Cover
ابدأ الآن مجانًا 15.1.pdf
Summary
# De aard en definitie van verbintenissen
Dit onderwerp verkent de fundamentele definitie van een verbintenis, het onderscheid tussen vorderingsrechten en verbintenissen, en de rollen van de betrokken partijen zoals schuldeisers, schuldenaars en derden [1](#page=1).
### 1.1 Wat is een verbintenis?
Een verbintenis kan worden gedefinieerd als een rechtsband die één of meer personen verplicht om iets te geven, te doen of na te laten ten opzichte van één of meer andere personen. Het Burgerlijk Wetboek (BW) definieert een verbintenis momenteel als "een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar, indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen" (art. 5.1 BW) [1](#page=1).
### 1.2 Vorderingsrechten versus verbintenissen
Het recht dat voortvloeit uit een verbintenis wordt een vorderingsrecht genoemd. De titularis van een vorderingsrecht heeft het recht op een prestatie (geven, doen of laten) van een of meerdere andere personen. Er is een wederkerigheid: aan een vorderingsrecht beantwoordt altijd een verbintenis, en omgekeerd [1](#page=1).
* **Vorderingsrecht**: Wordt ook vaak aangeduid als "schuldvordering" [1](#page=1).
* **Verbintenis**: Wordt ook vaak aangeduid als "schuld" [1](#page=1).
> **Tip:** Onthoud dat, hoewel een verbintenis kan betrekking hebben op het geven van een goed, het resulterende recht een zuiver vorderingsrecht blijft en geen zakelijk recht. Zolang het goed niet is overgedragen, heeft de schuldeiser geen onmiddellijke macht over het goed en geniet hij geen volgrecht of voorrangsrecht [1](#page=1).
### 1.3 Rollen van partijen in een verbintenis
In een juridische relatie met betrekking tot een prestatie zijn er twee hoofdcategorieën van personen:
* **Schuldeisers**: De personen die recht hebben op een prestatie van anderen [1](#page=1).
* **Schuldenaars**: De personen die de plicht hebben om een prestatie te leveren aan anderen [1](#page=1).
**Derden**: Personen die buiten de specifieke juridische relatie staan en dus noch schuldeiser, noch schuldenaar zijn in die relatie. Twee verschillende schuldeisers van dezelfde schuldenaar zijn derden ten opzichte van elkaars schuldvordering, zelfs als ze beiden door een verschillende rechtsband met dezelfde schuldenaar verbonden zijn [1](#page=1).
### 1.4 Kenmerken en ontstaanswijze van verbintenissen
In tegenstelling tot zakelijke rechten, waarvan het aantal vastligt, kunnen vorderingsrechten en dus ook verbintenissen in principe in een onbeperkte variëteit ontstaan en voorkomen. Om deze complexe materie systematisch te behandelen, wordt uitgegaan van de juridische ontstaanswijze, de zogenaamde bron van verbintenissen. De hoofdbronnen zijn de overeenkomst en de onrechtmatige daad. De behandeling van verbintenissen omvat ook hun tenietgaan en bijzondere overeenkomsten [1](#page=1).
---
# Soorten verbintenissen en hun kenmerken
Dit onderdeel verkent de diverse classificaties van verbintenissen en de specifieke kenmerken die hen definiëren [2](#page=2).
### 2.1 Voorwaardelijke verbintenissen
De uitvoering of het tenietgaan van verbintenissen kan afhankelijk gesteld worden van een voorwaarde, gedefinieerd als een toekomstige en onzekere gebeurtenis (art. 5.139 BW). Er zijn opschortende, ontbindende en potestatieve voorwaarden [2](#page=2).
#### 2.1.1 Opschortende voorwaarde
Bij een opschortende voorwaarde wordt de uitvoering van de verbintenis afhankelijk gesteld van een toekomstige en onzekere gebeurtenis, waardoor de verbintenis opeisbaar wordt bij vervulling [2](#page=2).
> **Example:** Een aannemingscontract wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de bouwheer een bouwvergunning verkrijgt. De verplichtingen uit het contract ontstaan pas na het verkrijgen van de vergunning. Als de vergunning niet wordt toegekend, vervalt de verbintenis definitief [2](#page=2).
#### 2.1.2 Ontbindende voorwaarde
Een ontbindende voorwaarde stelt de uitdoving van de verbintenis afhankelijk van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. De vervulling hiervan leidt tot het verdwijnen van de verbintenis [2](#page=2).
> **Example:** Een handelaar verkoopt goederen aan een kleinhandelaar met een terugzendingsbeding. De verbintenissen krijgen onmiddellijk uitwerking, maar doven uit als de goederen niet tijdig verkocht worden door de kleinhandelaar [2](#page=2).
#### 2.1.3 Potestatieve voorwaarde
Een potestatieve voorwaarde is er een waarbij de realisatie van de gebeurtenis afhangt van de wil van de schuldenaar. Een zuivere en opschortende potestatieve voorwaarde is nietig omdat de schuldenaar zich hierdoor niet daadwerkelijk verbindt. Indien de uitvoering afhangt van de wil van de schuldenaar én een gebeurtenis, spreken we van een gemengd potestatieve voorwaarde, die wel geldig is [2](#page=2) [3](#page=3).
> **Example:** Een zuivere potestatieve voorwaarde zou zijn: "Ik verbind me, onder de opschortende voorwaarde dat ik er volgende maand anders over beslis." Een gemengd potestatieve voorwaarde is een optie tot aankoop die afhangt van de beslissing van de verkoper om het goed te verkopen [3](#page=3).
### 2.2 Verbintenissen met tijdsbepaling
Een verbintenis met tijdsbepaling is een verbintenis waarvan de uitvoering of het tenietgaan afhangt van een toekomstige en zekere gebeurtenis. Het moment van de gebeurtenis hoeft niet vast te staan, maar de realisatie ervan moet zeker zijn (art. 5.149 BW) [3](#page=3).
#### 2.2.1 Opschortende tijdsbepaling
Bij een opschortende tijdsbepaling moet de verbintenis pas uitgevoerd worden na een zekere termijn of gebeurtenis [3](#page=3).
> **Example:** Een rechter die uitstel van betaling toestaat aan een schuldenaar [3](#page=3).
#### 2.2.2 Uitdovende tijdsbepaling
Bij een uitdovende tijdsbepaling dooft de verbintenis uit na een zekere termijn of gebeurtenis [3](#page=3).
> **Example:** Een huurcontract gesloten voor de duur van één jaar [3](#page=3).
### 2.3 Persoonsgebonden en prestatiegebonden verbintenissen
#### 2.3.1 Persoonsgebonden verbintenissen
Bij persoonsgebonden verbintenissen zijn de persoon van de schuldenaar en zijn hoedanigheden van doorslaggevend belang voor de andere partij. Deze verbintenissen doven uit bij overlijden van de betreffende persoon [3](#page=3).
> **Example:** De verplichting tot levensonderhoud, of de specifieke zorgverplichting van een arts. De verplichting tot betaling van honoraria blijft wel bestaan en gaat over op erfgenamen [3](#page=3).
#### 2.3.2 Prestatiegebonden verbintenissen
Prestatiegebonden verbintenissen zijn zodanig dat het niet uitmaakt wie de verbintenis uitvoert, zolang de prestatie maar geleverd wordt [3](#page=3).
> **Example:** De levering van een pakje, waarbij het de vervoerder niet uitmaakt wie de levering feitelijk uitvoert. Een betalingsverbintenis is altijd prestatiegebonden [4](#page=4).
### 2.4 Deelbare en ondeelbare verbintenissen
#### 2.4.1 Deelbare verbintenissen
In beginsel is bij verbintenissen waarbij meerdere personen schuldeiser of schuldenaar zijn, elk van hen slechts gehouden voor zijn deel (art. 5.159 BW). Dit betekent dat de schuld of vordering gesplitst kan worden [4](#page=4).
> **Example:** Indien twee personen gezamenlijk een lening aangaan, zijn zij elk hoofdelijk aansprakelijk voor de helft van de schuld. Faillissement van de ene partij betekent niet dat de andere voor het geheel moet opdraaien [4](#page=4).
#### 2.4.2 Ondeelbare verbintenissen
Een verbintenis is ondeelbaar wanneer zij uit haar aard, of door een wettelijke, contractuele of testamentaire bepaling, niet gesplitst kan worden (art. 5.166 §2 BW). In geval van mede-schuldenaars kan elk van hen aangesproken worden voor het geheel (art. 5.166 §1 BW) [4](#page=4).
> **Example:** De levering van een specifieke auto door twee mede-eigenaars is ondeelbaar; de levering kan niet gedeeltelijk worden uitgevoerd [4](#page=4).
### 2.5 Hoofdelijke verbintenissen
Hoofdelijke verbintenissen zijn contractueel bedongen om de nadelen van deelbare verbintenissen te vermijden. Bij hoofdelijkheid kan elke schuldeiser de totale uitvoering eisen van elke schuldenaar afzonderlijk (art. 5.160 §1 en 5.170 §1 BW). De schuldenaar die meer betaalt dan zijn deel, kan dit terugvorderen van zijn medeschuldenaars [4](#page=4).
**Nevengevolgen van hoofdelijkheid:**
* Stuiting van verjaring tegenover één schuldenaar geldt ook voor de anderen [4](#page=4).
* Aanmaning van één schuldenaar geldt ook voor de anderen en doet intresten lopen [4](#page=4).
Hoofdelijkheid moet uitdrukkelijk bepaald zijn in de overeenkomst of door de wet; anders is de verbintenis deelbaar (art. 5.160 §2 BW, art. 5.164 §1 en 5.170 §1 BW) [4](#page=4).
**Wettelijk hoofdelijke verbintenissen:**
* Aansprakelijkheid van echtgenoten voor huishoudelijke schulden [4](#page=4).
* Schadevergoeding bij een misdrijf met verschillende daders (art. 50 Sw.) [4](#page=4).
* Teruggave van een geleende zaak door meerdere leners (art. 1887 BW) [5](#page=5).
Voor ondernemers-medeschuldenaars geldt een vermoeden van hoofdelijkheid, tenzij de onderneming een natuurlijke persoon is (art. 5.160 §2 BW) [5](#page=5).
#### 2.5.1 Verbintenissen in solidum
Naast hoofdelijke verbintenissen bestaan er ook verbintenissen in solidum (art. 5.168 en 5.169 BW). Hierbij geldt wel het hoofdgevolg van hoofdelijkheid (eisen van het geheel door één schuldeiser van één schuldenaar), maar niet de nevengevolgen zoals verjaring of aanmaning [5](#page=5).
> **Example:** De verbintenis tot schadevergoeding ten gevolge van een fout van verschillende daders, voor zover het geen misdrijf betreft [5](#page=5).
### 2.6 Resultaats- en inspanningsverbintenissen
#### 2.6.1 Resultaatsverbintenissen
Bij een resultaatsverbintenis verbindt de schuldenaar zich ertoe een welbepaald resultaat te bereiken (art. 5.72 BW). De schuldeiser hoeft enkel het bestaan van de verbintenis en het uitblijven van het resultaat te bewijzen voor contractuele aansprakelijkheid [5](#page=5).
> **Example:** Een bouwpromotor die de volledige realisatie van een gebouw garandeert, een touroperator die een reis organiseert, of de post voor de uitreiking van aangetekende zendingen [5](#page=5).
#### 2.6.2 Inspanningsverbintenissen
Een inspanningsverbintenis verplicht de schuldenaar slechts om bepaalde middelen te gebruiken of een inspanning te leveren om een resultaat te bereiken, zonder het succes ervan te garanderen (art. 5.72 BW). De schuldeiser moet hierbij naast het bestaan van de verbintenis ook de slechte uitvoering bewijzen [5](#page=5).
> **Example:** Een advocaat die de belangen van de cliënt behartigt, of een beroepsvoetballer wat betreft de waarde van zijn sportprestaties [5](#page=5).
---
# Voorwaardelijke verbintenissen
Voorwaardelijke verbintenissen zijn verbintenissen waarvan de uitvoering of uitdoving afhankelijk is van een toekomstige en onzekere gebeurtenis [2](#page=2).
### 3.1 Soorten voorwaarden
We onderscheiden opschortende en ontbindende voorwaarden, en ook potestatieve voorwaarden [2](#page=2).
#### 3.1.1 Opschortende voorwaarde
Bij een opschortende voorwaarde stellen partijen de uitvoering van de verbintenis afhankelijk van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. De vervulling ervan maakt de verbintenis opeisbaar [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** Twee partijen sluiten een aannemingscontract onder de opschortende voorwaarde dat de bouwheer een bouwvergunning verkrijgt. Pas als de bouwvergunning is toegekend, ontstaat de verplichting om de verbintenissen uit het aannemingscontract uit te voeren. Als de bouwvergunning niet wordt toegekend, staat definitief vast dat deze verbintenissen nooit zullen moeten worden uitgevoerd [2](#page=2).
#### 3.1.2 Ontbindende voorwaarde
Bij een ontbindende voorwaarde stellen partijen de uitdoving van de verbintenissen afhankelijk van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. De vervulling van de voorwaarde leidt tot het verdwijnen van de verbintenis [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** Een handelaar verkoopt goederen aan een kleinhandelaar met het beding dat de kleinhandelaar na een bepaalde termijn of datum de niet doorverkochte goederen mag teruggeven aan de verkoper, die de koopsom terugbetaalt (terugzendingsbeding). Alle verbintenissen krijgen meteen bij de verkoop hun volle uitwerking. Na een bepaalde tijd doven ze echter uit als de ontbindende voorwaarde (het niet kunnen verkopen van de goederen) vervuld is [2](#page=2).
#### 3.1.3 Potestatieve voorwaarde
Bij een potestatieve voorwaarde hangt de realisatie van de toekomstige en onzekere gebeurtenis af van de wil van de schuldenaar [2](#page=2).
* **Zuiver potestatieve opschortende voorwaarde:** Een zuivere en opschortende potestatieve voorwaarde is nietig, omdat de schuldenaar zich hierdoor eigenlijk niet verbindt [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** De schuldenaar bepaalt: "ik verbind me, onder de opschortende voorwaarde dat ik er volgende maand anders over beslis" [2](#page=2).
* **Gemengd potestatieve voorwaarde:** Als de uitvoering van een verbintenis afhangt van de wilsuiting van de schuldenaar, gekoppeld aan een gebeurtenis, spreken we van een gemengd potestatieve voorwaarde. Deze voorwaarden zijn geldig omdat de schuldenaar zich wel degelijk verbindt [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Een optie tot aankoop die afhankelijk is van de voorwaarde dat de verkoper zal beslissen het goed te verkopen. Als hij het goed verkoopt, moet hij de houder van de optie tot aankoop voorrang verlenen [3](#page=3).
### 3.2 Verbintenissen met tijdsbepaling
Een verbintenis met tijdsbepaling is een verbintenis waarvan de uitvoering of de uitdoving afhangt van een toekomstige en zekere gebeurtenis. Het ogenblik van die gebeurtenis hoeft niet vast te staan, maar de verwezenlijking ervan moet wel zeker zijn (art. 5.149 BW) [3](#page=3).
* **Opschortende tijdsbepaling:** De verbintenis moet pas worden uitgevoerd na een zekere termijn of gebeurtenis [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Een rechter staat uitstel van betaling toe aan een schuldenaar [3](#page=3).
* **Uitdovende tijdsbepaling:** De verbintenis dooft uit na een zekere termijn of gebeurtenis [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Een huurcontract dat wordt gesloten voor een termijn van één jaar [3](#page=3).
> **Voorbeeld van een verbintenis met tijdsbepaling:** Een lening die in maandelijkse betalingen gedurende twintig jaar wordt terugbetaald, maar die uitdooft bij het overlijden van de schuldenaar of van de schuldeiser [3](#page=3).
---
# Verbintenissen met tijdsbepaling en persoonsgebondenheid
Deze sectie behandelt verbintenissen waarvan de uitvoering of het bestaan afhangt van toekomstige, zekere gebeurtenissen (tijdsbepaling) en verbintenissen die specifiek gebonden zijn aan de persoon van de schuldenaar of schuldeiser.
### 4.1 Verbintenissen met tijdsbepaling
Een verbintenis met tijdsbepaling is een verbintenis waarvan de uitvoering of het tenietgaan afhangt van een toekomstige en zekere gebeurtenis. Het precieze moment van deze gebeurtenis hoeft niet vast te staan, maar de realisatie ervan moet wel zeker zijn (art. 5.149 BW) [3](#page=3).
#### 4.1.1 Onderscheid tussen opschortende en uitdovende tijdsbepaling
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen een opschortende en een uitdovende tijdsbepaling [3](#page=3).
* **Opschortende tijdsbepaling:** Hierbij moet de verbintenis pas worden uitgevoerd na een bepaalde termijn of gebeurtenis [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Een rechter die uitstel van betaling toekent aan een schuldenaar [3](#page=3).
* **Uitdovende tijdsbepaling:** Hierbij dooft de verbintenis uit na een bepaalde termijn of gebeurtenis [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Een huurcontract dat voor een termijn van één jaar wordt gesloten [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Een lening die gedurende twintig jaar in maandelijkse betalingen wordt terugbetaald, maar die uitdooft bij het overlijden van de schuldenaar of de schuldeiser [3](#page=3).
### 4.2 Persoonsgebonden en prestatiegebonden verbintenissen
Bij bepaalde overeenkomsten spelen de persoon van de schuldenaar of schuldeiser en diens specifieke hoedanigheden een doorslaggevende rol voor de andere partij [3](#page=3).
* **Persoonsgebonden verbintenissen:** Dit zijn verbintenissen waarbij de identiteit of bijzondere hoedanigheid van de persoon van essentieel belang is. Dergelijke verbintenissen doven uit wanneer de persoon die de bijzondere hoedanigheid had om de verbintenis uit te voeren, overlijdt. Ook wettelijke verbintenissen, zoals levensonderhoud, kunnen persoonsgebonden zijn [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** De verplichting van een dokter om zieken te verzorgen gaat niet over op zijn erfgenamen. De verplichting van de patiënt om achterstallige honoraria te betalen blijft echter wel bestaan, aangezien een verplichting tot het betalen van een geldsom nooit aan de persoon van de schuldenaar gebonden is. De erfgenamen van de dokter kunnen de achterstallige honoraria invorderen, en de erfgenamen van de patiënt moeten deze betalen [3](#page=3).
* **Prestatiegebonden verbintenissen:** Bij dit type verbintenissen is het niet van belang wie de verbintenis daadwerkelijk uitvoert, zolang de verbintenis maar wordt nagekomen [3](#page=3).
> **Voorbeelden:**
> * Bij de levering van een pakje maakt het niet uit wie de daadwerkelijke levering uitvoert; de vervoerder kan de uitvoering van de verbintenis zonder problemen uitbesteden aan bijvoorbeeld een onderaannemer [3](#page=3).
---
# Deelbare, ondeelbare en hoofdelijke verbintenissen
Dit onderwerp behandelt de verdeling van plichten en rechten bij meerdere schuldeisers of schuldenaars, en de specifieke kenmerken en gevolgen van hoofdelijke verbintenissen.
### 5.1 Deelbare verbintenissen
In gevallen waarin meerdere personen schuldeiser of schuldenaar zijn van één verbintenis, is in principe elk van hen slechts schuldeiser of schuldenaar voor zijn eigen deel [4](#page=4).
#### 5.1.1 Kenmerken en voorbeelden van deelbare verbintenissen
* **Voorbeeld:** Een zaakvoerder die een lening aangaat in naam van de vennootschap én in eigen naam, betekent dat de vennootschap en de zaakvoerder persoonlijk elk de helft van de schuld moeten terugbetalen. Als de vennootschap failliet gaat, kan de zaakvoerder niet persoonlijk voor het geheel worden aangesproken, enkel voor zijn eigen deel [4](#page=4).
* **Regel:** Deelbaarheid is de algemene regel voor verbintenissen [4](#page=4).
### 5.2 Ondeelbare verbintenissen
Een verbintenis is ondeelbaar wanneer deze uit haar aard, of door een wettelijke, contractuele of testamentaire bepaling, niet kan worden opgesplitst [4](#page=4).
#### 5.2.1 Kenmerken en voorbeelden van ondeelbare verbintenissen
* **Voorbeeld:** De levering van een auto door twee mede-eigenaars kan niet gedeeltelijk worden uitgevoerd. In dit geval kan elk van hen voor het geheel worden aangesproken [4](#page=4).
* **Gevolg:** Bij ondeelbare verbintenissen kan elke schuldeiser worden aangesproken voor het geheel [4](#page=4).
### 5.3 Hoofdelijke verbintenissen
Hoofdelijke verbintenissen worden contractueel bedongen om de nadelen van deelbare verbintenissen te vermijden [4](#page=4).
#### 5.3.1 Kenmerken van hoofdelijke verbintenissen
* **Actieve hoofdelijkheid (meerdere schuldeisers):** Elke schuldeiser kan de totale uitvoering van de verbintenis eisen van elke schuldenaar afzonderlijk. De schuldeiser kan dus van één schuldenaar volledige betaling vragen [4](#page=4).
* **Passieve hoofdelijkheid (meerdere schuldenaars):** Elke schuldenaar kan door elke schuldeiser worden aangesproken voor de gehele schuld [4](#page=4).
* **Uitdoving van de verbintenis:** De verbintenis moet slechts eenmaal worden uitgevoerd. Uitvoering door één schuldenaar of betaling aan één schuldeiser dooft de verbintenis uit [4](#page=4).
* **Nieuwe verbintenissen:** Er ontstaan eventueel nieuwe verbintenissen tussen de schuldeisers onderling (verdeling van wat ontvangen is) of tussen de schuldenaars onderling (recuperatie door de schuldenaar die meer betaalde dan zijn deel) [4](#page=4).
#### 5.3.2 Nevengevolgen van hoofdelijkheid
De hoofdelijkheid heeft diverse nevengevolgen:
* **Verjaring:** Als de verjaring tegenover één schuldenaar wordt gestuit, is ze ook gestuit tegenover de andere hoofdelijke medeschuldenaars [4](#page=4).
* **Aanmaning:** De aanmaning van één schuldenaar geldt ook tegenover de andere hoofdelijke medeschuldenaars en doet ook tegenover hen de intresten wegens achterstallige betaling lopen [4](#page=4).
#### 5.3.3 Wettelijke bepaling en vermoeden van hoofdelijkheid
* **Vereiste:** De hoofdelijkheid van een verbintenis moet uitdrukkelijk in de overeenkomst of door de wet bepaald zijn; anders is de verbintenis deelbaar [4](#page=4).
* **Wettelijk hoofdelijke verbintenissen:**
* Aansprakelijkheid van echtgenoten voor huishoudelijke schulden [4](#page=4).
* Verbintenis tot schadevergoeding ten gevolge van een misdrijf met verschillende daders (art. 50 Sw.) [4](#page=4).
* Verbintenis tot teruggave van een geleende zaak indien meerdere leners dezelfde zaak hebben geleend (art. 1887 BW) [5](#page=5).
* **Vermoeden van hoofdelijkheid:** Voor ondernemers-medeschuldenaars geldt een vermoeden van hoofdelijkheid, tenzij de onderneming een natuurlijke persoon is (art. 5.160 §2 BW). Dit is een uitzondering op de artikelen 5.160 §2, 5.164 §1 en 5.170 §1 BW [5](#page=5).
#### 5.3.4 Verbod op hoofdelijkheid
* **Voorwaarde:** De hoofdelijkheid mag niet contractueel worden uitgesloten, tenzij het gaat om specifieke verbintenissen die wettelijk hoofdelijk zijn [4](#page=4).
### 5.4 Verbintenissen in solidum
Naast hoofdelijke verbintenissen bestaan er ook verbintenissen in solidum [5](#page=5).
#### 5.4.1 Kenmerken van verbintenissen in solidum
* **Hoofdgevolg:** Het hoofdgevolg van hoofdelijkheid geldt, wat betekent dat elke schuldenaar voor het geheel kan worden aangesproken [5](#page=5).
* **Geen nevengevolgen:** De nevengevolgen van hoofdelijkheid, zoals die met betrekking tot verjaring en aanmaning, gelden niet [5](#page=5).
* **Voorbeeld:** De verbintenis tot schadevergoeding ten gevolge van een fout van verschillende daders (voor zover het geen misdrijf betreft) [5](#page=5).
> **Tip:** Hoofdelijkheid is een uitzondering op de regel van deelbaarheid en moet expliciet worden overeengekomen of wettelijk bepaald zijn. Verbintenissen in solidum lijken hierop, maar missen bepaalde nevengevolgen [4](#page=4) [5](#page=5).
### 5.5 Resultaats- en inspanningsverbintenissen
Dit onderscheid betreft de aard van de prestatie die de schuldenaar zich verbindt te leveren [5](#page=5).
#### 5.5.1 Resultaatsverbintenissen
Een resultaatsverbintenis is een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt een welbepaald resultaat te bereiken [5](#page=5).
* **Voorbeelden:**
* De bouwpromotor die belast is met de volledige uitvoering van een gebouw [5](#page=5).
* Het reisbureau dat als touroperator een reis organiseert [5](#page=5).
* De post voor het uitreiken van aangetekende zendingen [5](#page=5).
#### 5.5.2 Inspanningsverbintenissen
Een inspanningsverbintenis legt aan de schuldenaar enkel de verplichting op om bepaalde middelen te gebruiken of een bepaalde inspanning te doen om een resultaat te bereiken, zonder dat hij garandeert dat hij daarin zal slagen [5](#page=5).
* **Voorbeelden:**
* De advocaat voor de behartiging van de belangen van de cliënt [5](#page=5).
* De beroepsvoetballer voor wat betreft de waarde van zijn sportprestaties [5](#page=5).
#### 5.5.3 Juridische gevolgen
Het onderscheid tussen resultaats- en inspanningsverbintenissen is belangrijk voor de bepaling van contractuele aansprakelijkheid [5](#page=5).
* **Resultaatsverbintenissen:** De schuldeiser hoeft enkel het bestaan van de verbintenis en het uitblijven van het resultaat te bewijzen [5](#page=5).
* **Inspanningsverbintenissen:** De schuldeiser moet naast het bestaan van de verbintenis ook de slechte uitvoering bewijzen [5](#page=5).
> **Tip:** Bij resultaatsverbintenissen is het bewijslast voor de schuldeiser lichter dan bij inspanningsverbintenissen [5](#page=5).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Verbintenis | Een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar, indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen. Dit kan betrekking hebben op iets geven, doen of laten. |
| Vorderingsrecht | Het recht dat een schuldeiser heeft om van een schuldenaar een prestatie te eisen (iets geven, doen of laten). Een vorderingsrecht beantwoordt altijd aan een verbintenis en omgekeerd. |
| Schuldeiser | De persoon die recht heeft op een prestatie van een schuldenaar. De schuldeiser is de titularis van een vorderingsrecht. |
| Schuldenaar | De persoon die gehouden is om een prestatie te leveren aan een schuldeiser. De schuldenaar draagt de plicht tot prestatie. |
| Derden | Personen die buiten een specifieke juridische relatie staan en dus noch schuldeiser, noch schuldenaar zijn in die relatie. |
| Voorwaarde | Een toekomstige en onzekere gebeurtenis waarvan de uitvoering of uitdoving van een verbintenis afhankelijk kan zijn. |
| Opschortende voorwaarde | Een voorwaarde waarvan de vervulling de verbintenis opeisbaar maakt. De verbintenis begint pas te bestaan of te werken zodra de voorwaarde is vervuld. |
| Ontbindende voorwaarde | Een voorwaarde waarvan de vervulling de verbintenis doet uitdoven. De verbintenis bestond al, maar eindigt zodra de voorwaarde intreedt. |
| Potestatieve voorwaarde | Een voorwaarde waarbij de realisatie van de toekomstige en onzekere gebeurtenis afhangt van de wil van de schuldenaar. Een zuivere potestatieve voorwaarde is nietig. |
| Tijdsbepaling | Een toekomstige en zekere gebeurtenis waarvan de uitvoering of uitdoving van een verbintenis afhangt. De gebeurtenis zal zeker plaatsvinden, ook al is het precieze tijdstip niet altijd vastgelegd. |
| Persoonsgebonden verbintenis | Een verbintenis waarbij de persoon van de schuldenaar of schuldeiser van doorslaggevend belang is. Deze verbintenissen kunnen uitdoven bij overlijden van de specifieke persoon. |
| Prestatiegebonden verbintenis | Een verbintenis waarbij het niet van belang is wie de verbintenis uitvoert, zolang de prestatie maar correct wordt geleverd. |
| Deelbare verbintenis | Een verbintenis waarbij, in principe, meerdere schuldeisers of schuldenaars elk slechts voor hun deel aansprakelijk of gerechtigd zijn. |
| Ondeelbare verbintenis | Een verbintenis die uit haar aard, of door een wettelijke of contractuele bepaling, niet gesplitst kan worden. |
| Hoofdelijke verbintenis | Een verbintenis waarbij elke schuldeiser de totale uitvoering van de verbintenissen kan eisen van elke schuldenaar afzonderlijk, en waarbij een betaling door één schuldenaar de verbintenis voor alle anderen dooft. |
| Resultaatsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt een welbepaald resultaat te bereiken. De aansprakelijkheid is eenvoudiger te bepalen als het resultaat uitblijft. |
| Inspanningsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt bepaalde middelen te gebruiken of een bepaalde inspanning te leveren om een resultaat te bereiken, zonder garant te staan voor het succes. |