Cover
Comença ara de franc College 1 Inleiding IBO(1).pptx
Summary
# De evoluerende aard van globalisering en regionalisering
Het onderwerp "De evoluerende aard van globalisering en regionalisering" beschrijft de overgang van een brede, unipolaire globalisering naar een meer regionaal georiënteerde economische wereldorde, met de nadruk op de rol van opkomende economieën, de complexiteit van multipolariteit en de impact van protectionisme op handelsstromen.
## 1. De evoluerende aard van globalisering en regionalisering
### 1.1 Globalisering versus regionalisering
De globale economie is geen terugtrekking uit interconnectiviteit, maar evolueert van een brede, unipolaire globalisering naar meer regionaal geconcentreerde economische blokken. Regionalisering verwijst naar de toenemende economische integratie binnen specifieke geografische of politieke regio's, in plaats van wereldwijd. Dit wordt zichtbaar in handelsakkoorden en de vorming van economische clusters die interne barrières verlagen, terwijl externe barrières mogelijk toenemen. Bedrijven en beleidsmakers moeten zich aanpassen aan regionale voorkeuren en regelgeving in plaats van uit te gaan van een uniforme wereldmarkt.
### 1.2 De rol van opkomende economieën
Opkomende economieën, met name China en India, spelen een cruciale rol in het in stand houden van de wereldwijde handelsgroei. Hun deelname compenseert dalingen in andere gebieden, waardoor ze onmisbare spelers worden. De productie- en exportcapaciteit van China en de groeiende markt en productiecapaciteiten van India dragen bij aan het handhaven van hoge niveaus van wereldwijde handel en buitenlandse directe investeringen (BDI), ondanks geopolitieke fricties.
### 1.3 Multipolariteit en fragmentatie
Het mondiale economische systeem wordt multipolair, gedomineerd door meerdere grote polen met uiteenlopende economische, juridische en culturele systemen. Deze multipolariteit leidt tot fragmentatie doordat landen zich economisch en politiek schikken naar voorkeursblokken. Voorbeelden hiervan zijn handelsbeperkingen op technologie en investeringsscreening in gevoelige sectoren, die de bescherming van nationale belangen en regionale veiligheid weerspiegelen.
### 1.4 Protectionisme, reshoring en friendshoring
In plaats van een volledige deglobalisering, hebben protectionistische beleidsmaatregelen en geopolitieke risico's ertoe geleid dat bedrijven investeringen terugtrekken naar bevriende of geallieerde landen, en afzien van investeringen in tegenstanders. Deze "friendshoring"-strategie vermindert kwetsbaarheden in toeleveringsketens, maar verdiept ook regionale economische scheidslijnen en creëert een meer gesegmenteerd mondiaal economisch landschap.
### 1.5 Geopolitieke conflicten en economische versnippering
Conflicten, zoals de oorlog in Oekraïne en spanningen in het Midden-Oosten, versterken de economische regionalisering door landen te stimuleren handel te drijven binnen vertrouwde kringen. Militaire conflicten stimuleren ook innovatie in sectoren zoals dronetechnologie, maar beperken de handel tot politiek gealigneerde naties, wat het multipolaire regionalisme verder verankert.
### 1.6 "Slowbalization" in plaats van deglobalisering
De term "slowbalization" beschrijft de huidige vertraging in het tempo van globalisering, veroorzaakt door diverse crises zoals de financiële crisis van 2008, de handelsoorlog tussen de VS en China, de COVID-19 pandemie en het opkomende protectionisme. Dit is echter een vertraging en geen omkering. Handel en investeringen blijven groeien, zij het voorzichtiger en met verschuivende patronen richting regionale blokken.
### 1.7 Culturele en juridische distincties in economische blokken
Multipolariteit is niet alleen gebaseerd op economische omvang of macht, maar ook op verschillende culturele, juridische en veiligheidskaders die de manier waarop regio's handelen en investeren bepalen. Dit impliceert dat mondiale bedrijven en beleidsmakers een complexer landschap moeten navigeren, waarin regionale normen en praktijken de bedrijfsvoering aanzienlijk beïnvloeden.
### 1.8 Innovatie in tijden van geopolitieke barrières
Technologische vooruitgang, met name in gevoelige en strategische gebieden zoals halfgeleiders en dronetechnologie, blijft voortschrijden. De verspreiding ervan wordt echter gecontroleerd door geopolitieke allianties, wat aangeeft dat innovatie zowel een motor voor economische groei als een instrument van geopolitieke strategie is in een multipolaire wereld.
> **Tip:** Het is essentieel om het onderscheid te maken tussen een volledige deglobalisering (wat momenteel niet plaatsvindt) en de transformatie van globalisering naar een meer regionaal gestructureerd systeem.
> **Tip:** Begrip van de specifieke economische, juridische en culturele kenmerken van verschillende regionale blokken is cruciaal voor succesvolle internationale strategieën.
### 1.9 Regionale focus in Europa
In Europa is er een sterke exportgerichtheid op buurlanden, met een positievere handelsbalans en een significant deel van de handel die plaatsvindt binnen Europa. België trekt nog steeds veel BDI aan, met name uit de Verenigde Staten, Duitsland en India, voornamelijk in de machinebouw en logistiek.
> **Voorbeeld:** De Europese Unie met haar interne markt en specifieke regelgeving (zoals de Green Deal) vormt een duidelijk economisch blok dat de internationale strategieën van bedrijven beïnvloedt.
---
# Europese economische context en bedrijfsstrategieën
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de Europese economische context en de impact daarvan op bedrijfsstrategieën, met een focus op export, intra-Europese handel en buitenlandse directe investeringen.
## 2. Europese economische context en bedrijfsstrategieën
De wereldwijde economie ondergaat een transformatie waarbij regionalisering een dominante trend wordt. In plaats van een algemene, unipolaire globalisering, zien we een evolutie naar meer regionaal gefocuste economische blokken. Dit impliceert dat bedrijven en beleidsmakers zich moeten aanpassen aan regionale voorkeuren en regelgeving in plaats van uit te gaan van een uniforme wereldmarkt.
### 2.1 Regionale economische integratie en handelspatronen
#### 2.1.1 Export gericht op buurlanden
Een significant deel van de internationale handel vindt plaats binnen Europa, specifiek gericht op buurlanden. Dit suggereert een sterke onderlinge afhankelijkheid en efficiëntie in handelspatronen binnen de Europese regio.
#### 2.1.2 Intra-Europese handel
De intra-Europese handel vormt het leeuwendeel van de internationale handelsactiviteiten van Europese landen. Dit benadrukt het belang van de interne markt en de integratie van economieën binnen de Europese Unie en omliggende regio's.
#### 2.1.3 De aantrekkingskracht van België voor buitenlandse directe investeringen (FDI)
België positioneert zich sterk in het aantrekken van buitenlandse directe investeringen. Het land bekleedt een achtste plaats in Europa op het gebied van FDI-aantrekkingskracht. De belangrijkste bronnen van deze investeringen zijn de Verenigde Staten, Duitsland en India. De sectoren die de meeste FDI aantrekken, zijn met name de machinebouw en logistiek.
### 2.2 Mondiale economische verschuivingen en hun impact
#### 2.2.1 Multipolariteit en fragmentatie
De wereldwijde economie wordt steeds multipolair, met meerdere grote economische centra die elk hun eigen economische, juridische en culturele systemen hanteren. Dit leidt tot fragmentatie, waarbij landen zich economisch en politiek aansluiten bij voorkeursblokken. Dit bemoeilijkt een uniforme internationale strategie en vereist een meer genuanceerde benadering.
#### 2.2.2 Protectionisme en 'friendshoring'
Protectionistische maatregelen en geopolitieke risico's stimuleren de trend van 'reshoring' (terugbrengen van productie) en 'friendshoring' (investeren in bevriende landen). Bedrijven vermijden hierdoor kwetsbaarheden in de toeleveringsketen die voortkomen uit handel met potentiële tegenstanders. Dit draagt bij aan een meer gesegmenteerd wereldwijd economisch landschap.
#### 2.2.3 Geopolitieke conflicten en economische divisies
Conflicten, zoals de oorlog in Oekraïne, versterken de economische regionalisering. Landen worden gestimuleerd om handel te drijven binnen vertrouwde kringen. Hoewel conflicten innovatie kunnen stimuleren in bepaalde sectoren, beperken ze tegelijkertijd de handel tot politiek geallieerde naties.
#### 2.2.4 Slowbalization in plaats van deglobalisatie
In plaats van een volledige deglobalisatie, observeert men een fenomeen genaamd 'slowbalization'. Dit duidt op een vertraging van het globaliseringstempo als gevolg van diverse crises (financiële crisis van 2008, handelsoorlog VS-China, COVID-19, protectionisme). Handel en investeringen groeien nog steeds, zij het voorzichtiger en meer gericht op regionale blokken.
#### 2.2.5 Innovatie in een geopolitieke context
Technologische vooruitgang, met name in strategische gebieden zoals halfgeleiders en drones, gaat door. De verspreiding van deze technologieën wordt echter beïnvloed door geopolitieke allianties, wat aantoont hoe innovatie zowel een motor voor economische groei als een instrument voor geopolitieke strategie kan zijn.
### 2.3 Strategische oriëntatie voor internationale bedrijven
#### 2.3.1 Economische modellen in Europa
Het bepalen van het dominante economische model van een regio of land is cruciaal voor het formuleren van een internationale bedrijfsstrategie. Verschillende economische modellen hebben een directe invloed op hoe bedrijven internationaal opereren, investeren en concurreren.
#### 2.3.2 Industrie concentratie en concurrentie
De mate van industrieconcentratie in een markt kan een significante impact hebben op prijsstelling, kwaliteitsniveau, productiviteitswinsten en het tempo van innovatie. Het analyseren van deze concentratie (bijvoorbeeld middels een index) is essentieel voor het begrijpen van de concurrentieomgeving.
#### 2.3.3 Innovatiestrategieën
Bedrijven hanteren diverse innovatiestrategieën, variërend van incrementele innovatie tot meer radicale doorbraken. De keuze voor een specifieke innovatiestrategie, al dan niet ondersteund door netwerken zoals CVC (Corporate Venture Capital) of uni-industrie netwerken, beïnvloedt de concurrentiepositie en internationale expansie.
#### 2.3.4 Invloed van EU-beleid
EU-beleid, zoals de Green Deal, heeft een directe invloed op internationale bedrijfsstrategieën. Dit kan zich uiten in rapportageverplichtingen, subsidiestromen en het stimuleren van specifieke innovaties. Bedrijven moeten zich bewust zijn van deze beleidslijnen om hier effectief op in te spelen.
#### 2.3.5 Entry strategieën
De keuze voor een specifieke entry strategie (bijvoorbeeld export, allianties, directe buitenlandse investeringen, joint ventures) is een fundamenteel onderdeel van internationalisatie. De strategische oriëntatie van het bedrijf en de specifieke marktomstandigheden bepalen welke entry mode het meest geschikt is.
> **Tip:** Bij het analyseren van een bedrijf, wees specifiek over welke internationale markten het bedrijf bedient en welke strategieën het daar toepast. Voor kleinere bedrijven kan deze analyse beknopter zijn dan voor grote multinationale ondernemingen.
> **Voorbeeld:** Een bedrijf dat zich richt op export naar buurlanden, zal andere logistieke en marketingstrategieën hanteren dan een bedrijf dat investeert in joint ventures in Azië.
### 2.4 De Groene Business Case
#### 2.4.1 Duurzaamheid in internationale strategie
De rol van duurzaamheid in de internationale strategie van bedrijven wordt steeds belangrijker. Dit omvat het integreren van milieuvriendelijke praktijken en het voldoen aan ecologische regelgeving, zoals die van de EU Green Deal.
### 2.5 Opbouw van een bedrijfsanalyse (Taak)
De analyse van een internationaal bedrijf omvat doorgaans de volgende onderdelen:
* **Inleiding:** Kort en bondig bedrijfsprofiel, inclusief actieve sectoren, producten/diensten, internationale aanwezigheid en groei.
* **Markt of industrie concentratie:** Analyse van de concurrentieomgeving.
* **Innovatie graad:** Onderzoek naar de innovatiestrategie van het bedrijf met concrete voorbeelden.
* **Industrie beleid:** Invloed van relevant beleid, zoals EU-regelgeving.
* **Duurzaamheid strategie:** Integratie van duurzaamheid in de bedrijfsvoering.
* **Entry strategie:** Strategische keuze voor markttoetreding en aanbevelingen.
* **Conclusie:** Synthese van de bevindingen.
De beoordeling van de taak richt zich op de mate van kennis en toepassing van leerstofbegrippen, de kwaliteit van het eindantwoord en de synthese van deelantwoorden, de diepgang en kwaliteit van argumentatie en onderbouwing, en de aanwezigheid van relevante formules of analyses.
> **Tip:** Bij het toepassen van economische modellen, zorg voor een duidelijke onderbouwing van hoe het gekozen model de internationale strategie van het bedrijf beïnvloedt.
---
# Leerproces en de groepsopdracht: Internationale Bedrijfsomgeving
Dit onderwerp beschrijft de structuur van het leerproces, de vereisten voor de groepsopdracht inclusief bedrijfselectie, en de analysecriteria die hierbij komen kijken, zoals marktconcentratie, innovatiestrategieën, EU-beleid, economische modellen en entrystrategieën.
### 3.1 Het leerproces en de groepsopdracht
Het leerproces voor de Internationale Bedrijfsomgeving (IBO) is gestructureerd rondom colleges, zelfstudie en een groepsopdracht. Het primaire doel is het vergroten van de slagingskans door actieve deelname aan colleges en een grondige studie van al het lesmateriaal, inclusief aantekeningen, artikelen en het handboek.
#### 3.1.1 De groepsopdracht: Inhoud en vereisten
De groepsopdracht richt zich op de analyse van een internationaal opererend bedrijf (KMO of MNO) en de invloed van diverse factoren op zijn internationale strategie. De opdracht omvat de volgende kernelementen:
* **Bedrijfselectie:** Studenten stellen zelf een groep van 5 tot 6 studenten samen. Vervolgens kiezen zij een internationaal bedrijf waarover voldoende informatie verkregen kan worden via websites, publicaties, jaarverslagen, of eventueel een vrijblijvend interview. De inschrijving van de groep dient uiterlijk op 24 oktober te gebeuren. Na deze datum is deelname aan de groepstaak niet meer mogelijk en dient de case-analyse individueel te worden gemaakt.
* **Onderzoeksfocus:** De analyse dient een antwoord te geven op specifieke deelvragen, leidend tot een eindconclusie.
#### 3.1.2 Opbouw van het rapport
Een gestructureerd rapport is essentieel voor de groepsopdracht. De algemene opbouw is als volgt:
1. **Inleiding:** Korte en bondige voorstelling van het gekozen bedrijf.
* Activiteitensectoren, producten en/of diensten.
* Historische achtergrond, groei (ook internationaal), evolutie in omzet, resultaat en aantal werknemers.
* Internationale activiteiten en strategieën (export, allianties, directe buitenlandse investeringen (DBI), joint ventures (JV), etc.).
* Belangrijkste internationale markten voor specifieke producten/diensten.
* Focusmarkt voor de taak (meer beknopt voor kleinere bedrijven).
2. **Markt of industrie concentratie:** Analyse van de mate van concentratie in de betreffende industrie.
3. **Innovatie graad:** Onderzoek naar de innovatiestrategie van het bedrijf.
4. **Industry beleid / EU-beleid:** Analyse van de invloed van beleid, met name het EU-beleid, op de internationale strategie.
5. **Duurzaamheid strategie:** Welke rol speelt duurzaamheid in de internationale strategie?
6. **Economisch model:** Bepaling en analyse van het dominante economische model in de buitenlandse markt.
7. **Entry strategie:** Analyse van de strategische oriëntatie voor internationalisatie en advies over de optimale entry mode.
8. **Conclusie:** Synthese van de bevindingen.
#### 3.1.3 Analysecomponenten
De groepsopdracht vereist een diepgaande analyse van specifieke componenten:
##### 3.1.3.1 Markt- en industrieconcentratie
* **Definitie en impact:** De mate van industrieconcentratie kan de concurrentiepositie beïnvloeden. Een hoge concentratie kan leiden tot hogere prijzen of juist tot kwaliteitsverbeteringen en productiviteitswinsten binnen de industrie.
* **Metrieken:** De concentratie wordt onderzocht door onder andere de berekening van een concentratie-index.
* **Contextuele vragen:** De analyse moet ook ingaan op vragen zoals:
* De effecten van concentratie op grensoverschrijdende activiteiten ("Boundaries spanning Outside PMC?").
* Het verband met de netwerkparadox.
* Het concept van "Horizon cooperation".
* Of concentratie per definitie goed of slecht is voor de industrie.
* De invloed op de "Rate of innovation in a industry".
##### 3.1.3.2 Innovatiestrategie
* **Soorten innovatie:** Het bedrijf dient een innovatiestrategie te hanteren, onderbouwd met drie specifieke voorbeelden. Er wordt gekeken naar verschillende vormen van innovatie, zoals:
* **Incrementele innovatie:** Kleine, geleidelijke verbeteringen.
* **Doorbraakinnovatie (Disruptive Innovation):** Vernieuwingen die bestaande markten en businessmodellen ontwrichten.
* **Ondersteunende netwerken:** Innovatie kan worden gestimuleerd door verschillende netwerkbenaderingen, zoals:
* Corporate Venture Capital (CVC) netwerken.
* Uni-industrie netwerken.
* **Business Model:** De innovatiestrategie is nauw verbonden met het businessmodel van het bedrijf.
##### 3.1.3.3 Invloed van EU-beleid
* **Green Deal:** Een specifiek aandachtspunt is de invloed van het Green Deal-beleid van de Europese Commissie op de internationale strategie. Dit omvat:
* Rapportageverplichtingen.
* Subsidiestromen.
* Stimuleren van innovatie op het gebied van duurzaamheid.
##### 3.1.3.4 Economische modellen
* **Regionale analyse:** Het dominante economische model van de regio of het land waar het bedrijf opereert, moet worden bepaald en geanalyseerd.
* **Strategische impact:** De invloed van dit economisch model op de internationale strategie van het bedrijf wordt onderbouwd.
##### 3.1.3.5 Entry strategie
* **Strategische oriëntatie:** Welke strategische richting kiest het bedrijf voor zijn internationalisatie?
* **Entry mode advies:** Op basis van de analyse wordt geadviseerd welke entry mode (bv. export, licenseren, franchise, joint venture, directe investering) het meest geschikt is.
#### 3.1.4 Beoordelingscriteria
De groepsopdracht wordt beoordeeld op de volgende aspecten:
* **Kennis en toepassing:** Mate van kennis en toepassing van de begrippen uit de leerstof.
* **Kwaliteit van het eindantwoord:** De kwaliteit van de synthese van de deelantwoorden.
* **Diepgang en onderbouwing:** Diepgang en kwaliteit van argumentatie en onderbouwing.
* **Formules en analyses:** Aanwezigheid van relevante formules en analyses in de paper.
#### 3.1.5 Samenwerking en communicatie
Succesvolle samenwerking binnen de groep vereist:
* Duidelijke taakverdeling.
* Afspraken over het gebruik van AI-tools, conform het beleid van KU Leuven.
* Open communicatie over de voortgang.
* Bespreking van een escalatiepad voor eventuele problemen.
#### 3.1.6 Potentiële bronnen
Voor de opbouw van het rapport kunnen diverse bronnen geraadpleegd worden, waaronder:
* Industry rapporten van consultancybureaus en banken.
* Sustainability reports van bedrijven.
* Specifieke bedrijfsinformatie.
* Literatuurlijst.
* Publicaties van overheidsinstanties zoals de Europese Commissie, FOD Economie, Monitor groene economie, en Statbel.
> **Tip:** Het is cruciaal om bij de selectie van een bedrijf te kiezen voor een entiteit waarover voldoende gedetailleerde en betrouwbare informatie beschikbaar is. Dit vergemakkelijkt de diepgang van de analyse aanzienlijk.
> **Tip:** De analyse van de economische modellen en de invloed van EU-beleid, met name de Green Deal, vereist een grondige kennis van de theoretische concepten uit de lesstof en het vermogen om deze toe te passen op de specifieke case.
> **Tip:** Houd bij het gebruik van AI-tools rekening met de richtlijnen van de universiteit en wees kritisch op de output. Menselijke analyse en kwaliteitscontrole blijven essentieel.
### 3.2 Internationale economische trends en de rol van Europa
De internationale bedrijfsomgeving wordt gekenmerkt door een transformatie van globalisering naar regionalisering. In plaats van een brede, unipolaire globalisering, evolueert de wereld naar meer regionaal geconcentreerde economische blokken.
* **Regionalisering:** Dit fenomeen duidt op toenemende economische integratie binnen specifieke geografische of politieke regio's. Dit uit zich in handelsakkoorden en economische clusters die interne barrières verminderen, terwijl externe barrières behouden of verhoogd kunnen worden.
* **Centrale rollen van China en India:** Opkomende economieën, met name China en India, spelen een cruciale rol in het handhaven van de wereldwijde handelsgroei. Hun participatie compenseert dalingen elders, wat hen onmisbare spelers maakt.
* **Multipolariteit en fragmentatie:** Het mondiale economische systeem wordt multipolair, met meerdere grote economische centra die elk een eigen economisch, juridisch en cultureel systeem hebben. Dit leidt tot fragmentatie, waarbij landen zich economisch en politiek aan bepaalde blokken conformeren.
* **Protectionisme, reshoring en friendshoring:** Protectionistische maatregelen en geopolitieke risico's stimuleren bedrijven om investeringen te reshoreren, zowel binnen het eigen land als naar "vriendelijke" of geallieerde landen ("friendshoring"). Dit vermindert kwetsbaarheden in toeleveringsketens, maar verdiept ook regionale economische scheidingen.
* **Geopolitieke conflicten:** Conflicten, zoals de oorlog in Oekraïne, versterken de economische regionalisering door landen aan te zetten tot handel binnen vertrouwde kringen. Dit beïnvloedt ook de verspreiding van technologische innovaties.
* **"Slowbalization":** In plaats van deglobalisering, spreekt men van "slowbalization". Dit duidt op een vertraging in de snelheid van globalisering als gevolg van diverse crises (financiële crisis 2008, handelsspanningen VS-China, COVID-19, protectionisme). Handel en investeringen groeien echter nog steeds, zij het voorzichtiger en meer regionaal georiënteerd.
* **Toekomstperspectieven:** Ondanks de uitdagingen wordt bescheiden groei in de wereldwijde handel en directe buitenlandse investeringen (FDI) voorspeld, mede gedreven door verbeterende financiële omstandigheden en internationale akkoorden, met name in Europa.
* **Culturele en juridische verschillen:** Multipolariteit wordt niet enkel gedefinieerd door economische omvang, maar ook door onderscheidende culturele, juridische en veiligheidskaders die de handel en investeringen binnen regio's vormgeven.
#### 3.2.1 Europa in de internationale context
* **Exportgerichtheid en intra-Europese handel:** Europese landen, waaronder België, hebben een sterke exportgerichtheid, met een aanzienlijk deel van de handel gericht op buurlanden. De handelsbalans van België is positief geworden, en het grootste deel van de handel vindt plaats binnen Europa.
* **Aantrekkingskracht voor FDI:** België blijft aantrekkelijk voor buitenlandse directe investeringen (FDI), met name uit de Verenigde Staten, Duitsland en India, voornamelijk in de sectoren machinerie en logistiek.
* **Oost-Europa:** Er is aandacht voor de economische positie en rol van Oost-Europa in het bredere Europese handelslandschap.
> **Example:** De regionale focus van handelsakkoorden zoals ASEAN illustreert het principe van regionalisering, waarbij landen binnen een specifieke regio hun economische banden versterken.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Internationale bedrijfsomgeving | Het geheel van externe factoren, zoals politieke, economische, sociale, technologische en juridische krachten, die van invloed zijn op de strategieën en prestaties van bedrijven die internationaal opereren. |
| Globalisering | Het proces van toenemende wereldwijde interconnectiviteit en wederzijdse afhankelijkheid tussen landen, bedrijven en mensen, gekenmerkt door de groei van internationale handel, investeringen en culturele uitwisseling. |
| Regionalisering | De toenemende economische integratie binnen specifieke geografische of politieke regio"s, in plaats van wereldwijd, wat leidt tot de vorming van economische blokken en verhoogde handel en samenwerking tussen naburige landen. |
| Multipolariteit | Een wereldorde gekenmerkt door de dominantie van meerdere grote machtscentra (polen) met verschillende economische, juridische en culturele systemen, wat leidt tot complexiteit en fragmentatie in internationale betrekkingen. |
| Friendshoring | Een strategie waarbij bedrijven investeringen verplaatsen naar landen die als politiek stabiel en geallieerd worden beschouwd, om zo de kwetsbaarheid van toeleveringsketens te verminderen en strategische risico"s te mitigeren. |
| Slowbalization | Een fenomeen dat verwijst naar de vertraging van de globalisering, veroorzaakt door diverse crises zoals de financiële crisis van 2008, handelsconflicten en pandemieën, resulterend in voorzichtiger internationale handel en investeringen met verschuivende patronen. |
| Attractiveness | De mate waarin een locatie, regio of land aantrekkelijk is voor buitenlandse directe investeringen (BDI), gebaseerd op factoren zoals economische stabiliteit, marktkansen, infrastructuur, arbeidskrachten en het regelgevingsklimaat. |
| Industrie concentratie | Een maatstaf voor de mate waarin een markt of industrie wordt gedomineerd door een klein aantal grote bedrijven, wat van invloed kan zijn op concurrentie, innovatie en prijsstelling. |
| Innovatie strategie | Het plan van een bedrijf om nieuwe producten, diensten, processen of bedrijfsmodellen te ontwikkelen en te implementeren om concurrentievoordeel te behalen en te behouden in de markt. |
| EU beleid (Europese Unie beleid) | De regelgeving, richtlijnen en initiatieven die door de Europese Unie worden vastgesteld en die van invloed zijn op economische activiteiten, handel, milieu en andere sectoren binnen de lidstaten. |
| Economisch model | Een theoretisch raamwerk dat de werking van een economie beschrijft, inclusief hoe middelen worden geproduceerd, gedistribueerd en geconsumeerd, zoals markteconomie, plan-economie of gemengde economie. |
| Entry strategie | De methode die een bedrijf kiest om een nieuwe internationale markt te betreden, zoals export, licentieverlening, joint ventures, directe buitenlandse investeringen of overnames. |
| KMO (Kleine en Middelgrote Onderneming) | Een bedrijf dat voldoet aan specifieke criteria met betrekking tot het aantal werknemers, de omzet of de balanswaarde, en dat een belangrijke rol speelt in veel economieën. |
| MNO (Multinationale Onderneming) | Een bedrijf dat activiteiten ontplooit in meerdere landen, met hoofdkantoren in het ene land en vestigingen of dochterondernemingen in andere landen. |
| Duurzaamheid | Het concept van activiteiten die voldoen aan de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen, vaak toegepast op ecologische, sociale en economische aspecten. |
| Incrementele innovatie | Verbeteringen aan bestaande producten, diensten of processen die geleidelijk en cumulatief zijn, in tegenstelling tot radicale of disruptieve innovatie die fundamentele veranderingen teweegbrengt. |
| CVC (Corporate Venture Capital) netwerk | Een netwerk van investeringsfondsen die worden beheerd door grote bedrijven om te investeren in startups en snelgroeiende technologiebedrijven die strategische relevantie hebben voor het moederbedrijf. |
| Netwerk paradox | Een situatie waarin een bedrijf deel uitmaakt van meerdere netwerken die elkaar kunnen versterken maar ook kunnen tegenwerken, wat leidt tot complexe besluitvorming en onverwachte uitkomsten. |
| Productivity gains | Verbeteringen in de efficiëntie waarmee inputs (zoals arbeid en kapitaal) worden omgezet in outputs (goederen en diensten), wat leidt tot hogere productie per eenheid input. |