Cover
ابدأ الآن مجانًا Decubitus les 2526.pptx
Summary
# Definitie en oorzaken van decubitus
Dit onderwerp behandelt de definitie van decubitus, inclusief de terminologie en de onderliggende oorzaken zoals druk en schuifkracht.
### 1.1 Definitie van decubitus
Decubitus, ook wel drukletsel genoemd (vroeger drukzweer), verwijst naar een degeneratieve weefselverandering die ontstaat door zuurstoftekort als gevolg van gecomprimeerde bloedvaten door weefselvervorming. Deze weefselvervorming is het gevolg van een combinatie van druk en schuifkracht, waarbij de weefseltolerantie een mede-bepalende factor is.
De NPIAP (National Pressure Injury Advisory Panel) definieert decubitus in 2016 als: "A pressure injury is localized damage to the skin and/or underlying soft tissue usually over a bony prominence or related to a medical or other device. The injury can present as intact skin or an open ulcer and may be painful. The injury occurs as a result of intense and/or prolonged pressure or pressure in combination with shear. The tolerance of soft tissue for pressure and shear may also be affected by microclimate, nutrition, perfusion, co-morbidities and condition of the soft tissue".
Verschillende termen worden gebruikt en hebben elk hun beperkingen:
* **Drukletsel:** Verwijst naar de comprimerende kracht, maar decubitus wordt niet enkel door druk veroorzaakt.
* **Druknecrose:** Niet altijd is er sprake van necrose (afsterving van weefsel).
* **Doorligwonde:** Dekking is niet volledig, aangezien zitten een grotere risicofactor kan zijn.
* **Ulcus:** Niet altijd is er sprake van weefselverlies.
### 1.2 Oorzaken van decubitus
Decubitus ontstaat primair door een samenspel van druk en schuifkracht, wat leidt tot weefselvervorming.
#### 1.2.1 Druk
Druk is een kracht die loodrecht op het weefsel wordt uitgeoefend. Wanneer de druk hoger is dan de druk in de capillairen, leidt dit tot het ineenschrompelen van deze bloedvaten. Dit resulteert in mechanische en/of fysiologische beschadiging van de cel:
* **Mechanisch:** Wegpersen van interstitieel vocht veroorzaakt vervormingskrachten die direct inwerken op de celwand.
* **Fysiologisch:** Gebrekkige stofwisseling door onvoldoende aanvoer van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen, wat leidt tot ischemie (bloedeloosheid).
#### 1.2.2 Schuifkracht (shear)
Schuifkracht is een kracht die evenwijdig aan het weefsel wordt uitgeoefend. Dit is een belangrijk onderscheid met frictie (wrijving), wat leidt tot schaafwonden of blaren en niet direct tot zuurstoftekort zoals bij decubitus. Wanneer de schuifkracht kleiner is dan het kleefvermogen van de huid aan de onderlaag, kan het weefsel vervormen en decubitus veroorzaken.
#### 1.2.3 Combinatie van druk en schuifkracht
Decubitus ontstaat door het samenspel van druk en schuifkracht. Wetenschappelijk is er geen eenduidigheid over wat het meest schadelijk is. De duur en intensiteit van de blootstelling aan deze krachten zijn cruciaal. Een groter drukoppervlak kan bijdragen aan een betere drukspreiding.
#### 1.2.4 Factoren met invloed op druk en schuifkracht
Verschillende factoren kunnen de druk en schuifkracht beïnvloeden:
* **Invloed op druk:**
* Pathologie (ziekten)
* Zelfconcept en motivatie
* Medicatie
* Medische en/of verpleegkundige interventies
* Onderlaag (bijvoorbeeld matras)
* **Invloed op schuifkracht:**
* Houding
* Onderlaag
* Incontinentie
* Frictie
#### 1.2.5 Weefseltolerantie
De effecten van gelijke druk en schuifkracht kunnen verschillen per patiënt. Dit is gerelateerd aan de patiëntafhankelijke factoren die de weefseltolerantie beïnvloeden. Weefseltolerantie kan worden beïnvloed door factoren gerelateerd aan druk en door factoren gerelateerd aan veranderingen in zuurstofconcentratie:
* **Gerelateerd aan druk:**
* Weefselmassa
* Leeftijd
* Uitdroging
* Metabole tekorten
* Corticosteroïden
* Stress
* **Gerelateerd aan verandering in zuurstofconcentratie:**
* Temperatuur
* Medicatie
* Metabole tekorten
* Roken
* Pathologie
### 1.3 Het probleem van decubitus
Decubitus is een significant gezondheidsprobleem met een hoge kostprijs voor zowel de zorgontvanger als de maatschappij. De prevalentie (aantal personen met een aandoening op een bepaald moment) en incidentie (aantal nieuwe gevallen in een bepaalde periode) variëren afhankelijk van de afdeling in de zorginstelling. Vaak lopen zorgontvangers decubitus op tijdens hun ziekenhuisverblijf, wat het belang van preventie benadrukt.
> **Tip:** De focus op preventie is essentieel vanwege de hoge impact en kosten van decubitus.
### 1.4 Risicobepaling
Risicobepaling voor decubitus omvat zowel klinische observatie door de verpleegkundige (klinische blik) als het gebruik van risicoschalen. Preventie dient onmiddellijk gestart te worden bij de eerste klinische tekenen, zoals niet-wegdrukbare roodheid.
### 1.5 Preventie van decubitus
De uitgangspunten voor decubituspreventie zijn gericht op:
* Het verminderen van de grootte van de druk en schuifkracht.
* Het verminderen van de duur van blootstelling aan druk en schuifkracht.
* Aandacht voor aspecten die de weefseltolerantie beïnvloeden, zoals voeding en vocht, wat een aanvullende waarde heeft.
---
# Prevalentie en impact van decubitus
Dit onderdeel behandelt de omvang van het decubitusprobleem, zowel wat betreft het aantal voorkomende gevallen (prevalentie) als het aantal nieuwe gevallen (incidentie), en de significante gevolgen hiervan voor patiënten en de maatschappij.
### 2.1 Definitie en ontstaansmechanismen
Decubitus, ook wel drukletsel genoemd, is een lokale beschadiging van de huid en/of het onderliggende zachte weefsel. Deze beschadiging ontstaat door intense en/of langdurige druk, of een combinatie van druk en schuifkracht. De beschadiging kan zich manifesteren als intacte huid of als een open wond en kan pijnlijk zijn.
#### 2.1.1 Kerncomponenten van decubitusontwikkeling
* **Druk:** Een kracht die loodrecht op het weefsel wordt uitgeoefend. Druk die hoger is dan de druk in de capillairen leidt tot het ineenschrompelen van deze bloedvaten. Dit resulteert in een zuurstoftekort (ischemische toestand) door gebrekkige aanvoer van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen. Mechanisch kan druk leiden tot weefselvervorming door het wegpersen van interstitieel vocht, wat directe invloed heeft op de celwand.
* **Schuifkracht:** Een kracht die parallel aan het weefsel wordt uitgeoefend. Wanneer deze kracht kleiner is dan het kleefvermogen van de huid aan de onderliggende lagen, kan dit weefselvervorming veroorzaken en bijdragen aan decubitus. Schuifkracht verschilt van frictie (wrijving), dat eerder leidt tot schaafwonden of blaren en niet primair door zuurstoftekort ontstaat.
* **Weefselvervorming:** Ontstaat door de combinatie van druk en schuifkracht en beïnvloedt de bloedtoevoer en celintegriteit.
#### 2.1.2 Factoren die druk en schuifkracht beïnvloeden
* **Invloed op druk:**
* Pathologie (onderliggende ziekten)
* Zelfconcept en motivatie van de patiënt
* Medicatiegebruik
* Medische en verpleegkundige interventies
* Gebruik van de onderlaag (bed, matras, etc.)
* **Invloed op schuifkracht:**
* Houding van de patiënt
* Onderlaag
* Incontinentie
* Frictie (indirecte invloed)
#### 2.1.3 Weefseltolerantie
De tolerantie van het weefsel voor druk en schuifkracht wordt beïnvloed door een reeks patiëntafhankelijke factoren. Zelfs bij gelijke druk en schuifkracht kan het resultaat verschillen door deze individuele verschillen.
* **Factoren gerelateerd aan druk:**
* Weefselmassa
* Leeftijd
* Uitdroging
* Metabole tekorten
* Gebruik van corticosteroïden
* Stress
* **Factoren gerelateerd aan veranderingen in zuurstofconcentratie:**
* Temperatuur
* Medicatie
* Metabole tekorten
* Roken
* Onderliggende pathologie
### 2.2 Omvang van het probleem: Prevalentie en Incidentie
Decubitus is een significant gezondheidsprobleem met aanzienlijke kosten voor zowel de patiënt als de maatschappij, wat het belang van preventie onderstreept.
* **Prevalentie:** Het aantal personen dat op een specifiek tijdstip lijdt aan decubitus binnen een bepaalde populatie.
* **Incidentie:** Het aantal nieuwe gevallen van decubitus dat zich voordoet binnen een bepaalde populatie gedurende een specifieke periode.
De prevalentie kan variëren afhankelijk van het type zorgsetting, bijvoorbeeld het type afdeling in een ziekenhuis. Veel patiënten ontwikkelen decubitus tijdens hun ziekenhuisverblijf.
### 2.3 Impact van decubitus
De impact van decubitus is tweeledig:
* **Voor de zorgontvanger:**
* Verhoogd lijden en pijn
* Langere hersteltijd en ziekenhuisopnames
* Verhoogd risico op infecties en andere complicaties
* Negatieve invloed op de levenskwaliteit
* **Voor de maatschappij:**
* Hoge directe zorgkosten (materiaal, personeel)
* Indirecte kosten (productiviteitsverlies, langdurige zorgbehoeften)
De economische last van decubitus is aanzienlijk, wat de noodzaak van effectieve preventiestrategieën benadrukt.
### 2.4 Risicobepaling en preventieprincipes
Het vroegtijdig identificeren van personen met een verhoogd risico op decubitus is cruciaal voor effectieve preventie.
* **Risicobepaling:**
* **Klinische blik van de verpleegkundige:** Observatie van de huid, met name op drukpunten. Preventie dient onmiddellijk gestart te worden bij de eerste klinische tekenen, zoals niet-wegdrukbare roodheid.
* **Gebruik van risicoschalen:** Gestandaardiseerde instrumenten om het risico op decubitus te kwantificeren en te objectiveren.
* **Preventieprincipes:**
* **Vermindering van de grootte van druk en schuifkracht:** Door middel van het gebruik van gespecialiseerde matrassen, antidecubitus hulpmiddelen en het optimaliseren van de houding.
* **Vermindering van de duur van druk en schuifkracht:** Door regelmatige wisselliggingen en mobilisatie van de patiënt.
* **Aandacht voor weefseltolerantie:** Dit omvat het optimaliseren van voeding, vochtbalans en het behandelen van onderliggende pathologieën die de weefseltolerantie kunnen verminderen.
> **Tip:** De combinatie van druk en schuifkracht is vaak schadelijker dan druk alleen. De duur en intensiteit van de blootstelling zijn zeer bepalend voor de mate van weefselschade.
> **Voorbeeld:** Een patiënt die langdurig in dezelfde positie ligt op een hard matras, zonder regelmatig te worden gedraaid, loopt een verhoogd risico op decubitus, vooral als er ook sprake is van incontinentie (wat de huidweerstand kan verminderen).
### 2.5 Klinisch redeneren en zorgplannen
De beoordeling van decubitus leidt tot de formulering van specifieke verpleegkundige zorgdoelen en -plannen.
* **Actuele verpleegproblemen:** Bij aanwezigheid van decubitus (bv. niet-wegdrukbare roodheid), is het doel om de bestaande decubitus te doen verdwijnen binnen een bepaalde termijn.
* **Potentiële verpleegproblemen (risico op decubitus):** Bij patiënten met een verhoogd risico is het doel om decubitus te voorkomen binnen een bepaalde periode.
**Voorbeelden van zorgdoelstellingen en evaluatiecriteria:**
* **Doelstelling:** Decubitus graad 1 doen verdwijnen (= oplossen).
* **Evaluatiecriterium:** De niet-wegdrukbare roodheid ter hoogte van de stuit verdwijnt binnen de 72 uur.
* **Doelstelling:** Decubitus voorkomen.
* **Evaluatiecriterium:** Er treedt geen niet-wegdrukbare roodheid op ter hoogte van de drukpunten binnen de komende 24 uur.
**Voorbeelden van interventies binnen een verpleegkundig zorgplan:**
* Patiënt 4 maal daags opzetten in de zetel voor minimaal 10 minuten (bv. om 8u, 12u, 16u en 18u).
* Instellen van een wisselliggingsschema voor bedlegerige patiënten met risico op decubitus, inclusief de specifieke tijden en houdingen (bv. ruglig, zijlig links, zijlig rechts). Dit schema dient te worden gedocumenteerd.
---
# Factoren die decubitus beïnvloeden en weefseltolerantie
Dit onderwerp behandelt de diverse factoren die druk en schuifkracht beïnvloeden, evenals de patiëntafhankelijke factoren die de weefseltolerantie bepalen.
### 3.1 Ontstaan van decubitus
Decubitus, ook wel bekend als een drukletsel, is een degeneratieve verandering van het weefsel die ontstaat door zuurstoftekort ten gevolge van het ineenschrompelen van bloedvaten. Dit bloedvatverlies wordt veroorzaakt door weefselvervorming, welke weer het gevolg is van een combinatie van druk en schuifkracht. De tolerantie van het weefsel voor deze krachten wordt mede beïnvloed door factoren zoals microklimaat, voeding, perfusie, comorbiditeiten en de conditie van het zachte weefsel.
De definitie van de NPIAP (National Pressure Injury Advisory Panel) in 2016 omschrijft een drukletsel als: "gelokaliseerde schade aan de huid en/of onderliggend zacht weefsel, meestal over een botprominentie of gerelateerd aan een medisch hulpmiddel of ander apparaat. Het letsel kan zich manifesteren als intacte huid of een open zweer en kan pijnlijk zijn. Het letsel ontstaat als gevolg van intense en/of langdurige druk of druk in combinatie met schuifkracht. De tolerantie van zacht weefsel voor druk en schuifkracht kan ook worden beïnvloed door microklimaat, voeding, perfusie, comorbiditeiten en de conditie van het zachte weefsel."
Het ontstaansproces kan als volgt worden samengevat:
Druk + Schuifkracht $\Rightarrow$ Weefselvervorming $\Rightarrow$ Kans op decubitus
### 3.2 Grootte van het probleem
De prevalentie (het aantal personen met een bepaalde aandoening op een bepaald tijdstip) en incidentie (het aantal nieuwe gevallen gedurende een bepaalde periode) van decubitus variëren afhankelijk van de afdeling binnen een zorginstelling. Veel zorgontvangers ontwikkelen decubitus tijdens een ziekenhuisverblijf, wat een significant gezondheidsprobleem vormt met hoge kosten voor zowel de patiënt als de maatschappij. Preventie is daarom cruciaal.
### 3.3 Oorzaken van decubitus
#### 3.3.1 Druk
Druk is een kracht die loodrecht op het weefsel wordt uitgeoefend. Een druk die hoger is dan de druk in de capillairen leidt tot het ineenschrompelen van deze bloedvaten. Dit veroorzaakt mechanische en/of fysiologische schade aan de cel:
* **Mechanisch:** Door het wegpersen van interstitieel vocht ontstaan vervormingskrachten die direct op de celwand inwerken.
* **Fysiologisch:** Gebrekkige stofwisseling (zuurstoftekort, ontoereikende aanvoer van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen) leidt tot ischemie (bloedeloosheid).
#### 3.3.2 Schuifkracht
Schuifkracht is een kracht die evenwijdig aan het weefsel wordt uitgeoefend. Dit moet worden onderscheiden van frictie (wrijving), dat eerder leidt tot schaafwonden of blaren en niet primair door zuurstoftekort ontstaat. Als de parallelle kracht kleiner is dan het kleefvermogen van de huid aan de onderliggende lagen, kan het weefsel vervormen en decubitus veroorzaken.
#### 3.3.3 Druk en schuifkracht
Decubitus ontstaat door het samenspel van druk en schuifkracht. Het is wetenschappelijk niet eenduidig vastgesteld welke van de twee het schadelijkst is. De duur en intensiteit van blootstelling zijn hierbij van zeer groot belang. Een groter drukoppervlak leidt over het algemeen tot een betere drukspreiding.
### 3.4 Factoren met invloed op druk en schuifkracht
Diverse factoren kunnen de druk en schuifkracht die op het weefsel inwerken, beïnvloeden:
* **Invloed op druk:**
* Pathologie
* Zelfconcept en motivatie
* Medicatie
* Medische en/of verpleegkundige interventies
* Onderlaag (bijvoorbeeld bed, matras, zitkussen)
* **Invloed op schuifkracht:**
* Houding
* Onderlaag
* Incontinentie
* Frictie
### 3.5 Weefseltolerantie
De reden waarom bij gelijke druk en schuifkracht niet altijd hetzelfde resultaat optreedt, ligt in de patiëntafhankelijke factoren, oftewel de weefseltolerantie. Deze factoren kunnen worden onderverdeeld in die welke gerelateerd zijn aan druk en die welke gerelateerd zijn aan veranderingen in zuurstofconcentratie:
#### 3.5.1 Weefseltolerantie gelinkt aan druk
* Weefselmassa
* Leeftijd
* Uitdroging
* Metabole tekorten
* Corticosteroïden
* Stress
#### 3.5.2 Weefseltolerantie gelinkt aan verandering in zuurstofconcentratie
* Temperatuur
* Medicatie
* Metabole tekorten
* Roken
* Pathologie
> **Tip:** Begrijpen van de specifieke factoren die de weefseltolerantie beïnvloeden, is essentieel voor het opstellen van een effectief preventieplan.
### 3.6 Risicobepaling en preventie
Risicobepaling voor decubitus kan plaatsvinden door middel van observatie en klinische blik van de verpleegkundige. Onmiddellijke preventieve maatregelen dienen te worden gestart bij de eerste klinische tekenen, zoals niet-wegdrukbare roodheid. Het gebruik van risicoschalen kan hierbij ondersteunen.
De uitgangspunten voor preventie zijn:
* Vermindering van de grootte van de druk en schuifkracht.
* Vermindering van de duur van de blootstelling aan druk en schuifkracht.
* Aandacht voor aspecten van weefseltolerantie, zoals voeding en vochttoediening.
Maatregelen en materialen voor preventie zijn divers en worden afgestemd op de individuele zorgontvanger.
### 3.7 Klinisch redeneren en zorgplan
Bij het formuleren van een verpleegkundig zorgplan voor decubitus is klinisch redeneren cruciaal. Dit omvat het identificeren van het somatische probleem (P), de etiologie (E) en de symptomen (S).
**Voorbeeld 1:**
* **Probleem (P):** Decubitus (graad 1)
* **Etiologie (E):** Bedlegerigheid / verminderde weefseltolerantie
* **Symptomen (S):** Niet-wegdrukbare roodheid ter hoogte van de stuit
* **Doelstelling:** Decubitus graad 1 doen verdwijnen (oplossen).
* **Evaluatiecriterium:** De niet-wegdrukbare roodheid ter hoogte van de stuit verdwijnt binnen 72 uur.
**Voorbeeld 2:**
* **Probleem (P):** Risico op decubitus (potentieel verpleegprobleem)
* **Etiologie (E):** Bedlegerigheid / verminderde weefseltolerantie
* **Doelstelling:** Decubitus voorkomen.
* **Evaluatiecriterium:** Er treedt geen niet-wegdrukbare roodheid op ter hoogte van de drukpunten binnen de komende 24 uur.
Een concreet zorgplan kan maatregelen omvatten zoals:
* Zorgontvanger 4x daags opzetten in de zetel voor minimaal 10 minuten.
* Instellen van een wisselliggingsschema voor bedlegerige zorgontvangers met risico op decubitus, met duidelijke tijden en posities (bijv. ruglig, zijlig links/rechts) genoteerd in het dossier.
---
# Risicobepaling en preventie van decubitus
Dit onderwerp behandelt de methoden voor risicobepaling en de algemene uitgangspunten voor decubituspreventie.
### 4.1 Wat is decubitus?
Decubitus, ook wel bekend als drukletsel of drukplek, is gedefinieerd als lokale schade aan de huid en/of het onderliggende zachte weefsel, meestal over een benige prominentie of gerelateerd aan een medisch hulpmiddel of ander apparaat. Het letsel kan zich manifesteren als intacte huid of een open zweer en kan pijnlijk zijn. Decubitus ontstaat als gevolg van intense en/of langdurige druk, of druk in combinatie met schuifkracht. De tolerantie van zacht weefsel voor druk en schuifkracht kan ook worden beïnvloed door microklimaat, voeding, perfusie, comorbiditeiten en de conditie van het zachte weefsel.
#### 4.1.1 Ontstaansmechanismen
Decubitus ontstaat door een combinatie van druk en schuifkracht, wat leidt tot weefselvervorming en mogelijk tot een zuurstoftekort.
* **Druk:** Een kracht die loodrecht op het weefsel wordt uitgeoefend. Een druk die hoger is dan de capillaire druk kan leiden tot het ineenschrompelen van bloedvaten. Dit veroorzaakt mechanische en/of fysiologische schade aan de cel door wegpersen van interstitieel vocht en vervormingskrachten, of door een gebrekkige stofwisseling (zuurstoftekort, onvoldoende aanvoer van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen), wat resulteert in ischemie.
* **Schuifkracht (niet te verwarren met frictie):** Een kracht die evenwijdig aan het weefsel wordt uitgeoefend. Als deze kracht kleiner is dan het kleefvermogen van de huid aan de onderlaag, kan het weefsel vervormen en decubitus veroorzaken. Frictie, daarentegen, leidt eerder tot schaafwonden of blaren en is niet direct gerelateerd aan zuurstoftekort zoals bij decubitus.
De duur en intensiteit van de blootstelling aan druk en schuifkracht zijn cruciaal. Een groter drukoppervlak zorgt over het algemeen voor een betere drukspreiding.
#### 4.1.2 Factoren met invloed op druk en schuifkracht
Verschillende factoren beïnvloeden de druk en schuifkracht die op het weefsel wordt uitgeoefend, en daarmee het risico op decubitus:
* **Invloed op druk:** Pathologie, zelfconcept en motivatie, medicatie, medische en/of verpleegkundige interventies, en de onderlaag.
* **Invloed op schuifkracht:** Houding, onderlaag, incontinentie, frictie.
#### 4.1.3 Patiëntafhankelijke factoren (weefseltolerantie)
Zelfs bij gelijke druk en schuifkracht kunnen de resultaten variëren door patiëntafhankelijke factoren die de weefseltolerantie beïnvloeden.
* **Gelinkt aan druk:** Weefselmassa, leeftijd, uitdroging, metabole tekorten, corticosteroïden, stress.
* **Gelinkt aan verandering in zuurstofconcentratie:** Temperatuur, medicatie, metabole tekorten, roken, pathologie.
### 4.2 Risicobepaling
De risicobepaling voor decubitus omvat zowel klinische observatie als het gebruik van gestandaardiseerde risicoschalen.
* **Klinische observatie (klinische blik van de verpleegkundige):** Direct starten met preventie bij klinische tekenen, zoals niet-wegdrukbare roodheid.
* **Gebruik van risicoschalen:** Gestandaardiseerde instrumenten die helpen bij het identificeren van personen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van decubitus.
### 4.3 Preventie - Uitgangspunten
De principes van decubituspreventie zijn gericht op het verminderen van de schadelijke effecten van druk en schuifkracht, en op het optimaliseren van de weefseltolerantie.
* **Vermindering van de grootte van de druk en schuifkracht:** Dit kan door middel van het aanpassen van de houding, het gebruik van ondersteunende materialen en het optimaliseren van de onderlaag.
* **Vermindering van de duur van de druk en schuifkracht:** Regelmatige wisselligging en het vroegtijdig mobiliseren van de patiënt zijn hierbij essentieel.
* **Aandacht voor aspecten van weefseltolerantie:** Dit omvat het optimaliseren van voeding, vochtbalans, en het beheersen van onderliggende pathologieën die de weefseltolerantie kunnen verminderen (bv. diabetes, slechte circulatie).
#### 4.3.1 Preventieve maatregelen en materialen
Preventieve maatregelen omvatten een breed scala aan interventies, waaronder:
* **Houdingsaanpassingen en wisselligging:** Regelmatig veranderen van lichaamspositie om drukpunten te ontlasten. Een wisselliggingsschema wordt opgesteld en gedocumenteerd in het patiëntendossier, waarbij specifieke tijden en posities worden aangegeven (bv. ruglig, zijlig links, zijlig rechts).
* **Zorgontvanger in de zetel plaatsen:** Dit kan een alternatief zijn voor bedlegerigheid en wordt ook met specifieke tijden gepland.
* **Ondersteunende materialen:** Gebruik van speciale matrassen, antidecubitus kussens en andere hulpmiddelen om druk te spreiden en te verminderen.
#### 4.3.2 Formulering van het verpleegkundig zorgplan
Bij het opstellen van een verpleegkundig zorgplan voor decubituspreventie worden specifieke verpleegkundige problemen, etiologieën (oorzaken) en symptomen (uitingen) geformuleerd, evenals doelen en evaluatiecriteria.
* **Voorbeeld 1 (actueel probleem):**
* **P (Probleem):** Decubitus graad 1 ter hoogte van de stuit.
* **E (Etiologie):** Bedlegerigheid en verminderde weefseltolerantie.
* **S (Symptomen):** Niet-wegdrukbare roodheid.
* **Doelstelling:** Decubitus graad 1 doen verdwijnen.
* **Evaluatiecriterium:** De niet-wegdrukbare roodheid ter hoogte van de stuit verdwijnt binnen de 72 uur.
* **Voorbeeld 2 (potentieel probleem):**
* **P (Probleem):** Risico op decubitus.
* **E (Etiologie):** Bedlegerigheid en verminderde weefseltolerantie.
* **Doelstelling:** Decubitus voorkomen.
* **Evaluatiecriterium:** Er treedt geen niet-wegdrukbare roodheid op ter hoogte van de drukpunten binnen de komende 24 uur.
---
# Klinisch redeneren en zorgplanning bij decubitus
Hieronder volgt een samenvatting voor het onderwerp "Klinisch redeneren en zorgplanning bij decubitus", gebaseerd op de verstrekte documentatie, met de nadruk op pagina's 22-25.
## 5. Klinisch redeneren en zorgplanning bij decubitus
Dit onderdeel beschrijft de toepassing van klinisch redeneren bij decubitusproblemen en de formulering van concrete verpleegkundige zorgplannen, inclusief doelstellingen en evaluatiecriteria.
### 5.1 Het ontstaan van decubitus
Decubitus, ook wel bekend als drukletsel, is een lokale beschadiging van de huid en/of het onderliggende zachte weefsel, meestal over een benige uitsteeksel of gerelateerd aan een medisch hulpmiddel. De schade kan zich presenteren als intacte huid of een open ulcus en kan pijnlijk zijn. Decubitus ontstaat als gevolg van intense en/of langdurige druk, of druk in combinatie met schuifkracht. De tolerantie van het zachte weefsel voor druk en schuifkracht kan worden beïnvloed door factoren zoals microklimaat, voeding, perfusie, comorbiditeiten en de conditie van het weefsel zelf.
De onderliggende oorzaak is een zuurstoftekort in het weefsel door het ineenschrompelen van bloedvaten, wat resulteert in weefselvervorming. Deze vervorming wordt veroorzaakt door een combinatie van druk en schuifkracht, versterkt door de weefseltolerantie van de patiënt.
#### 5.1.1 Oorzaken van decubitus
* **Druk:** Een kracht die loodrecht op het weefsel wordt uitgeoefend. Druk die hoger is dan de druk in de capillairen leidt tot het ineenschrompelen van deze bloedvaten. Dit kan mechanische en/of fysiologische schade aan de cel veroorzaken:
* Mechanisch: Door het wegpersen van interstitieel vocht ontstaan vervormingskrachten die direct op de celwand inwerken.
* Fysiologisch: Gebrekkige stofwisseling door zuurstoftekort en ontoereikende aan- en afvoer van voedingsstoffen en afvalstoffen leidt tot ischemie.
* **Schuifkracht:** Dit is een kracht die evenwijdig aan het weefsel wordt uitgeoefend. In tegenstelling tot frictie (wrijving), wat leidt tot schaafwonden of blaren, kan schuifkracht, wanneer deze kleiner is dan het kleefvermogen van de huid aan de onderlaag, leiden tot weefselvervorming en decubitus.
* **Combinatie van druk en schuifkracht:** Decubitus ontstaat door het samenspel van druk en schuifkracht. Hoewel er geen wetenschappelijke consensus is over wat schadelijker is, is de duur en intensiteit van blootstelling hieraan zeer belangrijk. Een groter drukoppervlak zorgt voor betere drukspreiding.
#### 5.1.2 Factoren met invloed op druk en schuifkracht
Verschillende factoren kunnen de effecten van druk en schuifkracht beïnvloeden:
* **Invloed op druk:**
* Pathologie
* Zelfconcept en motivatie
* Medicatie
* Medische en/of verpleegkundige interventies
* Onderlaag (bv. matras, kussen)
* **Invloed op schuifkracht:**
* Houding van de patiënt
* Onderlaag
* Incontinentie
* Frictie
* **Weefseltolerantie:** Dit verklaart waarom bij gelijke druk en schuifkracht niet altijd hetzelfde resultaat optreedt. Patiëntafhankelijke factoren beïnvloeden de weefseltolerantie, zowel gerelateerd aan druk als aan veranderingen in zuurstofconcentratie:
* **Gelinkt aan druk:** Weefselmassa, leeftijd, uitdroging, metabole tekorten, corticosteroïden, stress.
* **Gelinkt aan verandering in zuurstofconcentratie:** Temperatuur, medicatie, metabole tekorten, roken, pathologie.
### 5.2 Risicobepaling en preventie
Risicobepaling van decubitus omvat observatie, de klinische blik van de verpleegkundige, en het gebruik van risicoschalen. Preventie dient onmiddellijk te starten bij de eerste klinische tekenen, zoals niet-wegdrukbare roodheid.
#### 5.2.1 Uitgangspunten van preventie
De principes van decubituspreventie zijn gericht op:
* Vermindering van de grootte van de druk en schuifkracht.
* Vermindering van de duur van de blootstelling aan druk en schuifkracht.
* Aandacht voor aspecten die de weefseltolerantie beïnvloeden, zoals voeding en vocht.
#### 5.2.2 Preventieve maatregelen en materialen
Specifieke maatregelen en materialen worden ingezet om druk en schuifkracht te reduceren en de weefseltolerantie te bevorderen.
### 5.3 Klinisch redeneren en zorgplanning
Klinisch redeneren bij decubitus betreft het analyseren van het probleem en het opstellen van een passend zorgplan. Dit omvat het formuleren van doelstellingen en evaluatiecriteria.
#### 5.3.1 Voorbeelden van verpleegkundige probleemformulering en doelstellingen
* **Voorbeeld 1 (actueel verpleegprobleem):**
* **P (Probleem):** Decubitus (graad 1) ter hoogte van de stuit.
* **E (Etiologie):** Ten gevolge van bedlegerigheid en verminderde weefseltolerantie.
* **S (Symptoom):** Zich uitend in niet-wegdrukbare roodheid ter hoogte van de stuit.
* **Doelstelling:** Decubitus graad 1 doen verdwijnen (= oplossen).
* **Evaluatiecriterium:** De niet-wegdrukbare roodheid ter hoogte van de stuit verdwijnt binnen de 72 uur.
* **Voorbeeld 2 (potentieel verpleegprobleem):**
* **P (Probleem):** Risico op decubitus.
* **E (Etiologie):** Ten gevolge van bedlegerigheid en verminderde weefseltolerantie.
* **Doelstelling:** Decubitus voorkomen.
* **Evaluatiecriterium:** Er treedt geen niet-wegdrukbare roodheid op ter hoogte van de drukpunten binnen de komende 24 uur.
#### 5.3.2 Formulering van het verpleegkundig zorgplan - voorbeelden van interventies
* De zorgontvanger 4x daags opzetten in de zetel (om 08:00, 12:00, 16:00 en 18:00 uur) voor minimaal 10 minuten.
* Een wisselliggingsschema opstellen voor een bedlegerige zorgontvanger met risico op decubitus en dit documenteren in het dossier:
* 08:00 uur: ruglig
* 12:00 uur: zijlig links na maaltijd
* 16:00 uur: ruglig
* 20:00 uur: zijlig rechts na avondmaal
* 24:00 uur: ruglig
* 04:00 uur: zijlig links
* ... (schema wordt voortgezet)
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Decubitus | Een lokale beschadiging van de huid en/of onderliggend zacht weefsel, meestal over een botuitsteeksel, die ontstaat door intensieve en/of langdurige druk, of een combinatie van druk en schuifkracht. |
| Drukletsel | Een alternatieve term voor decubitus, die verwijst naar de comprigerende kracht, hoewel dit niet de enige oorzaak is van decubitus. |
| Druknecrose | Een term die wordt gebruikt voor decubitus, maar niet altijd correct is omdat er niet altijd necrose (weefselafsterving) aanwezig is. |
| Doorligwonde | Een verouderde term voor decubitus die niet volledig de lading dekt, aangezien zitten een grotere risicofactor kan zijn dan liggen. |
| Ulcus | Een open wond waarbij weefselverlies optreedt, wat niet altijd het geval is bij decubitus. |
| Schuifkracht | Een kracht die evenwijdig aan het weefsel wordt uitgeoefend en, indien deze de kleefkracht van de huid aan de onderlaag overschrijdt, weefselvervorming kan veroorzaken die tot decubitus leidt. |
| Frictie | Wrijving die kan leiden tot schaafwonden of blaren, maar verschilt van schuifkracht die decubitus veroorzaakt door zuurstoftekort. |
| Weefselvervorming | De verandering in vorm van het weefsel, veroorzaakt door een combinatie van druk en schuifkracht, wat de basis legt voor decubitus. |
| Weefseltolerantie | De mate waarin het weefsel bestand is tegen druk en schuifkracht, die beïnvloed wordt door diverse patiëntafhankelijke factoren zoals leeftijd, voeding en medicatie. |
| Ischemie | Een toestand van bloedeloosheid of ontoereikende bloedtoevoer naar een weefsel, wat leidt tot een zuurstoftekort en kan bijdragen aan de ontwikkeling van decubitus. |
| Prevalentie | Het aantal personen met een specifieke aandoening op een bepaald moment binnen een bepaalde populatie. |
| Incidentie | Het aantal nieuwe gevallen van een aandoening binnen een populatie gedurende een specifieke tijdsperiode. |
| Klinische blik | Het vermogen van een zorgverlener om op basis van observatie en ervaring risico's en problemen bij een patiënt te herkennen, zoals vroege tekenen van decubitus. |
| Risicoschalen | Gestandaardiseerde instrumenten die worden gebruikt om de kans op het ontwikkelen van decubitus bij een patiënt te beoordelen, zoals de Braden-schaal. |