Cover
ابدأ الآن مجانًا GBWN1 - 4. Vloeren.pdf
Summary
# Algemene vloeropbouw
Een algemene vloeropbouw beschrijft de gelaagde structuur die nodig is om een functionele en comfortabele vloer te creëren, van de basis tot de uiteindelijke afwerking [3](#page=3).
### 1.1 Componenten van een algemene vloeropbouw
De opbouw van een vloer bestaat uit diverse lagen, elk met een specifieke functie. Van onder naar boven zijn dit typisch de volgende elementen:
#### 1.1.1 Draagvloer
Dit is de fundamentele structuur die de belasting van de vloer en alles erop draagt. De draagvloer kan uit verschillende materialen bestaan, zoals beton, hout of staal, afhankelijk van het type constructie [4](#page=4).
#### 1.1.2 Uitvullaag
Deze laag wordt aangebracht om oneffenheden in de draagvloer op te vangen en een egaal oppervlak te creëren voor de volgende lagen. Het kan ook dienen om leidingen weg te werken [4](#page=4).
#### 1.1.3 Thermische vloerisolatie
Dit is cruciaal voor het comfort en de energie-efficiëntie van een gebouw. Het vermindert warmteverlies van de bovenliggende ruimtes naar de onderliggende koude ruimtes of de buitenomgeving [4](#page=4).
#### 1.1.4 Akoestische isolatie (indien nodig)
In situaties waar geluidsoverdracht een probleem is, wordt een akoestische isolatielaag toegevoegd om de geluidspropagatie te beperken. Dit is met name relevant in meerlaagse gebouwen [4](#page=4).
#### 1.1.5 Scheidingslaag (PE-folie)
Een scheidingslaag, vaak een dampremmende folie zoals PE-folie, wordt geplaatst om te voorkomen dat vocht vanuit de onderliggende constructie de bovenliggende lagen binnendringt, en om de isolatielagen gescheiden te houden [4](#page=4).
#### 1.1.6 Dekvloer (inclusief vloerverwarming)
De dekvloer vormt de basis voor de uiteindelijke vloerafwerking. Hierin kan ook vloerverwarming geïntegreerd worden, wat een gelijkmatige warmteverdeling in de ruimte verzorgt. De dekvloer moet voldoende sterk zijn om de belasting van de afwerking en het dagelijks gebruik te dragen [4](#page=4).
#### 1.1.7 Vloerafwerking
Dit is de zichtbare, bovenste laag van de vloer. De keuze van de vloerafwerking (bijvoorbeeld tegels, hout, tapijt, PVC) bepaalt het esthetische uiterlijk en de functionaliteit van de vloer [4](#page=4).
> **Tip:** De specifieke opbouw en de materiaalkeuze kunnen sterk variëren afhankelijk van de functie van de ruimte, de aard van de constructie en de geldende bouwvoorschriften.
> **Voorbeeld:** In een woonhuis op een begane grond kan de opbouw bestaan uit een betonnen draagvloer, gevolgd door isolatieplaten, een cementdekvloer met vloerverwarming, een PE-folie, en als afwerking houten parket. In een appartement kan er naast thermische isolatie ook een extra laag akoestische isolatie nodig zijn tussen de verdiepingen.
---
# Draagvloeren
Draagvloeren hebben als hoofdfunctie het dragen van lasten en deze af te dragen naar de onderliggende, draagkrachtige grond [6](#page=6).
### 2.1 De hoofdfunctie van draagvloeren
De primaire functie van een draagvloer is dragend. Dit houdt in dat de vloer de belastingen die erop komen te staan moet opvangen en veilig moet overbrengen naar de ondergrond. De draagvloer kan direct op de volle grond liggen, op strookfunderingen, of het kan een vrijdragende vloer zijn [6](#page=6).
Het principe van evenwicht is hierbij cruciaal: actie (de belasting op de vloer) moet gelijk zijn aan reactie (de weerstand van de grond of de ondersteuningen) [7](#page=7).
### 2.2 Soorten draagvloeren
Er bestaan diverse soorten draagvloeren, gebaseerd op verschillende materialen en constructiewijzen. Enkele veelvoorkomende types zijn [8](#page=8):
* **Gewapend beton:** Dit kan zowel prefab (voorgefabriceerd) als in situ (ter plaatse gestort) worden toegepast [8](#page=8).
* **Hout:** Houten vloeren worden ook veel toegepast, met name in specifieke constructies [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Glas:** Hoewel minder courant voor dragende vloeren in de traditionele zin, wordt glas soms in specifieke toepassingen gebruikt [8](#page=8).
* **Combinatievloeren:** Dit zijn systemen die verschillende materialen of elementen combineren om optimale prestaties te leveren [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Betonnen prefab elementen:** Deze worden vaak op strookfunderingen geplaatst [10](#page=10).
* **Holle welfsels:** Dit zijn geprefabriceerde betonnen elementen die een holle structuur hebben [9](#page=9).
* **Breedplaatvloeren:** Dit zijn betonnen vloerelementen die een dragende functie hebben en soms in combinatie met andere systemen worden gebruikt [9](#page=9).
* **Algemene funderingsplaat:** Dit type kan dienen als een brede, dragende constructie [9](#page=9).
> **Tip:** Het is belangrijk om de toepassing van elk vloertype te relateren aan de specifieke bouwkundige context en de te verwachten belastingen.
### 2.3 Bijkomende functies van betonnen draagvloeren
Naast hun primaire dragende functie, kunnen betonnen draagvloeren ook andere belangrijke eigenschappen hebben. Deze bijkomende functies zijn onder andere [11](#page=11):
* **Waterdichtheid:** Een betonnen vloer kan fungeren als een barrière tegen water, wat essentieel is in bepaalde omstandigheden, zoals bij contact met grondwater [11](#page=11).
* **Luchtdichtheid:** Betonnen vloeren kunnen ook bijdragen aan de luchtdichtheid van een gebouw, wat invloed heeft op energieprestaties en comfort [11](#page=11).
De dikte van een betonnen draagvloer is een belangrijke factor en wordt vaak vastgesteld op minimaal 25 centimeter. De dichtheidsklassen voor betonconstructies worden bepaald volgens de norm NBN EN 1992-3. De specifieke eisen kunnen verder afhangen van factoren zoals de aanwezigheid van grondwater [11](#page=11).
---
# Dekvloeren
Dekvloeren, ook wel bekend als chape, dienen als dragende laag voor de uiteindelijke vloerafwerking en vervullen diverse cruciale functies in de vloeropbouw [13](#page=13).
### 3.1 Functies van dekvloeren
De primaire functies van een dekvloer zijn:
* **Hoogtepeil realiseren**: Het creëren van het gewenste niveau voor de vloerafwerking, rekening houdend met andere vloerelementen [14](#page=14).
* **Vlakheid waarborgen**: Het verzekeren van een egaal en vlak oppervlak voor de vloerbedekking [14](#page=14).
* **Belastingverdeling**: Het efficiënt verspreiden van belastingen over het gehele vloeroppervlak [14](#page=14).
### 3.2 Uitvoering en Specialisatie
De realisatie van dekvloeren wordt doorgaans uitgevoerd door gespecialiseerde onderaannemers, waarbij de specifieke uitvoering afhankelijk is van de samenstelling van de mortel [15](#page=15).
### 3.3 Samenstelling van dekvloeren
De samenstelling van dekvloeren is divers en omvat de volgende componenten:
#### 3.3.1 Bindmiddel en Toeslagstoffen
* **Bindmiddel**: Meestal wordt cement gebruikt als bindmiddel. Andere bindmiddelen komen later in Gebouwen 3 aan bod [17](#page=17).
* **Toeslagstoffen**: Dit kunnen diverse materialen zijn, zoals:
* Grind [17](#page=17).
* Geëxpandeerde polystyreenkorrels (EPS) [17](#page=17) [18](#page=18).
* Kurkkorrels [17](#page=17).
> **Voorbeeld:** Een dekvloer met EPS-korrels kan bijvoorbeeld Betopor Floor mix zijn [18](#page=18).
#### 3.3.2 Water en Hulpstoffen
De hoeveelheid water dient beperkt te blijven. Hulpstoffen kunnen worden toegepast om specifieke eigenschappen van de dekvloer te verbeteren, zowel tijdens de uitvoering als tijdens de verharding [19](#page=19).
#### 3.3.3 Wapening
Wapening is essentieel om krimpspanningen, die ontstaan tijdens het uitdrogen van de dekvloer, op te vangen. De volgende materialen worden hiervoor gebruikt [20](#page=20):
* **Gelaste netten**: Vaak gegalvaniseerd, met afmetingen zoals 100 x 100 x 3 mm of 50 x 50 x 2 mm [20](#page=20).
* **Vezels**: Kunnen ook als wapening dienen [20](#page=20).
Wapening is met name noodzakelijk in de volgende situaties:
* Bij niet-hechtende en zwevende dekvloeren [22](#page=22).
* Bij diktevariaties binnen de dekvloer [22](#page=22).
* Bij de aanwezigheid van leidingen voor water, elektriciteit, ventilatie of vloerverwarming [22](#page=22).
### 3.4 Soorten dekvloeren
Er worden verschillende soorten dekvloeren onderscheiden, gebaseerd op hun aanhechting met de onderliggende draagvloer en de aanwezigheid van isolatie.
#### 3.4.1 Hechtende dekvloer
* **Kenmerken**: Deze dekvloer wordt rechtstreeks op de draagvloer aangebracht en vereist geen isolatielaag [24](#page=24).
* **Dikte**: Typisch tussen 3 en 5 cm, indien er geen leidingen aanwezig zijn [24](#page=24).
* **Vereisten**: Een goede hechting met de draagvloer is cruciaal. Wapening is in principe niet nodig [24](#page=24).
#### 3.4.2 Niet-hechtende dekvloer
* **Kenmerken**: Tussen de dekvloer en de draagvloer wordt een scheidingslaag aangebracht, meestal een PE-folie. Dit laat horizontale beweging toe en helpt vochttransport tegen te gaan [25](#page=25).
* **Dikte**: Minimaal 5 cm [25](#page=25).
* **Wapening**: Netwapening wordt aangebracht op ongeveer de halve dikte van de dekvloer [25](#page=25).
#### 3.4.3 Zwevende dekvloer
* **Kenmerken**: Dit is een niet-hechtende dekvloer die wordt aangebracht op een thermische en/of akoestische isolatielaag. Er is altijd een scheidingslaag nodig tussen de isolatie en de dekvloer, waarvan het type afhankelijk is van de gebruikte isolatie [26](#page=26).
* **Dikte**: Minimaal 5 cm [26](#page=26).
* **Wapening**: Het net wordt geplaatst tussen één derde en de helft van de dikte, gemeten vanaf de onderkant van de dekvloer [26](#page=26).
#### 3.4.4 Dekvloer met vloerverwarming
Dit is een specifieke variant van de zwevende dekvloer, ontworpen om verwarmingselementen te huisvesten [27](#page=27).
* **Dikte**: De dikte is afhankelijk van het specifieke systeem [27](#page=27).
* **Wapening**: Wapening is altijd vereist en wordt geplaatst direct boven de verwarmingselementen [27](#page=27).
Er zijn twee hoofdtypen systemen voor vloerverwarming in dekvloeren:
* **Droog systeem**: De verwarmingsbuizen worden in de bovenzijde van de isolatielaag geïntegreerd. Dit systeem heeft een minimale dikte van 5 cm en maakt vaak gebruik van voorgevormde isolatieplaten met goten voor de buizen. Het is een geschikte oplossing voor renovaties, met name wanneer de totale opbouwhoogte beperkt moet blijven [28](#page=28).
* **Nat systeem**: De verwarmingsbuizen worden ingebed in de dekvloer zelf, die op de isolatielaag wordt aangebracht. De dikte van de dekvloer is hierbij afhankelijk van de positie van de buizen. Dit systeem komt het meest voor bij nieuwbouw [29](#page=29).
> **Voorbeeld Nat Systeem A:** Dit is de meest voorkomende variant, waarbij de verwarmingsbuizen op de isolatie liggen en de dekvloer hieroverheen wordt aangebracht [30](#page=30) [31](#page=31).
### 3.5 Dekvloer met onderlaag (Uitvullaag)
Een onderlaag, ook wel uitvullaag genoemd, wordt op de draagvloer aangebracht en is altijd noodzakelijk bij zwevende dekvloeren [32](#page=32).
* **Functie**: De dikte van de onderlaag varieert afhankelijk van de toepassing. Deze kan dienen om:
* Leidingen in te werken (enkel indien wapening voorzien is) [33](#page=33).
* Een egaal en vlak oppervlak te creëren [33](#page=33).
* Uit te vullen om het gewenste hoogtepeil van de vloerafwerking te bereiken [33](#page=33).
> **Voorbeeld:** Leidingen die op de draagvloer liggen, kunnen worden ingewerkt door een onderlaag [34](#page=34).
* **Materialen**: Onderlagen kunnen samengesteld zijn uit:
* **Cementgebonden mortels**: [35](#page=35).
* **Gespoten PUR (Polyurethaan)**: Deze heeft tevens een isolerende functie [36](#page=36).
> **Illustratie:** Een zwevende dekvloer met een uitvullaag [37](#page=37).
---
# Isolatie in vloeren
Dit hoofdstuk behandelt de rol van thermische en akoestische isolatie binnen de vloeropbouw, inclusief de plaatsing en materialen, en de noodzaak van randstroken.
### 4.1 Thermische isolatie
Thermische isolatie in vloeren is gericht op het beperken van warmteverlies en het verbeteren van het thermisch comfort. Er zijn verschillende methoden en materialen om thermische isolatie toe te passen [39](#page=39):
#### 4.1.1 Isolatieplaten
Isolatieplaten worden toegepast op een vlakke ondergrond, zoals een uitvullaag. Indien nodig, ter bescherming tegen vocht, wordt een PE-folie onder de isolatieplaten geplaatst. De specifieke materialen voor isolatieplaten kunnen geraadpleegd worden in het document "Bouwmaterialen 1" [39](#page=39).
#### 4.1.2 Gespoten isolatie (PUR)
Gespoten polyurethaan (PUR) kan direct op de draagvloer worden aangebracht en kan tevens dienstdoen als uitvullaag. Het aanbrengen dient te gebeuren volgens de voorschriften van de fabrikant, waarbij de dikte per laag beperkt moet worden tot ongeveer 4 cm om kwaliteitsverlies te voorkomen [39](#page=39).
#### 4.1.3 Dekvloer met EPS-korrels
Een andere methode voor thermische isolatie is het gebruik van een dekvloer waarin EPS-korrels zijn verwerkt. Deze korrels zorgen voor een verbeterde isolatiewaarde van de dekvloer [40](#page=40).
### 4.2 Akoestische isolatie
Akoestische isolatie is essentieel in situaties waar geluidsoverdracht tussen verschillende ruimtes beperkt moet worden, zoals in appartementsgebouwen. Het hoofddoel is het voorkomen van contactgeluid [42](#page=42).
#### 4.2.1 Beperken van geluidstransmissie
Om geluidstransmissie door de vloer te beperken, wordt een elastische tussenlaag toegepast, wat resulteert in een zogenaamde "zwevende dekvloer" [42](#page=42).
> **Tip:** Hoe soepeler en dikker de gebruikte geluiddempende materialen, hoe effectiever contactgeluid wordt gedempt. Vinyl dempt bijvoorbeeld meer dan tegels [42](#page=42).
De opbouw van een akoestisch geïsoleerde vloer met een zwevende dekvloer omvat doorgaans:
1. Een plint die aan de muur is bevestigd en los van de vloer blijft [43](#page=43).
2. Een elastische laag die wordt opgetrokken tot boven het niveau van de afgewerkte vloer [43](#page=43).
3. Een elastische voeg, vaak met siliconen [43](#page=43).
4. De vloerbekleding [43](#page=43).
5. De dekvloer [43](#page=43).
6. De elastische laag die de dekvloer scheidt van de onderliggende lagen [43](#page=43).
7. De onderlaag, die bijvoorbeeld leidingen kan bevatten [43](#page=43).
8. De draagvloer [43](#page=43).
9. Overlappingen van materialen waar van toepassing [43](#page=43).
#### 4.2.2 De randstrook (randisolatie)
De randstrook, ook wel randisolatie genoemd, speelt een cruciale rol in zowel de thermische als de akoestische prestaties van een vloer [44](#page=44) [45](#page=45).
De functies van de randstrook zijn:
* **Opvangen van krimp en zettingen:** De randstrook dient als een omtrekvoeg die de bewegingen (krimp en zettingen) van de dekvloer kan opvangen, waardoor scheurvorming wordt voorkomen [45](#page=45).
* **Akoestische ontkoppeling:** Vanwege de akoestische eigenschappen is de randstrook essentieel voor de geluidsisolatie. Het zorgt voor een thermische en akoestische ontkoppeling van de dekvloer ten opzichte van de wanden en andere vaste constructies [44](#page=44) [45](#page=45).
> **Tip:** De randstrook moet dusdanig geplaatst worden dat deze de akoestische en thermische ontkoppeling waarborgt en tevens de bewegingen van de dekvloer kan accommoderen [45](#page=45).
De visuele representatie van de randstrook kan worden gezien in de figuren op pagina's 44 en 46. Verder detail over detailleringen rondom randstroken kan worden geraadpleegd in het "E-book Hedendaags Metselwerk" [44](#page=44) [45](#page=45) [46](#page=46).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vloeropbouw | De gelaagde constructie van een vloer, bestaande uit verschillende elementen die samen zorgen voor stabiliteit, isolatie en afwerking. |
| Draagvloer | Het primaire constructieve element van een vloer dat belastingen opvangt en afdraagt naar de onderliggende fundering of draagstructuur. |
| Vloerafwerking | De zichtbare bovenlaag van een vloer, zoals tegels, parket of tapijt, die bepaalt hoe de vloer eruitziet en aanvoelt. |
| Dekvloer | Een laag die bovenop de draagvloer wordt aangebracht om een vlakke, egale ondergrond te creëren voor de vloerafwerking, en die ook andere functies kan vervullen. |
| Scheidingslaag | Een tussenlaag aangebracht tussen twee vloerelementen om beweging toe te laten, vochttransport tegen te gaan of geluidsisolatie te verbeteren. |
| Akoestische isolatie | Materiaal dat wordt gebruikt om geluidsoverdracht tussen ruimtes te verminderen, met name contactgeluid in vloerconstructies. |
| Thermische isolatie | Materiaal dat wordt gebruikt om warmteverlies of -winst te beperken, waardoor de energie-efficiëntie van een gebouw verbetert. |
| Uitvullaag | Een laag die dient om leidingen in te werken, ongelijke draagvloeren op te vullen, of om het gewenste niveau voor de dekvloer te bereiken. |
| Gewapend beton | Beton versterkt met stalen wapening om treksterkte toe te voegen, gebruikt voor sterke en duurzame constructieve elementen zoals draagvloeren. |
| In situ | Een constructiemethode waarbij beton ter plaatse wordt gestort en gevormd in tegenstelling tot prefab elementen die in een fabriek worden geproduceerd. |
| Prefab | Prefabricage verwijst naar bouwcomponenten die in een fabriek worden gemaakt en vervolgens op de bouwplaats worden gemonteerd. |
| Hechtende dekvloer | Een dekvloer die rechtstreeks aan de draagvloer is gebonden en geen isolatie bevat, geschikt voor situaties waar geen extra isolatie vereist is. |
| Niet-hechtende dekvloer | Een dekvloer die gescheiden is van de draagvloer door middel van een folie, waardoor horizontale beweging en vochttransport wordt toegestaan. |
| Zwevende dekvloer | Een dekvloer die rust op een laag thermische of akoestische isolatie, waardoor deze loskomt van de draagvloer en trillingen en geluid worden gedempt. |
| Vloerverwarming | Een verwarmingssysteem waarbij warmwaterbuizen of elektrische kabels in de dekvloer of isolatielaag worden geïntegreerd om de ruimte te verwarmen. |
| Randstrook (randisolatie) | Een strook isolatiemateriaal aangebracht langs de omtrek van de vloer om krimp, zettingen en geluidstransmissie tussen de vloer en de muren te voorkomen. |
| Krimpspanningen | Spanningen die ontstaan in een materiaal, zoals beton, tijdens het drogen of uitharden als gevolg van volumevermindering. |
| Bindmiddel | Een materiaal, zoals cement of gips, dat de toeslagstoffen in een mortel of beton bindt en uitharding mogelijk maakt. |
| Toeslagstoffen | Inert materiaal, zoals grind, zand of kunststofkorrels, dat wordt toegevoegd aan een bindmiddel om specifieke eigenschappen te verkrijgen, zoals volume, sterkte of isolatie. |
| Geëxpandeerde polystyreenkorrels (EPS) | Lichte, gesloten cellige kunststofkorrels die veel lucht bevatten en daardoor uitstekende thermische en akoestische isolerende eigenschappen hebben. |
| Wapening | Materiaal, zoals stalen netten of vezels, dat wordt toegevoegd aan beton of dekvloeren om de treksterkte te verhogen en krimpscheuren te voorkomen. |
| PE-folie | Polyethyleenfolie, een kunststof folie die wordt gebruikt als scheidingslaag, vochtkerende laag of beschermlaag in bouwconstructies. |
| NBN EN 1992-3 | Een Europese norm (Eurocode 2) die specifieke richtlijnen geeft voor het ontwerp van betonconstructies, met inbegrip van eisen aan dichtheid. |
| Cementgebonden | Een mengsel dat cement als bindmiddel gebruikt, zoals cementgebonden zand of cementgebonden isolatiematerialen. |
| Gespoten PUR | Polyurethaanschuim dat ter plaatse wordt gespoten, vaak gebruikt voor thermische isolatie en als uitvullaag. |