Cover
Comença ara de franc H 7 - gouvernementeel.pdf
Summary
# Internationale en Europese erfgoedorganisaties
Dit onderwerp behandelt de rol en structuur van internationale en Europese organisaties bij het erfgoedbeleid, inclusief hun oprichting, doelstellingen en bijdragen aan erfgoedbescherming en -behoud [3](#page=3).
### 1.1 Internationale erfgoedorganisaties
Intergouvernementele organisaties ontstaan wanneer lidstaten zich onderling verbinden door middel van verdragen. De beslissingsmacht ligt hierbij bij vertegenwoordigers van de lidstaten, die soevereiniteit slechts beperkt of niet overdragen, wat doorgaans unanimiteit vereist [3](#page=3).
#### 1.1.1 Verenigde Naties (VN)
De Verenigde Naties (VN) is een intergouvernementele organisatie opgericht in 1945 in San Francisco, met 51 stichtende leden en 193 lidstaten in 2011. De VN, als opvolger van de Volkenbond, werkt op het gebied van mensenrechten, internationaal recht, mondiale veiligheid, economische ontwikkeling en culturele en maatschappelijke ontwikkelingen. Het hoofdkantoor is gevestigd in New York, met deelkantoren in Genève, Wenen en Nairobi. Naast de hoofdorganisatie heeft de VN gespecialiseerde programma's zoals UNICEF en het UNDP [3](#page=3) [4](#page=4).
##### 1.1.1.1 Voorgeschiedenis van internationale samenwerking
* **1899 & 1907: Eerste en Tweede Internationale Vredesconferenties in Den Haag**
Deze conferenties brachten landen bijeen om te praten over ontwapening en internationaal geldend rechtspraak. De Haagse Conventies bevatten bepalingen ter bescherming van cultuurgoederen en dienden als voorbeeld voor de Volkenbond en de VN [5](#page=5).
* **1919: Oprichting van de Volkenbond**
Opgericht in Genève op basis van het Verdrag van Versailles met als doel oorlogen te beëindigen door middel van een supranationale organisatie. De VN wordt beschouwd als de opvolger van de Volkenbond. President Woodrow Wilson's "Veertien Punten" gaven aanzet tot de vorming van de Volkenbond, met nadruk op zelfbeschikkingsrecht en het stichten van een dergelijke organisatie [5](#page=5).
* **Verdragen inzake erfgoed binnen de Volkenbond**
Het Protocol van Genève (1925/29) verbood het gebruik van chemische en biologische wapens en stelde in artikel 53 dat vijandige handelingen tegen historische monumenten en kunstwerken verboden zijn [6](#page=6).
##### 1.1.1.2 Structuur van de VN
De VN kent zes bestuursorganen: de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad, het Secretariaat, het Internationaal Gerechtshof en de Trustschapsraad (inactief). Daarnaast zijn er 14 gespecialiseerde organisaties, waaronder UNESCO [6](#page=6).
##### 1.1.1.3 Handvest van de Aarde (Earth Charter)
Dit handvest, ontwikkeld binnen de VN, is een internationaal document over fundamentele waarden en principes voor een rechtvaardige, duurzame en vreedzame samenleving. Het ontstond uit een mondiaal consultatieproces in de jaren '90, met als doel mondiale consensus te bereiken over waarden voor een duurzame toekomst. De definitieve tekst werd in maart 2000 goedgekeurd op het hoofdkantoor van UNESCO in Parijs en officieel gelanceerd op 29 juni 2000 in Den Haag. Het document is verdeeld in vier zuilen: Respect en zorg voor de wereldgemeenschap, Ecologische Integriteit, Sociale en economische rechtvaardigheid, en Democratie, geweldloosheid en vrede [7](#page=7) [8](#page=8).
#### 1.1.2 UNESCO
De Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) is een gespecialiseerde organisatie van de VN, opgericht op 16 november 1945 in Londen. De missie is bijdragen aan vredesopbouw, armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en interculturele dialoog door onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie. De doelstelling is het bevorderen van samenwerking tussen staten op deze gebieden om wereldvrede en -veiligheid te handhaven. UNESCO vervult vijf rollen: ideeënproeftuin, regelgever, uitwisselingsplaats/coördinatiecentrum, schepper van mogelijkheden en katalysator voor internationale samenwerking [8](#page=8) [9](#page=9).
##### 1.1.2.1 Prioriteiten en Strategie
UNESCO heeft twee wereldwijde prioriteiten: Afrika en gelijkheid tussen man en vrouw. Daarnaast is er aandacht voor jeugd, minst ontwikkelde landen, kleine eilandstaten, achtergestelde groepen en oorspronkelijke bevolkingsgroepen. UNESCO werkt met een middellangetermijnstrategie van zes jaar, uitgewerkt in tweejarenprogramma's voor de vijf aandachtsgebieden [9](#page=9).
##### 1.1.2.2 Werelderfgoedprogramma
Een bekende activiteit van UNESCO is het werelderfgoedprogramma, gestart in 1972. Het Werelderfgoedcomité stelt een lijst samen van werelderfgoed (World Heritage) op voordracht van aangesloten landen. Sinds 2023 telt de lijst 1157 goederen in 167 landen, waaronder cultuurgoederen, natuurerfgoederen en gemengde erfgoederen. Er staan 55 werelderfgoederen op de lijst van bedreigd werelderfgoed. Naast onroerend erfgoed erkent UNESCO ook documenten en archieven als cultuurerfgoed, en heeft het immaterieel cultureel erfgoed opgenomen in een aparte lijst [10](#page=10) [9](#page=9).
##### 1.1.2.3 UNESCO-verdragen inzake erfgoed
* **1954 UNESCO-verdrag / Cultuurgoederenverdrag / Haags Verdrag**
Dit verdrag, aangenomen op 14 mei 1954, beschermt culturele goederen in geval van gewapend conflict. Het Roerich-pact diende als voorganger en beoogde het vrijwaren van culturele, religieuze en wetenschappelijke instellingen tegen vernietiging. Het verdrag voorziet in maatregelen zoals het markeren van monumenten met een blauwwit schild en het nemen van militaire maatregelen ter bescherming. Verdragsstaten zijn verplicht cultuurgoederen in bewaring te nemen en terug te geven aan het land van herkomst. Een Tweede Protocol biedt extra bescherming aan objecten van uitzonderlijk belang voor de mensheid [12](#page=12) [13](#page=13) .
* **1960 Oprichting ICCROM**
Het Internationaal Centrum voor de Studie van de Conservatie en Restauratie van Cultureel Eigendom (ICCROM) werd opgericht om de conservatie van cultureel erfgoed wereldwijd te bevorderen. ICCROM werkt op het gebied van training, informatie, onderzoek, samenwerking en belangenbehartiging [13](#page=13) [14](#page=14).
* **1968 Intergouvernementele conferentie over milieu en ontwikkeling**
Deze conferentie leidde tot het opzetten van het Mens- & Biosfeerprogramma (MAB) [14](#page=14).
* **1972 Werelderfgoedconventie**
Deze conventie biedt het kader voor de erkenning en bescherming van uitzonderlijke culturele en natuurlijke sites als werelderfgoed. Meer dan 1100 sites staan op de lijst, met 15 erkenningen in België [14](#page=14).
* **1992 Geheugen van de Wereldprogramma**
Opgericht om onvervangbare bibliotheek- en archiefcollecties te beschermen, inclusief geluids-, film- en televisiearchieven [15](#page=15).
* **2001 Universele Verklaring over Culturele Diversiteit**
Aangenomen door de Algemene Conferentie [15](#page=15).
* **2003 Verdrag van Parijs ter bescherming van immaterieel cultureel erfgoed**
Dit verdrag, dat in 2006 in werking trad, focust op niet-materieel cultureel erfgoed zoals tradities, feesten en ambachten. Lidstaten zijn verplicht inventarissen op te stellen en maatregelen te nemen voor de bescherming, ontwikkeling en promotie van dit erfgoed. De zorgplicht omvat ook wetenschappelijk onderzoek en publiekssensibilisering [15](#page=15).
### 1.2 Europese erfgoedorganisaties
#### 1.2.1 Raad van Europa (RvE)
De Raad van Europa (RvE) is een internationale organisatie met 46 Europese lidstaten en waarnemers. Opgericht op 5 mei 1949 met het Verdrag van Londen, heeft de RvE zijn zetel in Straatsburg. De RvE, geen EU-instelling, richt zich op de bescherming van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. Het verdragssysteem van de RvE omvat ruim 220 verdragen, waaronder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Europese vlag, met twaalf gouden sterren op een blauwe achtergrond, symboliseert eenheid en diversiteit. De Europese hymne is een gedeelte uit Beethovens negende symfonie [16](#page=16) [17](#page=17).
##### 1.2.1.1 Erfgoedconvenances binnen de Raad van Europa
De Raad van Europa tekent het beleidskader uit voor het behoud en beheer van Europees erfgoed via convenanten, verklaringen, resoluties en aanbevelingen [17](#page=17).
* **1969 Conventie ter bescherming van het archeologisch patrimonium van Europa**
Aanvaard door de RvE in Londen op 6 mei 1969 [18](#page=18).
* **1975 Conventie van het Architectonisch Erfgoed van Europa**
Aanvaard in oktober 1975, aangevuld met de Declaration of Amsterdam. Promoot geïntegreerde stedenbouwkundige conservatie, waarbij architecturaal erfgoed gelijkwaardig is aan andere factoren in planning [18](#page=18).
* **1985 Conventie van Granada voor de bescherming van het architecturale patrimonium van Europa**
De definities en doelstellingen zijn analoog aan die van de UNESCO Werelderfgoedconventie. Verdragspartijen verbinden zich tot een wettelijke regeling voor behoud, inclusief procedures voor bescherming, vergunningen en wetenschappelijk onderzoek. Het verdrag streeft naar versterking van beleid en Europese solidariteit rond erfgoedbehoud. Architectonisch erfgoed omvat monumenten, gebouwen die een architectonische eenheid vormen en waardevolle gebieden. Geïntegreerd behoud omvat ook publieke toegankelijkheid en het stimuleren van hedendaags gebruik van beschermd erfgoed [18](#page=18) [19](#page=19).
* **1992 Conventie van La Valletta voor de bescherming van het archeologisch erfgoed**
Herziening van het Verdrag van Londen uit 1969. Behandelt archeologisch erfgoed als bron van collectief geheugen en instrument voor wetenschappelijk onderzoek. Behoud 'in situ' is de beste bescherming; alleen waar behoud niet mogelijk is, wordt archeologisch onderzoek verricht. Lidstaten moeten inventarislijsten bijhouden, archeologische reservaten vormen en een passief behoudsbeginsel hanteren voor vinders [20](#page=20).
* **2000 Council of Europe Landscape Convention**
Aanvaard in Florence [20](#page=20).
* **2005 Council of Europe Framework Convention on the Value of Cultural Heritage for Society (Conventie van Faro)**
Erkent de 'waarde' van cultureel erfgoed voor de maatschappij en initieert samenwerking tussen lidstaten om erfgoedbeleid te actualiseren. Partijen komen overeen cultureel erfgoed te ontwikkelen door identificatie, studie, interpretatie, bescherming en behoud, en nemen wetgevende initiatieven om verantwoordelijkheid en respect te bevorderen [20](#page=20) [21](#page=21).
#### 1.2.2 Europese Unie (EU)
De Europese Unie (EU) is een statenverband van 27 Europese landen, ontstaan uit de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Economische Gemeenschap. Het Verdrag van Maastricht vormde de huidige EU, met de laatste constitutionele aanpassing in 2009 met het Verdrag van Lissabon. De EU is deels supranationaal en deels intergouvernementeel [21](#page=21).
##### 1.2.2.1 Bevoegdheidstoedeling binnen de EU
De bevoegdheden van de EU ten opzichte van lidstaten zijn ingedeeld in drie categorieën:
1. **Exclusieve bevoegdheden:** Alleen de EU kan optreden [22](#page=22).
2. **Gedeelde bevoegdheden:** Zowel de EU als lidstaten kunnen wetgevend optreden, waarbij EU-regels voorrang hebben. Dit geldt voor de meeste EU-bevoegdheden [22](#page=22).
3. **Ondersteunende, coördinerende en aanvullende bevoegdheden:** De EU ondersteunt, vult aan of coördineert beleid van lidstaten, maar lidstaten behouden volledige wetgevende vrijheid. Volksgezondheid, industrie, cultuur, toerisme, onderwijs, en civiele bescherming vallen onder deze categorie [22](#page=22).
##### 1.2.2.2 EU en erfgoedzorg
De EU kiest jaarlijks een culturele hoofdstad van Europa om de rijkdom, diversiteit en gemeenschappelijke kenmerken van Europese culturen te tonen en onderlinge kennismaking te bevorderen. Sinds 2010 ligt de basis voor erfgoedzorg in de EU in artikel 167 van het Verdrag van Lissabon. De EU eerbiedigt de culturele diversiteit en ziet toe op instandhouding en ontwikkeling van het Europees cultureel erfgoed, waaronder onroerend erfgoed. De EU treedt op wanneer dit meerwaarde oplevert, zoals het stimuleren van samenwerking en ondersteuning [22](#page=22) [23](#page=23).
* **Voorzorgsbeginsel in het Verdrag van Lissabon**
Dit beginsel, verankerd in artikel 192, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, stelt dat de EU in haar milieubeleid streeft naar een hoog niveau van bescherming, rekening houdend met uiteenlopende regionale situaties. Het voorzorgsbeginsel wordt geïnterpreteerd als een verplichting voor bevoegde autoriteiten om passende maatregelen te nemen ter preventie van potentiële gevaren voor volksgezondheid, veiligheid en milieu, waarbij deze belangen voorrang krijgen boven economische belangen. De Commissie heeft in 2000 richtlijnen uitgevaardigd om de toepassing van dit beginsel te verduidelijken en te voorkomen dat het wordt gebruikt als verkapt protectionisme [23](#page=23).
---
# Nationaal erfgoedbeleid in België
De evolutie van het nationale erfgoedbeleid in België, van de eenheidsstaat naar de federale structuur, wordt gekenmerkt door een verschuiving van bevoegdheden inzake roerend en onroerend erfgoed naar de gewesten en gemeenschappen [25](#page=25).
### 2.1 Historische context van België en zijn bestuurlijke opdeling
België, een West-Europees land met een complexe culturele en linguïstische diversiteit, evolueerde tussen 1970 en 1993 via zes staatshervormingen van een unitaire staat naar een federale structuur. De huidige Belgische Grondwet stelt: "België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten". Deze federale structuur verdeelt de beleidsbevoegdheden [25](#page=25):
* **Federale staat:** materieel roerend erfgoed (tastbaar, niet grondgebonden) [25](#page=25).
* **Gewesten:** materieel onroerend erfgoed (tastbaar, grondgebonden) [25](#page=25).
* **Gemeenschappen:** immaterieel erfgoed (niet tastbaar) [25](#page=25).
#### 2.1.1 Vroege geschiedenis en staatsvorming
Het gebied dat later België zou worden, werd bevolkt door Keltische en Germaanse stammen. Tijdens de Romeinse Tijd vormde het deel van Gallia Belgica. Na de val van het Romeinse Rijk behoorden de gebieden tot het Frankische Rijk. De verdeling van dit rijk via het Verdrag van Verdun in 843 legde de basis voor de latere rivaliteit tussen Frankrijk en Duitsland, waarbij West-Francië evolueerde naar het latere Koninkrijk Frankrijk en Midden- & Oost-Francië naar het Heilige Roomse Rijk. België zelf zou later ontstaan uit een deel van het Franse Koninkrijk en een deel van het Heilige Roomse Rijk [25](#page=25) [26](#page=26).
Het Heilige Roomse Rijk (962-1806) was geen staat in moderne zin, maar een politiek verband van gebieden onderworpen aan de Rooms-Duitse koning of keizer. De Schelde vormde hierbij een grens, waarbij een deel van het huidige België in het Heilige Roomse Rijk lag en een ander deel in het Koninkrijk Frankrijk. In de 15e eeuw kwamen de gebieden waaruit België zou ontstaan, onder de Habsburgse dynastie deel uit van het Heilige Roomse Rijk [26](#page=26) [27](#page=27).
Tussen 1715 en 1795, met name tijdens de Oostenrijkse Nederlanden, vormden de Zuidelijke Nederlanden een autonoom onderdeel van de Habsburgse monarchie. De pogingen van keizer Jozef II tot gecentraliseerd bestuur leidden in 1789 tot de Brabantse Omwenteling en de korte onafhankelijkheid van de Verenigde Nederlandse Staten (later 'Verenigde Belgische Staten' genoemd). Na een periode van Franse overheersing (1792-1815), waarbij de Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik in 1795 deel werden van de Franse Republiek, werd in 1809 door Napoleon Bonaparte een keizerlijk decreet uitgevaardigd voor het onderhoud van kerkfabrieken, dat nog steeds deel uitmaakt van de Belgische wetgeving [27](#page=27) [28](#page=28).
Na de definitieve nederlaag van Napoleon in 1815, werden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden (met Luxemburg) herenigd tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1814/1815-1830). Ondanks economische en industriële ontwikkeling, leidden de verschillen tussen Noord en Zuid tot de Belgische Revolutie in 1830. Op 7 februari 1831 werd de Belgische Grondwet goedgekeurd en Leopold I werd de eerste koning der Belgen [29](#page=29).
#### 2.1.2 Ontstaan van monumentenzorg en landschapsbehoud
De officiële start van monumentenzorg in België wordt toegeschreven aan de oprichting van de "Commission pour la conservation des monuments du pays" bij Koninklijk Besluit van 11 januari 1835. Dit adviesorgaan, initieel een persoonlijk initiatief van Leopold I, evolueerde en zou later de "Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen" worden. De oprichting was mede ingegeven door de noodzaak tot behoud van het sterk verwaarloosde kerkelijk patrimonium na de Franse Revolutie. De taak van de Commission was adviserend. Vanaf 1872 begon de Commission lijsten op te stellen van te bewaren monumenten, ingedeeld in klassen. De minimale ouderdomsvereiste voor opname was honderd jaar [30](#page=30) [31](#page=31).
In 1889 werd voor het eerst een budget ingeschreven voor de financiering van restauraties van monumentale kerken, waarbij het klasseringssysteem werd gebruikt om subsidies te verdelen. Vanaf dat moment kon een klassering leiden tot rechtsgevolgen, zoals het recht op overheidssubsidie [32](#page=32).
De Wet van 12 augustus 1911 tot het behoud van de schoonheid der landschappen betekende een eerste impuls voor landschapsbehoud. Deze wet verplichtte ontginners van mijnen, groeven en concessiehouders van openbare werken om de grond na ontginning te bebossen of van gewas te voorzien. De wet bevatte een *actio popularis*, waardoor elke Belgische burger een vordering kon instellen [32](#page=32).
In 1912 publiceerde Jean Massart zijn "Pour la protection de la nature", wat als manifest van natuurbescherming wordt beschouwd. In datzelfde jaar werd de bevoegdheid van de Commission royale des Monuments uitgebreid met die over 'landschappen', waardoor het de Commission royale des Monuments et des Sites (CRMS) werd [32](#page=32).
De Wet van 1914 tot instandhouding van het slagveld van Waterloo, gestemd aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, kondigde reeds de wet van 7 augustus 1931 aan [33](#page=33).
#### 2.1.3 De Wet van 1931 en de opkomst van het federale België
De Wet van 7 augustus 1931 "op het behoud van monumenten en landschappen" wordt beschouwd als de eerste Belgische wet met algemene draagwijdte voor de bescherming van zowel monumenten als landschappen, en bleef van kracht tot 1972. Deze wet regelde de bescherming van monumenten, landschappen en roerende goederen in 27 artikelen [33](#page=33).
* **Onroerend erfgoed:** Monumenten en gebouwen die van nationaal belang zijn, konden op voorstel van de CRMS of het college van burgemeester en schepenen worden gerangschikt en beschermd. Voor onderhouds-, instandhoudings- en restauratiewerken konden subsidies worden toegekend. Een belangrijk rechtsgevolg was de verplichte aanvraag van een vergunning voor alle ingrepen die het uitzicht van een beschermd monument wijzigden. Ruimere gebouwde gehelen konden als "stedelijk landschap" worden beschermd [34](#page=34).
* **Landschapsonderhoud:** Landschappen van nationaal belang konden, net als monumenten, worden gerangschikt. Rangschikkingen als landschap legden relatieve erfdienstbaarheden op, geen absolute. Anders dan voor monumenten, werd voor landschappen geen subsidie ingevoerd, wel een schadevergoedingsregeling [34](#page=34).
Ondanks de moderniteit van de wet van 1931, bleek de toepassing ervan en de financiële middelen die nodig waren, minder positief. Een beslissing uit 1932 bepaalde dat monumenten en landschappen eigendom van de Staat niet in aanmerking kwamen voor rangschikking. Kort daarna werd besloten de rangschikking van privé-goederen uit te stellen tot financieel betere tijden [35](#page=35).
De monumentenwet bleef veertig jaar ongewijzigd van kracht, tot de start van de staatshervormingen. Deze hervormingen hebben de zorg voor het onroerend erfgoed ingrijpend beïnvloed [35](#page=35) [38](#page=38).
In 1948 werd het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) / Institut Royal du Patrimoine Artistique (IRPA) opgericht, met als doel het roerend erfgoed in België te behartigen. Het KIK/IRPA blijft een federale instelling, bevoegd voor inventarisatie, wetenschappelijke studie, conservatie en valorisatie van het artistieke en culturele roerend erfgoed [36](#page=36).
De grondwetswijziging van 24 december 1970 en de wet van 21 juli 1971 betekenden het einde van de unitaire Staat België. De wet van 1971 definieerde "culturele aangelegenheden", inclusief "het cultureel patrimonium", wat zowel roerend als onroerend erfgoed omvatte. De staatshervorming bracht de oprichting van drie gemeenschappen (Vlaamse, Franse en Duitstalige) en drie gewesten (Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) met zich mee [38](#page=38) [39](#page=39).
* **Gemeenschappen:** Bevoegd voor persoonsgebonden materies zoals cultuur, onderwijs, welzijn, gezondheid, sport en taal [39](#page=39).
* **Gewesten:** Bevoegd voor grondgebonden materies zoals milieu, ruimtelijke ordening, wonen, **onroerend erfgoed**, mobiliteit, infrastructuur, economie en werkgelegenheid [39](#page=39).
De federale staat behoudt belangrijke bevoegdheden, waaronder op het vlak van buitenlandse zaken, landsverdediging, justitie, financiën, sociale zekerheid, en belangrijke delen van volksgezondheid en binnenlandse zaken. **Het beleid inzake roerend erfgoed is nog steeds een federale bevoegdheid** [40](#page=40).
Erfgoedzorg in België kende in de laatste decennia van de 20e eeuw een stroomversnelling, met verbeteringen in decreten, subsidieregelingen, verhoogde budgetten en een toename van het aantal beschermde monumenten. De zorg voor onroerend erfgoed (monumenten, stads- en dorpsgezichten, archeologische sites, landschappen, varend erfgoed en heraldiek) is momenteel een gewestelijke bevoegdheid. In het Vlaamse Gewest ondersteunt het Agentschap Onroerend Erfgoed de bevoegde minister bij het uitwerken van een gefundeerd en actueel beleid voor het onroerend erfgoed [40](#page=40).
> **Tip:** Het begrijpen van de staatshervormingen is cruciaal voor het doorgronden van de huidige bevoegdheidsverdeling inzake erfgoedbeleid in België. De overgang van een unitaire naar een federale staat heeft geleid tot een complexe maar gedifferentieerde aanpak van het erfgoedbeheer.
> **Example:** Voordat de staatshervormingen plaatsvonden, viel de bescherming van zowel monumenten als landschappen onder de federale wet van 1931. Na de staatshervormingen is de bevoegdheid voor onroerend erfgoed overgedragen aan de gewesten, terwijl de federale staat de verantwoordelijkheid voor roerend erfgoed behoudt.
---
# Erfgoedzorg binnen de Belgische gewesten en gemeenschappen
Hieronder volgt een gedetailleerde studiehandleiding over erfgoedzorg binnen de Belgische gewesten en gemeenschappen, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 3 Erfgoedzorg binnen de Belgische gewesten en gemeenschappen
Dit onderdeel van de cursus behandelt de specifieke bevoegdheden en taken van de verschillende Belgische gewesten en gemeenschappen op het gebied van erfgoedzorg, met bijzondere aandacht voor onroerend en immaterieel erfgoed. De federale structuur van België kent een complex bevoegdheidspakket, waarbij de zorg voor onroerend erfgoed voornamelijk een gewestelijke bevoegdheid is, terwijl immaterieel erfgoed onder de cultuurgemeenschappen valt [40](#page=40).
### 3.1 De federale staat en erfgoedzorg
Hoewel de staatshervormingen de bevoegdheden hebben verschoven, behoudt de federale staat nog steeds belangrijke bevoegdheden op diverse beleidsdomeinen. Het beleid inzake roerend erfgoed is echter nog steeds een federale bevoegdheid. De verzoening van regionale en culturele identiteiten met een federale structuur wordt als een uitdaging gezien, maar heeft als voordeel dat besluitvorming dichter bij de bevolking komt te liggen, wat kan leiden tot een grotere klemtoon op de kwaliteit van leven. Alle gewesten en gemeenschappen in de Federale Staat België zijn onderworpen aan één grondwet. Gedurende het laatste decennium van de 20e eeuw is erfgoedzorg in België significant versneld, wat zich uitte in verbeterde decreten, subsidieregelingen, verhoogde budgetten, meer beschermde monumenten, een grotere focus op preventie en onderhoud, een versterking van de restauratiesector, ondersteuning van het verenigingsleven en intensievere ontwikkeling en ontsluiting van erfgoed [40](#page=40).
### 3.2 De gewesten en onroerend erfgoedzorg
In België is de zorg voor onroerend erfgoed, waaronder monumenten, stads- en dorpsgezichten, archeologische sites, landschappen, varend erfgoed en heraldiek, een gewestelijke bevoegdheid [40](#page=40).
#### 3.2.1 Vlaamse Gewest
In het Vlaamse Gewest is het Agentschap Onroerend Erfgoed verantwoordelijk voor de zorg voor onroerend erfgoed. Dit agentschap is een intern verzelfstandigd agentschap (IVA) van de Vlaamse Overheid en ondersteunt de bevoegde minister bij het uitwerken van een gefundeerd en actueel beleid [40](#page=40).
* **Visie:** Het Agentschap Onroerend Erfgoed streeft ernaar Vlaanderen vorm en kleur te geven door zorg voor onroerend erfgoed vanzelfsprekend te maken voor iedereen [41](#page=41).
* **Geschiedenis:** Het agentschap werd opgericht op 1 juli 2011 door de samensmelting van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) en het deel "Erfgoed" van het agentschap Ruimte en Erfgoed. Het VIOE, opgericht in 2004, was de opvolger van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium en de kenniscel van de Afdeling Monumenten en Landschappen. Alle beleidsuitvoerende taken voor het beleidsveld Onroerend Erfgoed zijn nu ondergebracht in één agentschap. Het agentschap is gevestigd in het Herman Teirlinckgebouw te Brussel [41](#page=41).
* **Taken van het Agentschap Onroerend Erfgoed:**
1. **Beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie:** Het agentschap bereidt het beleid voor om het onroerend erfgoed in Vlaanderen te behouden en te beheren, voert dit uit en evalueert het. Dit omvat het voorbereiden, monitoren en evalueren van het erfgoedbeleid [41](#page=41).
2. **Inventarisatie en bescherming:** Het agentschap inventariseert en beschermt waardevolle gebouwen, landschappen, archeologische sites en varend erfgoed. Dit houdt in dat erfgoedwaarden worden onderzocht, geïnventariseerd en beschermd [41](#page=41).
* **Inventariseren:** Het agentschap maakt wetenschappelijke inventarissen op van bouwkundig, archeologisch en landschappelijk erfgoed, evenals thematische inventarissen over waardevolle houtige beplantingen, orgels, wereldoorlog-erfgoed, historische tuinen & parken, en maritiem & varend erfgoed. De inventaris van het onroerend erfgoed telt meer dan 90.000 items. Een opname in een wetenschappelijke inventaris heeft geen rechtsgevolgen en dient enkel voor beschrijving en documentatie. Vastgesteld onroerend erfgoed is opgenomen in de inventaris en via een juridische procedure 'vastgesteld', wat wel rechtsgevolgen met zich meebrengt [41](#page=41).
* **Beschermen:** De wetgeving voorziet vijf mogelijke beschermingsstatuten: een beschermd monument, een beschermd stads- of dorpsgezicht, een beschermd cultuurhistorisch landschap, een beschermde archeologische site, en beschermd varend erfgoed. Een beschermingsprocedure kent twee stappen: voorlopige en definitieve bescherming. Na een onderzoeks- en adviesfase beslist de bevoegde minister over de bescherming. Aan bescherming zijn rechtsgevolgen verbonden, zoals passief en actief behoud en een verbod op sloop. Sinds 7 september 2023 is er een nieuw herkenningsteken voor al het beschermde erfgoed in Vlaanderen, ongeacht het type [41](#page=41) [42](#page=42).
3. **Ondersteuning en advisering:** Het agentschap ondersteunt burgers, lokale overheden, ontwerpers, ontwikkelaars en andere instanties bij het onroerend-erfgoedbeheer door middel van adviezen en premies. Dit omvat het erkennen en/of subsidiëren van erfgoedactoren en -partners. Financiële steun wordt verleend aan eigenaars, gebruikers en beheerders van beschermd onroerend erfgoed en erfgoedlandschappen via premies, leningen, vermindering van de personenbelasting en verlaging van verkooprecht en schenkbelasting. Verder worden subsidies verleend op basis van beheersovereenkomsten en projectsubsidies voor sensibiliserings- en onderzoeksprojecten [42](#page=42).
4. **Aanmoedigen lokale verantwoordelijkheid:** Het agentschap moedigt lokale overheden en instanties aan om meer verantwoordelijkheid op te nemen in erfgoedzorg en begeleidt hen hierbij [42](#page=42).
5. **Erkenning van erfgoedactoren:** Het agentschap erkent onroerenderfgoedgemeenten, intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten (IOED's), onroerend erfgoeddepots en archeologen en metaaldetectoristen. Erkende IOED's en depots kunnen subsidies ontvangen op basis van samenwerkingsovereenkomsten [42](#page=42).
6. **Communicatie en beleidsgericht onderzoek:** Het agentschap draagt een kwaliteitsvolle omgang met onroerend erfgoed uit, met beleidsgericht onderzoek en gerichte communicatie daarover [42](#page=42).
7. **Beheer van archeologische ensembles:** Het agentschap beheert een collectie archeologische ensembles in een erkend onroerenderfgoeddepot en stelt deze ter beschikking voor onderzoek [42](#page=42).
8. **Ondersteuning minister:** Het agentschap ondersteunt de bevoegde minister bij de beleidsvoorbereiding [42](#page=42).
* **Decreten van het Vlaams Parlement:**
* **2002:** Varend-erfgoeddecreet [42](#page=42).
* **2013:** Onroerenderfgoeddecreet [42](#page=42).
* **Nieuwigheden van het Onroerenderfgoeddecreet:** .
* Volledige integratie van het Verdrag van Valletta [43](#page=43).
* Betere integratie van archeologie in projecten, met vroegtijdige betrokkenheid in het bouwproces [43](#page=43).
* Mogelijkheid tot oprichting van solidariteitsfondsen en meer financiële steun voor archeologie [43](#page=43).
* Het zwaartepunt van het onroerend-erfgoedbeleid ligt bijna volledig bij de Vlaamse overheid [43](#page=43).
* Meer verantwoordelijkheid en inspraak voor steden en gemeenten via de erkenning als onroerenderfgoedgemeente, die bijvoorbeeld toelating kan geven voor werken aan beschermd erfgoed [43](#page=43).
* Integratie van onroerend erfgoed in ruimtelijke ordening, bos, natuur en milieu, wat zorgt voor meer transparantie, snellere procedures en rechtszekerheid [43](#page=43).
* Overheden hebben een zorgplicht voor items uit de vastgestelde erfgoedinventarissen [43](#page=43).
* Beheersplannen voor onroerend erfgoed worden zoveel mogelijk geïntegreerd in natuurrichtplannen en bosbeheerplannen [43](#page=43).
* Verbeterde en gemoderniseerde handhaving, met zowel gerechtelijke als administratieve mogelijkheden (boetes, schadevorderingen, stakingsbevel, dwangsom, herstelvorderingen) [43](#page=43).
* Digitale ontsluiting van erfgoed: online beschikbaar maken van inventarissen (bouwkundig erfgoed, archeologische zones, landschapsatlas, houtige beplantingen, historische tuinen en parken) [43](#page=43).
* **2014:** Wijziging van het Varend-erfgoeddecreet. Deze wijziging, bekrachtigd op 9 mei 2014, brengt onder andere een duidelijke omschrijving van 'varend erfgoed', de invoer van een procedure tot vaststelling van de inventaris, inkorting van de beschermingsprocedure, verduidelijking en uitbreiding van rechtsgevolgen, vereenvoudiging en versnelling van het premiestelsel, en een handhavingsluik met zich mee [43](#page=43).
* **Publicaties:**
* **Leidraad "Eerst onderzoeken, dan herbestemmen":** Een publicatie uit november 2014 door Nathalie Van Roy & Sara Vermeulen en het Agentschap Onroerend Erfgoed, die handvatten biedt voor het proces van herbestemmingsonderzoek voor beschermde historische gebouwen en sites. Dit is een nuttige gids om de slaagkansen van een herbestemmingsplan te vergroten [43](#page=43).
* **Onroerenderfgoedprijs:** Dit is de opvolger van de Vlaamse Monumentenprijs en wordt sinds 2016 jaarlijks uitgereikt door de bevoegde minister. Het agentschap organiseert de prijs die toegekend wordt aan een persoon, instelling of bestuur voor een recente realisatie op het gebied van onroerend erfgoed [44](#page=44).
* **Website:** [https://www.onroerenderfgoed.be/](https://www.onroerenderfgoed.be/) [44](#page=44).
#### 3.2.2 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat de Directie Cultureel Erfgoed (DCE) in voor de toepassing van het gewestelijk beleid inzake de vrijwaring van onroerend erfgoed. De DCE is een operationele eenheid van urban.brussels – de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Stedenbouw en Erfgoed [44](#page=44).
* **Website:** [https://erfgoed.brussels/](https://erfgoed.brussels/) [44](#page=44).
#### 3.2.3 Waalse Gewest
Het Agence Wallonne du Patrimoine (AWaP) is het Waalse erfgoedagentschap, opgericht in 2018 en onderdeel van de Service Public Wallon. De zetel van het agentschap is in Namen [44](#page=44).
* **Taken van het AWaP:** Het AWaP is verantwoordelijk voor het beschermen van monumenten, het beheren van archeologische opgravingen, het subsidiëren en bijstaan van erfgoedbezoekers, enz.. Binnen het AWaP bevindt zich een conservatie- en studiecentrum dat archeologische artefacten verzamelt. Tijdens de watersnood van 2021 werd dit magazijn ernstig beschadigd, wat het behoud van de locatie in het gedrang bracht [44](#page=44).
* **Website:** [https://agencewallonnedupatrimoine.be/](https://agencewallonnedupatrimoine.be/) [44](#page=44).
### 3.3 De cultuurgemeenschappen en immaterieel erfgoed
Voor immaterieel erfgoed, zoals taal, gebruiken en onderwijs, zijn de volgende cultuurgemeenschappen bevoegd:
* Nederlandse Gemeenschap [44](#page=44).
* Franse Gemeenschap [44](#page=44).
* Duitstalige Gemeenschap [44](#page=44).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Global Village | Een term geïntroduceerd door Marshall McLuhan om de impact van technologische ontwikkelingen op communicatie en transport te beschrijven, waardoor de wereld kleiner aanvoelt en informatie en culturen sneller gedeeld kunnen worden. |
| Postmodernisme | Een culturele en intellectuele stroming die zich afzet tegen het modernisme en de nadruk legt op diversiteit, regionalisme en de waarde van lokale tradities, als reactie op de universalistische tendensen van het modernisme. |
| Duurzaamheid | Een beleidsconcept dat stelt dat bij lokale handelingen steeds rekening gehouden moet worden met het welzijn van de gehele planeet, met het bekende adagium “Think globally, act locally”. |
| Gouvernementele organisatie | Een maatschappelijke organisatie die afhankelijk is van de overheid en betrokken is bij beleidszaken en de uitvoering van overheidsopdrachten. |
| Erfgoedbeleid | Het geheel van regels, procedures en acties die door overheden worden ondernomen om cultureel, historisch en natuurlijk erfgoed te beschermen, beheren en valoriseren. |
| Verenigde Naties (VN) | Een internationale organisatie opgericht in 1945, bestaande uit 193 lidstaten, met als doel het bevorderen van mensenrechten, internationale recht, mondiale veiligheid, economische ontwikkeling en wetenschappelijk onderzoek. |
| UNESCO | Een gespecialiseerde organisatie van de VN (Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur) die zich richt op het bijdragen aan vrede en veiligheid door internationale samenwerking op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur. |
| Werelderfgoed | Uitzonderlijke culturele en natuurlijke sites die door de UNESCO worden erkend en beschermd vanwege hun universele waarde voor de mensheid. |
| Raad van Europa (RvE) | Een internationale organisatie die zich richt op de bescherming van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat in Europa, met 46 lidstaten. |
| Europese Unie (EU) | Een supranationale en intergouvernementele unie van 27 Europese landen die economische en politieke samenwerking nastreeft op diverse beleidsterreinen. |
| Erfgoedconven2e | Internationale verdragen die de principes en regels vastleggen voor de bescherming, het behoud en beheer van cultureel, natuurlijk en immaterieel erfgoed. |
| Federale staat | Een staatsvorm waarbij de macht is verdeeld tussen een centrale federale overheid en deelstaten (zoals gewesten en gemeenschappen), elk met eigen bevoegdheden. |
| Gewesten | Deelstaten binnen een federale staat die bevoegd zijn voor grondgebonden materies zoals ruimtelijke ordening, milieu en onroerend erfgoed. |
| Gemeenschappen | Deelstaten binnen een federale staat die bevoegd zijn voor persoonsgebonden materies zoals cultuur, onderwijs en taal. |
| Onroerend erfgoed | Tastbaar erfgoed dat gebonden is aan de grond, zoals monumenten, archeologische sites, landschappen, stads- en dorpsgezichten. |
| Immaterieel erfgoed | Niet-tastbaar cultureel erfgoed, zoals tradities, feesten, ambachten, taal en orale geschiedenis. |
| Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCM) | Een historisch adviesorgaan in België dat zich bezighield met de bescherming en het behoud van monumenten en landschappen. |
| Agentschap Onroerend Erfgoed | Een Vlaams overheidsagentschap dat verantwoordelijk is voor het beleid, onderzoek, bescherming en beheer van het onroerend erfgoed in Vlaanderen. |
| Monument | Een bouwwerk van historisch, archeologisch, artistiek, wetenschappelijk, sociaal of technisch belang dat beschermd wordt vanwege zijn waarde. |
| Stads- of dorpsgezicht | Een groep gebouwen die samen een architectonische of stedenbouwkundige eenheid vormen en van belang zijn vanwege hun historische, artistieke of sociale waarde. |
| Archeologische site | Een plaats waar sporen van menselijke activiteit uit vroegere perioden worden aangetroffen, die waardevolle informatie bevatten over het verleden. |
| Cultureel landschap | Een gebied dat door het samenspel van natuur en mens is ontstaan en dat van historisch, artistiek of wetenschappelijk belang is. |
| Varend erfgoed | Historische vaartuigen en schepen die van culturele, historische of technische waarde zijn. |
| Herbestemming | Het geven van een nieuwe functie aan een bestaand bouwwerk of site die oorspronkelijk een andere bestemming had, om het behoud ervan te waarborgen. |
| Zorgplicht | De wettelijke of ethische verplichting van een overheid of instantie om zorg te dragen voor het behoud en beheer van erfgoed of milieu. |