Cover
ابدأ الآن مجانًا PPT Privaatrecht - les 1 - deel I - Inleiding en situering - rechtssubject - Tagged.pdf
Summary
# Concrete afspraken rond colleges, studiemateriaal en examen
Dit onderdeel van de studiegids bevat de praktische regels en vereisten met betrekking tot colleges, studiemateriaal en het examen voor het vak.
### 1.1 Afspraken rond colleges
Tijdens de colleges gelden specifieke regels om een optimale leeromgeving te garanderen. Het gebruik van laptops, tablets, gsm's en andere media is niet toegestaan met als doel om de focus te behouden. Studenten wordt aangeraden om handgeschreven notities te maken, eventueel direct op de presentaties (PPT's) die vooraf beschikbaar worden gesteld via Blackboard [3](#page=3).
Daarnaast zijn er gedragsregels voor tijdens het college:
* **Op tijd komen en blijven:** Studenten dienen op tijd te komen en in het lokaal te blijven tot de les is afgerond. Instromen na aanvang van de les of na de pauze is niet toegestaan. Het verlaten van het lokaal gedurende het college is eveneens niet toegestaan [3](#page=3).
* **Niet storen:** Studenten mogen anderen niet storen tijdens het college [3](#page=3).
> **Tip:** Het actief maken van handgeschreven notities kan helpen bij het verwerken en onthouden van de stof [3](#page=3).
### 1.2 Studiemateriaal en examenleerstof
De examenleerstof voor het deel privaatrecht is als volgt samengesteld:
* **Kernboek:** BARBAIX, R. en CARETTE, N., Privaat vermogensrecht, Intersentia, 2023. Dit boek is verkrijgbaar bij Universitas. In beginsel moet het volledige boek gekend worden [4](#page=4).
* **Uitzondering:** Voor het onderdeel buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht (pagina's 116-129) moet de tekst vervangen worden door een specifieke tekst over het nieuwe recht, die beschikbaar zal worden gesteld op Blackboard [4](#page=4).
* **Burgerlijk Wetboek:** Een niet-geannoteerde versie van het Burgerlijk Wetboek mag gebruikt worden tijdens het examen [4](#page=4).
* **PPT colleges:** De presentaties van de colleges zijn bedoeld als ondersteunend materiaal om de lessen te volgen en eventueel de leerstof te bestuderen. Ze volstaan echter niet op zichzelf als leerstof. De presentaties bevatten in principe geen nieuwe informatie, tenzij er sprake is van nieuwe ontwikkelingen die duidelijk aangegeven zullen worden [4](#page=4).
> **Tip:** Zorg ervoor dat u de meest recente versie van het kernboek en de bijbehorende aanvullende tekst voor buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht gebruikt [4](#page=4).
### 1.3 Examen
Het examen is gesloten boek en bestaat uit open vragen. Het doel van de vragen is om de kennis, het inzicht en de toepassing van de leerstof te peilen [5](#page=5).
Het examen "Bronnen en Beginselen" is opgedeeld in twee delen:
* **Deel I: Objectief Recht** (30 punten) [5](#page=5).
* **Deel II: Privaatrecht + Publiekrecht** (30 punten) [5](#page=5).
Om te slagen voor "Bronnen en Beginselen" moet aan twee voorwaarden worden voldaan:
1. Het gemiddelde van de punten van beide examendelen moet minstens 10/20 bedragen. Dit wordt berekend als [5](#page=5):
$$ \frac{\text{punten examendeel I} + \text{punten examendeel II}}{3} \ge 10 $$ [5](#page=5).
2. Er moet op elk examendeel minstens 12/30 behaald worden. Indien deze voorwaarde niet is voldaan, is het globale resultaat voor het examen maximaal 9/20 [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Een student behaalt 15/30 voor Deel I en 10/30 voor Deel II. Het gemiddelde is (15+10)/3 = 8.33/20. Hoewel het gemiddelde lager is dan 10, is de belangrijkste reden dat Deel II met 10/30 niet voldoet aan de eis van minimaal 12/30. Het eindresultaat wordt dan beperkt tot 9/20 [5](#page=5).
>
> **Voorbeeld 2:** Een student behaalt 13/30 voor Deel I en 14/30 voor Deel II. Het gemiddelde is (13+14)/3 = 9/20. Hoewel de student op elk deelvak meer dan 12/30 heeft behaald, is het gemiddelde te laag om te slagen. Het eindresultaat is 9/20 [5](#page=5).
>
> **Voorbeeld 3:** Een student behaalt 18/30 voor Deel I en 17/30 voor Deel II. Het gemiddelde is (18+17)/3 = 11.67/20. Beide onderdelen voldoen aan de minimumscore van 12/30 en het gemiddelde is hoger dan 10/20. De student slaagt voor het vak [5](#page=5).
---
# Situering en classificatie van het recht
Recht wordt gedefinieerd als het geheel van gedragsregels die de ordening van het menselijk samenleven nastreven en die door (of met tussenkomst van) de overheid kunnen worden afgedwongen. Het recht kan worden geclassificeerd in twee hoofdcategorieën: publiek recht en privaatrecht [6](#page=6).
### 2.1 Publiek recht
Publiek recht richt zich op staatsgezag en beoogt het algemeen belang. Het regelt de werking van de overheid, de verhoudingen tussen verschillende overheden, en de verhoudingen tussen de overheid en de burger [7](#page=7).
### 2.2 Privaatrecht
Privaatrecht regelt de onderlinge verhoudingen tussen burgers. Het regelt ook de verhouding tussen de burger en de overheid wanneer de overheid niet in haar hoedanigheid van overheid handelt. Het privaatrecht beoogt het privaat belang [8](#page=8).
#### 2.2.1 Onderscheid binnen het privaatrecht
Het privaatrecht kan worden onderverdeeld in materieel privaatrecht en gerechtelijk privaatrecht [8](#page=8).
* **Materieel privaatrecht:** Dit omvat de inhoudelijke rechtsregels. Het materieel privaatrecht kent op zijn beurt een onderverdeling [8](#page=8):
* **Burgerlijk recht (of ‘civiel recht’):** Dit regelt de algemene verhoudingen tussen burgers onderling en wordt beschouwd als het ‘gemeen’ privaatrecht of het “default regime”. Het is in het algemeen van toepassing wanneer er geen bijzondere regimes gelden, en zelfs binnen bijzondere regimes indien deze voor bepaalde aspecten geen specifieke regels voorzien [10](#page=10) [9](#page=9).
* **Bijzonder privaatrecht:** Dit regelt de verhoudingen tussen burgers in specifieke relaties. Voorbeelden hiervan zijn ondernemingsrecht, sociaal recht en economisch recht [9](#page=9).
* **Gerechtelijk privaatrecht:** Dit omvat het procesrecht en de afdwinging van materiële rechten. Het heeft een publiekrechtelijke component en wordt behandeld in het opleidingsonderdeel Gerechtelijk Recht [8](#page=8).
> **Tip:** De cursus legt hoofdzakelijk de focus op het burgerlijk recht, het gemeen privaatrecht. Begrip van dit gemeenrechtelijke kader is essentieel, aangezien het fungeert als een basis waarop specifieke rechtsgebieden voortbouwen of ervan afwijken [10](#page=10).
---
# Onderverdeling en kenmerken van het privaatrecht
Dit deel verkent de structuur van het gemeen privaatrecht, de kernprincipes die het Burgerlijk Wetboek sinds 1804 vormgeven, en de evoluties die het heeft ondergaan [12](#page=12) [16](#page=16).
### 3.1 Onderverdeling van het gemeen privaatrecht
Het gemeen privaatrecht kan worden onderverdeeld in drie hoofdbegrippen: personen- en familierecht, vermogensrecht en familiaal vermogensrecht [12](#page=12).
#### 3.1.1 Personen- en familierecht
Het personen- en familierecht, vaak afgekort als "P&F", behandelt de niet-patrimoniale (niet-vermogensrechtelijke) aspecten en elementen van de persoon en de familie [13](#page=13).
* **Personenrecht**: richt zich op de niet-patrimoniale elementen die inherent zijn aan een persoon [13](#page=13).
* **Familierecht**: focust op de niet-patrimoniale elementen binnen de familierelatie, die zowel verticaal (in opgaande en neergaande lijn) als horizontaal (tussen partners) kan worden beschouwd [13](#page=13).
#### 3.1.2 Vermogensrecht
Het vermogensrecht regelt de patrimoniale (vermogensrechtelijke) gevolgen van rechtsverhoudingen. Het valt verder uiteen in [14](#page=14):
* **Verbintenissenrecht**: behandelt de patrimoniale verhoudingen tussen personen, specifiek tussen een schuldeiser en een schuldenaar [14](#page=14).
* **Overeenkomstenrecht**: richt zich op de patrimoniale gevolgen die voortvloeien uit een overeenkomst [14](#page=14).
* **Goederenrecht**: bestudeert de patrimoniale verhoudingen tussen een persoon en een goed [14](#page=14).
#### 3.1.3 Familiaal vermogensrecht
Het familiaal vermogensrecht vormt een brug tussen het personen- en familierecht en het vermogensrecht. Het regelt de vermogensrechtelijke consequenties die voortvloeien uit het personen- en familierecht, met name de vermogensrechtelijke gevolgen van een relatie en de vermogensrechtelijke gevolgen van een overlijden [15](#page=15).
### 3.2 Kenmerken van het privaatrecht
Het Burgerlijk Wetboek van 1804, oorspronkelijk bekend als het 'Code Napoléon', is doordrongen van de principes van de Franse Revolutie en markeert de overgang van economisch immobilisme naar economisch liberalisme [16](#page=16).
#### 3.2.1 Fundamentele principes
De grote principes die het burgerlijk recht kenmerken, zijn:
* **Autonomie en zelfbeschikkingsrecht (vrijheid)**: Een kernprincipe dat de vrijheid van individuen centraal stelt [16](#page=16).
* **Gelijkheid**: Het principe dat alle personen gelijk worden behandeld voor de wet [16](#page=16).
* **Eigendom**: Beschouwd als een premisse voor zowel vrijheid als gelijkheid [16](#page=16).
Deze principes zijn terug te vinden in specifieke artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW) en zijn voordien opgenomen in het Oude Burgerlijk Wetboek (OBW):
* **Eigendomsrecht**: Artikel 3.50 BW (vroeger artikel 544 OBW) [17](#page=17).
* **Contractvrijheid en bindende kracht van de overeenkomst**: Artikel 5.14 BW (vroeger artikel 1134 OBW) [17](#page=17).
* **Foutaansprakelijkheid**: Artikel 6.5 BW (vroeger artikel 1382 OBW) [17](#page=17).
#### 3.2.2 Aanvullend recht
Het burgerlijk recht is in beginsel van aanvullend recht, wat een uitvloeisel is van het principe van autonomie. Dit betekent dat de regels van het burgerlijk recht van toepassing zijn indien en in de mate dat er geen andersluidende regeling is getroffen door de betrokken partijen. Een voorbeeld hiervan is het wettelijk huwelijksvermogensrecht, geregeld in artikel 2.3.1 en 2.3.12 BW [18](#page=18).
#### 3.2.3 Evoluties van het Burgerlijk Wetboek
Het Burgerlijk Wetboek heeft sinds 1804 aanzienlijke evoluties ondergaan [19](#page=19):
1. **Vermaatschappelijking van het privaatrecht**: Dit houdt in dat het privaatrecht meer rekening begint te houden met maatschappelijke belangen en solidarisering [19](#page=19).
* **Techniek**: Dit uit zich voornamelijk in de invoering van dwingend recht vanuit een oogpunt van solidarisering [19](#page=19).
* **Toepassingen**: Dit heeft geleid tot de evolutie van de wilsleer naar de vertrouwensleer en de vermaatschappelijking van de relativiteit van de rechtshandeling door de invoering van tegenwerpelijkheid [19](#page=19).
2. **Meergelaagdheid**: Het privaatrecht wordt beïnvloed door enerzijds europeanisering en internationalisering, en anderzijds door regionalisering en versnippering [20](#page=20).
3. **Constitutionalisering**: Grondrechten oefenen een toenemende invloed uit op het privaatrecht [20](#page=20).
#### 3.2.4 Toekomstperspectieven
De toekomst van het Burgerlijk Wetboek is een onderwerp van discussie, waarbij vragen rijzen over mogelijke 'aftuiging' door versnippering of juist een heropbouw door hercodificatie [21](#page=21).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Privaatrecht | Het rechtsgebied dat de onderlinge verhoudingen tussen burgers regelt, alsook de verhoudingen waarbij de overheid niet in haar hoedanigheid van overheidsgezag optreedt, en dat beoogt het privaat belang te dienen. |
| Publiek recht | Het rechtsgebied dat de werking van de overheid regelt, de verhouding tussen overheden onderling, en de verhouding tussen de overheid en de burger, met het algemeen belang als doel. |
| Materieel privaatrecht | Het deel van het privaatrecht dat de inhoudelijke rechtsregels bevat die de vermogensrechtelijke gevolgen van rechtsverhoudingen regelen. |
| Gerechtelijk privaatrecht | Het deel van het privaatrecht dat zich bezighoudt met het procesrecht en de afdwinging van materiële rechten, en dat een publiekrechtelijke component bevat. |
| Burgerlijk recht (civiel recht) | Het gemeen privaatrecht dat de algemene verhoudingen tussen burgers onderling regelt en dat geldt als het 'default regime' bij ontstentenis van bijzondere wettelijke bepalingen. |
| Bijzonder privaatrecht | Rechtsgebieden binnen het privaatrecht die specifieke relaties tussen burgers regelen, zoals het ondernemingsrecht, sociaal recht en economisch recht. |
| Vermogensrecht | Het deel van het privaatrecht dat de patrimoniale (vermogensrechtelijke) gevolgen van rechtsverhoudingen regelt, onderverdeeld in verbintenissenrecht en goederenrecht. |
| Verbintenissenrecht | Het onderdeel van het vermogensrecht dat de patrimoniale verhoudingen tussen personen regelt, gekenmerkt door een schuldverhouding tussen een schuldeiser en een schuldenaar. |
| Goederenrecht | Het onderdeel van het vermogensrecht dat de patrimoniale verhoudingen tussen een persoon en een goed regelt, met de nadruk op rechten en plichten met betrekking tot goederen. |
| Personen- en familierecht | Het rechtsgebied dat niet-vermogensrechtelijke aspecten en elementen van de persoon en de familie regelt, zowel verticaal (afstammelingen) als horizontaal (partners). |
| Familiaal vermogensrecht | Het rechtsgebied dat de vermogensrechtelijke gevolgen van het personen- en familierecht regelt, zoals de vermogensrechtelijke gevolgen van relaties en overlijden. |
| Dwingend recht | Rechtsregels waarvan niet mag worden afgeweken, vaak ingevoerd ter bescherming van partijen met een zwakkere positie of om maatschappelijke belangen te waarborgen. |
| Aanvullend recht | Rechtsregels die van toepassing zijn indien partijen geen andere regeling hebben getroffen, uitvloeisel van het principe van autonomie in het burgerlijk recht. |
| Contractvrijheid | Het principe dat partijen vrij zijn om overeenkomsten aan te gaan en de inhoud daarvan te bepalen, mits dit niet in strijd is met de wet, openbare orde of goede zeden. |
| Foutaansprakelijkheid | Het principe dat iemand die door een fout schade toebrengt aan een ander, gehouden is die schade te vergoeden, zoals vastgelegd in artikel 6.5 BW. |
| Vermaatschappelijking | Een evolutie in het privaatrecht waarbij maatschappelijke overwegingen en solidariteit een grotere rol gaan spelen, wat kan leiden tot de invoering van dwingend recht. |
| Meergelaagdheid | De invloed van verschillende bestuursniveaus (Europees, nationaal, regionaal) op het privaatrecht, wat leidt tot een complexer en soms versnipperd rechtslandschap. |
| Constitutionalisering | De toenemende invloed van grondrechten, vastgelegd in de Grondwet, op het privaatrecht en de interpretatie ervan door de rechtbanken. |