Cover
Comença ara de franc OPO13 - LES 7 - BOUWEN - 2025-26.pdf
Summary
# Inleiding tot het passiefhuis
Een passiefhuis is een gebouw dat is ontworpen om extreem energiezuinig te zijn, met een focus op zowel winter- als zomercomfort, door middel van een doorgedreven isolatie en luchtdichtheid, waardoor warmteverliezen aanzienlijk worden beperkt. Het energieverbruik van een passiefhuis ligt gemiddeld 75% lager dan dat van een traditionele woning [19](#page=19).
### 1.1 Kernprincipes van een passiefhuis
Het behalen van deze energiezuinigheid is gebaseerd op zes kernprincipes:
#### 1.1.1 Beperken van warmteverliezen
* **Doorgedreven isolatie:** Een hoge mate van isolatie wordt toegepast om warmteverliezen door de gebouwschil te minimaliseren. Hierdoor is slechts een kleine naverwarming op de ventilatielucht nodig om het gebouw op temperatuur te houden. Met het vermogen van een strijkijzer kan een passiefhuis in de winter warm blijven [19](#page=19).
* **Zeer goede luchtdichtheid:** Het gebouw moet uiterst luchtdicht zijn om ongewenste luchtstromen en bijbehorende warmteverliezen te voorkomen [19](#page=19).
#### 1.1.2 Optimaliseren van warmtewinsten
* **Gebruik van passieve energie:** Dit omvat het maximaal benutten van de zonnewarmte in de winter door de zuidoriëntatie van het gebouw [19](#page=19).
* **Zonwering in de zomer:** Om oververhitting tegen te gaan, wordt de zon geweerd in de zomermaanden door middel van externe zonwering zoals screens of luifels [19](#page=19).
#### 1.1.3 Waarborgen van luchtkwaliteit
* **Ventilatie met warmteterugwinning:** Een gecontroleerd ventilatiesysteem zorgt voor verse lucht en voert vervuilde lucht af, waarbij de warmte uit de afgevoerde lucht wordt teruggewonnen om de verse instromende lucht voor te verwarmen [19](#page=19).
#### 1.1.4 Laag energiegebruik
* **Efficiënte apparaten:** Het gebruik van energiezuinige huishoudelijke apparaten draagt bij aan het totale lage energieverbruik [19](#page=19).
#### 1.1.5 Hernieuwbare energie
* **Integratie van duurzame energiebronnen:** Systemen zoals zonnepanelen en zonnecollectoren kunnen worden toegepast om in een deel van de energiebehoefte te voorzien [19](#page=19).
### 1.2 Ontwerptool: PHPP
Het PassiefHuis ProjecteringsPakket (PHPP) is een essentieel rekenblad dat wordt gebruikt om alle gebouw- en installatieparameters te definiëren en te evalueren. Met dit pakket kan men het effect van verschillende ontwerpkeuzes op het uiteindelijke energieverbruik analyseren en het ontwerp bijsturen tot een uiterst energiezuinig resultaat is bereikt [20](#page=20).
---
# Ondergrondse constructie van een passiefhuis
Dit hoofdstuk behandelt de verschillende stappen en materialen die gebruikt worden voor de ondergrondse bouwdelen van een passiefhuis, inclusief fundering, isolatie en waterdichting.
### 2.1 Uitzetten en graafwerken
Voordat de fundering kan worden uitgegraven, wordt het gebouw op de locatie uitgezet en wordt een eerste laag grond afgegraven om een visueel beeld te krijgen van de toekomstige plaatsing van het huis. Het terrein wordt vervolgens ongeveer 2.5 meter diep uitgegraven, wat neerkomt op circa 350 kubieke meter grond die afgevoerd moet worden. Vanwege een te hoge ligging van het freatisch oppervlak is bronbemaling noodzakelijk. De bouwput moet tijdens de plaatsing van de fundering en de kelderverdieping continu leeggepompt worden [21](#page=21) [22](#page=22).
### 2.2 Fundering en vloerplaat
#### 2.2.1 Zuiverheidsbeton
In de bouwput wordt een laag zuiverheidsbeton gegoten. Dit creëert een vlakke werkvloer waarop later isolatieplaten geplaatst kunnen worden [24](#page=24).
#### 2.2.2 Vloerisolatie
Bovenop het zuiverheidsbeton worden twee lagen isolatieplaten aangebracht. Deze platen worden in elkaar geschoven en verspringend geplaatst, zonder gebruik van lijm [26](#page=26).
#### 2.2.3 Bekisting, wapening en vloerplaat
Op de isolatielaag wordt een plasticfolie aangebracht die twee functies vervult: bescherming tegen opstijgend vocht en het voorkomen van het onttrekken van water uit de betonemulsie door de ondergrond, wat een betere uitharding van de betonplaat bevordert. Vervolgens worden de bekisting en de wapeningsnetten geplaatst voor de funderingsplaat [27](#page=27).
Na het gieten van de betonplaat, die 30 cm dik is met 10 mm wapeningsnetten (plus extra wapening), moet deze uitharden. De vloerplaat wordt in dit project onmiddellijk als afgewerkt beschouwd, waarbij de bovenste laag nog voor de uitharding wordt gepolierd met een ‘vlindermachine’ of helikopter. Wachtwapening, die later verbonden wordt met de wandwapening, steekt uit de vloerplaat [28](#page=28) [29](#page=29).
### 2.3 Kelderwanden en waterdichting
#### 2.3.1 Constructie van de kelder
Aangezien de bodem van de kelder onder het freatisch oppervlak ligt, is waterdichtheid cruciaal. Er wordt gekozen voor een gegoten betonkelder met 30 cm dikke betonwanden voorzien van 8 mm dikke netten [29](#page=29).
#### 2.3.2 Waterkering en aanvullende maatregelen
Aan de overgang tussen de funderingsplaat en de betonwanden worden wachtijzers en een dubbele rij waterkeerplaten geplaatst om lekken te voorkomen. Daarnaast wordt aan de buitenzijde van de betonwanden een extra bitumenlaag aangebracht om het risico op lekken op lange termijn te minimaliseren [29](#page=29).
### 2.4 Isolatie van ondergrondse bouwdelen
#### 2.4.1 Isolatie onder de vloer en aan de wanden
Zowel onder de funderingsplaat als aan de buitenzijde van de kelderwanden worden twee lagen XPS-isolatie geplaatst. Hierbij wordt isolatie gekozen met een voldoende hoge druksterkte om de woning te dragen zonder degradatie van de isolerende eigenschappen [29](#page=29).
#### 2.4.2 Voordelen van de isolatie
De isolatie aan de onder- en buitenzijde van de kelder zorgt voor een ononderbroken isolatieschil zonder koudebruggen. Dit zorgt ervoor dat de betonmassa nauwelijks temperatuurschommelingen ondergaat. Een grote massa binnen de bouwschil draagt bij aan een hoge thermische inertie van de woning, wat snelle afkoeling in de winter en oververhitting in de zomer tegengaat [29](#page=29).
### 2.5 Overige ondergrondse elementen
#### 2.5.1 Regenwaterput en septische put
Tijdens de ruwbouwfase worden ook de regenwaterput (10 000 liter) en de septische put geplaatst. De regenwaterput verzamelt regenwater van het dak voor gebruik in toiletten, wasmachines, en voor de tuin. De overloop moet aangesloten worden op een insijpelingsconstructie. De septische put vangt vuil en grijs water op, waarbij grove elementen bezinken en worden verteerd. De overloop wordt afgevoerd naar de riolering of een zuiveringsinstallatie [37](#page=37).
#### 2.5.2 Wederaavulling
Na voltooiing van de ondergrondse werken wordt de bouwput weer opgevuld [38](#page=38).
> **Tip:** De plaatsing van de isolatie aan de onder- en buitenzijde van de kelder is cruciaal voor het behoud van thermische inertie en het vermijden van koudebruggen.
> **Voorbeeld:** Een betonkelder met een dikte van 30 cm en twee lagen XPS-isolatie aan de buitenzijde biedt een robuuste en thermisch efficiënte oplossing voor ondergrondse bouwdelen van een passiefhuis.
---
# Bovengrondse constructie en buitenschrijnwerk
Dit onderdeel behandelt de opbouw van de bovengrondse delen van een woning, inclusief muren, daken en de installatie van ramen en deuren, met aandacht voor isolatie en constructiematerialen.
### 3.1 Ruwbouw
De ruimtes van de kinderverdieping zijn opgebouwd met plafonds bestaande uit predallen, dit zijn vooraf gefabriceerde betonnen afdekplaten. Er worden twee soorten predallen gebruikt: gladde afdekplaten boven de kelder, die als betonelement zichtbaar blijven en geen verdere afwerking behoeven, en ruw afgewerkte platen boven de slaapkamers en badkamer [39](#page=39).
Bovenop de predallen wordt een betonnen druklaag gegoten. In het geval van het gelijkvloers was een wat dikkere druklaag beton nodig dan oorspronkelijk voorzien. De stabiliteitsingenieur eiste extra wapening, waardoor het salonniveau vijf centimeter hoger kwam dan gepland. Er moest een keuze gemaakt worden tussen het verhogen van het hele huis met vijf centimeter, of het creëren van een groter niveauverschil tussen de keuken en de salon; de laatste optie werd gekozen [41](#page=41) [42](#page=42).
### 3.2 Opbouw van de gevel bovengronds
De opbouw van de gevel, van binnen naar buiten, omvat de volgende lagen [45](#page=45):
* **Binnenmuur:** Gemaakt van silicaatsteen (kalkzandsteen) met een dikte van 15 cm en een lambdawaarde van 0,92 W/mK [45](#page=45).
* **Voorhangconstructie:** Opgebouwd uit FJI-liggers met een dikte van 30 cm. Deze liggers worden verticaal geplaatst met een maximale afstand van 60 cm [45](#page=45).
* **Isolatie:** Cellulose-isolatie (papiervlokken) met een dikte van 30 cm en een lambdawaarde van 0,038 W/mK, geplaatst tussen de FJI-liggers [45](#page=45).
* **Houtvezelplaten:** Met een dikte van 6 cm en een lambdawaarde van 0,045 W/mK. Deze platen vormen samen met de FJI-liggers afgesloten compartimenten [45](#page=45).
* **Luchtspouw:** Een spouw van 4,4 cm, gecreëerd door een houten latwerk dat zowel verticaal als horizontaal geplaatst wordt [45](#page=45).
* **Gevelbeplanking:** Verticale gevelbeplanking in padoek met een dikte van 2,2 cm [45](#page=45).
De totale muurdikte komt hiermee op ongeveer 57-58 cm. De berekende U-waarde voor dit bouwdeel is 0,106 W/m²K, wat ruim onder de richtwaarde van 0,15 W/m²K ligt [45](#page=45).
### 3.3 Houtskeletbouw
De meeste passiefhuizen in België worden opgebouwd met houtskeletbouw, wat het voordeel biedt dat de volledige muurdikte kan worden ingezet voor isolatie. In dit specifieke project is gekozen om enkel de gevel op te bouwen met houtskeletbouw, terwijl de interne structuur uit massiefbouw bestaat [50](#page=50).
Een belangrijke overweging voor de architect om voor een alternatief bouwsysteem te kiezen, was het feit dat houtskeletwoningen door hun lichte constructie relatief weinig thermische inertie hebben. De grootste uitdaging bij het ontwerpen van een passiefhuis is niet zozeer het verwarmen in de winter, maar het voorkomen van oververhitting tijdens warme zomerdagen [50](#page=50).
### 3.4 Buitenschrijnwerk
Dit onderdeel focust op de plaatsing van ramen en deuren, die een cruciaal element vormen in de energieprestatie van een woning. Het nauwkeurig opmeten van ramen is een belangrijke stap voorafgaand aan de plaatsing [49](#page=49) [53](#page=53).
---
# Isolatie, waterdichting en technieken
Dit hoofdstuk behandelt de specifieke isolatiemethoden voor het dak, de waterdichtingsmaatregelen en de installatie van technische systemen zoals sanitair en elektriciteit binnen het context van het Passiefhuis Lokeren.
### 4.1 Isolatie van het dak
De dakopbouw van het Passiefhuis Lokeren is ontworpen om een zeer lage U-waarde te bereiken, essentieel aangezien warme lucht opstijgt en het dak extra goed geïsoleerd moet zijn ten opzichte van andere bouwdelen. De aanbevolen U-waarde voor passiefwoningen is 0,15 W/m²K, en de hier beschreven dakopbouw behaalt een U-waarde van 0,084 W/m²K. Dit overtreft ruimschoots de richtwaarde [56](#page=56).
#### 4.1.1 Dakopbouw van onder naar boven
De dakopbouw is gedetailleerd als volgt:
* **Dakplaat in beton**: Bestaande uit predallen en een druklaag (5 cm en 10 cm dik) met lambdawaarden van respectievelijk 0,52 W/mK en 2,3 W/mK [56](#page=56).
* **Hellingslaag**: Een laag uit isolatiemortel, verrijkt met EPS-parels voor isolatie. De dikte varieert tussen 4 en 14 cm, met een gemiddelde van circa 11,5 cm en een lambdawaarde van 0,10 W/mK [56](#page=56).
* **Isolatieplaten**: Twee lagen van 12 cm dik met een lambdawaarde van 0,023 W/mK. Deze platen liggen los (niet verlijmd) bovenop de hellingslaag. Om koudebruggen te vermijden, worden de twee lagen geschrankt geplaatst, zonder overlappende naden, en moeten de afzonderlijke platen perfect aansluiten [56](#page=56).
* **EPDM-dakrubberfolie**: Een folie van 1,15 mm dik met een lambdawaarde van 0,25 W/mK. Deze folie wordt eveneens los geplaatst en is enkel aan de randen gefixeerd [56](#page=56).
* **Keienballastlaag**: Deze laag keien houdt de EPDM-folie op zijn plaats. Bovendien beschermt deze laag de EPDM-folie tegen UV-degradatie en helpt deze de daktemperatuur in de zomer te beperken door minder zonlicht te absorberen dan EPDM [56](#page=56).
#### 4.1.2 Vergelijking met andere woningtypes
Bij laag-energiewoningen spreekt men vaak van de 10-15-20 regel: 10 cm isolatie in de vloer, 15 cm in de gevels en 20 cm in het dak. Bij passiefwoningen dienen deze isolatiediktes nog verder opgedreven te worden [56](#page=56).
#### 4.1.3 Overige isolatiemethoden
Een dampopen houtvezelplaat wordt als isolatiemethode vermeld. In de kelderverdieping wordt bovenop de leidingen een 16 cm dikke laag isolerend PU-schuim gespoten voor extra isolatie [55](#page=55) [59](#page=59).
### 4.2 Waterdichting
De waterdichting wordt specifiek behandeld voor het dak. Een EPDM-dakrubberfolie van 1,15 mm dik wordt los geplaatst bovenop de isolatieplaten en de hellingslaag. Deze folie is enkel aan de randen gefixeerd en wordt op zijn plaats gehouden door de keienballastlaag [56](#page=56).
### 4.3 Technieken
#### 4.3.1 Sanitair
* **Sanitaire aanvoerleidingen**: Rood voor warm water, blauw voor koud water [57](#page=57).
* **Afvoerbuizen**: Verschillende diameters worden gebruikt:
* Dia 50mm voor wastafels en douches/baden [57](#page=57).
* Dia 110mm voor toiletten [57](#page=57).
* **Douchebak**: Er wordt melding gemaakt van bekisting voor de douchebak en de noodzaak van aarding van de douche (groen-gele draad) [57](#page=57).
* **Vloerverwarming**: Een leidingentracé voor vloerverwarming wordt geplaatst na de andere technieken en vóór het aanbrengen van de leidingenchape. De massa van de chape draagt bij aan het vloerverwarmingssysteem. Voor het aanbrengen van de chape worden de vloerverwarmingsbuizen vol water gezet om lekken te controleren [58](#page=58) [59](#page=59).
#### 4.3.2 Elektriciteit
Elektriciteitsleidingen worden ingeboord en geslepen. Schakelaars worden op 1,10 meter hoogte geplaatst en stopcontacten op 30 cm, conform het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) [58](#page=58).
### 4.4 Chape
De chape is een essentieel onderdeel van de vloerconstructie. In de kelderverdieping wordt een 16 cm dikke laag isolerend PU-schuim gespoten bovenop de leidingen voor extra isolatie. Voordat de chape wordt aangebracht, worden de vloerverwarmingsbuizen vol water gezet om lekken te controleren [59](#page=59).
---
# Luchtdichtheid en afwerking
Dit gedeelte bespreekt de cruciale rol van luchtdichtheid in een passiefhuis en diverse afwerkingsmaterialen en technieken toegepast aan zowel de gevel als het interieur.
### 5.1 Luchtdichtheid
Luchtdichtheid is een kritisch aspect bij de bouw van een passiefhuis, waarbij ongecontroleerde luchtstromen naar binnen vermeden moeten worden. Naden en overgangen met schrijnwerk, vloeren en plafonds dienen luchtdicht gemaakt te worden met kleefband of folies. De luchtdichtheid wordt getest met een blowerdoor test; het niet slagen voor deze test leidt tot het mislopen van het passiefhuiscertificaat en subsidies [60](#page=60).
#### 5.1.1 Specifieke methoden voor luchtdichting
* **Houtskeletbouw:** In een passiefhuis in houtskeletbouw worden tapes en folies gebruikt om naden van bijvoorbeeld OSB-platen te dichten [60](#page=60).
* **Massiefbouw:** Bij een massief passiefhuis is in principe de binnenpleisterlaag verantwoordelijk voor de luchtdichting. Echter, enkel op de pleisterlaag rekenen is risicovol vanwege mogelijke barsten. Daarom moeten silicaatstenen (kalkzandsteen) zo luchtdicht mogelijk worden opgebouwd door zowel horizontale als verticale voegen te verlijmen [60](#page=60).
* **Overige afdichtingen:** Alle vloerovergangen tussen silicaatsteen en beton, raam- en deuraansluitingen met silicaatsteen, en plafonds moeten worden afgeplakt met tapes [60](#page=60).
### 5.2 Afwerking
#### 5.2.1 Bepleistering
Bepleistering speelt een rol in de afwerking van het passiefhuis [61](#page=61).
#### 5.2.2 Binnenwanden
De afwerking van binnenwanden is eveneens een onderdeel van het bouwproces [62](#page=62).
#### 5.2.3 Gevelafwerking
* **Houtengevel met Padoek:** Padoek, een Afrikaanse hardhoutsoort met duurzaamheidsklasse I, is geschikt voor buitenschrijnwerk en gevelbekleding. Het kan verkregen worden met een FSC-label, wat garandeert dat het hout afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen. Kort na plaatsing kleurt Padoek felrood, maar vergrijst het na enkele weken tot maanden [63](#page=63).
#### 5.2.4 Vloerafwerking
* **Bamboeparket:** Bamboeparket wordt geleverd in matjes van bamboestrookjes die aan elkaar zijn bevestigd. Deze matjes worden rechtstreeks op een vlakke chape verlijmd. Na het schuren van het oppervlak om oneffenheden en naden tussen de strookjes te verwijderen, worden de naden gevuld met een pasta gemaakt van opgevangen schuurstof. Vervolgens wordt de parket opnieuw geschuurd en afgewerkt met twee lagen olie [64](#page=64).
* **Gietvloer:** Een gietvloer bestaat uit vier lagen. Na het gladschuren van de chape wordt een primer en een glasvezelversterkte schraaplaag in epoxy aangebracht. Hierop volgt een 2 mm dikke PU-gietlaag, afgesloten met twee UV-bestendige PU-toplagen [66](#page=66).
#### 5.2.5 Grondwerken en omgevingsaanleg
De grondwerken rond de woning worden ongeveer een jaar na de start van de graafwerken van de bouwput uitgevoerd [67](#page=67).
* **Drainage:** Voor de ramen van halfondergrondse kinderkamers wordt rekening gehouden met drainage. Drainagebuizen vangen regenwater en eventueel grondwater op, met een afvoergeul met rooster als back-up bij hevige stortvloed. De drainagebuis wordt geplaatst in een bed van kiezelsteentjes, met waterdoorlatend doek eronder en erboven om zand tegen te houden. De zone wordt afgewerkt met grof rijnzand en een laagje kift (fijne kiezels) [67](#page=67).
* **Hellingsgraad:** De onsteile helling zorgt voor voldoende lichtinval in de kamers en een goed zicht naar buiten voor de kinderen [67](#page=67).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Passiefhuis | Een extreem energiezuinig gebouw dat zich richt op optimaal comfort in zowel de winter als de zomer, met minimale warmteverliezen door doorgedreven isolatie en luchtdichtheid. |
| PHPP (PassiefHuis ProjecteringsPakket) | Een gespecialiseerd rekenblad dat wordt gebruikt om alle bouw- en installatieparameters van een gebouw in te voeren en hun effect op het energieverbruik te evalueren, teneinde het ontwerp bij te sturen voor maximale energiezuinigheid. |
| Bronbemaling | Een techniek die wordt toegepast om de bouwput droog te houden wanneer het grondwaterniveau hoog is, waarbij water continu wordt weggepompt. |
| Zuiverheidsbeton | Een dunne laag betonnen vloer die wordt aangebracht in de bouwput om een vlakke en stabiele ondergrond te creëren voor verdere constructie. |
| Freatisch oppervlak | De bovenzijde van de verzadigde grondlaag, oftewel het grondwaterniveau. |
| Wapening | Stalen staven of netten die worden opgenomen in beton om de treksterkte te verhogen en scheurvorming te voorkomen. |
| Predal | Een vooraf gefabriceerde betonnen plaat die wordt gebruikt als vloer- of dakconstructie, ook bekend als breedplaatvloer. |
| Druklaag | Een laag beton die bovenop een andere constructie (zoals predallen) wordt aangebracht om stabiliteit te verhogen of een vlak oppervlak te creëren. |
| U-waarde | Een maat voor de warmteoverdracht door een bouwdeel, uitgedrukt in Watt per vierkante meter per Kelvin (W/m²K). Een lagere U-waarde duidt op betere isolatie. |
| Koudebrug | Een deel van de gebouwschil waar de thermische weerstand significant lager is dan in de omringende delen, wat leidt tot warmteverlies. |
| Thermische inertie | Het vermogen van een massa om warmte op te slaan en langzaam weer af te geven, wat helpt bij het stabiliseren van de binnentemperatuur. |
| Blowerdoortest | Een gestandaardiseerde test om de luchtdichtheid van een gebouw te meten door middel van een ventilator. |
| Silicaatsteen (kalkzandsteen) | Een steen gemaakt van zand, kalk en water, bekend om zijn goede druksterkte en mogelijkheid tot gelijmde verbindingen voor luchtdichtheid. |
| Padoek | Een duurzame, harde houtsoort uit Afrika, vaak gebruikt voor buitentoepassingen zoals gevelbekleding, die na verloop van tijd vergrijst. |
| FSC-label | Een certificeringslabel dat garandeert dat hout afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen, met aandacht voor milieu en sociale aspecten. |
| Gietvloer | Een naadloze vloerafwerking die bestaat uit meerdere lagen, vaak op basis van epoxy of polyurethaan, die ter plaatse worden aangebracht. |