze zich gedragen als een monopolist en hogere prijzen kunnen hanteren.
* **Productiebeperking:** Afspraken om de productie te limiteren, wat leidt tot hogere prijzen en een verminderd aanbod.
* **Markt- of consumentenverdeling:** Bedrijven verdelen de markt onderling, waarbij ze elkaars markten mijden of specifieke groepen consumenten aanwijzen.
**Impact van kartelvorming:**
* **Hogere prijzen voor consumenten:** Consumenten betalen meer voor minder goederen.
* **Verlies van consumentensurplus (CS):** De welvaart van consumenten neemt af.
* **Winst voor producenten:** Producenten in het kartel verhogen hun producentensurplus (PS) en creëren economische winsten.
* **Deadweight loss:** Er ontstaat een netto welvaartsverlies voor de economie als geheel.
**Beleid bij kartelvorming:**
Kartelvorming is verboden. De BMA kan zware geldboetes opleggen, die kunnen oplopen tot tien procent van de wereldwijde omzet van de betrokken bedrijven. Een clementieregeling biedt de mogelijkheid tot volledige vrijstelling van boetes voor bedrijven die meewerken aan het onderzoek en informatie verschaffen over de illegale praktijken.
> **Tip:** De clementieregeling is een krachtig instrument voor mededingingsautoriteiten om kartels op te sporen en te ontmantelen, omdat het een prikkel biedt voor een van de kartelleden om te "klappen".
> **Voorbeeld:** Het onderzoek naar misbruiken in de beveiligingssector door G4S, Securitas en Seris, waarbij prijsafspraken en marktverdeling vermoed werden, illustreert hoe kartelvorming in de praktijk kan werken en welke hoge boetes daarbij horen.
**Wettige afspraken:**
Onder bepaalde voorwaarden kunnen afspraken tussen bedrijven toch wettig zijn, met name wanneer:
* De positieve gevolgen van de afspraak groter zijn dan de negatieve.
* De afspraak niet tussen directe concurrenten is.
* De betrokken bedrijven een klein marktaandeel hebben.
* De afspraak noodzakelijk is voor productontwikkeling of -verbetering.
#### 3.2.2 Misbruik van dominante positie
Een dominante positie op de markt is niet per definitie illegaal; het kan voortkomen uit superieure producten of efficiëntie. Echter, bedrijven met een dominante positie worden verleid om deze positie te misbruiken.
**Voorbeelden van misbruik:**
* **Zeer hoge prijzen hanteren:** Dit kan wanneer consumenten een sterke voorkeur hebben of er weinig concurrentie is.
* **Zeer lage prijzen hanteren (predatieprijzen):** Dit wordt gedaan om concurrenten uit de markt te drukken of toetreding te voorkomen, met het oog op toekomstige monopoliewinsten.
* **Producten als pakket verkopen:** Consumenten dwingen om meerdere producten te kopen, zelfs als ze er maar één wensen.
**Voorbeelden van bedrijven met potentieel dominante positie:** ABInBev, Google, Apple, Microsoft.
**Beleid bij misbruik van dominante positie:**
Dit kan leiden tot boetes, het opleggen van verboden en verplichtingen, of zelfs tot gedwongen splitsing van het bedrijf.
#### 3.2.3 Fusies en overnames
Fusies en overnames kunnen leiden tot een verhoogde concentratie op een markt, wat potentieel tot marktmacht kan leiden.
**Effecten op korte termijn:**
* **Schaalvoordelen:** Fusies kunnen leiden tot lagere gemiddelde totale kosten en marginale kosten.
* **Verhoogde marktmacht:** Het fusiebedrijf kan zich gedragen als een monopolist, wat resulteert in hogere prijzen, lager consumentensurplus en hogere producentensurplus.
* **Economische winst:** Het fusiebedrijf kan op korte termijn economische winsten genereren.
**Effecten op lange termijn (indien toetreding mogelijk is):**
* **Toetreding van nieuwe bedrijven:** Economische winsten trekken nieuwe concurrenten aan, waardoor de markt zich weer richting perfecte concurrentie beweegt.
* **Efficiëntere productie:** De productie vindt plaats tegen lagere gemiddelde totale kosten.
* **Lagere prijzen:** De prijzen dalen ten opzichte van de situatie direct na de fusie.
* **Verhoogd consumentensurplus:** Consumenten profiteren van lagere prijzen en hogere productie.
* **Nulwinst op lange termijn:** De economische winst keert terug naar nul, zoals in een markt met perfecte concurrentie.
> **Voorbeeld:** De overname van Pukkelpop door Live Nation, dat al eigenaar is van andere grote Belgische festivals. Dit roept vragen op over mogelijke marktverstoring, hogere prijzen voor bezoekers en minder onderhandelingsmacht voor artiesten.
**Beleid bij fusies en overnames:**
Fusies en overnames met een significant marktaandeel of omzet moeten vooraf worden gemeld aan mededingingsautoriteiten. Deze autoriteiten onderzoeken de impact op de concurrentie en kunnen besluiten een fusie toe te staan, toe te staan onder voorwaarden (bijvoorbeeld geografische beperkingen of een gedeeltelijke overname), of te verbieden indien de marktmacht te groot wordt en er toetredingsbarrières zijn. Een melding is bijvoorbeeld verplicht als de omzet boven een bepaalde drempel komt.
#### 3.2.4 Gebruik van (lokale) staatssteun
Staatssteun kan, indien niet correct toegepast, de concurrentie binnen Europa verstoren. Dit gebeurt wanneer overheden financiële voordelen verlenen aan specifieke bedrijven of sectoren, waardoor deze een oneerlijk concurrentievoordeel krijgen ten opzichte van andere bedrijven binnen de Europese Unie. Het mededingingsbeleid van de EU reguleert staatssteun om een gelijk speelveld te garanderen.
---
# Fusies en overnames in de mededingingscontext
Dit gedeelte analyseert de economische impact van fusies en overnames, zowel op korte als lange termijn, en de rol van mededingingsautoriteiten bij het beoordelen en eventueel verbieden van dergelijke transacties.
### 4.1 De rol van mededingingsbeleid
Het mededingingsbeleid is het overheidsingrijpen in de markt met als doel de concurrentie te bevorderen, te vrijwaren en misbruik van marktmacht tegen te gaan. Het uiteindelijke doel is het verhogen van de welvaart en efficiëntie, met een sterkere bescherming voor de consument. Mededingingsautoriteiten, zoals de Europese Commissie en de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA), hebben de bevoegdheid om concurrentieverstorende praktijken te verbieden en te beboeten.
#### 4.1.1 Competitie meten
De mate van competitie kan op verschillende manieren worden gemeten:
* **Marktaandelen:** Dit geeft de verhouding van de omzet of afzet van een bedrijf ten opzichte van de totale markt aan. Een enkele aanbieder met een marktaandeel van 100% duidt op een monopolie, terwijl veel aanbieders met zeer kleine marktaandelen wijzen op perfecte concurrentie.
* **Concentratie-index (Herfindahlindex):** Dit is de som van de kwadraten van de marktaandelen van alle bedrijven in een markt. Een hogere waarde van de index duidt op een hogere concentratie en dus op minder concurrentie. Een monopolie heeft een Herfindahlindex van 1,00.
De formule is: $H = \sum_{i=1}^{n} s_i^2$, waarbij $s_i$ het marktaandeel van bedrijf $i$ is.
* **Markup ($P - MK$):** In een markt met perfecte concurrentie is de prijs ($P$) gelijk aan de marginale kosten ($MK$), dus $P - MK = 0$. Dit stimuleert producenten niet om meer te verkopen. Bij imperfecte concurrentie is $P - MK > 0$, wat producenten wel stimuleert. Dit is echter moeilijk voor de overheid te bepalen zonder gedetailleerde cijfergegevens.
#### 4.1.2 Competitie en efficiëntie
Competitie heeft een directe impact op economische efficiëntie:
* **Allocatieve efficiëntie:** Perfecte concurrentie leidt tot de optimale inzet van schaarse middelen, waardoor de totale welvaart (consumenten- en producentensurplus) maximaal is. Monopolies leiden tot een 'deadweight loss', een welvaartsverlies voor de maatschappij.
* **Technische efficiëntie:** Op lange termijn leidt perfecte concurrentie tot productie tegen minimale gemiddelde totale kosten ($GTK_{\text{min}}$). Producenten worden geprikkeld om efficiënt te produceren. Bij imperfecte concurrentie produceren bedrijven mogelijk niet tegen hun minimale $GTK$, wat leidt tot 'managerial slack' (inefficiëntie door bijvoorbeeld te veel personeel of gebrek aan klantgerichtheid). Deze hogere kosten worden vaak afgewenteld op de consument, wat resulteert in een hogere prijs en een kleiner consumentensurplus.
> **Tip:** Managerial slack is het verlies aan efficiëntie dat ontstaat door een gebrek aan concurrentie. Meer concurrentie leidt tot hogere efficiëntie en minder welvaartverlies.
### 4.2 Concurrentieverstorende praktijken
Producenten kunnen ertoe aangezet worden om de concurrentie te verstoren om hun winsten te maximaliseren. Dit kan gebeuren via verschillende praktijken:
* **Kartelvorming:** Onderlinge afspraken tussen bedrijven over prijzen ($P$) of hoeveelheden ($Q$) om de concurrentie te beperken. Dit gedrag bootst een monopolist na, wat leidt tot hogere prijzen voor consumenten, een lager consumentensurplus, en hogere winsten voor de kartelleden, wat een 'deadweight loss' veroorzaakt. Kartelvorming is verboden en wordt bestraft met boetes, vaak tot 10 procent van de wereldwijde omzet.
* **Onwettige afspraken kunnen omvatten:**
* Productie beperken (bv. OPEC).
* Prijsafspraken (bv. beveiligingsfirma's, vrachtwagenbouwers).
* Markten of consumenten verdelen (bv. beveiligingsfirma's).
* **Clementieregeling:** Bedrijven die meewerken aan onderzoeken naar kartels en informatie verstrekken, kunnen vrijgesteld worden van boetes.
* **Marktsegmentatie:** Het verdelen van de markt en het afspreken om elkaars markten niet te betreden.
* **Misbruik van dominante positie:** Bedrijven met een dominante marktpositie (vaak als gevolg van superieure producten) kunnen deze positie misbruiken. Voorbeelden van misbruik zijn:
* Zeer hoge prijzen hanteren bij sterke consumentenvoorkeur of zwakke concurrentie.
* Zeer lage prijzen hanteren om concurrenten uit de markt te duwen of toetreding te voorkomen.
* Producten enkel als pakket verkopen.
De sancties hierop kunnen boetes, verboden, verplichtingen of zelfs een splitsing van het bedrijf omvatten.
* **Fusies en overnames die leiden tot een dominante positie:** Transacties die de marktconcentratie significant verhogen, kunnen leiden tot marktmacht.
#### 4.2.1 Fusies en overnames: economische impact
Fusies en overnames kunnen zowel positieve als negatieve economische gevolgen hebben.
**Effecten op korte termijn:**
Na een fusie of overname kan het fusiebedrijf een dominante positie verkrijgen. Dit kan leiden tot:
* **Voor de consument:** Hogere prijzen en een lager consumentensurplus (CS).
* **Voor het fusiebedrijf:** Hogere winsten (producentensurplus, PS) en marktmacht ($P > MK$).
* **Voor de globale economie:** De impact is moeilijk voorspelbaar, maar het kan producenten aantrekken.
> **Voorbeeld:** De overname van Pukkelpop door Live Nation, dat al eigenaar is van Rock Werchter, Graspop en Dour, deed vragen rijzen over de concentratie in de festivalmarkt en de mogelijke gevolgen voor artiesten en muziekliefhebbers (hogere prijzen).
**Effecten op lange termijn:**
Als er geen significante toetredingsbarrières zijn, zullen de economische winsten na een fusie/overname nieuwe bedrijven aantrekken, waardoor de markt terug evolueert naar een situatie die meer lijkt op perfecte concurrentie.
* **Voor de consument:** Een lagere prijs dan voor de fusie en een stijgend consumentensurplus.
* **Voor de producent:** Hogere efficiëntie (productie tegen lagere $GTK_{\text{FUS.min}}$), een toename van de productie, en economische winsten die terugkeren naar nul op lange termijn. Het producentensurplus kan mogelijk iets groter zijn, hoewel dit onzeker is.
> **Tip:** Mededingingsautoriteiten zijn niet per definitie tegen fusies en overnames. Als toetreding tot de markt mogelijk blijft, kunnen dergelijke transacties voordelig zijn.
#### 4.2.2 Beleid bij fusies en overnames
Wanneer de marktaandelen of de omzet van bedrijven door een fusie of overname te groot worden voor de markt, is een voorafgaande melding aan de mededingingsautoriteiten verplicht. De autoriteiten onderzoeken de transactie en kunnen besluiten tot:
* **Toelaten:** De fusie/overname wordt goedgekeurd.
* **Toelaten onder voorwaarden:** De fusie/overname mag doorgaan, maar er worden voorwaarden gesteld, zoals geografische beperkingen (bv. als Delhaize en Ahold Delhaize moesten winkels afstoten) of een gedeeltelijke overname.
* **Verbieden:** De fusie/overname wordt geweigerd als de marktmacht te groot wordt en de markt wordt beperkt door toetredingsbarrières.
De Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) onderzoekt dergelijke concentraties, zoals de overname van Pukkelpop door Live Nation, indien deze niet correct zijn aangemeld. Dit kan leiden tot sancties indien de wetgeving rond meldingen niet wordt nageleefd.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Sociale wetenschap | Een wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de studie van de menselijke samenleving en de relaties tussen individuen binnen die samenleving. Economie wordt beschouwd als een sociale wetenschap omdat het de menselijke keuzes en hun gevolgen bestudeert. |
| Micro-Economie | Een tak van de economie die zich richt op het gedrag van individuele economische agenten, zoals huishoudens en bedrijven, en hoe zij beslissingen nemen over de allocatie van schaarse middelen. |
| Macro-Economie | Een tak van de economie die zich richt op het gedrag van de economie als geheel, inclusief aggregaat variabelen zoals inflatie, werkloosheid en economische groei op nationaal of internationaal niveau. |
| Markten | Een mechanisme of plaats waar kopers en verkopers samenkomen om goederen en diensten uit te wisselen, gebaseerd op vraag en aanbod, met als doel de prijs en de hoeveelheid te bepalen. |
| Consumenten | Individuen of huishoudens die goederen en diensten kopen en gebruiken om hun behoeften en verlangens te bevredigen, en die een belangrijke rol spelen in de vraagzijde van de economie. |
| Producenten | Bedrijven of organisaties die goederen en diensten creëren en verkopen om winst te maken, en die een belangrijke rol spelen in de aanbodzijde van de economie. |
| Productie | Het proces waarbij productiefactoren (zoals arbeid, kapitaal en natuurlijke hulpbronnen) worden gecombineerd om goederen en diensten te creëren die voldoen aan menselijke behoeften. |
| Consumptie | Het gebruik van goederen en diensten door consumenten om hun behoeften en verlangens te bevredigen; het is het eindpunt van de economische activiteit. |
| Welvaart | De mate waarin de behoeften en verlangens van individuen en de samenleving als geheel worden bevredigd door de beschikbaarheid van goederen en diensten. |
| Vrije marktwerking | Een economisch systeem waarin prijzen en de productie van goederen en diensten worden bepaald door het vrije spel van vraag en aanbod, met minimale overheidsbemoeienis. |
| Contractwetgeving | Een juridisch kader dat de regels en beginselen vaststelt voor het aangaan, uitvoeren en afdwingen van overeenkomsten tussen partijen. |
| Eigendomsrechten | De juridische rechten die een persoon heeft met betrekking tot het bezit, gebruik en overdracht van economische middelen of goederen. |
| Rechtshandhaving | Het proces waarbij wetten en regelgevingen worden toegepast en afgedwongen door overheidsinstanties om orde te handhaven en naleving te verzekeren. |
| Allocatie | Het proces waarbij schaarse economische middelen worden verdeeld over verschillende concurrerende gebruiksdoelen of agenten in de economie. |
| Distributie | Het proces waarbij de welvaart of het inkomen dat in een economie wordt gegenereerd, wordt verdeeld onder de leden van de samenleving, vaak door middel van lonen, winsten en belastingen. |
| Stabilisatie | Overheidsinterventie in de economie met als doel economische schommelingen, zoals recessies of inflatie, te verminderen en een stabiele economische groei te bevorderen. |
| Paretoverbetering | Een verandering in de economische situatie die de welvaart van ten minste één individu verbetert zonder de welvaart van enig ander individu te verslechteren. |
| Mededingingsbeleid | Het geheel van regels en maatregelen die de overheid hanteert om concurrentie tussen bedrijven te bevorderen, te beschermen en misbruik van marktmacht tegen te gaan. |
| Marktmacht | Het vermogen van een bedrijf om de prijs van een product of dienst te beïnvloeden zonder marktaandeel te verliezen; dit komt voor in markten met imperfecte concurrentie. |
| Consumentensurplus | Het verschil tussen de maximale prijs die een consument bereid is te betalen voor een goed of dienst en de werkelijke prijs die hij ervoor betaalt. |
| Deadweight loss (welvaartsverlies) | Een inefficiëntie in de markt die optreedt wanneer de optimale hoeveelheid goederen of diensten niet wordt geproduceerd of geconsumeerd, wat leidt tot een verlies aan totale welvaart. |
| Imperfecte concurrentie | Een marktvorm waarbij de concurrentie niet perfect is, bijvoorbeeld door productdifferentiatie, toetredingsbarrières of marktmacht van individuele bedrijven. |
| Perfecte concurrentie | Een marktvorm met veel kopers en verkopers, homogene producten, perfecte informatie en vrije toe- en uittreding, waarbij geen enkele marktpartij invloed heeft op de prijs. |
| Marktaandeel | Het percentage van de totale omzet of verkopen in een specifieke markt dat door een bepaald bedrijf wordt gerealiseerd. |
| Concentratie-index (Herfindahlindex) | Een maatstaf voor de mate van marktconcentratie, berekend als de som van de kwadraten van de marktaandelen van alle bedrijven in een sector. Een hogere index duidt op meer concentratie en minder concurrentie. |
| Markup (prijsopslag) | Het verschil tussen de prijs die een producent vraagt voor een product en de marginale kosten van de productie daarvan ($P - MK$). |
| Allocatieve efficiëntie | De mate waarin middelen worden toegewezen aan de productie van goederen en diensten die het meest gewaardeerd worden door de samenleving; treedt op wanneer de prijs gelijk is aan de marginale kosten ($P = MK$). |
| Technische efficiëntie | De mate waarin een bedrijf produceert tegen de laagst mogelijke gemiddelde totale kosten op lange termijn (GTKmin); dit wordt bereikt wanneer bedrijven efficiënt opereren en geen verspilling vertonen. |
| GTKmin (Gemiddelde Totale Kosten minimum) | Het laagste punt op de curve van de gemiddelde totale kosten op lange termijn, wat de meest efficiënte productieomvang voor een bedrijf aangeeft. |
| Managerial slack (managementverslapping) | Een verlies aan efficiëntie binnen een bedrijf dat ontstaat door een gebrek aan voldoende concurrentiedruk, wat kan leiden tot overmatig personeel, inefficiënt gebruik van middelen en een gebrek aan klantgerichtheid. |
| Kartel | Een illegale afspraak tussen onafhankelijke bedrijven om de concurrentie te beperken, vaak door middel van prijsafspraken, productiebeperkingen of marktverdeling, om hogere winsten te behalen. |
| Marktsegmentatie | Het opsplitsen van een markt in verschillende segmenten en het afspreken dat bedrijven zich richten op hun eigen segment, om concurrentie te vermijden. |
| Dominante positie | Een economische positie die een onderneming in staat stelt concurrentie op de relevante markt aanzienlijk te belemmeren, doordat zij een economische machtspositie inneemt die haar toestaat concurrentiegedrag te bepalen. |
| Fusie | De juridische samensmelting van twee of meer bedrijven tot één nieuwe juridische entiteit, vaak met als doel schaalvoordelen te behalen en marktaandeel te vergroten. |
| Overname | De situatie waarin één bedrijf de controle verkrijgt over een ander bedrijf, vaak door het verwerven van een meerderheid van de aandelen. |
| Clementieregeling | Een beleidsmaatregel die onderzoeken van mededingingsautoriteiten ondersteunt door bedrijven die meewerken aan het blootleggen van kartels of andere concurrentieverstorende praktijken, vrijstelling van boetes te bieden. |
| Onwettige afspraken | Overeenkomsten tussen bedrijven die in strijd zijn met de mededingingswetgeving, zoals prijsafspraken, productiebeperkingen of marktverdeling. |
| Wettige afspraken | Overeenkomsten tussen bedrijven die zijn toegestaan onder de mededingingswetgeving, mits ze meer positieve dan negatieve gevolgen hebben en niet direct tussen concurrenten plaatsvinden. |
| Prijsafspraken | Overeenkomsten tussen concurrenten om de prijzen van hun producten of diensten op een bepaald niveau te houden of te verhogen, wat de concurrentie schaadt. |
| Concentratie | Een economisch concept dat verwijst naar de mate waarin een markt wordt gedomineerd door een klein aantal grote bedrijven. |
| Toetredingsbarrières | Obstakels die nieuwe bedrijven ervan weerhouden om een markt te betreden, zoals hoge startkosten, merkreputatie, patenten of wettelijke beperkingen. |