Cover
ابدأ الآن مجانًا 0ECO_Inleiding.pptx
Summary
# Inleiding tot economie en welvaart
Dit onderwerp introduceert economie als een discipline voor het analyseren van beslissingen en welvaart, met een focus op hoe economische groei en welvaart worden gemeten, met name via het bruto binnenlands product (BBP) en de historische evolutie ervan.
## 1. Inleiding tot economie en welvaart
Economie wordt voorgesteld als een gereedschapskist die helpt bij het analyseren van beslissingen en het inschatten van hun gevolgen, zowel op individueel niveau als voor de samenleving als geheel. Het centrale thema is het begrijpen van keuzes en het verbeteren van toekomstige besluitvorming door de gevolgen ervan beter te anticiperen. De discipline houdt zich voornamelijk bezig met de creatie van welvaart. Een economie wordt als succesvol beschouwd wanneer deze welvaart genereert en investeert in toekomstige welvaart.
### 1.1 De economie als een systeem en de impact van schokken
Economieën worden beschreven als systemen die een natuurlijk evenwicht nastreven tussen productie en consumptie. Externe schokken, zoals een pandemie (bijvoorbeeld de COVID-19 crisis), kunnen dit evenwicht verstoren en leiden tot aanzienlijke economische krimp, zoals waargenomen met een daling van meer dan 10% in het BBP, de grootste krimp sinds de Tweede Wereldoorlog. De vraag hoe middelen voor de gezondheidszorg verkregen kunnen worden als de economie langdurig stil ligt, illustreert de complexiteit van de relatie tussen gezondheid en economie.
### 1.2 Welvaart meten: het bruto binnenlands product (BBP)
De meestgebruikte economische maatstaf om de omvang en de prestaties van een economie te meten, is het bruto binnenlands product (BBP).
* **Definitie van BBP:** Het BBP vertegenwoordigt de totale waarde van alle goederen en diensten die binnen een bepaalde periode (meestal een jaar) binnen de landsgrenzen zijn geproduceerd. Hierbij worden enkel finale goederen en diensten meegeteld, niet de intermediaire goederen die als input dienen voor verdere productie.
* **Economische groei:** De groei van het BBP wordt in de media vaak als indicator voor de economische gezondheid gebruikt.
> **Tip:** Later in de cursus zullen de exacte definities van BBP en de bijbehorende discussies diepgaander worden behandeld.
### 1.3 Historische evolutie van welvaart
De welvaart is door de geschiedenis heen sterk geëvolueerd en vertoont vandaag de dag aanzienlijke verschillen tussen landen.
* **Verschillen in welvaart:** De plaats waar iemand geboren wordt, heeft een grote impact op de verwachte welvaart. Dit contrast was in het verleden minder uitgesproken. In de 15e eeuw waren factoren als afkomst en geslacht waarschijnlijk dominanter in het bepalen van iemands levensstandaard dan de huidige geografische locatie.
* **Welvaartsevolutie laatste 2000 jaar:** Er zijn significante verschillen waarneembaar tussen de welvaart in het jaar 1800 en de huidige situatie.
* **Welvaartsevolutie laatste 200 jaar:** Pas vanaf de 19e eeuw ontstonden er grote verschillen in welvaart tussen de landen.
#### 1.3.1 De Industriële Revolutie en de opkomst van kapitalisme
De 19e eeuw markeert een keerpunt, mede door de Industriële Revolutie (IR) die aanvankelijk in Engeland begon en zich later verspreidde naar Europa en de Verenigde Staten. Deze periode viel samen met de opkomst van een nieuw economisch systeem: het kapitalisme.
* **Economisch systeem:** Een economisch systeem bepaalt hoe productie en distributie van goederen binnen een economie worden georganiseerd.
* **Kapitalistisch systeem:** Kenmerken van dit systeem omvatten:
* Productie die voornamelijk plaatsvindt binnen bedrijven.
* Markten als plaatsen voor vrijwillige ruil van producten tussen bedrijven en consumenten, waarbij de prijs de productiekosten overstijgt en winst genereert voor de eigenaars van de bedrijven.
* Private eigendom van kapitaalgoederen.
* **Vergelijking met voorgaande periodes:** In de Middeleeuwen bestonden er weliswaar lokale markten en private eigendom, maar de productie was voornamelijk beperkt tot individuele ambachtslieden, verkopers of families.
* **Concurrentie en innovatie:** In een kapitalistisch systeem stimuleren bedrijven elkaar om betere technologieën te gebruiken en efficiënter te produceren, wat bijdraagt aan de welvaartsverhoging. Bedrijven hebben de schaal om te investeren, wat voor een familie als productie-eenheid niet mogelijk was.
* **Geografische expansie:** Na de IR breidde de handel zich uit van lokale naar nationale en internationale markten, wat verdere mogelijkheden voor specialisatie en ruil creëerde, en daarmee de welvaart verder verhoogde.
> **Tip:** De term 'kapitalisme' omvat een verzameling systemen die bepaalde kernelementen delen, maar deze op verschillende manieren combineren. De expansie van markten wordt ook behandeld in het hoofdstuk over globalisering.
#### 1.3.2 Kapitalistische instellingen en welvaart
De vraag of kapitalistische instellingen een garantie bieden op welvaart is complex. Hoewel veel landen bedrijven, markten en private eigendom kennen, slagen niet alle economieën erin de welvaart stelselmatig te verhogen voor al hun inwoners.
* **Voorwaarden voor welvaart:** Er zijn meerdere redenen waarom economieën er niet in slagen de levensstandaard systematisch te verhogen. Dit kan te maken hebben met onvoldoende bescherming van private eigendom door juridische systemen, niet-competitieve markten waarbij bedrijven overleven door connecties met de overheid, of overheden die gekaapt zijn door belangengroepen (rent-seeking).
* **Rol van de overheid:** De overheid speelt een cruciale rol in het succesvol maken van een economisch systeem voor iedereen, een thema dat in meerdere hoofdstukken terugkomt.
### 1.4 De impact van welvaart op levenskwaliteit
De toename van welvaart is niet zonder gevolgen. Spectaculaire welvaartsstijgingen gaan vaak gepaard met een verhoogd gebruik van het gezamenlijke 'natuurbudget'.
* **Milieu-impact:** De milieu-impact (I) kan worden voorgesteld met de formule:
$$I = f(P, A, T)$$
Waarbij:
* $I$ staat voor milieu-impact.
* $P$ staat voor populatie (bevolking).
* $A$ staat voor affluence (welvaart/rijkdom), vaak gerelateerd aan consumptie en inkomen per capita.
* $T$ staat voor technologie, die efficiëntie in productie en consumptie kan beïnvloeden.
* **Economische groei en verdubbeling:** Een economische groei van 2% per jaar betekent dat de output ongeveer elke 35 jaar verdubbelt. Dit roept vragen op over de houdbaarheid van deze groei en de impact op het milieu. De discussie verschuift naar concepten als 'efficiency versus sufficiency', 'post-growth' en 'beyond growth'.
#### 1.4.1 Ecologische grenzen en de ecologische voetafdruk
De menselijke economische activiteit heeft duidelijke ecologische grenzen.
* **Ecologische grenzen:** Deze grenzen zijn direct verbonden met energie- en landgebruik. De druk vanuit energiesystemen, mobiliteit en de agrofoodsector overschrijdt veilige planetaire grenzen, met name op het gebied van biodiversiteit, klimaat en de stikstofcyclus.
* **Ecologische voetafdruk:** Dit is de productieve grond- en wateroppervlakte die nodig is om te voorzien in de consumptie van een populatie, en die de aarde jaarlijks kan regenereren. Idealiter zou deze voetafdruk niet groter mogen zijn dan wat de aarde kan produceren uit rendement, zonder het natuurlijk kapitaal aan te spreken.
* **Toegestane voetafdruk:** In 2014 zou de ecologische voetafdruk van iedereen op de wereld maximaal 1,8 hectare per persoon moeten zijn, uitgaande van een gelijke toegang tot natuurlijke hulpbronnen.
* **Actuele voetafdrukken:** De gemiddelde ecologische voetafdruk van de wereldbevolking was in 2014 2,7 hectare per persoon, en in België maar liefst 7 hectare per persoon.
#### 1.4.2 Welzijn en duurzaamheid
Rijkdom op zich garandeert niet automatisch welzijn, geluk of tevredenheid. Er zijn indices die verder gaan dan het BBP om welzijn te meten, zoals de Human Development Index (HDI) en de Well-being index, die ook rekening houden met geletterdheid en kindersterfte.
* **Duurzaamheidsuitdaging:** Het concept van duurzaamheid omvat naast ecologische duurzaamheid ook sociale rechtvaardigheid en verdelingsvraagstukken.
* **Wereldwijde ongelijkheid:** Er bestaan grote verschillen in welvaart en toegang tot basisbehoeften wereldwijd. Tussen 2014 en 2016 waren er wereldwijd bijna 800 miljoen hongerlijders, hoewel dit een daling betekende ten opzichte van 20 jaar eerder. Bovendien is de toegang tot onderwijs zeer ongelijk: in Afrika gaat slechts 33% van de kinderen naar de middelbare school, vergeleken met bijna 90% in België.
* **Doughnut economy:** Dit model (Raworth, 2017) stelt een economisch kader voor dat streeft naar welvaart binnen ecologische en sociale grenzen.
> **Tip:** Maatschappelijke problemen zoals deze vereisen interdisciplinaire aanpakken. Economie is hierin een belangrijk, maar niet het enige, onderdeel van de oplossing. Kennis van 'how stuff works' is essentieel om veranderingen teweeg te brengen.
---
# Kapitalisme en economische systemen
Dit deel van de studie verkent kapitalisme als een economisch systeem en de impact ervan op welvaartsverschillen tussen landen, met een focus op de periode vanaf de 19e eeuw.
## 2. Kapitalisme en economische systemen
Economie wordt gedefinieerd als een systeem voor de creatie en investering in welvaart, en de discipline biedt tools om beslissingen en hun gevolgen te analyseren en te verbeteren. De welvaart van landen is niet altijd gelijk geweest. Historisch gezien, met name vóór de 19e eeuw, had de geboorteplaats van een persoon minder invloed op hun verwachte welvaart dan vandaag. Deze divergentie in welvaart is grotendeels toe te schrijven aan de opkomst van het kapitalisme vanaf de 19e eeuw, samen met de Industriële Revolutie.
### 2.1 Kerncomponenten van kapitalisme
Kapitalisme is een economisch systeem dat bepaalt hoe productie en distributie van goederen worden georganiseerd. Het wordt gekenmerkt door drie kerncomponenten:
* **Bedrijven:** Productie vindt plaats binnen organisaties die op schaal kunnen opereren, wat investeringen in technologie mogelijk maakt. Dit staat in contrast met traditionele ambachtslieden die op individuele schaal werkten. Concurrentie tussen bedrijven stimuleert het gebruik van betere technologieën en efficiëntere productiemethoden.
* **Markten:** Dit zijn de plaatsen waar bedrijven en consumenten vrijwillig producten ruilen tegen een prijs. De prijs reflecteert de productiekosten en dient om de winst van de bedrijfseigenaren te vergoeden voor hun ondernemingsinitiatief. De expansie van markten van lokaal naar nationaal en internationaal niveau heeft geleid tot verdere mogelijkheden voor welvaartverhogende specialisatie en ruil.
* **Private eigendom:** Dit verwijst naar het eigendom van kapitaalgoederen door individuen of bedrijven. Hoewel private eigendom ook in eerdere economische systemen bestond, is de mate en bescherming ervan cruciaal binnen het kapitalisme.
> **Tip:** Het 'kapitalisme' wordt niet beschouwd als één uniform systeem, maar als een verzameling van systemen die de drie kernelementen combineren op verschillende manieren.
### 2.2 Kapitalisme en welvaartsverschillen
De opkomst van het kapitalisme viel samen met de Industriële Revolutie, wat leidde tot een spectaculaire stijging van de welvaart in landen die deze veranderingen omarmden. Dit resulteerde in aanzienlijke economische verschillen tussen landen.
* **Divergentie:** Vanaf de 19e eeuw begon de welvaart per hoofd van de bevolking sterk te verschillen tussen landen. Waar in de 15e eeuw de sociale achtergrond en het geslacht de belangrijkste bepalende factoren waren voor iemands welvaart, werd de geografische locatie vanaf de 19e eeuw een zeer belangrijke factor door de ongelijke adoptie van het kapitalistische systeem.
### 2.3 Kapitalistische instellingen en welvaart
Hoewel kapitalistische instellingen (bedrijven, markten, private eigendom) een belangrijke motor zijn voor economische groei en welvaartsverhoging, zijn ze geen garantie voor permanente verbetering van de levensstandaard voor iedereen. Veel landen met deze instellingen slagen er niet in om welvaart stelselmatig voor iedereen te verhogen om verschillende redenen:
* **Gebrekkige bescherming van private eigendom:** Overheden falen soms in het juridisch beschermen van private eigendom, wat investeringen ontmoedigt.
* **Niet-competitieve markten:** Markten kunnen worden gedomineerd door bedrijven die hun succes te danken hebben aan connecties met de overheid, in plaats van aan concurrentiekracht.
* **Overheidsfalen:** Wanneer de overheid wordt gekaapt door 'rent-seekers' die voordeel zoeken zonder productieve bijdrage, kan dit de economische vooruitgang belemmeren.
> **Tip:** De rol van de overheid is cruciaal om ervoor te zorgen dat het economische systeem succesvol is voor iedereen en om de negatieve aspecten van marktfalen tegen te gaan.
### 2.4 Welvaart, milieu en duurzaamheid
De spectaculaire welvaartsstijging sinds de Industriële Revolutie is ook gepaard gegaan met een aanzienlijk gebruik van het mondiale 'natuurbudget'. De milieu-impact (I) kan worden gemodelleerd als een functie van populatie (P), consumptie/inkomen per hoofd (A) en technologie (T):
$$ I = f(P, A, T) $$
Een economische groei van bijvoorbeeld 2% per jaar betekent dat de output elke 35 jaar verdubbelt. Dit roept vragen op over de houdbaarheid van deze groei in relatie tot ecologische grenzen.
* **Ecologische grenzen:** De mensheid overschrijdt momenteel veilige ecologische grenzen op gebieden zoals biodiversiteit, klimaatverandering en de stikstofcyclus. Dit wordt beïnvloed door systemen zoals energie, mobiliteit en agrovoeding.
* **Ecologische voetafdruk:** De ecologische voetafdruk meet de productieve grond- en wateroppervlakte die nodig is om te voorzien in de consumptie van een bevolking, terwijl de aarde in staat blijft om zich te regenereren. De wereldbevolking heeft gemiddeld een voetafdruk van ongeveer 2.7 hectare per persoon, terwijl het duurzame niveau (het aandeel dat elk persoon zou moeten hebben) ongeveer 1.8 hectare is. Individuele landen, zoals België, hebben een nog grotere voetafdruk (ongeveer 7 hectare).
> **Example:** De Hug of Life-kaart toont de verdeling van de ecologische voetafdruk en de menselijke ontwikkelingsindex (HDI). Landen met een hoge HDI (en dus hogere welvaart) hebben vaak ook een grotere ecologische voetafdruk, wat de duurzaamheidsuitdaging illustreert.
De duurzaamheidsuitdaging omvat zowel ecologische als sociale rechtvaardigheid. Terwijl het aantal hongerlijders wereldwijd is afgenomen, blijven er aanzienlijke verschillen bestaan in toegang tot onderwijs en middelen tussen landen en regio's. Concepten zoals de 'doughnut economy' proberen deze uitdagingen aan te pakken door een economisch model te ontwikkelen dat binnen de ecologische grenzen opereert en tegelijkertijd zorgt voor een sociaal fundament voor iedereen.
> **Tip:** Economie is slechts een deel van de oplossing voor maatschappelijke problemen; een interdisciplinaire aanpak en kennis van hoe systemen werken ('how stuff works') zijn essentieel voor verandering.
---
# Welvaart, welzijn en duurzaamheid
Dit onderwerp verkent de complexe relatie tussen economische welvaart en menselijk welzijn, evenals de ecologische grenzen van economische groei en de uitdagingen van duurzaamheid.
### 3.1 Welvaart en welzijn
Welvaart wordt in de economie vaak gemeten aan de hand van het bruto binnenlands product (BBP) per hoofd van de bevolking. Het BBP vertegenwoordigt de totale waarde van alle goederen en diensten die binnen een landsgrens worden geproduceerd en niet als input voor verdere productie worden gebruikt. Groei van het BBP is een veelgebruikte indicator voor de economische gezondheid.
Historisch gezien zijn de verschillen in welvaart tussen landen pas vanaf de 19e eeuw significant geworden, mede door de Industriële Revolutie en de opkomst van het kapitalisme. Kapitalisme, gekenmerkt door productie binnen bedrijven, markten voor vrijwillige ruil, en private eigendom van kapitaalgoederen, stimuleerde de economische groei. De geografische expansie van lokale naar nationale en internationale markten heeft verdere mogelijkheden tot specialisatie en ruil gecreëerd, wat bijdroeg aan welvaartsverhoging.
Echter, een hoog BBP is niet altijd synoniem met een hoog welzijn. Maatstaven zoals levensverwachting, geletterdheid en kindersterfte geven een breder beeld van de levenskwaliteit. De welzijnsindex (well-being index) probeert deze bredere dimensies van geluk en tevredenheid in kaart te brengen.
> **Tip:** Hoewel kapitalistische instellingen de potentie hebben om welvaart te verhogen, zijn ze geen garantie voor permanente verbetering van de levensstandaard. Factoren zoals effectieve bescherming van privaat eigendom door een juridisch systeem, competitieve markten en een overheid die de belangen van de samenleving dient, zijn cruciaal voor succesvolle en inclusieve economische ontwikkeling.
### 3.2 Ecologische grenzen van economische groei
De spectaculaire stijging van de welvaart in de afgelopen eeuwen ging gepaard met een aanzienlijk gebruik van het collectieve "natuurbudget". Dit concept kan worden weergegeven met de formule $I = f(P, A, T)$, waarbij:
* $I$ staat voor milieu-impact.
* $P$ staat voor populatie (bevolking).
* $A$ staat voor "affluence" (welvaart of consumptie per hoofd, vaak gerelateerd aan inkomen).
* $T$ staat voor technologie (de efficiëntie waarmee goederen worden geproduceerd en geconsumeerd).
De economische groei, vaak gemeten als groei van het BBP (dat gerelateerd is aan $P \times A$), kan leiden tot verdubbeling van de output om de 35 jaar bij een groei van 2 procent per jaar. De vraag is of technologische vooruitgang ($T$) voldoende is om de negatieve milieu-impact te mitigeren, of dat er ook nagedacht moet worden over de welvaartsmaatstaf ($A$), efficiëntie versus voldoende consumptie, en concepten als post-groei of "beyond growth".
De grenzen van deze groei worden duidelijk door ecologische factoren. De planetaire grenzen, zoals gedefinieerd door Rockström et al., beschrijven de veilige zones voor mondiale planetaire systemen. Inzake biodiversiteit, klimaat en de stikstofcyclus worden deze grenzen overschreden, wat directe implicaties heeft voor energieverbruik, landgebruik, mobiliteit en de agrovoedingssystemen.
### 3.3 De ecologische voetafdruk
De ecologische voetafdruk meet de (productieve) grond- en wateroppervlakte die nodig is om te voorzien in de consumptie van een bevolking, terwijl de aarde zichzelf kan regenereren. Het principe is om enkel het rendement van het natuurlijk kapitaal te verbruiken, niet het kapitaal zelf.
* **Globale ecologische voetafdruk per persoon (maximaal):** 1.8 hectare (in 2014), uitgaande van een eerlijke verdeling van natuurlijke hulpbronnen.
* **Ecologische voetafdruk van de Belg (gemiddeld):** 7 hectare.
* **Ecologische voetafdruk van de wereldbevolking:** 2.7 hectare.
Deze cijfers tonen aan dat de huidige consumptiepatronen van veel landen, waaronder België, de planetaire draagkracht overschrijden.
> **Example:** De kloof tussen de ecologische voetafdruk van de gemiddelde Belg (7 hectare) en de duurzame ecologische voetafdruk per persoon (1.8 hectare) illustreert de noodzaak van significante veranderingen in consumptie- en productiepatronen.
### 3.4 Duurzaamheidsuitdagingen: sociale rechtvaardigheid en armoede
Duurzaamheid omvat niet enkel ecologische aspecten, maar ook sociale rechtvaardigheid en economische gelijkheid. De wereldkaart van armoede en welvaart toont grote ongelijkheden. Ondanks vooruitgang in de bestrijding van honger (een daling van bijna 800 miljoen hongerlijders wereldwijd tussen 2014 en 2016), blijven grote verschillen bestaan in toegang tot onderwijs en andere basisvoorzieningen.
* **Toegang tot middelbaar onderwijs:** In Afrika gaat slechts 33% van de kinderen naar het middelbaar onderwijs, vergeleken met bijna 90% in België. In sommige Afrikaanse landen ligt dit percentage zelfs onder de 10%.
De "doughnut economy" van Kate Raworth is een concept dat de duurzaamheidsuitdaging adresseert door een economisch model voor te stellen dat menselijke behoeften binnen de ecologische grenzen van de aarde vervult. Dit model erkent dat maatschappelijke problemen zoals armoede en milieuvervuiling complex zijn en een interdisciplinaire aanpak vereisen, waarbij economie een integraal onderdeel is van de oplossing.
> **Tip:** Het begrijpen van de onderlinge afhankelijkheid tussen welvaart, welzijn, ecologische draagkracht en sociale rechtvaardigheid is cruciaal voor het ontwikkelen van duurzame oplossingen. Economische modellen moeten verder gaan dan louter het meten van materiële welvaart en ook rekening houden met menselijk welzijn en de ecologische impact.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Welvaart | Een concept dat de mate van welzijn, rijkdom en tevredenheid van individuen of een samenleving beschrijft, waarbij economie dit probeert te meten en te verhogen. |
| Bruto Binnenlands Product (BBP) | De totale marktwaarde van alle goederen en diensten die binnen de landsgrenzen in een bepaalde periode (meestal een jaar) zijn geproduceerd en niet dienen als intermediaire goederen voor verdere productie. |
| Economische groei | De toename van de productie van goederen en diensten in een economie over een bepaalde periode, meestal gemeten als de procentuele verandering van het BBP. |
| Kapitalisme | Een economisch systeem dat wordt gekenmerkt door private eigendom van productiemiddelen, markten voor de uitwisseling van goederen en diensten, en de focus op winstmaximalisatie voor bedrijfseigenaren. |
| Markt | Een plaats of mechanisme waar kopers en verkopers samenkomen om vrijwillig goederen en diensten te ruilen tegen een prijs die de productiekosten overstijgt, ten gunste van de eigenaars van bedrijven. |
| Private eigendom | Het recht van individuen of bedrijven om eigenaar te zijn van productiemiddelen, zoals land, machines en kapitaalgoederen, en hier controle over uit te oefenen. |
| Industriële Revolutie (IR) | Een periode van grote technologische, sociaaleconomische en culturele veranderingen die begon in Groot-Brittannië in de 18e eeuw, gekenmerkt door de overgang van handwerk naar machinale productie en de opkomst van fabrieken. |
| Welzijn | Een breder concept dan alleen economische welvaart, dat ook aspecten omvat zoals geluk, gezondheid, levensverwachting, onderwijs en algemene tevredenheid met het leven. |
| Ecologische voetafdruk | De maatstaf voor de hoeveelheid productief landoppervlak en water die nodig is om de consumptie van een bevolking te ondersteunen en de afvalproductie te absorberen, uitgedrukt in hectare per persoon. |
| Duurzaamheid | Het principe dat economische, sociale en ecologische ontwikkeling zo moet plaatsvinden dat de behoeften van de huidige generatie worden vervuld zonder de mogelijkheid van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien, in gevaar te brengen. |
| Doughnut economy (Donuteconomie) | Een economisch model dat streeft naar een evenwicht tussen het voldoen aan de basisbehoeften van alle mensen (de "sociale ondergrens") en het binnen de ecologische grenzen van de planeet blijven (de "ecologische bovengrens"). |
| Rent-seekers | Individuen of organisaties die economische winst nastreven door te manipuleren van de economische of politieke omgeving, in plaats van door het creëren van nieuwe welvaart of goederen. |