Cover
Comença ara de franc H1.pptx
Summary
# Start van een eigen onderneming: Fase 1
Deze fase beschrijft de oprichting en de financiële situatie van Pieters eenmanszaak in het eerste jaar, met een gedetailleerde weergave van de activa, passiva, omzet en kosten.
### 1.1 Oprichting en activiteit van Pieters eenmanszaak
Pieters eenmanszaak is gestart in het eerste jaar met als activiteit projectcoördinatie en -ontwikkeling.
### 1.2 Financiële situatie: activa
De activa van Pieters eenmanszaak aan het begin van het eerste jaar zijn gedetailleerd als volgt:
* **Totale activa:** 50 000 euro
* **Bedrijfswagen:** 20 000 euro
* **Bureeluitrusting:** 9 000 euro
* **Cash:** 21 000 euro
### 1.3 Financiële situatie: passiva
De passiva van Pieters eenmanszaak aan het begin van het eerste jaar bestaan uit:
* **Totaal passiva:** 50 000 euro
* **Eigen vermogen:** 30 000 euro
* **Vreemd vermogen:** 20 000 euro, in de vorm van een lening op 5 jaar.
### 1.4 Omzet in het eerste jaar
De omzet van Pieters eenmanszaak in het eerste jaar bedroeg 160 000 euro. Er werd geen omzet gegenereerd in de maanden januari en februari.
### 1.5 Kosten in het eerste jaar
De kosten van Pieters eenmanszaak in het eerste jaar zijn onderverdeeld in verschillende categorieën:
#### 1.5.1 Oprichtingskosten
De oprichtingskosten bedroegen 1 000 euro. Er is gekozen om deze kosten rechtstreeks in de resultatenrekening op te nemen.
#### 1.5.2 Bezoldiging
De bezoldiging van Pieter bedroeg 3 000 euro per maand.
#### 1.5.3 Voorraad handelsgoederen
De voorraad handelsgoederen bedroeg 2 000 euro per maand. Deze werd 11 keer aangekocht vanaf februari, met een betalingsuitstel van 45 dagen.
#### 1.5.4 Huur pand
De huur van het pand bedroeg 1 250 euro per maand, wat neerkomt op 15 000 euro per jaar.
#### 1.5.5 Onderaannemers
De kosten voor onderaannemers bedroegen 4 200 euro per maand, en dit vanaf maart.
#### 1.5.6 Diensten en diverse goederen
De kosten voor diensten en diverse goederen bedroegen 12 000 euro per jaar en werden maandelijks betaald.
#### 1.5.7 Lening aflossing en interest
De lening van 20 000 euro had een looptijd van 5 jaar met vaste kapitaalaflossingen. De jaarlijkse interest bedroeg 2,5% en werd betaald op 31 december.
De jaarlijkse aflossing van het kapitaal bedraagt:
$$ \text{Jaarlijkse kapitaalaflossing} = \frac{\text{Leningbedrag}}{\text{Looptijd}} = \frac{20.000 \text{ euro}}{5 \text{ jaar}} = 4.000 \text{ euro} $$
De interesten voor het eerste jaar worden berekend op het initiële geleende bedrag:
$$ \text{Interesten jaar 1} = \text{Leningbedrag} \times \text{Interestvoet} = 20.000 \text{ euro} \times 2,5\% = 500 \text{ euro} $$
#### 1.5.8 Vennootschapsbelasting
De vennootschapsbelasting bedroeg 25% en werd het jaar nadien betaald.
### 1.6 Resultaat en winstbestemming in het eerste jaar
Pieter besloot het eerste jaar geen dividend uit te keren. Een deel van de winst werd opgenomen als beschikbare reserve, namelijk 1 038,75 euro. Het resterende deel van de winst werd overgedragen.
Het resultaat na belasting kan worden berekend als:
$$ \text{Resultaat na belasting} = \text{Omzet} - \text{Totale Kosten} - \text{Vennootschapsbelasting} $$
De totale kosten in het eerste jaar bedragen:
$$ \text{Totale kosten} = \text{Oprichtingskosten} + \text{Bezoldiging} + \text{Voorraad handelsgoederen} + \text{Huur pand} + \text{Onderaannemers} + \text{Diensten en diverse goederen} + \text{Kapitaalaflossingen} + \text{Interesten} $$
$$ \text{Totale kosten} = 1.000 + (3.000 \times 12) + (2.000 \times 11) + (1.250 \times 12) + (4.200 \times 9) + 12.000 + 4.000 + 500 $$
$$ \text{Totale kosten} = 1.000 + 36.000 + 22.000 + 15.000 + 37.800 + 12.000 + 4.000 + 500 = 128.300 \text{ euro} $$
De vennootschapsbelasting bedraagt:
$$ \text{Vennootschapsbelasting} = (\text{Omzet} - \text{Totale Kosten excl. belasting}) \times \text{Belastingtarief} $$
$$ \text{Vennootschapsbelasting} = (160.000 - 128.300) \times 25\% = 31.700 \times 0,25 = 7.925 \text{ euro} $$
Het resultaat vóór belasting is:
$$ \text{Resultaat vóór belasting} = 160.000 - 128.300 = 31.700 \text{ euro} $$
Het resultaat na belasting is:
$$ \text{Resultaat na belasting} = 31.700 - 7.925 = 23.775 \text{ euro} $$
Winstreservering: 1 038,75 euro.
Overgedragen winst: $23.775 - 1.038,75 = 22.736,25$ euro.
### 1.7 Financiële situatie aan het einde van het eerste jaar
Aan het einde van het eerste jaar presenteert Pieters eenmanszaak de volgende financiële situatie:
* **Eigen vermogen:** 50 775 euro (oorspronkelijk 30 000 euro + winst na dividenduitkering en reserves)
* **Lening:** 16 000 euro uitstaand saldo (20 000 euro oorspronkelijk - 4 000 euro aflossing)
* **Materiële vaste activa:** boekwaarde na afschrijving 23 200 euro
* **Banksaldo:** 39 700 euro
> **Tip:** Het eigen vermogen is gestegen door de gerealiseerde winsten na aftrek van de winst die als reserve werd opgenomen. De lening is afgenomen door de jaarlijkse kapitaalaflossing.
> **Voorbeeld:** De initiële activa van 50 000 euro zijn aan het einde van het jaar gedaald door afschrijvingen op materiële vaste activa en een toename van het banksaldo door de operationele activiteiten.
---
# Groei van een KMO: Fase 2
Deze sectie analyseert de financiële evolutie van Pieters onderneming die is uitgegroeid tot een KMO met investeerders, waarbij omzet, kosten, activa, passiva en het eigen vermogen worden besproken.
### 2.1 Kenmerken van de KMO in Fase 2
De onderneming is in Fase 2 geëvolueerd van een eenmanszaak of besloten vennootschap naar een Naamloze Vennootschap (NV) met ongeveer 15 medewerkers. De activiteiten omvatten nu zowel eigen productie van betonconstructies voor de bouwsector als projectcoördinatie. De organisatie is gestructureerd in verschillende diensten: directie en administratie, aankoop, productie en verkoop.
### 2.2 Investeerders en Eigen Vermogen
In deze fase zijn er nieuwe investeerders aangetrokken, waardoor Pieter een minderheidsparticipatie heeft. Een holding, genaamd Heidi, bezit de meerderheidsparticipatie.
Het eigen vermogen bedraagt 950 000 euro, opgesplitst over 1 000 aandelen.
### 2.3 Balansposten in Fase 2
#### 2.3.1 Activa
* **Materiële vaste activa:** De waarde bedraagt 700 000 euro.
* **Voorraden:**
* Beginvoorraad: 200 000 euro.
* Handelsgoederen: 20 000 euro.
* Grond- en hulpstoffen, afgewerkte producten: 180 000 euro.
* **Klanten (Handelsvorderingen):** Klanten hebben gemiddeld 50 dagen betalingsuitstel.
* **Banksaldo (Liquide middelen):** Het banksaldo bedraagt 300 000 euro.
#### 2.3.2 Passiva
* **Handelsschulden:** Deze bedragen 150 000 euro.
* **Kredieten (Lange termijn):** Er is een lange termijn schuld van 150 000 euro.
* **Korte termijn kredieten (Vaste voorschotten):** Het grootste deel van de schuld, 140 000 euro, bestaat uit vaste voorschotten.
* **Dividend:** Er werd 60 000 euro dividend uitgekeerd in het voorgaande jaar.
### 2.4 Resultatenrekening in Fase 2
#### 2.4.1 Omzet
De totale omzet bedraagt 2 miljoen euro, onderverdeeld in:
* Verkoop handelsgoederen: 350 000 euro.
* Betonconstructies: 1 000 000 euro.
* Diensten: 650 000 euro.
#### 2.4.2 Kosten op jaarbasis
* **Ingekochte goederen en diensten:**
* Handelsgoederen: 350 000 euro.
* Grondstoffen: 450 000 euro.
* **Diensten en diverse goederen:**
* Administratie: 50 000 euro.
* Productie: 100 000 euro.
* Aankoop: 200 000 euro.
* Verkoop: 50 000 euro.
* **Loonkost:** 600 000 euro.
* **Afschrijvingen:** 40 000 euro.
* **Financiële schulden lange termijn:**
* Saldo begin jaar: 150 000 euro.
* Saldo einde jaar: 250 000 euro.
* Gemiddelde jaarlijkse rentevoet: 3%.
* Totale rentekosten lange termijn: 6 000 euro.
$$ \text{Rentekosten lange termijn} = \text{Gemiddeld saldo} \times \text{Rentepercentage} $$
$$ \text{Gemiddeld saldo} = \frac{150\,000 \text{ EUR} + 250\,000 \text{ EUR}}{2} = 200\,000 \text{ EUR} $$
$$ \text{Rentekosten lange termijn} = 200\,000 \text{ EUR} \times 3\% = 6\,000 \text{ EUR} $$
* **Financiële schulden korte termijn (Vaste voorschotten):**
* Gemiddeld uitstaand saldo: 100 000 euro.
* Rentevoet: 6%.
* Totale rentekosten korte termijn: 6 000 euro.
$$ \text{Rentekosten korte termijn} = 100\,000 \text{ EUR} \times 6\% = 6\,000 \text{ EUR} $$
* **Andere financiële kosten:** 8 000 euro.
* **Vennootschapsbelasting:** Het daadwerkelijk belastingtarief (via aftrekposten) is 23,53%.
#### 2.4.3 Resultaat en Dividend
* Resultaat na belasting: 130 000 euro.
* Dividenduitkering: 80 000 euro.
* Winstreservering: 50 000 euro.
### 2.5 Financiële Positie 1 Jaar Later (Einde Fase 2)
De financiële positie van de KMO wordt verder geanalyseerd één jaar na de aanvang van Fase 2.
#### 2.5.1 Balansposten
* **Eigen vermogen:** Gestegen naar 1 000 000 euro.
* **Overige schulden:** Gedaald naar 80 000 euro.
* **Financiële schuld:** 250 000 euro, waarvan 40 000 euro binnen het jaar af te lossen is.
* **Leveranciers (Handelsschuld):** Ingekocht in betalingstermijn in ruil voor betere prijsvoorwaarden, wat resulteert in een handelsschuld van 100 000 euro.
* **Materiële vaste activa:** De boekwaarde is toegenomen van 700 000 euro naar 800 000 euro, wat wijst op investeringen.
* **Handelsvorderingen:** 270 000 euro.
* **Voorraden:**
* Totale voorraden: 230 000 euro.
* Stijging van de voorraad afgewerkte producten met 30 000 euro naar 210 000 euro.
* Voorraad handelsgoederen, grond- en hulpstoffen bleef op 20 000 euro.
* **Liquide middelen:** Gedaald tot 230 000 euro, een daling van 70 000 euro, wat een negatieve kasstroom impliceert.
#### 2.5.2 Dividend
Er werd een dividend van 60 000 euro uitgekeerd.
> **Tip:** Een dalende liquide middelenpositie, ondanks een stijging in voorraden en activa, kan wijzen op een mogelijke cashflowuitdaging die nader onderzoek vereist, zeker als er gelijktijdig investeringen worden gedaan.
---
# Consolidatie en beursnotering: Fase 3
Deze fase beschrijft de financiële positie van de onderneming na aanzienlijke interne groei, strategische overnames en de succesvolle beursnotering, waarbij de focus ligt op de totale balans, omzet en winstgevendheid.
### 3.1 Financiële overzicht na groei en beursnotering
Na een periode van aanzienlijke interne groei en het doorvoeren van meerdere overnames, heeft de onderneming zich gevestigd als een toonaangevende speler in de Belgische bouwsector. De beursnotering markeert een nieuwe mijlpaal in de ontwikkeling, wat zich vertaalt in een aanzienlijke toename van de omvang en financiële structuren van de onderneming.
#### 3.1.1 De balans: totale omvang en eigen vermogen
De totale balans van de onderneming bedraagt nu tweehonderd miljoen EUR. Binnen deze omvang vertegenwoordigt het eigen vermogen tachtig miljoen EUR. Dit duidt op een gezonde financiële basis en de succesvolle kapitaalaccumulatie die de groei en overnames heeft gefaciliteerd.
* **Totale balans:** 200 000 000 EUR
* **Eigen vermogen:** 80 000 000 EUR
#### 3.1.2 Marktkapitalisatie en aandelenwaarde
De beursnotering is gekoppeld aan een beurskoers van vijftig EUR per aandeel. Dit impliceert een substantiële marktkapitalisatie, die het vertrouwen van investeerders in de onderneming en haar toekomstige potentieel weerspiegelt.
* **Beurskoers per aandeel:** 50 EUR
#### 3.1.3 Omzet en winst na consolidatie
In deze fase van consolidatie en na de beursnotering realiseert de onderneming een indrukwekkende omzet van tweehonderd miljoen EUR. Van deze omzet wordt een winst van twintig miljoen EUR gegenereerd. Dit resultaat benadrukt de operationele efficiëntie en het strategische succes van de onderneming, zelfs op een grotere schaal.
* **Totale omzet:** 200 000 000 EUR
* **Totale winst:** 20 000 000 EUR
> **Tip:** De beursnotering vereist een verhoogde transparantie en naleving van regelgeving. Zorg ervoor dat de financiële rapportages nauwkeurig en in lijn met de geldende standaarden zijn.
> **Example:** Stel dat de onderneming 4 miljoen aandelen heeft uitgegeven. Met een beurskoers van 50 EUR per aandeel, zou de totale marktkapitalisatie $4.000.000 \ast 50 = 200.000.000$ EUR bedragen. De balans van 200 miljoen EUR zou dus mede de marktkapitalisatie weerspiegelen, terwijl het eigen vermogen van 80 miljoen EUR de intrinsieke waarde van de onderneming op de balans aangeeft.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Activa | De bezittingen van een onderneming, zoals contanten, inventaris, gebouwen en machines, die economische waarde vertegenwoordigen. |
| Passiva | De schulden en het eigen vermogen van een onderneming, die aangeven hoe de activa zijn gefinancierd. |
| Eigen vermogen | Het deel van de passiva dat toebehoort aan de eigenaren van de onderneming; het verschil tussen de activa en de schulden. |
| Vreemd vermogen | De schulden die een onderneming heeft aan externe partijen, zoals banken of leveranciers. |
| Omzet | De totale waarde van de verkopen van goederen of diensten van een onderneming gedurende een bepaalde periode. |
| Kosten | De uitgaven die een onderneming maakt om haar activiteiten uit te voeren, zoals lonen, huur en inkoop van goederen. |
| Afschrijvingen | De waardevermindering van materiële vaste activa over hun economische levensduur, die als kostenpost wordt geboekt. |
| Vennootschapsbelasting | De belasting die ondernemingen betalen over hun winst, gebaseerd op de geldende wetgeving. |
| Dividend | Een deel van de winst dat door een onderneming wordt uitgekeerd aan haar aandeelhouders. |
| Winstreservering | Het deel van de winst dat niet wordt uitgekeerd als dividend, maar wordt toegevoegd aan het eigen vermogen van de onderneming. |
| Materiële vaste activa | Duurzame bezittingen van een onderneming die fysiek tastbaar zijn en langer dan een jaar worden gebruikt in de bedrijfsvoering, zoals machines en gebouwen. |
| Liquide middelen | Het contante geld en de direct opvraagbare banktegoeden van een onderneming die gebruikt kunnen worden om aan kortetermijnverplichtingen te voldoen. |
| KMO | Een afkorting voor Kleine en Middelgrote Onderneming, een type bedrijf dat voldoet aan bepaalde criteria met betrekking tot personeelsomvang en omzet. |
| NV | Afkorting voor Naamloze Vennootschap, een rechtsvorm voor ondernemingen met een groter maatschappelijk kapitaal en een structuur die geschikt is voor beursgang. |