Cover
ابدأ الآن مجانًا InlPW_Les10_Federalisme+en+decentralisatie_2526_Canvas.pptx
Summary
# Vormen van territoriale organisatie van de staat
Dit onderwerp behandelt de verschillende manieren waarop staten territoriaal kunnen worden georganiseerd, met speciale aandacht voor unitaire, confederale en federale systemen, en hoe deze concepten zich verhouden tot het idee van een staat onder druk.
### 1.1 De staat onder druk
De staat, als centrale organisatievorm met een territorium, soevereiniteit en een gemeenschap, staat onder druk, zowel van buitenaf als van binnenuit. Deze druk kan leiden tot een heroverweging van de territoriale organisatie van de staat.
### 1.2 Vormen van territoriale organisatie
Er bestaan verschillende vormen van territoriale organisatie van de staat, die gekenmerkt worden door de mate van macht die de territoriale deelgebieden hebben ten opzichte van het centrale gezag.
#### 1.2.1 Unitaire staten
In een unitaire staat hebben territoriale deelgebieden weinig tot geen bevoegdheden. De staat wordt vanuit één centraal punt bestuurd. Grotere deelgebieden beschikken niet over grote autonomie en zijn ondergeschikt aan het nationale niveau, dat de soevereiniteit behoudt.
* **Voorbeelden:** Nederland, Griekenland, Ierland.
#### 1.2.2 Confederaties
Een confederatie is een samenwerkingsverband tussen nationale staten die elk hun autonomie behouden. De soevereiniteit ligt bij de individuele staten en niet bij de unie. Beslissingen binnen een confederatie vereisen doorgaans unanimiteit, en elke deelnemende staat behoudt de mogelijkheid om de unie te verlaten.
#### 1.2.3 Federale staten
Een federatie kent twee niveaus van besluitvorming die beide autonoom en soeverein zijn: het federale niveau en het niveau van de deelstaten. Er is sprake van 'self-rule' (deelstaten kunnen hun eigen beleid voeren zonder inmenging van de federale staat) en 'shared rule' (deelstaten zijn noodzakelijk voor het nemen van federale beslissingen). De aanwezigheid en vertegenwoordiging van deelstaten in de federale besluitvorming is hierbij cruciaal.
> **Tip:** De traditionele dichotomie tussen unitaire en federale staten wordt steeds vaker gezien als een continuüm, waarbij de mate van decentralisatie kan variëren.
### 1.3 Ontstaan van federaties
Federaties kunnen op twee manieren ontstaan:
1. **Samenvoeging van bestaande staten of politieke gemeenschappen:** Dit is het geval bij landen zoals de Verenigde Staten, Zwitserland en Duitsland.
2. **Uit elkaar groeien van een unitaire staat (devolutie of decentralisatie):** Dit proces, waarbij bevoegdheden geleidelijk worden overgedragen van het centrale niveau naar regionale overheden, heeft geleid tot de vorming van de Belgische federale staat, en ook tot de ontwikkeling van het Verenigd Koninkrijk en Spanje.
#### 1.3.1 Ontstaan van de Belgische federale staat
De Belgische federale staat is ontstaan door een proces van devolutie, gedreven door conflicten over taal, levensbeschouwing en socio-economische kwesties. Dit proces werd gekenmerkt door zes staatshervormingen:
* **1970-1989 (eerste 3 staatshervormingen):** Oprichting van cultuurgemeenschappen, basis voor gewesten, en latere oprichting van gemeenschappen met eigen raden en regeringen. Bevoegdheden werden uitgebreid naar domeinen zoals gezondheid en sociale bijstand. Oprichting van het Vlaams, Waals en later Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met eigen raden en regeringen.
* **1993 (vierde staatshervorming):** Verdere uitbreiding van bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten. Rechtstreekse verkiezing van de parlementen van de gewesten. België werd per artikel 1 van de Grondwet gedefinieerd als een federale staat samengesteld uit gemeenschappen en gewesten.
* **2001 (vijfde staatshervorming):** Verdere uitbreiding van bevoegdheden. Wijzigingen aan de Brusselse instellingen, waaronder een vast aantal zetels voor Vlaamse partijen in het Brussels Parlement.
* **2012-2014 (zesde staatshervorming):** Verdere uitbreiding van bevoegdheden. Hervorming van de financiering en toegenomen fiscale autonomie voor de gewesten. Grondige hervorming van de Senaat tot een reflectiekamer voor de deelstaten.
### 1.4 Voor- en nadelen van federalisme
#### 1.4.1 Voordelen
* Faciliteert bestuur in grote landen doordat deelstaten dichter bij de burger staan.
* Biedt een manier om regionale eigenheid te behouden.
* Kan dienen als bestuursmodel voor diep verdeelde samenlevingen.
#### 1.4.2 Nadelen
* Kan het principe van gelijkheid binnen een sterkere unie bemoeilijken.
* Potentieel gevaar voor de nationale eenheid.
* Het toekennen van autonomie kan leiden tot nieuwe verzoeken om meer autonomie.
* Complexere besluitvorming.
### 1.5 Verdeling van bevoegdheden in federale staten
De verdeling van bevoegdheden in een federale staat volgt doorgaans het principe van subsidiariteit, wat betekent dat bevoegdheden worden toegekend aan het laagst mogelijke bestuursniveau.
#### 1.5.1 Verdeling tussen niveaus
Dit kan gebeuren volgens beleidsdomeinen:
* **Exclusief:** Elk niveau heeft een homogeen pakket aan bevoegdheden.
* **Overlappend:** Beide niveaus zijn bevoegd voor hetzelfde beleidsdomein.
#### 1.5.2 Verdeling tussen deelstaten
Dit kan symmetrisch of asymmetrisch zijn:
* **Symmetrie:** Alle deelstaten hebben dezelfde bevoegdheden of mate van autonomie.
* **Asymmetrie:** Bevoegdheden en autonomie verschillen tussen de deelstaten (bv. Schotland heeft meer politieke autonomie dan Wales of Noord-Ierland in het VK; de status van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wijkt af van die van het Vlaams en Waals Gewest in België).
### 1.6 Oplossen van conflicten in federale staten
Conflicten in federale staten kunnen worden opgelost via diverse mechanismen:
1. **Centrale instituties:**
* Een geschreven grondwet die de bevoegdheidsverdeling regelt.
* Een tweede kamer die de deelstaten vertegenwoordigt en dient als ontmoetingsplaats (bv. de Belgische Senaat sinds 2014, de Duitse Bundesrat).
* Specifieke procedures zoals bijzondere meerderheden en pariteit in de federale regering, of de alarmbelprocedure in België.
2. **Overleg (belangenconflicten):**
* Belangenconflicten ontstaan wanneer een overheid autonoom handelt en de belangen van een andere overheid schaadt.
* Intergouvernementeel overleg, zoals het Overlegcomité in België, is cruciaal.
3. **Grondwettelijk hof (bevoegdheidsconflicten):**
* Bevoegdheidsconflicten ontstaan bij inbreuken op de bevoegdheidsverdeling.
* Het Grondwettelijk Hof speelt een sleutelrol bij de interpretatie van de Grondwet en de regeling van deze conflicten.
4. **Herverdeling (sociale en financiële conflicten):**
* Principes:
* **Eigen verantwoordelijkheid:** Deelstaten zijn verantwoordelijk voor hun eigen beleidskeuzes en financiering.
* **Herverdeling:** Financiële middelen worden herverdeeld tussen deelstaten, met compensatie voor deelstaten met grotere sociale behoeften. Dit kan leiden tot solidariteitsmechanismen maar ook tot conflicten.
### 1.7 Rol van lokale besturen
Lokale besturen vormen de kleinste territoriale eenheden. Hun autonomie is beperkt en ze voeren taken uit die op kleine schaal georganiseerd kunnen worden. Lokale besturen staan onder administratief toezicht van hogere besturen en hebben een beperkte financiële slagkracht.
### 1.8 Conclusie
De staat als centrale politieke organisatievorm staat onder druk. Er worden drie hoofdtypen van territoriale organisatie onderscheiden: unitaire staten, confederaties en federale staten, die verschillen in de plaats waar de soevereiniteit ligt. Federaties ontstaan door samenvoeging of devolutie, zoals geïllustreerd door de ontwikkeling van de Belgische federale staat. Federalisme kent zowel voordelen als nadelen, gerelateerd aan socio-economische en culturele factoren. De verdeling van bevoegdheden in federale staten volgt vaak het principe van subsidiariteit, en diverse mechanismen, waaronder centrale instituties, overleg, constitutionele arbitrage en financiële herverdeling, helpen bij het oplossen van conflicten. Lokale besturen opereren met een beperkte autonomie en onder toezicht van hogere bestuursniveaus.
---
# Ontstaan en kenmerken van federale staten
Dit onderwerp verkent de vorming van federale staten, de redenen voor hun ontstaan, de algemene kenmerken, en de specifieke context van de Belgische federale staat.
### 2.1 Vormen van territoriale organisatie van de staat
Staten kennen verschillende vormen van territoriale organisatie, waarbij de mate van macht van de territoriale deelgebieden varieert. De traditionele dichotomie tussen unitaire en federale staten wordt steeds meer gezien als een continuüm.
#### 2.1.1 Unitaire staten
In unitaire staten hebben territoriale deelgebieden weinig tot geen bevoegdheden. De staat wordt vanuit één centraal punt bestuurd, en grotere deelgebieden beschikken niet over grote autonomie; ze opereren als ondergeschikt bestuur. De nationale staat behoudt soevereiniteit. Voorbeelden hiervan zijn Nederland, Griekenland en Ierland.
#### 2.1.2 Confederale staten
Confederaties zijn samenwerkingsverbanden tussen nationale staten die hun autonomie volledig behouden. De soevereiniteit ligt bij de individuele staten, niet bij de unie. Besluitvorming vereist unanimiteit, wat betekent dat staten enkel gezamenlijk kunnen optreden als iedereen akkoord gaat. Elke deelnemende staat behoudt de mogelijkheid om uit de unie te stappen.
#### 2.1.3 Federale staten
Federale staten kennen twee autonome en soevereine niveaus van besluitvorming: het federale niveau en het niveau van de deelstaten. Kenmerkend is de aanwezigheid en vertegenwoordiging van deelstaten in de besluitvorming op federaal niveau. Dit uit zich in:
* **Self-rule**: Deelstaten kunnen hun eigen beleid voeren zonder inmenging van de federale staat.
* **Shared-rule**: Deelstaten zijn noodzakelijk voor het nemen van federale beslissingen.
### 2.2 Ontstaan van federale staten
Federale staten kunnen op twee manieren ontstaan:
* **Samenvoeging van bestaande staten of politieke gemeenschappen**: Dit proces, ook wel *federatie door samenvoeging* genoemd, is het ontstaan van federaties zoals de Verenigde Staten, Zwitserland en Duitsland.
* **Uit elkaar groeien van een unitaire staat**: Dit proces, bekend als *devolutie* of decentralisatie, leidt tot de vorming van federale staten zoals België en het Verenigd Koninkrijk of Spanje.
#### 2.2.1 Ontstaan van de Belgische federale staat
De Belgische federale staat is ontstaan uit het geleidelijk uit elkaar groeien van een unitaire staat. Dit proces was een gevolg van conflicten over taal, levensbeschouwing en socio-economische zaken. Het federalisme werd ingevoerd als een manier om politieke uiting te geven aan de verschillen binnen de samenleving, teneinde een vreedzaam samenleven van verschillende groepen mogelijk te maken. Dit proces omvatte zes staatshervormingen:
* **1970-1989 (eerste 3 staatshervormingen):**
* **1970:** Oprichting van drie cultuurgemeenschappen en de basis voor de oprichting van drie gewesten.
* **1980:** Cultuurgemeenschappen werden gemeenschappen met eigen raden en regeringen, en hun bevoegdheden werden uitgebreid (bv. gezondheid, sociale bijstand). Het Vlaams Gewest en Waals Gewest werden opgericht, met elk een raad en regering.
* **1988-1989:** Oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een eigen raad en regering. De bevoegdheden van de gemeenschappen (bv. onderwijs) en gewesten (bv. vervoer, openbare werken) werden verder uitgebreid.
* **1993 (vierde staatshervorming - Sint-Michielsakkoorden):** De bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten werden verder uitgebreid. De parlementen van de gewesten werden rechtstreeks verkozen. Het eerste artikel van de Belgische Grondwet bepaalde dat België een federale staat is, samengesteld uit gemeenschappen en gewesten.
* **2001 (vijfde staatshervorming - Lambermont- en Lombardakkoorden):** Verdere uitbreiding van de bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten. De Brusselse instellingen werden gewijzigd; Vlaamse partijen kregen een vast aantal zetels in het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
* **2012-2014 (zesde staatshervorming):** Verdere uitbreiding van de bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten. Hervorming van de financiering en bijkomende fiscale autonomie voor de gewesten. De Senaat werd grondig hervormd tot een reflectiekamer voor de deelstaten.
### 2.3 Voor- en nadelen van federalisme
Federalisme kent zowel voordelen als nadelen:
**Voordelen:**
* **Faciliteren van bestuur in grote landen:** Deelstaten kunnen dichter bij de burger staan en lokale behoeften beter behartigen.
* **Behoud van regionale eigenheid:** Federalisme biedt ruimte voor het behoud en de ontwikkeling van regionale culturele en politieke identiteiten.
* **Bestuur van diep verdeelde samenlevingen:** Het kan een effectieve manier zijn om samenlevingen met diepe culturele, linguïstische of regionale verschillen vreedzaam te besturen.
**Nadelen:**
* **Principe van gelijkheid in een sterkere unie:** Het balanceren van de gelijkheid van burgers met de autonomie van deelstaten kan complex zijn.
* **Potentieel gevaar voor nationale eenheid:** De nadruk op deelstaatidentiteit kan de nationale eenheid onder druk zetten.
* **Nieuwe vragen voor meer autonomie:** Het toekennen van autonomie leidt vaak tot verdere verzoeken om meer bevoegdheden.
* **Complexere besluitvorming:** Het coördineren van beleid tussen verschillende overheidsniveaus kan leiden tot langere en complexere besluitvormingsprocessen.
### 2.4 Verdeling van bevoegdheden in federale staten
De verdeling van bevoegdheden in federale staten volgt vaak het **principe van subsidiariteit**, wat inhoudt dat bevoegdheden worden toegewezen aan het laagst mogelijke bestuursniveau. De verdeling kan plaatsvinden op twee manieren:
1. **Verdeling tussen niveaus (federaal vs. deelstaten):**
* **Exclusief:** Beide niveaus hebben een homogeen pakket aan bevoegdheden, zonder overlapping.
* **Overlappend:** Beide niveaus zijn bevoegd voor hetzelfde beleidsdomein.
2. **Verdeling tussen deelstaten:**
* **Symmetrie:** Alle deelstaten hebben dezelfde bevoegdheden en mate van autonomie.
* **Asymmetrie:** Bevoegdheden en autonomie verschillen tussen de deelstaten (bv. het Verenigd Koninkrijk met Schotland, Wales en Noord-Ierland; België met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
### 2.5 Oplossen van conflicten in federale staten
Conflicten in federale staten worden opgelost via verschillende mechanismen:
1. **Centrale instituties:**
* **Geschreven grondwet:** Biedt duidelijkheid over bevoegdheidsverdelingen.
* **Tweede kamer (bicameralisme):** Vertegenwoordigt de deelstaten en dient als ontmoetingsplaats (bv. de Duitse Bundesrat).
* **Specifieke Belgische mechanismen:** Bijzondere meerderheden, pariteit in de federale regering, en de alarmbelprocedure.
2. **Overleg (belangenconflicten):** Deze conflicten ontstaan wanneer de autonome handelwijze van één overheid de belangen van een andere overheid potentieel schaadt. Intergouvernementeel overleg, zoals het Overlegcomité in België, is cruciaal.
3. **Grondwettelijk hof (bevoegdheidsconflicten):** Deze conflicten ontstaan wanneer een handeling van een overheid een inbreuk is op de geldende verdeling van bevoegdheden. Het Grondwettelijk Hof is essentieel voor de regeling hiervan en de interpretatie van de grondwet.
4. **Herverdeling (sociale en financiële conflicten):** Deze conflicten worden geregeld op basis van twee principes:
* **Principe van eigen verantwoordelijkheid:** Deelstaten zijn verantwoordelijk voor hun eigen beleidskeuzes en financiering.
* **Principe van herverdeling:** Financiële middelen worden herverdeeld, waarbij deelstaten met grotere sociale behoeften compensatie ontvangen. Solidariteitsmechanismen zijn hierbij belangrijk, hoewel ze vaak een bron van conflict vormen.
### 2.6 Rol van lokale besturen
Lokale besturen vormen de kleinste territoriale eenheden en hebben doorgaans een beperkte autonomie. Ze voeren taken uit die op kleine schaal georganiseerd kunnen worden en staan onder administratief toezicht van hogere besturen. Hun financiële slagkracht is vaak beperkt.
---
# Bevoegdheidsverdeling en conflictregulering in federale staten
Dit onderwerp analyseert de verdeling van bevoegdheden binnen federale structuren, de principes die daarbij gehanteerd worden, en de mechanismen voor het oplossen van conflicten tussen overheden.
### 3.1 Bevoegdheidsverdeling in federale staten
De verdeling van bevoegdheden in federale staten is een complex proces dat zich afspeelt op twee niveaus: enerzijds de verdeling tussen het federale niveau en de deelstaatniveaus, en anderzijds de verdeling van bevoegdheden *tussen* de deelstaten onderling.
#### 3.1.1 Principes van bevoegdheidsverdeling
Het fundamentele principe dat aan de bevoegdheidsverdeling ten grondslag ligt, is het **principe van subsidiariteit**. Dit houdt in dat een bevoegdheid altijd toekomt aan het laagst mogelijke bestuursniveau dat deze effectief kan uitoefenen.
Er zijn verschillende modellen voor de verdeling van bevoegdheden tussen de verschillende bestuursniveaus:
* **Exclusieve bevoegdheden**: Elk niveau (federaal of deelstaat) beschikt over een homogeen pakket aan bevoegdheden waarvoor het exclusief verantwoordelijk is. Dit betekent dat het andere niveau geen wetgevende of uitvoerende bevoegdheid heeft op dat domein.
* **Overlappende bevoegdheden**: Beide niveaus (federaal en deelstaat) zijn bevoegd voor hetzelfde beleidsdomein. Dit vereist coördinatie en kan leiden tot conflicten als er geen duidelijke afspraken zijn.
#### 3.1.2 Variaties in bevoegdheidsverdeling tussen deelstaten
De verdeling van bevoegdheden *tussen* de deelstaten kan eveneens verschillen, wat leidt tot de volgende concepten:
* **Symmetrie**: Alle deelstaten binnen een federatie beschikken over dezelfde bevoegdheden en een gelijke mate van autonomie.
* **Asymmetrie**: De bevoegdheden en de mate van autonomie verschillen tussen de deelstaten. Dit is bijvoorbeeld het geval in het Verenigd Koninkrijk, waar Schotland meer politieke autonomie heeft dan Wales of Noord-Ierland, en in België, waar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een afwijkende status heeft ten opzichte van het Vlaamse en Waalse Gewest.
> **Tip:** Het begrijpen van het principe van subsidiariteit is cruciaal, aangezien het de basis vormt voor efficiënte en democratische overheidsstructuren in federale systemen.
### 3.2 Conflictregulering in federale staten
Conflicten zijn inherent aan federale systemen, waar meerdere autonome overheden met elkaar interageren. Verschillende mechanismen zijn ontwikkeld om deze conflicten op te lossen.
#### 3.2.1 Mechanismen voor conflictregulering
De belangrijkste mechanismen voor conflictregulering in federale staten zijn:
* **Centrale instituties**:
* **Geschreven grondwet**: De grondwet legt de basis voor de bevoegdheidsverdeling en dient als referentiepunt bij geschillen.
* **Tweede kamer (bicameralisme)**: Een federale tweede kamer, waarin de deelstaten vertegenwoordigd zijn, kan dienen als ontmoetingsplaats en platform voor overleg. Voorbeelden hiervan zijn de Belgische Senaat en de Duitse Bundesrat. In België is de Senaat sinds 2014 grotendeels samengesteld uit senatoren die door de deelstaatparlementen worden aangeduid, wat de vertegenwoordiging van de deelstaten versterkt.
* **Bijzondere meerderheden en pariteit**: Specifieke procedures, zoals het vereisen van bijzondere meerderheden of pariteit (gelijkheid) in de federale regering, kunnen helpen om consensus te bereiken en de belangen van alle deelstaten te waarborgen. De **alarmbelprocedure** in België is een voorbeeld van een mechanisme om de belangen van een gemeenschap te beschermen.
* **Overleg (Intergouvernementeel overleg)**:
* **Belangenconflicten**: Deze ontstaan wanneer de autonome handelingen van één overheid de belangen van een andere overheid potentieel schaden. Intergouvernementeel overleg, zoals het **Overlegcomité** in België, is cruciaal om deze conflicten te beheren.
* **Grondwettelijk hof (Constitutionele arbiter)**:
* **Bevoegdheidsconflicten**: Deze ontstaan wanneer de handeling van een overheid een inbreuk vormt op de vastgelegde bevoegdheidsverdeling. Een grondwettelijk hof speelt een essentiële rol bij het oplossen van dergelijke conflicten en de interpretatie van de grondwet.
* **Herverdeling (Sociale en financiële conflicten)**:
* **Principe van eigen verantwoordelijkheid**: Deelstaten zijn primair verantwoordelijk voor hun eigen beleidskeuzes en financiering.
* **Principe van herverdeling**: Financiële middelen worden herverdeeld tussen de deelstaten om tegemoet te komen aan grotere sociale behoeften in bepaalde regio's. Dit mechanisme, dat solidariteit beoogt, kan echter ook een bron van conflict zijn.
> **Example:** In België kan een nieuwe wet aangenomen door de federale regering die de bevoegdheden van een gemeenschap raakt, leiden tot een bevoegdheidsconflict dat voorgelegd wordt aan het Grondwettelijk Hof.
### 3.3 Rol van lokale besturen in federale systemen
Lokale besturen vormen de kleinste territoriale eenheden binnen een staat en opereren doorgaans met een beperkte autonomie. Ze voeren taken uit die op een kleinere schaal efficiënt georganiseerd kunnen worden. Lokale besturen staan onder administratief toezicht van hogere bestuursniveaus en beschikken over een relatief beperkte financiële slagkracht.
---
# Rol van lokale besturen en conclusie
Dit onderwerp behandelt de beperkte autonomie van lokale besturen binnen de staatsstructuur, de druk waaronder de staat staat, en de kenmerken van verschillende staatssystemen, en vat de belangrijkste bevindingen van het college samen.
### 4.1 De staat onder druk en staatssystemen
De staat, gedefinieerd als een centrale organisatievorm met territorium en soevereiniteit, staat onder druk van zowel externe als interne factoren. Er bestaan verschillende vormen van territoriale organisatie van de staat, waarbij de macht van de territoriale deelgebieden varieert.
#### 4.1.1 Vormen van territoriale organisatie
* **Unitaire staat:** Territoriale deelgebieden hebben weinig tot geen bevoegdheden en zijn ondergeschikt aan de centrale overheid. De staat wordt vanuit één centraal punt bestuurd en behoudt soevereiniteit. Voorbeelden zijn Nederland, Griekenland en Ierland.
* **Confederatie:** Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen nationale staten die hun autonomie behouden. De soevereiniteit ligt bij de individuele staten, niet bij de unie. Beslissingen vereisen unanimiteit en deelnemende staten kunnen uit de unie stappen.
* **Federatie:** Kenmerkt zich door twee autonome en soevereine niveaus van besluitvorming: de federale staat en de deelstaten. Deelstaten zijn vertegenwoordigd in de federale besluitvorming ('shared rule') en kunnen hun eigen beleid voeren zonder inmenging van de federale staat ('self rule'). De traditionele dichotomie tussen unitaire en federale staten wordt steeds meer gezien als een continuüm.
#### 4.1.2 Ontstaan van federaties
Federaties kunnen op twee manieren ontstaan:
* **Samenvoeging:** Bestaande staten of politieke gemeenschappen bundelen zich, zoals in de Verenigde Staten, Zwitserland en Duitsland.
* **Devolutie of decentralisatie:** Een unitaire staat groeit uit elkaar, waarbij bevoegdheden worden overgedragen aan deelstaten. België is hier een voorbeeld van, naast het Verenigd Koninkrijk en Spanje. De Belgische federale staat is ontstaan uit een unitaire staat als gevolg van taal-, levensbeschouwelijke en socio-economische conflicten, met als doel politieke uiting te geven aan maatschappelijke verschillen. Dit proces omvatte zes staatshervormingen tussen 1970 en 2014, waarbij bevoegdheden van gemeenschappen en gewesten geleidelijk werden uitgebreid en de instellingen werden aangepast.
#### 4.1.3 Voordelen en nadelen van federalisme
**Voordelen:**
* Faciliteren van bestuur in grote landen door deelstaten dichter bij de burger te plaatsen.
* Manier om regionale eigenheid te bewaren.
* Effectief voor het besturen van diep verdeelde samenlevingen.
**Nadelen:**
* Potentieel gevaar voor nationale eenheid.
* Principe van gelijkheid in sterkere unies.
* Autonomie kan leiden tot verzoeken om meer autonomie.
* Complexere besluitvorming.
### 4.2 Verdeling van bevoegdheden en conflictoplossing in federale staten
#### 4.2.1 Verdeling van bevoegdheden
Het **principe van subsidiariteit** is hierbij cruciaal: bevoegdheden horen thuis op het laagst mogelijke bestuursniveau. De verdeling van bevoegdheden kan op twee manieren gebeuren:
1. **Verdeling tussen niveaus:**
* **Exclusieve bevoegdheden:** Elk niveau heeft een homogeen pakket aan bevoegdheden.
* **Overlappende bevoegdheden:** Beide niveaus zijn bevoegd voor hetzelfde beleidsdomein.
2. **Verdeling tussen deelstaten:**
* **Symmetrie:** Alle deelstaten hebben dezelfde bevoegdheden of mate van autonomie.
* **Asymmetrie:** Bevoegdheden en autonomie verschillen per deelstaat, zoals in het Verenigd Koninkrijk (Schotland versus Wales/Noord-Ierland) en België (status van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
#### 4.2.2 Conflictoplossing
Conflicten in federale staten worden opgelost via verschillende mechanismen:
* **Centrale instituties:** Een geschreven grondwet, een tweede kamer (zoals de Senaat in België of de Bundesrat in Duitsland) die deelstaten vertegenwoordigt en dient als ontmoetingsplaats, en bijzondere meerderheden en pariteit in de federale regering (zoals de alarmbelprocedure in België).
* **Overleg (belangenconflicten):** Dit ontstaat wanneer een overheid autonoom handelt en daarbij de belangen van een andere overheid schaadt. Intergouvernementeel overleg, zoals het Overlegcomité in België, is hierbij essentieel.
* **Grondwettelijk hof (bevoegdheidsconflicten):** Dit ontstaat wanneer een handeling van een overheid een inbreuk is op de geldende bevoegdheidsverdeling. Het Grondwettelijk Hof speelt een cruciale rol bij het regelen van bevoegdheidsconflicten en de interpretatie van de grondwet.
* **Herverdeling (sociale en financiële conflicten):** Deze worden geregeld volgens twee principes:
* **Principe van eigen verantwoordelijkheid:** Deelstaten zijn verantwoordelijk voor hun eigen beleidskeuzes en financiering.
* **Principe van herverdeling:** Financiële middelen worden herverdeeld om deelstaten met grotere sociale behoeften te compenseren. Solidariteitsmechanismen kunnen echter ook een bron van conflict zijn.
### 4.3 Rol van lokale besturen
Lokale besturen vormen de kleinste territoriale eenheden. Hun autonomie is beperkt en ze voeren taken uit die op kleine schaal georganiseerd kunnen worden. Lokale besturen staan onder administratief toezicht van hogere besturen en hebben een beperkte financiële slagkracht.
### 4.4 Conclusie
De staat staat onder druk van zowel externe als interne factoren. Er bestaan drie hoofdvormen van territoriale organisatie: unitaire staten, confederaties en federaties, die verschillen in de plaatsing van soevereiniteit. Federaties kunnen ontstaan door samenvoeging of devolutie, waarbij België een voorbeeld is van het laatste proces. Federalisme kent zowel voordelen als nadelen, gerelateerd aan socio-economische en culturele aspecten. Bevoegdheden in federale staten worden vaak verdeeld volgens het principe van subsidiariteit, en er bestaan diverse mechanismen, waaronder bicameralisme, overleg, grondwettelijke voorzieningen en herverdeling, om conflicten te reguleren. Lokale besturen opereren met beperkte autonomie en staan onder toezicht van hogere bestuursniveaus.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Staat | Een centrale organisatievorm die zich kenmerkt door een territorium, soevereiniteit en een gemeenschap van burgers, en die fungeert als de primaire politieke structuur binnen een bepaald gebied. |
| Territorium | Het geografische gebied waarop de soevereiniteit van een staat zich uitstrekt en waarbinnen het gezag van de staat geldt. |
| Soevereiniteit | Het hoogste gezag van een staat binnen zijn grenzen, wat inhoudt dat de staat het exclusieve recht heeft om wetten te maken, beleid te voeren en beslissingen te nemen zonder inmenging van buitenaf. |
| Unitaire staat | Een staat waarin de macht centraal is georganiseerd en territoriale deelgebieden weinig tot geen eigen bevoegdheden hebben, waardoor het bestuur vanuit één centraal punt plaatsvindt en lagere besturen ondergeschikt zijn. |
| Confederale staat | Een samenwerkingsverband tussen soevereine nationale staten die hun autonomie behouden, waarbij beslissingen meestal unanimiteit vereisen en deelnemende staten de mogelijkheid hebben om uit het verbond te treden. |
| Federale staat | Een staat die bestaat uit twee autonome en soevereine niveaus van besluitvorming, waarbij deelstaten vertegenwoordigd zijn op federaal niveau en zowel "self-rule" (eigen beleid voeren) als "shared rule" (deelname aan federale besluitvorming) wordt gegarandeerd. |
| Devolutie | Het proces waarbij een centrale overheid bevoegdheden overdraagt aan lagere bestuursniveaus, zoals regionale of lokale overheden, binnen een anderszins unitaire staat, wat kan leiden tot meer decentralisatie. |
| Subsidiariteit | Een principe dat stelt dat bevoegdheden en besluitvorming zoveel mogelijk moeten worden uitgevoerd op het laagst mogelijke bestuursniveau, het dichtst bij de burger, om de efficiëntie en de betrokkenheid te maximaliseren. |
| Bicameralisme | Het bestaan van een tweekamerstelsel in de wetgevende macht, waarbij de ene kamer vaak de bevolking vertegenwoordigt en de andere kamer de deelstaten of regio's, wat dient als een mechanisme voor vertegenwoordiging en overleg. |
| Grondwettelijk Hof | Een rechterlijk orgaan dat belast is met de interpretatie van de grondwet en de beslechting van bevoegdheidsconflicten tussen verschillende overheden of deelstaten binnen een federale staat, en dat toeziet op de naleving van de constitutionele orde. |