Cover
ابدأ الآن مجانًا Maeve.pdf
Summary
# Buitencontractuele aansprakelijkheid
Buitencontractuele aansprakelijkheid vormt een belangrijke bron van verbintenissen die schadevergoeding als doel heeft wanneer er geen contractuele relatie bestaat tussen de partijen.
## 1. Buitencontractuele aansprakelijkheid als bron van verbintenissen
Verbintenissen kunnen ontstaan uit verschillende bronnen, waaronder rechtshandelingen, oneigenlijke contracten, buitencontractuele aansprakelijkheid en de wet. De verbintenis die voortvloeit uit buitencontractuele aansprakelijkheid is de verplichting tot schadeloosstelling ten laste van de aansprakelijke persoon jegens degene die schade heeft geleden [1](#page=1).
### 1.1 Contractuele versus buitencontractuele aansprakelijkheid
Het is cruciaal om buitencontractuele aansprakelijkheid te onderscheiden van contractuele aansprakelijkheid. Contractuele aansprakelijkheid ontstaat door de niet-nakoming van een contract, terwijl buitencontractuele aansprakelijkheid losstaat van enige contractuele relatie. Beide vallen echter onder de noemer burgerrechtelijke aansprakelijkheid, die op haar beurt weer onderscheiden moet worden van strafrechtelijke aansprakelijkheid [1](#page=1).
## 2. Verschillende soorten buitencontractuele aansprakelijkheid
Buitencontractuele aansprakelijkheid kan worden onderverdeeld in aansprakelijkheid voor eigen daad en aansprakelijkheid voor andermans daad [1](#page=1).
### 2.1 Aansprakelijkheid voor eigen daad
Dit is de foutaansprakelijkheid, waarbij iemand aansprakelijk is voor de schade die hij door zijn eigen fout aan een ander veroorzaakt [3](#page=3).
### 2.2 Aansprakelijkheid voor andermans daad
Hierbij is een persoon aansprakelijk voor schade veroorzaakt door gedragingen van anderen of door bepaalde zaken. Deze aansprakelijkheid bestaat naast de aansprakelijkheid van de oorspronkelijke schadeverwekker en vervangt deze niet. Voorbeelden zijn aansprakelijkheid van ouders voor hun kinderen, aanstellers voor hun aangestelden, en bewaarders voor zaken (#page=1, 2) [1](#page=1) [2](#page=2).
## 3. Voorwaarden voor aansprakelijkheid
Om aansprakelijkheid vast te stellen, moeten drie cumulatieve voorwaarden vervuld zijn [2](#page=2):
1. Een tot aansprakelijkheid leidend feit (fout of risico) (#page=2, 3) [2](#page=2) [3](#page=3).
2. Schade die in aanmerking komt voor schadeloosstelling [2](#page=2).
3. Een causaal verband tussen het tot aansprakelijkheid leidend feit en de schade [2](#page=2).
Deze voorwaarden zijn van toepassing op zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, tenzij de wet anders bepaalt [2](#page=2).
### 3.1 Het tot aansprakelijkheid leidend feit
Dit kan een **fout** zijn of een **risico-aansprakelijkheid** (ook wel objectieve of foutloze aansprakelijkheid genoemd) [3](#page=3).
#### 3.1.1 Foutaansprakelijkheid
Een fout wordt gedefinieerd als de schending van een wettelijke regel of de algemene zorgvuldigheidsnorm die geldt in het maatschappelijk verkeer [3](#page=3).
* **Schending van een wettelijke regel:** Hierbij wordt nagegaan of de inhoud en strekking van de norm zijn nageleefd. Een toetsing aan de "voorzichtige en redelijke persoon" is niet nodig [3](#page=3).
* **Schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm:** Een persoon handelt zorgvuldig indien hij handelt als een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden [4](#page=4).
* **Externe omstandigheden:** Tijd, plaats, weersomstandigheden, beroep, ervaring en opleiding worden in acht genomen [4](#page=4).
* **Interne omstandigheden:** Karakter, emotionaliteit, intelligentie en opvoeding worden in principe buiten beschouwing gelaten, hoewel de wet vijf criteria hanteert die aan de rechter richting geven [5](#page=5):
1. **Redelijkerwijze voorzienbare gevolgen:** Kon de schade op het moment van het schadeverwekkend gedrag worden voorzien [5](#page=5)?
2. **Evenredigheid van risico, aard en omvang:** De redelijke maatregelen die genomen moesten worden om de schade te vermijden worden afgewogen tegen het risico [5](#page=5).
3. **Stand van techniek en wetenschappelijke kennis:** De beschikbare kennis op het moment van het feit is relevant [5](#page=5).
4. **Eisen van goed vakmanschap:** Technische normen en gebruiken binnen de beroepssector [6](#page=6).
5. **Beginselen van goed bestuur en organisatie:** Vooral relevant voor rechtspersonen [6](#page=6).
##### 3.1.1.1 Uitzonderingen op foutaansprakelijkheid
Er zijn gronden die de foutaansprakelijkheid kunnen uitsluiten [6](#page=6):
* **Overmacht:** Het is onmogelijk de gedragsregel na te leven door onvoorzienbare of onvermijdelijke omstandigheden [6](#page=6).
* **Andere gronden:** Dwaling, dwang, noodtoestand, bevel, wettige verdediging, en toestemming van de benadeelde [7](#page=7).
* **Wettelijke beperkingen:** Voor specifieke beroepscategorieën, zoals werknemers, politie en militairen, gelden beperkingen voor aansprakelijkheid voor lichte fouten [7](#page=7).
#### 3.1.2 Risico-aansprakelijkheid (foutloze aansprakelijkheid)
Dit type aansprakelijkheid ontstaat door een gebeurtenis die gelinkt is aan de aansprakelijke, ook als er geen fout is van deze persoon. De schade wordt toegerekend aan degene die een bepaald risico draagt [3](#page=3).
* **Aansprakelijkheid voor zaken:** De bewaarder van een gebrekkige zaak is foutloos aansprakelijk voor de schade die door het gebrek wordt veroorzaakt. Een zaak is gebrekkig indien ze niet de verwachte veiligheid biedt [14](#page=14) [15](#page=15).
* **Aansprakelijkheid voor dieren:** De bewaarder van een dier is foutloos aansprakelijk voor de schade die het dier veroorzaakt [16](#page=16).
* **Aansprakelijkheid voor gebrekkige producten:** De producent is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek in zijn product [17](#page=17).
### 3.2 Aansprakelijkheid voor andermans daad
Dit omvat diverse specifieke regimes:
* **Aansprakelijkheid van personen belast met toezicht op anderen:**
* **Globaal en duurzaam toezicht:** Personen belast met de organisatie en controle van de levenswijze van anderen kunnen aansprakelijk zijn. Dit geldt niet voor bijvoorbeeld sportverenigingen of onthaalmoeders die geen globaal en duurzaam toezicht uitoefenen [7](#page=7) [8](#page=8).
* **Onderwijsinstellingen:** Zijn aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun leerlingen terwijl deze onder toezicht staan. Er geldt een weerlegbaar vermoeden van fout in het toezicht [8](#page=8) [9](#page=9).
* **Aansprakelijkheid van titularissen van gezag over minderjarigen:**
* **Minderjarigen jonger dan 16 jaar:** Ouders, adoptanten, voogden en pleegzorgers zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door minderjarigen jonger dan zestien jaar [9](#page=9).
* **Minderjarigen ouder dan 16 jaar:** Titularissen van gezag zijn aansprakelijk, maar kunnen de aansprakelijkheid weerleggen door aan te tonen dat de schade niet te wijten is aan een fout van hun kant (opvoeding of toezicht). Dit is beter te beschouwen als een vorm van foutaansprakelijkheid gebaseerd op een vermoeden [10](#page=10).
* **Aansprakelijkheid van de aansteller:** Een aansteller is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door zijn aangestelde tijdens en naar aanleiding van de uitoefening van zijn functie. Het begrip "aangestelde" is ruimer dan "werknemer" [11](#page=11).
* **Aansprakelijkheid van rechtspersonen:**
* **Publiekrechtelijke rechtspersonen:** Zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun personeelsleden [13](#page=13).
* **Privaatrechtelijke rechtspersonen:** Zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun bestuursorganen of leden daarvan [13](#page=13).
* **Publiekrechtelijke rechtspersonen (organen):** Zijn foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun organen of leden van die organen die geen deel uitmaken van het personeel (bv. ministers, burgemeesters) [14](#page=14).
* **Aansprakelijkheid voor zaken:** De bewaarder van een zaak is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek van die zaak [14](#page=14).
* **Aansprakelijkheid voor dieren:** De bewaarder van een dier is foutloos aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dit dier [16](#page=16).
* **Aansprakelijkheid voor gebrekkige producten:** De producent is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek in zijn product. Dit geldt voor elk lichamelijk roerend goed, behalve onlichamelijke goederen, met uitzondering van elektriciteit. Er zijn zes verweermiddelen voor de producent [17](#page=17) [19](#page=19).
### 3.3 Leeftijdsgrenzen en aansprakelijkheid
Natuurlijke personen moeten minstens 12 jaar oud zijn om aansprakelijk te kunnen worden gesteld voor hun eigen fout. Minderjarigen jonger dan 12 jaar zijn niet aansprakelijk. Minderjarigen ouder dan 12 jaar, net als geestesgestoorden, zijn wel aansprakelijk voor schade veroorzaakt door hun fout of een ander tot aansprakelijkheid leidend feit [2](#page=2).
## 4. Schade die in aanmerking komt voor schadeloosstelling
Schade is de economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. De schade moet rechtmatig en zeker zijn [20](#page=20).
### 4.1 Soorten schade
* **Patrimoniale schade (materiële schade):** Omvat alle economische gevolgen, zoals verliezen, kosten, winstderving en waardevermindering [21](#page=21).
* **Extrapatrimoniale schade (morele schade):** Omvat niet-economische gevolgen zoals pijn, leed, angst en aantasting van welbevinden of reputatie [21](#page=21).
* **Actuele en toekomstige schade:** Actuele schade is reeds geleden, toekomstige schade zal later ontstaan. Toekomstige schade moet voldoende zeker zijn [21](#page=21) [24](#page=24).
* **Rechtstreekse, onrechtstreekse en schade bij terugslag:**
* **Rechtstreekse schade:** De schade die de persoon wiens belang werd aangetast zelf lijdt [21](#page=21).
* **Onrechtstreekse schade:** Schade die andere personen lijden als gevolg van de aantasting van iemands belangen [22](#page=22).
* **Schade bij terugslag:** Persoonlijke schade die voortvloeit uit de aantasting van belangen van een ander met wie men een juridische of nauwe genegenheidsband heeft [22](#page=22).
### 4.2 Voorbeschiktheid en reeds bestaande toestand
* **Voorbeschiktheid:** De aansprakelijke moet de benadeelde nemen zoals hij hem aantreft, inclusief zijn neiging tot schade [22](#page=22).
* **Vooraf bestaande toestand:** Indien de benadeelde reeds een eerdere toestand had die tot schadelijke gevolgen leidde, is hij enkel gerechtigd op vergoeding voor de nieuwe schade of verergering [23](#page=23).
* **Verhaasting:** Als de schade sowieso eerder zou zijn opgetreden, is enkel de schade door het vervroegd optreden verhaalbaar [23](#page=23).
### 4.3 Rechtmatigheid en zekerheid van schade
* **Rechtmatige schade:** De schade mag niet voortvloeien uit een onwettige situatie van de benadeelde [23](#page=23).
* **Zekere schade:** De schade moet zo waarschijnlijk zijn dat de rechter niet meer ernstig aan het tegendeel hoeft te denken [24](#page=24).
## 5. Causaal verband
Er moet een causaal verband zijn tussen het tot aansprakelijkheid leidend feit en de schade [2](#page=2).
### 5.1 Equivalentieleer (conditio sine qua non)
Een feit is een oorzaak van de schade indien het een noodzakelijke voorwaarde is (conditio sine qua non). De rechter voert de tegenfeitelijke analyse uit: de schade zou zich niet hebben voorgedaan zonder het feit. Bij foutaansprakelijkheid moet ook een rechtmatig alternatief worden vastgesteld [25](#page=25).
### 5.2 Correcties op de equivalentieleer
* **Correctie op feitelijke causaliteit:** Een feit dat geen noodzakelijke voorwaarde is, kan toch als oorzaak worden beschouwd indien het samenloopt met een andere gebeurtenis die voldoende is om dezelfde schade te veroorzaken (#page=26, 27) [26](#page=26) [27](#page=27).
* **Correctie op juridische causaliteit (toerekening naar redelijkheid):** Er is geen aansprakelijkheid indien het feitelijke causale verband dermate verwijderd is dat het kennelijk onredelijk zou zijn de schade toe te rekenen [27](#page=27).
### 5.3 Causale onzekerheid
* **Proportionele aansprakelijkheid:** Bij onzekerheid over het causaal verband kan een gedeeltelijke schadeloosstelling worden toegekend, in verhouding tot de waarschijnlijkheid waarmee de fout de schade heeft veroorzaakt [28](#page=28).
* **Alternatieve oorzaken:** Als meerdere soortgelijke feiten door verschillende personen de schade hebben kunnen veroorzaken, maar niet bewezen is wie de oorzaak was, is elk persoon aansprakelijk in verhouding tot de waarschijnlijkheid [29](#page=29).
## 6. Pluraliteit van aansprakelijkheden
### 6.1 Meerdere derden aansprakelijk
* **In solidum aansprakelijkheid:** Als meerdere personen aansprakelijk zijn voor onderscheiden feiten die dezelfde schade veroorzaken, zijn zij in solidum aansprakelijk, wat betekent dat de benadeelde elk van hen voor de gehele schade kan aanspreken. Dit geldt ook als meerdere personen aansprakelijk zijn voor hetzelfde feit [30](#page=30).
* **Aanzetten tot een fout:** Wie een ander aanzet tot een fout of helpt, is in solidum aansprakelijk [30](#page=30).
### 6.2 Regres onder medeaansprakelijken
* **Zonder opzet:** De aangesproken partij die de schade integraal vergoedt, heeft in principe regresrecht op de overige aansprakelijke partijen [31](#page=31).
* **Bij opzet:** Regres is in principe uitgesloten indien de aansprakelijke zelf opzettelijk schade heeft veroorzaakt [31](#page=31).
### 6.3 Medeaansprakelijkheid van de benadeelde
* **Zonder opzet:** Het recht op schadeloosstelling van de benadeelde wordt verminderd in de mate waarin een feit waarvoor hij aansprakelijk is, een oorzaak van de schade is [33](#page=33).
* **Bij opzet:** De benadeelde heeft geen recht op schadeloosstelling indien een fout die hij zelf opzettelijk beging een van de oorzaken van de schade is [34](#page=34).
### 6.4 Samenloop
Het samenloopverbod tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid is verdwenen. Benadeelden hebben de keuze tussen een contractuele of buitencontractuele weg, tenzij anders bepaald in het contract [35](#page=35).
## 7. Gevolgen van aansprakelijkheid
### 7.1 Schadeloosstellingsplicht
Het doel van schadeloosstelling is de benadeelde in de toestand te plaatsen waarin hij zich zou hebben bevonden indien het schadeverwekkend feit zich niet had voorgedaan. Dit geldt zowel voor patrimoniale als voor extrapatrimoniale schade. De schadeloosstelling kan plaatsvinden in natura of door schadevergoeding en kan gelijktijdig toepassing vinden [38](#page=38).
* **Schadeloosstelling in natura:** Strekt ertoe de schadelijke gevolgen ongedaan te maken [39](#page=39).
* **Integrale schadeloosstelling:** De aansprakelijke is gehouden tot integrale schadeloosstelling, zonder verrijking of verarming van de benadeelde [39](#page=39).
* **Ogenblik van bepaling schade:** De omvang van de schade wordt bepaald op de datum die het tijdstip van de effectieve schadeloosstelling zo dicht mogelijk benadert [39](#page=39).
### 7.2 Preventie van schade
* **Schadebeperkingsplicht:** De benadeelde moet maatregelen nemen om schade te voorkomen of te beperken [43](#page=43).
* **Preventieve maatregelen:** De kosten van dringende en redelijke maatregelen om dreigende schade te voorkomen, vallen ten laste van de aansprakelijke [43](#page=43).
* **Bevel of verbod:** De rechter kan een bevel of verbod opleggen om de verergering of het ontstaan van schade te voorkomen (#page=43, 44) [43](#page=43) [44](#page=44).
### 7.3 Vergoeding van nettowinst
Wanneer de aansprakelijke opzettelijk en met winstoogmerk heeft gehandeld, kan de benadeelde een bijkomende vergoeding krijgen gelijk aan de gerealiseerde nettowinst [44](#page=44).
### 7.4 Minderjarigen en geestesgestoorden
* **Minderjarigen:** Kunnen vanaf 12 jaar aansprakelijk worden gesteld, maar de rechter kan oordelen dat geen schadeloosstelling verschuldigd is of deze beperken, naar billijkheid [41](#page=41).
* **Geestesgestoorden:** Zijn aansprakelijk indien hun oordeelsvermogen of controle over daden ernstig is aangetast, met dezelfde mogelijkheden tot matiging als bij minderjarigen [41](#page=41).
### 7.5 Zaakschade
Bij beschadiging van een zaak heeft de benadeelde recht op vergoeding van de herstelkosten of de vervangingskosten, plus eventuele waardevermindering na herstel. Bij tenietgaan of onmogelijkheid van herstel, heeft de benadeelde recht op vergoeding van de vervangingskosten [42](#page=42) [43](#page=43).
---
# Schade die in aanmerking komt voor schadeloosstelling
Schade die in aanmerking komt voor vergoeding omvat de economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang, mits deze schade rechtmatig en zeker is [20](#page=20) [21](#page=21).
### 2.1 Begrip schade
Schade wordt niet beschouwd als de aantasting van een belang zelf, maar wel als het gevolg van die aantasting. Er ligt steeds een aangetast belang aan ten grondslag; zonder aangetast belang kan er geen schade bestaan, hoewel er wel aangetaste belangen kunnen zijn die geen schade tot gevolg hebben [20](#page=20).
#### 2.1.1 Vereisten voor een beschermd belang
Om voor schadeloosstelling in aanmerking te komen, moet een belang:
* **Juridisch beschermd zijn:** Dit betekent niet noodzakelijk een subjectief recht, maar wel een belang dat erkend en beschermd wordt door het recht. De rechter oordeelt hierover. Diefstal valt hierdoor buiten schadeloosstelling, aangezien het belang van de dief (het bezit van het gestolen goed) niet juridisch beschermd is [20](#page=20).
* **Persoonlijk zijn:** Enkel de titularis van het aangetaste belang kan vergoeding vorderen voor de schade die voortvloeit uit de aantasting [20](#page=20).
### 2.2 Voorwaarden voor schadeloosstelling
Schade komt slechts voor schadeloosstelling in aanmerking indien zij aan de volgende twee voorwaarden voldoet:
* **Rechtmatigheid:** De schade mag niet strekken tot het erkennen, behouden of bestendigen van een onwettige situatie. Hoewel de eiser zich op het moment van het ontstaan van de schade in een onwettige situatie kan bevinden, sluit dit de aantasting van een rechtmatig belang niet noodzakelijk uit. Een voorbeeld is een bakkersleerling die arbeidsongeschikt is en inkomstenverlies lijdt door zwartwerk; zijn fysieke integriteit is een beschermd belang, maar de verloren inkomsten vloeien voort uit een onrechtmatige activiteit [23](#page=23).
* **Zekerheid:** De schade moet onbetwistbaar vaststaan en zo waarschijnlijk zijn dat de rechter niet meer ernstig aan het tegendeel kan denken. De schade mag niet louter hypothetisch, gebaseerd op veronderstellingen of gissingen zijn [24](#page=24).
### 2.3 Soorten schade
Schade kan worden onderverdeeld in verschillende categorieën:
#### 2.3.1 Patrimoniale en extrapatrimoniale schade
* **Patrimoniale (materiële) schade:** Omvat alle economische gevolgen van de aantasting van een belang, zoals verliezen, kosten, winstderving en waardevermindering [21](#page=21).
* **Extrapatrimoniale (morele) schade:** Omvat alle niet-economische gevolgen van de aantasting van de fysieke of psychische integriteit, zoals pijn, leed, angst of aantasting van de reputatie. Deze schade komt ook in aanmerking voor rechtspersonen, voor zover verenigbaar met hun aard [21](#page=21).
> **Tip:** De aard van het geschonden belang is niet bepalend voor dit onderscheid. De aantasting van fysieke of psychische integriteit kan leiden tot zowel patrimoniale als extrapatrimoniale schade [21](#page=21).
> **Example:** Iemand die zijn been breekt, lijdt extrapatrimoniale schade door de pijn en patrimoniale schade door inkomensverlies omdat hij niet kan werken [21](#page=21).
#### 2.3.2 Actuele en toekomstige schade
* **Actuele schade:** Schade die reeds geleden is op het moment van de uitspraak van de rechter [21](#page=21).
* **Toekomstige schade:** Schade die pas later ontstaat. Deze moet onderscheiden worden van hypothetische schade [21](#page=21).
> **Tip:** Toekomstige schade komt voor schadeloosstelling in aanmerking indien zij het zekere gevolg is van de actuele aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. De aantasting van het belang moet reeds vaststaan op het moment van de beoordeling van de rechter, niet de schade zelf [24](#page=24).
> **Example:** Een persoon die in de toekomst zal overlijden door een ongeval. De schade die de naasten lijden door verdriet wordt niet gekwalificeerd als toekomstige schade, omdat het overlijden van de persoon zelf nog niet vaststaat [24](#page=24).
#### 2.3.3 Rechtstreekse, onrechtstreekse en schade bij terugslag
* **Rechtstreekse schade:** De schade die de persoon wiens belang werd aangetast zelf lijdt door die aantasting [21](#page=21).
* **Onrechtstreekse schade:** Schade die andere personen lijden als gevolg van dezelfde aantasting. Dit betreft de persoonlijke schade die voortvloeit uit de aantasting van de belangen van een ander [22](#page=22).
> **Example:** Iemand die getuige is van een ernstig ongeval en daardoor in shock raakt, lijdt morele schade ten gevolge van de aantasting van de fysieke integriteit van het slachtoffer [22](#page=22).
* **Schade bij terugslag:** Een specifieke vorm van onrechtstreekse schade, waarbij persoonlijke schade voortvloeit uit de aantasting van de belangen van een ander met wie de eerste een juridische band of een voldoende nauwe genegenheidsband heeft. De rechter beoordeelt de realiteit van affectieve relaties die niet gebaseerd zijn op een afstammingsband. De aansprakelijke kan de fout van de rechtstreeks benadeelde en andere verweermiddelen tegenwerpen aan de benadeelde bij terugslag [22](#page=22).
> **Example:** Schade bij naasten (zoals een kind) door het overlijden van de rechtstreeks benadeelde (hun vader); schade die een werkgever lijdt door het doorbetalen van loon aan een arbeidsongeschikte werknemer zonder diens prestaties te ontvangen [22](#page=22).
### 2.4 Specifieke situaties met betrekking tot schade
#### 2.4.1 Voorbeschiktheid en voorafgaande toestand
* **Voorbeschiktheid (predispositie):** Een toestand waarin de benadeelde zich bevindt die hem vatbaarder maakt voor schade. In principe wordt hiermee rekening gehouden, wat betekent dat de aansprakelijke de benadeelde neemt zoals hij hem aantreft. De aansprakelijke draagt de kosten van de potentiële aanleg tot het oplopen van schade [22](#page=22).
> **Example:** Iemand met een gevoelige schedel die door een lichte tik een hersenbloeding oploopt en overlijdt; de aansprakelijke is in dat geval volledig aansprakelijk voor de schadeloosstelling [22](#page=22).
* **Vooraf bestaande toestand:** Indien de benadeelde zich reeds vóór het feitelijke feit in een gekende eerdere toestand bevond die al schadelijke gevolgen had, heeft hij enkel recht op vergoeding voor de *nieuwe* schade of de *verergering* van de bestaande schade [23](#page=23).
#### 2.4.2 Verhaasting
Indien de schade hoe dan ook tot stand zou zijn gekomen, wordt enkel de schade vergoed die het gevolg is van het *vervroegd optreden* van die schade door het aansprakelijkheidsfeitelijk feit [23](#page=23).
> **Example:** Een persoon met een oogkwaal die door een ongeval sneller blind wordt dan normaal; enkel de schade door het vervroegd blind worden wordt vergoed [23](#page=23).
#### 2.4.3 Onrechtmatige schade
Schade die bestaat uit het verlies van een voordeel dat zijn oorsprong vindt in een onrechtmatige gebeurtenis of activiteit die aan de benadeelde kan worden aangerekend, leidt niet tot schadeloosstelling [23](#page=23).
> **Example:** Een bakkersleerling die arbeidsongeschikt is door een ongeval en een vergoeding vordert voor het verlies van inkomsten uit zwartwerk. Hoewel zijn fysieke integriteit beschermd is, vindt het verloren voordeel zijn oorsprong in een onrechtmatige activiteit [23](#page=23).
#### 2.4.4 Zekere schade en toekomstige schade
Enkel zekere schade leidt tot schadeloosstelling. Toekomstige schade komt voor vergoeding in aanmerking indien zij het zekere gevolg is van de actuele aantasting van een juridisch beschermd persoonlijk belang. De aantasting zelf moet reeds vaststaan op het moment dat de rechter zich over de toekomstige schade uitspreekt [24](#page=24).
### 2.5 Schadeloosstellingsplicht
De doelstelling van schadeloosstelling is om de benadeelde in de toestand te plaatsen waarin hij zich zou hebben bevonden indien het schadeveroorzakende feit zich niet had voorgedaan [38](#page=38).
#### 2.5.1 Schadeloosstelling voor patrimoniale schade
Strekt ertoe de benadeelde te plaatsen in de hypothetische toestand waarin hij zich zou hebben bevonden zonder het feit. De omvang wordt gemeten aan de hand van het verschil tussen de toestand van de benadeelde voor en na het schadegeval, rekening houdend met de hypothetische evolutie van zijn toestand. Dit is een vorm van constructieve utopie [38](#page=38).
#### 2.5.2 Schadeloosstelling voor extrapatrimoniale schade
Heeft tot doel de benadeelde een billijke en passende vergoeding toe te kennen voor deze schade. Aangezien deze schade moeilijk exact te waarderen is, wordt een forfaitaire geldsom toegekend [38](#page=38).
#### 2.5.3 Wijze van schadeloosstelling
* **Herstel in natura of schadevergoeding:** Schadeloosstelling kan plaatsvinden door herstel in natura of door schadevergoeding, of een combinatie daarvan indien nodig voor volledige schadeloosstelling. De benadeelde beschikt vrij over de schadevergoeding [38](#page=38).
* **Herstel in natura:** Strekt ertoe de schadelijke gevolgen feitelijk ongedaan te maken. Dit kan door wijziging van de rechtstoestand, bevelen tot maatregelen, of machtiging aan de benadeelde om dit zelf te doen op kosten van de aansprakelijke. De benadeelde kan herstel in natura vorderen, tenzij dit onmogelijk, kennelijk onredelijk is, dwang vereist of strijdig met menselijke waardigheid [39](#page=39).
* **Integrale schadeloosstelling:** De aansprakelijke is gehouden tot integrale schadeloosstelling, rekening houdend met de concrete toestand van de benadeelde. Het doel is dat de schadeloosstelling de schade volledig dekt, zonder verrijking of verarming van de benadeelde [39](#page=39).
#### 2.5.4 Ogenblik van bepaling van de omvang van de schade
De omvang van de schade wordt bepaald op de datum die het tijdstip van de effectieve schadeloosstelling het dichtst benadert, doorgaans het moment van de uitspraak van de rechter [39](#page=39).
#### 2.5.5 Afzonderlijke bepaling van de schade
De rechter bepaalt in principe elk element van de schade afzonderlijk om transparantie te bevorderen en toekomstige regresvorderingen te faciliteren [40](#page=40).
* **Indicatieve tabel:** Een tabel die klassiek terugkerende schadeposten overzicht, met een normerend karakter in de praktijk [40](#page=40).
* **Raming bij benadering:** De rechter kan de omvang van de schade bij benadering ramen indien exacte bepaling onmogelijk is of buitensporige kosten met zich meebrengt [40](#page=40).
* **Raming naar billijkheid:** Indien de omvang van de schade op geen enkele andere wijze kan worden bepaald, kan de rechter de schadevergoeding naar billijkheid vaststellen, mits motivering [41](#page=41).
#### 2.5.6 Minderjarigen en geestesgestoorden
* **Minderjarigen:** Vanaf 12 jaar kunnen minderjarigen aansprakelijk gesteld worden, maar de rechter kan de schadeloosstelling beperken of vrijstellen naar billijkheid, rekening houdend met de omstandigheden en financiële toestand. Deze bevoegdheid is een uitzondering op de integrale schadeloosstelling. Indien de aansprakelijkheid gedekt is door een verzekeringscontract, kan de rechter de schadeloosstelling niet beperken onder het verzekerde bedrag [41](#page=41).
* **Geestesgestoorden:** Personen met een geestesstoornis die hun oordeelsvermogen of controle over daden ernstig aantast, zijn aansprakelijk. De rechter kan ook hier de schadeloosstelling beperken of vrijstellen naar billijkheid, op dezelfde wijze als bij minderjarigen [41](#page=41).
#### 2.5.7 Voordeelstoerekening
Uitkeringen en voordelen die de benadeelde niet zou hebben ontvangen zonder het schadeveroorzakende feit en die strekken tot schadeloosstelling, worden in mindering gebracht op de schadevergoeding. Uitkeringen met het oogmerk te begiftigen, worden niet in mindering gebracht [42](#page=42).
#### 2.5.8 Zaakschade
* **Beschadiging van een zaak:** De benadeelde heeft recht op vergoeding van de herstelkosten, tenzij vervanging goedkoper is. Ook de eventuele waardevermindering na herstel kan vergoed worden [42](#page=42) [43](#page=43).
* **Tenietgaan van een zaak:** De benadeelde heeft recht op vergoeding van de kosten nodig voor vervanging door een zaak met dezelfde kenmerken en ouderdom [43](#page=43).
### 2.6 Preventie van schade
#### 2.6.1 Schadebeperkingsplicht
De benadeelde moet redelijke maatregelen nemen om schade te voorkomen of te beperken. De kosten van dringende en redelijke maatregelen om dreigende schade of verergering te voorkomen, vallen ten laste van de aansprakelijke, zelfs indien de schade uiteindelijk niet optreedt of de maatregelen het doel niet bereiken [43](#page=43).
#### 2.6.2 Bevel of verbod
De rechter kan de aansprakelijke een bevel of verbod opleggen om de verergering van schade te voorkomen door herhaling of voortzetting van het schadeverwekkend feit [43](#page=43).
---
# Oorzakelijk verband en compensatiesystemen
Dit topic behandelt de noodzakelijke voorwaarde van een oorzakelijk verband tussen het schadeveroorzakende feit en de schade, inclusief de equivalentieleer en de correcties daarop. Verder worden diverse compensatiesystemen zoals verkeersslachtofferregelingen en schadefondsen besproken.
### 3.1 Het oorzakelijk verband
Een tot aansprakelijkheid leidend feit is een oorzaak van de schade indien het een noodzakelijke voorwaarde is voor deze laatste. Dit wordt ook wel de **equivalentieleer** of **conditio sine qua non-leer** genoemd [25](#page=25).
#### 3.1.1 De conditio sine qua non-test
De conditio sine qua non-test is een juridische methode om feitelijke causale verbanden tussen gebeurtenissen op te sporen. De kernanalyse bestaat erin het schadeveroorzakende feit weg te denken en na te gaan of de schade zich dan nog zou hebben voorgedaan [25](#page=25).
* **Bij foutaansprakelijkheid**: Naast het wegdenken van de fout, moet ook een rechtmatig alternatief worden bijgedacht. Als de schade zich ook in die hypothese zou hebben voorgedaan, is er geen causaal verband [25](#page=25).
* **Bij risicoaansprakelijkheid**: Het wegdenken van het feit is voldoende [25](#page=25).
Er is sprake van een noodzakelijke voorwaarde indien de schade zich zonder het betreffende feit, in de concrete omstandigheden, niet zou hebben voorgedaan zoals deze zich heeft voorgedaan. Rechters baseren zich hierbij vaak op de normale gang van zaken, veronderstellingen of beleidsmatige keuzes [25](#page=25).
#### 3.1.2 Afwijkingen en correcties op de equivalentieleer
Hoewel de equivalentieleer de basis vormt, zijn er twee belangrijke uitzonderingen/correcties:
##### 3.1.2.1 Correctie op de feitelijke causaliteit (conditio sine qua non-test)
De standaard conditio sine qua non-test leidt niet tot aansprakelijkheid wanneer een feit, dat op zichzelf een noodzakelijke of voldoende voorwaarde is voor de schade, samenloopt met een andere gebeurtenis die ook voldoende is om dezelfde schade te veroorzaken. In zo'n geval is het eerste feit geen noodzakelijke voorwaarde meer [27](#page=27).
* **Wetsartikel 6.18 §1 BW**: Dit artikel corrigeert dit door te stellen dat, indien een tot aansprakelijkheid leidend feit geen noodzakelijke voorwaarde is enkel omdat andere gelijktijdige feiten de schade afzonderlijk of samen voldoende zouden hebben veroorzaakt, het feit niettemin als een oorzaak geldt. Dit geldt ook bij samenloop met natuurverschijnselen of feiten die niet tot aansprakelijkheid leiden [27](#page=27).
##### 3.1.2.2 Correctie op de juridische causaliteit (equivalentieleer)
De equivalentieleer kan tot vergaande en soms onbillijke gevolgen leiden, zoals in de Courtellemont-zaak waar een vrachtwagenchauffeur aansprakelijk werd gesteld voor een hiv-besmetting die voortvloeide uit een aanrijding die hij veroorzaakte, omdat zonder de aanrijding de besmetting nooit zou hebben plaatsgevonden [27](#page=27).
* **Wetsartikel 6.18 §2 BW**: Dit artikel introduceert een correctie door te stellen dat er geen aansprakelijkheid is indien het feitelijke causaal verband dermate verwijderd is dat het kennelijk onredelijk zou zijn de schade toe te rekenen aan de aangesprokene. Hierbij wordt rekening gehouden met het onwaarschijnlijke karakter van de schade en de mate waarin het feit heeft bijgedragen aan het ontstaan ervan [27](#page=27) [28](#page=28).
#### 3.1.3 Causale onzekerheid en proportionele aansprakelijkheid
Wanneer onzekerheid bestaat over het causale verband, kunnen specifieke regelingen van toepassing zijn.
##### 3.1.3.1 Proportionele aansprakelijkheid (art. 6.22 §1 BW)
Indien het onzeker is of een fout van de aangesprokene een noodzakelijke voorwaarde was voor de schade (omdat de schade zich ook zonder de fout had kunnen voordoen), heeft de benadeelde recht op een gedeeltelijke schadeloosstelling. Deze vergoeding staat in verhouding tot de waarschijnlijkheid waarmee de fout de schade heeft veroorzaakt. De schade mag hierbij niet hypothetisch zijn [28](#page=28).
* Deze bepaling is primair van toepassing op foutaansprakelijkheid, maar vindt ook overeenkomstige toepassing bij aansprakelijkheid voor andermans fout [28](#page=28).
##### 3.1.3.2 Alternatieve oorzaken (art. 6.23 BW)
Wanneer meerdere personen aansprakelijk zijn voor soortgelijke feiten die de benadeelde hebben blootgesteld aan het risico op schade, maar niet bewezen kan worden welk feit de schade effectief veroorzaakte, is elk van hen aansprakelijk in verhouding tot de waarschijnlijkheid waarmee hun feit de schade heeft veroorzaakt [29](#page=29).
* In hoofde van elke potentiële aansprakelijke moet een tot aansprakelijkheid leidend feit worden vastgesteld [29](#page=29).
* Wie bewijst dat zijn feit geen oorzaak is, is niet aansprakelijk [29](#page=29).
* Indien de potentiële impact gelijk is, kan de rechter de schade gelijk verdelen; anders kan de rechter uitgaan van het respectieve belang van de activiteiten [29](#page=29).
### 3.2 Pluraliteit van aansprakelijkheden
Dit deel behandelt situaties waarin meerdere partijen aansprakelijk zijn voor dezelfde schade.
#### 3.2.1 Meerdere derden aansprakelijk
##### 3.2.1.1 In solidum aansprakelijkheid (art. 6.19 BW)
* **Onderscheiden tot aansprakelijkheid leidende feiten (art. 6.19 §1 BW)**: Als meerdere personen aansprakelijk zijn voor onderscheiden feiten die dezelfde schade veroorzaken, zijn zij **in solidum** aansprakelijk. Dit betekent dat de benadeelde elke medeaansprakelijke kan aanspreken voor de volledige schade [30](#page=30).
* **Eenzelfde tot aansprakelijkheid leidend feit (art. 6.19 §2 1° BW)**: Wanneer meerdere personen aansprakelijk zijn voor hetzelfde feit, zijn zij eveneens in solidum aansprakelijk [30](#page=30).
* **Aanzetten om een fout te begaan (art. 6.19 §2 2° BW)**: Wie een ander aanzet tot een fout of daarbij helpt, is in solidum aansprakelijk voor de door die fout veroorzaakte schade. Hierbij is een intentioneel element vereist [31](#page=31).
#### 3.2.2 Regresmogelijkheden
##### 3.2.2.1 Regres zonder opzet (art. 6.21 §1 BW)
Indien meerdere personen in solidum aansprakelijk zijn, heeft de aangesproken partij die de schade integraal vergoedt in principe een regresmogelijkheid tegenover de overige aansprakelijken. Dit is in de mate waarin het feit waarop diens aansprakelijkheid berust, heeft bijgedragen tot het ontstaan van de schade. Bij onmogelijkheid de bijdrage vast te stellen, kan de rechter billijkheidshalve een gelijke verdeling doorvoeren [31](#page=31).
##### 3.2.2.2 Regres bij aansprakelijkheid voor andermans daad en foutloze aansprakelijkheid
* **Aansprakelijkheid voor andermans daad (art. 6.21 §1 BW)**: De persoon die aansprakelijk wordt gesteld, kan geen regres uitoefenen tegen de persoon die voor hem aansprakelijk is [31](#page=31).
* **Foutloze aansprakelijkheid (art. 6.21 §2 2° BW)**: De persoon die foutloos aansprakelijk is, kan wel regres uitoefenen voor het geheel van de schade tegen de persoon door wiens fout de voorwaarden voor deze aansprakelijkheid vervuld zijn [31](#page=31).
##### 3.2.2.3 Regres bij opzet
* **Geen regres (art. 6.21 §3 1° BW)**: Degene die de benadeelde schadeloosstelde, kan geen regres uitoefenen tegen een medeaansprakelijke indien hij zelf of een persoon voor wie hij aansprakelijk is, met opzet schade heeft veroorzaakt [32](#page=32).
* **Regres voor het geheel (art. 6.21 §3 BW)**: Degene die de benadeelde schadeloosstelde, kan wel regres uitoefenen voor het geheel tegen elke medeaansprakelijke die aansprakelijk is op grond van een opzettelijke fout [33](#page=33).
* **Meerdere keren opzet (art. 6.21 §3 3° BW)**: Indien zowel de schadeloosgestelde partij als de medeaansprakelijke (of een persoon voor wie zij aansprakelijk zijn) een opzettelijke fout begingen, gelden de regels voor regres zonder opzet [33](#page=33).
#### 3.2.3 Medeaansprakelijkheid van de benadeelde (art. 6.20 BW)
De regels over medeaansprakelijkheid van de benadeelde gelden enkel voor benadeelden ouder dan twaalf jaar [33](#page=33).
* **Zonder opzet (art. 6.20 §1 BW)**: Het recht op schadeloosstelling van de benadeelde wordt verminderd in de mate waarin zijn eigen aansprakelijkheid bijdraagt aan de schade [33](#page=33).
* **Aansprakelijkheid voor andermans daad en foutloze aansprakelijkheid (art. 6.20 §2 BW)**: Een persoon die aansprakelijk is voor andermans daad of wiens fout leidt tot foutloze aansprakelijkheid van een ander, kan deze aansprakelijkheid niet inroepen om zijn eigen schade te verhalen of zijn aansprakelijkheid te beperken (#page=33, 34) [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Bij opzet (art. 6.20 §3 BW)**: De benadeelde heeft geen recht op schadeloosstelling indien zijn eigen opzettelijke fout (of die van een persoon voor wie hij aansprakelijk is) een oorzaak van de schade is. Heeft een aansprakelijke derde daarentegen opzettelijk schade veroorzaakt, dan heeft de benadeelde recht op volledige schadeloosstelling [34](#page=34) [35](#page=35).
#### 3.2.4 Samenloop
##### 3.2.4.1 Samenloopverbod (verleden) en keuzevrijheid (heden)
Vroeger was het voor een benadeelde onmogelijk om een contractspartner buitencontractueel aansprakelijk te stellen voor schade die voortvloeide uit de niet-nakoming van een contract [35](#page=35).
* **Wetsartikel 6.3 §1 BW**: Dit samenloopverbod is verdwenen. Wettelijke bepalingen inzake buitencontractuele aansprakelijkheid kunnen nu ook tussen medecontractanten van toepassing zijn, waardoor de benadeelde de keuze heeft tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid [35](#page=35).
* **Verweermiddelen (art. 6.3 §1 2° BW)**: Een contractpartner die buitencontractueel wordt aangesproken, kan wel de verweermiddelen inroepen die voortvloeien uit het contract, de wetgeving inzake bijzondere contracten en bijzondere verjaringsregels. Dit geldt niet voor schade die het gevolg is van aantasting van fysieke/psychische integriteit of opzettelijk begane fouten [35](#page=35) [36](#page=36).
##### 3.2.4.2 Quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent (afgeschaft)
* **Vroeger**: Een hulppersoon (uitvoeringsagent) kon buitencontractueel niet zomaar door de hoofdcontractant worden aangesproken voor schade die hij bij de uitvoering van de overeenkomst toebracht. Er bestond geen contractuele relatie tussen de hulppersoon en de hoofdcontractant, wat leidde tot een quasi-immuniteit [36](#page=36).
* **Boek 6 BW**: De quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent is afgeschaft. Benadeelden kunnen nu ook een buitencontractuele vordering instellen tegen de hulppersoon van hun medecontractant [37](#page=37).
* **Contractuele herinstelling**: Via contractuele bedingen kan deze quasi-immuniteit echter terug ingesteld worden, bijvoorbeeld in het hoofdcontract waarin buitencontractuele vorderingen tegen hulppersonen worden uitgesloten [37](#page=37).
* **Verweermiddelen hulppersonen**: Hulppersonen die buitencontractueel worden aangesproken, kunnen dezelfde verweermiddelen inroepen als hun opdrachtgever, alsook verweermiddelen die zij zelf tegen hun medecontractant kunnen inroepen [37](#page=37).
### 3.3 Compensatiesystemen
#### 3.3.1 Aansprakelijkheidsverzekeringen
Een aansprakelijkheidsverzekering is een schadeverzekering waarbij de verzekeringsmaatschappij, tegen betaling van een premie, de schadevergoeding betaalt aan het slachtoffer in plaats van de schadeverwekker. Dit is een 'third party insurance' [45](#page=45).
* **Rechtstreekse vordering van het slachtoffer**: Om de positie van het slachtoffer te verbeteren, kent de wet een rechtstreekse vordering toe aan het slachtoffer tegen de verzekeraar van de schadeverwekker. Hierdoor is het slachtoffer niet afhankelijk van de financiële toestand van de schadeverwekker [46](#page=46).
* **Verweermiddelen verzekeraar**:
* **Verplichte verzekering**: De verzekeraar kan verweermiddelen die voortvloeien uit wet of overeenkomst niet inroepen tegen de benadeelde [46](#page=46).
* **Niet-verplichte verzekering**: De verzekeraar kan alle verweermiddelen inroepen. Bij familiale verzekeringen geldt echter dat opzet of grove schuld van een minderjarige niet tegenwerpelijk is aan de benadeelde [46](#page=46).
* **Regresmogelijkheid verzekeraar (art. 152 W.Verz.)**: De verzekeraar kan, indien de wet of overeenkomst dit toelaat, verhaal uitoefenen op de verzekeringnemer/verzekerde. Dit is het tegenwicht van de niet-tegenstelbaarheid van excepties. Dit regresrecht heeft een contractueel karakter [47](#page=47).
#### 3.3.2 Verkeersslachtofferregelingen
Vanuit de zorg voor snelle vergoeding van zwakke weggebruikers is een afwijkend vergoedingsstelsel ingevoerd in (art. 29bis WAM) [47](#page=47).
* **Regeling**: Ongeacht de foutvraag krijgt de zwakke weggebruiker na een ongeval bepaalde schade vergoed. De verzekeraar van de eigenaar van het betrokken voertuig betaalt de schade aan de zwakke weggebruiker. Enkel schade uit lichamelijk letsel, dood en kledij vallen hieronder [48](#page=48).
* **Toepassingsgebied**: Dit geldt voor verkeersongevallen op de openbare weg waarbij een motorvoertuig en een zwakke (niet-bestuurder van een motorvoertuig) en andere weggebruiker betrokken zijn (#page=48, 49). Spoortuigen en trams vallen hier ook onder [48](#page=48) [49](#page=49) [50](#page=50).
* **Uitzonderingen**: De regeling is niet van toepassing indien de benadeelde het ongeval en de gevolgen heeft gewild (vanaf 14 jaar) [48](#page=48).
#### 3.3.3 Diverse schadefondsen
Schadefondsen treden op waar aansprakelijkheid, verzekeringen of sociale zekerheid geen oplossing bieden [50](#page=50).
* **Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden**: Verleent financiële hulp als de dader onbekend is of niet kan vergoeden [50](#page=50).
* **Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds (GMWF)**: Komt tussen bij insolvabiliteit van de aansprakelijke persoon, of indien de aansprakelijkheidsverzekering niet kan vergoeden (bv. onbekende bestuurder). Het GMWF vergoedt ook in geval van een toevallig feit dat de bestuurder vrijpleit van aansprakelijkheid. Bij onduidelijkheid over welk van de meerdere betrokken voertuigen de schade heeft veroorzaakt, wordt de schade gelijk verdeeld over de WAM-verzekeraars [50](#page=50) [51](#page=51).
* **Fonds medische ongevallen**: Vergoedt ernstige schade als gevolg van medische ongevallen, ook zonder aantoonbare fout van de zorgverlener, of wanneer de aansprakelijkheid niet (voldoende) gedekt is door een verzekering of betwist wordt. Het Fonds treedt op als back-up voor de verzekeraar van de zorgverlener [51](#page=51).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Buitencontractuele aansprakelijkheid | De verbintenis die ontstaat wanneer iemand door zijn fout of door een ander tot aansprakelijkheid leidend feit schade toebrengt aan een derde, zonder dat er een voorafgaand contractuele band bestaat tussen de aansprakelijke en de benadeelde. |
| Verbintenis | Een juridische rechtsband waarbij een persoon (de schuldenaar) gehouden is tot een bepaalde prestatie jegens een andere persoon (de schuldeiser). Deze prestatie kan bestaan uit geven, doen of niet-doen. |
| Rechtshandeling | Een handeling die gericht is op het tot stand brengen van rechtsgevolgen, zoals het sluiten van een contract of het opstellen van een testament. |
| Oneigenlijk contract | Een verbintenis die ontstaat uit een handeling die weliswaar geen contract is, maar die wettelijk wordt gelijkgesteld met een contract, zoals zaakwaarneming of ongerechtvaardigde verrijking. |
| Wettelijke regel | Een regel die is vastgelegd in de wet, en die gedragingen oplegt of verbiedt. De schending van een wettelijke regel kan aanleiding geven tot aansprakelijkheid. |
| Algemene zorgvuldigheidsnorm | De norm die vereist dat men handelt als een voorzichtig en redelijk persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden. Deze norm vult specifieke wettelijke regels aan en kan hogere eisen stellen. |
| Subjectief recht | Een recht dat aan een persoon toekomt en dat hij tegenover eenieder kan doen gelden, zoals het eigendomsrecht of een persoonlijkheidsrecht. |
| Foutaansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die voortvloeit uit een persoonlijk verwijtbaar gedrag (een fout) van de aansprakelijke. |
| Risicoaansprakelijkheid (Objectieve aansprakelijkheid / Foutloze aansprakelijkheid) | Aansprakelijkheid die niet gebaseerd is op een persoonlijke fout van de aansprakelijke, maar op het louter meebrengen van een risico, zoals de aansprakelijkheid van de bewaarder van een gebrekkige zaak of een dier. |
| Causaal verband | Het verband dat bestaat tussen een oorzaak en een gevolg, waarbij het gevolg noodzakelijk is ingetreden als gevolg van de oorzaak. Dit is een essentiële voorwaarde voor aansprakelijkheid. |
| Patrimoniale schade | De economische schade die een benadeelde lijdt, bestaande uit verlies, kosten, gederfde winst en waardevermindering. |
| Extrapatrimoniale schade (Morele schade) | De niet-economische schade die een benadeelde lijdt, zoals pijn, leed, angst, aantasting van de psychische of fysieke integriteit, of aantasting van de reputatie. |
| Causale onzekerheid | De situatie waarin het onzeker is of een bepaald feit de oorzaak is van de schade, of in welke mate het heeft bijgedragen aan de schade. |
| Proportionele aansprakelijkheid | Een vorm van aansprakelijkheid waarbij de vergoeding wordt aangepast aan de waarschijnlijkheid waarmee een bepaald feit de schade heeft veroorzaakt, vooral wanneer causaliteit onzeker is. |
| In solidum aansprakelijkheid | Situatie waarbij meerdere personen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor dezelfde schade, wat betekent dat de benadeelde elk van hen kan aanspreken voor de volledige schade. |
| Regres | Het recht van een persoon die aansprakelijk is gesteld en de schade vergoed heeft, om een deel van die vergoeding te verhalen op andere personen die mede-aansprakelijk waren. |
| Schadeverzekering | Een verzekering die beoogt de financiële gevolgen van schade te dekken, zoals een aansprakelijkheidsverzekering. |
| Rechtstreekse vordering | Een wettelijk recht van het slachtoffer om de verzekeraar van de aansprakelijke rechtstreeks aan te spreken voor de vergoeding van de schade. |
| Zaakwaarneming | Het vrijwillig behartigen van de belangen van een ander zonder daartoe wettelijk of contractueel verplicht te zijn. |
| Ongerechtvaardigde verrijking | Situatie waarin iemand verrijkt wordt ten koste van een ander, zonder dat daarvoor een wettige grond bestaat. |
| Verweermiddelen | Argumenten of juridische gronden die door een partij kunnen worden aangevoerd om aansprakelijkheid te ontlopen of de omvang van de schade te beperken. |
| Voorzienbare gevolgen | De effecten of resultaten van een handeling die redelijkerwijs verwacht konden worden op het moment dat de handeling werd verricht. |
| Evenredigheid van het risico | De afweging tussen het risico op schade en de inspanningen die nodig zijn om dit risico te vermijden, om te bepalen of er sprake is van onzorgvuldigheid. |
| Stand van de techniek en wetenschappelijke kennis | De op dat moment beschikbare technologische en wetenschappelijke inzichten die relevant zijn voor het beoordelen van zorgvuldigheid. |
| Goed vakmanschap en goede beroepsactiviteiten | De technische normen, gebruiken en professionele standaarden die gelden binnen een bepaald vakgebied of beroep. |
| Beginselen van goed bestuur en goede organisatie | Principes die van toepassing zijn op de werking van rechtspersonen, waaronder overheden, en die gericht zijn op een correcte en efficiënte uitoefening van hun taken. |
| Overmacht | Een situatie waarin het onmogelijk is om een bepaalde gedragsregel na te leven, wegens een onvoorzienbare of onvermijdbare gebeurtenis. |
| Dwaling | Onjuiste voorstelling van zaken die leidt tot een verkeerde beslissing of handeling. |
| Dwang | Een situatie waarin iemand door middel van bedreiging of geweld wordt gedwongen iets te doen wat hij anders niet zou doen. |
| Noodtoestand | Een situatie waarin iemand gedwongen wordt een minder ernstige schade te berokkenen om een grotere schade te voorkomen. |
| Wettige verdediging | Het gebruik van geweld om zichzelf of anderen te beschermen tegen een wederrechtelijke aanranding. |
| Toestemming van de benadeelde | Vrijwillige instemming van de persoon die potentieel schade zou lijden, om een bepaalde handeling te ondergaan. |
| Gevaarlijke zaken | Zaken die inherent een risico op schade met zich meebrengen, zoals explosieven of gevaarlijke chemicaliën. |
| Gebrek aan een zaak | Een kenmerk van een zaak waardoor deze niet de veiligheid biedt die men gerechtigd is te verwachten in de gegeven omstandigheden. |
| Gebrekkig product | Een product dat niet de veiligheid biedt die men ervan mag verwachten, rekening houdend met presentatie, gebruik en het tijdstip van inverkeerstelling. |
| Producent | De fabrikant van een eindproduct, onderdelen, grondstoffen, alsook de schijnproducent en de EU-invoerder. |
| Verhaasting | De situatie waarin de schade hoe dan ook tot stand zou zijn gekomen, maar door het schadeveroorzakende feit eerder optreedt dan normaal. |
| Zekere schade | Schade waarvan het bestaan met een hoge mate van waarschijnlijkheid vaststaat en waarvan de rechter niet ernstig aan het tegendeel hoeft te denken. |
| Minderjarigen | Personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt. Hun aansprakelijkheid is beperkt en afhankelijk van hun leeftijd en de aard van de fout. |
| Geestesgestoorden | Personen wier oordeelsvermogen of controle over hun daden ernstig is aangetast door een geestesstoornis. |
| Voordeelstoerekening | Het in mindering brengen van uitkeringen of voordelen die de benadeelde heeft ontvangen als gevolg van het schadeveroorzakende feit, op de verschuldigde schadevergoeding. |
| Zaakschade | Schade toegebracht aan goederen. |
| Preventieve maatregelen | Handelingen die worden ondernomen om schade te voorkomen of te beperken. |
| Nettowinst | De winst die overblijft na aftrek van alle kosten, specifiek gerealiseerd door een onrechtmatige daad. |
| Aansprakelijkheidsverzekering | Een verzekering die de financiële gevolgen dekt van aansprakelijkheid voor schade aan derden. |
| Rechtstreekse vordering | Het recht van het slachtoffer om de verzekeraar van de aansprakelijke rechtstreeks aan te spreken. |
| Verkeersongeval | Elk ongeval dat zich voordoet op de openbare weg en waarbij een motorvoertuig betrokken is. |
| Zwakke weggebruiker | Een weggebruiker die minder beschermd is dan andere weggebruikers, zoals een voetganger of fietser, in een verkeersongeval met een motorvoertuig. |
| Schadefonds | Een fonds dat tussenkomt om schade te vergoeden wanneer aansprakelijkheid, verzekering of sociale zekerheid geen oplossing biedt. |
| Medische schade | Schade die is veroorzaakt door medische behandelingen of ingrepen. |
| Vereffening | Het proces van het bepalen van de omvang van de schade en het vaststellen van de te betalen vergoeding. |