Cover
ابدأ الآن مجانًا Hoofdstuk 7 veneuze systeem.pdf
Summary
# Algemene kenmerken en functie van venen
Het veneuze systeem is verantwoordelijk voor de retour van bloed naar het hart, en wordt gekenmerkt door specifieke structurele eigenschappen en functionele mechanismen die de bloedcirculatie faciliteren, met name tegen de zwaartekracht in [2](#page=2).
### 1.1 Bouw en volumina van venen
De venen bevatten een groter volume aan bloed dan de arteriën. Dit komt deels door hun grotere diameter in vergelijking met arteriewanden. Daarnaast bevinden zich vaak *vv. comitantes* (dubbele venen die arteriewegen begeleiden). De veneuze wand is dunner dan die van de arterie. De veneuze druk is over het algemeen laag en wordt voornamelijk bepaald door de hydrostatische druk [2](#page=2) [3](#page=3).
### 1.2 De rol van veneuze kleppen
Veneuze kleppen, voornamelijk aanwezig in de onderste ledematen, zijn cruciaal voor het waarborgen van de stroomrichting van het bloed naar het hart toe. Deze kleppen zijn typisch halvormig. Wanneer venen uitzetten, zoals bij varices (spataderen), kunnen deze kleppen insufficiënt worden, wat leidt tot slechte veneuze circulatie [3](#page=3).
**Gevolgen van insufficiënte veneuze kleppen:**
* Oedeem [3](#page=3).
* Stase [3](#page=3).
* Trombose [3](#page=3).
* Embolie [3](#page=3).
* Flebitis (ontsteking van de veneuze wand) [3](#page=3).
* Trofische stoornissen (waaronder ulcus varicosum) [3](#page=3).
### 1.3 Functie van het veneuze systeem en tonus
De tonus van de venen is een belangrijke factor in de circulatie, met name in relatie tot de *O.S. lytica* (ophoping van bloed in de venen). Een indicatie voor hartinsufficiëntie kan een verlaagde veneuze retour zijn [2](#page=2).
#### 1.3.1 Invloed van houding op de circulatie
De houding van een persoon heeft een significante impact op de veneuze bloedcirculatie. In een rechtopstaande houding zijn de venen van de voeten sterk gevuld met bloed, terwijl de venen in de hals juist leeg zijn [2](#page=2).
#### 1.3.2 Mechanismen voor veneuze bloedcirculatie
Meerdere mechanismen dragen bij aan de circulatie van bloed in de venen [6](#page=6):
* **Klepwerking:** Zorgt voor unidirectionele bloedstroom [6](#page=6).
* **Alternerende compressie van venen:** Dit kan worden veroorzaakt door de dilatatie van arteriewegen tijdens systole, die nabijgelegen venen comprimeert (*vv. comitantes* in gemeenschappelijke omhulling) [6](#page=6).
* **Contractie van spieren rond venen (kuitspierpomp):** Dit is een zeer effectief mechanisme om bloed omhoog te stuwen [6](#page=6).
* **Abdominale druk:** Verhoogde abdominale druk kan ook bijdragen aan de veneuze retour [6](#page=6).
* **Aanzuigen van bloed tijdens ademhaling:** Respiratoire bewegingen helpen bloed richting het hart te trekken [6](#page=6).
> **Tip:** Het belang van de kuitspierpomp wordt benadrukt voor preventie van veneuze problemen. Het is daarom cruciaal om patiënten na heelkunde aan de onderste ledematen of het kleine bekken zo snel mogelijk te mobiliseren [6](#page=6).
### 1.4 Risico's van onvoldoende veneuze circulatie
Onvoldoende circulatie van bloed in de venen kan leiden tot veneuze stase. Dit verhoogt het risico op trombose wat op zijn beurt kan leiden tot een embolie en potentieel fataal kan zijn [3](#page=3) [6](#page=6).
**Preventieve maatregelen:**
* Gebruik maken van de kuitspierpomp [6](#page=6).
* Dragen van steunkousen [6](#page=6).
* Snelle mobilisatie na operaties [6](#page=6).
---
# Pathologieën van het veneuze systeem
Dit gedeelte behandelt aandoeningen van het veneuze systeem, waaronder varices, ulcera en trombose, met aandacht voor hun oorzaken, gevolgen en preventie.
### 2.1 Veneuze kleppen en circulatie
De veneuze circulatie, met name in de onderste ledematen, is sterk afhankelijk van functionerende veneuze kleppen. Deze kleppen bevinden zich voornamelijk in de onderste ledematen en zorgen voor een eenrichtingsstroom van bloed richting het hart. Wanneer de venen uitzetten, zoals bij varices (spataders), kunnen deze kleppen insufficiënt worden, wat leidt tot een slechte veneuze circulatie [3](#page=3).
#### 2.1.1 Gevolgen van slechte veneuze circulatie
Onvoldoende veneuze circulatie kan leiden tot een reeks pathologische processen en symptomen, waaronder:
* **Oedeem:** Vochtophoping in de weefsels door slechte afvoer [3](#page=3).
* **Stase:** Trage bloedstroom, wat de kans op trombose verhoogt [3](#page=3) [6](#page=6).
* **Trombose:** Vorming van bloedstolsels in de venen [3](#page=3).
* **Embolie:** Losraken van een stolsel of ander materiaal en transport door de bloedbaan, wat levensbedreigend kan zijn [3](#page=3).
* **Flebitis:** Ontsteking van een ader [3](#page=3).
* **Trofische stoornissen:** Problemen met de voeding van weefsels, wat kan leiden tot huidveranderingen [3](#page=3).
* **Ulcus varicosum:** Een veneus ulcus veroorzaakt door varices [3](#page=3) [5](#page=5).
#### 2.1.2 Factoren die de veneuze circulatie ondersteunen
Verschillende mechanismen dragen bij aan de veneuze bloedstroom:
* **Klepwerking:** Essentieel voor het tegengaan van de zwaartekracht en reflux [3](#page=3) [6](#page=6).
* **Alternerende compressie van venen:** Door externe druk, zoals door kleding of beweging.
* **Contractie van spieren rond venen:** De kuitspierpomp is hierbij cruciaal; spiercontracties comprimeren de venen en stuwen het bloed omhoog [6](#page=6).
* **Vv. comitantes:** Aders die in een gemeenschappelijke schede met een arterie liggen. Tijdens de systole van de arterie vindt dilatatie plaats, wat leidt tot compressie van de nabijgelegen venen [6](#page=6).
* **Abdominale druk:** Verhoogde druk in de buikholte kan de veneuze terugstroom beïnvloeden [6](#page=6).
* **Aanzuigen bloed tijdens ademhaling:** Respiratoire bewegingen creëren negatieve druk in de thorax, wat bloed richting het hart trekt [6](#page=6).
> **Tip:** Preventie van veneuze stase en de daaruit voortvloeiende complicaties is essentieel, vooral na ingrepen aan de onderste ledematen of het kleine bekken. Vroege mobilisatie van de patiënt is daarom van groot belang. Het gebruik van steunkousen en het actief gebruiken van de kuitspierpomp zijn effectieve preventieve maatregelen [6](#page=6).
### 2.2 Varices
Varices, oftewel spataders, zijn uitgezette, kronkelige venen. Ze kunnen primair of secundair van aard zijn.
#### 2.2.1 Primaire varices
Primaire varices ontstaan door een combinatie van erfelijke aanleg en extra belasting op het veneuze systeem. Bij primaire varices is er geen sprake van vernauwingen in het vaatstelsel. De behandeling van primaire varices is vaak chirurgisch [4](#page=4).
#### 2.2.2 Secundaire varices
Secundaire varices ontwikkelen zich als gevolg van vernauwingen (stenosen) elders in het vaatstelsel. Deze vernauwingen leiden tot een verhoogde druk en de ontwikkeling van uitzette collaterale venen om het bloed om te leiden. Een voorbeeld hiervan is varices die ontstaan bij portale hypertensie. Bij secundaire varices is chirurgische interventie meestal niet de aangewezen therapie [4](#page=4).
### 2.3 Veneuze ulcera (Ulcus venosum/varicosum)
Een ulcus venosum, ook wel ulcus varicosum genoemd, is een huidzweer die primair gerelateerd is aan chronische veneuze insufficiëntie, vaak als gevolg van varices. De slechte veneuze circulatie en veneuze stase leiden tot verhoogde druk in de venen, wat de capillaire uitwisseling en weefselvoeding belemmert. Dit kan uiteindelijk resulteren in de vorming van een ulcus. Dit staat in contrast met een ulcus arteriosum, dat gerelateerd is aan arteriële insufficiëntie [3](#page=3) [5](#page=5).
### 2.4 Syndroom van de vena cava superior
Het syndroom van de vena cava superior (SVCS) wordt veroorzaakt door een obstructie van de vena cava superior, de grote ader die bloed van het hoofd en de bovenste ledematen naar het hart transporteert [27](#page=27).
#### 2.4.1 Etiologie van SVCS
In de overgrote meerderheid van de gevallen (ongeveer 90%) is de oorzaak van SVCS tumoraal, zoals een longtumor of een lymfoom. In ongeveer 10% van de gevallen is de oorzaak iatrogeen, vaak gerelateerd aan trombose die ontstaat op de plaats van een centraal veneuze katheter [27](#page=27).
#### 2.4.2 Symptomen van SVCS
De symptomen van SVCS zijn het gevolg van de stuwing van bloed uit de bovenste lichaamshelft en omvatten:
* Zwelling van het gezicht (faciale zwelling) ] [27](#page=27).
* Oedeem van de bovenste ledematen [27](#page=27).
* Hartinsufficiëntie door verhoogde preload [27](#page=27).
* Dyspneu (kortademigheid) ] [27](#page=27).
* Claude Bernard Horner syndroom (een combinatie van ptosis, miosis en anhydrosis, vaak secundair aan druk op sympathische zenuwvezels) ] [27](#page=27).
> **Tip:** Het "toerisme klassyndroom" is een informele term die mogelijk verwijst naar veneuze stase en de gevaren daarvan, zoals trombose en embolie, die kunnen optreden na langdurige immobiliteit tijdens reizen. Dit onderstreept het belang van mobiliteit om veneuze circulatie te bevorderen [6](#page=6).
---
# Topografie en specifieke venen in het lichaam
Dit onderdeel van de studiehandleiding behandelt de anatomische locatie en het verloop van specifieke venen in de hals, armen, benen en bekkenregio.
### 3.1 Venen van de hals
#### 3.1.1 Oppervlakkige venen van de hals
Oppervlakkige venen in de hals liggen onderhuids, worden niet vergezeld door arteriën en zijn zichtbaar wanneer ze gevuld zijn [7](#page=7).
##### 3.1.1.1 Vena jugularis externa
De V. jugularis externa (VJE) draineert diepe delen van het gezicht en het weefsel rondom de schedel [7](#page=7).
* **Ligging:** Oppervlakkig van de M. sternocleidomastoideus [20](#page=20) [7](#page=7) [8](#page=8).
* **Verloop:** Begint bij de angulus mandibulae en loopt richting de midclaviculairlijn [7](#page=7).
* **Ontspringt uit:** V. retromandibularis en V. auricularis posterior [7](#page=7).
* **Perforatie:** Doorboort de lamina superficialis van de fascia investiens profunda colli [7](#page=7).
* **Drainage:** Mondt uit in de V. subclavia [7](#page=7).
* **Vulling:** Is leeg wanneer de persoon rechtop staat, tenzij er sprake is van rechterhartinsufficiëntie. Bij decubitus (liggende houding) is de VJE gevuld. Een Valsalva manoeuvre leidt tot vulling van de VJE in staande positie [7](#page=7).
##### 3.1.1.2 Vena jugularis anterior
De V. jugularis anterior is variabel van grootte en loopt tussen de middellijn en de M. sternocleidomastoideus. De drainage vindt plaats in de V. jugularis externa of V. subclavia. Soms zijn de linker en rechter V. jugularis anterior verbonden door een arcus venosus [20](#page=20).
#### 3.1.2 Diepe venen van de hals
Diepe venen bevinden zich diep van de fascia en vergezellen vaak arteriën [16](#page=16).
##### 3.1.2.1 Vena jugularis interna
De V. jugularis interna (VJI) is verantwoordelijk voor de drainage van de hersenen en diepe regio's van het hoofd en de hals [16](#page=16).
* **Ligging:** Verticaal verloop, lateraal van de A. carotis. Bevindt zich diep van de M. sternocleidomastoideus [16](#page=16) [17](#page=17) [20](#page=20).
* **Anastomose:** Heeft een anastomose met de vv. ophthalmicae, die direct leiden naar de sinus cavernosus [16](#page=16).
* **Kleppen:** De VJI bezit kleppen [16](#page=16).
* **Vorming:** De bulbus inferior van de VJI voegt zich samen met de V. subclavia om de V. brachiocephalica te vormen [16](#page=16).
* **Klinische relevantie:** Centraal veneuze catheters kunnen in de VJI worden ingebracht [18](#page=18).
##### 3.1.2.2 Zijtakken van de Vena jugularis interna
* **V. retromandibularis:** Ontstaat in de glandula parotis door de samenvloeiing van de V. maxillaris en de V. temporalis superficialis. Deze vene draineert in zowel de V. jugularis interna als externa [19](#page=19).
* **V. facialis:** Loopt samen met de A. facialis [20](#page=20).
#### 3.1.3 Overzicht venen van de hals
Het overzicht van de venen in de hals illustreert de relatieve posities van de V. jugularis interna, V. jugularis externa, V. jugularis anterior, V. communicans en V. retromandibularis ten opzichte van de M. sternocleidomastoideus [20](#page=20).
### 3.2 Venen van de arm
#### 3.2.1 Oppervlakkige venen van de arm
De oppervlakkige venen van de arm omvatten de V. cephalica, V. basilica en V. mediana cubiti [11](#page=11).
##### 3.2.1.1 Vena cephalica
De V. cephalica ontspringt uit het veneuze netwerk van de handrug en loopt over de anatomische snuifdoos [9](#page=9).
* **Verloop:** Stijgt radiaal in de arm [9](#page=9).
* **Ligging:** Bevindt zich in de sulcus bicipitalis lateralis en de deltoïdopectorale groeve (ook wel de groeve van Mohrenheim) [10](#page=10) [9](#page=9).
* **Perforatie:** Doorboort de fascia clavipectoralis [9](#page=9).
* **Drainage:** Mondt uit in de V. axillaris [9](#page=9).
* **Klinische relevantie:** Vaak gebruikt voor bloedafname en de inbrenging van pacemakers leads en poorten voor chemotherapie [10](#page=10) [9](#page=9).
##### 3.2.1.2 Vena basilica
De V. basilica ontspringt eveneens uit het veneuze netwerk van de handrug [9](#page=9).
* **Verloop:** Stijgt mediaal in de arm [9](#page=9).
* **Ligging:** Bevindt zich in de sulcus bicipitalis medialis [9](#page=9).
* **Drainage:** Mondt uit in de V. brachialis [9](#page=9).
##### 3.2.1.3 Vena mediana cubiti
De V. mediana cubiti vertoont veel variaties [9](#page=9).
#### 3.2.2 Communicatie tussen oppervlakkige en diepe venen
Communicatie tussen oppervlakkige en diepe venen van de arm vindt plaats via Vv. perforantes [12](#page=12).
### 3.3 Venen van de benen
#### 3.3.1 Oppervlakkige venen van de onderste ledemaat
De oppervlakkige venen van het onderste ledemaat omvatten de V. saphena magna en V. saphena parva [12](#page=12).
##### 3.3.1.1 Vena saphena magna
De V. saphena magna ontspringt uit het veneuze netwerk van de voetrug [12](#page=12).
* **Verloop:** Heeft een mediaal verloop langs de ventrale zijde van de mediale malleolus [12](#page=12).
* **Drainage:** Mondt uit in de V. femoralis via de hiatus saphenus [12](#page=12) [13](#page=13).
* **Klinische relevantie:** Wordt gebruikt voor bypassoperaties van de A. coronariae [14](#page=14).
##### 3.3.1.2 Vena saphena parva
De V. saphena parva ontspringt eveneens uit het veneuze netwerk van de voetrug [12](#page=12).
* **Verloop:** Verloopt over de kuit dorsaal ten opzichte van de laterale malleolus [12](#page=12).
* **Drainage:** Draineert in de V. poplitea [12](#page=12).
#### 3.3.2 Diepe venen van de onderste ledemaat
##### 3.3.2.1 Vena femoralis
De V. femoralis bevindt zich diep en mediaal van de A. femoralis in het trigonum femorale. De N. femoralis ligt lateraal van de V. femoralis. De V. femoralis is een vene waar punctie kan plaatsvinden [28](#page=28) [29](#page=29).
### 3.4 Bekkenregio en abdominale venen
#### 3.4.1 Iliacale venen
De linker V. iliaca communis kruist de rechter A. iliaca communis en ligt mediaal van de linker A. iliaca communis [30](#page=30).
* **Notenkrakersyndroom:** Afklemming van de V. renalis sinistra tussen de Aorta abdominalis en de A. mesenterica superior kan leiden tot hematurie, testiculaire pijn, varicocoele, en abdominale pijn. Behandeling kan chirurgisch of endovasculair met een stent zijn [30](#page=30).
#### 3.4.2 Portale circulatie
De portale circulatie kenmerkt zich door twee capillaire netwerken die in serie geschakeld zijn: het gastro-intestinale veneuze systeem en de lever [32](#page=32).
* **Portale hypertensie:** Ontstaat bij levercirrose en leidt tot de ontwikkeling van portocavale anastomosen. Dit zijn secundaire, tortueuze venen die bloed omleiden naar het vena cava systeem in plaats van het portasysteem [32](#page=32) [33](#page=33).
* **Slokdarmvarices (A):** Verwijde venen in de slokdarm als gevolg van verhoogde druk in het portale systeem [32](#page=32) [33](#page=33).
* **Hemorrhoïden (C, 12):** Verwijde rectale venen [32](#page=32) [33](#page=33).
* **Caput medusae:** Een radiaalpatroon van verwijde venen rond de navel, ontstaan door collateralen die bloed omleiden naar de V. epigastrica superior en V. thoraco-epigastrica [11](#page=11) [32](#page=32) [33](#page=33).
#### 3.4.3 Vena azygos en hemiazygos
Het azygos- en hemiazygosysteem fungeert als een collaterale circulatie, met name bij stenose van de V. cava superior of inferior [25](#page=25) [26](#page=26).
* **V. azygos:** Draineert via een boog in de V. cava superior [25](#page=25).
* **V. hemiazygos:** Loopt naar rechts en draineert in de V. azygos [25](#page=25).
* **Verloop:** Ligt langs de voorzijde van de vertebrae [25](#page=25).
* **Causale uitbreiding:** V. lumbalis ascendens is de caudale uitbreiding van de V. azygos en V. hemiazygos [25](#page=25).
* **Stenose V. cava superior:** Het bloed gaat via het azygosysteem terugstromen naar de V. cava inferior [26](#page=26).
* **Stenose V. cava inferior:** Bloed wordt omgeleid via de V. brachiocephalica [26](#page=26).
#### 3.4.4 Transport van tumorcellen langs venen
Het plexus venosus vertebralis internus, dat kleploos is, vormt een route voor tumorcelmetastasen. Door het ontbreken van kleppen kan de stroomrichting omkeren, waardoor tumorcellen (bijvoorbeeld van borst- en prostaatcarcinomen) via dit systeem naar wervels en hersenen kunnen metastaseren, mede door communicatie met intracraniële veneuze sinussen. Dit verhoogt ook het risico op bloedingen tijdens procedures zoals vertebroplastiek [31](#page=31).
---
# Klinisch onderzoek en metingen van veneuze druk
Dit onderdeel behandelt klinische methoden voor het beoordelen van veneuze functie, het testen van klepcompetentie en het meten van centrale veneuze druk.
### 4.1 Onderzoek van de venen van het onderste ledemaat
Verschillende klinische testen kunnen worden uitgevoerd om de competentie van veneuze kleppen in het been te evalueren [15](#page=15).
#### 4.1.1 Testen van de competentie van kleppen van de v. saphena magna
Om de kleppen van de vena saphena magna te testen, wordt deze afgesnoerd en daarna weer losgemaakt, waarna de vulling wordt geobserveerd. Als de kleppen intact zijn, zal de bloedstroom normaal gesproken vanaf de voet omhoog gaan. Bij insufficiëntie van de kleppen zal de vulling anders verlopen. Een methode is om de v. saphena magna leeg te laten lopen, af te snoeren, en vervolgens de vulling te observeren na het losmaken [15](#page=15).
#### 4.1.2 Proeven voor vv. perforantes kleppen
* **Proef van Trendelenburg**: Deze test evalueert de kleppen van de venae perforantes. De proefpersoon staat rechtop nadat de vena saphena magna is afgesnoerd en leeggelopen om de vulling te beoordelen [15](#page=15).
* **Proef van Herter**: Ook deze proef is bedoeld voor het testen van de venae perforantes kleppen. Hierbij loopt de proefpersoon rond met gestuwde oppervlakkige venen [15](#page=15).
* **Proef van Perthes**: Vergelijkbaar met de proef van Herter. Als de stuwing van de venen toeneemt bij beweging, duidt dit op een afsluiting van de diepe venen [15](#page=15).
### 4.2 Meting van centrale veneuze pols
De centrale veneuze pols reflecteert drukveranderingen in het rechter atrium. De veneuze druk wordt bepaald door het bloedvolume en het vermogen van het rechter hart om bloed op te vangen en uit te werpen via de arteria pulmonalis [21](#page=21).
#### 4.2.1 Conventies en meting
Conventioneel wordt de sternale hoek beschouwd als 5 cm boven het rechter atrium. De centrale veneuze pols wordt berekend door de afstand tussen de top van de oscillatie (de hoogste pulsatie) en de sternale hoek, plus 5 cm, op te tellen [21](#page=21).
Een centrale veneuze pols van meer dan 8 cm wordt als pathologisch beschouwd. De conventie stelt dat de afstand van het rechter atrium tot de sternale hoek 5 cm is. Bij een lage centrale veneuze druk kan het nodig zijn dat de proefpersoon het hoofd over de rand van de tafel laat hangen om de top van de oscillerende kolom zichtbaar te krijgen [21](#page=21) [22](#page=22).
#### 4.2.2 De jugulaire veneuze pols
De veneuze pols in de vena jugularis interna is een weerspiegeling van drukveranderingen in het rechter atrium. De verschillende golven in de jugulaire veneuze pols vertegenwoordigen specifieke gebeurtenissen in de hartcyclus [22](#page=22) [23](#page=23):
* **A-golf**: Atriale contractie (presystolisch) [23](#page=23).
* **C-golf**: Bolling van de tricuspidalisklep door rechter ventrikelcontractie [23](#page=23).
* **X-dip**: Atriale relaxatie [23](#page=23).
* **V-golf**: Atriale vulling [23](#page=23).
* **Y-dip**: Atriale lediging [23](#page=23).
De jugulaire veneuze pols is niet synchroon met de carotis pols [23](#page=23).
### 4.3 Klinische tekenen en symptomen gerelateerd aan veneuze druk
#### 4.3.1 Hepato-jugulaire reflux
De hepato-jugulaire reflux is een symptoom dat kan optreden bij rechter hartdecompensatie. Het wordt getest door met de vlakke hand op de buikwand te drukken om de venen in de buikwand leeg te drukken, wat leidt tot zwelling van de vena jugularis externa [24](#page=24).
#### 4.3.2 Anatomische overwegingen bij stuwing
Er wordt een examenuitvraag genoemd met betrekking tot de vena cava en vena renalis bij stuwing. Een rechter testikel of eierstok kan direct in de vena cava uitmonden, terwijl de linker dat niet doet en uitmondt in de linker vena renalis. Het verheffen van het bovenlichaam kan de veneuze druk beïnvloeden [24](#page=24).
#### 4.3.3 Algemene klinische observaties
Bij een algemeen klinisch onderzoek moet gelet worden op hepatomegalie en tekenen van caput medusae (secundaire varices) [35](#page=35).
> **Tip:** Het begrijpen van de golven in de jugulaire veneuze pols is cruciaal voor het interpreteren van rechter hartfunctie. Oefen het herkennen van deze golven en hun relatie tot de hartcyclus.
>
> **Tip:** Bij het beoordelen van veneuze insufficiëntie in de benen, zorg ervoor dat de proeven correct en systematisch worden uitgevoerd om betrouwbare resultaten te verkrijgen. Let op de volgorde van handelingen en de observatiepunten.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Tonus | De mate van spanning in de wand van een bloedvat, specifiek een vene in deze context, die bijdraagt aan het bloedvolume dat opgeslagen kan worden. Een lage tonus leidt tot grotere opslagcapaciteit. |
| Veneuze retour | Het proces waarbij bloed vanuit de venen terugstroomt naar het hart. Factoren zoals veneuze kleppen, spiercontracties en ademhalingsdruk spelen hierbij een cruciale rol. |
| Vv. comitantes | Venen die nauw samenlopen met een arterie, vaak in een gemeenschappelijke omhulling. Hun diameter kan variëren afhankelijk van de bloedstroom en druk in de arterie. |
| Veneuze kleppen | Structuurlagen in het lumen van venen, voornamelijk in de onderste ledematen, die ervoor zorgen dat bloed slechts in één richting stroomt, namelijk richting het hart. |
| Varices (spataders) | Gezwollen, uitgezette en gekronkelde venen, vaak veroorzaakt door insufficiëntie van de veneuze kleppen, wat leidt tot een slechte veneuze circulatie. |
| Ulcus varicosum | Een chronische wond of zweer op de huid, meestal aan het onderbeen, die ontstaat als gevolg van langdurige veneuze insufficiëntie en stuwing van bloed. |
| Ulcus arteriosum | Een wond die veroorzaakt wordt door een verminderde bloedtoevoer via de slagaders, wat resulteert in ischemie en weefselafbraak. |
| Ulcus venosum | Zie Ulcus varicosum; een wond die voortkomt uit problemen met de veneuze circulatie. |
| Stase | Een vertraging of stilstand van de bloedstroom, in het veneuze systeem vaak veroorzaakt door veneuze insufficiëntie, wat het risico op trombose verhoogt. |
| Trombose | De vorming van een bloedstolsel (trombus) binnenin een bloedvat, wat de bloedstroom kan belemmeren of blokkeren. |
| Embolie | Het plotseling optreden van een obstructie in een bloedvat door een embolus, een losgeraakt bloedstolsel, vetdeeltje, luchtbel of ander vreemd materiaal, dat via de bloedbaan wordt getransporteerd. |
| Flebitis | Een ontsteking van een vene, vaak gepaard gaand met pijn, roodheid en zwelling. |
| Trofische stoornissen | Afwijkingen in de voeding of ontwikkeling van weefsels, vaak veroorzaakt door slechte circulatie of zenuwfunctiestoornissen, leidend tot huidproblemen zoals zweren. |
| Kuitspierpomp | Het mechanisme waarbij de spieren in de kuit samentrekken tijdens beweging, waardoor de venen in de benen worden samengedrukt en bloed richting het hart wordt gestuwd. |
| V. jugularis externa | Een oppervlakkige vene in de hals die het bloed vanuit de diepere delen van het gezicht en de weefsels rondom de schedel draineert en uitmondt in de V. subclavia. |
| V. jugularis interna | Een diepe vene in de hals die het bloed uit de hersenen, diepere regio's van het hoofd en de hals draineert en samen met de V. subclavia de V. brachiocephalica vormt. |
| V. mediana cubiti | Een oppervlakkige vene aan de binnenzijde van de elleboogplooi, vaak gebruikt voor bloedafname of het inbrengen van infusen. |
| V. cephalica | Een oppervlakkige vene van de arm die vanuit de handrug aan de radiale zijde naar boven loopt en uiteindelijk uitmondt in de V. axillaris. |
| V. basilica | Een oppervlakkige vene van de arm die vanuit de handrug aan de mediale zijde naar boven loopt en uitmondt in de V. brachialis. |
| Vv. perforantes | Venen die de oppervlakkige venen verbinden met de diepe venen, waardoor bloed vanuit het oppervlakkige systeem naar het diepe systeem kan stromen. |
| V. saphena magna | De langste oppervlakkige vene van het been, die aan de mediale zijde van de voet begint en omhoog loopt langs het been om uit te monden in de V. femoralis. |
| V. saphena parva | Een oppervlakkige vene van het been die aan de laterale zijde van de voet begint en langs de kuit omhoog loopt om uit te monden in de V. poplitea. |
| Proef van Trendelenburg | Een diagnostische test om de competentie van de kleppen van de perforerende venen te beoordelen, waarbij de bloedterugvloei wordt geëvalueerd na het losmaken van een afknelling. |
| Centrale veneuze druk (CVP) | De druk in het centrale veneuze systeem, die een indicatie geeft van het circulerend bloedvolume en de rechterhartfunctie. Wordt gemeten in de V. jugularis interna. |
| Hepato-jugulaire reflux | Een reflectie van de drukverhoging in de lever die zichtbaar wordt als een zwelling van de V. jugularis externa wanneer er druk wordt uitgeoefend op de buik boven de lever. |
| V. azygos | Een grote vene die aan de rechterzijde van de wervelkolom loopt en het bloed uit de borstkas en de bovenste buikwand draineert in de V. cava superior. |
| V. hemiazygos | Een vene die aan de linkerzijde van de wervelkolom loopt en het bloed vanuit de linkerzijde van de borstkas draineert, meestal uitmondend in de V. azygos. |
| Vena cava superior syndroom | Een syndroom veroorzaakt door een obstructie van de vena cava superior, wat leidt tot zwelling van het gelaat en de bovenste ledematen, ademhalingsproblemen en hartinsufficiëntie. |
| V. femoralis | Een grote diepe vene van het bovenbeen, gevormd door de samenvloeiing van de V. poplitea en andere venen, die bloed uit het been naar het bekken transporteert. |
| V. iliaca communis | Een vene die ontstaat door de samenvloeiing van de V. iliaca externa en interna, en die bloed uit het been en het bekken naar de V. cava inferior transporteert. |
| Notenkrakersyndroom | Een aandoening waarbij de linker niervene (V. renalis sinistra) wordt afgeklemd tussen de aorta en de arteria mesenterica superior, wat kan leiden tot hematurie en pijn. |
| Plexus venosus vertebralis internus | Een netwerk van venen gelegen binnen het wervelkanaal dat kleploos is en daardoor een omkering van de bloedstroom mogelijk maakt, wat een risico vormt voor de verspreiding van metastasen. |
| Portale circulatie | Een uniek circulatiesysteem waarbij bloed via een vene (V. portae) eerst door een capillair netwerk in de lever stroomt voordat het terugkeert naar de algemene circulatie. |
| Portale hypertensie | Een verhoogde druk in het portale systeem van de lever, vaak veroorzaakt door levercirrose, wat leidt tot de vorming van collaterale venen zoals slokdarmvarices en caput medusae. |
| Levercirrose | Een chronische leverziekte waarbij normaal leverweefsel wordt vervangen door littekenweefsel, wat leidt tot verstoring van de leverfunctie en portale hypertensie. |
| Caput medusae | Een kenmerkende zwelling van oppervlakkige abdominale venen rond de navel, veroorzaakt door portale hypertensie, die lijkt op de slangen op het hoofd van Medusa. |