Cover
ابدأ الآن مجانًا GePuPo_Hfdst07_RevolutiesPDF_251106_005330.pdf
Summary
# De Amerikaanse Revolutie en de vorming van de Verenigde Staten
Dit onderwerp behandelt de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten, de constitutionele teksten, de federale staatsstructuur met de scheiding der machten, en de fundamentele rechten, met historische context en ideologische wortels.
### 1.1 Amerikaanse onafhankelijkheid: historische situering
De onafhankelijkheid van de Verenigde Staten is van groot belang, zowel intrinsiek voor de ontwikkeling van het publiekrecht als impactvol door de navolging van toen en hun huidige status als grootmacht. Het historische kader omvat de onafhankelijkheidsoorlog en een omwenteling die zowel structuren (zoals federalisme boven eenheid) als fundamentele rechten (zoals de afschaffing van adel) beïnvloedde. Er was echter ook continuïteit op beide vlakken, zichtbaar in de naam "Republiek van Verenigde Prov." en in verlichte wetgeving inzake strafzaken [3](#page=3).
Amerika was in essentie Europees van oorsprong: Britse kolonies, bevolkt door Europese emigranten, opererend binnen een juridische context van common law en een ideologische context van de Verlichting. Dit had een weerslag in Europese landen in de 19e eeuw en elders in de wereld in de 20e en 21e eeuw [5](#page=5).
#### 1.1.1 Historische omstandigheden die leidden tot onafhankelijkheid
De situatie in de 13 Britse kolonies aan de oostkust werd gekenmerkt door koninklijke gouverneurs en economische uitbuiting, wat leidde tot misnoegen onder de "Amerikanen". De Sugar Act en de Stamp Act ingevoerd ter defensie, zorgden voor protest met de leus "no taxation without representation". Ondanks de intrekking van de Stamp Act, volgden nieuwe wetten, wat resulteerde in handelsboycots. De gebeurtenissen escaleerden met het Boston Massacre de Tea Act en de Boston Tea Party en de daaropvolgende represailles [6](#page=6).
De "Independence" werd uitgeroepen in 1776 door Thomas Jefferson. De Articles of Confederation volgden in 1777. Militair werd de onafhankelijkheid de facto bereikt in Yorktown en politiek de iure in Versailles [6](#page=6).
#### 1.1.2 Amerika's grondwet
De Amerikaanse grondwet is de oudst geldende ter wereld en kent twee soorten bepalingen die klassiek zijn geworden. Het is uniek door zijn twee luiken: de Constitution van 1787, die begint met de woorden "We, the people of the United States, in order to make a more perfect union establish Justice, insure domestic tranquility, provide for the common defence, promote the general Welfare, and secure the Blessings of Liberty to ourselves and our Posterity, do ordain and establish this Constitution for the United States of America". Daarnaast is er de Bill of Rights die de eerste 10 Amendments bevat (inmiddels 27). Rechtenverklaringen van deelstaten bestonden al eerder, zoals die van Virginia in 1776 [7](#page=7).
### 1.2 De staatsstructuur: federalisme en scheiding der machten
De Verenigde Staten zijn een republikeinse bondsstaat, vergelijkbaar met de "staat van de unie" in Nederland. Het **federaal** niveau heeft toegewezen bevoegdheden (centripetaal), waaronder defensie, buitenlands beleid, munt, fundamentele vrijheden en de "general welfare". De **staten** behouden de residuaire bevoegdheden en hebben elk hun eigen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, bijvoorbeeld inzake privaatrecht. Dit alles is georganiseerd volgens het principe van de **scheiding der machten** [8](#page=8).
#### 1.2.1 De drie machten
* **Wetgevende macht**: Congress, bestaande uit de House of Representatives (aantal zetels proportioneel met inwoners) en de Senate (elke staat twee senatoren). Congress neemt initiatieven, en de President heeft een vetorecht, tenzij er een tweederdemeerderheid is [9](#page=9).
* **Uitvoerende macht**: De President, die staatshoofd, regeringsleider en legerhoofd is. Hij of zij wordt indirect verkozen via "kiesmannen" en stelt zijn of haar "secretaries" aan. De President heeft een "fast track"-bevoegdheid voor parlementaire mandaten [9](#page=9).
* **Rechterlijke macht**: Zowel federaal als statelijk. Rechters worden benoemd of verkozen. Het Supreme Court beoordeelt bevoegdheidsgeschillen, grondwettelijkheidstoetsing (zie hieronder), op basis van een Certiorari-verzoek, en kent concurring/dissenting opinions [9](#page=9).
#### 1.2.2 Controlemechanismen binnen de scheiding der machten
Binnen de scheiding der machten bestaan er belangrijke controlemechanismen:
* **Judicial review**: Dit is de controle van de rechterlijke macht op de wetgevende macht [12](#page=12).
* **Impeachment**: Dit is de controle van de wetgevende macht op de uitvoerende en rechterlijke macht [12](#page=12).
##### 1.2.2.1 Judicial review
Judicial review was niet expliciet voorzien in de grondwet, maar vloeit voort uit de scheiding der machten. Sensu lato omvat het elke gerechtelijke herziening. Sensu stricto betreft het de grondwettelijkheidscontrole, zoals vastgelegd in de zaak "Marbury vs. Madison" (en "Dred Scott") [13](#page=13).
##### 1.2.2.2 Impeachment
Impeachment stelt de wetgevende macht in staat om de uitvoerende en rechterlijke macht te beoordelen. Dit principe vindt zijn oorsprong in de middeleeuwse common law. Tegen de president verloopt dit via inbeschuldigingstelling door het Huis van Afgevaardigden, gevolgd door een beoordeling door de Senaat. Voorbeelden van presidenten die een impeachment-procedure hebben ondergaan zijn Johnson, Nixon, Clinton en Trump [15](#page=15).
#### 1.2.3 Oorsprong van de machtenscheiding
De idee van machtenscheiding is geworteld in het werk van verlichtingsdenkers en de Engelse geschiedenis [16](#page=16).
* **John Locke**: In zijn "Treatises of Government" stelde hij het "natuurrecht" voor als correctie op het gedachtegoed van Hobbes. Zijn ideeën waren gebaseerd op de Engelse traditie, met name de Glorious Revolution [16](#page=16).
* **Montesquieu**: In "De l’esprit des lois" beschreef hij "Liberté politique", waarbij hij Engeland op een geïdealiseerde manier voorstelde. Hij onderscheidde "pouvoirs intermédiaires" (zoals de adel) en de scheiding tussen de wetgevende (volksvertegenwoordiging), uitvoerende (vorst) en rechterlijke (tijdelijk/volk) macht [16](#page=16).
* **Jean-Jacques Rousseau**: In "Le contrat social" benadrukte hij het associatieverdrag boven louter onderwerping, met nadruk op vrijheid en gelijkheid, wat leidt tot de "volonté générale" (algemene wil) [16](#page=16).
### 1.3 Fundamentele rechten in de USA
De eerste 10 Amendments van de Amerikaanse grondwet, de Bill of Rights, zijn geworteld in de Engelse traditie. Belangrijke rechten hierin zijn [17](#page=17):
* Het verbod op wrede en ongebruikelijke straffen ("Cruel and unusual punishments") [17](#page=17).
* Het recht op wapenbezit [17](#page=17).
* Het recht op "due process of law" [17](#page=17).
* Het recht op "Habeas corpus" [17](#page=17).
* Godsdienstvrijheid en de scheiding van kerk en staat, wat betekent dat er geen staatskerk is en geen salarissen of subsidies aan religieuze instanties worden verstrekt. Dit is niet anti-godsdienstig, maar historisch bepaald door het verzet tegen de Anglicaanse kerk en de wens tot tolerantie, mede onder invloed van de Verlichting [17](#page=17).
De Amendments 11 tot en met 27 breidden deze rechten uit. Voorbeelden hiervan zijn het verbod op slavernij, het vrouwenstemrecht, en de strijd voor gelijke rechten voor de zwarte bevolking ("segregation") [17](#page=17).
#### 1.3.1 Oorsprong van fundamentele rechten
De oorsprong van deze fundamentele rechten is zowel praktisch als theoretisch [18](#page=18).
* **Praktische oorsprong**: Magna Carta, Bill of Rights (Engels), en het weerstandsrecht [18](#page=18).
* **Theoretische oorsprong**: Spaanse scholastiek in de 16e eeuw (in confrontatie met de inheemse bevolking), die universele natuurlijke rechten formuleerde. Ook Calvinistische literatuur en Europese verlichtingsdenkers speelden een rol [18](#page=18).
Deze rechten kwamen eerst tot uiting in de nieuwe Amerikaanse nederzettingen, werden vervolgens geïntegreerd in de wetgeving van de individuele staten, en ten slotte in de Grondwet van de Verenigde Staten [18](#page=18).
---
# De Franse Revolutie en haar impact
De Franse Revolutie was een periode van radicale politieke en sociale omwentelingen in Frankrijk, met verreikende gevolgen die niet alleen Frankrijk, maar ook België diepgaand beïnvloedden [19](#page=19).
### 2.1 Oorzaken en aanloop tot de revolutie
De aanloop naar de Franse Revolutie werd gekenmerkt door een diepe crisis die leidde tot het bijeenroepen van de Staten-Generaal. Dit was een crisisinstelling die werd opgeroepen wanneer er belastingen nodig waren, en waar iedereen die belastingen betaalde werd uitgenodigd. Tijdens deze bijeenkomsten werden de "cahiers de doléances" (klachtenschriften) opgesteld, waarin onder andere werd geprotesteerd tegen "lettres de cachet" (willekeurige arrestatiebevelen) en werd gepleit voor codificatie van wetten [19](#page=19).
Een cruciaal punt van discussie was de werking van de Staten-Generaal: zou er per hoofd of per stand worden gestemd? Het Parlement van Parijs besloot tot stemming per stand. Als reactie hierop riep de Derde Stand zichzelf uit tot de Nationale Vergadering, later de Constituante, en zwoer tijdens de Eed in de Kaatsbaan op 20 juni 1789 om niet uiteen te gaan totdat er een stevige grondwet was gevestigd. Dit markeerde de verschuiving naar een representatieve democratie, gevoed door de publieke opinie [19](#page=19).
#### 2.1.1 De rol van Abbé Emmanuel-Joseph Sieyès
Abbé Emmanuel-Joseph Sieyès (1748-1836), een geestelijke, speelde een sleutelrol met zijn publicatie "Qu'est-ce que le tiers état?". Hij stelde dat de Derde Stand de natie vormde en pleitte voor hun zelfstandige vertegenwoordiging. Zijn invloed was significant tijdens de Assemblée, en hij werd later lid van het Directoire en Senaatsvoorzitter onder Napoleon [21](#page=21).
### 2.2 Belangrijke realisaties van de Franse Revolutie
De Franse Revolutie bracht fundamentele veranderingen teweeg, gericht op "liberté" en "égalité" [22](#page=22).
* **Afschaffing feodaliteit en privileges:** De feodale structuur werd ontmanteld, waardoor de leenman volle eigenaar werd van zijn land. Ook adellijke en kerkelijke privileges werden afgeschaft [22](#page=22).
* **Economische vrijheid:** Het decreet d' Allarde introduceerde de vrijheid van handel en arbeid. Echter, de Wet Le Chapelier verbood organisaties van arbeiders en ambachtslieden, met een beroep op individuele vrijheid [22](#page=22).
* **Grondwet van 1791:** Deze grondwet vestigde een scheiding der machten met de monarch als staatshoofd [22](#page=22).
* **Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen:** Deze verklaring, geïnspireerd door de Anglo-Amerikaanse traditie, legde de nadruk op de natuurlijke, onvervreemdbare en heilige rechten van de mens en burger [22](#page=22) [23](#page=23).
#### 2.2.1 De Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger
De Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger, aangenomen op 26 augustus 1789, is een hoeksteen van de Franse Revolutie. De kernpunten zijn [22](#page=22) [23](#page=23):
* De oorzaken van publieke ongelukken en overheidsverval liggen in het negeren van de rechten van de mens [23](#page=23).
* Artikel 1: Mensen worden vrij en gelijk in rechten geboren en behouden dit. Sociale onderscheidingen zijn enkel gerechtvaardigd op basis van algemeen nut [23](#page=23).
* Artikel 2: Het doel van politieke associatie is de bescherming van de natuurlijke en onvervreemdbare rechten van de mens: vrijheid, eigendom, veiligheid en weerstand tegen onderdrukking [23](#page=23).
* Artikel 3: De soevereiniteit ligt in de natie [23](#page=23).
* Artikel 6: De wet is de uitdrukking van de algemene wil en iedereen heeft het recht deel te nemen aan de totstandkoming ervan, direct of via vertegenwoordigers. De wet moet gelijk zijn voor iedereen en gelijke kansen bieden op publieke functies, gebaseerd op bekwaamheid, deugd en talent [23](#page=23).
* Artikel 7: Niemand mag worden beschuldigd, gearresteerd of vastgehouden, behalve volgens de wet en de voorgeschreven procedures. Willekeurige bevelen moeten worden bestraft, maar burgers moeten onmiddellijk gehoorzamen aan wettelijke oproepen of arrestaties [23](#page=23).
* Artikel 8: De wet mag alleen noodzakelijke straffen vaststellen, en niemand mag worden gestraft zonder een vooraf vastgestelde en wettelijk toegepaste wet [23](#page=23).
* Artikel 11: Vrije communicatie van gedachten en meningen is een kostbaar recht; burgers mogen vrij spreken, schrijven en publiceren, mits ze verantwoordelijk zijn voor misbruik volgens de wet [23](#page=23).
### 2.3 Fasen van de Franse Revolutie
De Franse Revolutie kan worden opgedeeld in verschillende fasen [24](#page=24):
* **Eerste fase (1789-1792):** Gekenmerkt door de Staten-Generaal en een gematigde monarchie [24](#page=24).
* **Tweede fase (1792-1794):** De periode van de Jacobijnen en Terreur, met de macht van het Comité du salut public onder Robespierre. Deze fase produceerde een revolutionaire grondwet van het jaar I, met anti-clericaal en anti-monarchistisch beleid, en een streven naar sociale herverdeling [24](#page=24).
* **Directoire (1795-1799):** Een gematigde grondwet van het jaar III introduceerde een tweekamerstelsel en een uitvoerende macht van vijf directeuren. Deze periode werd gekenmerkt door buitenlandse veroveringen en annexaties [24](#page=24).
* **Napoleon (1799-1815):** Het Consulaat (1799-1802/1804) en het Keizerrijk (1802-1815) onder Napoleon brachten belangrijke codificaties, zoals de Code Civil, en het Concordaat van 1801. "Bonapartisme" kenmerkte deze periode [24](#page=24).
### 2.4 Blijvende gevolgen voor België
De Franse Revolutie en de daaropvolgende Franse overheersing hadden blijvende gevolgen voor België [19](#page=19) [26](#page=26).
* **Administratieve indeling:** De Franse departementen vormden de basis voor de Belgische provincies, wat een einde maakte aan de territoriale vorstendommen. De indeling in arrondissementen, kantons en gemeenten bleef eveneens behouden [26](#page=26).
* **Laïcisering van de staat:** De scheiding tussen kerk en staat werd doorgezet, met de secularisering van burgerlijke stand, notariaat en welzijnszorg. Het concordaat reguleerde de relatie tussen kerk en staat, inclusief de indeling van bisdommen, de vergoeding van geestelijken en een administratieve rol voor de kerk [26](#page=26).
* **Codificaties:** De Franse codificaties, waaronder de Code Civil, Code de Commerce, Code d’instruction, Code pénal en Code de procédure civile, werden overgenomen en vormden de basis voor de Belgische wetgeving [26](#page=26).
* **Gerechtelijke organisatie:** De Franse gerechtelijke organisatie werd in België geïntroduceerd [26](#page=26).
* **Verfransing:** De Franse taal won terrein als bestuurlijke en culturele taal in België [26](#page=26).
> **Tip:** De impact van de Franse Revolutie op België is significant, met name op het gebied van staatsinrichting, rechtspraak en wetgeving. Begrijp hoe deze Franse structuren de basis hebben gelegd voor het moderne België.
> **Voorbeeld:** De oprichting van provincies in België, die grotendeels overeenkomen met de oude Franse departementen, is een direct gevolg van de Franse administratieve reorganisatie tijdens de revolutie. Ook de burgerlijke stand, die nu losstaat van de kerkelijke registratie, is een erfenis van de Franse laïciseringspolitiek.
---
# Het einde van het Ancien Régime in de Nederlanden
Dit onderwerp verkent de pogingen tot hervormingen en de reacties daarop in de Zuidelijke Nederlanden, met speciale aandacht voor de hervormingen van Jozef II en de daaruit voortvloeiende opstanden.
### 3.1 Jozef II in de Zuidelijke Nederlanden
Keizer Jozef II introduceerde in 1787 een reeks ingrijpende administratieve en gerechtelijke hervormingen in de Zuidelijke Nederlanden. Deze hervormingen werden echter met groot verzet ontvangen, met name door de intrekking van de Blijde Intrede in 1789. Dit leidde tot een reactie van diverse staten binnen de Nederlanden, zowel op fiscaal als militair vlak [28](#page=28).
#### 3.1.1 De Opstand tegen Jozef II
De opstand werd geleid door figuren als Vander Mersch en Van der Noot, wat resulteerde in de oprichting van de Verenigde Belgische Staten (États Belgiques Unis). Als voorbeeld hiervan verklaarde Vlaanderen op 4 januari 1790 haar onafhankelijkheid. De gebeurtenissen werden gesymboliseerd door de vervallenverklaring op de Vrijdagmarkt in Gent [28](#page=28).
#### 3.1.2 Grondslagen van de Opstand
De basis van deze opstand was divers en omvatte onder meer het beroep op de Blijde Inkomst (met name die van Brabant), stadsprivileges, vredesverdragen, eigendomsrechten en het natuurrecht [28](#page=28).
#### 3.1.3 Evaluatie van de Reactie
De vraag rijst of de reactie op de hervormingen van Jozef II redelijk was of voortkwam uit conservatief egoïsme. De opstand leidde uiteindelijk tot het herstel van de adel en de oude rechtbanken, wat suggereert dat de conservatieve krachten een dominante rol speelden [28](#page=28).
---
# Modern constitutionalisme
Modern constitutionalisme is een politiek concept dat voortkomt uit de analyse van de revolutionaire periodes en de opkomst van nieuwe staatsconcepten [1](#page=1).
### 4.1 Oorsprong en context
De ontwikkeling van het moderne constitutionalisme is onlosmakelijk verbonden met de grote revoluties aan het einde van de 18e eeuw. Deze revoluties markeerden een breuk met het Ancien Régime en de traditionele machtsstructuren [1](#page=1).
#### 4.1.1 De rol van revoluties
* **Verenigde Staten van Amerika:** De Amerikaanse Revolutie leidde tot de oprichting van een nieuwe natie gebaseerd op constitutionele principes [1](#page=1).
* **De Franse Revolutie:** Deze revolutie was cruciaal voor de verspreiding van nieuwe staatsconcepten en de afschaffing van het feodale systeem in Frankrijk en daarbuiten [1](#page=1).
* **Einde Ancien Régime in de Nederlanden:** Ook in de Nederlanden werden revolutionaire processen doorgevoerd die leidden tot het einde van het Ancien Régime [1](#page=1).
#### 4.1.2 Nieuwe staatsconcepten
De revolutionaire bewegingen brachten nieuwe ideeën over de organisatie van de staat met zich mee, wat de basis vormde voor het moderne constitutionalisme. Deze concepten omvatten onder andere de scheiding der machten en de bescherming van fundamentele rechten [1](#page=1).
> **Tip:** Begrijp de revolutionaire context als de geboortegrond van het moderne constitutionalisme. De verschuiving van monarchaal absolutisme naar meer democratische en rechtsstatelijke beginselen is hierin essentieel.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Ancien Régime | Een politiek en sociaal systeem dat bestond in Frankrijk en andere Europese landen vóór de Franse Revolutie, gekenmerkt door monarchale absolutisme, feodale structuren en een strikte standensamenleving. |
| Constitutionele teksten | Geschreven documenten die de basisstructuur, bevoegdheden en beperkingen van een overheid vastleggen, inclusief de rechten van burgers. In de context van de VS omvat dit de Grondwet en Amendments. |
| Federalisme | Een staatsvorm waarbij soevereine machten verdeeld zijn tussen een centrale (federale) overheid en regionale overheden (staten of provincies), waarbij beide niveaus eigen bevoegdheden hebben. |
| Scheiding der machten | Een principe van staatsinrichting waarbij de drie belangrijkste overheidsfuncties (wetgeving, uitvoering en rechtspraak) worden toevertrouwd aan verschillende, onafhankelijke organen om machtsmisbruik te voorkomen. |
| Fundamentele rechten | Rechten die inherent zijn aan elk individu en die door de staat moeten worden beschermd, zoals vrijheid, gelijkheid, eigendom en het recht op een eerlijk proces. |
| Onafhankelijkheidsoorlog | Een gewapend conflict waarbij een kolonie of regio strijdt om zich af te scheiden van het moederland of een overheersende macht en een eigen staat te vormen. |
| Common law | Een rechtssysteem dat gebaseerd is op rechterlijke precedenten en gewoonterecht, in tegenstelling tot wetgeving die door een parlement wordt uitgevaardigd (codificatie). |
| Verlichting | Een intellectuele en culturele beweging in de 18e eeuw die de nadruk legde op rede, individualisme en wetenschap, en die grote invloed had op politieke en sociale veranderingen. |
| Sugar Act | Een Britse wet uit 1764 die belastingen oplegde op suiker en melasse geïmporteerd door de Amerikaanse koloniën, bedoeld om de inkomsten van het Britse rijk te verhogen. |
| Stamp Act | Een Britse wet uit 1765 die een belasting oplegde op alle gedrukte materialen in de Amerikaanse koloniën, wat leidde tot wijdverbreid protest onder het motto "no taxation without representation". |
| No taxation without representation | Een politiek slogan die de oppositie tegen belastingheffing door een parlement zonder vertegenwoordiging van de betrokkenen uitdrukt, centraal in de Amerikaanse Revolutie. |
| Boston Massacre | Een incident in 1770 waarbij Britse soldaten het vuur openden op een menigte burgers in Boston, wat leidde tot doden en een toename van de spanningen tussen de koloniën en Groot-Brittannië. |
| Boston Tea Party | Een protestactie in 1773 waarbij Amerikaanse kolonisten, vermomd als inheemse Amerikanen, thee uit Britse schepen gooiden in de haven van Boston uit protest tegen de Tea Act. |
| Declaration of Independence | Een document aangenomen door het Second Continental Congress op 4 juli 1776, waarin de dertien Amerikaanse koloniën hun onafhankelijkheid van Groot-Brittannië afkondigden. |
| Articles of Confederation | De eerste grondwet van de Verenigde Staten, geratificeerd in 1781, die een zwakke federale overheid en een sterke nadruk op de soevereiniteit van de staten creëerde. |
| Grondwet (Constitution) | Het hoogste juridische document van een land dat de structuur van de regering, de bevoegdheden van de verschillende takken en de fundamentele rechten van de burgers vastlegt. |
| Bill of Rights | De eerste tien amendementen op de Amerikaanse Grondwet, aangenomen in 1791, die specifieke individuele vrijheden en rechten garanderen, zoals vrijheid van meningsuiting en godsdienst. |
| Amendments | Wijzigingen of toevoegingen aan een grondwet of wet. |
| Republikeinse Bondsstaat | Een federale staat waarin de regering gebaseerd is op republikeinse principes, met gekozen vertegenwoordigers en een scheiding der machten. |
| Centripetale bevoegdheden | Bevoegdheden die worden overgedragen van de deelstaten naar de federale overheid, zoals defensie en buitenlands beleid. |
| Residuaire bevoegdheden | Bevoegdheden die niet expliciet zijn toegewezen aan de federale overheid en daarom bij de deelstaten blijven. |
| Congres | Het federale wetgevende orgaan van de Verenigde Staten, bestaande uit het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. |
| Huis van Afgevaardigden (House of Representatives) | Het lagerhuis van het Amerikaanse Congres, waarvan de leden worden gekozen op basis van de bevolkingsaantallen per staat. |
| Senaat | Het hogerhuis van het Amerikaanse Congres, waarin elke staat twee senatoren heeft, ongeacht de bevolkingsomvang. |
| President | Het staatshoofd en regeringsleider van de Verenigde Staten, die de uitvoerende macht uitoefent. |
| Veto | Het recht van de uitvoerende macht (bijvoorbeeld de president) om een wet die door de wetgevende macht is aangenomen, ongeldig te verklaren. |
| Kiesmannen (Electors) | Personen die in een staat worden gekozen om de president en vicepresident van de Verenigde Staten te kiezen in het Electoral College. |
| Secretaris | Een hooggeplaatst lid van het kabinet van de president, die verantwoordelijk is voor een specifiek ministerie of departement. |
| Fast track-bevoegdheid | Een procedure die een snelle behandeling en goedkeuring van wetgeving of beleid mogelijk maakt. |
| Federale gerechtelijke macht | Het systeem van rechtbanken in de Verenigde Staten op federaal niveau, met de Supreme Court als hoogste instantie. |
| Supreme Court | Het hoogste federale gerechtshof van de Verenigde Staten, dat bevoegd is om de grondwettelijkheid van wetten te toetsen en geschillen tussen staten te beslechten. |
| Bevoegdheidsgeschillen | Juridische conflicten die ontstaan over de bevoegdheid van verschillende rechtbanken of overheidsinstanties. |
| Grondwettelijkheidstoetsing (Judicial review) | De bevoegdheid van rechterlijke instanties om te bepalen of wetten en overheidsdaden in overeenstemming zijn met de grondwet. |
| Op Certiorari-verzoek | Een verzoek aan een hogere rechtbank om de dossiers van een lagere rechtbank te beoordelen. |
| Concurring opinions | Een gerechtelijke mening die de uitspraak van de meerderheid ondersteunt, maar met andere redeneringen. |
| Dissenting opinions | Een gerechtelijke mening die afwijkt van de uitspraak van de meerderheid en een alternatieve redenering presenteert. |
| Impeachment | Een procedure waarbij een politiek ambtsdrager wordt aangeklaagd wegens ernstige misdragingen, wat kan leiden tot afzetting. |
| Parlementaire mandaat | De bevoegdheid of opdracht die een vertegenwoordiger krijgt om namens zijn kiezers te handelen en beslissingen te nemen. |
| Montesquieu | Een Franse filosoof uit de Verlichting, bekend om zijn werk "De l'esprit des lois", waarin hij het principe van de scheiding der machten uiteenzette. |
| Locke | Een Engelse filosoof uit de 17e eeuw, wiens ideeën over natuurrecht en politieke filosofie, zoals uiteengezet in "Two Treatises of Government", invloedrijk waren voor het liberalisme en de Amerikaanse Revolutie. |
| Rousseau | Een Zwitsers-Franse filosoof, politiek theoreticus en schrijver uit de Verlichting, bekend om zijn werk "Du contrat social", waarin hij concepten als de algemene wil en volkssoevereiniteit exploreerde. |
| Volonté générale | Het concept van de algemene wil van Rousseau, dat verwijst naar de collectieve wil van het volk die gericht is op het gemeenschappelijk belang. |
| Cruel and unusual punishments | Een bepaling in het Amerikaanse recht die wrede en ongebruikelijke straffen verbiedt. |
| Due process of law | Het principe dat de overheid alle wettelijke procedures en rechten moet respecteren bij het ontnemen van leven, vrijheid of eigendom van een persoon. |
| Habeas corpus | Een rechtsmiddel dat een persoon het recht geeft om te eisen dat hij voor een rechter wordt gebracht als hij onrechtmatig wordt vastgehouden. |
| Godsdienstvrijheid | Het recht om vrij iemands religie te kiezen, te belijden en te praktiseren, zonder dwang of discriminatie. |
| Scheiding Kerk/staat | Het principe dat religieuze instellingen en de staat gescheiden moeten blijven, en dat de staat geen religie mag bevoordelen of onderdrukken. |
| Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger (Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen) | Een fundamenteel document van de Franse Revolutie uit 1789, dat de natuurlijke, onvervreemdbare en heilige rechten van de mens verklaart. |
| Staten-Generaal | Een vergadering van de drie standen in het prerevolutionaire Frankrijk (geestelijkheid, adel en burgerij), die werd bijeengeroepen om advies te geven of belastingen goed te keuren. |
| Cahiers de doléances | Lijsten met grieven en klachten die werden opgesteld door de drie standen in Frankrijk ter voorbereiding op de Staten-Generaal in 1789. |
| Lettres de cachet | Een brief die in prerevolutionair Frankrijk werd uitgevaardigd door de koning, waarmee een persoon zonder proces kon worden gearresteerd en opgesloten. |
| Derde Stand | De burgerij in het prerevolutionaire Frankrijk, die de overgrote meerderheid van de bevolking vormde, maar politiek beperkte invloed had. |
| Assemblée Nationale | De Nationale Vergadering, opgericht in 1789 door vertegenwoordigers van de Derde Stand tijdens de Franse Revolutie, die streefde naar een nieuwe grondwet. |
| Constituante | De Grondwetgevende Vergadering, die voortkwam uit de Assemblée Nationale en belast was met het opstellen van een nieuwe grondwet voor Frankrijk. |
| Kaatsbaaneed | Een eed afgelegd door leden van de Franse Nationale Vergadering in 1789, waarbij ze zwoeren niet uiteen te gaan totdat er een grondwet was vastgesteld. |
| Publieke opinie | De collectieve mening of houding van het publiek ten aanzien van bepaalde kwesties, die invloed kan uitoefenen op politieke besluitvorming. |
| Abbé Emmanuel-Joseph Sieyès | Een Franse geestelijke en politieke theoreticus die een sleutelrol speelde tijdens de Franse Revolutie, vooral met zijn pamflet "Qu'est-ce que le tiers état?". |
| Tiers état | De Derde Stand in Frankrijk, bestaande uit de gewone burgers, die in tegenstelling tot de adel en de geestelijkheid geen speciale privileges genoten. |
| Natie | Het concept van een politieke gemeenschap gebaseerd op gedeelde cultuur, taal, geschiedenis en wil, die de bron is van soevereiniteit. |
| Feodaliteit | Een middeleeuws sociaal en politiek systeem gebaseerd op landbezit en de onderlinge verplichtingen tussen heren en leenmannen. |
| Privileges | Wettelijke of sociale voordelen die bepaalde groepen of personen genieten, vaak gebaseerd op hun status of afkomst. |
| Decreet d’Allarde | Een decreet uit 1791 dat de vrijheid van handel en arbeid in Frankrijk vastlegde, waarmee gilden en ambachtsverenigingen werden afgeschaft. |
| Wet Le Chapelier | Een wet uit 1791 die verbood dat arbeiders zich organiseerden in vakbonden of coöperaties, met het oog op het garanderen van economische vrijheid voor individuen. |
| Monarch | Een staatshoofd met erfelijke macht, zoals een koning of keizer. |
| Jacobijnen | Een radicale politieke factie tijdens de Franse Revolutie die aan de macht was tijdens de Terreur, gekenmerkt door een sterke centrale regering en repressie van tegenstanders. |
| Terreur (Reign of Terror) | Een periode tijdens de Franse Revolutie (1793-1794) gekenmerkt door massale executies van vermeende contrarevolutionairen onder leiding van het Comité du salut public. |
| Convention | De vergadering die in 1792 in Frankrijk de monarchie afschafte en de Eerste Franse Republiek uitriep. |
| Comité du salut public | Het Comité van Openbare Veiligheid, een krachtig uitvoerend orgaan dat tijdens de Terreur in Frankrijk (1793-1794) grote macht uitoefende. |
| Robespierre | Een vooraanstaand leider van de Jacobijnen en een sleutelfiguur tijdens de Terreur, die streefde naar een deugdzaam en gerechtig regime. |
| Grondwet van het jaar I | Een zeer revolutionaire grondwet die in 1793 in Frankrijk werd opgesteld door de Jacobijnen, maar nooit volledig werd geïmplementeerd vanwege de oorlogsomstandigheden. |
| Directoire | Het uitvoerende orgaan van vijf directeuren dat Frankrijk bestuurde van 1795 tot 1799 na de Terreur, gekenmerkt door een gematigde politiek. |
| Grondwet van het jaar III (1795) | De grondwet die werd aangenomen door het Directoire in Frankrijk, die een bicameraal parlement en een uitvoerende macht van vijf directeuren instelde. |
| Bicameralisme | Een regeringssysteem met twee wetgevende kamers, zoals een jongere en een oudere kamer. |
| Napoleon Bonaparte | Een Franse militaire en politieke leider die aan de macht kwam na de Franse Revolutie en keizer werd van Frankrijk, bekend om zijn hervormingen en veroveringen. |
| Consulaat | De periode in de Franse geschiedenis (1799-1804) waarin Napoleon Bonaparte als Eerste Consul de feitelijke macht had. |
| Keizerrijk | Een staatsvorm waarin een keizer aan het hoofd staat, vaak met uitgebreide territoriale heerschappij. |
| Code Civil (Burgerlijk Wetboek) | Een systematische verzameling van burgerrechtelijke wetten, zoals de Franse Code Civil van 1804, die huwelijk, eigendom en contracten regelt. |
| Concordaat | Een overeenkomst tussen de paus en een staat om de relatie tussen de kerk en de staat te regelen. |
| Bonapartisme | Een politieke stroming die verwijst naar het beleid en de ideologie die geassocieerd worden met Napoleon Bonaparte en zijn regime, gekenmerkt door autoritarisme en nationalisme. |
| Departementen | De belangrijkste administratieve onderverdelingen van Frankrijk, ingesteld tijdens de Franse Revolutie. |
| Laïcisering | Het proces waarbij religieuze invloeden worden teruggedrongen uit de publieke sfeer en overheidsinstellingen. |
| Burgerlijke stand (BS) | Het officiële register van geboorten, huwelijken en overlijdens, beheerd door de burgerlijke overheid. |
| Notariaat | Het ambt van een notaris, die juridische documenten opstelt, bekrachtigt en bewaart. |
| Welzijnszorg | De zorg en diensten die door de overheid of andere instanties worden verleend om het welzijn van burgers te bevorderen. |
| Code de Commerce | Het Franse wetboek dat commerciële transacties en ondernemingsrecht regelt. |
| Code d’instruction criminelle | Het Franse wetboek dat de procedurele regels voor strafzaken vastlegt. |
| Code pénal | Het Franse wetboek dat strafbare feiten en de bijbehorende straffen definieert. |
| Code de procédure civile | Het Franse wetboek dat de procedurele regels voor civiele zaken vastlegt. |
| Verfransing | Het proces waarbij de Franse taal en cultuur de dominante positie krijgen, vaak ten koste van lokale talen en culturen. |
| Jozef II | Keizer van het Heilige Roomse Rijk en heerser van de Habsburgse Nederlanden (1780-1790), bekend om zijn verlicht absolutisme en hervormingsbeleid. |
| Blijde Intrede | Een traditionele ceremonie bij de inhuldiging van een nieuwe hertog of vorst in Brabant, waarbij de vorst de privileges en vrijheden van het land moest erkennen en zweren deze te respecteren. |
| Etats Belgiques Unis | De Verenigde Belgische Staten, een kortstondige republiek die in 1789-1790 uitriep na de opstand tegen de hervormingen van Jozef II. |
| Staten van Vlaanderen | De vertegenwoordigende vergadering van de graafschap Vlaanderen, die in 1790 de onafhankelijkheid van Vlaanderen uitriep. |
| Vredesverdragen | Overeenkomsten die worden gesloten om een einde te maken aan een oorlog of conflict en de voorwaarden voor vrede vast te leggen. |
| Natuurrecht | Een filosofisch concept dat stelt dat er universele morele wetten bestaan die voortkomen uit de menselijke natuur of een goddelijke orde, en die onafhankelijk zijn van positieve wetten. |
| Adel | De adellijke stand, een sociale klasse met erfelijke privileges en titels in prerevolutionaire samenlevingen. |
| Oude rechtbanken | De traditionele gerechtelijke instellingen die bestonden vóór de invoering van nieuwe juridische systemen, zoals tijdens de Franse Revolutie. |