Cover
ابدأ الآن مجانًا Productenkennis AP studentpptx.pptx
Summary
# Antiseptica en hun toepassingen
Hier is een samenvatting over antiseptica en hun toepassingen, opgesteld als examenstudiegids.
## 1. Antiseptica en hun toepassingen
Dit onderwerp biedt een overzicht van verschillende soorten antiseptica, hun toepassingen, werkingsspectrum, vereiste concentraties, inactivatie door andere stoffen, toxiciteit en de benodigde contacttijd voor effectiviteit.
### 1.1 Algemene principes van antiseptica
Antiseptica en desinfectantia zijn producten die bacteriën doden, en soms ook schimmels en virussen. Het is belangrijk te realiseren dat het geen wondermiddelen zijn en dat hun concentratie is afgestemd op gezonde huid, niet op open wonden. Sommige antiseptica hebben een specifieke looieffect (bv. kleurstoffen, metaalzouten) of bevatten detergentia. Ze kunnen worden ingedeeld in niet-specifiek gerichte en specifiek gerichte agentia, vergelijkbaar met antibiotica.
#### 1.1.1 Bactericide versus bacteriostatische werking
* **Bactericide** middelen doden micro-organismen.
* **Bacteriostatische** middelen remmen de groei en vermenigvuldiging van micro-organismen, waardoor het immuunsysteem deze kan opruimen.
#### 1.1.2 Onverenigbaarheden
Het is cruciaal om op de hoogte te zijn van onverenigbaarheden, waarbij antiseptica antagonistische combinaties kunnen vormen die hun effectiviteit verminderen of ongewenste reacties veroorzaken.
#### 1.1.3 Basisregels voor het gebruik van antiseptica
De wijze van applicatie is essentieel en kan leiden tot interactieve verbanden met de wond.
* **Voorbereidende desinfectie van de gezonde huid:** Reinigen, drogen en aanbrengen van het antisepticum.
* **Bij geïnfecteerde wonden:** Reinigen, drogen, aanbrengen van antisepticum, spoelen en opnieuw drogen.
#### 1.1.4 Het ideale ontsmettingsmiddel
Een ideaal ontsmettingsmiddel zou de volgende kenmerken bezitten:
* Een breed spectrum van activiteit.
* Minimale toxiciteit voor gezond weefsel.
* Goede algemene tolerantie.
* Wordt niet of slechts in geringe mate geïnactiveerd door organisch materiaal en zepen.
* Snelle werking.
* Blijft bij voorkeur langere tijd stabiel.
### 1.2 Specifieke antiseptica en hun eigenschappen
Hieronder volgt een gedetailleerd overzicht van diverse antiseptica:
#### 1.2.1 Alcohol
* **Gebruik:** Ontsmetting van oppervlakken, intacte huid, en handontsmetting (met etser).
* **Spectrum:** Breed, werkzaam tegen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën, TBC, Cytomegalie en HIV.
* **Concentratie:** Ethanol van 70% - 96%; Isopropanol 60% - 70%.
* **Inactivatie:** Geen specifieke gegevens vermeld.
* **Toxiciteit:** Sterk uitdrogend voor de huid.
* **Contacttijd:** 30 seconden, 30-60 seconden voor handontsmetting.
#### 1.2.2 Chloorhexidine (digluconaat) in alcohol
* **Gebruik:** Verse gesloten wonden, intacte huid.
* **Werkingsduur:** Verlende werkingstijd (meer dan 6 uur).
* **Spectrum:** Breed, meer effectief tegen Gram-positieve dan Gram-negatieve bacteriën.
* **Concentratie:** 0,5% in alcohol 70%; 2% in alcohol 70%.
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Cerebrotoxisch, ototoxisch.
* **Contacttijd:** 15-30 seconden.
#### 1.2.3 Chloorhexidine (digluconaat) in water
* **Gebruik:** Open wonden.
* **Werkingsduur:** Verlende werkingstijd (meer dan 6 uur).
* **Spectrum:** Breed, meer effectief tegen Gram-positieve dan Gram-negatieve bacteriën. Niet actief tegen schimmels, gisten en een aantal virussen.
* **Concentratie:** 0,05% of 1% in water ($H_2O$).
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Cerebro- en/of ototoxiciteit.
* **Contacttijd:** 15-30 seconden.
#### 1.2.4 Cetrimoniumbromide
* **Gebruik:** Open wonden, fibrineuze wonden, vuile (straat)wonden (als detergens).
* **Spectrum:** Tegen Gram-positieve kiemen (in >3,3% oplossing).
* **Concentratie:**
* Concentraat: Cetrimoniumbromide 150 mg/ml + Chloorhexidinedigluconaat 15 mg/ml. Nooit puur gebruiken!
* Verdund: 3,3% in water (Hacdil).
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Cerebrotoxisch, ototoxisch.
* **Contacttijd:** 15-30 seconden.
#### 1.2.5 Chloorverbindingen
* **Gebruik:** Verse wonden, bevuilde wonden, geurende wonden, necrotisch weefsel.
* **Spectrum:** Tegen Gram-positieve en Gram-negatieve kiemen, tuberculocidisch, fungicidisch, virucidaal, licht sporocidaal.
* **Concentratie:**
* Chloramine (Carrel-Dakin): 0,5%
* Hypochloriet (Dakin-Cooper): 0,5%
* Chloramine-T: 0,5%
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Kan irriteren.
* **Contacttijd:** 15 seconden.
#### 1.2.6 Jodium en Jodiumverbinding (PVPI)
* **Gebruik:** Verse wonden; intacte huid (alcoholische oplossing).
* **Werkingsduur:** Residuele werking.
* **Spectrum:** Tegen Gram-positieve en Gram-negatieve kiemen, fungicidisch, virucidaal, licht sporocidaal.
* **Concentratie:**
* Isobetadine Dermicum: 10%
* Isobetadine Gel: 10%
* Braunol: 7,5%
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Allergie, schildklierproblemen. Looit op debris (korstvormend).
* **Contacttijd:** 15-30 seconden.
#### 1.2.7 Waterstofperoxide
* **Gebruik:** Vuile (straat)wonden; mechanische reiniging.
* **Spectrum:** Zeer actief tegen Gram-negatieven (anaeroben) en matig tegen Gram-positieve bacteriën, licht fungicidaal, virucidaal en sporocidaal.
* **Concentratie:** 30% (wordt verdund voor gebruik).
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Zeer irriterend voor slijmvliezen. Bij gebruik in holten of fistels is naspoelen noodzakelijk.
* **Contacttijd:** 15-30 seconden.
#### 1.2.8 Azijnzuur
* **Gebruik:** Reiniging van wonden die geïnfecteerd zijn met *Pseudomonas*.
* **Spectrum:** Zeer actief tegen talloze bacteriën, vooral Gram-negatieve *Pseudomonas*; fungicidaal.
* **Concentratie:** Meestal 1%; 2% en 3% zijn ook mogelijk.
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Wondrandbescherming is noodzakelijk. Huidreacties zoals een branderig gevoel, pijn (vooral bij 2% en 3% oplossing).
* **Contacttijd:** 15-30 seconden.
#### 1.2.9 Ontvettingsmiddelen
* **Gebruik:** Verwijderen van kleefresten, ontvetting van de huid.
* **Spectrum:** Niet van toepassing (n.v.t.).
* **Concentratie:** Niet van toepassing (n.v.t.).
* **Inactivatie:** Door verdamping.
* **Toxiciteit:** Zeer irriterend voor huid, slijmvliezen en wonden; brandgevaar.
* **Contacttijd:** Niet van toepassing (n.v.t.).
#### 1.2.10 Wondreinigers
* **Gebruik:** Mechanisch reinigen van wonden, oplossen van biofilm.
* **Spectrum:** Niet van toepassing (n.v.t.).
* **Concentratie:** Eventueel citroenzuur.
* **Inactivatie:** Onbekend.
* **Toxiciteit:** Onbekend.
* **Contacttijd:** Afhankelijk van het product, raadpleeg de bijsluiter (bv. Prontosan vereist 10 minuten).
#### 1.2.11 Zalfoplossers (oliën)
* **Gebruik:** Verwijderen van zalven.
* **Spectrum:** Niet van toepassing (n.v.t.).
* **Concentratie:** Amandelolie, paraffineolie.
* **Inactivatie:** Onbekend.
* **Toxiciteit:** Onbekend.
* **Contacttijd:** Niet van toepassing (n.v.t.).
### 1.3 Nuttige kenmerken voor wondverzorging
Naast antiseptica zijn er diverse verbandmaterialen die een cruciale rol spelen in wondgenezing.
#### 1.3.1 Nuttige kenmerken voor de wondgenezing
* Zorgt voor optimale vochtbalans in de wonde.
* Barrière tegen bacteriën.
* Laat gasuitwisseling toe.
* Thermische isolatie.
* Niet inklevend.
* Bevordert debridement.
* Is biocompatibel.
* Niet toxisch voor de wonde.
* Biedt mechanische bescherming.
#### 1.3.2 Nuttige kenmerken voor de patiënt
* Verbetert het comfort.
* Is pijnloos aan te brengen en te verwijderen.
* Verzacht pijn en jeuk, absorbeert geur.
* Is esthetisch aanvaardbaar.
* Is waterdicht.
* Blijft goed op zijn plaats en laat dagelijkse activiteiten toe.
* Kostenefficiënt / Tegemoetkoming RIZIV.
#### 1.3.3 Nuttige kenmerken voor de verpleegkundige
* Vergemakkelijkt de wondverzorging.
* Is tijd- en energiebesparend (verminderde wisselfrequentie).
* Is transparant, laat wondinspectie toe.
* Is gemakkelijk aan te brengen en te verwijderen.
* Is beschikbaar in verschillende vormen en afmetingen.
#### 1.3.4 Kenmerken van een ideaal wondverband
De keuze van een wondverband is afhankelijk van:
* Plaats van de wonde.
* Diepte van de wonde.
* Geur van de wonde.
* Hoeveelheid exsudaat.
* Kleur van het wondbed.
* Pijnlijkheidsgraad van de wonde.
* Kostenaspect: productprijs, verwisselfrequentie, benodigde tijd voor verbandwissel, snelheid van wondgenezing.
* Patiëntcomfort.
---
# Productenkennis van verbandmiddelen
Dit deel van de studiehandleiding biedt een gedetailleerde analyse van diverse verbandmiddelen, waarbij hun eigenschappen, toepassingen, voor- en nadelen voor wondgenezing, patiëntcomfort en verpleegkundige praktijk worden besproken.
### 2.1 Nuttige kenmerken van verbandmiddelen
Verbandmiddelen dragen bij aan wondgenezing, patiëntcomfort en vergemakkelijken het werk van de verpleegkundige.
#### 2.1.1 Nuttige kenmerken voor de wondgenezing
* Zorgt voor een optimale vochtbalans in de wonde.
* Creëert een barrière tegen bacteriën.
* Laat gasuitwisseling toe.
* Biedt thermische isolatie.
* Is niet inklevend.
* Bevordert debridement.
* Is biocompatibel en niet toxisch voor het wondweefsel.
* Biedt mechanische bescherming.
#### 2.2 Nuttige kenmerken voor de patiënt
* Verbetert het comfort.
* Is pijnloos aan te brengen en te verwijderen.
* Verzacht pijn en jeuk, absorbeert geur.
* Is esthetisch aanvaardbaar.
* Is waterdicht.
* Blijft goed op zijn plaats en laat dagelijkse activiteiten toe.
* Is kostenefficiënt en valt mogelijk onder vergoedingen.
#### 2.3 Nuttige kenmerken voor de verpleegkundige
* Vergemakkelijkt de wondverzorging.
* Is tijd- en energiebesparend door een lagere wisselfrequentie.
* Is transparant, wat wondinspectie toelaat.
* Is gemakkelijk aan te brengen en te verwijderen.
* Is beschikbaar in verschillende vormen en afmetingen.
#### 2.4 Kenmerken van een ideaal wondverband
Het ideale wondverband voldoet aan de hierboven genoemde kenmerken voor wondgenezing, patiënt en verpleegkundige. De keuze van het verband is afhankelijk van:
* Plaats van de wonde
* Diepte van de wonde
* Aanwezigheid van geur
* Hoeveelheid exsudaat
* Kleur van het wondbed
* Pijnlijkheidsgraad van de wonde
* Kostenaspect (productprijs, wisselfrequentie, benodigde tijd voor verbandwissel, snelheid van wondgenezing)
* Patiëntcomfort
### 2.5 Onderverdeling van verbandsoorten
De onderverdeling van verbandmiddelen is thans gebaseerd op homogene groepen:
#### 2.5.1 Absorberende gaasverbanden
Dit zijn eenvoudige, gewatteerde gaaskompressen met een dikke absorberende kern van watten en/of cellulose.
* **Eigenschappen:** Absorberend, beschermend, beschikbaar in verschillende maten (steriel en niet-steriel) of op rol (niet-steriel), goed doorlaatbaar voor water. Ze kunnen indrogen en soms partikels achterlaten in de wonde.
* **Indicaties:** Secundair verband, exsuderende wonden.
* **Praktisch:** Vereist steeds fixatie.
#### 2.5.2 Alginaten
Deze bestaan uit natrium- of calciumzouten van alginezuur uit zeewier. In contact met wondvocht of NaCl 0,9% vormen ze een gelatineachtige massa die debris en bacteriën insluit. Ze bevatten vaak Mannuronzuur (M) of Guluronzuur (G), soms met zilver (Ag).
* **Eigenschappen:** Creëren een vochtig microklimaat, weinig tot niet inklevend in de wonde, doorlaatbaar voor gassen (cave: uitdroging waardoor tussentijds bevochtigen met NaCl 0,9% noodzakelijk is). Beschikbaar in platen en wiekvorm. Kunnen matig tot veel vocht absorberen en pijnloos verwijderd worden bij volledige verzadiging of na bevochtiging met NaCl 0,9%. Passen zich goed aan het wondreliëf aan. Ze zijn hemostatisch (door calcium).
* **Indicaties:** Granulerende wonden of wonden met een matig fibrineus beslag (T); matig tot sterk exsuderende wonden (M).
* **Contra-indicaties:** Necrotische wonden (met zwarte necrose) (T); droge wonden (M).
* **Praktisch:** Bij oppervlakkige wonden: plaatverband; bij diepe wonden: wiek of strookje plaat. Blijven meerdere dagen ter plaatse. Soms pijnlijk trekkend bij M (vooraf inwateren). Een secundair verband is meestal nodig: absorberend verband en pleister bij sterk exsuderende wonden; polyurethaanfilm bij minder exsuderende wonden.
#### 2.5.3 Amnionmembraan
Dit is een van de vliezen rond een foetus. Kan gevriesdroogd of ingevroren bewaard worden.
* **Eigenschappen:** Een biologisch verband dat een barrière vormt tegen de buitenwereld. Stimuleert granulatie en epithelialisatie.
* **Indicaties:** Brandwonden en chronische wonden met weinig genezingstendens.
* **Praktisch:**
#### 2.5.4 Antibacteriële zalven en crèmes
Deze bevatten een toegevoegd antibioticum voor continue antibacteriële werking.
* **Eigenschappen:** Antibacterieel. Het excipiens bepaalt mede de vettigheidsgraad.
* **Indicaties:** Gecontamineerde of geïnfecteerde oppervlakkige wonden waarbij topisch antisepticum gebruik wenselijk is.
* **Contra-indicaties:** Niet gebruiken bij zuivere, niet-gecontamineerde wonden.
* **Praktisch:** Regelmatig aanbrengen (minstens 1x daags). Een gaasverband of pleister als extra verband is noodzakelijk. Potentiële bijwerkingen: allergie en/of resistentie.
#### 2.5.5 Bloemsuiker, honing en suikerpasta’s
Al eeuwenlang gebruikt omwille van hun absorberende, debriderende, wondhelende en antibacteriële effect.
* **Eigenschappen:** Sterk absorberend vermogen voor pus, exsudaat, bacteriën. Antibacteriële werking via lage pH. Stimuleren debridement door osmotische werking. Stimuleren granulatie.
* **Indicaties:** Zekere graad van kolonisatie vormt geen probleem. Matig tot sterk exsuderende wonden. Wonden met een diepte van ten minste enkele millimeters.
* **Contra-indicaties:** Zeer droge en/of sterk necrotiserende wonden.
* **Praktisch:** Verbandwissel 1 tot 2 x daags. De nog aanwezige honing of suiker grondig verwijderen. Bloemsuiker: aanbrengen van een laagje met strooibus en fixeren met een vetverband of in fysiologisch gedrenkt kompres. Suikerpasta: suiker mengen met klein volume PVPI of NaCl 0,9% tot een dikke pasta. Pasta in een dunne laag aanbrengen. Telkens verse pasta bereiden! Honing: in een dunne laag aanbrengen op wondbodem. Kompressen aanbrengen naargelang exsudatiegraad en diepte. Bij neiging tot inkleven kan vetverband gebruikt worden. Het geheel fixeren met een secundair verband.
#### 2.5.6 Collageenhoudende verbanden
Deze verbanden zijn op basis van natuurlijk collageen, wat granulatie en wondheling stimuleert.
* **Eigenschappen:** Absorberen overmatig wondvocht. Stimuleren het opgranuleren van de wonde (evidentie neemt af).
* **Indicaties:** Nattende wonden (T); wonden met vertraagde wondheling (E).
* **Praktisch:** Verband nat maken voor gebruik. Gelvorming is noodzakelijk voor vrijstelling van het collageen. Mogelijke problemen: onverenigbaarheid met een aantal antiseptica (denaturatie van collageen).
#### 2.5.7 Dextranomeren
Dit zijn zeer hydrofiele, bolvormige korrels met een grote opnamecapaciteit voor zowel klein- als grootmoleculaire stoffen. Wondvocht en debris worden geleidelijk aan het wondoppervlak onttrokken. Beschikbaar in korrels of pasta.
* **Eigenschappen:** Sterk absorptievermogen voor pus, exsudaat en bacteriën, vermindert geur. Stimuleren debridement door osmotische werking.
* **Indicaties:** Sterk exsuderende, gele, (geïnfecteerde) wonden (M). Wonden met een diepte van ten minste enkele millimeters.
* **Praktisch:** 1 tot 2 x daags vervangen. Verwijderen voordat verzadiging optreedt (kleur van wit naar grijs). Pasta uit fistels verwijderen door spoelen met NaCl 0,9% of kraanwater. Pasta relatief dik aanbrengen. Secundair verband is noodzakelijk.
#### 2.5.8 Donorhuid
Huidgreffen afkomstig van overleden donoren. Worden bewaard in glyceroloplossing of ingevroren.
* **Eigenschappen:** Zorgen voor tijdelijk herstel van de huidbarrière. Beschermen tegen invasie van micro-organismen. Stimuleren de granulatie, verminderen pijn.
* **Indicaties:** Brandwonden (na debridement) of andere diepe huiddefecten.
* **Praktisch:** Donorhuid blijft lange tijd ter plaatse. Vaak gebruikt als voorbereiding voor latere autologe (epidermale) transplantatie.
#### 2.5.9 Eindverband
Kant-en-klare verbanden bestaande uit een minder inklevende laag, een absorberende laag en een (hypoallergische) kleeflaag.
* **Eigenschappen:** Absorberend, beschermend, kleven niet aan de wonde, vormen een barrière tegen invloeden van buitenaf. Vaak luchtdoorlatend, waterafstotende buitenzijde. Steriel verpakt.
* **Indicaties:** Droge en weinig tot matig exsuderende wonden, operatie- of postoperatieve wonden.
* **Praktisch:** Geen extra fixatie nodig.
#### 2.5.10 Enzymatische producten
Extern aangebrachte collagenase die aanwezige collageenvezels afbreekt, waardoor necrose wordt gelost.
* **Eigenschappen:** Lossen necrotische weefselresten en purulent exsudaat op. Gezond granulatieweefsel wordt niet aangetast. Reinigen de wonde en verminderen de wondgeur.
* **Indicaties:** Zwarte en gele wonden waarvan necrose moet worden opgelost.
* **Praktisch:** Zalf in een laag van 1-2 mm aanbrengen op een licht vochtige wondbodem. Een (semi-)occlusief absorberend verband is noodzakelijk. 1x daags vernieuwen (uitzonderlijk 2x) tot het oppervlak zuiver is. Droge en harde necrose moet eerst verweekt worden met vochtige kompressen of hydrogel zodat de enzymen voldoende kunnen inwerken.
* **Mogelijke problemen:** Onverenigbaarheid met antibacteriële middelen, zware metalen (bv. zinkpasta), detergenten, zepen.
* **Mogelijke bijwerkingen:** Lokale pijn, jeuk, branderigheid, irritatie. Enzymatische producten moeten op de juiste temperatuur bewaard worden.
#### 2.5.11 Gaasverbanden
Eenvoudige wondverbanden bestaande uit katoenen gaas.
* **Eigenschappen:** Gering absorberend vermogen, hoge doorlaatbaarheid voor bacteriën en water. Dehydrateren de wonde bij langdurig gebruik. Kunnen inkleven en partikels nalaten in de wonde. Kunnen afdrukking van nieuwgevormd weefsel veroorzaken bij verwijderen.
* **Indicaties:** Als secundair verband, uitsluitend zuivere, droge wonden.
* **Praktisch:** Steeds fixatie nodig.
#### 2.5.12 Geïmpregneerde verbanden
Deze 'vette gazen' zijn zonder of met medicinale toevoegingen. Hydrofiele gazen gedrenkt in een vette stof hebben een minder inklevend karakter.
* **Eigenschappen:** Verkleven weinig of niet met de wondbodem. Kunnen op maat worden geknipt. Kunnen antibacteriële of wondhelende eigenschappen hebben (bv. hyaluronzuur). Laten exsudaat door naar een afdekkend absorberend verband. Moeten bij droge wonden frequent worden vervangen om indroging te vermijden.
* **Indicaties:** Zuivere oppervlakkige wonden, enten / Medicinale: gecontamineerde wonden.
* **Praktisch:** Bevochtigen met NaCl 0,9% of zalven is mogelijk. 1x daags vernieuwen, soms meermaals. Secundair verband is nodig. Bij maceratie de wondranden beschermen.
#### 2.5.13 Gelerend vezelverband
Verbanden met carboxymethylcellulose in de vorm van holle vezels. Kunnen veel meer vocht opnemen dan klassieke hydrocolloïdverbanden.
* **Eigenschappen:** Sterk verticaal absorptievermogen. Geabsorbeerd vocht blijft ter plaatse van de wonde (geen maceratie). Stimuleren granulatie en epithelialisatie. Veranderen van een viltachtig naar een gelatineus aspect naarmate vochtabsorptie.
* **Indicaties:** Rode en eventueel gele wonden (T); matig tot sterk exsuderende wonden, zelfs indien er gemacereerde wondranden zijn (M).
* **Contra-indicaties:** Droge wonden.
* **Praktisch:** Minimaal 2 cm groter dan de wonde uitknippen (krimpen bij het gelatineus worden). Secundair verband is noodzakelijk. Bij gecontamineerde wonden geen afsluitend verband gebruiken. Het verband kan tot 7 dagen ter plaatse blijven.
#### 2.5.14 Geurneutraliserende verbanden
Deze verbanden hebben een laagje van 100% geactiveerde koolstof. Koolstof bindt Gram-negatieve bacteriën en dus ook daaraan gebonden geuren.
* **Eigenschappen:** Absorberen vocht en debris. Verminderen de geur. Laten gasuitwisseling toe.
* **Indicaties:** Oppervlakkige en diepe wonden. Wonden met matig tot veel exsudaat (M). Sterk ruikende wonden: oncologische wonden, bacterieel geïnfecteerde traumatische en chirurgische wonden, anale fistels.
* **Praktisch:** Direct op de wonde aanbrengen met de actieve koolzijde aan de buitenkant. Al dan niet met een absorberend verband. Wisselfrequentie is afhankelijk van exsudatiegraad en comfort. Kan ook als secundair verband gebruikt worden.
#### 2.5.15 Hyaluronzuurhoudende verbanden
Hyaluronzuur is een natuurlijk polysacharide dat in de huid aanwezig is.
* **Eigenschappen:** Verbeteren de granulatie bij moeilijk helende wonden. Versnellen de neovascularisatie.
* **Indicaties:** Weinig evidentie dat het chronische wonden zou genezen (E); therapieresistente, chronische wonden (E).
* **Praktisch:** Kan gebruikt worden als kompres, tulle verband of in zalfvorm.
#### 2.5.16 Hydrocolloïden
Oorspronkelijk hydrofobe polymeren met hydroactieve partikels die in contact met het wondvocht een zachte, vochtige gel vormen. Huidige verbanden, ook hydroactieven genoemd, zijn opgebouwd uit een polyurethaanmix met een waterbestendige, zuurstof- en waterdampdoorlatende polyurethaanfilm. Ze laten zo goed als geen gel achter in de wonde. Bestaan ook in korrels en pasta.
* **Eigenschappen:** Zorgen voor een langzame, gecontroleerde absorptie. Ondoordringbaar voor vocht en bacteriën langs de buitenzijde, doorlaatbaar voor gassen. Stimuleren de vorming van nieuwe bloedvaten. Zuiveren en debrideren. Zijn pijnstillend. Zijn bacteriostatisch door de lagere pH (ongeveer 6). Zijn zelfklevend.
* **Indicaties:** Oppervlakkige rode wonden (T); weinig exsuderende wonden (M). Ook diepere wonden in combinatie met korrels of pasta onder de plaat.
* **Contra-indicaties:** Zeer diepe wonden met aantasting van bot- en spierweefsel. Geïnfecteerde wonden. Wonden met neiging tot overgranulatie. Wonden met overtollig exsudaat en/of gemacereerde wondranden.
* **Praktisch:** Na wondreiniging met NaCl 0,9 % de wondranden droogdeppen. Verband moet minimaal wondranden met 2 cm overlappen. Bij knippen: hoeken afronden en eventueel met polyurethaanfilm de randen afkleven. Kan tot 7 dagen ter plaatse blijven. Vervangen bij kleurverandering. Bij verwijderen eerst de hoeken en de randen losmaken. Diepe of onregelmatige wonden voor 1/3 opvullen met korrels of pasta en vervolgens afdekken met een hydrocolloïd verband. Bij grotere wonden: elkaar overlappende verbanden. Secundair verband is niet noodzakelijk maar soms nuttig.
#### 2.5.17 Hydrogels in gelvorm
Bestaan uit hydrofiele polymeren, soms gecombineerd met alginaten. Er bestaat ook een variant met hoge NaCl-concentratie: hypertone hydrogel.
* **Eigenschappen:** Maken een eerder droge wonde vochtiger. Houden de wonde vochtig en creëren zo een vochtige wondheling.
* **Indicaties:** Wonden met zwarte necrosekorsten (T); wonden met fibrineus beslag (T).
* **Praktisch:** Een secundair verband is noodzakelijk. Voor hydrateren van een necrotische korst: afkleven met hydrocolloïd of polyurethaanfilm. Bij gelig fibrineus beslag: absorberend verband gebruiken. Slechts om de 2-3 dagen vernieuwen, tenzij het te nat of te vuil is geworden.
#### 2.5.18 Hydrogels in plaatvorm
Platen kunnen vocht absorberen en nadien terug vrijgeven.
* **Eigenschappen:** Absorberen vocht. Zijn doorlaatbaar voor gassen. Zijn verkoelend en hebben een pijnstillend effect. Verkleven niet met de wonde. Zeer geschikt voor gevoelige of behaarde huid. Kunnen soms als drager voor medicatie dienen.
* **Indicaties:** Pijnlijke, oppervlakkige wonden.
* **Praktisch:** Secundair verband wordt gekozen volgens de doelstelling (hydrocolloïd of polyurethaanfilm). Verband kan enkele dagen ter plaatse blijven. Vervangen van zodra het troebel wordt.
#### 2.5.19 Interactieve verbanden op basis van elektrolyten
Bestaande uit twee soorten: kern van superabsorberend polyacrylaat (doordrenkt met Ringer-oplossing voor gebruik) of een polyesterkompres, doordrenkt met NaCl-kristallen. Beiden hebben een sterk absorberend effect door de aanwezige elektrolyten.
* **Eigenschappen:** Sterk absorberende en daardoor ook reinigende werking. Halen vocht en necrotisch materiaal uit de wonde.
* **Indicaties:** Necrotische wonden (met exsudaat) (T); geïnfecteerde wonden (met exsudaat) (I).
#### 2.5.20 Keratinocyten-enten
Opperhuidcelculturen van humane oorsprong aangemaakt uitgaande van donorhuid. Gefixeerd op een drager.
* **Eigenschappen:** Stimuleren de granulatie en epithelialisatie in moeilijk helende wonden.
* **Indicaties:** Niet-helende wonden die langer dan 3 maanden bestaan (E).
* **Praktisch:** Drager wordt met de cellaag op de wonde gelegd. Het verband blijft 4-7 dagen ter plaatse. Indien nodig na enkele weken herhalen.
#### 2.5.21 Negatieve druktherapie
Behandeling voor acute en chronische wonden met moeilijke wondheling waarbij een negatieve druk op de wonde wordt uitgeoefend.
* **Eigenschappen:** Stimuleert de vorming van granulatieweefsel. Evacueert overtollig vocht en verweekte necrose. Beperkt de bacteriële kolonisatie.
* **Indicaties:** Op-groei van granulatieweefsel (T); matig tot sterk exsuderende wonden (M).
#### 2.5.22 Niet-inklevende absorberende verbanden
Vergelijkbaar met absorberende gaasverbanden, maar met een niet-inklevende onderlaag, een kern met hoog absorberend vermogen en een vochtkerende of ondoordringbare bovenlaag.
* **Eigenschappen:** Absorberend, beschermend, doorgaans niet te verknippen, kleven doorgaans niet in.
* **Indicaties:** Als secundair verband. Droge, weinig exsuderende, oppervlakkige rode en gele wonden. Als bescherming van hechtingen, transplantaten en brandwonden.
* **Praktisch:** Externe fixatie is nodig.
#### 2.5.23 Niet-inklevende verbanden
Vergelijkbaar met gaasverbanden, maar niet-verklevend door een specifieke onderlaag.
* **Eigenschappen:** Beschermend, kleven weinig of niet in.
* **Indicaties:** Als secundair verband. Als bescherming van hechtingen, transplantaten en brandwonden. Droge, weinig exsuderende, oppervlakkige rode en gele wonden.
* **Praktisch:** Externe fixatie is nodig.
#### 2.5.24 Polyurethaanfilms
Dunne, zeer sterke, zelfklevende, elastische folies die rechtstreeks op weinig exsuderende wonden worden aangebracht of gebruikt worden als fixatie- en/of afdekverband. Bestaan ook in sprayvorm.
* **Eigenschappen:** Absorberen niet. Zijn semi-permeabel voor gassen en waterdamp. Zijn niet-doorlaatbaar voor water en micro-organismen (laten douchen toe). Houden een vochtig wondmilieu in stand (migratie van epitheelcellen). Zijn doorzichtig. Verminderen de pijn.
* **Indicaties:** Als afsluitend secundair verband of fixatieverband. Als incisie- of afdekfolie bij heelkundige ingreep. Postoperatieve wonden.
* **Contra-indicaties:** Sterk exsuderende, geïnfecteerde en/of necrotische wonden.
* **Praktisch:** Eerst wonde reinigen met NaCl 0,9% en vervolgens droogdeppen. Verband moet de gezonde huid 5-6 cm overlappen. Mag 5 tot maximaal 10 dagen ter plaatse blijven. Verband aanbrengen zonder spanning. Tangentieel verwijderen. Geen secundair verband nodig.
#### 2.5.25 Schuimverbanden
Verbanden bestaande uit polyurethaanschuim of polyvinylalcohol die wondvocht in grote hoeveelheid opzuigen en vasthouden. Ze zijn hydrofiel langs de wondzijde en hydrofoob langs de buitenzijde.
* **Eigenschappen:** Absorberend. Ondoordringbaar voor vocht van langs de buitenzijde. Doorlaatbaar voor gassen en waterdamp. Ondoordringbaar voor bacteriën. Scheppen een vochtig wondmilieu en bevorderen zo granulatie en revascularisatie.
* **Indicaties:** Oppervlakkige en diepe rode en gele wonden (T); wonden met matig en veel exsudaat (M).
* **Contra-indicaties:** Ernstige surinfecties. Droge wonden (kleven door zuigkracht in, pijnlijk). Wonden die met hypochloriet gereinigd worden.
* **Praktisch:** Fixeren met pleister of zwachtel is nodig, wonde overlappen. Kan lange tijd ter plaatse blijven (van 2 tot maximaal 7 dagen, afhankelijk van de hoeveelheid exsudaat).
#### 2.5.26 Siliconenverbanden
Een dun laagje siliconen dat niet uitrafelt en niet inkleeft in de wonde, maar wel op de omliggende gezonde huid.
* **Eigenschappen:** Kleven niet in. Worden transparant indien gebruikt op een vochtige wonde. Zijn permeabel voor plasma, alsook voor producten die boven het verband worden aangebracht.
* **Indicaties:** Pijnlijke acute of chronische wonden waarbij een maximaal niet-inklevend effect wordt nagestreefd. Radiodermatitis.
* **Contra-indicaties:** Geïnfecteerde wonden.
* **Praktisch:** Eventueel te combineren met een zalf of gel boven op het verband. Secundair verband is noodzakelijk.
#### 2.5.27 Siliconengels
Gel of soepele plaat van zelfadhererende siliconengel voor langetermijnbehandeling van hypertrofische littekens.
* **Eigenschappen:** Gaan de vorming van hypertrofische littekens en keloïdvorming tegen.
* **Indicaties:** Brandwonden, hypertrofische littekens, keloïd.
* **Praktisch:** Verband knippen volgens de omvang van het hypertrofisch litteken. 1 tot 2 x daags afhalen van de wonde, wassen met water en zeep, spoelen, drogen en terug aanbrengen.
#### 2.5.28 Superabsorberende verbanden
Verbanden die gebruik maken van de technologie van incontinentiemateriaal.
* **Eigenschappen:** Absorberen sterk, beschermen, beschikbaar in verschillende afmetingen. Drogen in en laten soms partikels achter in de wonde indien ze rechtstreeks op de wonde worden aangebracht. Kunnen oncomfortabel aanvoelen doordat ze veel vocht opnemen en hierdoor zwaar aanvoelen.
* **Indicaties:** Als secundair verband. Sterk exsuderende wonden waarbij klassiek absorberend verband onvoldoende blijkt (M).
* **Praktisch:** Steeds fixatie nodig. Nooit inknippen.
#### 2.5.29 Vochtige omslagen
Verbanden die vochtig worden gemaakt met een bepaalde oplossing. Worden vaak gebruikt bij nattende dermatosen of nattende wonden.
* **Eigenschappen:** Drogen natte wonden. Reinigen wonden. Ontsmetten wonden, afhankelijk van de gekozen oplossing.
* **Indicaties:** Wonden met necrose, infectie en/of (veel) exsudaat (T/I/M).
* **Praktisch:** Gebruik sponshanddoek of -washandje, goed bevochtigen. Op de wonde aanbrengen en fixeren met een netje, geen afsluitend verband. Nooit plastic rond de omslag aanbrengen. 1 – 4 maal daags vervangen, afhankelijk van de exsudatiegraad.
#### 2.5.30 Wondrandbeschermers
Pasta's op basis van zinkoxide met eventueel toevoeging van andere stoffen om de omgevende huid te beschermen. Hydrofobe crèmes en sprays zijn ook mogelijk.
* **Eigenschappen:** Beschermen de omliggende huid (vooral tegen vocht).
* **Indicaties:** Gemacereerde wondranden.
* **Praktisch:** Dienen niet dagelijks verwijderd te worden. Eventueel laag op laag aanbrengen. Hechten enkel aan droge huid. 30 seconden indrogen. Elke 48 uur herhalen of na 3 wasbeurten.
#### 2.5.31 Zilverhoudende verbanden
Verbanden die zilver bevatten of die zilver afgeven ter hoogte van de wonde. Zilver heeft een antiseptische werking.
* **Eigenschappen:** Antibacteriële barrière tegen groot spectrum micro-organismen. Anti-inflammatoir effect.
* **Indicaties:** Gecontamineerde of gekoloniseerde wonden (I). Bij geïnfecteerde wonden in combinatie met antibiotica.
* **Contra-indicaties:** Zuivere wonden. Patiënten met intolerantie voor zilver. Wonden waarbij blootstelling aan het licht niet kan worden vermeden. Patiënten die een NMR of bestraling moeten ondergaan.
* **Praktisch:** Blijft 3 – 7 dagen ter plaatse.
#### 2.5.32 Zilvernitraat
Staafjes of oplossing om hypergranulatie mee aan te stippen.
* **Eigenschappen:** Vernietigen overmatig granulatieweefsel.
* **Indicaties:** Hypergranulerende wonden.
* **Praktisch:** Staafje: aanstippen van de wonde voordat men naar een andere behandeling overgaat. Huid verkleurt wit tot grijs. Oplossing: natte compressen. Meestal volstaan een of enkele applicaties per week, afhankelijk van de ernst van de hypergranulatie.
#### 2.5.33 Zwachtels
Een omhullend verband dat vaak gebruikt wordt ter fixatie van andere verbanden of ter compressie.
* **Eigenschappen:** Bieden ondersteuning en compressie.
* **Indicaties:** Fixatie van andere verbanden, compressietherapie bij oedeem of spataders.
* **Praktisch:** Correct aanbrengen ter voorkoming van te veel druk of knelling.
### 2.6 Antiseptica
Antiseptica en desinfectantia zijn antibacteriële, soms schimmel- en virusdodende producten, onderscheiden door hun doeleinden. Ze zijn geen wondermiddelen.
> **Tip:** Antiseptica concentratie is voor gezonde huid, niet voor wonden.
#### 2.6.1 Basisregels antiseptica
* **Applicatiewijze:** Interactieve verbanden (reinigen + drogen).
* **Voorbereidende desinfectie gezonde huid:** reinigen + drogen + aanbrengen antisepticum.
* **Bij geïnfecteerde wonden:** reinigen + drogen + aanbrengen antisepticum + spoelen + drogen.
#### 2.6.2 Het ideale ontsmettingsmiddel
* Heeft een breed spectrum.
* Is zo weinig mogelijk toxisch voor gezond weefsel.
* Heeft een goede algemene tolerantie.
* Wordt niet of slechts in geringe mate geïnactiveerd door organisch materiaal en zepen.
* Heeft een snelle werking.
* Blijft bij voorkeur een langere tijd stabiel.
#### 2.6.3 Alcohol
* **Gebruik:** Ontsmetting van oppervlakken, ontsmetting van intacte huid, handontsmetting (met etser).
* **Spectrum:** Breed, tegen Gram+ en Gram- bacteriën, TBC, Cytomegalie, HIV.
* **Concentratie:** Ethanol van 70% - 96%, Isopropanol 60% - 70%.
* **Inactivatie:** Geen gegevens bekend.
* **Toxiciteit:** Sterk uitdrogend.
* **Contacttijd:** 30 seconden, 30 – 60 seconden voor handontsmetting.
#### 2.6.4 Chloorhexidine (digluconaat) in alcohol
* **Gebruik:** Verse gesloten wonden, intacte huid.
* **Eigenschappen:** Heeft een verlengde werkingstijd (> 6 uur).
* **Spectrum:** Breed, meer tegen Gram+ dan tegen Gram- bacteriën.
* **Concentratie:** 0,5% in alcohol 70%, 2% in alcohol 70%.
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Cerebrotoxisch, ototoxisch.
* **Contacttijd:** 15 – 30 seconden.
#### 2.6.5 Chloorhexidine (digluconaat) in water
* **Gebruik:** Open wonden.
* **Eigenschappen:** Heeft een verlengde werkingstijd (> 6 uur).
* **Spectrum:** Breed, meer tegen Gram+ dan tegen Gram- bacteriën. Niet actief tegen schimmels, gisten en een aantal virussen.
* **Concentratie:** 0,05% of 1% in H₂O.
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Cerebro- en/of ototoxiciteit.
* **Contacttijd:** 15 - 30 seconden.
#### 2.6.6 Cetrimoniumbromide
* **Gebruik:** Open wonden, fibrineuze wonden, vuile (straat)wonden (detergens).
* **Spectrum:** Tegen Gram+ kiemen (>3,3% oplossing).
* **Concentratie:** Concentraat: Cetrimoniumbromide 150 mg/ml + Chloorhexidinedigluconaat 15 mg/ml. Nooit puur gebruiken! Verdund: 3,3% in water (Hacdil).
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Cerebrotoxisch, ototoxisch.
* **Contacttijd:** 15 – 30 seconden.
#### 2.6.7 Chloorverbindingen
* **Gebruik:** Verse wonden, bevuilde wonden, geurende wonden, necrotisch weefsel.
* **Spectrum:** Tegen Gram+ en Gram- kiemen, tuberculocide, fungicide, virucide, licht sporocide.
* **Concentratie:** Chloramine (Carrel-Dakin): 0,5%; Hypochloriet (Dakin-Cooper): 0,5%; Chloramine-T: 0,5%.
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Kan irriteren.
* **Contacttijd:** 15 seconden.
#### 2.6.8 Jodium en Jodiumverbinding (PVPI)
* **Gebruik:** Verse wonden, intacte huid (alcoholische oplossing). Residuele werking.
* **Spectrum:** Tegen Gram+ en Gram- kiemen, fungicide, virucide, licht sporocide.
* **Concentratie:** Isobetadine Dermicum: 10%; Isobetadine Gel: 10%; Braunol 7,5%.
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Allergie, schildklier. Looit op debris (korstvormend).
* **Contacttijd:** 15 – 30 seconden.
#### 2.6.9 Waterstofperoxide
* **Gebruik:** Vuile (straat)wonden, mechanische reiniging.
* **Spectrum:** Zeer actief tegen Gram- (anaeroben) en matig tegen Gram+ bacteriën, licht fungicide, virucide en sporocide.
* **Concentratie:** 30%.
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Zeer irriterend voor slijmvliezen. Bij gebruik in holten, fistels: naspoelen.
* **Contacttijd:** 15 – 30 seconden.
#### 2.6.10 Azijnzuur
* **Gebruik:** Reiniging van wonden die geïnfecteerd zijn met Pseudomonas (pijn).
* **Spectrum:** Zeer actief tegen talloze bacteriën, vooral Gram- Pseudomonas, fungicide.
* **Concentratie:** Meestal 1%, 2% en 3% zijn ook mogelijk.
* **Inactivatie:** Door aanwezigheid van organische stoffen.
* **Toxiciteit:** Wondrandbescherming is noodzakelijk. Huidreacties: branderig gevoel, pijn (vooral bij 2% en 3% oplossing).
* **Contacttijd:** 15 – 30 seconden.
#### 2.6.11 Ontvettingsmiddelen
* **Gebruik:** Verwijderen van kleefresten, ontvetting van de huid.
* **Spectrum:** Niet van toepassing.
* **Concentratie:** Niet van toepassing.
* **Inactivatie:** Door verdamping.
* **Toxiciteit:** Zeer irriterend voor huid, slijmvliezen en wonden. Brandgevaar.
* **Contacttijd:** Niet van toepassing.
#### 2.6.12 Wondreinigers
* **Gebruik:** Mechanisch reinigen van wonden, oplossen van biofilm.
* **Spectrum:** Niet van toepassing.
* **Concentratie:** Evt. citroenzuur.
* **Inactivatie:** Onbekend.
* **Toxiciteit:** Onbekend.
* **Contacttijd:** Afhankelijk van product, raadpleeg de bijsluiter (bv. Prontosan 10 min.).
#### 2.6.13 Zalfoplossers (oliën)
* **Gebruik:** Verwijderen van zalven.
* **Spectrum:** Niet van toepassing.
* **Concentratie:** Amandelolie, paraffineolie.
* **Inactivatie:** Onbekend.
* **Toxiciteit:** Onbekend.
* **Contacttijd:** Niet van toepassing.
#### 2.6.14 Onverenigbaarheden
Sommige antiseptica kunnen onverenigbaar zijn met elkaar of met andere producten, wat leidt tot verminderde werking of ongewenste reacties. Dit aspect is cruciaal bij de keuze en toepassing van wondverzorgingsproducten.
---
# Kenmerken van een ideaal wondverband en factoren voor verbandkeuze
Dit onderwerp behandelt de essentiële eigenschappen van een ideaal wondverband voor optimale wondgenezing, patiëntcomfort en efficiëntie voor de zorgverlener, evenals de diverse factoren die de uiteindelijke keuze van een verband bepalen.
### 3.1 Kenmerken van een ideaal wondverband
Een ideaal wondverband draagt bij aan een vlotte wondgenezing en garandeert zowel comfort voor de patiënt als efficiëntie voor de verpleegkundige.
#### 3.1.1 Nuttige kenmerken voor de wondgenezing
* **Optimale vochtbalans:** Zorgt voor een ideale vochtigheidsgraad in de wond, wat essentieel is voor celactiviteit en migratie.
* **Barrière tegen bacteriën:** Voorkomt externe contaminatie en infectie.
* **Gasuitwisseling:** Laat zuurstof toe en koolstofdioxide toe, wat bijdraagt aan een gezonde celomgeving.
* **Thermische isolatie:** Helpt de wond op een constante, optimale temperatuur te houden.
* **Niet inklevend:** Voorkomt beschadiging van nieuwgevormd weefsel bij verbandwissels.
* **Bevordert debridement:** Ondersteunt het natuurlijke proces van het verwijderen van dood weefsel en debris.
* **Biocompatibel:** Veroorzaakt geen allergische reacties of ontstekingen.
* **Niet toxisch:** Is niet schadelijk voor het gezonde weefsel rondom de wond.
* **Mechanische bescherming:** Biedt een fysieke beschermlaag tegen invloeden van buitenaf.
#### 3.1.2 Nuttige kenmerken voor de patiënt
* **Verbeterd comfort:** Minimaliseert irritatie, pijn en jeuk.
* **Pijnloos aanbrengen en verwijderen:** Maakt het verbandwisselproces zo comfortabel mogelijk.
* **Verzacht pijn en jeuk, absorbeert geur:** Draagt bij aan het algehele welzijn van de patiënt.
* **Esthetisch aanvaardbaar:** Is acceptabel voor de patiënt qua uiterlijk.
* **Waterdicht:** Maakt dagelijkse hygiëne zoals douchen mogelijk.
* **Goede fixatie:** Blijft goed op zijn plaats zitten en beperkt de dagelijkse activiteiten niet.
* **Kostenefficiënt / Tegemoetkoming RIZIV:** Houdt rekening met financiële aspecten en vergoedingsmogelijkheden.
#### 3.1.3 Nuttige kenmerken voor de verpleegkundige
* **Vergemakkelijkt de wondverzorging:** Vereenvoudigt het proces van wondreiniging en verbandaanbrenging.
* **Tijd- en energiebesparend:** Vermindert de frequentie van verbandwissels.
* **Transparant:** Maakt inspectie van de wond mogelijk zonder het verband te verwijderen.
* **Gemakkelijk aan te brengen en te verwijderen:** Vereist geen complexe technieken.
* **Beschikbaarheid in verschillende vormen en afmetingen:** Biedt flexibiliteit voor diverse wondtypen en -locaties.
### 3.2 Factoren voor verbandkeuze
De keuze voor een specifiek wondverband is een multidimensionale beslissing die beïnvloed wordt door diverse patiënt- en wondgerelateerde factoren:
* **Plaats:** De locatie van de wond (bv. extremiteiten, romp, gelaat) beïnvloedt de keuze van het verband qua flexibiliteit, adhesie en comfort.
* **Diepte:** Oppervlakkige wonden vereisen andere verbanden dan diepe wonden, waarbij het verband rekening moet houden met het creëren van een optimaal genezend milieu in de diepte.
* **Geur:** Sterk geurende wonden kunnen baat hebben bij verbanden met geurneutraliserende eigenschappen.
* **Exsudaat:** De hoeveelheid en aard van het wondvocht (laag, matig, veel, dun, dik) is een cruciale factor bij de selectie van een absorberend verband.
* **Kleur wondbed:** De kleur van het wondbed (rood, geel, zwart) geeft informatie over de staat van de wond (bv. granulatie, fibrine, necrose) en stuurt de verbandkeuze aan.
* **Pijnlijkheidsgraad:** Pijnlijke wonden vragen om verbanden die de pijn minimaliseren tijdens aanbrengen, verwijderen en het dragen.
* **Kostenaspect:** Dit omvat niet enkel de productprijs, maar ook de frequentie van verbandwissels, de benodigde tijd voor de procedure en de snelheid van wondgenezing die het verband kan bevorderen.
### 3.3 Verbandmaterialen: Overzicht en Eigenschappen
Hieronder volgt een overzicht van diverse verbandmaterialen, met hun specifieke eigenschappen, indicaties en praktische overwegingen.
#### 3.3.1 Absorberende gaasverbanden
* **Beschrijving:** Eenvoudige, gewatteerde gaaskompressen met een dikke absorberende kern van watten en/of cellulose.
* **Eigenschappen:**
* Absorberend vermogen.
* Beschermend.
* Verkrijgbaar in diverse afmetingen, steriel en niet-steriel, of op rol.
* Goed doorlaatbaar voor water.
* Kunnen uitdrogen en soms partikels achterlaten in de wonde.
* **Indicaties:** Secundair verband, exsuderende wonden.
* **Praktisch:** Vereisen altijd fixatie.
#### 3.3.2 Alginaten
* **Beschrijving:** Natrium- of calciumzouten van alginezuur uit zeewier, die in contact met wondvocht of zoutoplossing een gelatineuze massa vormen die debris en bacteriën insluit. Kunnen Mannuronzuur (M) of Guluronzuur (G) bevatten, soms met zilver.
* **Eigenschappen:**
* Creëren een vochtig microklimaat.
* Minimaal inklevend.
* Doorlaatbaar voor gassen (risico op uitdroging, wat tussentijds bevochtigen met zoutoplossing noodzakelijk maakt).
* Beschikbaar in platen en wiekvorm.
* Absorberen matig tot veel vocht.
* Pijnloos te verwijderen na verzadiging of bevochtiging.
* Vormen zich goed naar het wondoppervlak.
* Hemostatisch (door calcium).
* **Indicaties:** Granulerende wonden of wonden met matig fibrineus beslag; matig tot sterk exsuderende wonden.
* **Contra-indicaties:** Necrotische wonden (met zwarte necrose); droge wonden.
* **Praktisch:** Plaatverband voor oppervlakkige wonden, wiek of strookje plaat voor diepe wonden. Blijven meerdere dagen ter plaatse. Soms pijnlijk trekkend (vooraf inwateren). Secundair verband vaak nodig.
#### 3.3.3 Amnionmembraan
* **Beschrijving:** Een van de vliezen rond een foetus, bewaard via vriesdrogen of invriezen.
* **Eigenschappen:**
* Biologisch verband.
* Vormt een barrière tegen de buitenwereld.
* Stimuleert granulatie en epithelisatie.
* **Indicaties:** Brandwonden en chronische wonden met weinig genezingstendens.
#### 3.3.4 Antibacteriële zalven en crèmes
* **Beschrijving:** Zalven en crèmes met toegevoegde antibiotica voor continue antibacteriële werking.
* **Eigenschappen:** Antibacterieel. De vettigheidsgraad wordt mede bepaald door het excipiens.
* **Indicaties:** Gecontamineerde of geïnfecteerde oppervlakkige wonden waar topisch antiseptisch gebruik wenselijk is.
* **Contra-indicaties:** Niet gebruiken bij zuivere, niet-gecontamineerde wonden.
* **Praktisch:** Regelmatig aanbrengen (minstens 1x daags). Gaasverband of pleister als extra verband is noodzakelijk. Potentiële bijwerkingen: allergie en/of resistentie.
#### 3.3.5 Bloemsuiker, honing en suikerpasta’s
* **Beschrijving:** Traditionele middelen met absorberende, debriderende, wondhelende en antibacteriële effecten.
* **Eigenschappen:**
* Sterk absorberend voor pus, exsudaat en bacteriën.
* Antibacterial via lage pH.
* Stimuleren debridement door osmotische werking.
* Stimuleren granulatie.
* **Indicaties:** Wonden met een zekere mate van kolonisatie; matig tot sterk exsuderende wonden met een diepte van ten minste enkele millimeters.
* **Contra-indicaties:** Zeer droge en/of sterk necrotiserende wonden.
* **Praktisch:** Verbandwissel 1 tot 2x daags. Honing of suikergrondig verwijderen. Bloemsuiker aanbrengen met strooibus en fixeren. Suikerpasta vers bereiden en dun aanbrengen. Kompressen aanbrengen naar gelang exsudatiegraad en diepte. Vetverband kan bij neiging tot inkleven gebruikt worden.
#### 3.3.6 Collageenhoudende verbanden
* **Beschrijving:** Verbanden op basis van natuurlijk collageen, dat granulatie en wondgenezing stimuleert.
* **Eigenschappen:**
* Absorberen overmatig wondvocht.
* Stimuleren het opgranuleren van de wonde.
* **Indicaties:** Nattende wonden; wonden met vertraagde wondgenezing.
* **Praktisch:** Nat maken voor gebruik; gelvorming is noodzakelijk voor vrijstelling van collageen. Mogelijke problemen: onverenigbaarheid met sommige antiseptica (denaturatie van collageen).
#### 3.3.7 Dextranomeren
* **Beschrijving:** Zeer hydrofiele, bolvormige korrels met grote opnamecapaciteit voor verschillende stoffen, bekend als ‘Xerogelverbanden’.
* **Eigenschappen:**
* Sterk absorptievermogen voor pus, exsudaat en bacteriën; geurvermindering.
* Stimuleren debridement door osmotische werking.
* **Indicaties:** Sterk exsuderende, gele, (geïnfecteerde) wonden met een diepte van minstens enkele millimeters.
* **Praktisch:** 1 tot 2x daags vervangen. Verwijderen voordat verzadiging optreedt. Pasta uit fistels spoelen. Relatief dik aanbrengen. Secundair verband noodzakelijk.
#### 3.3.8 Donorhuid
* **Beschrijving:** Huidgreffen afkomstig van overleden donoren, bewaard in glycerol of ingevroren.
* **Eigenschappen:**
* Tijdelijk herstel van de huidbarrière.
* Bescherming tegen micro-organismen.
* Stimuleren granulatie, pijnvermindering.
* **Indicaties:** Brandwonden (na debridement) of andere diepe huiddefecten.
* **Praktisch:** Blijft lange tijd ter plaatse. Vaak als voorbereiding voor latere autologe transplantatie.
#### 3.3.9 Eindverband
* **Beschrijving:** Kant-en-klaar verband met een niet-inklevende laag, een absorberende laag en een hypoallergische kleeflaag.
* **Eigenschappen:**
* Absorberend en beschermend.
* Niet-inklevend.
* Barrière tegen invloeden van buitenaf.
* Vaak luchtdoorlatend met waterafstotende buitenzijde.
* Steriel verpakt.
* **Indicaties:** Droge en weinig tot matig exsuderende wonden; operatiewonden.
* **Praktisch:** Geen extra fixatie nodig.
#### 3.3.10 Enzymatische producten
* **Beschrijving:** Extern aangebrachte collagenase die collageenvezels afbreekt, waardoor necrose wordt gelost.
* **Eigenschappen:**
* Lossen necrotisch weefsel en purulent exsudaat op.
* Aanvallend op gezond granulatieweefsel is niet aan de orde.
* Reinigen de wonde en verminderen wondgeur.
* **Indicaties:** Zwarte en gele wonden waarvan necrose moet worden opgelost.
* **Praktisch:** Zalf in een laag van 1-2 mm aanbrengen op licht vochtige wondbodem. Semi-occlusief absorberend verband is noodzakelijk. Dagelijks vernieuwen tot het oppervlak zuiver is. Droge en harde necrose moet eerst verweekt worden. Mogelijke problemen: onverenigbaarheid met antibacteriële middelen, zware metalen, detergenten, zepen. Bijwerkingen: pijn, jeuk, branderigheid, irritatie. Bewaren op de juiste temperatuur.
#### 3.3.11 Gaasverbanden
* **Beschrijving:** Eenvoudig wondverband bestaande uit katoenen gaas.
* **Eigenschappen:**
* Gering absorberend vermogen.
* Hoge doorlaatbaarheid voor bacteriën en water.
* Dehydrateren de wonde bij langdurig gebruik.
* Kunnen inklevend zijn en partikels nalaten.
* Kunnen afscheuring van nieuwgevormd weefsel veroorzaken bij verwijderen.
* **Indicaties:** Secundair verband; uitsluitend zuivere, droge wonden.
* **Praktisch:** Steeds fixatie nodig.
#### 3.3.12 Geïmpregneerde verbanden
* **Beschrijving:** ‘Vette gazen’, zonder of met medicinale toevoegingen (bv. vaseline, paraffine, hyaluronzuur).
* **Eigenschappen:**
* Minimaal inklevend.
* Kunnen op maat geknipt worden.
* Kunnen antibacteriële of wondhelende eigenschappen hebben.
* Laten exsudaat door naar een afdekkend absorberend verband.
* Moeten bij droge wonden frequent vervangen worden om indroging te voorkomen.
* **Indicaties:** Zuivere oppervlakkige wonden, enten; gecontamineerde wonden (medicinale).
* **Praktisch:** Bevochtigen met zoutoplossing of zalven is mogelijk. Dagelijks vernieuwen, soms vaker. Secundair verband is nodig. Wondranden beschermen bij maceratie.
#### 3.3.13 Gelerend vezelverband
* **Beschrijving:** Verband met carboxymethylcellulose in de vorm van holle vezels, dat veel vocht kan opnemen en verandert van viltachtig naar gelatineus.
* **Eigenschappen:**
* Sterk verticaal absorptievermogen; geabsorbeerd vocht blijft aan het verband (geen maceratie).
* Stimuleren granulatie en epithelisatie.
* **Indicaties:** Rode en eventueel gele wonden; matig tot sterk exsuderende wonden, ook met gemacereerde wondranden.
* **Contra-indicaties:** Droge wonden.
* **Praktisch:** Minimaal 2 cm groter dan de wonde uitknippen (krimpt). Secundair verband noodzakelijk. Bij gecontamineerde wonden geen afsluitend verband gebruiken. Kan tot 7 dagen ter plaatse blijven.
#### 3.3.14 Geurneutraliserende verbanden
* **Beschrijving:** Verbanden met een laagje 100% geactiveerde koolstof dat bacteriën en geuren bindt.
* **Eigenschappen:**
* Absorberen vocht en debris.
* Verminderen geur.
* Laten gasuitwisseling toe.
* **Indicaties:** Oppervlakkige en diepe wonden; matig tot veel exsudaat; sterk ruikende wonden (oncologisch, geïnfecteerd).
* **Praktisch:** Direct op de wonde aanbrengen met de actieve koolzijde naar buiten. Wisselfrequentie afhankelijk van exsudatiegraad en comfort. Kan als secundair verband dienen.
#### 3.3.15 Hyaluronzuurhoudende verbanden
* **Beschrijving:** Verbanden die hyaluronzuur bevatten, een natuurlijk polysacharide in de huid.
* **Eigenschappen:**
* Verbeteren granulatie bij moeilijk helende wonden.
* Versnellen neovascularisatie.
* **Indicaties:** Therapieresistente, chronische wonden.
* **Praktisch:** Te gebruiken als kompres, tulle verband of zalf.
#### 3.3.16 Hydrocolloïden
* **Beschrijving:** Oorspronkelijk hydrofobe polymeren met hydroactieve deeltjes die een zachte, vochtige gel vormen. Moderne varianten zijn opgebouwd uit een polyurethaanmix met een waterbestendige, gasdoorlatende film. Ook verkrijgbaar in korrels en pasta.
* **Eigenschappen:**
* Langzame, gecontroleerde absorptie.
* Ondoorlaatbaar voor vocht en bacteriën (buitenzijde), doorlaatbaar voor gassen.
* Stimuleren angiogenese.
* Zuiverend en debriderend.
* Pijnstillend.
* Bacteriostatisch door lage pH.
* Zelfklevend.
* **Indicaties:** Oppervlakkige rode wonden; weinig exsuderende wonden. Ook diepere wonden met korrels of pasta.
* **Contra-indicaties:** Zeer diepe wonden met aantasting van bot/spier; geïnfecteerde wonden; wonden met neiging tot overgranulatie; wonden met overtollig exsudaat en/of gemacereerde wondranden.
* **Praktisch:** Wondranden droogdeppen. Verband minimaal 2 cm overlappen. Bij knippen: hoeken afronden. Kan tot 7 dagen ter plaatse blijven. Vervangen bij kleurverandering. Diepe wonden voor 1/3 opvullen met korrels/pasta. Secundair verband niet noodzakelijk maar soms nuttig.
#### 3.3.17 Hydrogels in gelvorm
* **Beschrijving:** Hydrofiele polymeren, soms gecombineerd met alginaten. Hypertone varianten bevatten een hoge concentratie zout.
* **Eigenschappen:**
* Hydrateren droge wonden.
* Houden de wonde vochtig, creëren een vochtig wondmilieu.
* **Indicaties:** Wonden met zwarte necrosekorsten; wonden met fibrineus beslag.
* **Praktisch:** Secundair verband noodzakelijk. Bij necrose afdekken met hydrocolloïd of polyurethaanfilm. Slechts om de 2-3 dagen vernieuwen.
#### 3.3.18 Hydrogels in plaatvorm
* **Beschrijving:** Platen die vocht kunnen absorberen en terug vrijgeven.
* **Eigenschappen:**
* Absorberend.
* Doorlaatbaar voor gassen.
* Verkoelend en pijnstillend.
* Niet-inklevend.
* Geschikt voor gevoelige of behaarde huid.
* Kunnen als drager voor medicatie dienen.
* **Indicaties:** Pijnlijke, oppervlakkige wonden.
* **Praktisch:** Secundair verband kiezen op basis van doelstelling. Verband kan enkele dagen ter plaatse blijven, vervangen zodra troebel.
#### 3.3.19 Interactieve verbanden op basis van elektrolyten
* **Beschrijving:** Verbanden die na bevochtiging met Ringer-oplossing of NaCl-kristallen een sterk absorberend effect hebben door de aanwezige elektrolyten.
* **Eigenschappen:**
* Sterk absorberende en reinigende werking.
* Verwijderen vocht en necrotisch materiaal.
* **Indicaties:** Necrotische wonden (met exsudaat); geïnfecteerde wonden (met exsudaat).
#### 3.3.20 Keratinocyten-enten
* **Beschrijving:** Opperhuidcelculturen van humane oorsprong, gefixeerd op een drager.
* **Eigenschappen:**
* Stimuleren granulatie en epithelisatie in moeilijk helende wonden.
* **Indicaties:** Niet-helende wonden die langer dan 3 maanden bestaan.
* **Praktisch:** Drager met cellaag op de wonde leggen. Verband blijft 4-7 dagen ter plaatse. Herhalen indien nodig.
#### 3.3.21 Negatieve druktherapie
* **Beschrijving:** Behandeling waarbij een negatieve druk op de wond wordt uitgeoefend.
* **Eigenschappen:**
* Stimuleert vorming van granulatieweefsel.
* Evacueert overtollig vocht en verweekte necrose.
* Beperkt bacteriële kolonisatie.
* **Indicaties:** Opbouw van granulatieweefsel; matig tot sterk exsuderende wonden.
#### 3.3.22 Niet-inklevende absorberende verbanden
* **Beschrijving:** Vergelijkbaar met gaasverbanden, maar met een niet-inklevende onderlaag, een kern met hoog absorptievermogen en een vochtkerende bovenlaag.
* **Eigenschappen:**
* Absorberend en beschermend.
* Doorgaans niet te verknippen.
* Kleven doorgaans niet in.
* **Indicaties:** Secundair verband; droge, weinig exsuderende, oppervlakkige rode en gele wonden; bescherming van hechtingen, transplantaten en brandwonden.
* **Praktisch:** Externe fixatie is nodig.
#### 3.3.23 Niet-inklevende verbanden
* **Beschrijving:** Vergelijkbaar met gaasverbanden, maar niet-inklevend door een specifieke onderlaag.
* **Eigenschappen:**
* Beschermend.
* Minimaal inklevend.
* **Indicaties:** Secundair verband; bescherming van hechtingen, transplantaten en brandwonden; droge, weinig exsuderende, oppervlakkige rode en gele wonden.
* **Praktisch:** Externe fixatie is nodig.
#### 3.3.24 Polyurethaanfilms
* **Beschrijving:** Dunne, sterke, zelfklevende, elastische folies, ook in sprayvorm.
* **Eigenschappen:**
* Niet absorberend.
* Semi-permeabel voor gassen en waterdamp.
* Niet-doorlaatbaar voor water en micro-organismen.
* Houden vochtig wondmilieu in stand.
* Doorzichtig.
* Pijnverminderend.
* **Indicaties:** Afsluitend secundair verband of fixatieverband; incisie- of afdekfolie; postoperatieve wonden.
* **Contra-indicaties:** Sterk exsuderende, geïnfecteerde en/of necrotische wonden.
* **Praktisch:** Wonde reinigen met zoutoplossing en droogdeppen. Verband overlapt gezonde huid 5-6 cm. Kan 5 tot 10 dagen ter plaatse blijven. Tangentieel verwijderen. Geen secundair verband nodig.
#### 3.3.25 Schuimverbanden
* **Beschrijving:** Verbanden van polyurethaanschuim of polyvinylalcohol die wondvocht opzuigen en vasthouden. Hydrofiel aan wondzijde, hydrofoob aan buitenzijde.
* **Eigenschappen:**
* Absorberend.
* Ondoorlaatbaar voor vocht (buitenzijde).
* Doorlaatbaar voor gassen en waterdamp.
* Niet-doorlaatbaar voor bacteriën.
* Creëren vochtig wondmilieu, bevorderen granulatie en revascularisatie.
* **Indicaties:** Oppervlakkige en diepe rode en gele wonden; wonden met matig en veel exsudaat.
* **Contra-indicaties:** Ernstige surinfecties; droge wonden (kleven pijnlijk); wonden gereinigd met hypochloriet.
* **Praktisch:** Fixeren met pleister of zwachtel. Wonde overlappen. Kan lang ter plaatse blijven (2-7 dagen).
#### 3.3.26 Siliconenverbanden
* **Beschrijving:** Dun laagje siliconen dat niet uitrafelt en niet inkleeft in de wonde, wel op de omliggende huid.
* **Eigenschappen:**
* Niet-inklevend.
* Transparant op vochtige wonde.
* Permeabel voor plasma en producten die erboven worden aangebracht.
* **Indicaties:** Pijnlijke acute of chronische wonden met nood aan maximaal niet-inklevend effect; radiodermatitis.
* **Contra-indicaties:** Geïnfecteerde wonden.
* **Praktisch:** Te combineren met zalf of gel bovenop het verband. Secundair verband noodzakelijk.
#### 3.3.27 Siliconengels
* **Beschrijving:** Gel of soepele plaat van zelfadhererende siliconengel voor langetermijnbehandeling van hypertrofische littekens.
* **Eigenschappen:** Gaan de vorming van hypertrofische littekens en keloïdvorming tegen.
* **Indicaties:** Brandwonden; hypertrofische littekens; keloïd.
* **Praktisch:** Knippen volgens omvang litteken. 1-2x daags afhalen, wassen met water en zeep, spoelen, drogen en terug aanbrengen.
#### 3.3.28 Superabsorberende verbanden
* **Beschrijving:** Verbanden met technologie uit incontinentiemateriaal voor sterk absorberende capaciteit.
* **Eigenschappen:**
* Sterk absorberend.
* Beschermend.
* Verkrijgbaar in diverse afmetingen.
* Kunnen uitdrogen en partikels achterlaten indien rechtstreeks op de wonde aangebracht.
* Kunnen zwaar aanvoelen door vochtopname.
* **Indicaties:** Secundair verband; sterk exsuderende wonden waarbij klassiek absorberend verband onvoldoende is.
* **Praktisch:** Steeds fixatie nodig. Nooit inknippen.
#### 3.3.29 Vochtige omslagen
* **Beschrijving:** Verband dat vochtig gemaakt wordt met een specifieke oplossing.
* **Eigenschappen:**
* Drogen natte wonden.
* Reinigen wonden.
* Ontsmetten wonden (afhankelijk van de oplossing).
* **Indicaties:** Wonden met necrose, infectie en/of (veel) exsudaat.
* **Praktisch:** Gebruik sponshanddoek of washandje, goed bevochtigen. Op de wonde aanbrengen en fixeren met een netje; geen afsluitend verband. Nooit plastic rond de omslag aanbrengen. 1-4 maal daags vervangen.
#### 3.3.30 Wondrandbeschermers
* **Beschrijving:** Pasta's op basis van zinkoxide, eventueel met andere stoffen, of hydrofobe crèmes en sprays.
* **Eigenschappen:** Beschermen de omliggende huid (vooral tegen vocht).
* **Indicaties:** Gemacereerde wondranden.
* **Praktisch:** Dienen niet dagelijks verwijderd te worden. Eventueel laag op laag aanbrengen. Hechten enkel aan droge huid. 30 seconden laten indrogen. Elke 48 uur herhalen of na 3 wasbeurten.
#### 3.3.31 Zilverhoudende verbanden
* **Beschrijving:** Verbanden die zilver bevatten of afgeven ter hoogte van de wonde.
* **Eigenschappen:**
* Antibacteriële barrière tegen een breed spectrum micro-organismen.
* Anti-inflammatoir effect.
* **Indicaties:** Gecontamineerde of gekoloniseerde wonden; geïnfecteerde wonden (in combinatie met antibiotica).
* **Contra-indicaties:** Zuivere wonden; patiënten met intolerantie voor zilver; wonden waarbij blootstelling aan licht niet vermeden kan worden; patiënten die NMR of bestraling moeten ondergaan.
* **Praktisch:** Blijft 3-7 dagen ter plaatse.
#### 3.3.32 Zilvernitraat
* **Beschrijving:** Staafjes of oplossing voor het aanstippen van hypergranulatie.
* **Eigenschappen:** Vernietigen overmatig granulatieweefsel.
* **Indicaties:** Hypergranulerende wonden.
* **Praktisch:** Staafje: aanstippen voordat andere behandeling wordt ingezet. Huid verkleurt wit tot grijs. Oplossing: natte compressen. Meestal volstaan enkele applicaties per week.
### 3.4 Antiseptica: Kenmerken en Keuze
Hoewel niet de kern van het onderwerp 'verbanden', zijn antiseptica wel een belangrijk aspect van wondzorg en hebben ze invloed op de keuze van een verband.
* **Kenmerken van een ideaal antisepticum:**
* Breed spectrum.
* Minimale toxiciteit voor gezond weefsel.
* Goede algemene tolerantie.
* Niet of slechts gering geïnactiveerd door organisch materiaal en zepen.
* Snelle werking.
* Langdurige stabiliteit.
* **Overwegingen bij gebruik:** Concentratie is voor gezonde huid, niet voor wonden. Sommige antiseptica zijn speciaal looiend (bv. kleurstoffen, metaalzouten) of bevatten detergentia. Er is een onderscheid tussen niet-specifiek gerichte en specifiek gerichte agentia. Men kan bactericide (kiemdodend) of bacteriostatische (kiemremmend) werking hebben. Onverenigbaarheden (antagonistische combinaties) zijn belangrijk.
* **Basisregels voor antiseptica:**
* Applicatiewijze is cruciaal voor de interactie met het verband (reinigen + drogen).
* Voorbereidende desinfectie van gezonde huid: reinigen + drogen + aanbrengen antisepticum.
* Bij geïnfecteerde wonden: reinigen + drogen + aanbrengen antisepticum + spoelen + drogen.
* **Specifieke antiseptica (selectie uit document):**
* **Alcohol (Ethanol 70-96%, Isopropanol 60-70%):** Breed spectrum, uitdrogend, korte contacttijd.
* **Chloorhexidine digluconaat (in alcohol of water):** Breed spectrum, verlengde werking (>6u), kan geïnactiveerd worden door organische stoffen, cerebro- en ototoxisch. In water voor open wonden, in alcohol voor gesloten wonden.
* **Cetrimoniumbromide (in verdunde oplossing):** Tegen Gram-positieve kiemen, voor open, fibrineuze, vuile wonden.
* **Chloorverbindingen (Chloramine, Hypochloriet, Chloramine-T):** Breed spectrum, ook tegen schimmels en virussen, licht sporocide.
* **Jodium en Jodiumverbinding (PVPI):** Breed spectrum, residuele werking, allergie en schildklierproblemen mogelijk, looit op debris (korstvormend).
* **Waterstofperoxide:** Zeer actief tegen Gram-negatieven, mechanische reiniging, irriterend.
* **Azijnzuur:** Zeer actief tegen Pseudomonas, fungicide, kan wondrand beschadigen.
* **Ontvettingsmiddelen:** Verwijderen kleefresten, zeer irriterend, brandgevaar.
* **Wondreinigers:** Mechanische reiniging, oplossen van biofilm.
* **Zalfoplossers (oliën):** Verwijderen van zalven.
Het is essentieel om de specifieke eigenschappen, indicaties, contra-indicaties en praktische aspecten van elk verbandtype en antisepticum te kennen om de meest geschikte keuze te maken voor een optimale wondgenezing.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Antiseptica | Producten met antibacteriële, soms schimmel- en virusdodende eigenschappen, bestemd voor gebruik op levend weefsel. Ze worden onderscheiden door hun specifieke doeleinden en zijn geen wondermiddelen. |
| Desinfectantia | Producten die micro-organismen doden of inactiveren, meestal gebruikt op levenloze objecten of oppervlakken. |
| Bactericide werking | Een eigenschap van een middel dat bacteriën doodt. |
| Bacteriostatische werking | Een eigenschap van een middel dat de groei en vermenigvuldiging van bacteriën remt, zonder ze noodzakelijk te doden. |
| Onverenigbaarheden | Situaties waarin twee of meer substanties, wanneer gecombineerd, elkaars werking tenietdoen of schadelijke reacties veroorzaken. In de context van antiseptica betreft dit antagonische combinaties. |
| Alginaten | Verbandmaterialen afgeleid van zeewier (natrium- of calciumzouten van alginezuur) die in contact met wondvocht een gelatineachtige massa vormen die debris en bacteriën insluit. |
| Amnionmembraan | Een biologisch verband afkomstig van een van de vliezen rond een foetus, dat de wondgenezing kan bevorderen door de vorming van nieuwe huidcellen te stimuleren. |
| Collageenhoudende verbanden | Verbanden gebaseerd op natuurlijk collageen, dat de stimulatie van granulatie en wondheling bevordert. |
| Dextranomeren | Zeer hydrofiele, bolvormige korrels of pasta's met een grote opnamecapaciteit die wondvocht en debris uit de wond onttrekken, bekend als Xerogelverbanden. |
| Hydrocolloïden | Verbanden die, in contact met wondvocht, een zachte, vochtige gel vormen. Ze bieden een langzame, gecontroleerde absorptie en vormen een barrière tegen vocht en bacteriën. |
| Hydrogels | Verbandmaterialen bestaande uit hydrofiele polymeren, soms gecombineerd met alginaten, die een droge wond vochtiger maken en een vochtige wondheling bevorderen. |
| Negatieve druktherapie | Een behandeling waarbij een negatieve druk op de wond wordt uitgeoefend om de vorming van granulatieweefsel te stimuleren, overtollig vocht te evacueren en bacteriële kolonisatie te beperken. |
| Polyurethaanfilms | Dunne, zelfklevende, elastische folies die een vochtig wondmilieu in stand houden, gasuitwisseling toelaten en bescherming bieden tegen water en micro-organismen. |
| Schuimverbanden | Verbanden van polyurethaanschuim of polyvinylalcohol die wondvocht absorberen en vasthouden, een vochtig wondmilieu creëren en granulatie bevorderen. |
| Siliconenverbanden | Dun laagje siliconen dat niet in de wond kleeft maar wel op de omliggende huid, en maximaal niet-inklevend effect nastreeft voor pijnlijke wonden. |
| Superabsorberende verbanden | Verbanden die gebruikmaken van de technologie van incontinentiemateriaal om grote hoeveelheden wondvocht te absorberen en te vasthouden, bedoeld voor sterk exsuderende wonden. |
| Zilverhoudende verbanden | Verbanden die zilver bevatten of afgeven, wat een antiseptische en ontstekingsremmende werking heeft tegen een breed spectrum aan micro-organismen. |
| Debridement | Het proces van het verwijderen van dood, beschadigd of geïnfecteerd weefsel uit een wond om genezing te bevorderen. |
| Exsudaat | Vocht dat uit een wond lekt, bestaande uit bloedplasma, ontstekingscellen en celresten. |
| Granulatie | Het proces waarbij nieuw bindweefsel en bloedvaatjes worden gevormd in een wond, wat essentieel is voor wondgenezing. |
| Epithelialisatie | Het proces waarbij nieuwe huidcellen zich over een wond vormen om deze te bedekken en te sluiten. |
| Necrose | Afsterven van weefsel, vaak als gevolg van een gebrek aan bloedtoevoer of infectie. |
| Colonisatie | De aanwezigheid van micro-organismen in of op een wond zonder dat er een duidelijke infectie is of symptomen optreden. |
| Surinfectie | Een secundaire infectie die optreedt bovenop een bestaande infectie of wond. |
| Fibrineus beslag | Een laag van fibrine, een eiwit dat betrokken is bij bloedstolling, dat zich op het wondoppervlak kan vormen. |
| Hypergranulatie | Overmatige vorming van granulatieweefsel, wat kan leiden tot bloemkoolachtige structuren die de epithelisatie kunnen belemmeren. |