Cover
Comença ara de franc BF - LES 4 Hoofdstuk 3.4 en 3.5 boekhoudkundige verplichtingen en verkoopprijs.pptx
Summary
# Boekhoudkundige verplichtingen voor eenmanszaken en maatschappen
Dit onderwerp behandelt de basisprincipes van boekhouden, inclusief de systematische registratie van financiële transacties, de geldende bewaartermijnen voor bewijsstukken, en de keuze tussen zelf boekhouden of uitbesteden aan een expert, specifiek gericht op eenmanszaken en maatschappen met een jaaromzet onder de 500.000 euro.
### 1.1 Wat is boekhouden?
Boekhouden is het systematisch opnemen, categoriseren en bijhouden van alle financiële transacties van een bedrijf aan de hand van bewijsstukken. Deze registratie is noodzakelijk voor zowel interne stakeholders (management, personeel) als externe partijen (klanten, leveranciers, financiële instellingen, overheid). De boekhouding dient vanaf de allereerste transactie die verband houdt met de onderneming te worden opgestart.
### 1.2 Bewaartermijnen voor bewijsstukken
De overheid verplicht ondernemingen om bewijsstukken gedurende een bepaalde periode bij te houden. Momenteel geldt een bewaartermijn van tien jaar voor financiële bewijsstukken.
### 1.3 Enkelvoudige (of vereenvoudigde) boekhouding
Voor eenmanszaken en maatschappen is de enkelvoudige boekhouding van toepassing. Deze methode omvat doorgaans:
* **Verkoopboek (klanten):** Registreert alle verkopen aan klanten.
* **Aankoopboek (leveranciers):** Registreert alle aankopen van leveranciers.
* **Inventarisboek:** Houdt de inventaris van het bedrijf bij.
### 1.4 Zelf boekhouden of uitbesteden?
Bij het voeren van de boekhouding bestaat de keuze tussen zelf doen of uitbesteden aan een professional.
* **Zelf doen:**
* **Voordelen:** Goedkopere optie.
* **Nadelen:** Verhoogde kans op fouten, wat kan leiden tot boetes.
* **Uitbesteden:**
* **Voordelen:** Tijdswinst voor de ondernemer, expertise van een professional, verhoogde nauwkeurigheid.
* **Nadelen:** Duurder.
* **Belangrijk:** Een goede accountant kan zichzelf terugverdienen door efficiëntie en het vermijden van fouten. Het is cruciaal om een boekhouder te kiezen die de specifieke sector van de onderneming begrijpt.
> **Tip:** Ondanks uitbesteding blijft de ondernemer zelf eindverantwoordelijk voor de boekhouding. De overheid zal bij fouten altijd bij de ondernemer aankloppen.
### 1.5 Facturatie: bewijsstukken en verplichtingen
Het opmaken van facturen is een cruciaal onderdeel van de boekhouding en dient als bewijsstuk.
#### 1.5.1 Verplichte vermeldingen op facturen
Hoewel niet voor alle transacties wettelijk verplicht, is het opmaken van een factuur wel vereist voor de meeste verkopen en dienstverleningen. Wettelijk verplichte vermeldingen op een factuur zijn essentieel; het ontbreken hiervan kan gevolgen hebben voor zowel de verzender als de ontvanger.
#### 1.5.2 Uitzonderingen op de facturatieplicht
Er zijn specifieke uitzonderingen waarbij een aankoopbewijs verplicht is, zoals:
* Goederen en diensten met garantie.
* Horecazaken (sinds 2015 met geregistreerd kassasysteem).
* Diensten waarbij de prijs vooraf niet gekend is.
#### 1.5.3 Factuurtermijn en bewaartermijn
* **Factuur opmaken:** Een factuur dient uiterlijk op de 15e van de maand volgend op de maand van levering of dienstverlening te worden opgemaakt. Een snelle facturatie bevordert snellere cashflow, vermindert risico's en oogt professioneler.
* **Bewaartermijn:** Alle facturen dienen 10 jaar bewaard te worden, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op het facturatiejaar.
#### 1.5.4 Gevolgen van niet-conforme facturen
* **Voor de leverancier:** Bij niet-conforme facturen kan een boete gelden van 200% van de verschuldigde btw. In gevallen zonder fraude bedraagt de boete 100% van de verschuldigde btw met een minimum van 50 euro.
* **Voor de klant:** De aftrekbaarheid van btw is enkel mogelijk met een conforme factuur.
#### 1.5.5 E-facturatie
Vanaf 1 januari 2026 wordt e-facturatie verplicht voor ondernemingen. Dit is een digitaal systeem waarin ondernemers digitaal facturen kunnen uitwisselen. De implementatie hiervan kan kosten met zich meebrengen, waarvoor bedrijven mogelijk een vergoeding kunnen ontvangen.
#### 1.5.6 Algemene voorwaarden
Hoewel niet wettelijk verplicht, kunnen algemene voorwaarden worden toegevoegd aan facturen. Deze zijn afdwingbaar mits akkoord van de consument en bevatten vaak regels over levering, betalingstermijnen, interesten, garantie, klachten en aansprakelijkheid.
### 1.6 De verkoopprijs bepalen
De verkoopprijs van een product of dienst bestaat uit de kostprijs, de winstmarge en de btw.
#### 1.6.1 De kostprijs
De kostprijs omvat alle directe en indirecte kosten die gemaakt worden om het product te produceren of de dienst te leveren.
* **Directe kosten:** Direct toewijsbaar aan een product of dienst (bv. grondstoffen, directe arbeid).
* **Indirecte kosten:** Niet direct toewijsbaar, ook wel overheadkosten genoemd (bv. marketing, boekhoudkosten, huur fabriekspand). Deze worden toegewezen via een verdeelsleutel.
#### 1.6.2 Winstmarge
De winstmarge vertegenwoordigt de winst die de ondernemer wenst te realiseren. Deze kan op verschillende manieren worden berekend:
* **Percentage op de kostprijs:** De marge wordt berekend als een percentage van de kostprijs en hierbij opgeteld.
$$ \text{Verkoopprijs} = \text{Kostprijs} \times (1 + \text{marge op kostprijs}) $$
* **Voorbeeld:** Kostprijs van 100 euro en een winstmarge van 20% op de kostprijs leidt tot een verkoopprijs van $100 \times (1 + 0.20) = 120$ euro.
* **Percentage op de verkoopprijs:** De marge wordt berekend als een percentage van de uiteindelijke verkoopprijs. Hierbij wordt de kostprijs gedeeld door (1 min de marge).
$$ \text{Verkoopprijs} = \frac{\text{Kostprijs}}{(1 - \text{marge op verkoopprijs})} $$
* **Voorbeeld:** Kostprijs van 100 euro en een winstmarge van 20% op de verkoopprijs leidt tot een verkoopprijs van $100 / (1 - 0.20) = 100 / 0.80 = 125$ euro.
> **Tip:** Wees bij het bepalen van de verkoopprijs aandachtig of de winstmarge op de kostprijs of op de verkoopprijs wordt berekend. Dit heeft een significant verschil in het eindresultaat.
#### 1.6.3 Factoren die de verkoopprijs bepalen
De uiteindelijke verkoopprijs wordt beïnvloed door zowel interne als externe factoren.
* **Interne factoren:**
* Kostprijs (vormt de ondergrens).
* Marketingstrategie.
* Synergie tussen de marketingmix (4 P's).
* Levenscyclusfase van het product (bv. afroomprijs- of penetratiestrategie).
* **Externe factoren:**
* Vraag en aanbod.
* Substituten en concurrentie.
* Prijselasticiteit van de vraag (hoe gevoelig klanten zijn voor prijsveranderingen).
* Marktvorm.
* Wetgeving.
---
# Facturatie en de bewijslast
Dit onderdeel belicht de rol van facturen als cruciaal bewijsstuk in het handelsverkeer, de wettelijke vereisten voor facturatie, specifieke uitzonderingen, de overgang naar e-facturatie, en de consequenties van non-conformiteit voor alle betrokken partijen.
### 2.1 Wettelijke verplichtingen rondom facturen
Een factuur dient als een primair bewijsstuk voor financiële transacties. Hoewel niet voor elke transactie wettelijk verplicht, zijn er specifieke situaties waarin een factuur vereist is.
#### 2.1.1 Vereiste vermeldingen op facturen
Er zijn verplichte vermeldingen op facturen, hoewel de specifieke inhoud kan variëren afhankelijk van het type transactie en de betrokken partijen (B2B of B2C).
> **Tip:** Het correct opmaken van facturen is essentieel om juridische en financiële problemen te voorkomen.
#### 2.1.2 Uitzonderingen voor aankoopbewijzen
In bepaalde B2C-situaties is een aankoopbewijs verplicht, zelfs zonder een volledige factuur. Dit geldt met name voor:
* Goederen en diensten met garantie.
* Horecazaken (sinds 2015 met geregistreerd kassasysteem).
* Diensten waarbij de prijs vooraf niet gekend is.
#### 2.1.3 Factuurtermijn en bewaring
* **Factuurtermijn:** Een factuur dient uiterlijk de 15e van de maand volgend op de maand van levering of dienstverrichting te worden opgesteld. Een snelle opmaak bevordert een snellere cashflow en straalt professionaliteit uit.
* **Bewaartermijn:** Alle facturen dienen gedurende 10 jaar bewaard te worden. Deze termijn begint te lopen vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar van de transactie (vanaf 1/1/N+1).
> **Tip:** Het tijdig factureren en correct bewaren van facturen is niet alleen een wettelijke verplichting, maar ook een strategisch voordeel voor de onderneming.
### 2.2 E-facturatie
Vanaf 1 januari 2026 wordt e-facturatie verplicht voor ondernemingen. Dit houdt in dat ondernemingen verplicht zullen zijn om digitale systemen te gebruiken voor het uitwisselen van facturen. Dit proces kan kosten met zich meebrengen, waarvoor bedrijven mogelijk ook vergoedingen kunnen ontvangen.
### 2.3 Gevolgen van niet-conforme facturen
Een factuur die niet voldoet aan de wettelijke vereisten kan leiden tot aanzienlijke gevolgen voor zowel de verkoper als de koper.
#### 2.3.1 Gevolgen voor de verkoper
Indien een factuur niet conform is, kan de verkoper geconfronteerd worden met boetes gerelateerd aan de verschuldigde btw:
* **Boete bij niet-conforme factuur:** 200% van de verschuldigde btw.
* **Geen fraude gedetecteerd:** 100% van de verschuldigde btw, met een minimumboete van 50 EUR.
#### 2.3.2 Gevolgen voor de koper
Voor de koper is de aftrekbaarheid van btw afhankelijk van het bezit van een conforme factuur. Dit omvat zowel materiële als formele vereisten:
* **Materiële vereisten:** De goederen moeten daadwerkelijk zijn verkregen en gebruikt voor de onderneming.
* **Formele vereisten:** Men moet in het bezit zijn van een correct opgestelde factuur.
> **Tip:** Zorg ervoor dat je facturen altijd alle wettelijk vereiste informatie bevatten om problemen met de btw-aftrek te voorkomen.
### 2.4 Bewijslast en de rol van de factuur
De factuur is een cruciaal bewijsstuk dat de geldigheid van een transactie aantoont. In geval van geschillen of controles door de overheid, vormt de correct opgestelde en bewaarde factuur het primaire bewijs van de geleverde goederen of diensten en de bijbehorende financiële afspraken. Het systematisch bijhouden van alle financiële transacties via bewijsstukken, inclusief facturen, is een fundamentele boekhoudkundige verplichting die vanaf de eerste transactie geldt en gedurende een periode van tien jaar nageleefd moet worden voor eventuele controles.
---
# Bepalen van de verkoopprijs vanuit een eenmanszaak
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de samenstelling van de verkoopprijs voor een eenmanszaak, waarbij de kostprijsberekening, winstmarges en interne en externe factoren die de uiteindelijke verkoopprijs beïnvloeden, centraal staan.
### 3.1 De samenstelling van de verkoopprijs
De verkoopprijs van een product of dienst is opgebouwd uit verschillende componenten: de kostprijs, de winstmarge en de eventuele btw.
#### 3.1.1 Kostprijsberekening
De kostprijs vormt de ondergrens van de verkoopprijs en omvat alle kosten die direct of indirect aan het product of de dienst kunnen worden toegeschreven.
* **Directe kosten:** Dit zijn kosten die direct toewijsbaar zijn aan een specifiek product of dienst. Voorbeelden zijn:
* Grondstoffen en hulpstoffen (bijv. aluminium, staal, rubber).
* Arbeid (bijv. uurloon van arbeiders die direct aan de productie werken).
* Directe kosten aan derden (bijv. externe transporteur voor levering van specifieke orders).
* **Indirecte kosten (overheadkosten):** Dit zijn kosten die niet direct aan een specifiek product of dienst kunnen worden toegewezen, maar essentieel zijn voor de algemene werking van het bedrijf. Voorbeelden zijn:
* Duurzame productiemiddelen (bijv. afschrijvingen op machines, huur van fabrieksgebouw indien eigenaar).
* Kosten aan derden voor algemene diensten (bijv. externe boekhouder, extern communicatiebureau).
* Kosten van belastingen (bijv. invoerrechten op algemene voorraad).
* Rentekosten (bijv. interesten op openstaande leningen).
* Grond (bijv. huur van kantoorruimte indien niet eigenaar).
* Marketingkosten, administratiekosten.
Om indirecte kosten toe te wijzen aan producten, wordt vaak een verdeelsleutel gebruikt, gebaseerd op bijvoorbeeld het aantal geproduceerde eenheden.
> **Tip:** Bij heterogene productie (verschillende producten) is het cruciaal om de indirecte kosten correct toe te wijzen aan elk producttype, bijvoorbeeld via een opsplitsing op basis van productievolume, machine-uren, of andere relevante factoren.
#### 3.1.2 Winstmarges
Winstmarges bepalen welk bedrag bovenop de kostprijs wordt gerekend om winst te genereren. Er zijn twee veelvoorkomende methoden om de winstmarge te berekenen:
* **Winstmarge op de kostprijs:** De winst wordt berekend als een percentage van de kostprijs.
De formule hiervoor is:
$$ \text{Verkoopprijs} = \text{Kostprijs} \times (1 + \text{marge op kostprijs}) $$
* **Voorbeeld:** Als de kostprijs 100,00 euro is en de gewenste marge 20% op de kostprijs, dan is de verkoopprijs $100,00 \times (1 + 0,20) = 120,00$ euro.
* **Winstmarge op de verkoopprijs:** De winst wordt berekend als een percentage van de uiteindelijke verkoopprijs. Hierbij is de kostprijs het resterende deel van de verkoopprijs (100% minus de winstmarge).
De formule hiervoor is:
$$ \text{Verkoopprijs} = \frac{\text{Kostprijs}}{(1 - \text{marge op verkoopprijs})} $$
* **Voorbeeld:** Als de kostprijs 100,00 euro is en de gewenste marge 20% op de verkoopprijs, dan is de verkoopprijs $100,00 / (1 - 0,20) = 100,00 / 0,80 = 125,00$ euro.
> **Tip:** Lees bij examenopgaven altijd zorgvuldig of de winstmarge op de kostprijs of op de verkoopprijs wordt berekend. Dit kan een significant verschil maken in de uiteindelijke verkoopprijs.
#### 3.1.3 Berekening van de uiteindelijke verkoopprijs (inclusief btw)
De verkoopprijs, exclusief btw, wordt vervolgens verhoogd met de geldende btw-tarieven om de definitieve prijs voor de consument te bepalen.
* **Voorbeeld:** Stel de berekende verkoopprijs exclusief btw is 639,38 euro en het btw-tarief is 21%.
De verkoopprijs inclusief btw is dan: $639,38 \times (1 + 0,21) = 639,38 \times 1,21 = 773,65$ euro.
### 3.2 Factoren die de verkoopprijs bepalen
Naast de interne kostprijs- en winstberekeningen, zijn er diverse interne en externe factoren die de uiteindelijke verkoopprijs beïnvloeden.
#### 3.2.1 Interne factoren
Dit zijn de elementen waarover de ondernemer zelf controle heeft en die direct invloed hebben op de prijszetting.
* **Kostprijs:** Zoals eerder besproken, vormt de kostprijs de absolute ondergrens voor de verkoopprijs.
* **Marketingstrategie:** De algehele marketingmix (product, prijs, plaats, promotie) moet consistent zijn. Prijszetting moet aansluiten bij het merk, de doelgroep en de promotieactiviteiten.
* **Synergie tussen de 4 P's:** De prijszetting moet in harmonie zijn met de andere marketinginstrumenten om een effectieve marktstrategie te garanderen.
* **Levenscyclus van het product:**
* **Afroomprijsstrategie:** Bij de introductie van een nieuw product wordt een hoge prijs gehanteerd om snel winst te maximaliseren van de vroege adopters, waarna de prijs stapsgewijs wordt verlaagd.
* **Penetratieprijsstrategie:** Een lage introductieprijs wordt gebruikt om snel marktaandeel te winnen en klanten te binden. Na verloop van tijd kan de prijs worden verhoogd.
#### 3.2.2 Externe factoren
Dit zijn de omstandigheden buiten de directe controle van de ondernemer die de prijsvorming kunnen beïnvloeden.
* **De vraag:** Het principe van vraag en aanbod is cruciaal. Bij een hoge vraag en een laag aanbod kan de prijs worden verhoogd, en omgekeerd.
* **Substituten en concurrentie:**
* **Substituten:** De beschikbaarheid van vervangende producten die dezelfde behoefte vervullen (bijv. aardappelen versus pasta, koffie versus thee) beïnvloedt de prijselasticiteit en concurrentiepositie.
* **Concurrenten:** De prijzen van directe concurrenten zetten druk op de eigen prijszetting.
* **Prijselasticiteit van de vraag:** Dit geeft aan hoe sterk de vraag reageert op prijsveranderingen.
$$ \text{Prijselasticiteit} = \frac{\text{Verandering in vraag (\%)}}{\text{Verandering in prijs (\%)}}$$
* **Elastische vraag:** Klanten reageren sterk op prijsveranderingen (bijv. kleding). Een prijsstijging leidt tot een relatief grote daling van de vraag.
* **Inelastische vraag:** Klanten reageren weinig op prijsveranderingen (bijv. verslavende producten). Prijsstijgingen hebben een beperkte impact op de vraag.
* **Marktvorm:** De concurrentiedynamiek in de markt waarin de onderneming opereert (bijv. monopolie, oligopolie, volkomen concurrentie) bepaalt de speelruimte voor prijszetting.
* **Wetgeving:** Overheidsregulering, zoals minimumprijzen, maximumprijzen, accijnzen of btw-tarieven, kan de prijszetting direct beïnvloeden ter bescherming van consumenten of producenten.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Boekhoudkundige verplichtingen | De wettelijk vastgelegde vereisten voor het systematisch opnemen, categoriseren en bijhouden van alle financiële transacties van een bedrijf, ondersteund door bewijsstukken, ten behoeve van interne en externe belanghebbenden. |
| Enkelvoudige boekhouding | Een vereenvoudigde boekhoudmethode die voornamelijk wordt toegepast door eenmanszaken en maatschappen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een verkoopboek, aankoopboek en inventarisboek om financiële transacties bij te houden. |
| Bewijsstukken | Documenten die financiële transacties onderbouwen, zoals facturen, ontvangstbewijzen en bankafschriften, welke verplicht zijn om gedurende een bepaalde periode te worden bewaard voor controles door autoriteiten. |
| Facturatie | Het proces van het opstellen en versturen van facturen voor geleverde goederen of diensten, wat dient als een officieel bewijsstuk van de transactie en de bijbehorende betalingsverplichtingen. |
| E-facturatie | Een verplicht digitaal systeem voor ondernemingen om facturen uit te wisselen, wat de efficiëntie en traceerbaarheid van transacties ten goede komt en vanaf een bepaalde datum wettelijk verplicht wordt. |
| Verkoopprijs | De uiteindelijke prijs die een klant betaalt voor een product of dienst, bestaande uit de kostprijs, winstmarge en btw. |
| Kostprijs | De totale kosten die gemoeid zijn met de productie van een goed of dienst, inclusief directe kosten zoals grondstoffen en arbeid, en indirecte kosten zoals overhead en marketing. |
| Winstmarge | Het percentage van de verkoopprijs of kostprijs dat als winst wordt nagestreefd bij de verkoop van een product of dienst. |
| Directe kosten | Kosten die rechtstreeks toe te wijzen zijn aan de productie van een specifiek product, zoals grondstoffen en arbeid die direct in het product verwerkt worden. |
| Indirecte kosten | Kosten die niet direct aan een specifiek product kunnen worden toegewezen, maar wel noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering, zoals huur, marketing en administratie. |
| Vraag en aanbod | Een economisch principe waarbij de prijs van een goed of dienst wordt bepaald door de interactie tussen de hoeveelheid die consumenten willen kopen (vraag) en de hoeveelheid die producenten willen verkopen (aanbod). |
| Prijselasticiteit | Een maatstaf die aangeeft hoe sterk de vraag naar een product verandert als reactie op een prijsverandering, waarbij een elastische vraag sterk reageert en een inelastische vraag weinig reageert. |