Cover
ابدأ الآن مجانًا INF17 Intracellulaire bacteriën
Summary
# Pathogenese van tuberculose en intracellulaire infecties
Dit onderwerp beschrijft hoe bacteriën, met name mycobacteriën, intracellulaire infecties veroorzaken en overleven binnen gastheercellen zoals macrofagen, en de rol van het immuunsysteem hierin.
### 1.1 Algemene principes van intracellulaire infecties
Intracellulaire pathogenen, waaronder bacteriën, hebben mechanismen ontwikkeld om te overleven binnen gastheercellen. Dit type infectie neigt vaak naar chroniciteit, omdat de immuunafweer gericht moet zijn op macrofaagactivatie in plaats van op antistofproductie, complement of granulocytrecrutering [1](#page=1).
#### 1.1.1 Voorbeelden van intracellulaire pathogenen
Verschillende bacteriën maken gebruik van intracellulaire overlevingstrategieën:
* **Mycobacteriën:** Bekend om hun celwand met een dikke laag mycolzuren, wat bijdraagt aan hun overleving in de natuur, besmettelijkheid, resistentie tegen antibiotica en zuurvastheid in diagnostiek. Ze overleven uitstekend in macrofagen [10](#page=10).
* **Chlamydia:** Zijn obligaat intracellulair [11](#page=11).
* **Staphylococcus aureus:** Kan metastatische infecties veroorzaken doordat de bacteriën in witte bloedcellen overleven en zo naar andere organen worden getransporteerd. Daarnaast kunnen er intracellulaire 'small-colony variants' ontstaan die metabolisch weinig actief en ongevoelig voor antibiotica zijn; deze kunnen na lyseren van de cel weer uitgroeien met herstelde virulentie [11](#page=11).
* Andere bacteriën die intracellulaire infecties veroorzaken zijn onder andere *Salmonella typhi*, *Listeria monocytogenes*, *Yersinia pestis*, *Legionella* sp., *E. coli* (EIEC, STEC, en bij urineweginfecties). Deze strategie beschermt de bacteriën tegen het immuunsysteem [11](#page=11).
### 1.2 Pathogenese van tuberculose (Mycobacterium tuberculosis)
#### 1.2.1 Infectieroute en initiële opname
Tuberculose wordt overgedragen van mens op mens via droplets (hoesten, niezen, spreken) maar voornamelijk via aerosolen. Kleine deeltjes blijven langdurig in de lucht hangen en kunnen, eenmaal in de alveoli, de trilhaar-mucus barrière van de bronchiën omzeilen. De bacterie wordt vervolgens opgenomen door macrofagen en dendritische cellen (DC) [12](#page=12).
#### 1.2.2 Overleving binnen macrofagen en uitstel van immuunrespons
* *M. tuberculosis* verstoort de migratie van DC naar de lymfeknopen, wat resulteert in een vertraagde specifieke immuunrespons die pas na 2-3 weken intreedt in plaats van de gebruikelijke 1 week [12](#page=12).
* Gedurende deze periode worden de mycobacteriën niet gedood, mede door hun specifieke celwand. Bovendien verhinderen ze de fusie van het fagosoom met het lysosoom [12](#page=12) [13](#page=13).
* Binnen de macrofaag vermenigvuldigen de mycobacteriën zich en splitsen ze zich op in twee populaties:
1. Actief delende bacteriën.
2. 'Persisters': bacteriën in een 'slapende' toestand die niet delen. Deze persisters kunnen jaren later, bij verminderde weerstand van de patiënt (bv. door corticotherapie of aids), opflakkeringen veroorzaken. Ze zijn metabolisch inactief en daardoor ongevoelig voor antibiotica, wat een lange en gecombineerde therapie met meerdere tuberculostatica noodzakelijk maakt [12](#page=12).
#### 1.2.3 Rol van het immuunsysteem
* **Celgemedieerde immuniteit:** Dendritische cellen presenteren antigenen aan T-helpercellen (CD4+ Th1), die vervolgens IL-12 en interferon-gamma (IFN-γ) afscheiden. IFN-γ is cruciaal voor de activering van macrofagen [12](#page=12) [13](#page=13).
* **Macrofaagactivatie:** Geactiveerde macrofagen ontwikkelen een verhoogde productie van lysosomen, reactieve zuurstofsoorten (ROS) en stikstofoxide (NO), wat de bacteriën moet doden [12](#page=12) [13](#page=13).
* **CD8 T-cel respons:** CD8 T-cellen kunnen ook IFN-γ produceren en helpen bij macrofaagactivatie, met name wanneer mycobacteriën zich in het cytoplasma van de cel bevinden. Ze kunnen geïnfecteerde macrofagen doden die de bacteriën niet zelfstandig kunnen elimineren. Ook epitheelcellen kunnen geïnfecteerd raken [12](#page=12) [13](#page=13).
* **Macrophage activering vereist twee signalen:**
* Signaal 1: IFN-γ (en TNF-α) [13](#page=13).
* Signaal 2: CD40L of LPS. Het tweede signaal maakt de macrofaag responsief voor IFN-γ [13](#page=13).
* **Verhoogde fusie met lysosomen:** TH1 hulp is vereist voor verhoogde fusie van fagosomen met lysosomen, wat leidt tot een verhoogde productie van ROS en NO [13](#page=13).
* **Schade door immuunrespons:** Een te sterke macrofaagactivatie kan leiden tot schade aan gezond weefsel. TH2-cellen met IL-10 kunnen deze activatie blokkeren [13](#page=13).
#### 1.2.4 Ontstaan van granulomen
Wanneer de intracellulaire pathogenen of hun bestanddelen niet volledig worden geëlimineerd, kan dit leiden tot het ontstaan van granulomen [14](#page=14).
* **Centrum van het granuloom:** Gevuld met geactiveerde macrofagen die nog levende kiemen bevatten. Deze macrofagen kunnen samensmelten tot reuzencellen [14](#page=14).
* **Periferie van het granuloom:** Gevormd door een ring van vooral CD4 T-cellen [14](#page=14).
* Bij infectie met de tuberkelbacil zijn dit de karakteristieke haardjes die na verkalking zichtbaar zijn op röntgenfoto's van de thorax [14](#page=14).
#### 1.2.5 Verdere progressie en complicaties
* Als de bacteriën niet worden geëlimineerd, leidt dit tot longbeschadiging en verdere groei van de bacteriën. Tuberkels zijn haarden met necrotisch weefsel, levende bacteriën en reuzencellen, omgeven door T-lymfocyten. Grote klinische letsels worden tuberculomen genoemd [15](#page=15).
* Grote hoeveelheden TNF-α verklaren de algemene symptomen zoals nachtzweten, ziektegevoel en vermageren [15](#page=15).
* Bij verdere progressie kan er 'verkazing' optreden. Als deze verkaasde letsels in contact komen met de bronchiën, vervloeien ze, wat leidt tot het ophoesten van grote aantallen bacteriën en een hoge besmettelijkheid [15](#page=15).
* Niet-gedode bacteriën kunnen via de bloed- of lymfecirculatie andere organen besmetten, resulterend in complicaties zoals meningitis, niertuberculose, pleuritis, kliertuberculose (mediastinale klieren), en bot- en gewrichtstuberculose [15](#page=15).
* De TBC-bacterie kan jaren overleven als persister in 'slapende' toestand, waarbij andere antigenen tot expressie komen en een andere immuunrespons vereist is [15](#page=15).
> **Tip:** Begrijp de balans tussen pathogeenmechanismen en immuunrespons. De effectiviteit van het immuunsysteem hangt af van de activatie van macrofagen, terwijl de pathogenen strategieën ontwikkelen om deze activatie te omzeilen of te ontvluchten.
> **Voorbeeld:** De rol van persisters bij tuberculose is cruciaal voor chronische infecties en recidieven, wat het belang van langdurige antibiotica-therapie onderstreept. De latentieperiode is een direct gevolg van de overlevingsstrategie van de bacterie binnen de gastheercel.
---
# Diagnostiek van tuberculose
De diagnostiek van tuberculose omvat een reeks methoden om de aanwezigheid van Mycobacterium tuberculosis te bevestigen, beginnend bij monstername en microscopische technieken tot geavanceerdere kweek-, moleculaire en immuundiagnostische tests [17](#page=17) [18](#page=18) [5](#page=5).
### 2.1 Monstername
Een goed 'diep' monster, bij voorkeur sputum verkregen na opstaan in de ochtend, is essentieel voor een accurate diagnose. Hoewel maagtubage een oude techniek is om ingeslikte sputummonsters te verzamelen, wordt deze ontmoedigd wegens mogelijke vals-positieve resultaten door saprofytische mycobacteriën uit leidingwater. Bij kinderen die moeilijk sputum produceren, kan maagtubage nog wel toegepast worden. Daarnaast kunnen diepe monsters zoals bronchoalveolaire lavage (BAL), aspiraten, biopten en pleuravocht (indien groter dan 50 cc) worden gebruikt voor onderzoek. Niet-respiratoire stalen zoals urine (enkel bij 'steriele' pyurie en groot volume) en hersenvocht (indien cytologie compatibel en groot volume) worden minder routinematig onderzocht en dienen pas overwogen te worden nadat andere diagnoses zijn uitgesloten. Uitstrijkjes zijn niet geschikt; in plaats daarvan zijn abcessen, weefsels of biopten vereist [17](#page=17) [18](#page=18).
### 2.2 Microscopie op zuurvaste kleuring
Microscopische kleuringen zijn snelle en goedkope methoden om zuurvaste bacteriën, waaronder mycobacteriën, op te sporen. Twee varianten worden gebruikt [19](#page=19):
* **Ziehl-Neelsen kleuring:** Dit is een klassieke methode waarbij intracellulaire kleurstoffen, die door de mycolzuurmantel van mycobacteriën niet met een zuur-alcohol mengsel te verwijderen zijn, worden gebruikt [19](#page=19).
* **Auramine kleuring:** Deze methode maakt gebruik van de fluorescerende molecule auramine en wordt afgelezen op een fluorescentiemicroscoop. Het is doorgaans sneller en gevoeliger dan de Ziehl-Neelsen kleuring [19](#page=19).
**Voordelen van microscopie:**
* Snel: resultaten kunnen op dezelfde dag verkregen worden [20](#page=20).
* Goedkoop [20](#page=20).
* Geeft een indicatie van de 'besmettelijkheid' (hoeveelheid staven) [20](#page=20).
**Problemen en beperkingen:**
* Pauci-bacillaire letsels (waarbij het aantal staven klein is) kunnen leiden tot vals-negatieve resultaten [20](#page=20).
* De kwaliteit van het staal is cruciaal; diep materiaal en niet enkel speeksel is nodig, wat een verantwoordelijkheid is van de aanvrager [20](#page=20).
* Een negatieve kleuring sluit tuberculose niet uit [20](#page=20).
### 2.3 Detectie van TBC door kweek
Kweekmethoden zijn essentieel voor de definitieve diagnose van tuberculose, hoewel ze meer tijd in beslag nemen. Het voorbereiden van het staal omvat decontaminatie (eliminatie van commensalen) en homogenisatie [21](#page=21).
* **Kweek op vaste bodems:** Dit gebeurt vaak op 'Löwenstein agar', waarbij kolonies pas na 3 tot 6 weken zichtbaar worden [21](#page=21).
* **Vloeibare bodems:** Deze bodems maken snellere groei mogelijk en worden vaak gebruikt in geautomatiseerde systemen die groei detecteren [21](#page=21).
Meestal wordt een combinatie van vaste en vloeibare bodems gebruikt. Een kweek wordt pas na 8 weken als negatief beschouwd [21](#page=21).
### 2.4 Non-culture detectie (moleculaire tests)
Er bestaan geen goede directe antigendetectietesten of probe-testen voor TBC. Amplificatietechnieken, zoals PCR, zijn daarentegen wel gevoelig en specifiek [22](#page=22).
* **Gevoeligheid:** Meer dan 99% voor 'smear positieve' monsters (aanwezigheid van zuurvaste staven bij microscopie). De gevoeligheid daalt tot maximaal 80% voor 'smear negatieve' monsters en is nog lager voor extrapulmonaire TBC. Deze methoden zijn ongeschikt voor de diagnose van latente TBC [22](#page=22).
* **Specificiteit:** De specificiteit ligt tussen 98-99% [22](#page=22).
### 2.5 Immuundiagnostiek
Er is geen betrouwbare serologische test beschikbaar, aangezien antistoffen geen prominente rol spelen in de immuniteit tegen mycobacteriën [23](#page=23).
* **Mantoux-test (intradermale huidtest):**
* **Principe:** Gebaseerd op een type IV overgevoeligheidsreactie (delayed type hypersensitivity - DTH). Hierbij ontstaat een cellulair infiltraat van T-cellen en macrofagen na het injecteren van tuberculine-antigeen in de huid. Dit staat in contrast met type I overgevoeligheid (allergische respons) die gepaard gaat met oedeem [23](#page=23).
* **Aflezing:** Vereist een tweede bezoek om de induratie (verharding) te meten, niet de roodheid [23](#page=23).
* **Nadelen:** Kan vals-positieve resultaten geven bij eerdere BCG-vaccinatie en is minder specifiek dan IGRA's [24](#page=24).
* **Interferon-gamma-release assays (IGRA):**
* **Principe:** Gesensibiliseerde lymfocyten van de patiënt worden gecombineerd met een Mycobacterium tuberculosis-specifiek antigeen dat niet aanwezig is in BCG-vaccins. Bij contact met het antigeen produceren de lymfocyten interferon-gamma (IFNγ), wat vervolgens wordt gemeten met een immuno-assay [24](#page=24).
* **Gebruik:**
* Kan onderscheid maken tussen latente en actieve TBC [24](#page=24).
* Nuttig om contact met TBC aan te tonen bij personen die gevaccineerd zijn met BCG, wat specifieker is dan de huidtest [24](#page=24).
* Geïndiceerd bij patiënten die zware immuunonderdrukkende medicatie zullen starten, waarbij profylaxe ingesteld moet worden indien contact met TBC is vastgesteld (IGRA is hier beter dan de huidtest) [24](#page=24).
* **Voordelen:** Hogere specificiteit en sensitiviteit dan de Mantoux-test, 'objectieve' in-vitro meting, geen tweede bezoek nodig voor aflezing, en geen invloed van vaccinatie [24](#page=24).
* **Beperkingen:** Kan vals-positieve reacties geven bij sommige MOTT (Mycobacteria Other Than Tuberculosis) species. Hoewel veelbelovend, hebben IGRA's nog geen duidelijke plaats in het Belgische management van TB-bestrijding en worden ze nog niet terugbetaald [24](#page=24).
> **Tip:** Bij een negatieve microscopie is TBC niet uitgesloten. Andere diagnostische methoden, zoals kweek en moleculaire tests, zijn cruciaal om de diagnose definitief te stellen of uit te sluiten [20](#page=20).
> **Tip:** Een goed 'diep' sputummonster is van vitaal belang voor een accurate microscopische diagnose [17](#page=17) [18](#page=18).
> **Tip:** Bij patiënten met een verdenking op TBC en een reeds uitgevoerde BCG-vaccinatie, zijn IGRA's een meer betrouwbare optie dan de Mantoux-test om een infectie aan te tonen [24](#page=24).
---
# Epidemiologie en biologie van mycobacteriën
Dit onderdeel behandelt de historische context, wereldwijde verspreiding en de biologische kenmerken van mycobacteriën, met specifieke aandacht voor *Mycobacterium tuberculosis*.
### 17.4.1 Historische context en wereldwijde verspreiding van tuberculose
Tuberculose (tbc) is reeds sinds de oudheid bekend, onder benamingen als 'phthisis' en 'tering'. De ziekte kende een piek in de 19e eeuw, sterk beïnvloed door verstedelijking en de daardoor ontstane hoge populatiedichtheid. In deze periode werd tbc beschouwd als de grote, trage 'killer'. Pas in 1882 werd de verwekker, de 'koch-bacil' (*Mycobacterium tuberculosis*), ontdekt door Koch, wat leidde tot het inzicht dat tbc een infectieziekte is [7](#page=7).
In West-Europa is de morbiditeit en mortaliteit door tbc sterk afgenomen en heeft deze zich gestabiliseerd op een laag niveau. Wereldwijd blijven de sterfte- en ziektescijfers echter onverminderd hoog, met naar schatting 30% van de wereldbevolking die besmet is. De HIV-epidemie heeft een significant nadelige invloed gehad op de incidentie van tuberculose [7](#page=7).
De afname van tbc in West-Europa begon reeds in de 19e eeuw door verbeterde hygiëne en algemene gezondheidszorg, en vanaf 1950 door de beschikbaarheid van tuberculostatica. De huidige incidentie van tbc wereldwijd laat aanzienlijke variatie zien, waarbij tbc in België voornamelijk als importpathologie wordt beschouwd [8](#page=8).
### 17.4.2 Biologie van mycobacteriën en *Mycobacterium tuberculosis*
Mycobacteriën vormen een genus van bacteriën dat gekenmerkt wordt door een celwand met een dikke laag mycolzuren. Deze specifieke celwandstructuur draagt bij aan hun unieke eigenschappen, zoals hun resistentie tegen zuren en alcoholen, en hun vermogen om intracellulair te overleven [9](#page=9).
De *Mycobacterium tuberculosis*-complex omvat verschillende soorten:
* ***Mycobacterium tuberculosis***: De belangrijkste verwekker van tuberculose bij de mens. De overdracht vindt primair aërogeen plaats [9](#page=9).
* ***Mycobacterium bovis***: Kan infecties veroorzaken bij de veestapel en soms andere dieren. De intestinale ingangspoort kan leiden tot intestinale en peritoneale tbc. Deze vorm is grotendeels verdwenen uit West-Europa dankzij de controle op veestapels [9](#page=9).
* ***Mycobacterium africanum***: Behoort ook tot dit complex [9](#page=9).
* **BCG (Bacille Calmette-Guérin)**: Een verzwakte vaccinstam van *Mycobacterium bovis* die gebruikt wordt als vaccin tegen tuberculose [9](#page=9).
Andere belangrijke mycobacteriën zijn:
* ***Mycobacterium leprae***: De verwekker van lepra. Het reservoir is de mens, hoewel de negen-band armadillo in het zuidwesten van de VS ook een reservoir vormt. *M. leprae* kan niet worden gekweekt met standaard laboratoriumtechnieken [9](#page=9).
* **MOTT (Mycobacteria-other-than-TB) of NTM (Non-TB-mycobacteria)**: Deze groep omvat diverse soorten zoals *M. avium*, *M. kansasii*, *M. marinum*, *M. xenopi*, en *M. gordonae*. Ze komen ubiquitair voor in de omgeving, met name in water. Hoewel ze soms infecties veroorzaken bij mensen, zijn ze vaak ook 'saprofytisch' aanwezig. Ze kunnen worden aangetroffen in leidingwater en kunnen leiden tot contaminatie van mycobacteriële kweken, bijvoorbeeld bij maagtubages. Deze bacteriën kunnen de respiratoire tractus koloniseren en ook andere infecties veroorzaken. Een contact met MOTT kan leiden tot een immuunreactie die interferereert met de immunodiagnostiek van *M. tuberculosis*, wat kan resulteren in een vals-positief resultaat [9](#page=9).
> **Tip:** De aanwezigheid van mycolzuren in de celwand van mycobacteriën is cruciaal voor hun pathogene eigenschappen en hun resistentie.
> **Voorbeeld:** De herkenning van *Mycobacterium tuberculosis* als de verwekker van tuberculose door Robert Koch in 1882 was een keerpunt in de geschiedenis van de geneeskunde [7](#page=7).
---
# Klinische manifestaties en management van tuberculose
Dit onderwerp bespreekt de klinische presentatie, diagnose en management van tuberculose, inclusief de verplichte aangifte.
### 4.1 Casus van een patiënt met tuberculose
Een 24-jarige man presenteerde zich met symptomen van tuberculose, waaronder recidiverende koorts, gewichtsverlies (4 kg), nachtzweten en een productieve hoest gedurende 8 weken. Bij lichamelijk onderzoek werd een holtebeeld op de longfoto waargenomen. Microbiologisch onderzoek van sputum toonde talrijke zuurvaste staven aan na Ziehl-Neelsen kleuring, wat de diagnose tuberculose bevestigde [5](#page=5).
De patiënt werd onmiddellijk opgenomen in een speciale ziekenhuiskamer voor isolatie (deur dicht, kamer in onderdruk, FFP2-masker voor bezoekers). De behandeling bestond uit een 3-tal tuberculostatica gedurende 6 maanden, met regelmatige controle van levertesten en visus. Na 3 weken waren de symptomen verdwenen en mocht de patiënt naar huis, waarbij de medicatie werd voortgezet [5](#page=5).
De gezondheidsinspectie werd geïnformeerd en voerde screening uit bij contactpersonen (cafégangers en familie). Hieruit bleken vier personen actieve tuberculose te hebben en 19 anderen kregen een preventieve behandeling van 6 maanden met Isoniazide [5](#page=5).
### 4.2 Klinische vormen van tuberculose
Tuberculose kan zich in verschillende klinische vormen manifesteren. Voorbeelden hiervan zijn huidnodules tbc en miliaire tbc [16](#page=16) [6](#page=6).
> **Tip:** Het is belangrijk om de diverse presentaties van tuberculose te herkennen, aangezien dit de diagnostische aanpak kan beïnvloeden.
### 4.3 Verplichte aangifte van tuberculose
De aangifte van tuberculose is een wettelijke verplichting en cruciaal voor de volksgezondheid [26](#page=26).
* **Wie moet aangifte doen:** Zowel het laboratorium als de behandelend arts zijn verplicht aangifte te doen bij de provinciale gezondheidsinspectie [26](#page=26).
* **Coördinatie en bronopsporing:** Er is nauwe samenwerking met de Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT) en de provinciale gezondheidsinspectie. Deze instanties coördineren de surveillance bij risicopersonen en -beroepen en voeren bronopsporing uit. Indien nodig, organiseren zij therapie onder toezicht [26](#page=26).
> **Tip:** Aangifte zorgt voor een effectieve monitoring van de ziekte en maakt tijdige interventies, zoals contactonderzoek en preventieve behandelingen, mogelijk.
### 4.4 Diagnostische methoden (in context van het document)
Het document noemt expliciet het gebruik van microscopische kleuring (Ziehl-Neelsen) voor de detectie van zuurvaste staven in sputum. Ook wordt de longfoto (RX thorax) als diagnostisch instrument genoemd, waarbij typische bevindingen zoals holtebeelden (cavernes) worden beschreven [5](#page=5).
> **Tip:** IGRA's (Interferon-Gamma Release Assays) worden in de literatuur genoemd als een methode voor T-cel gebaseerde TB-diagnostiek hoewel ze niet direct worden toegepast in de beschreven casus [25](#page=25).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Intracellulaire pathogenen | Micro-organismen die zich binnen de cellen van hun gastheer vermenigvuldigen, wat een uitdaging vormt voor het immuunsysteem om deze te bestrijden. |
| Tuberculose (TBC) | Een infectieziekte, voornamelijk veroorzaakt door Mycobacterium tuberculosis, die meestal de longen aantast, maar ook andere organen kan treffen. |
| Macrofaagactivatie | Het proces waarbij macrofagen, een type immuuncel, worden geactiveerd om pathogenen te fagocyteren en te elimineren, vaak gestimuleerd door cytokines zoals interferon-gamma. |
| Antistofproductie | Het proces waarbij B-cellen antistoffen produceren, eiwitten die specifiek binden aan antigenen op ziekteverwekkers om deze te neutraliseren of te markeren voor vernietiging. |
| Complement | Een systeem van eiwitten in het bloed die, wanneer geactiveerd, helpen bij het bestrijden van infecties door bacteriën te lyseren, ontstekingen te bevorderen en pathogenen te opsoniseren. |
| Granulocytrecrutering | Het aantrekken van granulocyten, een type witte bloedcel, naar de plaats van infectie om bacteriën te bestrijden door fagocytose en de afgifte van antimicrobiële stoffen. |
| Mycobacteriën | Een genus van bacteriën gekenmerkt door hun dikke, wasachtige celwand die mycolzuren bevat, wat bijdraagt aan hun resistentie tegen bepaalde kleuringsmethoden en antibiotica. |
| Mycolzuren | Lange keten vetzuren die een significant deel uitmaken van de celwand van mycobacteriën, wat zorgt voor hun zuurvastheid en resistentie tegen de afbraak door het immuunsysteem. |
| Zuurvast | Een eigenschap van bepaalde bacteriën, zoals mycobacteriën, waarbij hun celwand hun kleur behoudt na blootstelling aan een zuur-alcohol mengsel tijdens specifieke kleuringstechnieken. |
| Persisters | Een populatie van bacteriën binnen een infectie die metabool inactief zijn en daardoor ongevoelig zijn voor antibiotica, waardoor ze kunnen overleven tijdens behandeling en latere opflakkeringen kunnen veroorzaken. |
| Granuloom | Een georganiseerde structuur van immuuncellen, waaronder macrofagen en T-cellen, die wordt gevormd rond een chronische infectie of ontsteking, bedoeld om de verspreiding van de ziekteverwekker te beperken. |
| Ziehl-Neelsen kleuring | Een specifieke microbiologische kleuringstechniek die wordt gebruikt om zuurvaste bacteriën, met name mycobacteriën, te identificeren op basis van hun unieke celwandstructuur. |
| Auramine kleuring | Een fluorescerende kleuringstechniek die wordt gebruikt om zuurvaste bacteriën te detecteren onder een fluorescentiemicroscoop, vaak gebruikt als alternatief voor de Ziehl-Neelsen kleuring. |
| PCR (Polymerase Chain Reaction) | Een moleculaire techniek die wordt gebruikt om specifieke DNA-sequenties te amplificeren, waardoor zelfs kleine hoeveelheden genetisch materiaal van pathogenen kunnen worden gedetecteerd. |
| Mantoux-test (huidtest) | Een diagnostische test die wordt gebruikt om te screenen op eerdere blootstelling aan Mycobacterium tuberculosis, waarbij een kleine hoeveelheid tuberculine wordt geïnjecteerd en de reactie van de huid wordt beoordeeld. |
| Interferon-gamma-release assay (IGRA) | Een in-vitro bloedtest die de immuunrespons op tuberculose-specifieke antigenen meet door de productie van interferon-gamma door gesensibiliseerde T-cellen te analyseren, wat een alternatief biedt voor de Mantoux-test. |
| Aërogeen | Verwijst naar overdracht via de lucht, zoals door hoesten, niezen of spreken, waarbij kleine druppeltjes of aerosolen ziekteverwekkers kunnen verspreiden. |
| Obligaat intracellulair | Een micro-organisme dat strikt afhankelijk is van het leven en de reproductie binnen de gastheercellen; het kan niet overleven of zich buiten de cel vermenigvuldigen. |
| Caviteit (holte) | Een abnormale holte die in een orgaan, zoals de long, ontstaat, vaak als gevolg van weefselafbraak door infectie of ontsteking, zoals zichtbaar op een röntgenfoto van de borstkas bij tuberculose. |
| Isolatiekamer | Een speciale ziekenhuiskamer die is ontworpen om de verspreiding van besmettelijke ziekten te voorkomen door middel van negatieve druk en specifieke luchtfiltratiesystemen. |