Cover
ابدأ الآن مجانًا les_6_VC_2025.pdf
Summary
# Elektriciteit: gevaren en begrippen
Dit onderwerp bespreekt de fundamentele concepten van elektriciteit en de gevaren die eraan verbonden zijn, waaronder elektrocutie en brandgevaar.
## 1. Elektriciteit: gevaren en begrippen
### 1.1 Inleiding tot elektrische gevaren
Het werken met elektriciteit kan veilig zijn mits gevaren correct worden geïdentificeerd en beheerst. Gebrek aan training, ervaring of het niet herkennen van potentiële gevaren kan leiden tot elektrische schokken of zelfs de dood [8](#page=8).
### 1.2 Fundamentele begrippen van elektriciteit
De basisbegrippen van elektriciteit omvatten:
* **Stroomsterkte:** Gemeten in Ampère (A) [10](#page=10).
* **Spanning:** Gemeten in Volt (V) [10](#page=10).
* **Weerstand:** Gemeten in Ohm ($\Omega$) [10](#page=10).
* **Vermogen:** Gemeten in Watt (W) [10](#page=10).
### 1.3 Termen gerelateerd aan elektrische installaties
* **Kortsluiting:** Een direct contact tussen twee onder spanning staande geleiders. Bij een kortsluiting is er sprake van een grote stroom, vonken en opwarming van de leiding [12](#page=12) [36](#page=36).
* **Aardingsinstallatie:** Een systeem van aardverbindingen en beveiligingsgeleiders dat foutstromen veilig naar de aarde afleidt. In huishoudens is aarding essentieel. Slechte of ontbrekende aardverbindingen zijn een oorzaak van ongevallen [12](#page=12) [26](#page=26).
* **Rechtstreekse aanraking:** Het direct aanraken van normaal stroomvoerende geleiders door personen [12](#page=12).
* **Onrechtstreekse aanraking:** Het aanraken van delen van elektrisch materiaal die normaal gesproken niet onder spanning staan, maar dit door een isolatiefout wel zijn geworden [12](#page=12).
### 1.4 Gevaren geassocieerd met elektriciteit
De gevaren van elektriciteit zijn divers en omvatten:
* Elektrocutie [13](#page=13).
* Verwondingen door vonken en vlambogen [13](#page=13).
* Letsel door elektrische schokken en de reacties hierop [13](#page=13).
* Brand- en explosiegevaar [13](#page=13).
### 1.5 Elektrocutie en de invloed op het menselijk lichaam
Elektrocutie treedt op wanneer stroom door het lichaam gaat. De ernst van de gevolgen hangt af van de grootte van de stroomdoorlating. Dit wordt beïnvloed door [15](#page=15):
* **Spanning:** Een hogere spanning leidt tot een hogere stroomsterkte ($U \uparrow \rightarrow I \uparrow$) [15](#page=15).
* **Weerstand:** Een lagere weerstand leidt tot een hogere stroomsterkte ($R \downarrow \rightarrow I \uparrow$) [15](#page=15).
* De duur van de stroomdoorgang is eveneens van invloed op de ernst van de inwerking op het lichaam [15](#page=15).
De invloed van stroom op het menselijk lichaam kan worden onderverdeeld in verschillende niveaus:
* **Vanaf 0,5 mA:** Zwakke gewaarwording, prikkelend gevoel, valgevaar [17](#page=17).
* **Vanaf 10 mA:** Pijnlijke spierkrampen in hand en arm, verstijving van spieren waardoor men zichzelf niet meer kan losmaken. Dit wordt beschouwd als de grensstroomsterkte of 'let-go' grens [17](#page=17).
* **Vanaf 30 mA:** Spiercontracties breiden zich uit naar de borstspieren, wat leidt tot ademhalingsmoeilijkheden, ademhalingsverlamming en mogelijk verstikking met dodelijke afloop. Dit is de grens die best niet overschreden kan worden [15](#page=15) [17](#page=17).
* **Vanaf 75 mA:** Onomkeerbare hartfibrillatie, wat levensgevaarlijk is. Alleen een defibrillator kan dan nog hulp bieden [17](#page=17).
* **1A of meer:** Hartstilstand en ernstige brandwonden, zowel inwendig als aan de huid [17](#page=17).
De mate van gevaar van stroom door het lichaam wordt bepaald door verschillende factoren [19](#page=19).
### 1.6 Thermische effecten van elektriciteit
Warmteontwikkeling in een weerstand ($R$) wordt beschreven door de formule:
$$E = R \cdot I^2 \cdot t$$
waarbij $E$ de ontwikkelde thermische energie (in Joule), $I$ de stroomsterkte en $t$ de tijd is [24](#page=24).
* Een verdubbeling van de stroomsterkte leidt tot een verviervoudiging van de thermische energie [24](#page=24).
* De ontwikkelde thermische energie is de oorzaak bij rechtstreekse aanraking van een actieve geleider op hoogspanning [24](#page=24).
* Voorbeeld: De gedurende 0,5 seconde in het menselijk lichaam ontwikkelde thermische energie bij een stroom van 10 A is $E = 1000 \cdot ^2 \cdot 0,5 \text{ s} = 50000 \text{ W} \cdot \text{s}$ (Joule) [10](#page=10) [24](#page=24).
* Bij zeer grote stromen (hoogspanning) kan een drukgolf ontstaan die personen omverwerpt [24](#page=24).
### 1.7 Wisselstroom versus Gelijkstroom
* **Wisselstroom (AC):** Stroom die voortdurend wisselt van positieve naar negatieve polariteit. Netspanning geleverd door de maatschappij is wisselstroom [25](#page=25).
* **Gelijkstroom (DC):** Constante stroom. Batterijen leveren gelijkstroom [25](#page=25).
Wisselstroom wordt als gevaarlijker beschouwd dan gelijkstroom. Wisselstroom onder 50 Volt wordt als ongevaarlijk beschouwd in droge omstandigheden, terwijl gelijkstroom onder 120 Volt als ongevaarlijk geldt [25](#page=25).
### 1.8 Oorzaken van ongevallen met elektriciteit
Ongevallen met elektriciteit kunnen worden veroorzaakt door:
* Directe of indirecte aanraking van onder spanning staande delen [26](#page=26).
* Onveilige elektrische installaties [26](#page=26).
* Defecten in toestellen of installaties, inclusief beschadigde isolatie [26](#page=26).
* Onoordeelkundig gebruik van elektrische installaties en materialen [26](#page=26).
* Onoplettendheid of onwetendheid van de gebruiker [26](#page=26).
* Slecht onderhoud of gebrekkige herstellingen [26](#page=26).
* Slechte of ontbrekende aardverbindingen [26](#page=26).
### 1.9 Vlamboog
Een vlamboog ontstaat wanneer de spanningsverschil tussen twee onder spanning staande objecten zo groot wordt, dat de lucht (die normaal isoleert) overbrugd wordt door een stroom. Dit gebeurt wanneer de afstand tussen de objecten te klein is, waardoor stroom overspringt en een continue boog of vonken veroorzaakt [35](#page=35).
### 1.10 Brand en explosiegevaar door elektriciteit
Naast elektrocutie kan elektriciteit ook leiden tot brand en explosies. Dit kan gebeuren door kortsluitingen die leiden tot overmatige opwarming of door de ontlading van statische elektriciteit [36](#page=36) [47](#page=47).
### 1.11 Statische elektriciteit
Statische elektriciteit ontstaat door het opbouwen van elektrische spanning buiten de normale elektrische systemen. Dit kan voorkomen bij het aanraken van een autodeur, verfspuiten, het roeren van vloeistoffen, het lossen van poeders, opstijgende gasbellen, drijfriemen en dergelijke activiteiten [44](#page=44) [45](#page=45).
* **Mechanisme:** Het wrijven van niet-geleidende materialen over elkaar creëert een ladingsverschil dat niet direct wegvloeit [47](#page=47).
* **Gevaren:** De ontlading van statische elektriciteit via een persoon kan leiden tot een schrikreactie en mogelijk vallen. De ontlading kan ook vonkoverslag veroorzaken, wat kan leiden tot explosies in een brandbare omgeving. Bovendien kan statische elektriciteit de werking van elektronische apparatuur ontregelen [47](#page=47).
> **Tip:** Het is cruciaal om de basisprincipes van elektriciteit en de potentiële gevaren te begrijpen, vooral in professionele omgevingen waar men met elektrische installaties werkt. Zorg altijd voor de juiste training en volg veiligheidsprocedures.
---
# Veiligheidsmaatregelen en wetgeving rond elektrische installaties
Hier is een gedetailleerde studiegids over veiligheidsmaatregelen en wetgeving rond elektrische installaties, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 2. Veiligheidsmaatregelen en wetgeving rond elektrische installaties
Dit deel behandelt preventieve maatregelen ter bescherming tegen elektrische gevaren en de relevante Belgische wetgeving (AREI en Codex Welzijn).
### 2.1 Gevaren en preventiemaatregelen bij werken met elektriciteit
Werken met elektriciteit brengt significante risico's met zich mee, waaronder elektrocutie. Ongevallen kunnen worden veroorzaakt door directe of indirecte aanraking van onder spanning staande delen, onveilige installaties, defecten in toestellen, ondeskundig gebruik, onoplettendheid, slecht onderhoud, of ontbrekende aardverbindingen [26](#page=26) [6](#page=6).
#### 2.1.1 Bescherming tegen directe aanraking
Om personen te beschermen tegen de gevolgen van directe aanraking met onder spanning staande delen, worden diverse veiligheidsmaatregelen toegepast. Deze maatregelen zijn gericht op het voorkomen van zowel rechtstreekse als onrechtstreekse aanraking met elektrische stroom [31](#page=31) [37](#page=37).
* **Aardlekbeveiliging (differentieelschakelaar):** Dit toestel detecteert aardlekken en biedt bescherming tegen zowel directe als indirecte aanraking [37](#page=37).
* **Isolatie:** Onder spanning staande delen worden omgeven met niet-geleidend materiaal om contact te voorkomen [37](#page=37).
* **Fysieke afscherming:** Het aanbrengen van fysieke barrières rondom elektrische componenten.
* **Gebruik van zeer lage spanningen (VBV):** Het toepassen van spanningen, zoals 12V, die in alle omstandigheden als veilig worden beschouwd [37](#page=37).
#### 2.1.2 Aarding
Aarding is een cruciale veiligheidsmaatregel die de verbinding van uitwendige delen van elektrische apparaten met de aarde realiseert. Indien een apparaat defect raakt en delen onder spanning komen te staan, zorgt de aarding ervoor dat de stroom via de weg van de minste weerstand naar de aarde loopt, waardoor het gevaar bij aanraking wordt verminderd. Aarding is verplicht in specifieke situaties, zoals voor steigers, in de buurt van elektrische kabels, bij het gebruik van elektrisch materiaal zoals boormachines, en voor werkplaatscontainers [38](#page=38) [40](#page=40).
#### 2.1.3 Stroomonderbrekingstoestellen
Stroomonderbrekingstoestellen spelen een sleutelrol in de beveiliging van elektrische installaties en personen [41](#page=41).
* **Verliesstroomschakelaar / Differentieelschakelaar:** Beveiligt tegen verliesstromen, wat duidt op een lek naar aarde [41](#page=41).
* **Zekering / Automaat:** Beschermt de installatie tegen overbelasting [41](#page=41).
#### 2.1.4 Maatregelen tegen statische elektriciteit
Statische elektriciteit kan eveneens risico's met zich meebrengen. Preventieve maatregelen omvatten het gebruik van antistatische schoenen en kleding, het aarden van pijpleidingen, tanks en apparatuur, het beperken van de stroomsnelheid, het beperken van de valhoogte van producten in tanks, en het aanleggen van equipotentiaalverbindingen bij het overtappen van vloeistoffen en de assemblage van elektronische toestellen [46](#page=46).
### 2.2 Wetgeving rond elektrische installaties
De wetgeving betreffende elektrische installaties heeft tot doel ongevallen en schade aan personen en gebouwen te vermijden. De regelgeving werd oorspronkelijk beheerd door de FOD Economie, met het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.) dat sinds 1981 van kracht was. De huidige wetgeving is vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 8 september 2019, dat Boek 1 van de nieuwe reglementering vormt en sinds 1 juni 2020 van toepassing is [50](#page=50) [52](#page=52).
#### 2.2.1 Evolutie van de wetgeving
* **K.B. 10/03/1981 (Oude AREI):** Was van toepassing op elektrische installaties en belangrijke wijzigingen of uitbreidingen waarvan de uitvoering ter plaatse nog niet was aangevangen vóór 1 oktober 1981 [51](#page=51).
* **Technische controlebezoeken:**
* Laagspanningsinstallaties vóór elke verzwaringsaanpassing van de aansluiting op het openbaar verdeelnet, voor oude installaties die nog geen gelijkvormigheidsonderzoek hebben ondergaan volgens art. 270, K.B. 01.07.1992 [51](#page=51).
* Bij verkoop van eigendom, K.B. 25.06.2008 [51](#page=51).
* **Nieuwe AREI (KB 8/9/2019):**
* **Boek 1:** Installaties op laagspanning (Wisselspanning $\leq$ 1000V, Gelijkspanning $\leq$ 1500V) en zeer lage spanning [52](#page=52).
* **Boek 2:** Installaties op hoogspanning (Wisselspanning $>$ 1000V, Gelijkspanning $>$ 1500V) [52](#page=52).
* **Boek 3:** Installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie [52](#page=52).
#### 2.2.2 Controles van installaties volgens Boek 1 van de AREI
Boek 1 van de AREI behandelt de controles van installaties [55](#page=55).
* **Gelijkvormigheidscontrole voor ingebruikname:** Hoofdstuk 6.4.1 specificeert de controle die dient te gebeuren alvorens een installatie in gebruik te nemen [55](#page=55).
* **Controlebezoeken:** Hoofdstuk 6.5 beschrijft de controlebezoeken, met specifieke periodiciteiten [55](#page=55).
* **Huishoudelijke installaties (HHI):** 25 jaar [55](#page=55) [59](#page=59).
* **Verplaatsbare, mobiele, tijdelijke installaties:** Jaarlijks [55](#page=55) [59](#page=59).
* **Andere installaties (niet-huishoudelijk - NHHI):** 5 jaar [55](#page=55) [59](#page=59).
##### 2.2.2.1 Definitie van Huishoudelijke Installatie (HHI)
Een huishoudelijke installatie (HHI) betreft de elektrische installatie van een verbruiker die elektriciteit zowel afneemt als produceert (bv. zonnepanelen). Een technisch lokaal in de afgebakende zone (AD) behoort NIET tot de huishoudelijke installaties. Privé-ruimtes die voor handel, medische praktijken of kantoren worden gebruikt, ook al bevinden ze zich in een gebouw met wooneenheden, worden beschouwd als niet-huishoudelijke installaties (NHHI) [56](#page=56) [57](#page=57) [58](#page=58).
##### 2.2.2.2 Gevolgen voor de keuring
De geldigheidsduur van een conform verslag varieert:
* HHI: 25 jaar [59](#page=59).
* NHHI: 5 jaar [59](#page=59).
* Tijdelijk/mobiel/explosiegevaar: 1 jaar [59](#page=59).
**Voorbeelden:**
* **Kapperszaak:**
* HHI (wooneenheid): 25 jaar [60](#page=60).
* NHHI (werkeenheid-kapperssalon): 5 jaar [60](#page=60).
> **Tip:** Tracht, indien er één centraal verdeelbord is, kringen in het verdeelbord gescheiden te houden [60](#page=60).
* **Appartementsblok met wooneenheden, gemeenschappelijke delen en handelspanden:**
* Appartementen: 25 jaar [61](#page=61).
* Gemeenschappelijke delen: 5 jaar [61](#page=61).
* Technische lokalen: 5 jaar [61](#page=61).
* Handelspanden: 5 jaar [61](#page=61).
#### 2.3 Codex Welzijn op het werk
De Codex Welzijn op het werk is van toepassing wanneer er personeel of werknemers aanwezig zijn in een gebouw, ongeacht of dit een privé- of afgebakende zone betreft. Een installatie met een werkplek voor werknemers wordt beschouwd als een niet-huishoudelijke installatie (NHHI) [62](#page=62).
##### 2.3.1 Toepassingsgebied en definities
De Codex Welzijn op het werk is van toepassing op elektrische installaties bestemd voor het gebruik van elektrische energie binnen gebouwen of installaties van een werkgever [63](#page=63).
* **Inrichting:** Een gebruikte definitie in de context van de wetgeving [63](#page=63).
* **Oude elektrische installatie:** Een installatie waarvan de uitvoering ter plaatse is aangevangen vóór 1 oktober 1981 voor bepaalde inrichtingen, of vóór 1 januari 1983 voor andere installaties [63](#page=63).
* Voor de technische begrippen en uitdrukkingen worden dezelfde definities gehanteerd als in het AREI [64](#page=64).
##### 2.3.2 Risicoanalyse en algemene preventiemaatregelen
De werkgever is verplicht een risicoanalyse uit te voeren. Minimaal volgende risico's moeten worden opgespoord en geëvalueerd [63](#page=63) [64](#page=64):
1. Risico's op elektrische schokken door directe aanraking.
2. Risico's op elektrische schokken door indirecte aanraking.
3. Risico's door ontladingen en lichtbogen.
4. Risico's door potentiaalspreiding.
5. Risico's door ophoping van energie (bv. in condensatoren).
6. Risico's door overspanningen (fouten tussen actieve delen op verschillende spanningen, schakelen, atmosferische ontladingen).
7. Risico's op oververhitting, brandwonden, brand en ontploffing door elektrische uitrusting.
8. Risico's door overstromen.
9. Risico's door spanningsdaling en wederopkomen van spanning.
10. Risico's inherent aan het gebruik van elektrische energie en werkzaamheden aan installaties.
11. Niet-elektrische risico's door fouten of slecht functioneren van elektrische componenten (bv. stuurorganen).
De werkgever moet, op basis van de risicoanalyse, alle nodige preventiemaatregelen treffen om werknemers te beschermen [65](#page=65).
##### 2.3.3 Minimale voorschriften voor de uitvoering van de elektrische installatie
De uitvoering van elke elektrische installatie moet voldoen aan de bepalingen van het AREI. Oude elektrische installaties mogen voldoen aan de voorwaarden vermeld in bijlage III.2-1 van de Codex, tenzij de installatie niet onder het toepassingsgebied van het AREI valt [65](#page=65).
##### 2.3.4 Werkzaamheden aan elektrische installaties en controles
Werkzaamheden aan elektrische installaties vallen onder Hoofdstuk IV van de Codex Welzijn. De werkgever is verantwoordelijk voor controles van de elektrische installaties [65](#page=65) [66](#page=66).
* **Gelijkvormigheidsonderzoek:** Elke elektrische installatie moet het voorwerp uitmaken van een gelijkvormigheidsonderzoek door een erkend organisme [66](#page=66).
* **Eerste controle (voor oude installaties):** Oude elektrische installaties moeten een eerste controle ondergaan uiterlijk op 1 januari 2014, die de overeenstemming met bijlage III.2-1 vaststelt [66](#page=66).
* **Periodieke controle:** Elektrische installaties moeten periodiek gecontroleerd worden door een erkend organisme om de overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk III van de Codex te waarborgen. De frequentie van deze periodieke controles is dezelfde als bepaald in het AREI [66](#page=66) [69](#page=69).
#### 2.3.5 Werkgever en installaties van vóór 1981
Voor werkgevers met personeel en installaties die dateren van vóór 1981, zijn de volgende spildata van belang:
* **1 januari 2014:** Laatste datum voor een eerste controle (EDTC) [67](#page=67).
* **31 december 2014:** Werkgever moet risicoanalyse en preventiemaatregelen uitwerken [67](#page=67).
* **31 december 2016:** Oude elektrische installatie moet voldoen aan minimale voorschriften (eventuele verlenging met 2 jaar mogelijk) [67](#page=67).
Dit vereist aanpassingen aan de installaties, waarvoor bewijs wordt geleverd door een attest van keuring en een elektrisch dossier [67](#page=67).
#### 2.3.6 Hoogspanningsinstallaties
Voor hoogspanningsinstallaties (Boek 2) geldt er een jaarlijkse controleplicht bij de eigenaar of gebruiker, wat resulteert in een jaarlijks keuringsverslag. De periodiciteiten en controlebezoeken volgens Boek 1 van de AREI beginnen pas na een conformiteitscontrole (indienststellingscontrole) [68](#page=68) [76](#page=76).
Indien een controleverslag aantoont dat de installatie niet voldoet, is de werkgever verplicht deze in overeenstemming te brengen. Indien de installatie in dienst gehouden wordt, moeten noodzakelijke maatregelen ter bevordering van de veiligheid van werknemers getroffen worden. Dit is van toepassing bij een VME (Vereniging van Mede-Eigenaars) met personeel in dienst (bv. conciërge) [69](#page=69).
---
# Veiligheidssignalisatie op de werkvloer
Veiligheidssignalisatie op de werkvloer is essentieel om gevaren te signaleren en informatie te verstrekken over veiligheidsmaatregelen, PBM's, evacuatiewegen en de locatie van EHBO- en brandbestrijdingsmiddelen [78](#page=78).
### 3.1 Categorieën van veiligheidssignalisatieborden
Veiligheidssignalisatie omvat verschillende soorten borden, elk met een specifieke vorm, kleur en betekenis [79](#page=79).
#### 3.1.1 Verbodstekens
Verbodstekens geven aan wat strikt verboden is op de werkplek. Ze zijn herkenbaar aan hun ronde vorm, witte achtergrond, rode rand en rode schuine streep, met een zwart symbool dat het verbod aanduidt [80](#page=80).
**Voorbeelden van verbodstekens:**
* Vuur, open vlam en roken verboden [81](#page=81).
* Heftrucks verboden [81](#page=81).
* Aanraken verboden [81](#page=81).
* Verboden met water te blussen [81](#page=81).
* Verboden de lift te gebruiken bij brand [82](#page=82).
* Eten en drinken verboden [82](#page=82).
* Roken verboden [82](#page=82).
* Werken met ontstekingsbronnen verboden [82](#page=82).
#### 3.1.2 Gebodstekens
Gebodstekens geven aan welke handelingen verplicht zijn om de veiligheid te waarborgen. Deze borden zijn rond, hebben een blauwe achtergrond en een wit symbool [83](#page=83).
**Voorbeelden van gebodstekens:**
* Aarding verplicht [84](#page=84).
* Veiligheidsschoenen verplicht [84](#page=84).
* Gelaatsbescherming verplicht [84](#page=84).
* Oogbescherming verplicht [85](#page=85).
* Gehoorbescherming verplicht [85](#page=85).
* Verplichte doorgang voetgangers [85](#page=85).
#### 3.1.3 Waarschuwingstekens
Waarschuwingstekens informeren over mogelijke gevaren op de werkplek. Ze zijn driehoekig met een gele achtergrond, een zwarte rand en een zwart symbool [86](#page=86).
**Voorbeelden van waarschuwingstekens:**
* Laserstraal [87](#page=87).
* Glad oppervlak [87](#page=87).
* Gevaarlijke elektrische spanning [87](#page=87).
* Hangende last [87](#page=87).
* Ontvlambare stoffen [88](#page=88).
* Vallende voorwerpen [88](#page=88).
* Zone explosieve atmosfeer [88](#page=88).
#### 3.1.4 Veiligheidsvoorzieningen
Borden voor veiligheidsvoorzieningen geven de locatie aan van hulp- en veiligheidsapparatuur. Deze borden zijn rechthoekig of vierkant, met een groene achtergrond en een wit symbool [89](#page=89).
**Voorbeelden van signalisatie voor veiligheidsvoorzieningen:**
* Telefoon voor noodgevallen [90](#page=90).
* Oogdouche [90](#page=90).
* Veiligheidsdouche [90](#page=90).
* Verzamelplaats bij evacuatie [90](#page=90).
* Nooduitgang links [91](#page=91).
* Eerste hulp [91](#page=91).
* Medische noodtas [91](#page=91).
#### 3.1.5 Brandbestrijding
Borden voor brandbestrijding duiden de locatie van blusmiddelen en brandalarmapparatuur aan. Ze zijn rechthoekig of vierkant, met een rode achtergrond en een wit symbool [92](#page=92).
**Voorbeelden van signalisatie voor brandbestrijding:**
* Brandmelder [93](#page=93).
* Mobiele brandblusser [93](#page=93).
* Telefoon voor brandalarm [93](#page=93).
* Brandslang [93](#page=93).
### 3.2 Markeringen voor gevaarlijke situaties
Naast borden worden ook markeringen gebruikt om aandacht te vestigen op gevaarlijke situaties waar geen fysieke afscherming is. Dit kan gebeuren met linten (rood/wit of zwart/geel), kettingen of paaltjes om zones af te bakenen. Dit is bijvoorbeeld relevant bij stellingen, uitgravingen of de plaats van een ongeval [94](#page=94).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Graduaat werforganisatie | Een onderwijsprogramma gericht op het verkrijgen van een getuigschrift of diploma met betrekking tot de organisatie en leiding van bouwwerven. |
| Veiligheidscoördinatie | Het proces van het plannen, organiseren en controleren van veiligheidsmaatregelen op een werf om ongevallen en gezondheidsschade te voorkomen. |
| Risico-analyse | Een systematische evaluatie om potentiële gevaren te identificeren, de waarschijnlijkheid van een ongeval in te schatten en de mogelijke gevolgen te bepalen, om zo preventieve maatregelen te kunnen treffen. |
| Veiligheidssignalisatie | Visuele signalen, zoals borden, die informatie geven over gevaren, geboden, verboden, veiligheidsmaatregelen, evacuatieplannen en de locatie van eerstehulp- en brandbestrijdingsmiddelen. |
| Elektrocutie | Een levensbedreigende toestand veroorzaakt door de doorgang van elektrische stroom door het menselijk lichaam. |
| Stroomsterkte | De hoeveelheid elektrische lading die per tijdseenheid door een geleider stroomt, uitgedrukt in Ampère (A). |
| Spanning | Het elektrische potentiaalverschil tussen twee punten, dat de kracht levert die nodig is om de elektrische lading te laten bewegen, uitgedrukt in Volt (V). |
| Weerstand | De mate waarin een materiaal de doorgang van elektrische stroom tegenwerkt, uitgedrukt in Ohm (Ω). |
| Vermogen | De snelheid waarmee elektrische energie wordt verbruikt of geleverd, uitgedrukt in Watt (W). |
| Kortsluiting | Een ongewenste verbinding tussen twee punten met een groot potentiaalverschil in een elektrisch circuit, wat leidt tot een zeer hoge stroomsterkte. |
| Aardingsinstallatie | Een systeem van verbindingen dat elektrische apparatuur met de aarde verbindt, om zo foutstromen veilig af te voeren en bescherming te bieden tegen elektrische schokken. |
| Rechtstreekse aanraking | Het direct in contact komen met normaal onder spanning staande geleiders. |
| Onrechtstreekse aanraking | Het in contact komen met metalen delen van elektrisch materiaal die normaal niet onder spanning staan, maar die door een isolatiefout wel onder spanning zijn komen te staan. |
| Vlamboog | Een continue elektrische ontlading die optreedt in de lucht tussen twee geleiders met een groot potentiaalverschil, vergezeld van vonken en intense hitte. |
| Wisselstroom (AC) | Een elektrische stroom waarvan de richting en grootte periodiek veranderen, typisch geleverd door het elektriciteitsnet. |
| Gelijkstroom (DC) | Een elektrische stroom die continu in één richting vloeit, zoals geleverd door batterijen. |
| Aardlekbeveiliging | Een beveiligingsmechanisme, zoals een differentieelschakelaar, dat onregelmatige stroomafvoer naar aarde detecteert en de stroomtoevoer onderbreekt om elektrocutie te voorkomen. |
| Isolatie | Materiaal dat wordt gebruikt om elektrische geleiders te omgeven om de doorgang van elektriciteit te voorkomen en bescherming te bieden tegen aanraking. |
| Fysieke afscherming | Het gebruik van fysieke barrières om toegang tot gevaarlijke elektrische componenten te voorkomen. |
| Stroomonderbrekingstoestellen | Apparaten die de elektrische stroom kunnen onderbreken, zoals zekeringen, automaten en verliesstroomschakelaars. |
| Verliesstroomschakelaar (differentieelschakelaar) | Een beveiliging die detecteert wanneer er een stroomverlies is (aardlek) en de stroomtoevoer onderbreekt. |
| Zekering / automaat | Beveiligingstoestellen die de elektrische stroom onderbreken bij overbelasting of kortsluiting om schade aan de installatie en brand te voorkomen. |
| Statische elektriciteit | Een elektrische lading die zich opbouwt op de oppervlakte van een isolerend materiaal door wrijving of scheiding van materialen, wat kan leiden tot ontladingen. |
| Equipotentiaalverbinding | Een elektrische verbinding tussen verschillende geleidende delen om ervoor te zorgen dat ze zich op hetzelfde elektrische potentiaal bevinden, ter voorkoming van potentiaalverschillen. |
| AREI (Algemeen Reglement op Elektrische Installaties) | Een Belgisch reglement dat de voorschriften bevat voor de installatie en het gebruik van elektrische installaties om veiligheid te garanderen. |
| Codex Welzijn op het Werk | Een Belgische wetgeving die de regels en vereisten vastlegt met betrekking tot de veiligheid en gezondheid van werknemers op de werkplek, inclusief elektrische installaties. |
| Gelijkvormigheidsonderzoek | Een controle uitgevoerd door een erkend organisme om te verifiëren of een elektrische installatie voldoet aan de geldende normen en voorschriften. |
| Periodieke controle | Regelmatige inspecties van elektrische installaties om te garanderen dat ze nog steeds veilig en in overeenstemming met de wetgeving functioneren. |
| Huishoudelijke installatie (HHI) | Elektrische installaties die gebruikt worden in woningen voor verbruik en productie van energie. |
| Niet-huishoudelijke installatie (NHHI) | Elektrische installaties die gebruikt worden in niet-residentiële gebouwen of specifieke delen van gebouwen, zoals werkplaatsen, kantoren of commerciële ruimtes. |
| Verbodsborden | Veiligheidssignalisatieborden die aangeven wat verboden is op een bepaalde locatie, gekenmerkt door een rode cirkel met een diagonale streep en een zwart symbool. |
| Gebodsborden | Veiligheidssignalisatieborden die aangeven welke acties verplicht zijn, gekenmerkt door een blauwe cirkel met een wit symbool. |
| Waarschuwingsborden | Veiligheidssignalisatieborden die waarschuwen voor potentiële gevaren, gekenmerkt door een gele driehoek met een zwarte rand en een zwart symbool. |
| Veiligheidsvoorzieningsborden | Veiligheidssignalisatieborden die wijzen op de locatie van veiligheidsvoorzieningen zoals noodtelefoons, EHBO-kasten of brandblussers, gekenmerkt door een groene rechthoek of vierkant met een wit symbool. |
| Brandbestrijdingsborden | Veiligheidssignalisatieborden die informatie geven over brandbestrijdingsmiddelen en -procedures, gekenmerkt door een rode rechthoek of vierkant met een wit symbool. |
| Bliksemafleider | Een systeem dat is ontworpen om blikseminslagen veilig naar de aarde te leiden, ter bescherming van gebouwen. |
| Hoogspanningsinstallatie | Een elektrische installatie die werkt met een spanning van meer dan 1000V voor wisselstroom of 1500V voor gelijkstroom. |