Cover
ابدأ الآن مجانًا IR 1.pdf
Summary
# De gelaagde rechtsorde van publiekrecht
Dit onderwerp verkent de structuur van publiekrecht met verschillende bestuursniveaus, van lokaal tot internationaal en Europees, en benadrukt hoe deze lagen met elkaar interageren.
### 1.1 Structuur van de gelaagde rechtsorde
Publiekrecht kent vandaag de dag meerdere lagen van regelgeving, uitgeoefend op verschillende bestuursniveaus. Deze niveaus interageren voortdurend met elkaar. De hiërarchie van deze niveaus kan als volgt worden voorgesteld [2](#page=2):
* Internationaal bestuursniveau [2](#page=2) [3](#page=3).
* Europees bestuursniveau (EU) [2](#page=2) [3](#page=3).
* Federaal bestuursniveau [2](#page=2) [3](#page=3).
* Vlaams bestuursniveau [2](#page=2) [3](#page=3).
* Lokaal bestuursniveau [2](#page=2) [3](#page=3).
Brussel wordt als voorbeeld genoemd van een stad die fungeert als diplomatieke hoofdstad van de wereld, alsook zetel van de Europese Unie en NAVO [2](#page=2).
#### 1.1.1 Interactie tussen de bestuursniveaus
De verschillende lagen van publiekrecht interageren met elkaar. Dit betekent dat normen en bepalingen van een hoger niveau (bijvoorbeeld Europees recht) kunnen worden ingeroepen binnen een lagere rechtsorde (bijvoorbeeld de federale rechtsorde) [2](#page=2).
> **Tip:** Het is essentieel om de interactie tussen deze bestuursniveaus te begrijpen, aangezien dit cruciaal is voor het oplossen van juridische casussen en het geven van correct advies [2](#page=2).
### 1.2 Internationaal en Europees recht
#### 1.2.1 De Raad van Europa en het EVRM
De Raad van Europa is een van de eerste Europese organisaties die na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht met als doel de bescherming van democratie en mensenrechten. In 1950 werd het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) opgesteld, dat geldt voor alle landen van Europa. De Raad van Europa telt 46 lidstaten, wat meer is dan de 27 lidstaten van de Europese Unie [5](#page=5).
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens handhaaft het EVRM en dit Hof past een dynamische interpretatie toe op het verdrag. Het EVRM heeft directe werking in de Belgische rechtsorde, waardoor particulieren zich rechtstreeks kunnen beroepen op het verdrag voor de nationale rechter [5](#page=5).
> **Example:** Een bekend voorbeeld van de toepassing van artikel 8 EVRM (recht op privé- en familieleven) is een mijlpaalarmest vorig jaar over klimaatverandering, waarbij Zwitserland werd veroordeeld omdat het onvoldoende maatregelen nam om haar bevolking te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Het Hof oordeelde dat de schending van het gezinsleven voortkwam uit het nalaten van adequate bescherming tegen klimaatverandering [5](#page=5).
Een ander belangrijk arrest betrof Italië, waarbij de Italiaanse kustwacht vluchtelingen terugduwde naar Libië, waar op dat moment oorlog woedde. Het Hof veroordeelde Italië wegens schending van artikel 3 EVRM (verbod op foltering en onmenselijke behandeling), aangezien de kustwacht onderdeel is van de Italiaanse overheid en rechtsmacht uitoefent, zelfs op de Middellandse Zee [5](#page=5).
#### 1.2.2 Het recht van de Europese Unie
De Europese Unie oefent bevoegdheden uit op het gebied van veiligheid, recht en vrijheid (freedom, security and justice). Dit omvat ook bevoegdheden betreffende vluchtelingen [5](#page=5).
> **Example:** Het statuut van Oekraïense vluchtelingen in Europa is een voorbeeld van EU-recht. Er is een richtlijn aangenomen die tijdelijke bescherming biedt. In het verleden, zoals bij de Joegoslavische oorlogen in de jaren '90, zag men ook grote vluchtelingenstromen. De bescherming voor Oekraïense vluchtelingen wordt als sterker beschouwd [5](#page=5).
### 1.3 Impact van verschillende bestuursniveaus op specifieke beleidsterreinen
Zelfs op gebieden zoals onderwijs en cultuur, die typisch tot de bevoegdheden van de Vlaamse overheid behoren, hebben vluchtelingen recht op gelijke behandeling. Dit illustreert verder hoe alle niveaus uitspraken doen en beleid voeren dat invloed heeft op het publiekrecht [5](#page=5).
> **Tip:** Bij het analyseren van juridische vraagstukken is het cruciaal om het gehele plaatje te zien en de interactie tussen de verschillende bestuursniveaus en rechtsordes te evalueren [5](#page=5).
---
# Internationale en Europese recht op het gebied van vluchtelingen en gezondheid
Dit thema onderzoekt de juridische kaders op internationaal en Europees niveau die van toepassing zijn op vluchtelingen en de gezondheid, met specifieke aandacht voor de impact van gebeurtenissen zoals pandemieën en de rol van internationale organisaties [4](#page=4) [5](#page=5) [6](#page=6) [7](#page=7).
### 2.1 Internationale en Europese recht rond vluchtelingen
#### 2.1.1 Internationale rechtskaders voor vluchtelingen
Het internationale recht definieert een vluchteling primair door middel van de Conventie van Genève uit 1951. Een vluchteling is iemand die zijn of haar land heeft verlaten omdat bescherming door de eigen staat niet meer kan of wil worden ingeroepen, meestal vanwege politieke of religieuze overtuigingen, en niet vanwege economische redenen. Economische migranten vallen niet onder dit verdrag. Het vluchtelingenverdrag van 1951, uitgebreid tot wereldwijd niveau door het Protocol van New York in de jaren 60, verleent vluchtelingen rechten zoals het recht op arbeid, gelijke beloning en toegang tot onderwijs. Het doel is een zo goed mogelijke integratie [4](#page=4).
#### 2.1.2 Europees recht en vluchtelingen
Op Europees niveau speelt de Raad van Europa, opgericht na WOII ter bescherming van democratie en mensenrechten, een belangrijke rol. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), gesloten in 1950, geldt voor alle lidstaten van de Raad van Europa, die met 46 lidstaten groter is dan de EU. Het EVRM wordt afgedwongen door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), dat het verdrag dynamisch interpreteert [5](#page=5).
Het EVRM heeft directe werking in de Belgische rechtsorde, waardoor particulieren zich op nationale rechters kunnen beroepen. Voorbeelden van relevante jurisprudentie zijn de zaak waarin Zwitserland werd veroordeeld wegens het onvoldoende beschermen van burgers tegen klimaatverandering onder artikel 8 EVRM en de zaak waarin Italië werd veroordeeld omdat de kustwacht vluchtelingen terugduwde naar Libië, een schending van artikel 3 EVRM [5](#page=5).
De Europese Unie (EU) heeft bevoegdheden op het gebied van veiligheid, recht en vrijheid, inclusief vluchtelingenbeleid. De EU heeft een statuut voor Oekraïense vluchtelingen ingesteld via een richtlijn voor tijdelijke bescherming, wat een sterker en beter beschermd statuut biedt dan in eerdere crisissituaties, zoals de Kosovaarse vluchtelingen in de jaren 90. Op Vlaams niveau is er regelgeving betreffende onderwijs en cultuur voor vluchtelingen, die recht op gelijke behandeling garandeert [5](#page=5).
> **Tip:** Het is cruciaal om de interactie tussen de verschillende juridische niveaus (internationaal, Europees door Raad van Europa en EU, en nationaal/regionaal) te begrijpen voor een compleet beeld van vluchtelingenrecht [5](#page=5).
### 2.2 Internationale en Europese recht rond gezondheid en pandemieën
#### 2.2.1 Internationale kaders voor gezondheid
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is een sleutelspeler op het gebied van internationale gezondheidsregelgeving, met de Internationale Gezondheidsregeling als belangrijk instrument. Een nieuw pandemieverdrag, ter verbetering van de snelheid en efficiëntie in de aanpak van toekomstige pandemieën, is recent aangenomen en treedt in werking in 2025. Dit verdrag beoogt een betere internationale samenwerking bij de opkomst van nieuwe varianten [6](#page=6).
#### 2.2.2 Europese kaders voor gezondheid
De Raad van Europa heeft een 'Mensenrechten en covid-19'-toolkit uitgebracht die richtlijnen geeft voor vrijheidsbeperkende maatregelen. Dergelijke maatregelen mogen slechts gerechtvaardigd zijn bij een dwingende maatschappelijke noodzaak, moeten evenredig zijn aan het nagestreefde doel (proportionaliteitseis) en minder ingrijpende alternatieven moeten ontoereikend zijn (subsidiariteitseis). De Raad van Europa benadrukt dat de duur van deze maatregelen beperkt moet blijven tot het moment waarop het besmettingsgevaar voldoende is ingedamd [6](#page=6) [7](#page=7).
De Europese Unie (EU) heeft bevoegdheden op het gebied van volksgezondheid die voornamelijk ondersteunend, coördinerend of aanvullend van aard zijn, zoals vastgelegd in artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). De EU kan de wetgeving van lidstaten op dit gebied niet harmoniseren, wat de impact van de EU tijdens de COVID-19-pandemie beperkte, met name toen lidstaten hun grenzen sloten, wat de interne markt belemmerde [6](#page=6) [7](#page=7).
Ondanks deze beperkingen heeft de Eerste Von Der Leyen Commissie maatregelen genomen, zoals de gezamenlijke aankoop van vaccins voor de gehele EU, gebaseerd op artikel 2.2.2 VWEU. Binnen het kader van de Europese Gezondheidsunie zijn er wetgevende initiatieven, waaronder een verordening die de EU een sterkere rol geeft bij grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen en die de mandaten van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) versterkt. Het Besluit 1082/2013/EU geeft de EU-instellingen een aanvullende rol bij de coördinatie van acties van lidstaten bij gezondheidsbedreigingen, waarbij het ECDC risicobeoordelingen en surveillance uitvoert en richtlijnen geeft, terwijl het Gezondheidsbeveiligingscomité (HSC) verantwoordelijk is voor de coördinatie van reacties tijdens crises [6](#page=6) [7](#page=7).
> **Tip:** De bevoegdheidsverdeling binnen de EU op het gebied van volksgezondheid is complex, met lidstaten die deze bevoegdheden liever zelf behouden [6](#page=6) [7](#page=7).
#### 2.2.3 Bevoegdheidsverdeling in België tijdens COVID-19
De COVID-19-pandemie heeft de complexe bevoegdheidsverdeling in België op de proef gesteld. Contactopsporing en de verwerking van persoonsgegevens in de Sciensano-databank, evenals de werking van contactcentra en de corona-app, vielen grotendeels onder de gemeenschapsbevoegdheid voor preventieve gezondheidszorg. Echter, de verwerking van persoonsgegevens in de databank raakte ook federale bevoegdheden inzake wetenschappelijk onderzoek. Een integrale, landelijke aanpak van contactopsporing vereiste samenwerking tussen de verschillende overheden, wat resulteerde in een samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 betreffende de Sciensano-databank en het contactonderzoek [8](#page=8).
---
# Evolutie van internationaal recht: van coëxistentie naar integratie
Dit onderwerp traceert de historische ontwikkeling van het internationaal recht, beginnend bij het principe van statelijke soevereiniteit na de Vrede van Westfalen tot aan de complexere structuren van internationale organisaties en de Europese integratie, met aandacht voor recente ontwikkelingen zoals Brexit.
### 3.1 De oorsprong: coëxistentie en de Vrede van Westfalen
Het internationaal recht vindt zijn oorsprong in de behoefte aan regulering van de relaties tussen soevereine staten. Het kernbegrip hierbij is **soevereiniteit**, wat inhoudt dat elke staat gezag uitoefent over zijn grondgebied en bevolking. Deze soevereiniteit wordt als **horizontaal** beschouwd, wat betekent dat staten in principe als gelijken aan elkaar worden erkend. De Vrede van Westfalen in 1648 markeert een cruciaal moment, waarbij de moderne natiestaat centraal kwam te staan en de basis werd gelegd voor de moderne internationale orde [9](#page=9).
### 3.2 Van coëxistentie naar coöperatie: de eerste internationale organisaties
Na de verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog ontstond de behoefte aan nieuwe mechanismen om conflicten te voorkomen en samenwerking te bevorderen. Dit leidde tot de oprichting van de **Volkenbond** in 1919, voortkomend uit de vredesconferentie van Parijs. Hoewel de Volkenbond uiteindelijk faalde en de kiemen voor de Tweede Wereldoorlog legde, was het de eerste wereldorganisatie die tot doel had nieuwe oorlogen te voorkomen. Een andere belangrijke internationale organisatie die in 1919 werd opgericht, was de **Internationale Arbeidsorganisatie**, een van de oudste VN-organisaties, gericht op het vaststellen van gemeenschappelijke arbeidsnormen ter bescherming van werknemers. Deze periode luidt een nieuwe fase in van **coöperatie**, waarbij landen het besef kregen dat bepaalde problemen internationale samenwerking vereisen [9](#page=9).
### 3.3 De naoorlogse periode en de opkomst van integratie
Na de Tweede Wereldoorlog werd in 1945 de **Verenigde Naties (VN)** opgericht als opvolger van de Volkenbond, met als doel de internationale vrede en veiligheid te handhaven (#page=9, 10). Een belangrijk beginsel dat in het Handvest van de VN werd vastgelegd, is het verbod op agressie [10](#page=10) [9](#page=9).
Een significante ontwikkeling richting **integratie** vond plaats in Europa. In 1951 werd de **Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)** opgericht. Dit werd gevolgd door de ondertekening van de Verdragen van Rome in 1957, die leidden tot de oprichting van de **Europese Economische Gemeenschap (EEG)** en Euratom. De aanpak van de Europese integratie is **supranationaal**, wat betekent dat lidstaten een deel van hun soevereiniteit overdragen aan Europese instellingen die eigen bevoegdheden krijgen. Dit markeert een verdergaande vorm van samenwerking dan louter coöperatie [10](#page=10).
> **Tip:** Het onderscheid tussen coëxistentie (vreedzaam naast elkaar bestaan), coöperatie (samenwerken aan gemeenschappelijke doelen) en integratie (overdracht van soevereiniteit aan gemeenschappelijke organen) is cruciaal voor het begrijpen van de evolutie van internationaal recht.
### 3.4 Recente ontwikkelingen en de uitdaging van desintegratie
Tot 2015 leek de Europese eenwording een onomkeerbare opgaande lijn te volgen. De situatie veranderde echter met het **Brexit-referendum** in 2016, waarbij een meerderheid van de Britten stemde voor een vertrek uit de Europese Unie. Dit was een aanzienlijk verlies voor de EU, maar heeft ook geleid tot interne versterking en een behoud van de eenheid onder de overgebleven lidstaten. Sommige politici suggereren dat Europa juist sterker wordt in tijden van crisis. Dit fenomeen kan worden gezien als een vorm van **desintegratie** binnen het bredere Europese integratieproces [10](#page=10).
### 3.5 Structuur van het vak en examen
Het vak is opgebouwd rond drie kernconcepten:
* **Recht van co-existentie:** Dit omvat de basiskenmerken van internationaal recht, bronnen, subjecten, jurisdictie en geschillenbeslechting [11](#page=11).
* **Recht van co-operatie:** Dit behandelt intergouvernementele organisaties, algemene aspecten, de VN-familie, de Wereldhandelsorganisatie en regionale organisaties in Europa [11](#page=11).
* **Recht van integratie:** Dit richt zich op het Europese integratieproces, de actoren en instellingen, bevoegdheden en rechtsbronnen, besluitvorming en rechtsbescherming, met het Europees Hof van Justitie in Luxemburg als een belangrijk orgaan met verplichte rechtsmacht (#page=10, 11) [10](#page=10) [11](#page=11).
Het examen zal voornamelijk gebaseerd zijn op casussen, waarbij het internationaal recht deel open boek is en het Europees recht deel gesloten boek. Het is belangrijk om het meest recente studiemateriaal te gebruiken, zoals de 4e editie van "Internationaal Recht in Kort Bestek" [11](#page=11).
---
# Kenmerken en functies van internationaal recht
Internationaal recht kent specifieke kenmerken en vervult diverse functies die essentieel zijn voor de ordening van internationale betrekkingen.
## 4 Kenmerken en functies van internationaal recht
Internationaal recht regelt de betrekkingen tussen staten, internationale organisaties en, in toenemende mate, natuurlijke en rechtspersonen. Het hoofddoel is het ordenen, coördineren en samenwerken binnen de internationale gemeenschap [13](#page=13) [14](#page=14).
### 4.1 Functies van internationaal recht
Internationaal recht vervult drie hoofdfuncties:
#### 4.1.1 Ordeningsfunctie
Deze functie omvat het afbakenen van de bevoegdheid van internationale rechtssubjecten. Dit gebeurt door [15](#page=15):
* **Ratione territorii**: afbakening van territorium, inclusief maritieme en luchtgrenzen, zodat staten weten waar zij mogen optreden [15](#page=15).
* **Ratione temporis**: het bepalen van de geldende rechtsregels in de tijd, met de evolutie van politieke landkaarten en juridische problematiek in ogenschouw nemend [15](#page=15).
* **Ratione personae**: het regelen van extraterritoriale jurisdictie met betrekking tot eigen onderdanen in het buitenland en immuniteiten [15](#page=15).
* **Ratione materiae**: de bevoegdheid met betrekking tot het onderwerp, zoals de beperkte, door lidstaten toegewezen bevoegdheden van de EU [15](#page=15).
#### 4.1.2 Regelen van coëxistentie
Deze functie richt zich op het vreedzaam naast elkaar samenleven van internationale rechtssubjecten. Dit omvat [16](#page=16):
* **Geschillenbeslechting en -preventie**: mechanismen om conflicten vreedzaam op te lossen [16](#page=16).
* **Gebruik van geweld**: regels die het gebruik van geweld reguleren, onderverdeeld in *jus ad bellum* (legaliteit van geweldgebruik) en *jus in bello* (regels tijdens een oorlog, zoals het onderscheid tussen militairen en burgers) [16](#page=16).
* **Gebruik van grondgebied**: ervoor zorgen dat het gebruik van grondgebied geen nadelige gevolgen heeft voor andere staten [16](#page=16).
* **Diplomatieke en consulaire betrekkingen**: het belang van diplomaten voor het maken van compromissen en het onderhouden van relaties [16](#page=16).
* **Staatsaansprakelijkheid**: het recht op schadeloosstelling voor staten die nadeel ondervinden van fouten begaan door andere staten [16](#page=16).
#### 4.1.3 Regelen van internationale samenwerking
Deze functie faciliteert de samenwerking tussen internationale rechtssubjecten. Dit gebeurt via [17](#page=17):
* **Mondiale en regionale organisaties**: er zijn honderden internationale instellingen op universeel en regionaal niveau [17](#page=17).
* **Specifieke rechtsdomeinen**: zoals mensenrechten, milieurecht en handelsrecht, die zich in de tweede helft van de 20e eeuw sterk hebben ontwikkeld [17](#page=17).
* **Vormen van samenwerking**: variërend van coöperatie en integratie tot global governance [17](#page=17).
### 4.2 Kenmerken van internationaal recht
Internationaal recht onderscheidt zich van nationaal recht door enkele fundamentele kenmerken:
#### 4.2.1 Geen centrale wetgever
Er is geen wereldwetgever zoals de Algemene Vergadering van de VN, die weliswaar autoriteit geniet maar geen bindende uitspraken kan doen. Staten zijn zowel wetgever als wetsonderhorige, gebaseerd op het beginsel van "soevereine gelijkheid". Staten kunnen vrijwillig deelnemen aan internationale rechtsvorming. Uitzonderingen hierop zijn *jus cogens* en internationaal gewoonterecht [18](#page=18).
#### 4.2.2 Geen centrale rechter
Hoewel er een Internationaal Gerechtshof (IGH) bestaat, is de rechtsmacht ervan niet verplicht. Staten moeten de rechtsmacht van het IGH expliciet erkennen om aan zijn oordeel onderworpen te zijn. Er is echter een opkomst van verplichte rechtsmacht bij regionale en gespecialiseerde hoven, zoals het Hof van Justitie van de EU (HvJ EU), het WTO Orgaan voor Geschillenbeslechting (DSB) en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) [19](#page=19).
#### 4.2.3 Geen uitgewerkt stelsel voor rechtshandhaving en -afdwinging
Er is geen wereldpolitieagent of wereldregering. De VN-Veiligheidsraad speelt een rol bij collectieve handhaving, maar de effectiviteit ervan kan variëren. Rechtsafdwinging is gedecentraliseerd en horizontaal. Eigenrichting ("self-help") is tussen staten wel toegestaan, zij het met beperkingen, in tegenstelling tot nationale rechtsordes. Prikkels voor naleving zijn vaak gebaseerd op eigenbelang en diplomatieke conventies [20](#page=20).
#### 4.2.4 Sterke afhankelijkheid van nationale rechtsordes voor tenuitvoerlegging
De effectieve tenuitvoerlegging van internationaal recht is sterk afhankelijk van de nationale rechtsordes. Dit leidt tot het onderscheid tussen monisme, waarbij internationaal recht deel uitmaakt van de nationale rechtsorde en direct kan worden ingeroepen, en dualisme, waarbij internationaal recht eerst omgezet moet worden door nationale wetgeving. Het HvJ EU heeft een uitzonderlijke rol gespeeld met de leerstukken van directe werking (bv. *Van Gend & Loos*) en voorrang van Europees recht (bv. *Costa v ENEL*) [21](#page=21) [22](#page=22).
#### 4.2.5 Uiterst gedifferentieerd recht
Internationaal recht bestrijkt een breed scala aan rechtsdomeinen (*ratione materiae*) en kent verschillende werkingssferen (*ratione territorii*). Men kan onderscheiden [23](#page=23):
* **Algemeen/universeel internationaal recht**: zoals verdragsrecht, jurisdictie en staatsaansprakelijkheid [23](#page=23).
* **Regionaal internationaal recht**: zoals het recht van de EU, het EVRM en inter-Amerikaanse conventies [23](#page=23).
* **Bijzonder internationaal recht**: gebaseerd op de praktijk van internationale organisaties, zoals het VN-Handvest [23](#page=23).
De diversiteit aan subtakken kan leiden tot fragmentatie van het internationaal recht, wat potentiële conflicten tussen rechtsgebieden kan veroorzaken [24](#page=24).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Multilateralisme | Een systeem of beleid dat gericht is op samenwerking en coördinatie tussen meerdere landen of internationale actoren om gemeenschappelijke doelen te bereiken en mondiale uitdagingen aan te pakken. |
| Geopolitieke spanningen | Conflicten en rivaliteiten tussen staten of groepen van staten die voortkomen uit de interactie tussen aardrijkskunde, politiek en machtsverhoudingen op internationaal niveau. |
| Publiekrecht | Het rechtsgebied dat de relaties regelt tussen de overheid en burgers, evenals de organisatie en bevoegdheden van de overheid zelf, inclusief bestuursrecht, strafrecht en constitutioneel recht. |
| Gelaagde rechtsorde | Een juridisch systeem waarin verschillende niveaus van regelgeving en autoriteit naast elkaar bestaan en met elkaar interageren, zoals het internationale, Europese, federale, regionale en lokale niveau. |
| Conventie van Genève | Een reeks internationale verdragen die de rechten en de bescherming van personen die door oorlog of vervolging hun land ontvluchten, vastleggen, met name de Conventie van 1951 betreffende de status van vluchtelingen. |
| EVRM | Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, een internationaal verdrag dat door de Raad van Europa is opgesteld om fundamentele mensenrechten en vrijheden te beschermen in de aangesloten lidstaten. |
| EHRM | Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, een rechterlijk orgaan dat toezicht houdt op de naleving van het EVRM door de lidstaten en waar individuen na uitputting van nationale rechtsmiddelen terecht kunnen. |
| VWEU | Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, een van de belangrijkste verdragen van de EU, waarin de bevoegdheden, beleidsterreinen en de werking van de Europese instellingen en lidstaten worden vastgelegd. |
| Grondrechtenhandvest | Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat de burgerrechten en fundamentele vrijheden van de burgers van de EU beschermt en juridisch bindend is. |
| Richtlijnen | Een type EU-wetgeving die een doelstelling voor de lidstaten vastlegt, maar hen de vrijheid laat om de vorm en de middelen te kiezen om dit doel te bereiken, met een deadline voor implementatie. |
| Schengen | Een gebied dat bestaat uit 26 Europese landen die hun interne grenzen hebben afgeschaft en gemeenschappelijke visum-, asiel- en politiële regels hanteren voor grensoverschrijdend verkeer. |
| Internationale Gezondheidsregeling | Een juridisch bindend instrument van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat een kader biedt voor internationale samenwerking bij het voorkomen en bestrijden van de internationale verspreiding van ziekten en andere gezondheidsrisico"s. |
| Pandemieverdrag | Een nog op te stellen internationaal verdrag dat beoogt de wereldwijde paraatheid en respons op toekomstige pandemieën te verbeteren door middel van gecoördineerde actie en samenwerking tussen landen. |
| Europese Gezondheidsunie | Een initiatief van de Europese Unie gericht op het versterken van de gezondheidszorgsystemen binnen de EU en het verbeteren van de coördinatie en respons op grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen. |
| EMA | Europees Geneesmiddelenbureau, het agentschap van de EU dat verantwoordelijk is voor de wetenschappelijke evaluatie, toezicht en regulering van geneesmiddelen die in de EU worden gebruikt. |
| ECDC | Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, een agentschap van de EU dat de EU-lidstaten voorziet van informatie en expertise op het gebied van infectieziekten om de volksgezondheid te beschermen. |
| Sciensano | Het Belgisch Federaal Kenniscentrum voor de gezondheid, dat onderzoek uitvoert en advies geeft op het gebied van volksgezondheid, diergezondheid en voedselveiligheid. |
| Soevereiniteit | Het hoogste en exclusieve gezag van een staat over zijn eigen grondgebied en bevolking, zonder inmenging van externe machten. |
| Vrede van Westfalen | Een reeks vredesverdragen uit 1648 die een einde maakten aan de Dertigjarige Oorlog en de Tachtigjarige Oorlog, en die worden beschouwd als een belangrijk moment in de ontwikkeling van de moderne natiestaat en het internationale recht. |
| Volkenbond | Een internationale organisatie opgericht na de Eerste Wereldoorlog, met als doel het voorkomen van toekomstige oorlogen door middel van collectieve veiligheid en diplomatie, maar uiteindelijk mislukt in haar opzet. |
| Verenigde Naties (VN) | Een internationale organisatie opgericht in 1945 na de Tweede Wereldoorlog, met als doel het handhaven van internationale vrede en veiligheid, het bevorderen van vriendschappelijke betrekkingen tussen landen en het bevorderen van internationale samenwerking. |
| Europese Economische Gemeenschap (EEG) | De voorloper van de Europese Unie, opgericht in 1957 met als doel het creëren van een gemeenschappelijke markt tussen de lidstaten door middel van het wegnemen van handelsbelemmeringen en het harmoniseren van economisch beleid. |
| Brexit | De terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, die voortkwam uit een referendum in 2016 en die ingrijpende politieke, economische en sociale gevolgen heeft gehad. |
| Coëxistentie | Het naast elkaar bestaan van verschillende staten of entiteiten, waarbij elk zijn eigen soevereiniteit behoudt, maar wel regels van interactie naleeft. |
| Coöperatie | Samenwerking tussen staten om gemeenschappelijke problemen aan te pakken of doelen te bereiken, vaak via intergouvernementele organisaties. |
| Integratie | Een proces waarbij staten een deel van hun soevereiniteit overdragen aan supranationale instellingen om een diepere politieke en economische eenheid te vormen, zoals in de Europese Unie. |
| Volksrecht | De Nederlandse benaming voor internationaal publiekrecht. |
| Internationaal Gerechtshof (IGH) | Het belangrijkste gerechtelijke orgaan van de Verenigde Naties, gevestigd in Den Haag, dat geschillen tussen staten beslecht op basis van internationaal recht. |
| HvJ EU | Het Hof van Justitie van de Europese Unie, het hoogste gerechtelijke orgaan van de EU, dat zorgt voor de uniforme interpretatie en toepassing van het EU-recht. |
| WTO Orgaan voor Geschillenbeslechting (DSB) | Het mechanisme binnen de Wereldhandelsorganisatie dat is ingesteld om handelsgeschillen tussen lidstaten op te lossen volgens de regels van de WTO-overeenkomsten. |
| Monisme | Een juridische doctrine die stelt dat internationaal recht en nationaal recht deel uitmaken van één enkel rechtsstelsel, waarbij internationaal recht direct toepasbaar kan zijn in de nationale rechtsorde. |
| Dualisme | Een juridische doctrine die stelt dat internationaal recht en nationaal recht gescheiden rechtsstelsels zijn, waarbij internationaal recht eerst omgezet moet worden in nationaal recht door de wetgever om toepasbaar te zijn. |
| Directe werking | Het beginsel binnen het EU-recht dat stelt dat bepaalde bepalingen van EU-recht direct rechten en plichten creëren voor individuen, die zij voor de nationale rechter kunnen inroepen. |
| Voorrang van Europees recht | Het beginsel binnen het EU-recht dat stelt dat EU-recht prevaleert boven strijdig nationaal recht van de lidstaten, zelfs als het nationale recht later is vastgesteld. |
| Fragmentatie | Het proces waarbij specifieke rechtsgebieden binnen het internationale recht zich ontwikkelen tot gespecialiseerde en soms autonome takken, wat kan leiden tot potentiële conflicten tussen deze gebieden. |
| Jus cogens | Dwingend internationaal recht, regels die zo fundamenteel zijn dat geen enkele staat er vanaf kan wijken, zelfs niet door verdrag. |
| Internationaal gewoonterecht | Rechtsregels die ontstaan uit een algemene en consistente praktijk van staten, die zij als juridisch verplichtend beschouwen. |