Cover
ابدأ الآن مجانًا Spelman 1991 de Beauvoir.pdf
Summary
# Simone de Beauvoirs concept van "vrouw"
Simone de Beauvoirs werk, met name *The Second Sex*, wordt geanalyseerd op haar concept van "vrouw", waarbij kritiek wordt geuit op de generaliserende en eng-gerichte definitie die zij hanteert, met een focus op witte, middenklasse, heteroseksuele, christelijke vrouwen in Westerse landen, ondanks het theoretische potentieel voor een bredere reikwijdte [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.1 De kern van Beauvoirs filosofie: bestaan versus leven
De Beauvoir stelt dat menselijke wezens niet tevreden zijn met louter leven, maar streven naar een zinvol bestaan. Dit bestaan wordt gekenmerkt door activiteiten die de "dierlijke natuur" overstijgen, zoals heldendom, rebellie, onbaatzuchtigheid, verbeelding en creatie. Louter leven biedt geen intrinsieke redenen voor bestaan, terwijl "bestaan" dit wel doet door middel van transcendentie en het creëren van waarden. Bestaan is dus het vermogen om een creatief subject te zijn, vorm te geven aan de toekomst door intelligentie, in plaats van een passief object te zijn van de natuurlijke ritmes [2](#page=2).
### 1.2 Vrouw als de Andere: immanentie versus transcendentie
Menselijke lichamelijkheid en de noodzaak om het leven te onderhouden, bieden een voortdurende herinnering aan onze sterfelijkheid en contingentie. Mannen projecteren deze aspecten van hun eigen bestaan op vrouwen, en zien hen als het belichamen van de bedreigingen voor een transcendent leven, en beschouwen vrouwen als "de Andere". Vrouwen blijven "gebonden aan de mysterieuze processen van het leven" en "gedoemd tot immanentie". Hun leven is niet gericht op doelen, maar op het produceren of verzorgen van middelen, die slechts intermediair zijn tussen dierlijk leven en vrij bestaan. Hoewel vrouwen evenzeer in staat zijn tot "bestaan", zien mannen in hun corporealiteit een onaangename spiegel van hun eigen dierlijke natuur. Ze hebben vrouwen nodig als metgezellen, maar beschouwen ze als "de Andere" om een deel van zichzelf te ontkennen [2](#page=2).
### 1.3 De historische passiviteit van vrouwen in verzet
In tegenstelling tot andere onderdrukte groepen, zoals zwarten of arbeiders, hebben vrouwen historisch gezien niet veel weerstand geboden aan de mannelijke definitie van hen als belichamingen van mysterieuze natuurkrachten. Dit komt deels door hun verspreiding over alle bevolkingslagen, wat politieke samenwerking bemoeilijkt, en doordat de geslachtsverdeling als een biologisch feit wordt gezien, niet als een historisch construct dat veranderd kan worden. Dit contrasteert met groepen zoals Joden of de proletariërs, wiens posities als historisch en dus veranderlijk worden beschouwd [2](#page=2).
#### 1.3.1 Paradoxale solidariteit en gebrek aan communicatie
Hoewel vrouwen elkaar identificeren, communiceren ze niet met elkaar zoals mannen dat doen via ideeën en persoonlijke belangen. Ze zijn gebonden door een "immanente medeplichtigheid". Dit betekent dat ze zich bewust zijn van een apart domein waarin ze praten over huishoudelijke zaken, maar elkaar tegelijkertijd als rivalen zien voor de aandacht van de mannelijke wereld. De Beauvoir suggereert dat het zijn van een "ware vrouw" onlosmakelijk verbonden is met het zijn van de Andere, waardoor het logisch onmogelijk is om zowel een echte vrouw als een subject te zijn. Ze suggereert ook dat vrouwen soms de minder veeleisende weg kiezen door zich te onderwerpen, om zo de voordelen te behouden die verbonden zijn aan hun alliantie met de "superieure kaste" [3](#page=3).
### 1.4 Economische onafhankelijkheid als voorwaarde voor bevrijding
De Beauvoir stelt dat economische onafhankelijkheid een noodzakelijke voorwaarde is voor de bevrijding van vrouwen. Alleen wanneer vrouwen gedwongen worden voor zichzelf te zorgen, zullen ze hun transcendentie omarmen in plaats van te vervallen in immanentie, zichzelf zien als subjecten in plaats van objecten. Vrouwen erkennen de waarde van transcendentie, maar zoeken vaak mannen wiens prestaties henzelf ten goede komen, in plaats van deze zelf na te streven. De Beauvoir pleit voor een wereld waarin vrouwen hun eigen successen moeten behalen [3](#page=3).
### 1.5 De oorzaken van vrouwelijke dominantie volgens De Beauvoir
De Beauvoir identificeert drie hoofdoorzaken voor de dominantie van mannen over vrouwen:
1. Mannen hebben specifieke attitudes ten opzichte van vrouwen [4](#page=4).
2. Economische, sociale en politieke instellingen versterken en bestendigen deze attitudes [4](#page=4).
3. Vrouwen falen erin om zich tegen deze attitudes en instellingen te verzetten [4](#page=4).
### 1.6 De discrepantie tussen theorie en praktijk: de focus op witte, middenklasse vrouwen
Ondanks Beauvoirs inzicht in klassen-, ras- en nationale verschillen tussen vrouwen, en de impact daarvan op hun economische, sociale en politieke posities, neigt haar werk er uiteindelijk toe om "vrouw" te definiëren aan de hand van de ervaringen van witte, middenklasse, heteroseksuele, christelijke vrouwen in Westerse landen. Haar opmerkingen over het gebrek aan gedeelde belangen onder vrouwen zijn treffend: "Als [vrouwen tot de bourgeoisie behoren, voelen ze solidariteit met mannen van die klasse, niet met proletarische vrouwen; als ze wit zijn, is hun loyaliteit aan witte mannen, niet aan zwarte vrouwen". Huisvrouwen staan vijandig tegenover hun personeel, en middenklasse vrouwen voelen geen solidariteit met werkende vrouwen. Dit suggereert dat de vrouwen die het minst bereid zijn tot verandering, witte middenklasse vrouwen zijn, die de status quo accepteren in ruil voor hun klasse- en rasprivileges [1](#page=1) [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 1.6.1 De verstrengeling van klasse en sekse
De Beauvoir stelt dat seksisme en klassisme nauw met elkaar verweven zijn. Klasseverschillen worden mede gevormd door man-vrouwrelaties; het is onmogelijk om het seksisme waaraan vrouwen onderworpen zijn te beschrijven zonder hun klasse te specificeren, en omgekeerd. De middelen die middenklasse vrouwen afhankelijk maken van mannen van hun klasse, zijn dezelfde die hen onderscheiden van werkende klasse vrouwen [3](#page=3).
#### 1.6.2 Ondermijning van eigen inzichten
Desondanks negeert De Beauvoir vaak haar eigen inzichten en beschrijft ze relaties tussen mannen en vrouwen alsof klasse- of rasverschillen geen invloed hebben. Dit leidt tot problemen bij het geven van een algemene beschrijving van "vrouw". Haar bewering dat de wereld "aan mannen toebehoort" is misleidend, omdat het de verschillen tussen prinsen en bedelaars, meesters en slaven negeert. Ook de psychologische ontwikkeling van meisjes, waarin alles hen bevestigt in het geloof aan mannelijke superioriteit, wordt generaliserend gepresenteerd, ondanks haar erkenning dat witte meisjes in de VS de superioriteit van zwarte mannen niet geloven. Hogere klassen vrouwen leren dat ze superieur zijn aan arbeidersklasse mannen en verdedigen hun klassebelangen vaak heviger dan hun echtgenoten [4](#page=4).
#### 1.6.3 De rol van rassen- en klassenprivileges
De Beauvoir's perceptie van klasse- en rassengelijkheid zou vragen moeten oproepen bij haar beschrijving van de "man" als "burger" en "producent" met economische onafhankelijkheid, tegenover de "vrouw", die "vooral, en vaak uitsluitend, een echtgenote" is, opgesloten in huis met veel vrije tijd. Ze negeert hierbij expliciet de invloed van racisme op de omstandigheden waarin een man "transcendentie incarneert". Hoewel ze de rol van vrouwen in reproductie en familiebehoud benadrukt, negeert ze vragen over legitimiteit, die sterk beïnvloed worden door ras, klasse en religieuze conventies. Ze wijst erop dat alles wat ze zegt over seksueel privilege alleen geldt als de man en vrouw tot hetzelfde ras en klasse behoren, maar gaat hier niet dieper op in [4](#page=4).
#### 1.6.4 Vergelijkingen met andere onderdrukte groepen
De Beauvoir vergelijkt vrouwen met groepen als "Joden, de Zwarten, de Gele, het proletariaat, slaven, bedienden, de gewone bevolking". Ze bespreekt de verschillen tussen de situatie van vrouwen en gebeurtenissen zoals de verspreiding van de Joden of de introductie van slavernij. Ze noemt ook Bebel's vergelijking van "vrouwen en het proletariaat". Ze merkt op dat Hegel's ideeën over "meester en slaaf" beter van toepassing zijn op "man en vrouw". Bij de bespreking van slavernij in de VS ziet ze een "groot verschil" tussen zwarte Amerikanen en vrouwen: zwarten onderwerpen zich met verzet zonder privileges die hun lot compenseren, terwijl vrouwen worden verleid tot medeplichtigheid. Ze vergelijkt de rol van religie in het bieden van hoop op transcendentie aan "vrouwen" en "de gewone mensen" [4](#page=4).
##### 1.6.4.1 Het probleem van de impliciete uitsluiting
Deze vergelijkingen, hoewel historisch soms accuraat, verhullen het feit dat de helft van de populaties waartegen ze vrouwen vergelijkt, zelf uit vrouwen bestaat. Dit is problematisch gezien haar eigen erkenning van de diversiteit van vrouwen qua ras, klasse, religie en etniciteit. Ze kiest ervoor om "vrouw" alleen te gebruiken voor vrouwelijke wezens die niet onderworpen zijn aan racisme, antisemitisme, klassisme of imperialisme. Ze stelt dat in middeleeuwse klassen waar vrouwen enige economische onafhankelijkheid genoten, werkende vrouwen meer werden onderdrukt dan mannelijke werkers [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 1.6.5 "Men wordt niet geboren, maar men wordt een vrouw"
De opening van *The Second Sex*, "Men wordt niet geboren, maar men wordt een vrouw", is een van haar meest geciteerde en krachtige inzichten. Dit biedt een startpunt voor het onderscheid tussen biologisch sekse en sociaal geconstrueerd gender. Biologisch vrouw zijn is iets anders dan door cultuur gevormd worden tot een "vrouw" met vrouwelijke eigenschappen, die de dingen doet die "vrouwen" doen [5](#page=5).
##### 1.6.5.1 De sociale constructie van vrouwelijkheid
Vrouwelijkheid is niet een biologische kwestie, maar een product van "de gehele beschaving". Zonder menselijke interactie wordt geen enkel vrouwelijk wezen een "vrouw"; hun bestemming wordt fundamenteel gevormd door de acties van anderen. Een vrouw wordt niet bepaald door hormonen of instincten, maar door de wijze waarop haar lichaam en haar relatie tot de wereld worden gemodificeerd door anderen. Ze moet zichzelf zien en gezien worden als de Andere, in essentie, als object, in contrast met de man als Zelf, als essentieel, als subject. De Beauvoir benadrukt dat mensen de betekenis creëren die gehecht wordt aan het hebben van een lichaam, en meer specifiek aan het hebben van een mannelijk of vrouwelijk lichaam. Het "beleefde lichaam" wordt gevormd door de maatschappij en klasse waartoe men behoort [5](#page=5).
###### 1.6.5.1.1 Variërende ervaringen van biologische gebeurtenissen
De ervaring van een abortus of de menopauze verschilt sterk tussen conventionele middenklasse vrouwen en vrouwen die "geschoold zijn door armoede en ellende" of boeren vrouwen die tevreden zijn dat ze niet meer zwanger raken. Biologie is geen lot in de zin dat vrouw-zijn niet hetzelfde is als een "vrouw" worden, noch bepaalt het hoe men een "vrouw" wordt. Verschillende vrouwen ervaren biologische gebeurtenissen anders, afhankelijk van hun levensomstandigheden en overtuigingen [6](#page=6).
#### 1.6.6 Het ideale tegenover het reële vrouwbeeld
De Beauvoirs aanval op de discrepantie tussen de werkelijkheid van vrouwen en een statisch ideaal van "vrouw" is een veelbelovend aspect van haar analyse. Het "Eeuwige Vrouwelijke" is een mythisch ideaal, een mannelijke mythe over de aard van vrouwelijkheid, die tegenover de verspreide, contingente en meervoudige existenties van werkelijke vrouwen wordt geplaatst. Vrouwen die niet voldoen aan dit ideaal, worden als "niet vrouwelijk" beschouwd [6](#page=6).
##### 1.6.6.1 De economische basis van mystificatie
De Beauvoir suggereert dat de mystificatie van vrouwelijkheid economisch van aard is. Relaties die concreet worden geleefd, zoals die tussen boeren, ambachtslieden en arbeiders met hun vrouwen, zijn te duidelijk om geïdealiseerd te worden. Dit pleidooi voor omstandigheden waarin mensen elkaar kunnen zien zoals ze werkelijk zijn, suggereert dat de bevrijding van vrouwen afhankelijk is van economische en politieke omstandigheden waarin mannen hun projecties van "vrouw" niet langer op vrouwen projecteren, maar observeren wie ze werkelijk zijn [7](#page=7).
#### 1.6.7 Existentialisme en wetenschappelijk denken versus "het vrouwbeeld"
De Beauvoir gelooft dat een zoektocht naar de essentie van "vrouw" misplaatst is; er is geen metafysisch element van pure vrouwelijkheid dat alle vrouwen definieert. We moeten kijken naar wat vrouwen doen om te ontdekken wie ze zijn. Dit betekent dat we niet van tevoren kunnen aannemen wat vrouwen gemeen hebben. Ze waarschuwt tegen de aanname dat de levens van vrouwen van één ras of klasse representatief zijn voor alle andere vrouwen. Beide existentialisme en "wetenschappelijk denken" suggereren dat we moeten onderzoeken hoe vrouwen werkelijk zijn. Tegelijkertijd waarschuwt ze dat noch existentialisme noch "wetenschappelijk redeneren" ons naar het standpunt van "vrouw" zal leiden, die "het gevoel voor het universele" mist en de wereld beschouwt als "een verwarde opeenhoping van speciale gevallen". De isolatie van vrouwen draagt bij aan hun gebrek aan "het gevoel voor het universele" [7](#page=7) [8](#page=8).
### 1.7 Verklaringen voor de discrepantie in Beauvoirs werk
De discrepantie tussen Beauvoirs impliciete complexiteit en haar expliciete vereenvoudiging kan verklaard worden door de manier waarop witte middenklasse privileges verankerd raken in haar theorie. De Beauvoir neemt drie voorwaarden als waar aan [8](#page=8):
1. Als men geen "man" is, is men een vrouw OF een zwarte, een vrouw OF Joods, etc [8](#page=8).
2. Seksime is anders dan racisme en andere vormen van onderdrukking [8](#page=8).
3. Seksime is het duidelijkst in het geval van vrouwen die niet onderworpen zijn aan andere vormen van onderdrukking [8](#page=8).
Deze voorwaarden maken het logisch om de studie van witte middenklasse vrouwen te beschouwen als een studie van alle vrouwen. Dit privilege is niet zozeer een persoonlijke eigenaardigheid van Beauvoir, maar deel van de intellectuele en politieke context [8](#page=8).
#### 1.7.1 De kracht van impliciete aannames
De kracht van de "1-2-3-punch" ligt in het feit dat deze voorwaarden bijna als vanzelfsprekend worden beschouwd en leiden tot een focus op witte middenklasse vrouwen zonder dat dit expliciet benoemd hoeft te worden. Privilege werkt het best wanneer het onopgemerkt blijft; het vereist geen argumentatie of expliciete erkenning. Feministische theorie die witte middenklasse privileges uitdrukt, zorgt ervoor dat witte middenklasse vrouwen automatisch aandacht krijgen [8](#page=8).
#### 1.7.2 De gevolgen van impliciete vooronderstellingen
Als men instemt met voorwaarden 1-3, zal men de neiging hebben om de inzichten in Beauvoirs werk die deze voorwaarden in twijfel trekken, te negeren. Men zal bijvoorbeeld niet opvallen dat, als vrouwen in elke bevolkingsgroep voorkomen, het vreemd is om vrouwen te contrasteren met zwarten, Joden of armen. Ook de implicatie dat seksisme varieert afhankelijk van ras en klasse, wat betekent dat er geen simpele vorm van seksisme is die voor alle vrouwen geldt, wordt minder benadrukt. De Beauvoir stelt dat de onderdrukking waaraan witte middenklasse vrouwen onderhevig zijn, niet de onderdrukking is die vrouwen "als vrouw" ervaren, maar de onderdrukking die witte middenklasse vrouwen ervaren, waarbij ras en klasse relevant zijn, zelfs als ze er niet direct om onderdrukt worden [8](#page=8) [9](#page=9).
### 1.8 Conclusie: de noodzaak van expliciete analyse
De Beauvoirs werk zou minder overtuigend zijn voor veel lezers als ze explicieter zou reflecteren op de aanwezigheid van vrouwen binnen de groepen waarmee ze vrouwen contrasteert, of als ze zou erkennen dat de relaties tussen mannen en vrouwen van verschillende klassen en rassen verschillen. Ze verbergt de herinnering dat bij het spreken over man-vrouwrelaties, de betrokkenen van hetzelfde ras en klasse moeten zijn, diep in haar werk [9](#page=9).
#### 1.8.1 De angst voor verlies van algemene claim
Dit zou haar argument minder krachtig maken voor degenen die geloven dat een coherente feministische politieke analyse en agenda vereist dat men over de geschiedenis van de behandeling van alle vrouwen kan spreken als vrouwen. Om serieus genomen te worden, moeten feministen aantonen dat ze over meer spreken dan een kleine groep mensen, en dat deze groep onrecht is aangedaan [9](#page=9).
#### 1.8.2 De rol van het "gevoel voor het universele"
De Beauvoir meent dat vrouwen een "gevoel voor het universele" missen, wat bijdraagt aan hun falen om zich te verzetten tegen mannelijke dominantie. Ze overschatten de waarde van hun eigen glimlach omdat niemand hen vertelt dat alle vrouwen glimlachen. Totdat vrouwen verder kijken dan hun eigen individuele gevallen, zullen ze er niet in slagen een solide "tegencosmos" op te bouwen van waaruit ze de mannen kunnen uitdagen. Hoewel het belangrijk is om vrouwen aan te moedigen verder te kijken dan hun eigen casus, is het aannemen dat men een gemeenschappelijke conditie of hoop zal vinden voor alle vrouwen, onjuist. Beauvoirs eigen werk suggereert eerder dat overeenkomsten tussen de diverse omstandigheden van vrouwen gecreëerd moeten worden, dan dat ze er zijn om te vinden [10](#page=10).
---
# De rol van klasse en ras in de onderwerping van vrouwen
Dit deelonderwerp onderzoekt hoe Simone de Beauvoir de invloed van klasse, ras en etniciteit op de positie van vrouwen erkent, maar deze inzichten niet volledig integreert in haar bredere analyse, wat leidt tot een oversimplificatie van "vrouw" als een homogene categorie.
### 2.1 Erkenning van diversiteit binnen de vrouwelijkheid
De Beauvoir erkent expliciet dat er verschillen bestaan tussen vrouwen op het gebied van klasse, ras en etniciteit, en hoe deze verschillen hun economische, sociale en politieke posities beïnvloeden. Ze merkt op dat solidariteit onder vrouwen wordt belemmerd wanneer vrouwen zich meer verbonden voelen met mannen van hun eigen klasse of ras dan met vrouwen uit andere sociale lagen. Huishoudens tonen bijvoorbeeld vijandigheid jegens hun bedienden en leraren, en middenklassevrouwen voelen geen solidariteit met arbeidersvrouwen omdat hun emancipatie de status quo van hun eigen klasse zou ondermijnen. De Beauvoir stelt dat vrouwen met klasse- en rasvoordelen terughoudend zijn om deze op te geven, wat een obstakel vormt voor een gezamenlijke weerstand tegen de dominantie van mannen. Ze suggereert zelfs dat de mate van seksuele onderwerping omgekeerd evenredig is aan klassenonderdrukking; hoe extremer de klassenonderdrukking, hoe minder extreem de seksuele onderdrukking. Sexisme en klassisme zijn dus diep met elkaar verweven [3](#page=3).
### 2.2 Integratieproblemen en oversimplificatie
Ondanks deze inzichten, neigt De Beauvoir ertoe om de relaties tussen mannen en vrouwen te beschrijven alsof klasse-, ras- of etniciteitsverschillen er niet toe doen. Dit leidt tot een oversimplificatie van "vrouw" als een homogene categorie. Ze stelt dat vrouwen opgroeien in een wereld die aan mannen toebehoort, zonder de nuances van prinsen versus paupers of meesters versus slaven voldoende te belichten. Hoewel ze de psychologische effecten van mannelijke superioriteit op meisjes beschrijft, erkent ze ook dat een wit meisje in de VS niet gelooft dat zwarte mannen superieur zijn, en dat vrouwen uit hogere klassen worden onderwezen om te geloven in hun superioriteit ten opzichte van mannen uit lagere klassen. De Beauvoir's beschrijvingen van de man als "burger" en "producent" met "economische onafhankelijkheid" staan in contrast met de vrouw die "vooral, en vaak uitsluitend, een echtgenote" is, opgesloten in huis en genietend van "ruime vrije tijd" [4](#page=4).
> **Tip:** Het is cruciaal om te herkennen hoe De Beauvoir's eigen bewijslast de algemene claims die ze maakt over "vrouwen" ondermijnt.
### 2.3 De rol van categorieën en vergelijkingen
De Beauvoir vergelijkt vrouwen met andere onderdrukte groepen zoals Joden, zwarten, het proletariaat en slaven. Ze merkt een "groot verschil" op tussen de situatie van Amerikaanse zwarten en vrouwen: zwarten verzetten zich met wrok, terwijl vrouwen worden aangemoedigd tot medeplichtigheid. Ze stelt dat als een geslacht of klasse tot immanentie is veroordeeld, hen het "fantoom van enige vorm van transcendentie" moet worden geboden. Dit vergelijken van "vrouwen" met groepen die ook vrouwen omvatten, zoals slaven, is problematisch. Hoewel ze erkent dat er vrouwelijke slaven waren, focust ze zich voornamelijk op "vrije vrouwen". Ze stelt ook dat "arbeidersvrouwen nog meer dan mannelijke arbeiders werden verslaafd" [4](#page=4) [5](#page=5).
De Beauvoir's vaststelling dat de verschillen in privilege en macht tussen mannen en vrouwen alleen "in het spel" zijn wanneer mannen en vrouwen van dezelfde klasse en ras zijn is een logische consequentie van haar eerdere observaties. Echter, dit suggereert ook dat de seksuele onderdrukking binnen elke klasse of ras vergelijkbaar is, wat haar algemene claims ondermijnt. Ze lijkt zich te concentreren op de seksuele onderdrukking die witte middenklassevrouwen in westerse landen ervaren, zonder dit expliciet te maken [5](#page=5).
### 2.4 De constructie van "vrouw" en de impact van privilege
De beroemde uitspraak "Men wordt niet als vrouw geboren, maar men wordt het" benadrukt dat "vrouw" een sociale constructie is, gevormd door de cultuur en de acties van anderen. De Beauvoir stelt dat het lichaam en de relatie tot de wereld van een vrouw worden gemodificeerd door de actie van anderen dan zijzelf, met name mannen. Om een "ware vrouw" te worden, moet een vrouw zichzelf als "de Ander" zien in contrast met "het Zelf van het mannelijke" [5](#page=5).
De Beauvoir's werk wordt beïnvloed door de impliciete aanname dat:
1. Iemand die geen "man" is, is óf een vrouw óf zwart, Joods, arm, enz [8](#page=8).
2. Sexisme is verschillend van racisme en andere vormen van onderdrukking [8](#page=8).
3. Sexisme is het duidelijkst bij vrouwen die niet anderszins worden onderdrukt [8](#page=8).
Deze aannames leiden ertoe dat witte middenklassevrouwen als de standaard worden beschouwd voor de analyse van "vrouwen". Dit is geen persoonlijke quirk van De Beauvoir, maar weerspiegelt een gedeelde intellectuele en politieke context. White middle-class privilege zorgt ervoor dat de ervaringen van witte middenklassevrouwen automatisch aandacht krijgen [8](#page=8).
> **Voorbeeld:** De Beauvoir's opmerking dat de vrouwen van witte slavenhouders strijdlustiger waren in het behoud van de raciale status quo dan hun echtgenoten, toont aan hoe privilege zelfs binnen haar analyse van seksisme een rol speelt [8](#page=8).
De Beauvoir's werk zou mogelijk minder impactvol zijn geweest als ze explicieter had gemaakt wie ze bedoelde met "vrouw" en als ze de verschillen in seksuele onderdrukking tussen verschillende klassen en rassen duidelijker had benadrukt. Haar argumentatie vereist een algemeen concept van "vrouw" om een zaak te kunnen maken van onrechtvaardigheid en om strategieën voor bevrijding te ontwikkelen. Echter, haar eigen werk suggereert dat gelijkenissen tussen de diverse omstandigheden van vrouwen niet zomaar gevonden, maar eerder gecreëerd moeten worden [9](#page=9).
---
# Bestaan versus louter leven: de filosofische basis van de Beauvoirs theorie
Simone de Beauvoirs theorie stelt een fundamenteel onderscheid voor tussen "bestaan" (existence) en "leven" (living), waarbij bestaansrecht wordt toegekend aan activiteiten die menselijke projecten en creativiteit overstijgen. Dit concept koppelt de onderwerping van vrouwen aan "leven" (immanentie) aan hun positie als de "Ander" ten opzichte van de man [2](#page=2).
### 3.1 Het onderscheid tussen leven en bestaan
De Beauvoir betoogt dat menselijke wezens niet tevreden zijn met louter "leven"; we streven naar een betekenisvol "bestaan". Echter, onze lichamelijkheid en de noodzaak om deze dagelijks te verzorgen (voeding, reiniging, onderhoud van onderdak) vormen een constante dreiging voor dit streven. Deze activiteiten, die gericht zijn op het in stand houden van het leven, worden als "immanent" beschouwd en missen de transcendentie die essentieel is voor betekenis [2](#page=2).
#### 3.1.1 Definitie van "bestaan"
"Bestaan" wordt gedefinieerd als het vermogen om deel te nemen aan activiteiten die "onze dierlijke natuur overstijgen". Deze activiteiten omvatten de "hoogste menselijke houdingen: heldendom, rebellie, belangeloosheid, verbeelding, creatie". Alleen door te "bestaan" krijgt het menselijk leven redenen om te zijn, die belangrijker zijn dan het leven zelf. Bestaan impliceert een creatief subject zijn, dat een nieuwe toekomst vormt door middel van intelligentie, in tegenstelling tot de passieve onderhevigheid aan de repetitieve ritmes van de dierlijke natuur. Dit onderscheid is analoog aan dat tussen bewustzijn en materie, wil en passiviteit, transcendentie en immanentie, geest en vlees [2](#page=2).
#### 3.1.2 Definitie van "leven"
"Leven" daarentegen, verwijst naar de biologische instandhouding die, indien het de enige focus is, leidt tot de herhaling van hetzelfde leven in meer individuen. Louter leven draagt "geen redenen voor zijn in zich, redenen die belangrijker zijn dan het leven zelf". Het is gericht op het produceren of verzorgen van zaken die slechts middelen zijn, zoals voedsel, kleding en onderdak, en die "onessentiële tussenpersonen tussen dierlijk leven en vrij bestaan" zijn [2](#page=2).
### 3.2 Vrouwen en de koppeling aan "leven" (immanentie)
De Beauvoir stelt dat mannen vrouwen tot opslagplaatsen maken van de veelvormige bedreigingen voor een leven van transcendentie, agentschap, vrijheid en geest. Vrouwen blijven "gebonden aan de mysterieuze processen van het leven" en zijn "gedoemd tot immanentie". Hoewel vrouwen constitutioneel niet minder begerig of capabel zijn tot "bestaan" dan mannen, ziet de man in haar corporealiteit onontkenbare herinneringen aan zijn eigen dierlijke natuur en contingentie. Deseert om geen deel van zichzelf in haar te zien, beschouwt hij haar als volkomen "Ander" [2](#page=2).
#### 3.2.1 Historische onderwerping en obstakels voor verzet
Ondanks hun capaciteit tot "bestaan", hebben de meeste vrouwen historisch gezien niet weerstand geboden aan de definitie van hen als belichamingen van mysterieuze, stomme natuurkrachten. Ze hebben weinig gedaan om de economische, sociale en politieke instellingen die deze houdingen versterken, te ondermijnen [2](#page=2).
##### 3.2.1.1 Verspreiding en gebrek aan gedeelde identiteit
Een belangrijke reden voor dit gebrek aan verzet is dat vrouwen verspreid zijn over de gehele bevolking, dwars door raciale, klassen-, etnische, nationale en religieuze lijnen heen. Dit bemoeilijkt politieke samenwerking enorm, aangezien ze niet dezelfde economische en sociale positie delen en geen gedeelde bewustzijn hebben. Bovendien is de "verdeling van de seksen een biologisch feit, geen gebeurtenis in de menselijke geschiedenis". In tegenstelling tot andere onderdrukte groepen, wiens positie als historisch of sociaal bepaald wordt beschouwd en dus principieel te veranderen is, wordt de seksuele divisie als een biologische gegeven gezien [2](#page=2).
##### 3.2.1.2 Immanente medeplichtigheid en rivaliteit
Ondanks deze verschillen delen vrouwen wel iets gemeenschappelijks, wat paradoxaal genoeg solidariteit in de weg staat: ze "identificeren zich met elkaar" maar communiceren niet, zoals mannen dat doen, "door middel van ideeën en projecten van persoonlijk belang", en zijn slechts "verbonden door een soort immanente medeplichtigheid". Dit betekent dat vrouwen zich bewust zijn van een speciale domein dat gescheiden is van mannen, waarin ze praten over recepten, kou, kinderen en kleding, maar beschouwen elkaar desondanks als rivalen voor de aandacht van de mannelijke wereld [3](#page=3).
##### 3.2.1.3 Keuze voor het pad van de minste weerstand
Soms suggereert De Beauvoir dat vrouwen ervoor kiezen het minder zware pad te bewandelen: "Ongetwijfeld is het comfortabeler om zich te onderwerpen aan een blinde slavernij dan te werken voor bevrijding". Het weigeren de "Ander" te zijn, zou vrouwen de voordelen ontzeggen die voortvloeien uit hun alliantie met de "superieure kaste" [3](#page=3).
> **Tip:** Het onderscheid tussen "leven" en "bestaan" is cruciaal voor het begrijpen van De Beauvoirs analyse van vrouwenonderdrukking. "Leven" staat voor de immanente, biologische instandhouding, terwijl "bestaan" staat voor de transcendente, creatieve zelfverwerkelijking.
> **Voorbeeld:** Het verzorgen van kinderen en het huishouden vallen onder "leven", omdat ze noodzakelijk zijn voor het voortbestaan maar niet inherent bijdragen aan het creëren van nieuwe waarden of betekenissen die het leven zelf overstijgen. Creatieve kunst, wetenschappelijke ontdekkingen of heroïsche daden vallen onder "bestaan".
### 3.3 Intersectie van klasse en geslacht
De Beauvoir erkent de significante verschillen tussen vrouwen op het gebied van klasse, ras en nationaliteit, en hoe deze hun economische, sociale en politieke posities beïnvloeden. Ze merkt op dat vrouwen met privileges, zoals witte middenklasse vrouwen, vaak solidair zijn met mannen van hun eigen klasse en ras, in plaats van met proletarische of zwarte vrouwen. Deze vrouwen zijn terughoudend om de seksuele status quo te veranderen omdat dit hun eigen klasse- en raciale privileges zou ondermijnen. De Beauvoir stelt dat hoe minder klasseprivileges mannen en vrouwen genieten, hoe minder seksuele privileges mannen van die klasse hebben; hoe extremer klasseonderdrukking is, hoe minder extreem seksuele onderdrukking is. Hierdoor zijn seksisme en klassisme diep verweven. De beschrijving van seksisme vereist specificatie van de klasse van de vrouw, en omgekeerd kan seksisme niet worden begrepen zonder de rol van klasse in overweging te nemen [3](#page=3).
---
# De constructie van vrouw-zijn en de mythe van het "Eeuwige Vrouwelijke"
Dit onderwerp onderzoekt Simone de Beauvoirs beroemde stelling dat vrouw-zijn een sociale constructie is, en haar kritiek op het mythische ideaal van het "eeuwige vrouwelijke" in contrast met de individuele realiteit van vrouwen.
### 4.1 De constructie van vrouw-zijn: "Men wordt niet als vrouw geboren, maar wordt het"
De kern van De Beauvoirs analyse ligt in de uitspraak "Men wordt niet als vrouw geboren, maar wordt het". Deze stelling biedt een cruciaal startpunt voor het onderscheid tussen biologisch geslacht (sex) en cultureel gevormde vrouwelijkheid (gender). Biologisch vrouwelijk zijn is iets anders dan door cultuur gevormd worden tot een "vrouw" – iemand met vrouwelijke eigenschappen, die de dingen doet die "vrouwen" doen, en die gedachten en gevoelens heeft die passen bij een vermeende vrouwelijke natuur [5](#page=5).
#### 4.1.1 De rol van maatschappelijke invloed in de vorming van vrouw-zijn
De Beauvoir benadrukt dat vrouw-zijn niet een biologische kwestie is, maar iets dat men kan worden of ook niet kan worden. De "civilisatie als geheel" produceert vrouwen. Zonder menselijke interactie zou geen enkel vrouwelijk individu een "vrouw" worden; menselijke interventie in haar lot is fundamenteel voor wie en wat zij wordt. Een vrouw wordt niet bepaald door hormonen of instincten, maar door de manier waarop haar lichaam en haar relatie tot de wereld worden aangepast door de actie van anderen [5](#page=5).
Met name in de ogen van mannen, en van de legionen vrouwen die door hun ogen kijken, is het niet voldoende om een vrouwelijk lichaam te hebben of de vrouwelijke functie van minnares of moeder te vervullen om een "ware vrouw" te zijn. Om een "ware vrouw" te worden, moet zij gezien worden en zichzelf zien als de Ander, in contrast met het Zelf van de man; als inessentieel tegenover essentieel; als object tegenover subject. Vrouwelijke individuen worden niet zo geboren, maar worden zo gemaakt door de gezamenlijke inspanningen van mannen en vrouwen [5](#page=5).
#### 4.1.2 De sociale constructie van de lichamelijkheid
De Beauvoir stelt dat mensen zelf de betekenis creëren die aan het hebben van een lichaam, en met name aan het hebben van een mannelijk of vrouwelijk lichaam, wordt toegekend. Zij wijst op het belang van het lichaam zoals het "geleefd wordt door het subject", in tegenstelling tot het lichaam zoals beschreven door de bioloog. Het bewustzijn van iemands lichaam op deze manier wordt verworven "onder omstandigheden die afhankelijk zijn van de samenleving waarin [men lid van is", of zelfs van de klasse waartoe men behoort [5](#page=5).
**Voorbeeld:** De Beauvoir suggereert dat de fysieke gebeurtenis van een abortus anders wordt ervaren door conventionele middenklasse vrouwen en door vrouwen "geschoold door armoede en ellende om burgerlijke moraliteit te minachten". Op vergelijkbare wijze stelt zij dat de biologische veranderingen tijdens de menopauze anders worden ervaren door "ware vrouwen" die "alles op hun vrouwelijkheid hebben ingezet" en door "de boerenvrouw, de vrouw van de fabrieksarbeider", die, "constante bedreigd door nieuwe zwangerschappen, blij zijn wanneer ze eindelijk dit risico niet meer lopen" [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 4.1.3 Biologie als sociaal geconstrueerde "bestemming"
Volgens De Beauvoir is biologie geen lotsbestemming in minstens twee opzichten. Ten eerste is vrouwelijk zijn niet hetzelfde als een "vrouw" zijn, noch bepaalt het of en hoe men een "vrouw" zal worden. Ten tweede ervaren verschillende vrouwen biologische gebeurtenissen die geassocieerd worden met vrouwelijkheid op verschillende manieren, afhankelijk van hoe hun lichamen anders worden gebruikt en hun overtuigingen over wat de juiste dingen zijn om met hun lichamen te doen [6](#page=6).
De Beauvoir suggereert dat er geen specifieke betekenis hoeft te worden gegeven aan biologische feiten over onze lichamen; of en hoe een vrouw een "vrouw" wordt, hangt af van menselijk bewustzijn en menselijke actie. Zij erkent echter dat menselijk bewustzijn en menselijke actie in veel opzichten verschillende vormen aannemen in verschillende samenlevingen. Het ingrijpen van anderen is cruciaal in de creatie van een "vrouw" uit een vrouwelijk individu, en als dit ingrijpen een andere richting zou nemen, zou het een heel ander resultaat opleveren. Dit wijst op de variabiliteit in de creatie van "vrouwen" tussen en binnen culturen [6](#page=6).
##### 4.1.3.1 De verwaarlozing van de intersectie van onderdrukking
De Beauvoirs analyse wordt als teleurstellend beschouwd omdat zij niet reflecteert op wat haar eigen theoretische perspectief sterk suggereert en wat haar eigen taal weerspiegelt: namelijk dat verschillende vrouwelijke individuen worden geconstrueerd tot verschillende soorten "vrouwen". Onder bepaalde omstandigheden tellen bepaalde vrouwelijke individuen als "vrouwen", terwijl anderen dat niet doen [6](#page=6).
Hoewel De Beauvoir de variabiliteit in idealen van vrouwelijke schoonheid erkent en zeker op de hoogte is van raciale onderdrukking, spreekt zij niet lang over vrouwen die onderhevig zijn aan racisme. Ze bespreekt niet de manieren waarop schoonheidsidealen raciaal gecodeerd zijn. Hoewel zij zich bewust is van de betekenis die aan huidskleur wordt gehecht, verbindt zij dit niet met haar punt over het onderscheid tussen andere fysieke verschillen tussen menselijke lichamen (d.w.z. seksuele verschillen) en wat mensen van die verschillen maken [6](#page=6).
### 4.2 De mythe van het "eeuwige vrouwelijke"
De Beauvoir bekritiseert de discrepantie tussen de realiteit van actuele vrouwen en een statisch ideaal van "vrouw". Dit laatste is geen empirische generalisatie gebaseerd op observaties van specifieke vrouwen, maar een mannelijke mythe over de aard van vrouwelijkheid [6](#page=6).
#### 4.2.1 Het "eeuwige vrouwelijke" als een mythisch ideaal
"Als tegenover de verspreide, contingente en meervoudige bestaansvormen van actuele vrouwen, mythisch denken het Eeuwige Vrouwelijke, uniek en onveranderlijk, plaatst. Als de definitie die voor dit concept wordt gegeven, wordt tegengesproken door het gedrag van vlees en bloed vrouwen, dan zijn het de laatsten die fout zijn; ons wordt niet verteld dat Vrouwelijkheid een valse entiteit is, maar dat de betrokken vrouwen niet vrouwelijk zijn." [6](#page=6).
De Beauvoir gelooft dat dit mythische ideaal diep reikt in het idee van vrouw als Ander. Zij spreekt soms alsof de behandeling van vrouwen als Ander door mannen onvermijdelijk is. Anderzijds is het duidelijk dat zij denkt dat als politieke en economische omstandigheden in de juiste richting veranderen, vrouwen gezien zullen worden in hun historische specificiteit – dat wil zeggen, vrouwen kunnen werkelijk door mannen worden gekend in plaats van de gelegenheid te zijn voor de projectie van mannen van een mythisch ideaal van vrouwelijkheid [6](#page=6).
#### 4.2.2 De economische substructuur van het mysterie rond vrouwelijkheid
De Beauvoir merkt op dat de vrouwelijke kameraad, collega en medewerker mysterieus zijn. Aan de andere kant, als de vazal mannelijk is, of als een jonge man in de ogen van een man of vrouw die ouder of rijker is, de rol van het inessentiale object speelt, dan wordt ook hij gehuld in mysterie. Dit onthult een substructuur onder het vrouwelijke mysterie die economisch van aard is [7](#page=7).
**Voorbeeld:** De relaties van de fellah uit het oude Egypte, de Bedoeïen boer, de ambachtsman van de Middeleeuwen, de arbeider van vandaag met zijn specifieke vrouwelijke metgezel, zijn te definitief in de vereisten van werk en armoede om haar te verfraaien met een aura, hetzij gunstig of ongunstig [7](#page=7).
#### 4.2.3 Het belang van empirische observatie boven mythische projectie
De Beauvoir pleit voor het creëren van omstandigheden waaronder mensen elkaar kunnen zien zoals ze werkelijk zijn. De bevrijding van vrouwen hangt af van het vestigen van economische en politieke omstandigheden waaronder mannen niet simpelweg hun notie van "vrouw" op vrouwen projecteren, maar kijken naar wie vrouwen feitelijk zijn, en "het gedrag van vlees en bloed vrouwen" observeren. De Beauvoir waardeert "kennis", "empirische wet", "natuurwetten" en "wetenschappelijke verklaring" hoog. Zij beschuldigt mannen ervan niet erg wetenschappelijk te zijn in hun claims over vrouwen. Mannen hebben gelijk in het zoeken naar universeel ware uitspraken over vrouwen, maar realiseren zich niet dat de enige solide basis voor dergelijke claims empirische observaties zijn. Duidelijk denken over vrouwen zou leiden tot universeel ware uitspraken over hen [7](#page=7).
##### 4.2.3.1 Existentialisme en wetenschappelijk denken als methoden
Als existentialist verwerpt De Beauvoir het idee van een "essentie" van iets – van de mensheid, van de man, van de vrouw. We zijn niet wie of wat we zijn door bijzondere instanties van een transcendente entiteit te zijn; in plaats daarvan, "een existent is niets anders dan wat hij doet... hij moet worden gemeten aan zijn daden". Het zoeken naar een "essentie" van "vrouw" is diep misplaatst; men zou tevergeefs zoeken naar een metafysische kern van pure vrouwelijkheid die alle vrouwen als vrouw definieert. We moeten kijken naar wat vrouwen doen om te ontdekken wie ze zijn. Dit betekent dat we niet vóór daadwerkelijk onderzoek naar het leven van vrouwen kunnen beslissen wat zij gemeenschappelijk hebben of niet [7](#page=7).
##### 4.2.3.2 De valkuil van het aannemen van representativiteit
De Beauvoir waarschuwt tegen de neiging om aan te nemen dat het leven van vrouwen van één ras of klasse representatief is voor het leven van alle andere vrouwen. Zowel existentialisme als "wetenschappelijke denken" suggereren dat we moeten kijken en zien hoe vrouwen werkelijk zijn. Echter, ze waarschuwt ook dat noch existentialisme, noch "wetenschappelijke redenering" zal leiden tot het standpunt van "de vrouw", die "het gevoel van het universele mist" en de wereld ziet als "een verwarde opeenhoping van speciale gevallen" [7](#page=7).
#### 4.2.4 De tegenstrijdige inzichten in De Beauvoirs analyse
De Beauvoir heeft een levendige zorg dat opvattingen over vrouwen noch gebaseerd zijn op de aanname dat vrouwen noodzakelijkerwijs een metafysische essentie delen, noch op de aanname dat vrouwen niets delen. De universele waarheden die zij over "vrouwen" beweert op te merken, volgen echter niet uit de observaties die zij maakt over de verschillen tussen vrouwen [7](#page=7).
Bepaalde stromingen in het denken van De Beauvoir leiden onvermijdelijk tot een centrale focus op witte middenklasse vrouwen om de toestand van "vrouw" te belichten. Dit is logisch als men de volgende voorwaarden als waar beschouwt [7](#page=7):
1. Als men geen "man" is, is men ofwel een vrouw ofwel zwart, een vrouw ofwel Joods, een vrouw ofwel arm, etc [7](#page=7).
2. Seksism is anders dan racisme en andere vormen van onderdrukking: seksisme is de onderdrukking die vrouwen als vrouwen lijden, racisme de onderdrukking die bijvoorbeeld zwarten als zwarten lijden [7](#page=7).
3. Seksism is het meest duidelijk in het geval van vrouwen die niet op andere wijze onderhevig zijn aan onderdrukking (d.w.z. niet onderhevig aan racisme, classisme, antisemitisme, etc.) [7](#page=7).
Voor zover De Beauvoir deze voorwaarden als waar beschouwt, is het logisch voor haar om de studie van witte middenklasse vrouwen te beschouwen als de studie van alle vrouwen. Iedereen die de waarheid van deze drie voorwaarden aanneemt, zal het logisch vinden dat feministen zich richten op witte middenklasse vrouwen. De Beauvoir staat zeker niet alleen in deze positie. In de mate waarin voorwaarden 1, 2 en 3 logisch lijken, zouden we de witte middenklasse privileges moeten beschouwen die haar werk weerspiegelt [7](#page=7).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Tweede Geslacht (The Second Sex) | Een invloedrijk werk van Simone de Beauvoir uit 1949 dat de sociale, culturele en filosofische positie van vrouwen analyseert en stelt dat vrouw-zijn een sociaal geconstrueerde rol is, niet louter een biologisch gegeven. |
| Immanentie | In de filosofie van de Beauvoir verwijst immanentie naar de staat van gebondenheid aan het aardse, het biologische en het repetitieve, in tegenstelling tot transcendentie, wat de capaciteit van de mens om boven zijn biologische beperkingen uit te stijgen symboliseert. |
| Transcendentie | Het vermogen van een individu om zijn biologische en materiële beperkingen te overstijgen door middel van bewustzijn, keuze en creatieve actie; een sleutelconcept in de Beauvoirs filosofie dat essentieel is voor een betekenisvol bestaan. |
| De Ander (The Other) | Een concept uit de filosofie dat verwijst naar een individu of groep die door een dominante groep wordt gezien als fundamenteel anders en minderwaardig, vaak gebruikt om de onderwerping van vrouwen aan mannen te beschrijven. |
| Bestaan (Existence) | In de context van de Beauvoir, het actief deelnemen aan het leven door middel van zelfbewustzijn, vrije keuze en het creëren van eigen waarden en doelen, wat contrasteert met louter biologisch leven. |
| Leven (Living) | Verwijst in de Beauvoirs werk naar het louter biologische bestaan, gericht op het in stand houden van het leven zelf zonder de diepere betekenis of transcendentie die met \"bestaan\" gepaard gaat. |
| Eeuwige Vrouwelijke (Eternal Feminine) | Een mythische, tijdloze en onveranderlijke essentie van vrouwelijkheid die door de Beauvoir wordt bekritiseerd als een mannelijke constructie die de diversiteit en complexiteit van echte vrouwen negeert. |
| Seksualisering (Sexism) | Systematische discriminatie, vooroordelen of stereotypering gebaseerd op geslacht, waarbij een bepaald geslacht als inferieur wordt beschouwd en onderworpen wordt aan een ander geslacht. |
| Klassebewustzijn (Class Consciousness) | Het bewustzijn van leden van een bepaalde sociale klasse over hun gemeenschappelijke belangen en hun positie ten opzichte van andere klassen, met name de heersende klasse. |
| Gender | De sociaal geconstrueerde rollen, gedragingen, expressies en identiteiten die worden geassocieerd met het zijn van een man, vrouw of andere genderidentiteit, wat verschilt van biologisch geslacht (sex). |
| Privilege | Een bijzonder voordeel of een immuniteit die wordt genoten door bepaalde individuen of groepen op basis van hun maatschappelijke status, ras, klasse of geslacht, vaak onbewust en zonder erom te vragen. |
| Epistemologie | De tak van de filosofie die zich bezighoudt met de aard, oorsprong en beperkingen van menselijke kennis; hoe we weten wat we weten en hoe kennis gerechtvaardigd wordt. |
| Synthese | Het proces van het combineren van verschillende ideeën, concepten of elementen tot een coherente en verenigde geheel, vaak om een dieper begrip te bereiken of een complex probleem op te lossen. |