Cover
ابدأ الآن مجانًا Staats - en bestuurskunde.docx
Summary
Administratief recht, ook wel bestuursrecht genoemd, is de tak van het recht die de organisatie, de werking en de bevoegdheden van de publieke overheden in België regelt, evenals hun relaties met burgers en onderling.
## Situering van het administratief recht
Elke staat streeft naar een geordende samenleving via een gestructureerde organisatie. Deze organisatie is gebaseerd op rechtsregels die op verschillende niveaus opereren, waaronder nationaal, internationaal en Europees recht. Het administratief recht, hoewel primair nationaal, wordt sterk beïnvloed door Europese verdragen zoals het VEU en VWEU, en ook door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
### Publiekrecht
Publiekrecht regelt de werking en organisatie van overheden, hun onderlinge verhoudingen (horizontale werking, zoals tussen twee gemeenten) en hun verticale verhouding tot burgers. Een belangrijk kenmerk van publiekrecht is dat het grotendeels dwingend recht is, wat betekent dat partijen er niet zomaar van kunnen afwijken. In tegenstelling tot privaatrecht, waar partijen gelijkwaardig zijn, heeft de overheid in publiekrechtelijke verhoudingen vaak een bevoorrechte positie.
Het grondwettelijk recht en het administratief recht vormen samen de kern van het publiekrecht.
#### Grondwettelijk recht
Dit omvat de basisregels van de Belgische staatsinrichting, waaronder:
* De rechtsstaat
* Parlementaire democratie
* Constitutionele monarchie
* Federale staat
* Scheiding der machten
* Grondrechten
#### Administratief recht
Het administratief recht bouwt voort op deze basisregels van het grondwettelijk recht en werkt deze verder uit op het niveau van de uitvoerende macht. Het organiseert het openbaar bestuur, regelt de taakverdeling binnen de grenzen van het grondwettelijk recht en bepaalt de bevoegdheden van bestuurlijke overheden en diensten.
### Het openbaar bestuur
Openbaar bestuur omvat de bestuurlijke overheden ingericht door de Grondwet, zoals de federale en regionale uitvoerende macht, provincies en gemeenten. Dit omvat ook bijkomende bestuurlijke diensten die door deze overheden zijn opgericht of erkend, en die derden binden door middel van eenzijdige beslissingen.
## Het begrip administratief recht
Administratief recht organiseert het openbaar bestuur in België. Het regelt de taakverdeling en de oprichting en bevoegdheden van openbare diensten.
### Openbare diensten
Een openbare dienst valt onder de definitie wanneer zij:
* Een taak van algemeen belang uitoefent.
* Functioneert onder hiërarchisch of administratief toezicht van een bestuurlijke overheid.
* Derden kan verbinden aan de hand van eenzijdige beslissingen.
Het cruciale criterium hierbij is de bevoegdheid van de openbare dienst om eenzijdige beslissingen te nemen die bindend zijn voor derden, zelfs zonder hun inspraak.
## Het algemeen belang
Het algemeen belang is een dynamisch begrip dat voortdurend evolueert met maatschappelijke veranderingen en de verwachtingen van burgers. In een verzorgingsstaat wordt het begrip 'algemeen belang' steeds ruimer, wat leidt tot een toename van overheidsinterventie.
Bestuurlijke beslissingen kunnen worden ingedeeld in:
* **Individuele toepassingsbeslissingen:** Beslissingen in concrete dossiers, zoals de toekenning van een bouwvergunning.
* **Algemeen geldende reglementen/verordeningen:** Beslissingen van wetgevende aard die algemeen van toepassing zijn.
* **Jurisdictionele beslissingen:** Beslissingen van rechtbanken die tot de uitvoerende macht behoren (hoewel onafhankelijk), in geschillen met of binnen het bestuur.
Openbare diensten handelen steeds in het algemeen belang, zowel bij individuele als bij algemeen geldende beslissingen.
### Drie types beslissingen om wetten uit te voeren
1. **Individuele beslissingen:** Bijvoorbeeld een vergunning voor een gebouw of de benoeming van een rechter.
2. **Beslissingen van wetgevende aard:** Zoals gemeentelijke politieverordeningen.
3. **Jurisdictionele beslissingen:** Bijvoorbeeld een beslissing in een tuchtzak.
## Administratief recht is uitzonderingsrecht
Administratief recht wijkt af van het privaatrecht omdat het de overheid, in het belang van het algemeen belang, een bevoorrechte positie geeft ten opzichte van private belangen. Dit is noodzakelijk om de overheid de nodige slagkracht te geven om haar taken effectief te kunnen uitvoeren.
### Rechtvaardiging: Slagkracht – algemeen belang vs. privaat belang
Het privaatrecht gaat uit van gelijkwaardigheid van partijen, terwijl het administratief recht de overheid een voorsprong geeft. Dit uit zich in:
* Eigen rechtsregels voor administratieve overheden.
* Eigen ruimere rechten (voorrechten).
* Eigen zwaardere plichten.
* Eigen terminologie.
### Uitvoerbare beslissingen
Het bestuur neemt dagelijks uitvoerbare beslissingen die gericht zijn op het algemeen belang en worden genomen door middel van eenzijdige, gezagshalve beslissingen.
* **Gezagshalve:** Toestemming van de burger is niet nodig; het bestuur handelt uit eigen beweging.
* **Eenzijdige administratieve rechtshandelingen of uitvoerbare beslissingen:** Dit zijn handelingen met rechtsgevolgen.
#### **Onderscheid materiële handeling en eenzijdige administratieve rechtshandeling:**
* Een **materiële handeling** zonder rechtsgevolg is geen uitvoerbare beslissing (bv. het uploaden van een reglement op een website).
* Een **eenzijdige administratieve rechtshandeling** heeft rechtsgevolgen die het bestuur bewust heeft gewild en die derden kunnen binden (bv. de weigeringsbeslissing van een betoging).
#### Criterium voor eenzijdige administratieve rechtshandelingen:
De handeling moet rechtsgevolgen hebben die het bestuur bewust heeft gewild.
### Eenzijdige vs. meerzijdige administratieve handelingen
* **Eenzijdige administratieve rechtshandelingen:** Rechtsgevolgen zonder akkoord van de betrokkene (uitvoerbare beslissing). Deze kunnen vernietigd worden door de Raad van State bij onwettigheid (art. 14 RvS-wet).
* **Meerzijdige administratieve rechtshandelingen:** Tot stand gekomen met akkoord van de betrokken partijen. Hierbij is er echter nog steeds geen gelijkwaardigheid van partijen zoals in het privaatrecht. De Raad van State is hiervoor niet bevoegd.
### Kenmerken (voorrechten) van de uitvoerbare beslissing
1. **Eenzijdige totstandkoming:** Het bestuur verleent rechten of legt plichten op zonder het akkoord van de burger, optredend gezagshalve in het algemeen belang met ongelijke partijen.
2. **Worden geacht in overeenstemming te zijn met het recht:** Er geldt een weerlegbaar vermoeden van wettigheid. De burger draagt de bewijslast om aan te tonen dat de beslissing onwettig is.
3. **Uitvoerbaar:** Dit volgt uit het vermoeden van wettigheid en de noodzaak van continue openbare dienstverlening. Aanspraken uit de beslissing kunnen worden gerealiseerd zonder voorafgaande erkenning door de rechter.
#### **Uitvoerbaarheid bij voorbaat:**
Het bestuur kan de beslissing ten uitvoer leggen zonder voorafgaande erkenning door de rechter, zelfs als de wettigheid wordt betwist. Een jurisdictioneel beroep schorst de uitvoerbaarheid **niet** automatisch; een aparte vordering tot schorsing is nodig.
#### **Ambtshalve gedwongen uitvoerbaar:**
Het bestuur heeft het recht om eigen beslissingen met dwang uit te voeren, desnoods met fysieke kracht ('manu militari'), indien de burger een verplichting opgelegd krijgt waarvan de uitvoering van zijn initiatief afhangt. Dit vereist echter wel een wettelijke machtiging en geldt niet in alle gevallen (bv. onteigening vereist eerst een rechterlijke tussenkomst).
## Bestuurshandelen: Indelingen en Kenmerken
Bestuurshandelen kan op verschillende manieren worden ingedeeld, wat belangrijk is voor de beoordeling van hun wettigheid en de rechtsbescherming.
### 1e onderscheid: Reglementair vs. Individueel
* **Reglementair:** Toepasselijk op een niet-bepaalbaar aantal personen (bv. statuten van ambtenaren). Bekendmaking via publieke kanalen is vereist. Er is geen algemene motiveringsplicht.
* **Individueel:** Toepasselijk op een bepaald aantal personen (bv. benoemingsbeslissing). Kennisgeving (betekening) aan de betrokkene is vereist. Er geldt wel een motiveringsplicht om willekeur te vermijden.
### 2e onderscheid: Rechtsverlenend vs. Niet-rechtverlenend
* **Rechtsverlenend:** Kent een subjectief recht toe aan de burger (bv. bouwvergunning). Deze beslissingen kunnen na toekenning niet zomaar worden ingetrokken, de intrekkings- en opheffingsleer is hierop van toepassing.
* **Niet-rechtverlenend:** Weigert een subjectief recht of gunst (bv. weigering betogingsvergunning). Deze beslissingen kunnen soepeler worden gewijzigd of ingetrokken.
### 3e onderscheid: Discretionair vs. Gebonden beslissing
* **Discretionaire bevoegdheden:** Het bestuur krijgt beleidsvrijheid van de wetgever om de meest opportune maatregel te kiezen om een doel te bereiken. Dit is geen willekeur, maar wel een vrije appreciatie. Burgers moeten wel gelijk behandeld worden.
* **Gebonden bevoegdheden:** De wet bevat een nauwkeurig omschreven gedragslijn; er is slechts één wettige beslissing mogelijk.
Het onderscheid is cruciaal voor de beoordeling van de wettigheid door de rechter. Bij discretionaire bevoegdheden is er sprake van marginale toetsing (enkel bij kennelijke onredelijkheid), terwijl bij gebonden bevoegdheden de rechter strenger controleert of de wet correct is toegepast. De motiveringsplicht is uitgebreider bij discretionaire bevoegdheden.
### De administratieve sanctie
Een administratieve sanctie is een maatregel die een bestuur zelf oplegt ter bestraffing van overtredingen van zijn publiekrechtelijke rechtsregels.
* **Ontstaansreden:** Om rechten te ontlasten en de uitvoerende macht deels rechterlijke bevoegdheden te geven.
* **Wettelijke basis vereist:** De bevoegdheid om een sanctie op te leggen moet wettelijk verankerd zijn.
* **Verschillende vormen mogelijk:** Geen vrijheidsstraffen.
* **Niet te verwarren met preventieve veiligheidsmaatregelen:** Deze laatste zijn gericht op bescherming van de openbare orde, veiligheid etc., niet op bestraffing.
**Rechtsgevolgen van een administratieve sanctie:**
* Specifieke procedurevoorschriften (hoorplicht, formele motivering).
* Niet op het strafregister.
* Cumulatie met strafsanctie is mogelijk, tenzij de administratieve sanctie een punitief karakter heeft (Engel-criteria).
## Vereisten voor elk bestuurshandelen
Elk bestuurshandelen moet voldoen aan twee cumulatieve voorwaarden:
1. **Gesteld in het algemeen belang:** Dit is afgeleid uit de Grondwet en kan variëren afhankelijk van de hiërarchische niveaus en het specialiteitsbeginsel.
2. **In overeenstemming met het recht (wettigheid):**
* **Hiërarchie van rechtsregels:** Respecteren van geschreven en ongeschreven rechtsregels (Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur - ABBB).
* **Toegewezen bevoegdheid:** Het bestuur mag enkel optreden binnen de grenzen van de hem door de Grondwet en wetten toegewezen bevoegdheden.
* **Verbod op delegatie van bevoegdheid:** Een orgaan mag zijn bevoegdheden niet zomaar delegeren, tenzij de wet dit uitdrukkelijk toelaat voor detailmaatregelen.
### Bronnen van het administratief recht
* **Geschreven rechtsregels:** Grondwet, wetten, decreten, ordonnanties, koninklijke besluiten, ministeriële omzendbrieven, circulaires, etc.
* **Ongeschreven rechtsregels:**
* **Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB):** Ontwikkeld door de rechtspraak, ongeschreven maar dwingend.
* **Rechtsgewoonte:** Ongeschreven, maar dwingend door langdurige, uniforme praktijk.
* **Pseudowetgeving:** Ministeriële omzendbrieven, circulaires, dienstorders die door het bestuur als bindend worden ervaren. Hun bindende kracht is echter beperkt.
#### Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB)
Dit zijn ongeschreven rechtsregels die essentieel zijn voor correct bestuur. Ze zijn ontwikkeld door de rechtspraak, voornamelijk van de Raad van State, en dienen als toetsingskader voor bestuursbeslissingen. Ze bieden burgers rechtsbescherming en stimuleren zorgvuldige besluitvorming.
**Toepassingsgebied:** Alle bestuurlijke entiteiten, ongeacht niveau, inclusief diensten met eenzijdige beslissingsbevoegdheid, en voornamelijk gericht op discretionaire beslissingen.
**Indeling ABBB:**
* **Procedurele of vormelijke ABBB:** Betreffen de besluitvormingsprocedure (bv. hoorplicht, formele motivering). Cruciaal voor preventieve rechtsbescherming.
* **Inhoudelijke of materiële ABBB:** Betreffen de inhoud van de bestuursbeslissing (bv. gelijkheidsbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel). Belangrijk voor curatieve rechtsbescherming.
**Belangrijke ABBB:**
* **Hoorplicht en recht van verdediging:** De burger moet de kans krijgen zijn standpunt kenbaar te maken, vooral bij ernstige maatregelen. Het recht van verdediging geldt specifiek in tuchtzaken.
* **Motiveringsplicht:**
* **Formele motivering (Wet van 29 juli 1991):** De beweegredenen moeten letterlijk worden opgenomen in de beslissing. Van toepassing op individuele eenzijdige administratieve rechtshandelingen.
* **Materiële motivering:** De beslissing moet inhoudelijk onderbouwd zijn door deugdelijke redenen die uit de beslissing of het dossier afleidbaar zijn. Dit is altijd verplicht als ABBB.
* **Onpartijdigheidsbeginsel:** Zowel subjectieve (persoonlijke) als objectieve partijdigheid moet worden vermeden. In principe mogen rechter en partij niet dezelfde persoon zijn, hoewel dit in uitzonderlijke gevallen aanvaard kan worden als de werking van het bestuur dit vereist.
* **Fair playbeginsel:** Het bestuur mag het verkrijgen van rechten door de burger niet moedwillig bemoeilijken met oneerlijke middelen.
* **Zorgvuldigheidsbeginsel:** Zowel procedureel (deugdelijke dossiervorming) als inhoudelijk (zorgvuldige belangenafweging) moet het bestuur zorgvuldig te werk gaan.
* **Gelijkheidsbeginsel:** Gelijke situaties gelijk behandelen, ongelijke situaties ongelijk behandelen. Dit geldt voor zowel gebonden als discretionaire bevoegdheden. Afwijkingen zijn toegestaan indien objectief verantwoord en proportioneel.
* **Rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel:** Het recht moet kenbaar, duidelijk en voorzienbaar zijn. Burgers mogen vertrouwen op toezeggingen en vaste beleidslijnen van de overheid.
* **Materiële beginselen:** Omvatten de inhoudelijke deugdelijkheid van bestuursbeslissingen.
* **Redelijkheidsbeginsel:** Elk bestuurshandelen moet redelijk en verenigbaar met gezond verstand zijn, met een marginale toetsing door de rechter.
## Module 2: De openbare diensten
### Begrip openbare diensten
Openbare diensten zijn organismen belast met taken van algemeen belang. Men maakt een onderscheid tussen:
* **Functionele openbare dienst:** Benadrukt de taak van algemeen belang, ongeacht wie deze uitvoert (publieke of private personen).
* **Organieke openbare dienst:** Benadrukt het orgaan dat de taak uitvoert, opgericht door de overheid en onder controle staande van die overheid. Voorbeelden zijn de RVA, NMBS, VDAB.
### Beginselen van openbare dienst
Drie beginselen sturen de werking van openbare diensten:
1. **Beginsel van de veranderlijkheid:** De overheid kan eenzijdig de regels van het statuut, de organisatie en werking van een openbare dienst aanpassen aan het algemeen belang, rekening houdend met rechtszekerheids- en vertrouwensbeginselen.
2. **Beginsel van de continuïteit:** De openbare dienst moet voortdurend en zonder onderbreking worden verstrekt zolang deze een behoefte van algemeen belang beantwoordt. Dit kan zelfs het ontzeggen van het stakingsrecht inhouden voor essentiële diensten.
3. **Beginsel van de benuttigingsgelijkheid:** Burgers die aan de eisen voldoen, hebben aanspraak op gelijke behandeling bij de toegang tot en het gebruik van openbare diensten, conform het gelijkheidsbeginsel.
### Beheer van openbare diensten
Het beheer kan gecentraliseerd of gedecentraliseerd zijn.
* **Gecentraliseerde openbare diensten:** Alle bevoegdheden zijn geconcentreerd in één centraal orgaan, met hiërarchisch gezag. Deconcentratie is een variant waarbij beslissingsbevoegdheid wordt overgedragen aan ondergeschikte diensten.
* **Gedecentraliseerde openbare diensten:** De centrale overheid richt diensten op met een eigen rechtspersoonlijkheid en zelfstandig beslissingsrecht ten opzichte van de oprichtende overheid (bv. VDAB). Dit kan functioneel (specifieke taak) of territoriaal (territoriumgebonden taak) zijn.
#### Administratief toezicht
Dit is een vorm van toezicht uitgeoefend door een hogere overheid op beslissingen van een gedecentraliseerd bestuur. Het kan zowel legaliteitscontrole als opportuniteitscontrole omvatten en is gericht op het algemeen belang.
* **Draagwijdte:** Het toezicht is overwegend negatief (de toezichthoudende overheid kan beslissingen tegenhouden, maar niet zelf vervangen of wijzigen), tenzij sprake is van buitengewoon administratief toezicht.
* **Gewoon administratief toezicht:** Omvat schorsing en vernietiging van beslissingen.
* **Bijzonder administratief toezicht:** Preventieve controle via voorafgaand advies, machtiging of goedkeuring.
* **Buitengewoon administratief toezicht:** Uitzonderlijke middelen zoals dwangtoezicht (plaatsvervangend optreden) en hervormingsrecht.
## Module 3: Goederen en Administratieve Contracten
### Het administratief contract
Dit zijn overeenkomsten gesloten door de overheid waarbij het algemeen belang centraal staat en de overheid een bevoorrechte positie kan innemen ten opzichte van de burger.
#### Soorten contracten:
* **Gewoon contract:** De overheid treedt op als private persoon, op gelijke voet met de burger. Gemeenrecht is van toepassing.
* **Administratief contract:** De overheid handelt in het algemeen belang, wat kan leiden tot ongelijkheid tussen partijen. Administratief recht is van toepassing.
#### Bevoegde rechter:
Afhankelijk van het geschil (contractuele verplichtingen of geldigheid) en de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling (gewone rechter of administratieve rechtscolleges).
### Domeinconcessie en Concessieovereenkomst
* **Domeinconcessie:** Een administratief contract waarbij een concessiehouder exclusief gebruiksrecht krijgt op een deel van het openbaar domein, meestal tegen betaling. Beëindiging om redenen van algemeen belang is mogelijk, met recht op schadevergoeding voor de concessiehouder.
* **Concessieovereenkomst:** Contract voor het uitvoeren van werken of het verrichten van diensten, waarbij de concessiehouder het recht verwerft om het werk te exploiteren of een betaling ontvangt. Het cruciale onderscheid met overheidsopdrachten is de overdracht van het operationeel risico aan de concessiehouder.
### Openbaar en privaat domein
Overheidsgoederen kunnen behoren tot het openbaar domein (bestemd voor publiek gebruik of noodzakelijk voor openbare diensten) of het privaat domein (restcategorie). Goederen van het openbaar domein volgen publiekrechtelijke regels en genieten bijzondere bescherming (onvervreemdbaar, onverjaarbaar, niet vatbaar voor beslag, geen zakelijke rechten, specifieke ingebruiknameregeling).
### Onteigening, erfdienstbaarheid tot algemeen nut, opeising
Dit zijn publiekrechtelijke technieken waarmee de overheid privaat eigendom kan verwerven of beperken:
* **Onteigening:** Gedwongen overdracht van privaat eigendom in het algemeen belang, tegen billijke en voorafgaande schadevergoeding. Vereist wettelijke basis en respect voor procedurele en materiële waarborgen. Enkel voor onroerende goederen en zakelijke rechten (Vlaams decreet).
* **Erfdienstbaarheid tot algemeen nut:** Het bezwaren van privaat eigendom met beperkingen ten gunste van het algemeen belang (bv. gasleidingen). Recht op vergoeding indien voorzien in wet/verordening.
* **Opeising:** Tijdelijke vordering van privaat goederen of diensten in noodsituaties, soms leidend tot eigendomsoverdracht (verbruiksgoederen).
### Overheidsopdrachten
Strenge procedures en wetgeving, grotendeels Europees gestuurd, om belastinggeld correct en zuinig te gebruiken en concurrentie tussen ondernemers te waarborgen. Belangrijke beginselen zijn gelijkheid, niet-discriminatie, transparantie, proportionaliteit, en het verbod op belangenconflicten en concurrentievervalsing.
#### Toepassingsgebied overheidsopdrachten:
* **Materieel:** Overeenkomsten voor werken, leveringen of diensten, onder bezwarende titel, tussen aanbesteders en ondernemers.
* **Personeel:** De Staat, Gewesten, Gemeenschappen, lokale overheden, publiekrechtelijke instellingen met specifieke behoeften van algemeen belang die niet industrieel/commercieel zijn, en die afhankelijk zijn van de overheid (financiering, beheer of bestuur).
## Module 5: Rechtsbescherming
### Rechtsbeschermingstechnieken
Dit zijn middelen die burgers ter beschikking staan om zich te beschermen tegen benadeling door overheidshandelen. Men onderscheidt:
* **Preventieve rechtsbescherming:** Benadeling voorkomen (bv. procedurele ABBB, formele motivering, openbaarheid van bestuur).
* **Curatieve rechtsbescherming:** Benadeling herstellen (bv. administratief beroep, jurisdictioneel beroep).
### Jurisdictioneel beroep
Rechtstreekse aanvechting van een bestuursbeslissing bij een rechter (gewone rechter of administratieve rechtscolleges). Dit leidt tot een jurisdictionele beslissing met gezag van gewijsde en een wettigheidscontrole (geen opportuniteit).
#### Welke rechter is bevoegd?
Afhankelijk van het soort geschil (subjectief of objectief) en de aard van de rechten (burgerlijk of politiek).
* **Gewone rechter:** Bevoegd voor burgerlijke geschillen en politieke rechten, tenzij de wet anders bepaalt.
* **Administratieve rechtscolleges (bv. Raad van State):** Bevoegd voor specifieke geschillen, vaak politieke rechten of wettigheidstoetsing van administratieve beslissingen.
### De Raad van State
Speelt een centrale rol in de rechtsbescherming:
* **Afdeling Wetgeving:** Adviseert de regelgever (preventieve werking).
* **Afdeling Bestuursrechtspraak:** Hoogste administratieve rechtscollege, behandelt annulatieberoepen, kortgedingen, en cassatieberoepen (curatieve werking).
#### Annulatierechtbank:
Vernietigt onwettige administratieve beslissingen (eindbeslissingen) op basis van een annulatieberoep, met gevolgen erga omnes (voor iedereen).
### Intrekkings- en opheffingsleer
De mogelijkheid voor het bestuur om een eigen beslissing ongedaan te maken.
* **Intrekking:** Doet de beslissing teniet voor het verleden en de toekomst, mits wettigheids- en rechtszekerheidsbeginsel worden gerespecteerd.
* **Opheffing:** Doet de beslissing teniet enkel voor de toekomst.
* **Vernietiging:** Door een externe overheid of rechtbank, met gevolgen ex tunc (voor verleden en toekomst).
Deze leer kent beperkingen, met name door het rechtszekerheidsbeginsel en specifieke wettelijke regelingen.
---
*Deze studiehandleiding is een samenvatting en interpretatie van de documentatie. Raadpleeg altijd de originele teksten voor een volledig begrip.*
Glossary
## Lexicon
| Term | Definitie |
|---|---|
| Administratief recht (bestuursrecht) | Het recht dat van toepassing is op de administratieve overheden en diensten in België, en regelt hun organisatie, bevoegdheden en handelingen. |
| Algemeen belang | Het belang dat de samenleving als geheel dient en waar de overheid bij al haar handelen naar streeft, wat kan evolueren met maatschappelijke veranderingen en verwachtingen. |
| Bestuurlijke beslissingen | Individuele toepassingsbeslissingen die door het openbaar bestuur worden genomen in concrete dossiers. |
| Eenzijdige administratieve rechtshandelingen | Rechtshandelingen die het bestuur bewust heeft gewild en die rechtsgevolgen creëren zonder de noodzakelijke instemming van de burger, zoals een weigeringsbeslissing voor een vergunning. |
| Gebonden bevoegdheid | Een situatie waarin de wet een nauwkeurig omschreven gedragslijn voor het bestuur bevat, waardoor er slechts één wettige beslissing mogelijk is. |
| Grondwettelijk recht | De basisregels die de Belgische staatsinrichting, de rechtsstaat, de parlementaire democratie, de constitutionele monarchie en de federale staat met scheiding der machten bepalen. |
| Openbaar bestuur | Bestuurlijke overheden die door de Grondwet zijn ingericht, waaronder de federale en regionale uitvoerende machten, provincies en gemeenten, evenals bijkomende diensten die onder toezicht functioneren en derden kunnen binden via eenzijdige beslissingen. |
| Publiekrecht | Regels die betrekking hebben op de werking en organisatie van overheden, hun onderlinge verhoudingen (horizontaal) en hun verticale verhouding tot private personen. |
| Rechtsstaat | Een staat waarin de overheid en burgers gebonden zijn door het recht, met principes als scheiding der machten en grondrechten. |
| Reglementaire beslissingen | Beslissingen van wetgevende aard, zoals gemeentelijke politieverordeningen, die algemeen geldend van aard zijn. |
| Slippage | De onvoorziene en kostbare complicaties die kunnen ontstaan bij de uitvoering van overheidsopdrachten, ondanks zorgvuldige raming en planning. |
| Terugwerkende kracht (ex tunc) | Het principe waarbij een vernietigde beslissing geacht wordt nooit te hebben bestaan, met gevolgen voor het verleden en de toekomst. |
| Vertrouwensbeginsel | Een beginsel dat stelt dat burgers erop mogen vertrouwen dat de overheid standvastig handelt en gemaakte toezeggingen nakomt, met name in subjectieve situaties. |
| Vergunning | Een eenzijdige administratieve rechtshandeling die een burger toelating verleent om iets te doen, met de mogelijkheid tot intrekking. |
| Vormvereisten | Vereisten waaraan een besluit moet voldoen om geldig te zijn, zoals de hoorplicht of de motiveringsplicht. |
| Wettigheid | De vereiste dat elk bestuurshandelen in overeenstemming moet zijn met de hiërarchie van de rechtsregels, binnen de toegewezen bevoegdheid en door het aangewezen bestuursorgaan zelf gesteld moet zijn. |