Cover
ابدأ الآن مجانًا BASIS_2025_10_29 (diversiteit).pptx
Summary
# Wat is diversiteit en hoe verhoudt het zich tot recht?
Hier volgt een gedetailleerde samenvatting over diversiteit en de relatie ervan met het recht, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 1. Wat is diversiteit en hoe verhoudt het zich tot recht?
Diversiteit is een fundamenteel concept binnen het recht geworden en verwijst naar alle vormen van menselijke verscheidenheid die relevant zijn voor een individu en de samenleving, en die kunnen leiden tot privileges of discriminatie.
### 1.1 De evolutie van het begrip diversiteit
Het begrip diversiteit heeft zich door de tijd heen ontwikkeld en wordt nu vaak geassocieerd met het concept van 'superdiversiteit'.
#### 1.1.1 Van diversiteit naar superdiversiteit
* **Diversiteit** omvat alle vormen van menselijke verscheidenheid. Het is een breder concept dan multiculturaliteit, dat slechts één aspect van diversiteit omvat.
* **Superdiversiteit** is een later ontwikkeld concept dat de complexiteit en veelheid van hedendaagse maatschappelijke veranderingen probeert te vatten. De term is ontstaan omdat het eerdere begrip 'diversiteit' niet meer voldeed om de nieuwe realiteiten te beschrijven.
* **Drie evoluties in de context van superdiversiteit:**
1. **Kwantitatieve toename:** Er is steeds meer diversiteit in de samenleving.
2. **Kwalitatieve toename:** Er is ook steeds meer diversiteit *binnen* de bestaande diversiteit.
3. **Normalisering:** Hoe gaat de superdiverse samenleving om met deze diversiteit?
#### 1.1.2 Gelijkheid van diversiteit versus ongelijkheid van diversiteit
* **Uitgangspunt: Gelijkheid van diversiteit:** In theorie leidt de erkenning dat mensen verschillend zijn tot gelijkheid. Dit principe is verankerd in fundamentele rechtsbeginselen zoals het gelijkheidsbeginsel en het verbod op discriminatie (bijvoorbeeld in de artikelen 10-11 van de Belgische Grondwet, artikel 14 EVRM, en artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie). Anti-discriminatiewetgeving specificeert verboden discriminatiegronden zoals geslacht, ras, etnische afkomst, seksuele oriëntatie, leeftijd, geloof of overtuiging, en handicap. Een specifieke rechtsdiscipline, discriminatierecht, is hieraan gewijd.
* **Realiteit: Ongelijkheid van diversiteit:** In de praktijk zien we ongelijkheid, ook binnen het recht. Deze ongelijkheid is vaak het gevolg van sociaal geconstrueerde machtsongelijkheden, die gekoppeld zijn aan persoonlijke kenmerken en identiteiten en verankerd zijn in de samenleving en het recht. Dit leidt tot normativiteit, privileges en uitsluiting op basis van identiteitskenmerken en persoonlijke context.
> **Tip:** Het recht streeft naar een verschuiving van formele gelijkheid (gelijke behandeling) naar materiële gelijkheid (gelijke uitkomsten, rekening houdend met verschillen).
### 1.2 De relatie tussen recht en diversiteit
Recht en diversiteit staan in een wederkerige, co-constitutieve relatie: ze beïnvloeden en vormen elkaar.
#### 1.2.1 Recht als product van de samenleving
* Het recht is niet losstaand van de samenleving, maar is er een product van. Maatschappelijke normen en waarden hebben invloed op de ontwikkeling van het recht.
* Juridische actoren, zoals magistraten, zijn zelf onderdeel van de samenleving en brengen hun eigen perspectieven en mogelijke vooroordelen mee.
#### 1.2.2 Recht als regulerende kracht
* Het recht bezit de unieke kracht om diversiteit te reguleren en, indien nodig, ongelijkheden en onevenwichten te corrigeren.
#### 1.2.3 Neutraliteit van het recht: een ideaal en een kritiekpunt
* **Het ideaal van neutraliteit:** Het recht wordt geacht neutraal te zijn en geen voorkeur te hebben voor bepaalde vormen van diversiteit. Juridische actoren worden geacht objectief en onpartijdig te handelen, wat samenhangt met de principes van een democratische rechtstaat. Dit ideaal wordt vaak geassocieerd met de scheiding van kerk en staat, wat impliceert dat het recht geen religieuze of levensbeschouwelijke voorkeuren mag hebben.
* **Kritiek vanuit Critical Legal Studies (CLS) en verwante stromingen:** CLS, Critical Race Theory, feministische rechtstheorie, queer rechtstheorie en critical disability studies stellen dat het recht niet neutraal is, maar vaak een product is van de dominante groep in de samenleving. Dit recht dient dan ter behoud van de status quo en de belangen van de meerderheid.
* **Klassenjustitie:** Juridische actoren zouden zelf tot bevoorrechte groepen behoren en daardoor onbewust belangen van de meerderheid behartigen.
* **Focus op machtsstructuren:** Deze kritische benaderingen richten zich op onderliggende machtsstructuren, structurele ongelijkheden en ingebakken vooroordelen (bias) in het recht.
* **Deconstructie en reconstructie:** Ze proberen het recht te deconstrueren en te reconstrueren, onder andere door gebruik te maken van narratieven van gemarginaliseerde groepen om zo tot materiële gelijkheid te komen.
> **Tip:** Het onderscheid tussen 'law in books' (het recht zoals het geschreven is) en 'law in action' (het recht zoals het in de praktijk wordt toegepast) is cruciaal bij het analyseren van de kritische benadering van het recht.
#### 1.2.4 Ongelijkheid is intersectioneel
* Een fundamenteel inzicht bij de studie van recht en diversiteit is dat ongelijkheid vaak intersectioneel is. Dit betekent dat verschillende vormen van discriminatie en ongelijkheid elkaar kruisen en versterken, waardoor individuen op verschillende kruispunten van hun identiteit (bijvoorbeeld ras én geslacht én seksuele oriëntatie) te maken kunnen krijgen met unieke vormen van benadeling.
* Het recht heeft moeite om met deze intersectionaliteit om te gaan, omdat het vaak geneigd is ongelijkheden eendimensionaal te benaderen (bijvoorbeeld enkel kijken naar geslacht, of enkel naar ras), in plaats van het bredere, meerdimensionale beeld te omvatten.
> **Example:** De discriminatie-ervaring van een zwarte vrouw is niet simpelweg de optelsom van de ervaring van een zwarte man en een witte vrouw, maar een specifieke, kruisende vorm van benadeling.
### 1.3 Illustratie: het huwelijk als voorbeeld van recht en diversiteit
Het huwelijk is een eeuwenoud juridisch instituut dat illustreert hoe het recht is gevormd door en omgaat met diversiteit en ongelijkheid.
#### 1.3.1 Historische context
* Het huwelijk heeft van oudsher een centrale rol gespeeld in maatschappelijke organisatie, met zowel een symbolische functie (legitimiteit) als een beschermende functie (rechten en plichten).
* Het was lange tijd een 'gegenderd' instituut, verankerd in heteronormativiteit, wat leidde tot formele en materiële genderongelijkheid, onder andere door genderstereotypen en economische afhankelijkheid.
#### 1.3.2 Hervormingen en uitdagingen
* Rechtsverscherpingen gericht op gendergelijkheid, zoals de afschaffing van genderdiscriminatie in rechten en plichten, de invoering van wettelijke samenwoning en de legalisering van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht in 2003, hebben de ongelijkheid binnen het huwelijk verminderd.
* Er is meer aandacht gekomen voor solidariteit in het relatievermogensrecht, hoewel dit niet altijd volstaat om gendereffecten volledig te neutraliseren.
* Ondanks deze hervormingen blijft het huwelijk in veel gevallen verankerd in een heteronormatieve visie op relaties (twee personen, samenwonend, seksueel-affectief).
#### 1.3.3 De realiteit van nieuwe familievormen
* De hedendaagse samenleving kent echter een spectrum aan nieuwe familievormen, zoals platonische relaties, louter seksuele relaties, polyamoureuze relaties en LAT-relaties (Living Apart Together).
* Het huidige recht biedt voor deze nieuwe relatievormen vaak onvoldoende bescherming en erkenning.
#### 1.3.4 Inclusieve hervorming van het recht
* De vraag is welke rol het recht moet spelen in het erkennen en reguleren van de diversiteit aan relatievormen. Moet het recht een verplicht minimumniveau van solidariteit bieden, met ruimte voor contractuele afspraken?
* Een radicale breuk met de uitsluitende, diadische, seksuele en huiselijke aard van het huwelijk kan echter ook negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor religieuze gemeenschappen die de symboliek van het huwelijk belangrijk vinden, of voor internationale erkenning.
* Er bestaat ook een zorg dat een focus op contractuele vrijheid, zonder voldoende waarborgen, vrouwen (die vaak economisch minder krachtig zijn) in een nadeligere onderhandelingspositie kan plaatsen.
> **Example:** De discussie over de juridische erkenning van polyamoureuze relaties illustreert de uitdagingen van het aanpassen van juridische concepten die historisch gebaseerd zijn op monogame koppels.
### 1.4 Kritiek op kritische benaderingen ('Woke')
De kritische benaderingen van het recht, inclusief die met betrekking tot diversiteit, worden soms bekritiseerd.
* **Bezwaren:**
* **Beschuldigend:** Soms wordt beweerd dat deze benaderingen beschuldigend zijn tegenover personen uit meerderheidsgroepen (bv. "alle witte mensen zijn racistisch").
* **Essentialisering:** Minderheidsgroepen kunnen worden gereduceerd tot inherente slachtoffers.
* **Omgekeerde discriminatie:** Er kan sprake zijn van angst voor 'omgekeerde discriminatie'.
* **Essentie van schuld vs. verantwoordelijkheid:** Er ontstaat een debat over de schuld versus de verantwoordelijkheid van juristen ten aanzien van het bestaande recht.
* **Narrativiteit en positionaliteit vs. objectiviteit:** De nadruk op subjectieve narratieven en de positie van de verteller wordt soms tegengesteld aan het ideaal van objectieve rechtspraak.
### 1.5 De toekomst: mensenrechten en kritische benaderingen
De studie van recht en diversiteit wordt verrijkt door de integratie van mensenrechtelijke perspectieven, kritische en sociaalwetenschappelijke benaderingen, en gespecialiseerde vakgebieden zoals discriminatierecht. Mainstreaming van deze kritische benaderingen in andere rechtsdomeinen is een belangrijke ontwikkeling.
---
# De neutraliteit van het recht en kritische perspectieven
Dit onderdeel onderzoekt het concept van juridische neutraliteit, de uitdagingen ervan vanuit kritische perspectieven zoals Critical Legal Studies, en de implicaties hiervan voor sociale rechtvaardigheid.
### 2.1 Het concept van juridische neutraliteit
Het recht wordt in principe geacht neutraal te zijn en geen voorkeur te hebben voor bepaalde vormen van diversiteit of identiteitskenmerken. Dit geldt ook voor juridische actoren, met name magistraten. Deze neutraliteit is gekoppeld aan fundamentele grondrechten zoals het gelijkheidsbeginsel, het verbod op discriminatie, en de vrijheid van religie en levensbeschouwing. Hoewel de discussie over neutraliteit vaak vanuit een religieuze invalshoek wordt benaderd (in lijn met de scheiding tussen kerk en staat), is het belangrijk om dit concept niet te beperken tot religie, aangezien normativiteit alle vormen van diversiteit raakt. Het idee van juridische neutraliteit impliceert dat het recht zich niet uitspreekt ten gunste van specifieke groepen en dat juridische beslissingen gebaseerd zijn op objectieve criteria, los van persoonlijke kenmerken.
> **Tip:** Juridische neutraliteit is een ideaalprincipe dat streeft naar gelijke behandeling en onpartijdigheid binnen het rechtssysteem.
#### 2.1.1 Recht als product van de samenleving en haar normen
De juridische instelling heeft de neiging om wat maatschappelijk als 'regulier' of 'normaal' wordt beschouwd, om te zetten in een afdwingbare juridische norm. Dit proces, waarbij feitelijke normaliteit wordt getransmuteerd naar juridische normaliteit, wordt ook wel de 'ontologische glorificatie' van het recht genoemd. Dit betekent dat bestaande maatschappelijke structuren en normen, inclusief eventuele machtsongelijkheden, in het recht worden verankerd en bestendigd.
### 2.2 Kritische perspectieven op juridische neutraliteit
Kritische stromingen, zoals Critical Legal Studies (CLS), plaatsen vraagtekens bij de werkelijke neutraliteit van het recht en stellen dat het recht vaak een product is van dominante groepen en gericht is op het behoud van de status quo en meerderheidsbelangen.
#### 2.2.1 Critical Legal Studies (CLS) en aanverwante stromingen
Critical Legal Studies is een theoretisch perspectief dat in de Verenigde Staten is ontwikkeld en zich wereldwijd heeft verspreid. Het benadrukt het belang van het bestuderen van 'law in action' in plaats van enkel 'law in books'. CLS stelt dat juridische actoren vaak voortkomen uit bevoorrechte maatschappelijke groepen en daardoor de belangen van deze groepen kunnen vertegenwoordigen, wat kan leiden tot wat men 'klassenjustitie' noemt.
CLS is een verzamelnaam voor diverse kritische invalshoeken, waaronder:
* **Feministische rechtstheorie:** Analyseert hoe rechtspatronen genderongelijkheid in stand houden en hoe recht kan bijdragen aan gendergelijkheid.
* **Queer rechtstheorie:** Onderzoekt hoe het recht heteronormativiteit en cisnormativiteit verankert en hoe dit leidt tot uitsluiting van LGBTIQ+ personen.
* **Critical Race Theory:** Focust op de rol van ras en racisme in het recht en hoe het recht bijdraagt aan raciale ongelijkheden.
* **Critical Disability Studies:** Ontleedt hoe het recht beperkingen en handicaps creëert of bestendigt.
Deze stromingen richten zich op onderliggende machtsstructuren, structurele ongelijkheden en inherente bias in het recht. Ze streven naar deconstructie en reconstructie van het recht, vaak door middel van narratieven van gemarginaliseerde groepen, en zijn centraal in activisme voor sociale rechtvaardigheid.
#### 2.2.2 Deconstructie en reconstructie van recht
Kritische perspectieven beogen een deconstructie van de dominante juridische narratieven en een reconstructie van het recht, waarbij de stemmen en ervaringen van gemarginaliseerde groepen centraal staan. Dit draagt bij aan een verschuiving van formele naar materiële gelijkheid.
> **Tip:** De kritische benadering contrasteert sterk met de positivistische, interne benadering van het recht, die zich primair richt op de formele regels en structuren.
#### 2.2.3 Kritiek op kritische benaderingen
Kritische benaderingen van het recht blijven niet zonder kritiek. Deze kritiek omvat onder andere:
* **'Woke' beschuldigingen:** Kritische perspectieven worden soms afgeschilderd als overdreven gevoelig of politiek gemotiveerd.
* **Narratieven en positionaliteit versus objectiviteit:** De nadruk op subjectieve ervaringen en de positie van de spreker (positionaliteit) wordt door sommigen gezien als een afwijking van juridische objectiviteit.
* **Beschuldigend ten aanzien van meerderheidsgroepen:** Sommige kritische analyses worden als te beschuldigend ervaren ten opzichte van personen uit meerderheidsgroepen (bv. de stelling dat 'alle witte mensen racistisch zijn').
* **Omgekeerde discriminatie:** De vrees voor 'omgekeerde discriminatie', waarbij minderheidsgroepen onevenredig bevoordeeld zouden worden.
* **Essentialisering van minderheidsgroepen:** Het risico dat minderheidsgroepen worden gereduceerd tot inherente slachtoffers, zonder oog voor hun agency.
* **Schuld versus verantwoordelijkheid van juristen:** De discussie over de morele schuld of verantwoordelijkheid van juristen ten aanzien van de rol van het recht in het bestendigen van ongelijkheden.
### 2.3 Implicaties voor sociale rechtvaardigheid
De kritische analyse van juridische neutraliteit heeft directe implicaties voor de bevordering van sociale rechtvaardigheid.
#### 2.3.1 Van formele naar materiële gelijkheid
Een fundamenteel doel van kritische rechtstheorieën is de transitie van formele gelijkheid naar materiële gelijkheid. Formele gelijkheid garandeert dat iedereen volgens dezelfde regels wordt behandeld, ongeacht hun achtergrond. Materiële gelijkheid erkent echter dat verschillende groepen in de samenleving te maken hebben met structurele ongelijkheden en nadelen, en dat er specifieke maatregelen nodig zijn om deze ongelijkheden te compenseren en werkelijk gelijke uitkomsten te bereiken.
#### 2.3.2 Illustratie: het huwelijk
Het instituut van het huwelijk dient als een treffend voorbeeld van hoe het recht, ondanks schijnbare neutraliteit, diepgewortelde maatschappelijke normen en ongelijkheden kan weerspiegelen en bestendigen.
* **Historische context:** Lange tijd was het huwelijk een geprivilegieerd instituut, nauw verbonden met heteronormativiteit en gendernormen, wat leidde tot materiële genderongelijkheid door economische afhankelijkheid en genderstereotypen.
* **Hervormingen:** Recente juridische hervormingen, zoals de afschaffing van genderdiscriminatie in rechten en plichten, de invoering van wettelijke samenwoning en het openstellen van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht, hebben de formele gelijkheid binnen het huwelijk vergroot.
* **Aanhoudende heteronormativiteit:** Ondanks deze hervormingen blijft het huwelijk in essentie verankerd in de notie van een heteroseksuele, dyadische relatie. Dit laat weinig ruimte voor de erkenning van het groeiende spectrum aan nieuwe familievormen, zoals platonische relaties, polyamoureuze relaties of LAT-relaties.
* **Inclusieve hervormingen:** De vraag naar inclusieve hervormingen van het recht op het gebied van familierecht blijft relevant. Mogelijke oplossingen omvatten een open-ended familiaal kader dat basisbescherming biedt, aangevuld met contractuele afspraken, en een correctiemechanisme via de rechter. Er moet echter ook rekening worden gehouden met de potentiële negatieve gevolgen van radicale veranderingen, zoals de impact op religieuze gemeenschappen, internationale erkenning, de perceptie bij LGBTIQ+-personen, en de onderhandelingspositie van vrouwen in een contractuele setting.
> **Example:** De wettelijke erkenning van het homohuwelijk in veel landen is een stap naar formele gelijkheid, maar de discussie over de erkenning van andere relationele vormen (bv. polyamorie) illustreert de voortdurende spanning tussen bestaande juridische kaders en de diversiteit van menselijke relaties.
#### 2.3.3 Ongelijkheid is intersectioneel
Een cruciaal inzicht vanuit de kritische benadering is dat ongelijkheid intersectioneel is. Dit betekent dat verschillende vormen van discriminatie en ongelijkheid elkaar kunnen kruisen en versterken op basis van meerdere identiteitskenmerken (bv. ras, geslacht, klasse, seksuele oriëntatie). Het recht heeft de neiging om deze ongelijkheden eendimensionaal te benaderen, waardoor de complexiteit van de geleefde realiteit van gemarginaliseerde groepen onvoldoende wordt erkend. Een effectieve aanpak van ongelijkheid vereist een multidimensionale analyse die rekening houdt met deze kruispunten.
> **Tip:** Wanneer je juridische vraagstukken analyseert, bedenk dan altijd welke identiteitskenmerken van een persoon mogelijk met elkaar interageren en hoe dit de ervaring van het recht kan beïnvloeden.
---
# Illustratie: het huwelijk als juridisch instituut
Het huwelijk wordt geanalyseerd als een historisch en sociaal geconstrueerd juridisch instituut, waarbij de evolutie van gendergelijkheid en de uitdagingen van heteronormativiteit voor diverse relatievormen centraal staan.
### 3.1 Het huwelijk als juridisch en maatschappelijk instituut
Het huwelijk is een eeuwenoud juridisch instituut dat een centrale rol speelt in de maatschappelijke organisatie. Het kent zowel een symbolische functie, waarbij het legitimiteit verleent, als een beschermende functie door het vaststellen van rechten en plichten voor de betrokkenen.
#### 3.1.1 Historische en sociale constructie
* Het huwelijk is niet neutraal geweest in de geschiedenis, maar was lange tijd een bron van ongelijkheid, met name door zijn gendergestructureerde karakter.
* Het instituut is inherent gegenderd, wat historisch is verankerd in heteronormativiteit.
#### 3.1.2 Hervormingen gericht op gendergelijkheid
* Juridische hervormingen hebben gestreefd naar het wegnemen van genderdiscriminatie binnen de rechten en plichten die aan het huwelijk verbonden zijn.
* De introductie van wettelijke samenwoning bood een beperktere bescherming.
* Een significante stap was de invoering van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht in 2003.
* Hoewel er meer aandacht is gekomen voor solidariteit binnen het relatievermogensrecht, is dit onvoldoende om de genderaffecten volledig te elimineren.
### 3.2 De uitdaging van heteronormativiteit
Ondanks de hervormingen blijft het huwelijk verankerd in heteronormatieve aannames. Dit wordt duidelijk wanneer men kijkt naar de realiteit van diverse familievormen en relatievormen die buiten de traditionele definitie vallen.
#### 3.2.1 Kerncomponenten van het juridisch huwelijk
Het juridisch huwelijk is traditioneel gebaseerd op de volgende componenten:
* Twee personen
* Samenwoning
* Seksueel-affectieve relatie
#### 3.2.2 Spectrum van nieuwe familievormen
De huidige maatschappelijke realiteit kent echter een breed spectrum aan nieuwe familievormen en relatievormen, waaronder:
* Platonische relaties
* Louter seksuele relaties
* Polyamoureuze relaties
* LAT-relaties (Living Apart Together)
#### 3.2.3 Juridische beperkingen en uitdagingen
* Het klassieke huwelijksrecht biedt onvoldoende bescherming voor deze diverse relatievormen.
* Het genderstereotype blijft verankerd in de heteronormativiteit van het recht.
* Er is geen juridische bescherming voor nieuwe familievormen die afwijken van de traditionele dyade.
### 3.3 Inclusieve hervorming van het recht
De vraag rijst hoe het recht kan worden hervormd om inclusiever te zijn en rekening te houden met de diversiteit aan relatie- en familievormen.
#### 3.3.1 Mogelijke oplossingen en overwegingen
* **Balans tussen belangen:** Het recht moet een balans vinden tussen de belangen van diverse groepen in de samenleving en bepalen welke unies juridische en sociale legitimiteit krijgen.
* **Verplichte regulering:** Een minimumniveau van solidariteit zou verplicht kunnen worden.
* **Contractualisatie:** Onbeperkte contractualisatie met één familiaal label, of de mogelijkheid tot opt-in of opt-out mechanismen, inclusief een gerechtelijk correctiemechanisme.
* **Radicale verandering:** Een radicale breuk met het exclusieve, dyadische, seksuele en huiselijke karakter van het huwelijk kan echter ook negatieve gevolgen hebben, zoals problemen met internationale erkenning, mogelijke terugslag voor LHBTIQ+-personen op het gebied van gelijkheid, en een verminderde onderhandelingspositie voor vrouwen die economisch minder krachtig zijn.
* **Eén open familiale setting:** Een mogelijke oplossing zou een enkele, open-ended familiale setting kunnen zijn die juridische bescherming en symbolische erkenning biedt, met een basisverplichte bescherming (onderhoudsplicht en -steun, ook bij beëindiging van de relatie) aangevuld met contractuele afspraken.
* **Symboliek en culturele diversiteit:** Er moet rekening worden gehouden met de symbolische waarde van het huwelijk voor religieuze gemeenschappen en de uitdagingen op cross-cultureel en internationaal vlak.
---
# Toekomstige opleidingen en focusgebieden
Dit onderdeel geeft een overzicht van gerelateerde opleidingsonderdelen en de focusgebieden binnen het domein van recht en diversiteit, inclusief mensenrechten en kritische benaderingen.
## 4. Toekomstige opleidingen en focusgebieden
### 4.1 Overzicht van gerelateerde opleidingsonderdelen
Binnen het domein van recht en diversiteit, met speciale aandacht voor mensenrechten en kritische benaderingen, zijn er verschillende opleidingsonderdelen die als vervolg of verdieping kunnen dienen. Deze bieden een breder perspectief op de complexiteit van diversiteit binnen het recht en de samenleving.
#### 4.1.1 Mensenrechten (Ba2)
Dit opleidingsonderdeel, gedoceerd door Prof. Yves Haeck, focust op de mensenrechtelijke benadering van diversiteitsthema's. Het verkent hoe mensenrechtenkaders kunnen worden toegepast om diversiteit te begrijpen en te beschermen.
#### 4.1.2 Recht en samenleving (Ba3)
Gedoceerd door Prof. Ellen Desmet, Prof. Charlotte Colman, Dr. Ruben Wissing en Dr. Giselle Corradi, biedt dit vak een kritische en sociaalwetenschappelijke benadering van het recht. Het onderzoekt de wisselwerking tussen juridische structuren en maatschappelijke realiteiten.
#### 4.1.3 Recht en diversiteit (Ma)
Dit mastervak, onder leiding van Prof. Pieter Cannoot, biedt een verdieping ten opzichte van het opleidingsonderdeel Recht en samenleving. Het gaat specifieker in op de concepten en uitdagingen van diversiteit binnen het juridische domein.
#### 4.1.4 Discriminatierecht (Ma)
Prof. Pieter Cannoot en Dr. Cathérine Van de Graaf doceren dit vak dat zich richt op de studie van Europees, Belgisch en Vlaams anti-discriminatierecht. Het behandelt de specifieke wetgeving en jurisprudentie ter bestrijding van discriminatie op verschillende gronden.
### 4.2 Focusgebieden binnen recht en diversiteit
#### 4.2.1 De conceptuele evolutie van diversiteit
Diversiteit is uitgegroeid tot een fundamenteel begrip binnen het recht. Het omvat alle vormen van verscheidenheid onder natuurlijke personen, met kenmerken die zowel voor het individu als voor de samenleving van belang zijn. Deze kenmerken kunnen leiden tot privileges of juist tot discriminatie.
* **Definitie van diversiteit:** Alle vormen van menselijke verscheidenheid. Dit is breder dan multiculturaliteit en omvat ook de recente concepten van 'superdiversiteit'.
* **Uitgangspunt van diversiteit:** De gelijkheid van diversiteit. Dit betekent dat, hoewel mensen verschillend zijn, dit in principe tot gelijkheid moet leiden. Dit principe is verankerd in artikelen 10-11 van de Belgische Grondwet (beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie), artikel 14 van het EVRM en artikel 21 van het Handvest.
* **De realiteit van diversiteit:** Ongelijkheid van diversiteit is eveneens aanwezig in het recht. Machtsongelijkheden, die sociaal geconstrueerd zijn en gekoppeld aan persoonlijke kenmerken en identiteiten, zijn verankerd in de samenleving en het recht. Dit leidt tot normativiteit, privilege en uitsluiting op basis van identiteitskenmerken en persoonlijke context. Dit vereist een verschuiving van formele naar materiële gelijkheid.
* **Intersectionaliteit van ongelijkheid:** Een fundamenteel inzicht is dat ongelijkheden niet enkelvoudig verschijnen, maar op kruispunten van verschillende identiteitskenmerken. Het recht heeft vaak moeite om deze intersectionele aard van discriminatie adequaat te hanteren, omdat het neigt naar een eendimensionale benadering van ongelijkheid.
#### 4.2.2 De relatie tussen recht en diversiteit
Recht en diversiteit staan in een wederkerige, co-constitutieve relatie. Het recht is zowel een product van de samenleving als een middel om maatschappelijke normen te reguleren en veranderingen teweeg te brengen.
* **Normalisering door het recht:** De juridische instelling heeft de neiging om wat maatschappelijk regelmatig gebeurt (`regularity`) om te zetten in een afdwingbare norm (`rule`), en feitelijke normaliteit (`factual normalcy`) in juridische normaliteit (`legal normalcy`).
* **Neutraliteit van het recht:** Het recht wordt geacht neutraal te zijn en geen voorkeur te hebben voor bepaalde vormen van diversiteit. Dit geldt ook voor juridische actoren, zoals magistraten. Dit principe is gekoppeld aan grondrechten zoals het gelijkheidsbeginsel en het verbod op discriminatie. De discussie hierover concentreert zich vaak op religie en levensbeschouwing, maar strekt zich uit tot alle vormen van diversiteit, waaronder ras/afkomst en seksuele oriëntatie/genderidentiteit.
* **Kritische benadering van het recht:** Stromingen zoals Critical Legal Studies (CLS), Critical Race Theory, feministische rechtstheorie, queer rechtstheorie en critical disability studies bevragen de vermeende neutraliteit van het recht. Deze benaderingen stellen dat het recht vaak een product is van de dominante groep, gericht op het behoud van de status quo en meerderheidsbelangen (`klassenjustitie`). Ze focussen op onderliggende machtsstructuren, structurele ongelijkheden en bias in het recht, en streven naar deconstructie en reconstructie van het recht, vaak via narratieven van gemarginaliseerde groepen.
* **Positivistische vs. kritische benadering:** De positivistische benadering bekijkt het recht vanuit een intern perspectief, terwijl de kritische benadering een externe, sociaalwetenschappelijke analyse toepast. De kritische benadering wordt soms bekritiseerd als 'woke', beschuldigend, en neigend naar essentialisering van minderheidsgroepen. Er is een voortdurende discussie over de schuld versus verantwoordelijkheid van juristen ten aanzien van het recht.
#### 4.2.3 Illustratie: het huwelijk als juridisch instituut
Het huwelijk dient als een illustratief voorbeeld van hoe een juridisch instituut verankerd kan zijn in maatschappelijke normen en diversiteit kan reguleren, en hoe hervormingen gericht op gelijkheid kunnen plaatsvinden.
* **Kenmerken van het huwelijk:** Het is een eeuwenoud juridisch instituut met een centrale rol in de maatschappelijke organisatie. Het biedt juridische bescherming, rechten en plichten, en heeft een symbolische functie.
* **Heteronormativiteit en genderongelijkheid:** Traditioneel was het huwelijk een gegenderd instituut, verankerd in heteronormativiteit. Dit heeft geleid tot genderstereotypen en economische afhankelijkheid, wat resulteerde in materiële genderongelijkheid.
* **Hervormingen en de zoektocht naar inclusiviteit:** Het recht is hervormd om gendergelijkheid te bevorderen, onder meer door de afschaffing van genderdiscriminatie in rechten en plichten, de invoering van wettelijke samenwoning en de legalisering van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht in 2003. Hoewel er meer aandacht is voor solidariteit in het relatievermogensrecht, zijn de gendereffecten nog niet volledig weggewerkt.
* **Huidige uitdagingen en toekomstige perspectieven:** Ondanks hervormingen blijft het huwelijk verankerd in een model van twee personen die samenwonen en een seksueel-affectieve relatie hebben. Dit strookt niet met de realiteit van een spectrum aan nieuwe familievormen, zoals platonische relaties, polyamoureuze relaties, of LAT-relaties.
* **Inclusieve hervorming:** De vraag rijst welke rol het recht moet spelen bij het balanceren van de belangen van diverse groepen. Opties omvatten verplichte regulering met een minimum aan solidariteit, contractuele afspraken met opt-in/opt-out opties, en juridische correctiemechanismen. Een radicale breuk met het exclusieve, diadische, seksuele en huiselijke karakter van het huwelijk kan echter ook negatieve gevolgen hebben, zoals problemen met religieuze gemeenschappen, internationale erkenning, en een mogelijke achteruitgang in onderhandelingsmacht voor vrouwen. De discussie gaat over de terminologie en de structurele aanpassing van het recht om nieuwe familievormen juridische erkenning en bescherming te bieden, met behoud van symbolische waarde en legitieme erkenning.
> **Tip:** De analyse van het huwelijk toont de dynamiek tussen traditionele juridische instituten, maatschappelijke veranderingen en de strijd voor meer inclusieve wetgeving. Begrijp de evolutie van formele naar materiële gelijkheid in dit specifieke voorbeeld.
> **Tip:** Wees alert op de kritische theorieën die de 'neutraliteit' van het recht bevragen. Deze perspectieven zijn cruciaal om de structurele ongelijkheden achter juridische normen te doorgronden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Diversiteit | Alle vormen van menselijke verscheidenheid, waaronder kenmerken die van belang zijn voor de identiteit van een persoon en hun positie in de samenleving, die kunnen leiden tot privilege of discriminatie. |
| Multiculturaliteit | Een vorm van diversiteit die minder ruim is dan het algemene begrip diversiteit en die als gedateerd wordt beschouwd ten gunste van het concept superdiversiteit. |
| Superdiversiteit | Een term die later is ontwikkeld om aan te tonen dat de vorige terminologie niet meer volstond om de veranderingen in de samenleving weer te geven, met een nadruk op zowel kwantitatieve als kwalitatieve toename van diversiteit. |
| Gelijkheid van diversiteit | Het principe dat mensen zeer verschillend van elkaar zijn, maar dat dit in principe tot gelijkheid zou moeten leiden, wat zich uit in het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie in het recht. |
| Ongelijkheid van diversiteit | De realiteit dat er ongelijkheden bestaan binnen diversiteit, vaak als gevolg van sociaal geconstrueerde machtsongelijkheden die gekoppeld zijn aan persoonlijke kenmerken en identiteiten, verankerd in de samenleving en het recht. |
| Intersectioneel | Het fundamentele inzicht dat ongelijkheden niet enkelvoudig voorkomen in de samenleving, maar zich manifesteren op kruispunten van verschillende identiteitskenmerken en sociale posities, wat juridische aanpassingen complex maakt. |
| Co-constitutief | De wederkerige verhouding tussen recht en diversiteit, waarbij het recht een product is van de samenleving en maatschappelijke normen, maar tegelijkertijd diversiteit kan reguleren en onevenwichtigheden kan veranderen. |
| ‘Neutraliteit’ van het recht | Het principe dat het recht neutraal is en geen voorkeur heeft voor bepaalde vormen van diversiteit, waarbij juridische actoren geacht worden neutraal te handelen, gekoppeld aan grondrechten zoals het gelijkheidsbeginsel en het verbod op discriminatie. |
| Critical Legal Studies (CLS) | Een theoretische stroming die stelt dat het recht een product is van de dominante groep, gericht op het behoud van de status quo en meerderheidsbelangen, en die zich richt op onderliggende machtsstructuren, structurele ongelijkheden en bias in het recht. |
| Formele gelijkheid | Een juridisch principe waarbij iedereen in gelijke gevallen gelijk wordt behandeld, zonder rekening te houden met materiële verschillen die tot feitelijke ongelijkheid kunnen leiden. |
| Materiële gelijkheid | Het streven naar werkelijke gelijkheid door rekening te houden met maatschappelijke en persoonlijke verschillen, en het nemen van maatregelen om structurele ongelijkheden aan te pakken en te compenseren. |
| Narratieven | Verhalen of vertellingen die worden gebruikt binnen kritische benaderingen van het recht om de ervaringen van gemarginaliseerde groepen te belichten, de onderliggende machtsstructuren bloot te leggen en het recht te reconstrueren. |
| Positionaliteit | Het besef dat iemands positie in de samenleving, gebaseerd op identiteit en ervaring, een invloed heeft op de manier waarop het recht wordt begrepen, toegepast en gevormd. |
| Heteronormativiteit | Een sociale en culturele norm die ervan uitgaat dat heteroseksualiteit de enige natuurlijke of "normale" seksuele oriëntatie is, en die vaak impliciet of expliciet de basis vormt voor sociale instituties en wetgeving. |