Cover
ابدأ الآن مجانًا Menopauze zelfstudie.pptx
Summary
# Definitie en symptomen van de menopauze
Dit onderwerp bespreekt de definitie, etiologie, en symptomatologie van de menopauze en perimenopauze, alsook de langetermijngevolgen en behandelingsmogelijkheden.
## 1. Definitie en overgangsfasen van de menopauze
### 1.1 Menopauze
De menopauze wordt gedefinieerd als de permanente stopzetting van de menstruatie, gekenmerkt door amenorroe gedurende 12 opeenvolgende maanden. De gemiddelde leeftijd voor de laatste menstruatie is 51 jaar.
### 1.2 Menopauzale overgang (perimenopauze)
Dit is een natuurlijk verlopend proces dat het gevolg is van de uitputting van de ovariële follikels, leidend tot een verminderde productie van oestrogenen. De perimenopauze start gemiddeld rond de leeftijd van 45 jaar.
### 1.3 Primaire ovariële insufficiëntie
Een jongere leeftijd van menopauze kan duiden op primaire ovariële insufficiëntie, wat ook kan voortkomen uit het chirurgisch verwijderen van de eierstokken.
## 2. Symptomen van de menopauze
De symptomen van de menopauze zijn zeer individueel bepaald en kennen een grote variatie in type, frequentie en ernst, wat de diagnose soms bemoeilijkt.
### 2.1 Vasomotorische klachten
* **Opvliegers:** Komt voor bij 77% van de vrouwen, waarbij 15-20% zelfs levenslang last kan hebben.
* **Nachtelijk zweten.**
### 2.2 Slijmvliesatrofie
* **Uitdrogen van slijmvliezen:** Dit kan zich uiten als genitale atrofie (bij 40% van de vrouwen) en droge ogen.
* **Urinaire klachten:** Waaronder pijn en cystitis.
### 2.3 Psychologische en stemmingsgerelateerde symptomen
* **Stemmingswisselingen:** Inclusief depressiviteit.
* **Slapeloosheid.**
* **Vergeetachtigheid en "brain fog" (gedachtendiscussie).**
### 2.4 Fysieke klachten
* **Gewrichts- en spierpijn.**
* **Gewichtstoename.**
### 2.5 Androgene veranderingen
Een relatieve toename van testosteron kan leiden tot:
* Verhoogde haargroei in het gezicht (kin).
* Dunner wordend haar op het hoofd.
* Een zwaardere stem.
### 2.6 Duur van symptomen
De symptomen houden gemiddeld 7 jaar aan, wat een significante invloed kan hebben op de levenskwaliteit en economische gevolgen kan hebben.
## 3. Langetermijngevolgen van oestrogeentekort
Oestrogeentekort op lange termijn kan leiden tot diverse gezondheidsproblemen:
* Hart- en vaatziekten.
* Osteoporose.
* Dementie.
* Osteoartritis.
---
# Langetermijngevolgen van oestrogeentekort
Dit deel bespreekt de chronische gezondheidsproblemen die kunnen ontstaan als gevolg van een langdurig tekort aan oestrogenen na de menopauze, waaronder cardiovasculaire aandoeningen, osteoporose en dementie.
### 2.1 Chronische gezondheidsproblemen door oestrogeentekort
Een langdurig tekort aan oestrogenen na de menopauze kan leiden tot diverse chronische gezondheidsproblemen. De belangrijkste hiervan zijn:
* **Cardiovasculaire aandoeningen:** Oestrogenen spelen een rol in de bescherming van het cardiovasculaire systeem. Een tekort kan de balans verstoren en het risico op hart- en vaatziekten verhogen.
* **Osteoporose:** Oestrogenen zijn essentieel voor het behoud van botdichtheid. Na de menopauze neemt de botresorptie toe, wat kan leiden tot een verhoogd risico op osteoporose en fracturen.
* **Dementie:** Er is een verband gesuggereerd tussen oestrogeentekort en een verhoogd risico op dementie, hoewel het precieze mechanisme nog onderwerp van onderzoek is.
* **Osteoartritis:** Hoewel minder prominent genoemd, kan oestrogeentekort ook bijdragen aan de ontwikkeling of verergering van osteoartritis.
### 2.2 Invloed op levenskwaliteit
De symptomen van de menopauze, waaronder die gerelateerd aan oestrogeentekort, houden gemiddeld zeven jaar aan. Deze symptomen hebben niet alleen een significante invloed op de levenskwaliteit van vrouwen, maar kunnen ook economische gevolgen hebben door bijvoorbeeld verminderde productiviteit.
### 2.3 Behandeling en risico's (Hormonale Substitutie-Therapie - HST)
Hormonale Substitutie-Therapie (HST) wordt besproken als een mogelijke behandeling voor menopauzale klachten. Eerdere studies zoals de Women's Health Initiative (WHI) en de Million Women Study suggereerden een verhoogd risico op cardiovasculaire accidenten, endometriumkanker (bij oestrogeen monotherapie) en borstkanker (bij combinatietherapie en lange duur).
Er is echter kritiek op deze studies, met name wat betreft de patiëntselectie (gemiddelde leeftijd 63 jaar, veelal met risicofactoren zoals obesitas en roken) en het gebruik van oudere HST-producten met paardenoestrogenen, die verschillen van de huidige natuurlijke oestrogenen.
Wetenschappelijke verenigingen, waaronder de Belgian Menopause Society, benadrukken dat HST veilig kan worden toegediend voor de symptomatische behandeling van matige tot ernstige menopauzale klachten, indien beperkt in tijd en aangepast aan de individuele patiënt. Het doel is het verbeteren van de levenskwaliteit voor vrouwen die baat hebben bij HST en anderszins hierdoor afgeschrikt zouden worden.
#### 2.3.1 Type HST en werkzame stoffen
* **Oestrogenen (estriol/estradiol):** Dit zijn de meest effectieve middelen voor de behandeling van menopauzale klachten. De dosis en toedieningsvorm (oraal, vaginaal, transdermaal) worden afgestemd op de klachten en zo laag mogelijk gehouden. Langdurige behandeling met systemische oestrogenen in monotherapie verhoogt het risico op endometriumcarcinoom. Bij een intacte baarmoeder wordt daarom een associatie met een progestageen aanbevolen.
* **Bijwerkingen:** Gewichtstoename, libidoveranderingen, pijnlijke borsten, stemmingsstoornissen, spotting, dyslipidemie, veneuze trombo-embolie (VTE) en cholestase.
* **Interacties:** Oestrogenen zijn substraten van CYP3A4 en inhibitoren van CYP1A2.
* **Caveat:** Behandeling moet worden onderbroken voorafgaand aan electieve chirurgie en bij immobilisatie vanwege het risico op VTE.
* **Oestroprogestagene associaties:** Deze combinaties bevatten oestrogeen en een progestageen, waarbij het progestageen gedurende minimaal 12 dagen per maand wordt toegediend. Er bestaan continue en sequentiële schema's.
* **Risico's:** Het risico op endometriumcarcinoom is niet volledig uitgesloten, hoewel significant verminderd. Er is een licht verhoogd langetermijnrisico op borstkanker, vooral bij continue schema's. Er bestaat ook een risico op cerebrovasculair accident (CVA) en VTE.
* **Bijwerkingen:** Stemmingsstoornissen en opgeblazen gevoel, die minder voorkomen bij continue schema's.
* **Tibolon:** Een synthetisch steroïd met progestagene, oestrogene en androgene eigenschappen. Het effect op warmteopwellingen is beperkter dan bij oestroprogestagenen. De veiligheid op lange termijn is onvoldoende gekend, met mogelijke risico's op borst- en endometriumcarcinoom, CVA en VTE. De risico-batenverhouding wordt als negatief beschouwd.
* **Geconjugeerde oestrogenen + bazedoxifeen:** Dit is een selectieve oestrogeenreceptor modulator (SERM). Het werkt antagonistisch in het endometrium, waardoor het symptomatisch kan worden ingezet bij vrouwen met een intacte baarmoeder waar een progestageen niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij risico op borstkanker. De risico-batenverhouding is nog onbekend, met een potentieel risico op VTE.
* **Prasteron (vaginale ovule):** Bevat dehydro-epiandrosteron (DHEA), een precursor van testosteron en estradiol. Het wordt ingezet bij vulvovaginale atrofie. Het effect is beperkt en de risico-batenverhouding en langetermijngegevens zijn onduidelijk.
* **Fézolinetant:** Een NK3R-antagonist die de thermoregulatie in de hypothalamus beïnvloedt. Het wordt ingezet bij opvliegers en is efficiënter dan placebo, maar met een beperkt effect. De veiligheid op lange termijn is niet goed gekend. De kostprijs is significant en het middel wordt niet terugbetaald.
* **Middelen op basis van planten (fyto-oestrogenen):** Plantaardige stoffen zoals isoflavonen uit soja, hop en rode klaver binden aan oestrogeenreceptoren. Hun effect op symptomen is onduidelijk, de veiligheid is onbekend en er is geen effect op botdichtheid. Cimicifuga racemosa (zilverkaars) heeft een onbekend werkingsmechanisme en beperkt bewijs van effectiviteit. Serelys, extracten van stuifmeelkorrels, heeft geen hormonale werking en wordt beschouwd als veilig bij vrouwen met borstkanker. Er is weinig evidentie, maar subjectief ervaren patiënten wel verbetering.
#### 2.3.2 Andere behandelingsopties
* **SSRI's / SNRI's:** Medicijnen zoals paroxetine, citalopram en venlafaxine kunnen worden ingezet bij menopauzale klachten, met een klinische respons binnen enkele dagen.
* **Antiepileptica:** Gabapentine en pregabaline kunnen ook effectief zijn.
* **Clonidine:** Kan worden gebruikt, maar met mogelijke bijwerkingen zoals een droge mond, duizeligheid en constipatie.
* **Oxybutynine:** Wordt soms gebruikt, maar met anticholinerge bijwerkingen en beperkte evidentie.
#### 2.3.3 Aanbevelingen voor behandeling
* Bij enkel vaginale atrofie: starten met een lubricant en/of vaginale oestrogenen.
* Bij matige tot ernstige vasomotorische klachten:
* Indien er geen contra-indicaties (CI) zijn voor HST (bv. borstkanker, gynaecologische kanker in familie, CVA, VTE, actieve leveraandoening, onverklaarde vaginale bloeding):
* Afwegen van risico's tegenover de klachten.
* Starten met een lage dosis systemisch oestrogeen (oraal of transdermaal), eventueel in combinatie met een progestageen.
* Combineren met leefstijlmaatregelen zoals lichaamsbeweging en gezonde voeding.
* Duur van de behandeling: niet langer dan nodig, standaardaanbeveling is 1 jaar met jaarlijkse evaluatie, maar langdurig gebruik kan noodzakelijk zijn.
* Indien er een CI voor HST is:
* Eerste keuze: SSRI/SNRI.
* Tweede keuze: Gabapentine.
---
# Hormonale substitutietherapie (HST)
Hormonale substitutietherapie (HST) omvat verschillende behandelingsopties voor menopauzale symptomen, met een afweging van potentiële voordelen en risico's op basis van belangrijke studies en individuele patiëntkenmerken.
## 3. Hormonale substitutietherapie (HST)
### 3.1 Introductie tot menopauze en HST
Menopauze wordt gedefinieerd als de permanente stopzetting van de menstruatie, gekenmerkt door 12 maanden amenorroe. De gemiddelde leeftijd hiervoor is 51 jaar. De menopauzale overgang, of perimenopauze, is een natuurlijk proces dat gepaard gaat met een verminderde productie van oestrogenen door de eierstokken en start gemiddeld rond de leeftijd van 45 jaar. Wanneer dit op jongere leeftijd optreedt, wordt gesproken van primaire ovariële insufficiëntie, wat onder andere kan voortkomen uit het verwijderen van de eierstokken.
De symptomen van de menopauze zijn zeer individueel bepaald en vertonen grote variatie in type, frequentie en ernst, wat de diagnose bemoeilijkt. Veelvoorkomende symptomen zijn:
* Onregelmatige menstruatiecycli (kan gemaskeerd worden door pilgebruik)
* Vasomotorische klachten, zoals opvliegers (bij 77% van de vrouwen, soms levenslang) en nachtelijk zweten
* Uitdroging van slijmvliezen, waaronder genitale atrofie (bij 40%) en droge ogen
* Uriniaire klachten, zoals pijn en cystitis
* Stemmingswisselingen en depressiviteit
* Slapeloosheid
* Gewrichts- en spierpijn
* Gewichtstoename
* Vergeetachtigheid en "brain fog"
* Relatieve toename van testosteron, leidend tot verhoogde haargroei op de kin, dunner wordend haar en een zwaardere stem.
Deze symptomen houden gemiddeld 7 jaar aan en kunnen een significante impact hebben op de levenskwaliteit en economische gevolgen met zich meebrengen.
De langetermijngevolgen van een oestrogeentekort omvatten een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, osteoporose, dementie en osteoartritis.
### 3.2 Studies naar HST en de implicaties
#### 3.2.1 Women's Health Initiative (WHI) studies
De WHI-studies, uitgevoerd in de Verenigde Staten en gepubliceerd in 2002 en 2004, waren placebogecontroleerde gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken bij 27.347 menopauzale vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 63 jaar. Deze studies toonden aan dat HST gunstige effecten had op vasomotorische klachten en urogenitale atrofie. Echter, HST bleek ook geassocieerd te zijn met een verhoogd risico op veneuze trombo-embolie (VTE), vooral in het eerste jaar en afhankelijk van de oestrogeendosis. Daarnaast werden verhoogde risico's op coronaire accidenten, endometriumkanker (bij oestrogeenmonotherapie) en borstkanker (bij combinatietherapie en afhankelijk van de duur van de therapie) waargenomen. Dit leidde tot vroegtijdige stopzetting van de studies.
Een follow-up studie van de WHI-geïncludeerde vrouwen toonde aan dat de risico-batenverhouding zelfs 2,4 jaar na het stoppen van de therapie negatief bleef. Er was echter veel kritiek op de opzet van de studie, omdat de gemiddelde leeftijd van de deelneemsters relatief hoog was en een aanzienlijk deel rookte, overgewicht had of behandeld werd voor hypertensie.
#### 3.2.2 The Million Women Study (MWS)
The Million Women Study, een grote observationele studie uit het Verenigd Koninkrijk (2003), bevestigde de bevindingen van de WHI-studies, met name het verhoogde risico op borstkanker.
#### 3.2.3 Meta-analyse Lancet 2019
Een meta-analyse gepubliceerd in The Lancet in 2019 analyseerde het type en de timing van menopauzale hormoontherapie en het risico op borstkanker. De reactie van de Belgian Menopause Society en andere internationale wetenschappelijke verenigingen op deze meta-analyse benadrukte dat niet alle positieve studies waren geïncludeerd en dat de gebruikte HST-producten in de studie (paardenoestrogenen) verschilden van de hedendaagse natuurlijke oestrogenen. Er ontstond bezorgdheid dat vrouwen die wel degelijk baat hebben bij HST onnodig zouden worden afgeschrikt, wat hun levenskwaliteit zou aantasten. In België maakt slechts 15% van de vrouwen gebruik van HST.
### 3.3 Behandelingsopties en richtlijnen
HST kan veilig worden toegediend voor de **symptomatische behandeling** van menopauzale klachten, mits beperkt in tijd en afgestemd op de individuele patiënt. Het hoofddoel is de behandeling van matige tot ernstige subjectieve menopauzale klachten.
#### 3.3.1 Oestrogenen
Oestrogenen (estriol/estradiol) worden beschouwd als de meest effectieve behandeling. De dosis en het type worden afgestemd op de klachten, waarbij gestart wordt met de laagst mogelijke dosis. Toedieningsvormen zijn oraal (0,5-2 mg/dag), vaginaal (vooral bij enkel vaginale atrofie) of transdermaal (25-50 mcg/dag).
Mogelijke nevenwerkingen zijn: gewichtstoename, libidoveranderingen, pijnlijke borsten, stemmingsstoornissen, spotting, dyslipidemie, VTE en cholestase. Langdurige behandeling met systemische oestrogenen in monotherapie verhoogt het risico op endometriumcarcinoom. Daarom is een associatie met een progestageen noodzakelijk bij vrouwen met een intacte baarmoeder.
Oestrogenen zijn substraten van CYP3A4 en inhibitoren van CYP1A2. Wegens het risico op VTE wordt de behandeling één maand vóór electieve chirurgie en bij immobilisatie onderbroken.
> **Tip:** Voor lokaal toepasbare oestrogenen (bij vaginale atrofie) zijn er specifieke preparaten beschikbaar.
#### 3.3.2 Oestroprogestagene associaties
Bij oestroprogestagene associaties wordt een progestageen gedurende minimaal 12 opeenvolgende dagen per maand toegediend. Er bestaan continue associaties en sequentiële associaties (bijvoorbeeld 28 dagen estradiol met gedurende de laatste 14 dagen een progestageen), waarbij sequentiële associaties kunnen leiden tot maandelijkse onttrekkingsbloedingen. De toediening kan oraal of transdermaal gebeuren.
Nevenwerkingen kunnen stemmingsstoornissen en opgeblazen gevoel omvatten, hoewel deze minder frequent voorkomen bij continue schema's.
Het risico op endometriumcarcinoom wordt niet volledig uitgesloten, maar is significant verminderd ten opzichte van oestrogeenmonotherapie. Er is een licht verhoogd langetermijnrisico op borstkanker, vooral bij continue schema's. Andere risico's omvatten cerebrovasculair accident (CVA) en VTE.
> **Voorbeeld:** De number needed to harm (NNH) voor borstkanker bij langdurig gebruik van continue combinatietherapie wordt geschat op 50. Voor CVA ligt dit rond de 70, en voor VTE rond de 200.
#### 3.3.3 Tibolon
Tibolon is een synthetisch 19-nor-steroïd met progestagene, oestrogene en androgene eigenschappen. Het wordt ingezet bij menopauzale warmteopwellingen, maar heeft een beperkter effect in vergelijking met oestroprogestagenen. De risico-batenverhouding wordt als negatief beschouwd, en de veiligheid op lange termijn is niet goed bekend. Er is een risico op borst- en endometriumkanker, CVA en VTE.
#### 3.3.4 Geconjugeerde oestrogenen + bazedoxifeen
Deze combinatie (bv. Duavive) bevat een selectieve oestrogeenreceptor modulator (SERM). Bazedoxifeen werkt antagonistisch op oestrogeenreceptoren in het endometrium. Het wordt ingezet voor symptomatische behandeling bij vrouwen met een intacte baarmoeder, indien een progestageen niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij verhoogd risico op borstkanker. De risico-batenverhouding is nog onbekend, met een potentieel risico op VTE.
> **Tip:** Bazedoxifeen kan relevant zijn bij vrouwen met een dense borstweefsel, wat geassocieerd wordt met een verhoogd risico op borstkanker.
#### 3.3.5 Prasteron
Prasteron (Intrarosa) is een vaginale ovule die dehydro-epiandrosteron (DHEA) bevat, een precursor van testosteron en estradiol. Het wordt ingezet bij vulvovaginale atrofie. Resultaten van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken versus placebo toonden echter een beperkt effect. De risico-batenverhouding is onduidelijk door een gebrek aan langetermijngegevens.
#### 3.3.6 Fézolinetant
Fézolinetant (Veoza) is een neurokinine 3 receptor (NK3R)-antagonist die werkt op de thermoregulatie in de hypothalamus. Het wordt gebruikt bij opvliegers en is efficiënter dan placebo, maar met een beperkt effect. De veiligheid op lange termijn is niet goed bekend. De kostprijs is significant, namelijk 64,51 euro per maand, en het middel wordt momenteel niet terugbetaald.
#### 3.3.7 Fyto-oestrogenen
Fyto-oestrogenen zijn plantaardige stoffen die kunnen binden aan oestrogeenreceptoren, zoals isoflavonen uit soja, hop en rode klaver. Hun effect op symptomen is onduidelijk, de veiligheid is onbekend, en er is geen effect op de botdichtheid aangetoond. Deze zijn enkel beschikbaar als OTC voedingssupplementen.
Een droog extract van Cimicifuga racemosa (zilverkaars) is beschikbaar onder de naam Donnafyto Meno®. Het werkingsmechanisme is niet bekend en het bewijs van effectiviteit is beperkt, waardoor het niet aan te bevelen is.
Serelys, een gestandaardiseerd en gezuiverd extract van stuifmeelkorrels, heeft geen hormonale werking en wordt daarom als veilig beschouwd bij vrouwen met een risico op borstkanker. Er is echter weinig evidentie voor de werkzaamheid, hoewel sommige patiënten subjectief verbetering van klachten ervaren.
### 3.4 Andere behandelingsopties
Indien vaginale atrofie de enige klacht is, kunnen een glijmiddel of vaginale oestrogenen worden overwogen.
Voor matige tot ernstige vasomotorische klachten, waarbij HST gecontra-indiceerd is (bv. bij borstkanker, gynaecologische kankers in de familie, CVA, VTE, actieve leveraandoening, onverklaarde vaginale bloeding), kunnen de volgende opties worden overwogen:
* **SSRI's/SNRI's:** Paroxetine, (es)citalopram, venlafaxine. Een klinische respons is vaak binnen enkele dagen zichtbaar. Tapering is noodzakelijk bij stopzetting.
* **Antiepileptica:** Gabapentine (900 mg/dag) of pregabaline (300 mg/dag).
* **Clonidine:** 0,1-1 mg/dag. Nevenwerkingen omvatten droge mond, duizeligheid, constipatie, sedatie, gastro-intestinale klachten en orthostatische hypotensie.
* **Oxybutynine:** 5-10 mg/dag. Nevenwerkingen zijn anticholinerg, en de evidentie is beperkt.
### 3.5 Besluit en aanbevelingen
Bij de afweging van HST wordt het risicoprofiel van de patiënt afgewogen tegen de ernst van de klachten.
* **Geen contra-indicaties voor HST:** Start met een lage dosis systemisch oestrogeen (oraal of transdermaal), al dan niet in combinatie met een progestageen indien de baarmoeder intact is. Combineer met leefstijlinterventies (lichaamsbeweging, voeding). De duur van de behandeling is niet langer dan nodig. Een standaardaanbeveling is om te starten met 1 jaar behandeling en dit jaarlijks te evalueren, met een maximum van 5 jaar. Echter, langdurig gebruik kan noodzakelijk zijn gezien de duur van de symptomen.
* **Indien contra-indicaties voor HST:** Overweeg eerst een SSRI/SNRI, of indien dat niet effectief is, gabapentine.
---
# Alternatieve behandelingsopties en aanbevelingen
Dit onderwerp behandelt alternatieve medicamenteuze behandelingen voor menopauzale klachten naast hormonale substitutietherapie (HST), met specifieke aanbevelingen voor de aanpak van matige tot ernstige vasomotorische symptomen bij contra-indicaties voor HST.
### 4.1 Alternatieve medicamenteuze opties
Naast HST zijn er diverse andere medicamenteuze opties beschikbaar voor de behandeling van menopauzale klachten, met wisselende effectiviteit en veiligheidsprofielen.
#### 4.1.1 Fyto-oestrogenen
Fyto-oestrogenen zijn plantaardige stoffen die kunnen binden aan oestrogeenreceptoren. Voorbeelden zijn isoflavonen uit soja, hop en rode klaver.
* **Effectiviteit:** Het effect op menopauzale symptomen is onduidelijk. Er is geen aangetoond effect op de botdensiteit.
* **Veiligheid:** De veiligheid op lange termijn is onbekend.
* **Verkrijgbaarheid:** Enkel beschikbaar als OTC voedingssupplementen.
#### 4.1.2 Cimicifuga racemosa (Zilverkaars)
Het droge extract van *Cimicifuga racemosa* (bv. Donnafyto Meno®) wordt soms gebruikt.
* **Werkingsmechanisme:** Het exacte werkingsmechanisme is niet bekend.
* **Bewijs:** Er is beperkt bewijs voor de doeltreffendheid.
* **Aanbeveling:** Over het algemeen niet aan te raden.
#### 4.1.3 Serelys
Serelys bestaat uit gestandaardiseerde, gezuiverde extracten van stuifmeelkorrels.
* **Werkingsmechanisme:** Heeft geen hormonale werking.
* **Risico's:** Geen risico's bij een voorgeschiedenis van borstkanker.
* **Evidentie:** Er is weinig wetenschappelijke evidentie, hoewel patiënten subjectief verbetering van klachten ervaren.
#### 4.1.4 Selectieve oestrogeenreceptor modulatoren (SERM's) en andere niet-hormonale opties
* **Oestrogeen + Bazedoxifeen (Duavive®):**
* **Indicatie:** Symptomatische behandeling, specifiek voor vrouwen met een intacte baarmoeder waarbij progestageen niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij risico op borstkanker.
* **Werkingsmechanisme:** Bazedoxifeen werkt selectief oestrogeenreceptor-modulerend, met een antagonistisch effect op de oestrogeenreceptoren in het endometrium.
* **Risico-batenverhouding:** Nog onbekend, met een potentieel risico op veneuze trombo-embolie (VTE).
* **Prasteron (Intrarosa®):**
* **Indicatie:** Vulvovaginale atrofie.
* **Werkingsmechanisme:** Vaginale ovule met dehydro-epiandrosteron (DHEA), een precursor van testosteron en estradiol.
* **Effectiviteit:** Gering effect aangetoond in RCT's vergeleken met placebo.
* **Risico-batenverhouding:** Onduidelijk, met een gebrek aan langetermijngegevens.
* **Fezolinetant (Veoza®):**
* **Indicatie:** Opvliegers (vasomotorische symptomen).
* **Werkingsmechanisme:** NK3R-antagonist die de thermoregulatie in de hypothalamus beïnvloedt.
* **Effectiviteit:** Efficiënter dan placebo, maar met een beperkt effect.
* **Veiligheid:** Lange termijn veiligheid is onbekend.
* **Kosten:** 64,51 euro per maand, niet terugbetaald op 1 juni 2024.
#### 4.1.5 Antidepressiva (SSRI's en SNRI's)
Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) en serotonine-noradrenalineheropnameremmers (SNRI's) kunnen effectief zijn voor de behandeling van vasomotorische klachten.
* **Voorbeelden:** Paroxetine, (es)citalopram, venlafaxine.
* **Werkingsduur:** Klinische respons kan binnen enkele dagen merkbaar zijn.
* **Belangrijk:** Tapering (geleidelijk afbouwen) is essentieel bij het stoppen van deze medicatie.
#### 4.1.6 Antiepileptica
Bepaalde antiepileptica kunnen ook een positief effect hebben op menopauzale symptomen.
* **Voorbeelden:** Gabapentine en pregabaline.
* **Dosering:** Gabapentine 900 mg/dag en pregabaline 300 mg/dag zijn effectief gebleken.
#### 4.1.7 Clonidine
Clonidine is een antihypertensivum dat ook gebruikt kan worden voor de behandeling van opvliegers.
* **Dosering:** 0,1 tot 1 mg/dag.
* **Bijwerkingen:** Droge mond, duizeligheid, constipatie, sedatie, gastro-intestinale klachten en orthostatische hypotensie (OH).
#### 4.1.8 Oxybutynine
Oxybutynine, een anticholinergicum, kan soms gebruikt worden voor de behandeling van opvliegers.
* **Dosering:** 5 tot 10 mg/dag.
* **Bijwerkingen:** Kenmerkende anticholinerge bijwerkingen (bv. droge mond, urineretentie).
* **Evidentie:** Er is beperkte evidentie voor de werkzaamheid bij opvliegers.
### 4.2 Aanbevelingen voor behandeling van matige tot ernstige vasomotorische klachten
De behandeling van menopauzale klachten dient geïndividualiseerd te worden, waarbij rekening wordt gehouden met de ernst van de symptomen, de aanwezigheid van contra-indicaties voor HST en de voorkeur van de patiënt.
#### 4.2.1 Behandeling bij afwezigheid van contra-indicaties voor HST
Indien er geen contra-indicaties zijn voor hormonale substitutietherapie (HST), wordt het volgende aanbevolen:
1. **Start met HST:**
* **Systemische oestrogenen:** Oraal of transdermaal (TTS).
* **Combinatie met progestageen:** Indien de patiënt een intacte baarmoeder heeft om endometriumhyperplasie en -carcinoom te voorkomen.
* **Levensstijl:** Combineren met aanpassingen in levensstijl, zoals lichaamsbeweging en voeding.
2. **Duur van de behandeling:**
* **Minimale duur:** Behandeling dient niet langer te duren dan noodzakelijk is voor symptoomcontrole.
* **Standaard aanbeveling:** Starten met een jaarlijkse evaluatie, met een maximum van vijf jaar behandeling.
* **Langdurig gebruik:** In sommige gevallen kan langdurig gebruik noodzakelijk zijn, afhankelijk van de duur van de menopauzale symptomen.
#### 4.2.2 Behandeling bij contra-indicaties voor HST
Indien er contra-indicaties zijn voor HST, worden de volgende stappen aanbevolen:
1. **Eerste keuze:**
* **SSRI's/SNRI's:** Deze medicijnen bieden vaak een snelle respons en zijn een bewezen alternatief.
2. **Tweede keuze:**
* **Gabapentine:** Een antiepilepticum dat effectief kan zijn bij de behandeling van opvliegers.
> **Tip:** Bij enkel vaginale atrofie als klacht, kan gestart worden met een vaginale lubricant of lokaal vaginaal oestrogeen. Deze lokale behandelingen hebben doorgaans minder systemische bijwerkingen dan systemische HST.
#### 4.2.3 Contra-indicaties voor HST
Absolute contra-indicaties voor HST omvatten:
* Borstkanker (in de voorgeschiedenis).
* Gynaecologische kankers (in de familiegeschiedenis).
* Cerebrovasculair accident (CVA).
* Veneuze trombo-embolie (VTE).
* Actieve leveraandoening.
* Onverklaarde vaginale bloedingen.
#### 4.2.4 Risico-batenafweging
Bij het overwegen van een behandeling is het essentieel om de potentiële voordelen af te wegen tegen de risico's, rekening houdend met de specifieke klachten en de individuele medische geschiedenis van de patiënt.
> **Voorbeeld:** Een vrouw met een geschiedenis van VTE mag geen systemische HST gebruiken. In dit geval zullen niet-hormonale opties zoals SSRI's/SNRI's of gabapentine overwogen worden voor haar vasomotorische klachten.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Menopauze | De permanente stopzetting van de menstruatie, gedefinieerd als amenorroe gedurende 12 opeenvolgende maanden, met een gemiddelde leeftijd van 51 jaar voor de laatste menstruatie. |
| Perimenopauze | De overgangsperiode die leidt tot de menopauze, gekenmerkt door hormonale veranderingen en verminderde oestrogeenproductie, die gemiddeld rond de leeftijd van 45 jaar begint. |
| Primaire ovariële insufficiëntie | Een aandoening waarbij de eierstokken voortijdig stoppen met functioneren, wat leidt tot een jongere leeftijd van menopauze, en kan ook worden veroorzaakt door het verwijderen van de eierstokken. |
| Vasomotorische klachten | Symptomen die verband houden met veranderingen in de bloedvaten, zoals opvliegers en nachtelijk zweten, die veel voorkomen tijdens de menopauze en tot levenslang kunnen aanhouden. |
| Genitale atrofie | De dunner wordende en droger wordende slijmvliezen van de geslachtsorganen, een veelvoorkomend gevolg van oestrogeentekort tijdens de menopauze, wat kan leiden tot pijn en urinaire klachten. |
| Osteoporose | Een aandoening waarbij botten broos en fragiel worden, met een verhoogd risico op breuken, die kan worden verergerd door het oestrogeentekort tijdens de menopauze. |
| Hormonale substitutietherapie (HST) | Een behandeling die oestrogeen en soms progestageen gebruikt om de door de menopauze verloren hormonen aan te vullen, gericht op het verlichten van symptomen en het voorkomen van langetermijngevolgen. |
| RCT (Randomized Controlled Trial) | Een klinische studie waarbij deelnemers willekeurig aan verschillende behandelgroepen worden toegewezen om de effectiviteit van een interventie te evalueren, zoals de Women's Health Initiative studies. |
| VTE (Veneuze trombo-embolie) | Een aandoening waarbij bloedstolsels zich vormen in de aderen, met een verhoogd risico geassocieerd met het gebruik van hormonale substitutietherapie, vooral in het eerste jaar van gebruik. |
| Endometriumkanker | Kanker van het baarmoederslijmvlies, waarvan het risico kan worden verhoogd bij langdurig systemisch oestrogeengebruik in monotherapie, tenzij gecombineerd met een progestageen. |
| Borstkanker | Kanker van het borstweefsel, waarbij het risico verhoogd kan zijn bij langdurig gebruik van gecombineerde oestrogeen-progestageen HST, met name bij continu schema's. |
| Tibolon | Een synthetisch steroïde met progestagene, oestrogene en androgene eigenschappen, gebruikt voor de behandeling van warmteopwellingen tijdens de menopauze, maar met onzekere veiligheid op lange termijn. |
| Fyto-oestrogenen | Plantaardige stoffen die kunnen binden aan oestrogeenreceptoren, zoals isoflavonen uit soja, hop en rode klaver, met onduidelijk effect op menopauzale symptomen en onbekende veiligheid. |
| SSRI (Selectieve serotonineheropnameremmer) | Een klasse antidepressiva die de heropname van serotonine remt, en die effectief kan zijn in het verminderen van opvliegers bij vrouwen die HST niet kunnen gebruiken. |
| SNRI (Serotonine-noradrenalineheropnameremmer) | Een klasse antidepressiva die de heropname van zowel serotonine als noradrenaline remt, en die ook gebruikt kan worden voor de behandeling van vasomotorische symptomen tijdens de menopauze. |
| Gabapentine | Een antiepilepticum dat ook wordt gebruikt voor de behandeling van neuropathische pijn en opvliegers tijdens de menopauze, vooral wanneer HST gecontra-indiceerd is. |
| Clonidine | Een centraal werkend antihypertensivum dat ook effectief kan zijn bij het verminderen van opvliegers, hoewel bijwerkingen zoals een droge mond en duizeligheid kunnen optreden. |
| Oxybutynine | Een anticholinergisch medicijn dat primair wordt gebruikt voor de behandeling van een overactieve blaas, maar ook enige evidentie heeft voor de vermindering van opvliegers. |
| Contra-indicatie (CI) | Een medische reden waarom een bepaalde behandeling of procedure niet mag worden toegepast, zoals borstkanker of veneuze trombo-embolie bij het overwegen van HST. |