Cover
ابدأ الآن مجانًا Lesnota's GePuPo.docx
Summary
```
## Inleiding tot het recht en zijn historische context
Dit studieonderdeel verkent de wisselwerking tussen recht en maatschappij door de eeuwen heen, waarbij de focus ligt op de historische ontwikkeling, de metajuridische benaderingen, en de vorming van zowel publiek als privaatrecht, met speciale aandacht voor de invloed van historische gebeurtenissen en denkkaders op de huidige juridische structuren en concepten.
## De plaats van de rechtsgeschiedenis in de rechtenopleiding
De rechtsgeschiedenis is essentieel om het recht van vandaag te begrijpen. Ze biedt inzicht in *waarom* het recht is zoals het nu is en hoe het historisch is bepaald. De historische rechtsschool, met grondleggers zoals Carl Friedrich von Savigny in de 19e eeuw, benadrukte dat recht een uitdrukking is van de geschiedenis en de wil van het volk (de "Volksgeist"), waarbij elk land zijn eigen, nationaal gekleurde recht ontwikkelt. Het positieve recht wordt gezien als de resultante van een historische evolutie.
### Het metajuridische perspectief
Een metajuridische benadering stapt uit het traditionele rechtswetenschappelijke paradigma om het recht te bekijken vanuit andere wetenschappen of perspectieven. Dit betekent een interdisciplinaire kijk, waarbij men bijvoorbeeld kijkt naar rechtseconomie, rechtsociologie, rechtsfilosofie, of rechtspsychologie. De rechtsgeschiedenis is hier een cruciaal onderdeel van, omdat ze het recht plaatst in zijn bredere historische, sociale en culturele context.
### De juridische paradox: recht kennen
Het rechtsadagium "iedereen wordt geacht het recht te kennen" ($de iure$) staat in contrast met de praktische realiteit ($de facto$), waarin het onmogelijk is om het volledige, voortdurend veranderende recht te kennen. Nieuwe wetten worden gepubliceerd in het Staatsblad (Belgisch Staatsblad - BS), maar de kennis van het bestaande recht is een voortdurende uitdaging.
## Wisselwerking tussen recht en geschiedenis
De geschiedenis heeft een tweeledige relatie met het recht: enerzijds "dient" de geschiedenis het recht, anderzijds "dient" het recht de geschiedenis.
### Geschiedenis ten dienste van het recht
* **Heuristiek:** Geschiedenis levert de vaardigheden en kennis om juridische bronnen te vinden en te interpreteren.
* **Toepassing van de norm in de tijd:** Historische analyse helpt bij het begrijpen van de evolutie van juridische regels en principes.
* **Wetshistoriek:** Onderdeel van de voorbereidende documenten van wetgeving, zoals wetsontwerpen en amendementen, die inzicht geven in de *ratio legis* (de reden achter de wet).
* **Non-retroactiviteit van strafrecht:** In principe mag strafrecht niet met terugwerkende kracht worden toegepast, met uitzondering van mildere strafwetten.
* **Overgangsbepalingen:** Deze regelen de overgang van oude naar nieuwe wetgeving en moeten zorgvuldig worden geraadpleken.
* **Tempus regit actum:** De wet die van kracht was op het moment van de handeling, regelt de akte.
### Geschiedenis als bron voor het recht
* **Geconsolideerde wetgeving:** Wetgeving waarin wijzigingen zijn ingevoerd om de tekst actueel te houden.
* **Gecoördineerde wetgeving:** Een wetgeving die formeel opnieuw is geordend of gestructureerd, zonder inhoudelijke wijziging.
* **Concordantietabel:** Een tabel die aangeeft hoe de nummering van wetsartikelen in de loop der tijd is veranderd.
## Historische interpretatie van normen
De historische interpretatie zoekt het correcte, evolutieve begrip van een juridische norm. Dit omvat:
* **Rechtsstaat en rechtsleer:** Kijken naar de rechtsstaat en de doctrine voor interpretatie.
* **Wethistorische interpretatie:** Onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van een wet en de *ratio legis*.
* **Evolutieve interpretatie:** Normen toepassen in het licht van maatschappelijke veranderingen, zelfs als de oorspronkelijke wetgever dit niet kon voorzien (bv. tractoren versus paard en kar).
* **Voorbereidende documenten van de wet:**
* **Wetsontwerp:** Komt van de regering, gaat via de Raad van State (adviesorgaan), parlementaire bespreking (commissies, plenaire vergadering), amendementen, en goedkeuring.
* **Wetsvoorstel:** Komt van een individueel parlementslid, gevolgd door een vergelijkbaar proces.
## De invloed van geschiedenis op het constitutionalisme
Grondwetten en onafhankelijkheidsverklaringen putten vaak uit historische argumenten en rechten die in het verleden reeds bestonden. Voorbeelden zijn de verwijzingen naar eerdere onafhankelijkheid in de Plakkaat van Verlatinghe en de Onafhankelijkheidsverklaring van Vlaanderen [1581](#page=1581) [1790](#page=1790).
## De historicus als expert in juridische zaken
Historische expertise kan ingeroepen worden in juridische procedures, bijvoorbeeld bij negationismeprocessen, geschillen over roofkunst, of bij de analyse van het koloniaal verleden. Het is cruciaal om de context, de standplaatsgebondenheid van de historicus en de betrouwbaarheid van de bronnen kritisch te bevragen.
## Recht als instrument van de macht
Recht is vaak een product van machtsfactoren en een instrument van de politieke macht, cultuur, taal, geografie, klimaat, en zelfs toeval. Wetgeving, als belangrijkste formele rechtsbron, is het product van volksvertegenwoordigers.
### Verschil tussen continentaal Europees en Anglo-Amerikaans recht
* **Continentaal Europees recht:** Recht gebaseerd op Romeins en canoniek recht, waarbij de wet de belangrijkste rechtsbron is en rechters geen wetgevende rol hebben. De soevereine staten ontwikkelden dit recht, vaak in dienst van de monarch.
* **Anglo-Amerikaans recht (Common Law):** Rechtspraak speelt een cruciale rol en rechters kunnen wetten maken via precedenten.
### Publiekrecht als instrument van macht
Publiekrecht is bij uitstek het domein waar de verticale verhouding tussen overheid en burger de macht van de overheid weerspiegelt. Elke regel is een instrument van macht, gebruikt voor "social engineering". Politieke programma's kunnen via wetgeving (programmawetten) worden gerealiseerd.
> **Tip:** Kritisch denken over de noodzaak van wetten en de invloed van politieke macht is cruciaal. Het recht wordt gevormd door politieke macht, maar ook door cultuur, taal, geografie en toeval.
## De houding van de jurist: conservatief of progressief
De jurist kan zowel een conservatieve rol spelen door het recht te handhaven zoals het is ("het moet zo, want het staat in de macht"), als een progressieve rol door te bevragen of het recht nog past in de huidige maatschappij ("het kan ook anders").
* **Behoud (dekmantelfunctie):** Het recht wordt gebruikt om de bestaande orde te handhaven.
* **Vernieuwing (speerpuntfunctie):** Het recht wordt aangewend als middel om maatschappelijke verandering te bewerkstelligen.
## De evolutie van het recht en de staat
### Historische tijdvakken
De geschiedenis van het recht wordt vaak ingedeeld in tijdvakken gebaseerd op politieke en culturele ontwikkelingen:
* **Oudheid (tot ca. 500):** Romeinen en Grieken.
* **Middeleeuwen (ca. 500 – ca. 1500):** Merovingen, Karolingers, feodaliteit, Bourgondiërs, Spaanse en Oostenrijkse tijd (tot 1795).
* **(Vroeg)moderne tijd (ca. 1500 – ca. 1800):** Franse Revolutie en Napoleon (1795-1815), Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830), België (vanaf 1830).
* **Nieuwste tijd (vanaf ca. 1800):** Inclusief wereldoorlogen en de Verlichting.
### Juridische evoluties door de eeuwen heen
* **Gewoonterecht:** Vormt de basis in de vroege middeleeuwen, wordt later geordend en opgetekend (gecodificeerd).
* **Receptie (Late middeleeuwen, ca. 1200):** Herontdekking en opname van Romeins/Justiniaans recht, met invloed van geleerd recht en canoniek recht, terwijl het Germaanse gewoonterecht daalt.
* **Nationale wetboeken (ca. 1800):** Ontstaan van gecodificeerd recht op nationaal niveau.
## Publiekrecht versus Privaatrecht
Het onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht is niet altijd evident geweest en is ook niet altijd strikt. Hoewel ze vaak door elkaar lopen, is het cruciaal om het onderscheid te maken voor bevoegdheid van rechtbanken, de interpretatie van wetgeving, en de denkstructuren.
### Publiekrecht
* **Definitie:** Regelt de verticale relatie tussen burger en overheid, en de horizontale relatie tussen overheidsinstanties. In enge zin omvat het staatsrecht, instellingen, en fundamentele rechten en vrijheden.
* **Kenmerken:** Overheidsgezag, geweldmonopolie, algemeen nut.
* **Voorbeelden:** Staatsrecht, grondwettelijk recht, strafrecht, fiscaal recht, administratief recht, volkenrecht.
### Privaatrecht
* **Definitie:** Regelt de horizontale relatie tussen burgers onderling, met grote wilsautonomie.
* **Kenmerken:** Particulier nut, eigenbelang.
* **Voorbeelden:** Burgerlijk recht, handelsrecht, verbintenissenrecht.
### De scheidslijn
Het onderscheid wordt gemaakt op basis van het **doel** dat men beoogt (algemeen nut vs. particulier nut), eerder dan op basis van de aard van de partij (organiek criterium). Een privaatrechtelijke relatie kan bijvoorbeeld publiekrechtelijke aspecten krijgen wanneer het algemeen belang of overheidsgezag in het spel is (bv. het verkopen van een stadhuis).
> **Tip:** De juridische terminologie kan een ander betekenis hebben in publiek- of privaatrecht, zoals het begrip 'concessie'.
## De historische oorsprong van het publiekrecht
De scheiding tussen publiek en privaatrecht, hoewel niet altijd expliciet aanwezig, vindt haar wortels in het Romeinse recht en werd verder ontwikkeld door kerkjuristen in de middeleeuwen.
* **Romeinen:** Kenden al concepten van publiek en privaat nut ("ius publicum").
* **Isidorus van Sevilla (7e eeuw):** Beschreef het onderscheid tussen publiek en privaat nut in zijn "Etymologiae".
* **Gratianus (ca. 1140):** Zijn "Decretum" organiseerde het canoniek recht en benadrukte dat wet in het belang van alle burgers moet zijn.
* **Kerkrecht:** De Kerk speelde een cruciale rol in het ontwikkelen en overdragen van juridische concepten, en de terminologie (lex, publicum) werd vanaf de 13e eeuw overgenomen door juristen in dienst van vorsten.
* **Vroegmoderne tijd:** De terminologie en de splitsing tussen publiek- en privaatrecht consolideerden zich, met de optekening van gewoonterecht en de professionalisering van juridische beroepen.
* **Patrimoniumgedachte:** In de praktijk werd publieke macht lange tijd beschouwd als privébezit van de heerser, wat leidde tot verbrokkeling en internationale conflicten. De Blijde Inkomst was een vroege beperking van deze gedachte [1356](#page=1356).
* **Absolutisme:** Vanaf de 16e tot de 18e eeuw won het absolutisme aan invloed, waarbij de vorst via wetgeving zijn macht vergrootte, sterk beïnvloed door het Romeinse recht en de *Corpus Iuris Civilis*.
* **19e en 20e eeuw:** Revoluties leidden tot de controle en deling van macht, de ontwikkeling van administratieve rechtbanken (zoals de Raad van State) en een verdere verfijning en specialisering van het publiekrecht.
## Het ontstaan van de staat en de rol van politiek
Politiek, in essentie het organiseren van macht en het besturen van een samenleving, heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld vanuit machtsstructuren naar meer gereguleerde en gelegitimeerde gezagsvormen.
### Macht en Gezag (Max Weber)
Max Weber definieerde macht als het vermogen om iemand anders tegen zijn zin iets te laten doen. Gezag daarentegen is macht die op een aanvaardbare wijze wordt gelegitimeerd. Weber identificeerde drie vormen van legitimatie:
* **Charismatisch:** Gebaseerd op de uitzonderlijke kwaliteiten van een leider.
* **Traditioneel:** Gebaseerd op gewoonte en het geloof in de heiligheid van tradities.
* **Rationeel-legaal:** Gebaseerd op de rede en de naleving van regels en wetten.
Politiek, volgens Weber, is de activiteit van diegenen die een gelegitimeerde macht hebben, welke macht gebonden is aan publiek recht. Het legitieme gezag gebruikt publiek recht om de macht te verankeren en bij te sturen.
### Politieke doelen en middelen
Politiek streeft naar een ideale samenleving, maar wordt ook beïnvloed door particuliere belangen. De wetgeving is een instrument om politieke doelen te realiseren, maar de politiek zelf is zelden expliciet gedefinieerd in de wetgeving, behalve in specifieke domeinen zoals partijfinanciering.
## Juridische terminologie en betekenisgeving
Juridische terminologie is strikt, maar evolueert voortdurend. De betekenis van juridische termen wordt bepaald door de formele rechtsbronnen, met name de wet, maar ook door rechtspraak en rechtsleer. Concepten zoals 'gelijkheid' hebben doorheen de tijd een significante betekenisverandering ondergaan, mede door "legal transplants" (overname van rechtsconcepten uit andere systemen). De evolutie van het woord 'rechter' toont hoe de betekenis van juridische termen verandert met de maatschappelijke en juridische context.
## Recht als instrument van de macht: een vergelijkende kijk
Het recht functioneert als een instrument van de macht, waarbij wetgeving, rechtspraak en rechtsleer variëren in hun relatieve waarde afhankelijk van de juridische traditie.
* **Continentaal Europees recht:** De wet staat centraal, en rechters hebben geen wetgevende macht.
* **Anglo-Amerikaans recht (Common Law):** Rechtspraak (precedenten) is cruciaal, en rechters hebben een wetgevende rol.
In het publiekrecht is deze rol van het recht als machtsinstrument nog duidelijker, gezien de verticale relatie tussen overheid en burger.
## De juridist in een veranderende maatschappij
Juristen kunnen zowel een conservatieve rol spelen door het bestaande recht te handhaven, als een progressieve rol door het recht aan te passen aan nieuwe maatschappelijke behoeften. Dit wordt weerspiegeld in de rol van het recht als dekmantel voor behoud of als speerpunt voor vernieuwing.
## De geschiedenis van het publiekrecht: trial and error
De ontwikkeling van het publiekrecht kan worden gezien als een proces van vallen en opstaan, waarbij recht slechts één van de middelen van de macht is, naast publieke opinie en de pers.
## Mijlpalen en culturele bagage in het recht
Recht is diep verweven met cultuur. Juristen spelen een rol in het vormgeven van culturele normen en waarden. Rechtsarcheologie (materiële sporen), rechtsiconografie (voorstellingen van recht), en rechtstaalgeschiedenis tonen de culturele dimensie van het recht aan.
## Tendensen in de juridische evolutie
* **Verschriftelijking:** De groeiende rol van geschreven bronnen en codificatie.
* **Professionalisering en specialisering:** Opkomst van gespecialiseerde juridische beroepen en instellingen.
* **Internationalisering en globalisering:** Toenemende invloed van internationale normen en verdragen.
* **Soevereiniteitsstreven:** De spanning tussen centrale macht (descending theory of power) en volkssoevereiniteit (ascending theory of power).
Deze tendensen kunnen rechtlijnig, kruipend of exponentieel zijn, en keren steeds terug in verschillende vormen. Juridische ontwikkelingen zijn zelden definitief en kunnen worden beïnvloed door theorie-antithese-synthese processen.
## De aanpak van juridisch-historisch onderzoek
* **Afbakening:** Duidelijke afgrenzing op basis van tijd ($ratione temporis$), plaats ($ratione loci$), en materie ($ratione materiae$).
* **Contextualisering:** Begrijpen van de historische, sociale en politieke context waarin juridische normen tot stand kwamen.
* **Kritische analyse:** Kritisch bevragen van bronnen, interpretaties en de rol van machtsstructuren.
## De fundamenten uit de Oudheid: bouwstenen van het recht
De oudste juridische bouwstenen vinden we in de beschavingen van Mesopotamië (Codex Hammurabi) en het oude Rome. Deze fundamenten legden de basis voor concepten als rechtsstaat, eigendom, contracten, en de principes van rechtvaardigheid.
### De Codex Hammurabi (18e eeuw v.Chr.)
Deze Mesopotamische wetgeving, bekend om het principe "oog om oog, tand om tand" (lex talionis), legde wereldlijke regels vast en werd, volgens Weber, charismatisch gelegitimeerd door de goddelijke goedkeuring van koning Hammurabi. De 282 artikelen behandelen casuïstiek en geven een inkijk in de samenleving, met een vroege stap richting een geweldmonopolie. De Codex is echter geen moderne wetboek, gezien zijn gebrek aan systematiek en formele exhaustiviteit.
### De Griekse invloed
Hoewel de Grieken vooral bekend staan om hun filosofie en ratio, droegen ze bij aan het juridisch denken door hun nadruk op rede en democratische principes.
### Het gewoonterecht
Gewoonterecht was historisch de belangrijkste formele rechtsbron, gebaseerd op traditie en herhaling met dwang als bestaansvoorwaarden. Het was ongeschreven, spontaan, maar ook onzeker en moeilijk te bewijzen, tenzij het *notoir* was. De versnippering van recht door territorialiteit en personaliteit was typerend voor minder ontwikkelde samenlevingen.
### Het Romeinse recht
Het Romeinse recht, met zijn uitgebreide invloed op het privaatrecht en de juridische terminologie, vormde de basis voor veel Europese rechtsstelsels. Via het *ius commune* (gemeenschappelijk rechtsdenken) verspreidde het zich over Europa.
#### Periodisering van het Romeinse recht
* **Oud-Romeins recht (753 v.C. – ca. 250 v.C.):** Kenmerkt zich door een stadstaat met een agrarisch, militair karakter, de *familia* onder leiding van de *pater familias*, en instellingen als de koning, senaat, volksvergaderingen en magistraten. Rechtsbronnen waren gewoonte (*mos maiorum*), koningswetten, en later de Twaalftafelenwet en *leges*.
* **Voor-klassiek recht (ca. 250 v.C. – ca. 0):** Gekenmerkt door de uitbouw van het wereldrijk en de belangrijke rol van de *praetor urbanus* en *praetor peregrinus*. Hier ontstond het *ius gentium* (recht van de volkeren) en het *ius honorarium* (magistratenrecht) door de *actiones* van de praetor en zijn edicten. Jurisprudenten speelden een cruciale rol in de rechtsvorming.
* **Klassiek recht (ca. 0 – ca. 250):** Hoogtepunt van Romeinse macht en recht. De *princeps* (keizer) bepaalde de wetgeving (*constitutiones*), en de juristen, met het *ius respondendi*, waren invloedrijk. Het *Edictum Perpetuum* van Hadrianus leidde tot een standaardisering van het magistratenrecht. De *cognitio extraordinaria* als procesvorm, met hoger beroep, zorgde voor meer centrale controle.
* **Na-klassiek recht (ca. 250 – ca. 350):** Periode van machtsverval, burgeroorlogen en economische crisis. De keizerlijke macht werd absoluter (*quod principi placuit legis habet vigorem*). Rechtsbronnen werden 'ge-=vulgariseerd' en geherordend in de Codex Theodosianus en het Corpus Iuris Civilis van Justinianus.
* **Justiniaans recht (ca. 530):** Keizer Justinianus liet het Romeinse recht codificeren in het *Corpus Iuris Civilis*, dat een blijvende impact had op het westerse recht. Dit omvatte de Codex (geactualiseerde keizerlijke wetten), Digesten/Pandecten (juristenrecht), Instituten (leerboek) en Novellen (nieuwe wetten).
### De Kerk en het recht
De Kerk, met haar eigen structuur (bisdommen) en canoniek recht, speelde een cruciale rol als culturele elite en als brug tussen de Oudheid en de Middeleeuwen. De kerstening, de alliantie tussen vorst en Kerk, en de rol van canonisten waren van groot belang voor de juridische ontwikkeling. Het canoniek recht (o.a. via het Decretum Gratiani) had een grote invloed op het publieke en private recht, inclusief het strafrecht waar de focus verschoof van gevolg naar intentie.
## De (vroege en volle) Middeleeuwen: Germaanse invloeden en de wederopbouw
Na de val van het West-Romeinse Rijk zorgden de Germaanse invasies en de daaruit voortvloeiende fragmentatie van macht en recht voor een juridische "achteruitgang" qua centrale organisatie [476](#page=476).
### Germaanse rechtstradities
* **Patrimoniumgedachte:** Het Rijk werd als privébezit gezien, wat leidde tot verbrokkeling.
* **Gewoonterecht:** De Germaanse stammen hadden hun eigen gewoonterecht, dat naast het resterende Romeinse recht (vooral in het zuiden, *pays de droit écrit*) bestond. In het noorden domineerde het gewoonterecht (*pays de droit coutumier*).
* **Personaliteitsbeginsel:** Het recht van de stam waartoe men behoorde, werd toegepast, ongeacht de plaats.
* **Lex Salica:** Een belangrijke optekening van Frankisch strafrecht, hoewel grotendeels zonder publiekrechtelijke elementen. Het strafrecht was niet publiek, maar gebaseerd op familiale genoegdoening (*faidus*) en een deeltje voor de overheid (*fredus*). Gevolgen waren belangrijker dan schuld.
* **Gebrek aan centrale staat:** De 'staat' zoals wij die kennen, bestond nog niet. Bindende elementen waren de familiale clan, persoonlijke trouw aan de vorst, en standen.
### De Karolingische renaissance
De Karolingische renaissance (8e-9e eeuw) onder Karel de Grote bracht een herstel van territoriale eenheid en een algemene culturele en juridische renaissance.
* **Wetgeving:** De *capitularia* (wetteksten) werden uitgevaardigd, variërend van aanpassingen van gewoonterecht tot nieuwe wetgeving.
* **Rechtspraak:** De *mallus* (volksvergadering als rechtbank) werd vervangen door schepenbanken en de *missi dominici* (zendgraven) die ook rechtspraken. Het koningsgerecht behandelde voorbehouden zaken.
* **Feodaliteit:** Ontstond door de samenvoeging van *vassi* (vazallen) en *beneficia* (lenen), wat leidde tot een complexe hiërarchie van rechten en plichten. Dit systeem, aanvankelijk militair en economisch gedreven, evolueerde naar een feodalisatie van grond en staat.
### De Vlaamse graaf en de heerlijkheden
In het Graafschap Vlaanderen ontwikkelde zich een systeem waarbij de graaf de hoogste leenheer was, met een complex bestuur via kasselrijen en burggraven. De grafelijke curia evolueerde van een feodale raad naar een meer gespecialiseerd bestuur. Heerlijkheden, gebaseerd op de usurpation van het banrecht en juridische immuniteit, vormden een machtsbasis voor lokale heren, maar leidden ook tot juridische versnippering.
## De vroegmoderne tijd: centralisatie en soevereiniteit
De Bourgondische, Spaanse en Oostenrijkse periodes zagen een proces van modernisering, centralisatie en uitbouw van de staatsmacht, hoewel de regionale autonomie en de feodale structuren aanzienlijke invloed behielden.
### De Bourgondiërs en de Habsburgers
De Bourgondische hertogen en later de Habsburgers (Keizer Karel V) probeerden de Nederlanden te verenigen en te centraliseren, ondanks regionale verschillen en weerstand. De *Pragmatieke Sanctie* probeerde de opvolgingsrechten te harmoniseren. De *Concessio Carolina* toonde de poging van Karel V om de macht van Gent in te perken [1540](#page=1540) [1549](#page=1549).
### De scheuring van de Nederlanden
De religieuze intolerantie, fiscale druk en het autoritaire beleid van Filips II leidden tot de Opstand der Nederlanden (80-jarige oorlog) en de uiteindelijke scheuring tussen de Noordelijke (Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) en de Zuidelijke Nederlanden. De oprichting van de *Pacificatie van Gent* de *Unie van Utrecht* en het *Plakkaat van Verlatinghe* markeerden belangrijke momenten in deze ontwikkeling [1576](#page=1576) [1579](#page=1579) [1581](#page=1581).
### Absolutisme en Verlichting
Het absolutisme, met vorsten als Lodewijk XIV in Frankrijk, streefde naar ongebonden en ongelimiteerde macht, gebaseerd op de concepten van *rex imperator in regno suo* en *princeps legibus absolutus*. De Verlichting bracht echter het *Vernunftrecht* (natuurrecht) naar voren, dat pleitte voor rationele, universele rechten en de beperking van willekeurige macht, wat de weg vrijmaakte voor hervormingen onder verlicht absolutisten zoals Jozef II.
### Codificaties en de evolutie van het recht
De periode werd gekenmerkt door de codificatie van het recht, de verschriftelijking van juridische bronnen en procedures, en de opkomst van een professionele ambtelijke klasse. De invloed van het Romeinse recht, het canoniek recht, en de ideeën van juristen als Filips Wielant en Cesare Beccaria, vormden de basis voor latere juridische hervormingen en codificaties.
## Revoluties en de geboorte van nieuwe staatsconcepten
De Amerikaanse en Franse Revoluties luidden een nieuw tijdperk in voor het staats- en burgerrecht, met nadruk op fundamentele rechten, scheiding der machten en volkssoevereiniteit.
### De Verenigde Staten van Amerika
De Amerikaanse Revolutie, met haar Declaration of Independence en Constitution met Bill of Rights introduceerde concepten als federalisme, machtenscheiding (geïnspireerd door Locke en Montesquieu), en afdwingbare fundamentele rechten. Het "We, the people..." principe weerspiegelt de macht van onderop, in lijn met Rousseau's *volonté générale* [1776](#page=1776) [1787](#page=1787) [1791](#page=1791).
### De Franse Revolutie
De Franse Revolutie (1789-1799) schafte de feodaliteit, privileges en de oude staatsstructuren af, en propageerde *liberté* en *égalité*. Belangrijke realisaties waren de *Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen* de invoering van het legaliteitsbeginsel, en de codificaties zoals de Code Civil. De Franse invloed op het Belgische recht, met de invoering van Franse departementen en wetboeken, was aanzienlijk [1789](#page=1789).
### De Belgische Revolutie en de Grondwet van 1831
De Belgische Revolutie van 1830, mede ingegeven door het ongenoegen tegen het beleid van koning Willem I, leidde tot de oprichting van een onafhankelijk België met een pragmatisch conservatieve grondwet. Deze grondwet, geïnspireerd door buitenlandse voorbeelden en Belgische tradities, creëerde een parlementaire monarchie met een scheiding der machten, een sterke parlementaire controle op de uitvoerende macht, en een onafhankelijke rechterlijke macht, met erkenning van fundamentele rechten en vrijheden.
## Het recht in de twintigste eeuw: crisissen en reconstructie
De twintigste eeuw werd gekenmerkt door wereldwijde conflicten, economische crises, en ideologische strijd, die diepgaande invloed hadden op het recht en de staatsstructuren.
### Totalitaire regimes en het communisme
De opkomst van totalitaire regimes zoals het communisme in de USSR en het nazisme in Duitsland daagde het ideaal van de rechtsstaat uit. De vestiging van het Derde Rijk toonde hoe een grondwet kon worden uitgehold tot een dode letter door het misbruik van noodbevoegdheden en volkssoevereiniteit.
### België en de Wereldoorlogen
België werd tweemaal getroffen door wereldoorlogen, wat leidde tot bezetting, collaboratie, repressie en reconstructie. De impact op het recht omvatte de invoering van besluitwetten, de ontwikkeling van sociaal overleg, en een hertekening van de staatsstructuur door staatshervormingen. De taalkwestie en de Vlaamse ontvoogding speelden een cruciale rol in deze evoluties.
### De rechtsstaat: ideaal en realiteit
Het ideaal van de rechtsstaat, waarin alles door het recht wordt geregeld en de macht aan banden wordt gelegd, werd door de eeuwen heen nagestreefd, maar de realisatie ervan bleek complex. De formele rechtsstaat kan worden misbruikt, wat de noodzaak van een materiële rechtsstaat met afdwingbare fundamentele rechten en een onafhankelijke rechterlijke macht onderstreept. Internationale normen en instellingen, zoals de UVRM, EVRM en de EU, spelen een steeds belangrijkere rol bij de bescherming van deze rechten.
### Democratisering en het kiesrecht
De evolutie van het stemrecht, van cijnskiesrecht naar algemeen meervoudig stemrecht en uiteindelijk algemeen enkelvoudig stemrecht, weerspiegelt de democratisering van de samenleving. Echter, de politieke praktijk met partijpolitiek, coalitievorming en de rol van politieke partijen roept vragen op over de effectieve vertegenwoordiging en democratische legitimatie.
## Europese integratie en globalisering
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond een streven naar Europese samenwerking om toekomstige conflicten te voorkomen en economische wederopbouw te realiseren.
### De oprichting van Europese instellingen
Initiatieven zoals het Schuman-plan en de Verdragen van Rome legden de basis voor de Europese Gemeenschappen (EGKS, EEG, Euratom) en later de Europese Unie. Belangrijke figuren zoals Robert Schuman, Jean Monnet en Paul-Henri Spaak speelden een sleutelrol in dit proces. De oprichting van de Benelux en de Raad van Europa waren voorlopers van verdere integratie [1950](#page=1950) [1957](#page=1957).
### Verdere Europese ontwikkeling
De periode vanaf 1973 tot nu wordt gekenmerkt door uitbreidingen van de Unie, de invoering van de interne markt, de Europese monetaire samenwerking (vanaf EMS tot de euro), en de ontwikkeling van het Europees Parlement, het Hof van Justitie en de Europese Commissie. De Verdragen van Maastricht en latere verdragen hebben de institutionele en politieke samenwerking verder verdiept en de Europese Unie gevormd tot wat ze vandaag is. De rol van de Europese Commissie, de Raad van Ministers, het Europees Parlement en het Hof van Justitie zijn cruciaal voor het functioneren van de Unie [1992](#page=1992).
### Transatlantische en mondiale samenwerking
De Koude Oorlog stimuleerde de transatlantische samenwerking, met de oprichting van de NAVO als militair verdedigingspact. Na WO II nam ook de mondiale samenwerking toe via de Verenigde Naties (UNO) en haar dochterorganisaties, evenals via internationale verdragen en organisaties die zich richten op mensenrechten, economische samenwerking en specifieke sectoren [1949](#page=1949).
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| Metajuridica | Een metajuridische benadering houdt in dat men vanuit een ander wetenschappelijk domein naar het recht kijkt, waarbij men uit het rechtswetenschappelijk paradigma stapt om het recht met 'andere ogen' te bekijken, vaak vanuit een helikopterview op afstand. |
| Rechtsgeschiedenis | De rechtsgeschiedenis combineert de wetenschap van de geschiedenis met de wetenschap van het recht, en bestudeert de evolutie en context van juridische normen en systemen door de tijd heen. |
| Volksgeist (Volksgeest) | Het concept van de Volksgeist, ontwikkeld door Carl Friedrich von Savigny, stelt dat het recht een uitdrukking is van de geschiedenis en de wil van het volk, en dat elk land zijn eigen, nationaal gekleurde recht heeft. |
| Heuristiek | Heuristiek is de kennis en kunde van het zoeken en vinden van informatie, oftewel weten waar je iets kunt vinden om een bepaald onderwerp te onderzoeken, wat cruciaal is voor het begrijpen van historische bronnen. |
| Tempus regit actum | Dit Latijnse adagium betekent 'de tijd regelt de akte', en impliceert dat men moet kijken naar de wet die van kracht was op het moment dat de handeling of akte werd verricht, bijvoorbeeld bij het bepalen van de geldigheid van een testament. |
| Corpus Iuris Civilis | Het Corpus Iuris Civilis, samengesteld in de 6e eeuw, is een verzameling Romeinse wetgeving die een fundamentele basis vormde voor het westerse recht, bestaande uit de Codex, Digesten/Pandecten, Instituten en Novellen. |
| Canoniek recht | Canoniek recht verwijst naar het recht van de Katholieke Kerk, dat een belangrijke rol speelde in de middeleeuwen en de basis vormde voor veel juridische concepten en de ontwikkeling van universiteiten. |
| Patrimoniumgedachte | De patrimoniumgedachte beschouwt publieke macht, zoals het recht om recht te spreken of belastingen te heffen, als privébezit van de heerser, wat kon leiden tot erfenis, verkoop of oorlogen om deze 'eigendommen'. |
| Bannum | De 'bannum' was de macht van de Germaanse heerser om te bevelen, te straffen, te verbieden en te eisen, wat de basis vormde voor het recht en de publieke organisatie in die tijd. |
| Capitularia | Capitularia waren wetteksten in capitels (hoofdstukken) die door de Karolingische vorsten werden uitgevaardigd om het recht aan te vullen of te wijzigen, en zijn een belangrijke bron voor het Karolingische recht. |
| Leenrecht (Feodaliteit) | Leenrecht, ook wel feodaliteit genoemd, was een contractuele overeenkomst waarbij land of een ambt in leen werd gegeven in ruil voor militaire dienst, raad en daad, en onderhoud, wat de kern vormde van de middeleeuwse politieke en sociale structuur. |
| Justitiehand | De justitiehand, als symbool, representeert de macht van de overheid om recht te spreken en orde te handhaven, en wordt geassocieerd met het geweldmonopolie van de staat. |
| Godsvredebeweging | De godsvredebeweging was een initiatief van de Kerk vanaf de 10e eeuw om het geweld tussen verschillende vorsten en adel te beperken door middel van eden op relieken en het instellen van gewijde periodes en plaatsen waar geweld verboden was. |
| Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie | Het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie was een politieke entiteit in Centraal-Europa, bestaande uit vele vorstendommen en vrije steden, met een gekozen koning die vaak ook tot keizer werd gekroond, en werd samengehouden door het geloof en de band met de Kerk. |
| Stadsrechten | Stadsrechten waren documenten, vaak in de vorm van een keure, die aan steden werden verleend en hen een aparte juridische status, eigen rechten, regels voor bestuur en rechtspraak gaven, en waarmee ze een publiekrechtelijke rechtspersoon werden. |
| Assemblée Nationale (Nationale Vergadering) | De Nationale Vergadering, opgericht tijdens de Franse Revolutie door de Derde Stand, was een revolutionaire assemblee die zichzelf als vertegenwoordiger van de natie beschouwde en een nieuwe grondwet wilde opstellen. |
| Verlicht absolutisme | Verlicht absolutisme is een politiek systeem in de 18e eeuw waarbij vorsten, geïnspireerd door de Verlichting en het natuurrecht, hun macht vrijwillig beperkten door de rede te volgen, fundamentele mensenrechten te erkennen en te streven naar algemene welvaart, maar wel zonder inspraak van het volk. |
| Vernunftrecht (Natuurrecht) | Vernunftrecht, of natuurrecht, is het idee dat er universele basisrechten voor elke mens bestaan, afgeleid uit de rede, die de staat dient te respecteren en te waarborgen, en dat het recht rationeel en direct toepasbaar dient te zijn. |
| Decisive Constitutional Moment (DCM) | Een Decisive Constitutional Moment is een cruciaal moment in de geschiedenis waarbij bestaande machtsverhoudingen en constitutionele afspraken significant veranderen, vaak als gevolg van een crisis, en leidt tot nieuwe machtsblokken en afspraken. |
| Monsterverbond | Het Monsterverbond in het België van de 19e eeuw was een onverwachte alliantie tussen katholieken en liberalen, die zich verenigden tegen de beleidsvoering van koning Willem I, met gemeenschappelijke eisen op het gebied van persvrijheid, onderwijs en taal. |
| Rechtsstaat | Een rechtsstaat is een staat waarin alle macht, inclusief die van de overheid, wordt geregeld en beperkt door het recht, waarbij fundamentele rechten afdwingbaar zijn en de overheid zelf gebonden is aan de wet, in tegenstelling tot een machts- of politiestaat. |
| Exceptie van illegaliteit (Exceptie van onwettigheid) | De exceptie van illegaliteit is een verweermiddel waarbij een partij in een concreet geval kan aanvoeren dat een algemene regel of besluit van de overheid niet wordt toegepast omdat deze niet in overeenstemming is met de wet, wat een beperkte vorm van controle op de overheid is. |
| Besluitwetten | Besluitwetten zijn normen die tijdens een crisis of oorlog door de uitvoerende macht (regering) worden uitgevaardigd met de kracht van wet, omdat het parlement niet kan samenkomen, wat een juridische onzekerheid met zich mee kan brengen. |
| Collaboratie | Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens een oorlog, wat kan leiden tot juridische en politieke repercussies na de bevrijding, zoals strafrechtelijke vervolging of administratieve zuivering. |
| Europese Gemeenschappen (EGKS, EEG, Euratom) | De Europese Gemeenschappen, opgericht in de jaren 1950 met verdragen zoals het EGKS-verdrag en de Verdragen van Rome, vertegenwoordigen de eerste stappen richting Europese economische en politieke integratie, met instellingen zoals de Hoge Autoriteit, Raad van Ministers, Parlement en Gerechtshof. |
| Verdrag van Maastricht | Het Verdrag van Maastricht, ondertekend in 1992, markeert een belangrijke stap in de Europese integratie door de oprichting van de Europese Unie, de invoering van de euro, de versterking van democratische legitimiteit en de ontwikkeling van een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. |
| Europese Unie (EU) | De Europese Unie is een politieke en economische unie van Europese landen, voortgekomen uit de Europese Gemeenschappen, met als doel economische integratie, politieke samenwerking en de bevordering van vrede en welzijn onder haar lidstaten. |