Cover
ابدأ الآن مجانًا Cursus_versie_09_25.pdf
Summary
## Inleiding tot de deontologie van de juridische beroepen
Elke jurist die na zijn studies een juridisch beroep uitoefent, moet niet alleen zijn juridische kennis en vaardigheden toepassen, maar ook rekening houden met specifieke gedragsregels die de wijze van beroepsuitoefening bepalen. Deze regels, gezamenlijk bekend als deontologie, zijn cruciaal voor het waarborgen van het vertrouwen van zowel de rechtzoekende als de maatschappij in de juridische beroepen [ ](#page=9). De deontologie omvat een reeks normen en waarden die het gedrag van magistraten, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, griffiers en bedrijfsjuristen sturen, zowel in hun professionele als in hun privéleven [ ](#page=10) [10](#page=10) [9](#page=9).
### Situering en begripsomschrijving
De deontologie omvat de regels die de maatschappelijk verantwoorde vervulling van de taken door juridische dienstverleners waarborgen. Deze regels kunnen geschreven zijn in internationale verdragen, nationale wetten of ongeschreven zijn, waarbij de basisregel van het strafrecht dat er geen misdrijf of straf is zonder geschreven wet ('Nullum crimen sine lege' en 'Nulla poena sine lege') niet van toepassing is op deontologie [ ](#page=13). De naleving van deontologische regels is essentieel voor het leiden van de juridische beroepen in goede banen en fungeert als "vangrails" voor de aanzienlijke macht die deze beroepen genieten [ ](#page=9) [13](#page=13) [9](#page=9).
### Doelstellingen van de deontologie
De deontologische regels hebben tot doel drie niveaus van bescherming te garanderen [ ](#page=11) [11](#page=11):
* **Voorkomen van eigenbelang:** Beletten dat juridische dienstverleners te veel door eigenbelang worden meegesleept (bv. het verbod op 'pactum de quota litis').
* **Voorkomen van overmatige identificatie met het cliëntbelang:** Beletten dat dienstverleners zich te veel identificeren met het belang van de rechtzoekende, wat de maatschappelijke verantwoordelijkheidszin in het gedrang zou brengen.
* **Evenwicht tussen cliënt- en maatschappelijk belang:** Beletten dat dienstverleners te veel rekening houden met het maatschappelijk belang op korte termijn ten koste van de loyaliteit tegenover de rechtzoekende.
### Historische veranderlijkheid en bestaansreden
Deontologische regels zijn historisch veranderlijk en gebonden aan maatschappelijke zeden en technische evoluties. Fenomenen zoals globalisering, specialisatie, mediatisering en commercialisering, alsook de Europese regelgeving, hebben de invulling van deontologische plichten fundamenteel beïnvloed [ ](#page=12). De noodzaak van een welomlijnde deontologie is groter naarmate een beroep een grotere impact heeft op het maatschappelijk leven, wat verklaart waarom juridische beroepen, gezien hun cruciale rol in de rechtsbedeling en hun monopoliepositie, aan strikte gedragsregels zijn onderworpen [ ](#page=12). Het vertrouwen van de rechtzoekende in de rechtsbedeling is hierbij een centraal aspect [ ](#page=13) [12](#page=12) [13](#page=13).
### Onderscheid tussen deontologie en tucht
Deontologie omvat de gedragsregels die de beroepsuitoefening beheersen, terwijl tucht het instrument is om overtredingen van deze normen te sanctioneren. Tucht is een onderdeel van deontologie en richt zich op de bestraffing van inbreuken, de bevoegde organen, de procedures en de mogelijke straffen [ -14](#page=13-14) [13](#page=13).
### Onderscheid tussen tucht en strafrecht
Strafrecht omvat regels over misdrijven en straffen, met het principe 'nullum crimen sine lege'. Tuchtrecht daarentegen kan ook ongeschreven normen bestraffen met tuchtsancties, en de keuze van de straf is flexibeler. Tuchtprocedures moeten echter voldoen aan de basisvereisten van artikel 6 EVRM [ ](#page=15) [15](#page=15).
### Bronnen van deontologische regels
De deontologische regels vinden hun oorsprong in diverse bronnen, waaronder internationale en supranationale verdragen (zoals het EVRM), de Grondwet, het Gerechtelijk Wetboek, bijzondere wetten, koninklijke besluiten en zelfreglementering door beroepsorganisaties. Veel regels zijn echter ook ongeschreven [ ](#page=16) [16](#page=16).
## Deontologie van de Magistraat
### Inleiding
De zaak Dutroux heeft geleid tot een diepgaand verlies van vertrouwen in de rechterlijke macht, wat een hernieuwde aandacht voor toezicht op de werking van de rechterlijke macht vereist. De kritische ingesteldheid van de burger en de media-aandacht dragen bij aan deze problematiek [ ](#page=23) [23](#page=23).
### Juridische plichten van de magistraat
* **Eerbied voor het beschikkingsbeginsel** [ ](#page=25) [25](#page=25):
* **Ten aanzien van het gevorderde:** De rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd ('ultra petita'), behalve bij dwangsommen. Verbetering van materiële fouten is mogelijk [ -26](#page=25-26) [25](#page=25).
* **Ten aanzien van de feiten:** De rechter mag alleen oordelen op basis van feiten die door partijen worden voorgelegd en niet op basis van persoonlijke kennis, tenzij het algemeen bekende feiten betreft [ -28](#page=26-28) [26](#page=26).
* **Ten aanzien van het recht:** De rechter past de rechtsregels toe, maar mag het voorwerp of de oorzaak van de vordering niet wijzigen [ ](#page=28) [28](#page=28).
* **Eerbied voor het recht van verdediging** [ ](#page=28): De rechter moet de tegensprekelijkheid van debatten en het principe van "hoor en wederverhoor" respecteren in alle fasen van de procedure. Dit omvat ambtshalve onderzoek van bevoegdheid, correcte dagvaarding en het weren van conclusies die buiten de termijn zijn ingediend [ -31](#page=28-31). Een te actieve rechterlijke opstelling kan een schijn van partijdigheid creëren [ ](#page=30) [28](#page=28) [30](#page=30).
* **Uitspraak binnen een redelijke termijn** [ ](#page=31) [31](#page=31):
* **Principe:** De uitspraak dient binnen één maand na het sluiten van de debatten te geschieden (art. 770 Ger.W.).
* **Sancties:** Tuchtrechtelijke sancties en onttrekking van de zaak aan de rechter zijn mogelijk bij langdurige vertraging [ -33](#page=32-33) [32](#page=32).
* **Overschrijding van de redelijke termijn:** Dit kan leiden tot aansprakelijkheid van de Belgische Staat wegens schending van artikel 6 EVRM [ -35](#page=34-35) [34](#page=34).
* **Rechtsweigering:** Dit houdt in dat de rechter weigert recht te spreken onder enig voorwendsel. Indien de rechter weigert recht te spreken, kan hij persoonlijk worden aangesproken en kan dit leiden tot strafrechtelijke sancties [ -36](#page=35-36) [35](#page=35).
* **Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat:** In beginsel is de magistraat persoonlijk niet aansprakelijk voor fouten in zijn beslissingen. De Staat kan echter wel aansprakelijk worden gesteld voor ambtsfouten van magistraten [ -38](#page=36-38) [36](#page=36).
* **Motiveringsplicht en openbaarheid van de uitspraak:** Elk vonnis moet met redenen omkleed zijn en in openbare zitting worden uitgesproken (art. 149 Gw.). De motivering is een waarborg tegen willekeur [ -39](#page=38-39) [38](#page=38).
### Deontologische plichten van de magistraat
* **Onafhankelijkheid** [ ](#page=45): Magistraten moeten hun beslissingen in alle onafhankelijkheid nemen, zonder beperkingen of druk van externe autoriteiten. Dit principe is gewaarborgd door internationale verdragen, de Grondwet en de organisatie van de rechterlijke macht [ -53](#page=45-53) [45](#page=45).
* **Onpartijdigheid** [ ](#page=56): Dit houdt in dat de magistraat onbevooroordeeld en onvooringenomen is en dit ook moet blijken. Een onderscheid wordt gemaakt tussen objectieve (gerechtvaardigde twijfel bij partijen) en subjectieve (persoonlijke overtuiging) onpartijdigheid [ -63](#page=56-63). Onverenigbaarheden en bloed- of aanverwantschap zijn wettelijk geregeld om onpartijdigheid te waarborgen [ ](#page=56) [56](#page=56).
* **Bekwaamheid** [ ](#page=71): De opleiding en werving van magistraten zijn gereguleerd om de noodzakelijke maturiteit en bekwaamheid te waarborgen [71](#page=71).
* **Beroepsgeheim en discretie** [ ](#page=73): Hoewel niet expliciet in het Gerechtelijk Wetboek vastgelegd, is het beroepsgeheim een fundamentele deontologische plicht die voortvloeit uit de aard van het beroep en de vertrouwensrelatie met de rechtzoekende. Schending is strafbaar volgens artikel 458 Sw. [ -76](#page=73-76). De Fortis-zaak heeft de grenzen van dit beroepsgeheim, met name bij overleg met collega's, duidelijk gemaakt [ ](#page=74) [73](#page=73) [74](#page=74).
### Tucht van magistraten
Het tuchtrecht voor magistraten is ingrijpend gewijzigd en beoogt een snellere en efficiëntere aanpak van afwijkend gedrag. De basis blijft artikel 404 Ger.W., dat de plichten en taken van de magistraat interpreteert in het licht van de algemene beginselen inzake deontologie [ -83](#page=79-83) [79](#page=79).
## Deontologie van de Advocaat
### Inleiding
De advocaat speelt een cruciale rol in een democratische rechtsstaat door op te komen voor de belangen van zijn cliënten en de rechtsstaat te waarborgen. Hij is gebonden door verschillende deontologische plichten ten aanzien van cliënten, rechtbanken, collega's en het publiek [ ](#page=77). Recente maatschappelijke en Europese ontwikkelingen hebben de invulling van deze plichten sterk beïnvloed [ ](#page=77) [77](#page=77).
### Toegang tot het beroep
Om advocaat te worden, moet men voldoen aan voorwaarden inzake nationaliteit, diploma, eedaflegging en inschrijving op het tableau van de Orde of de lijst van stagiairs [ ](#page=81). De vrijheid van dienstverlening en vestiging van Europese advocaten in België is geregeld, waarbij zij zowel de regels van hun lidstaat van herkomst als de Belgische beroepsregels dienen na te leven [ -82](#page=81-82) [81](#page=81).
### Rechten en plichten van de advocaat
* **Rechten:**
* **Monopolie van vertegenwoordiging in rechte** (art. 728 Ger.W.): Advocaten hebben het exclusieve recht om cliënten voor de rechtscolleges bij te staan of te vertegenwoordigen [ ](#page=88) [88](#page=88).
* **Pleitmonopolie** (art. 440 Ger.W.): Alleen advocaten hebben het recht om voor gerechten te pleiten [ ](#page=88) [88](#page=88).
* **Vrijheid van ambtsuitoefening** (artt. 444-445 Ger.W.): Advocaten oefenen vrij hun ambt uit ter verdediging van het recht en de waarheid, en informeren cliënten over minnelijke oplossingen [ ](#page=89) [89](#page=89).
* **Plichten:**
* **Plicht tot bijstand:** De advocaat is verplicht een cliënt bij te staan en diens belangen te behartigen, met diverse uitzonderingen op het weigeren van bijstand [ ](#page=96) [96](#page=96).
* **Plicht tot beroepsgeheim** [ ](#page=97): Een fundamentele plicht die alle vertrouwelijke informatie dekt en essentieel is voor een eerlijk proces. Schending is strafbaar volgens art. 458 Sw. [ -119](#page=97-119). Er zijn uitzonderingen voor meldingsplichten (bv. art. 458bis en 458ter Sw.) en anti-witwasregelgeving, hoewel het Grondwettelijk Hof hierover specifieke interpretaties heeft gegeven [ -119](#page=103-119) [103](#page=103) [97](#page=97).
* **Vertrouwelijkheid van briefwisseling:** Briefwisseling tussen advocaten is in principe vertrouwelijk, met uitzonderingen voor officiële mededelingen en gerechtelijk toezicht [ -135](#page=120-135) [120](#page=120).
* **Huiszoeking bij een advocaat:** Dit moet gebeuren met inachtneming van het beroepsgeheim, met aanwezigheid van een onafhankelijke waarnemer (stafhouder) [ -135](#page=133-135) [133](#page=133).
* **Beslag onder derden:** De advocaat is gebonden door specifieke regels met betrekking tot derdenbeslag, waarbij het beroepsgeheim kan worden ingeroepen [ -139](#page=135-139) [135](#page=135).
* **Plicht tot afscheiding van financiële rekeningen:** Advocaten moeten gelden van cliënten op een aparte derdenrekening deponeren [ -139](#page=137-139) [137](#page=137).
* **Plicht tot confraterniteit:** Advocaat dient loyaal en hoffelijk te zijn ten aanzien van collega's, zonder de belangen van de cliënt te schaden [ -142](#page=139-142) [139](#page=139).
* **Plicht tot waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid:** Een ethische plicht die een behoorlijke beroepsuitoefening waarborgt, zowel professioneel als privé [ -142](#page=141-142) [141](#page=141).
* **Begroting van het ereloon:** Het ereloon moet met bescheidenheid worden vastgesteld; 'pactum de quota litis' en 'no cure, no pay' zijn verboden. Het mededingingsrecht heeft invloed op tariefafspraken [ -147](#page=142-147). Advocaten hebben een informatieplicht over kosten en erelonen [ ](#page=145) [142](#page=142) [145](#page=145).
### Recente ontwikkelingen
De advocaat wordt geconfronteerd met toenemende concurrentie, specialisatie, mediatisering en de invloed van Europese regelgeving, wat leidt tot aanpassingen van deontologische regels [ ](#page=77). De invloed van Europese regelgeving is zichtbaar in bijvoorbeeld het verbod op bepaalde samenwerkingsverbanden met niet-advocaten [ ](#page=77). De regels rond publiciteit zijn versoepeld, mede onder invloed van Europese rechtspraak en regelgeving [ -147](#page=143-147). Ook de omgang met media is gereguleerd [ -148](#page=147-148). De structuur van de balie is gewijzigd met de oprichting van de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des Barreaux Francophones et Germanophones [ ](#page=157) [143](#page=143) [147](#page=147) [157](#page=157) [77](#page=77).
### Tuchtrecht voor advocaten
Het tuchtrecht voor advocaten is vereenvoudigd en geprofessionaliseerd, met de oprichting van Tuchtraden [ ](#page=160). De centrale rol van de cliënt en het publiek belang worden benadrukt [ ](#page=160) [160](#page=160).
## Deontologie van de Notaris
### Inleiding
De notaris treedt op als openbaar ambtenaar met overheidsgezag en als juridisch raadsman. Hij is een vertrouwenspersoon die zijn kennis aanwendt voor rechtszekerheid en geschillenpreventie [ ](#page=163). De wetgeving en deontologische regels zijn door de jaren heen geëvolueerd, met de invoering van een Nationale Kamer van Notarissen en een deontologische code [ -165](#page=163-165). Het tuchtrecht voor notarissen is sinds 1 januari 2024 hervormd en geïntegreerd in het Gerechtelijk Wetboek [ ](#page=164) [163](#page=163) [164](#page=164).
### Notariële instellingen
De **Nationale Kamer van Notarissen** stelt algemene deontologische regels vast en oefent toezicht uit op de kamers van notarissen [ ](#page=166). **Genootschappen van notarissen** stellen regels vast voor de notariële praktijk en verkiezen kamers van notarissen [ ](#page=167). **Kamers van notarissen** handhaven de tucht en regelen beroepsgeschillen, hoewel hun bevoegdheid tot het uitspreken van tuchtstraffen is afgenomen [ -168](#page=167-168) [166](#page=166) [167](#page=167).
### Plichten van de notaris als openbaar ambtenaar
* **Zich onthouden van bepaalde gedragingen** (art. 555/3 Ger.W. en art. 2 Code): De notaris moet gedrag vermijden dat het vertrouwen in de notariële instelling schaadt of de waardigheid van het ambt aantast [ ](#page=169) [169](#page=169).
* **Ministerieplicht en ambtsweigering:** De notaris is in principe verplicht zijn diensten te verlenen, maar moet ambt weigeren indien de akte strijdig is met de openbare orde, derden misleidt, rechten van derden of de overheid miskent, hij onbevoegd is, of de akte buiten zijn bekwaamheid valt [ -162](#page=160-162) [160](#page=160).
* **Authentificatie:** De notaris verleent authenticiteit aan akten en dient zich te onthouden van het opnemen van valse vermeldingen of het vervalsen van documenten [ -164](#page=163-164) [163](#page=163).
* **Diligentie en organisatie** (art. 6 Code): De notaris moet beschikbaar zijn en zijn kantoor zodanig organiseren dat hij zijn taken zorgvuldig kan uitvoeren [ ](#page=172) [172](#page=172).
* **Toepassen wettelijke voorschriften en beroepsregels** (art. 7 Code) [ ](#page=173) [173](#page=173).
### Plichten van de notaris tegenover zijn cliënten
* **Volkomen eerlijkheid** (art. 9 Code): De notaris mag zijn advies nooit baseren op eigenbelang [ ](#page=173) [173](#page=173).
* **Verzoeningsopdracht** (art. 10 Code): De notaris probeert partijen te verzoenen en faciliteert communicatie, zonder oplossingen op te dringen [ -174](#page=173-174) [173](#page=173).
* **Informatie- en raadgevingsplicht** (art. 1 en 9 §1 Ventôsewet; art. 11 Code): De notaris informeert partijen volledig over hun rechten, plichten en risico's en geeft onpartijdig raad. Dit omvat ook het actueel houden van juridische kennis [ -176](#page=175-176) [175](#page=175).
* **Onpartijdigheid** (art. 1 §3 Ventôsewet en art. 12 Code): De notaris geeft onpartijdig raad en handelt in dossiers met volkomen onpartijdigheid, zelfs indien partijen verschillende notarissen kiezen [ -177](#page=176-177) [176](#page=176).
* **Beroepsgeheim – discretieplicht** (art. 23 Ventôsewet en art. 13 Code): De notaris is gebonden door het beroepsgeheim voor aan hem toevertrouwde geheimen en door een discretieplicht voor andere vertrouwelijke informatie [ -178](#page=177-178). Uitzonderingen gelden voor wettelijke meldingsplichten (bv. anti-witwaswetgeving) [ ](#page=178) [177](#page=177) [178](#page=178).
* **Detaillering van provisies en strijd tegen witwassen van geld** (art. 15 Code): De notaris moet rekenschap geven van gelden en voldoet aan de verplichtingen van de anti-witwaswetgeving [ ](#page=179) [179](#page=179).
### Plichten van de notaris tegenover confraters
* **Bijstand** (art. 17 Code): Notarissen zijn elkaar bijstand verschuldigd, met wederzijdse loyale en doeltreffende samenwerking, waarbij het belang van de cliënt primeert [ -188](#page=187-188) [187](#page=187).
* **Hoffelijkheid in vergaderingen en briefwisseling:** Notarissen dienen hoffelijk te zijn en geen confraters te kleineren [ ](#page=180) [180](#page=180).
* **Eerbied voor de vrije keuze van notaris:** Cliënten hebben het recht hun notaris vrij te kiezen; notarissen mogen dit recht niet beperken [ -181](#page=180-181) [180](#page=180).
* **Opvolging** (art. 20 Code): Bij dossieroverdracht dient de nieuwe notaris de vorige confrater te informeren over kosten en erelonen [ ](#page=181) [181](#page=181).
### Plichten tegenover notariële instellingen, medewerkers en publiek
De notaris heeft plichten ten aanzien van notariële instellingen, zoals deelname aan vergaderingen en het naleven van reglementen [ ](#page=182). Hij moet zijn medewerkers aan de deontologische code onderwerpen en zorgen voor hun opleiding [ ](#page=182). Op het gebied van informatie en publiciteit dient de notaris de behoefte aan informatie te verzoenen met het verbod op commerciële werving [ -183](#page=182-183) [182](#page=182).
### Specifieke regels bij vastgoedbemiddeling en bemiddeling
Notarissen die aan vastgoedbemiddeling doen, volgen specifieke regels, waarbij de activiteit een bijkomstig karakter moet hebben ten opzichte van hun hoofdopdracht [ -178](#page=176-178). Bij bemiddeling moet de notaris onafhankelijkheid en onpartijdigheid waarborgen en mag hij geen oplossingen opdringen [ -179](#page=178-179) [176](#page=176) [178](#page=178).
### Tuchtrecht voor notarissen
Het tuchtrecht voor notarissen is ingrijpend hervormd per 1 januari 2024, met de oprichting van een autonoom tuchtrechtelijk orgaan en de integratie van de tuchtrechtprocedure in het Gerechtelijk Wetboek. Er zijn nu twee organen bevoegd voor vervolging: het auditoraat bij de Nationale Kamer van Notarissen en de kamer van notarissen zelf [ -192](#page=181-192) [181](#page=181).
## Deontologie van de Bedrijfsjurist
### Inleiding
De bedrijfsjurist bijstand verleent aan het management van een onderneming bij het evalueren en beperken van juridische risico's. Sinds de oprichting van het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) in 2000, is dit beroep wettelijk erkend en onderworpen aan een eigen deontologie en tuchtrecht [ ](#page=185). Recente wetswijzigingen hebben de positie van de bedrijfsjurist versterkt, met name op het gebied van vertrouwelijkheid van adviezen [ ](#page=186) [185](#page=185) [186](#page=186).
### De bedrijfsjurist
Een bedrijfsjurist is een houder van een master in de rechten, verbonden aan een onderneming, die hoofdzakelijk juridische adviezen verstrekt, en dit in intellectuele onafhankelijkheid uitoefent [ -194](#page=193-194) [193](#page=193).
### Beroepsgeheim en confidentialiteit
De adviezen van de bedrijfsjurist aan zijn werkgever zijn vertrouwelijk, alsook de bijbehorende interne correspondentie, ontwerpadviezen en voorbereidende documenten. Dit principe wordt echter beperkt in Europese mededingingsprocedures, waar de confidentialiteit van adviezen van bedrijfsjuristen (in-house lawyers) door het Hof van Justitie niet altijd wordt erkend op dezelfde wijze als bij externe advocaten [ -203](#page=197-203). De Belgische wetgeving, en met name artikel 5 van de Wet van 1 maart 2000, probeert dit echter te nuanceren, vooral na de aanpassing van artikel 5 in 2023 [ -203](#page=198-203) [197](#page=197) [198](#page=198).
### Andere plichten van de bedrijfsjurist
De bedrijfsjurist dient zich te positioneren als een neutrale observator, die objectief en intellectueel onafhankelijk adviseert, met oog voor zowel de belangen van de onderneming als het algemeen belang (wetsconform handelen) [ ](#page=203) [203](#page=203).
### Beroepstucht
De beroepstucht van bedrijfsjuristen wordt gehandhaafd door de tuchtcommissie van het IBJ, met waarschuwing, berisping, schorsing of schrapping als mogelijke sancties [ ](#page=203) [203](#page=203).
## Deontologie van de Griffier
### Inleiding
De griffier is een openbaar ambtenaar die gerechtelijke, materiële en administratieve taken uitvoert ter ondersteuning van de rechter. Hoewel hij de rechter bijstaat, is hij geen ondergeschikte en oefent hij zijn taken autonoom en onafhankelijk uit [ ](#page=196) [196](#page=196).
### Taken ter griffie
De taken omvatten het toegankelijk maken van de griffie, het voeren van de boekhouding, het verlijden van akten, het bewaren van minuten en rechtsdocumentatie, en het verzorgen van statistieken en archieven [ -198](#page=196-198). Hij heeft een informatieplicht tegenover rechtzoekenden, maar mag geen consult geven [ ](#page=197) [196](#page=196) [197](#page=197).
### Bijstand aan de rechter
De griffier bereidt de taken van de rechter voor, is aanwezig op de terechtzitting, notuleert het verloop en verleent authenticiteit aan akten. Hij is echter niet aansprakelijk voor de inhoud van de uitspraak [ -199](#page=198-199). De griffier mag de aandacht van de rechter vestigen op vergissingen in ontwerpbeslissingen en kan zelfs zijn ambt weigeren indien een pertinente onjuistheid in de akte zou staan [ ](#page=199) [198](#page=198) [199](#page=199).
## Deontologie van de Gerechtsdeurwaarder
### Inleiding
De gerechtsdeurwaarder is een openbaar ambtenaar en ministerieel officier die wettelijke taken uitvoert op het gebied van betekening, tenuitvoerlegging en vaststellingen. Hij opereert onder het statuut van een vrij beroep en is onderworpen aan een specifiek tuchtrecht [ -204](#page=200-204). Sinds 1 januari 2024 is het tuchtrecht voor gerechtsdeurwaarders hervormd en vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek, met de oprichting van een tuchtraad [ ](#page=217) [200](#page=200) [217](#page=217).
### Wettelijke taken
De gerechtsdeurwaarder heeft monopolietaken (bv. betekening van exploten, tenuitvoerlegging van beslissingen) waarvoor hij ministerieplicht heeft, en residuaire bevoegdheden buiten deze monopolie (bv. minnelijke invordering, vaststellingen, bemiddeling) [ -207](#page=202-207). Bij de uitoefening van zijn ambt moet hij zich houden aan wettelijke tarieven en de beginselen van evenredigheid, voorzorg en billijkheid. Hij heeft een informatie- en bemiddelingsplicht ten aanzien van partijen, waarbij hij moet waken over een evenwichtige behandeling van de belangen van zowel de schuldeiser als de schuldenaar [ -215](#page=214-215) [202](#page=202) [214](#page=214).
### Deontologie van de gerechtsdeurwaarder
De deontologische code voor gerechtsdeurwaarders waarborgt onpartijdigheid, onafhankelijkheid, vakkennis en permanente vorming [ -218](#page=217-218). Hij dient zorgvuldig en met respect voor de wet en de procedure te handelen, en kan in bepaalde gevallen zijn ambt weigeren. De gerechtsdeurwaarder heeft een maatschappelijke en verzoenende rol en treedt waar mogelijk op als bemiddelaar [ -218](#page=217-218). Het beroepsgeheim en de discretieplicht zijn eveneens van toepassing [ ](#page=220) [217](#page=217) [220](#page=220).
---
### Veelvoorkomende fouten om te vermijden
* **Verwarring tussen deontologie en tucht:** Begrijp het verschil en de onderlinge relatie tussen deze twee concepten.
* **Schending van het beschikkingsbeginsel:** Oordeel niet buiten de grenzen van wat partijen hebben gevorderd of aangevoerd.
* **Miskenning van het recht van verdediging:** Geef partijen altijd de kans om zich te verdedigen over alle relevante feitelijke en juridische elementen.
* **Gebruik van persoonlijke kennis:** Baseer oordelen niet op feiten die de rechter buiten de rechtszaal verneemt, tenzij het algemeen bekende feiten betreft.
* **Schending van het beroepsgeheim:** Wees uiterst voorzichtig met vertrouwelijke informatie en respecteer de wettelijke uitzonderingen en meldingsplichten strikt.
* **Onpartijdigheid en onafhankelijkheid:** Vermijd situaties die de schijn van partijdigheid kunnen wekken, zowel in professioneel als in privéleven.
* **Onjuiste wrakingsprocedure:** Weet wanneer een wraking gepast is en hoe de procedure gevolgd moet worden, en maak geen foutieve keuze tussen wraking en onttrekking van de zaak.
* **Vergeten van de informatieplicht:** Informeer cliënten steeds duidelijk over de te verwachten kosten, erelonen en de procedure.
* **Overschrijden van de grenzen van publiciteit en media-optreden:** Respecteer de deontologische regels inzake publiciteit en de omgang met de media, waarbij het belang van de cliënt centraal staat.
* **Verwarring rond 'pactum de quota litis' en 'no cure, no pay':** Begrijp dat dergelijke ereloonafspraken verboden zijn.
* **Niet naleven van de regels inzake derdenrekeningen en anti-witwaswetgeving:** Zorg voor strikte naleving van de financiële en wettelijke verplichtingen.
* **Schending van de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen confraters:** Respecteer de specifieke regels die gelden voor correspondentie tussen advocaten.
* **Onjuiste weigering van ambt door notarissen en gerechtsdeurwaarders:** Pas de wettelijke weigeringsgronden correct toe en vermijd ambtsweigering op basis van persoonlijke overtuigingen die niet wettelijk gerechtvaardigd zijn.
* **Onzorgvuldigheid bij de uitoefening van wettelijke taken:** Zorg voor de correcte en zorgvuldige uitvoering van alle wettelijk opgelegde taken, met inachtneming van de geldende termijnen en procedures.
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
| :------------------------- | :---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Deontologie** | Het geheel van gedragsregels die de concrete uitoefening van een beroep beheersen, voortvloeiend uit de morele hoedanigheidsvoorwaarden van loyauteit en verantwoordelijkheidszin, en dat niet steeds een geschreven karakter heeft. |
| **Tucht** | Het instrument dat wordt gebruikt om overtredingen van deontologische normen te sanctioneren en afdwingbaar te maken, omvat regels over bestraffing, bevoegde organen, procedures en rechtsmiddelen. |
| **Beschikkingsbeginsel** | Het principe dat stelt dat partijen zelf bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd, wat de rechterlijke beoordeling van feiten beperkt tot de door partijen aangevoerde elementen. |
| **Recht van verdediging** | Een algemeen rechtsbeginsel dat inhoudt dat partijen de gelegenheid moeten krijgen om tegenspraak te voeren over alle feitelijke en juridische elementen die relevant zijn voor de rechterlijke beslissing, wat de tegensprekelijkheid van debatten en het principe van "hoor en wederverhoor" garandeert. |
| **Wettige verdenking** | Een wrakingsgrond waarbij een partij twijfelt aan de onpartijdigheid of onafhankelijkheid van een rechter, doordat de rechter een band heeft met een partij of door zijn gedrag de indruk wekt ongeschikt te zijn om objectief te oordelen. |
| **Pleitmonopolie** | Het exclusieve recht van advocaten om voor gerechten te pleiten, behoudens wettelijke uitzonderingen, wat hun essentiële rol in de rechtsbedeling onderstreept. |
| **Beroepsgeheim** | Een fundamentele deontologische plicht die inhoudt dat alle vertrouwelijke informatie die de professional verkrijgt in de uitoefening van zijn ambt, geheim moet blijven en niet mag worden prijsgegeven, met strafrechtelijke en tuchtrechtelijke sancties bij schending. |
| **Confraterniteit** | De plicht van advocaten tot loyauteit en hoffelijkheid ten aanzien van hun beroepsgenoten, ter bevordering van een eerlijke rechtspleging, vertrouwensrelaties en het voorkomen van onnodige geschillen, zonder de belangen van de cliënt te schaden. |
| **Ministerieplicht** | De wettelijke verplichting voor bepaalde openbare ambtenaren, zoals gerechtsdeurwaarders en notarissen, om hun ambt uit te oefenen wanneer zij daartoe wettelijk verplicht zijn en verzocht worden, tenzij er wettelijke weigeringsgronden bestaan. |
| **Kwaliteitsrekening** | Een specifieke bankrekening die advocaten (en andere beroepsgroepen) moeten aanhouden voor het beheren van gelden van cliënten of derden, om deze gelden gescheiden te houden van hun eigen vermogen en zo de bescherming van de cliënt te waarborgen. |